III. GERECHTELIJK RECHT
|
|
- Sonja de Haan
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 III. GERECHTELIJK RECHT III. GERECHTELIJK RECHT A. Gerechtelijk Wetboek Wet 10 oktober 1967 p A. Gerechtelijk Wetboek p Wet 10 oktober 1967 Art. 578 volledig vervangen Art De arbeidsrechtbank neemt kennis: 1 van geschillen inzake arbeidsovereenkomsten met inbegrip van die welke betrekking hebben op schending van het fabrieksgeheim gedurende die overeenkomst; 2 van geschillen inzake leerovereenkomsten; 3 }1 [van de individuele geschillen betreffende de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten] 1 ; 4 van geschillen tussen werknemers naar aanleiding van het werk; 5 van geschillen betreffende de overeenkomst voor versnelde beroepsopleiding; 6 van geschillen tussen de personen die samen een beroep uitoefenen waarbij hoofdzakelijk handenarbeid wordt verricht, en inzonderheid tussen een schipper ter visserij en de schepelingen die zijn vennoten zijn; 7 van geschillen van burgerlijke aard die het gevolg zijn van een overtreding van de wetten en besluiten betreffende de arbeidsreglementering en de aangelegenheden onder de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank, onverminderd de toepassing van de wetsbepalingen die deze bevoegdheid verlenen aan de strafgerechten wanneer een strafvordering voor hen aanhangig is; }2 [8 }2 [de geschillen die hun oorzaak vinden: a) in titel V betreffende gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van arbeidsvoorwaarden en de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de toegang tot een zelfstandig beroep van de wet van 4 augustus 1978 tot economisch heroriëntering en in haar uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van die bedoeld in artikel 581, 3, a), en van die welke betrekking hebben op de toegang tot het onderwijs in de beroepsopleiding verstrekt door het openbaar of privaat onderwijs; b) in het decreet van 8 mei 2002 van het Vlaams Parlement houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van die bedoeld in artikel 581, 3, b);] 2 ] 2 }3[9 van de geschillen betreffende de hoedanigheid van de werknemers en het behoud van hun rechten ingevolge de overdracht van de onderneming of van een gedeelte ervan, }4 [bedoeld in de artikelen 59 tot 70 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen] 4 ;] 3 }5[10 }6 [van de geschillen op basis van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van de discriminatie tussen mannen en vrouwen en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 6, 1, 4 en 5, van voormelde wet, met uitzondering van de geschillen bedoeld in artikel 581, 9, en onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Raad van State, zoals bepaald door de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State;] 6 ] 5 }7 [11 van de geschillen betreffende }8 [psychosociale risico's op het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk] 8, die hun oorzaak vinden in hoofdstuk Vbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;] 7 }9 [12 van de geschillen die hun oorzaak vinden in de wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs en die betrekking hebben op: a) werknemers; b) zelfstandigen;] 9 }10[13 }11 [van de geschillen op basis van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 5, 1, 4 en 5, van voormelde wet, met uitzondering van de geschillen bedoeld in artikel 581, 10, en onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Raad van State, zoals bepaald door de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State;] 11 ] 10 }12 [14 van vorderingen betreffende de collectieve schuldenregeling;] 12 }13 [ }13 [15 ] 13 }14 [van de geschillen op basis van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 5, 1, 4 en 5, van voormelde wet, met uitzondering van de geschillen bedoeld in artikel 581, 11, en onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Raad van State, zoals bepaald door de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State;] 14 ] 13 }15[ }15 [16 ] 15 van betwistingen op grond van de wet van 28 januari 2003 betreffende de medische onderzoeken die binnen het kader van de arbeidsverhoudingen worden uitgevoerd;] 15 }16 [17 van de in artikel 138bis, 2, eerste lid, bedoelde rechtsvordering;] 16 }17 [18 van de vorderingen tot schadevergoeding zoals bedoeld in artikel 61, 3, derde lid, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen;] 17 }18 [19 van de verzoeken tot homologatie zoals bedoeld in artikel 61, 5, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen;] 18 }19 [ }20 [20 ] 20 van geschillen over discriminatie, in de zin van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid;] 19 }21 [21 van de geschillen tussen de werknemer en degene die hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van het loon met toepassing van hoofdstuk VI/1 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.] 21 }1. 3 vervangen bij art. 67 wet 5 december 1968, B.S., 15 januari 1969 }2. 8 toegevoegd bij art. 149 wet 4 augustus 1978, B.S., 17 augustus 1978; vervangen bij art. 139 Programmawet 8 april 2003, B.S., 17 april 2003, inwerkingtreding: 1 oktober 2002 (art. 141) }3. 9 toegevoegd bij art. 52 wet 17 juli 1997, B.S., 28 oktober 1997, err., B.S., 4 december 1997, inwerkingtreding: 1 januari 1998 (art. 1 K.B. 25 november 1997, B.S., 4 december 1997 }4. 9 gewijzigd bij art.3, a), wet 26 januari 2009, B.S., 9 februari 2009, inwerkingtreding: 1 april 2009 (art. 1K.B. 27 maart 2009, B.S., 31 maart 2009) }5. 10 toegevoegd bij art. 2 wet 7 mei 1999, B.S., 19 juni 1999 }6. 10 vervangen bij art. 2 wet 10 mei 2007, B.S., 30 mei 2007, add., B.S., 5 juni 2007 }7. 11 toegevoegd bij art. 5 wet 17 juni 2002, B.S., 25 juni 2002, inwerkingtreding: 1 juli 2002 (art. 7) }8. 11 gewijzigd bij art. 6 wet 28 maart, B.S., 28 april, inwerkingtreding: 1 september (art. 88, 2, K.B. 10 april, B.S., 28 april ) }9. 12 toegevoegd bij art. 4 wet 20 december 2002, B.S., 20 januari 2003, inwerkingtreding: 1 februari 2003 (art. 5) } toegevoegd bij art. 25 wet 25 februari 2003, B.S., 17 maart 2003, err., B.S., 13 mei 2003 } vervangen bij art. 3 wet 10 mei 2007, B.S., 30 mei 2007, add., B.S., 5 juni 2007 } toegevoegd bij art. 5, 1, wet 13 december 2005, B.S., 21 december 2005, inwerkingtreding: 1 september 2007 (art. 1, 2, K.B. 3 juni 2007, B.S., 21 juni 2007) }13. 15, oud 9 (2), toegevoegd bij art. 2 wet 13 februari 1998, B.S., 19 februari 1998; hernummerd bij art. 5, 2, wet 13 december 2005, B.S., 21 december 2005 } vervangen bij art. 4 wet 10 mei 2007, B.S., 30 mei 2007, add., B.S., 5 juni 2007 }15. 16, oud 10 (2), ingevoegd bij art. 16 wet 28 januari 2003, B.S., 9 april 2003; hernummerd bij art. 5, 3, wet 13 december 2005, B.S., 21 december 2005 } toegevoegd bij art. 13 wet 3 december 2006, B.S., 18 december 2006 } toegevoegd bij art. 3, b), wet 26 januari 2009, B.S., 9 februari 2009, inwerkingtreding: 1 april 2009 (art. 1 K.B. 27 maart 2009, B.S., 31 maart 2009) } toegevoegd bij art. 3, b), wet 26 januari 2009, B.S., 9 februari 2009, inwerkingtreding: 1 april 2009 (art. 1K.B. 27 maart 2009, B.S., 31 maart 2009) } toegevoegd bij art. 44 Decr. Vl. Parl. 10 juli 2008, B.S., 23 september 2008 } (oud 18 ) hernummerd bij art. 2 Decr. Vl. Parl. 10 juni 2011, B.S., 4 juli 2011 } toegevoegd bij art. 2 Programmawet (II) 29 maart 2012, B.S., 6 april 2012 p Wet 10 oktober 1967 Art. 614 volledig vervangen Art Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de voorziening in cassatie: 1 tegen beslissingen van de raden van beroep van de Orde van Advocaten; 2 }1 [tegen beslissingen van de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van Geneesheren;] 1 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier 1
2 III. GERECHTELIJK RECHT A. Gerechtelijk Wetboek Wet 10 oktober 1967 p }2 [tegen beslissingen van de provinciale raden of de raden van beroep van de Orde van Apothekers;] 2 4 tegen beslissingen van de gemengde raden van beroep van de Orde der dierenartsen; 5 tegen beslissingen van de commissie van beroep van het Instituut der bedrijfsrevisoren; 6 tegen beslissingen van de raden van beroep van de Orde van Architecten; 7 tegen beslissingen van de Raad van beroep voor gewetensbezwaren; 8 tegen beslissingen van de Onderzoeksraad voor de scheepvaart; }3[9 }3 [de beslissingen uitgesproken door de beroepscommissie van het Instituut van accountants en belastingconsulenten;] 3 ] 3 }4 [10 tegen beslissingen van de }4 [commissies] 4 van beroep bedoeld in artikel 428ter, 6;] 4 }5[11 tegen beslissingen van de Raad van beroep bedoeld in artikel 8/4 van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog.] 5 }1. 2 vervangen bij art. 23 wet 15 juli 1970, B.S., 30 juli 1970 }2. 3 vervangen bij art. 23 wet 15 juli 1970, B.S., 30 juli 1970 }3. 9 toegevoegd bij art. 102 wet 21 februari 1985, B.S., 28 februari 1985; vervangen bij art. 56 wet 22 april 1999, B.S., 11 mei 1999, inwerkingtreding: 29 juni 1999 (art. 1 K.B. 4 mei 1999, B.S., 29 juni 1999) }4. 10 toegevoegd bij art. 8 K.B. 27 maart 1998, B.S., 12 mei 1998, bekrachtigd bij art. 2 wet 15 mei 1998, B.S., 8 juli 1998, inwerkingtreding: 12 mei 1998 (art. 9); gewijzigd bij art. 16 wet 4 juli 2001, B.S., 25 juli 2001, inwerkingtreding: 1 mei 2002 (art. 18, lid 2) }5. 11 toegevoegd bij art. 11 wet 21 december 2013, B.S., 4 februari, inwerkingtreding: 1 mei (art. 12) p. 336 Wet 10 oktober 1967 Art. 635bis en historiek invoegen }1 [Art. 635bis. De strafuitvoeringsrechter die zitting houdt ter zetel van het hof van beroep in het rechtsgebied waarin de zetel van het strafgerecht is gevestigd dat de in kracht van gewijsde gegane veroordeling heeft uitgesproken is bevoegd om kennis te nemen van de verzoeken als bedoeld in artikel 464/20 van het Wetboek van Strafvordering, alsook om uitspraak te doen in de geschillen bedoeld in de artikelen 464/36, 464/38 en 464/40 van het Wetboek van Strafvordering en in artikel 15bis, 9, van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de tenuitvoerlegging van bepaalde vermogenssancties. Wanneer evenwel de veroordeling in het Duits is uitgesproken is uitsluitend de strafuitvoeringsrechter te Luik bevoegd.] 1 }1. Ingevoegd bij art. 9 wet (II) 11 februari, B.S., 8 april, inwerkingtreding: 18 april (art. 14) 2 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier
3 III. GERECHTELIJK RECHT B. Niet-vatbaarheid voor beslag van de woning van de zelfstandige Wet (IV) 25 april 2007 p. 440 B. Niet-vatbaarheid voor beslag van de woning van de zelfstandige p. 440 Wet (IV) 25 april 2007 Art. 72 volledig vervangen Art. 72. Voor de toepassing van dit hoofdstuk verstaat men onder zelfstandige: iedere natuurlijke persoon die in België }1 [, een beroepsbezigheid in hoofdberoep, in bijberoep, of een beroepsbezigheid na pensionering] 1 uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is. }2 [Voor de bepaling van het hoofdberoep wordt rekening gehouden met de cumulatie van afzonderlijke zelfstandige activiteiten die samen het hoofdberoep uitmaken.] 2 }3 [De activiteit van mandataris van een rechtspersoon maakt een zelfstandige beroepsbezigheid uit in de zin van het eerste lid.] 3 }1. Lid 1 gewijzigd bij art. 2 wet 15 januari, B.S., 3 februari }2. Lid 2 toegevoegd bij art. 118 wet 6 mei 2009, B.S., 19 mei 2009 }3. Lid 3 toegevoegd bij art. 118 wet 6 mei 2009, B.S., 19 mei 2009 p. 440 Wet (IV) 25 april 2007 Art volledig vervangen Art. 74. }1 [ 1. Deze verklaring wordt op straffe van nietigheid voor een notaris verleden en bevat de gedetailleerde beschrijving van het onroerend goed en de vermelding van de eigen, gemeenschappelijke of onverdeelde aard van de zakelijke rechten die de zelfstandige bezit op het onroerend goed. In geval van onverdeelde zakelijke rechten is de uitwerking van de verklaring beperkt tot het onverdeeld aandeel waarover de zelfstandige beschikt op datum van de akte. Hetzelfde geldt bij opsplitsing in vruchtgebruik en blote eigendom. Bij latere uitbreiding van de zakelijke rechten op hetzelfde onroerend goed, worden de effecten van de verklaring van rechtswege en retroactief uitgebreid tot de nieuw verworven rechten, tenzij de schuldeiser aantoont dat de zelfstandige zijn solvabiliteit opzettelijk heeft verminderd. Gemeenschappelijke zakelijke rechten kunnen van bij de aanvang voor hun totaliteit niet vatbaar voor beslag verklaard worden. 2. De notaris kan de verklaring enkel verlijden nadat hij de instemming van de echtgenoot van de zelfstandige heeft gekregen. Indien de echtgenoot wiens instemming vereist is, deze zonder gewichtige redenen weigert, of indien deze echtgenoot vermoedelijk afwezig is, onbekwaam werd verklaard of in de onmogelijkheid is zijn wil te kennen te geven, dan kan de andere echtgenoot zich door de rechtbank van eerste aanleg en, in spoedeisende gevallen, door de voorzitter van die rechtbank krachtens het bepaalde in artikel 215 van het Burgerlijk Wetboek, laten machtigen om de verklaring af te leggen zonder deze instemming. 3. Indien de twee echtgenoten de hoedanigheid van zelfstandige hebben in de zin van de wet, kunnen zij hun verklaringen afleggen in eenzelfde akte.] 1 }1. Vervangen bij art. 2 wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 75. Wanneer het onroerend goed tegelijk gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden en als woning, wordt in de beschrijving een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het gedeelte dat gebruikt wordt als hoofdverblijfplaats en het gedeelte dat gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden. De beschrijving vermeldt de oppervlakte van elk gedeelte. Indien de oppervlakte die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden minder dan 30 % beslaat van de totale oppervlakte van het onroerend goed, kunnen de rechten op het hele onroerend goed niet vatbaar voor beslag worden verklaard. Indien de oppervlakte die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden 30 % of meer beslaat van de totale oppervlakte van het onroerend goed, kunnen alleen de rechten op het gedeelte dat als hoofdverblijfplaats gebruikt wordt niet vatbaar voor beslag worden verklaard mits men vooraf statuten }1 [...] 1 opstelt. }2 [Indien reeds statuten van mede-eigendom werden opgesteld met betrekking tot hetzelfde onroerend goed, zullen deze moeten worden gewijzigd.] 2 }3 [De totale oppervlakte die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de drempel, omvat zowel de oppervlakte van het gebouw, met inbegrip van alle verdiepingen, als het terrein. Oppervlakten die zowel privé als professioneel worden gebruikt, worden geacht geheel te worden gebruikt voor beroepsdoeleinden, met uitzondering van oppervlakten waarvan de beroepsaard beperkt is tot een doorgangsfunctie en die beschouwd mogen worden als zijnde gebruikt als hoofdverblijfplaats.] 3 }4 [In geval van onverdeelde zakelijke rechten wordt voor de berekening van deze drempel rekening gehouden met de totale oppervlakte van het onverdeelde goed.] 4 }5 [Voor de redactie van de statuten kan, indien aan de voorwaarden is voldaan, gebruik worden gemaakt van artikel 577-3, eerste lid, in fine, van het Burgerlijk Wetboek.] 5 In geval van geschil betreffende de toepassing van dit artikel, rust de bewijslast op degene die de verklaring heeft gedaan. }1. Lid 3 gewijzigd bij art. 3, 1, wet 15 januari, B.S., 3 februari }2. Lid 3 aangevuld bij art. 3, 2, wet 15 januari, B.S., 3 februari }3. Lid 4 ingevoegd bij art. 3, 3, wet 15 januari, B.S., 3 februari }4. Lid 5 ingevoegd bij art. 3, 3, wet 15 januari, B.S., 3 februari }5. Lid 6 ingevoegd bij art. 3, 3, wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 76. Deze verklaring wordt }1 [overgeschreven] 1 in een hiertoe bestemd register, op het kantoor van de hypotheekbewaarder van het arrondissement waar het goed gelegen is. Vóór deze }1 [overschrijving] 1, kan de verklaring niet aan derden worden tegengeworpen. De Koning kan in bijkomende vormen van openbaarmaking van de verklaring voorzien en de desbetreffende procedure en kosten vastleggen. }1. Lid 1 gewijzigd bij art. 4 wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 77. Deze verklaring heeft slechts uitwerking ten aanzien van schuldeisers van wie de schuldvorderingen na de in artikel 76 bedoelde }1 [overschrijving] 1 ontstaan, naar aanleiding van de zelfstandige beroepsbezigheid van degene die de verklaring heeft gedaan. Ze heeft geen uitwerking ten aanzien van de schuldvorderingen die volgen uit een misdrijf, zelfs indien ze betrekking hebben op de beroepsbezigheid, noch ten aanzien van de schulden van gemengde aard, die verband houden zowel met het privéleven als met de beroepsbezigheid. Ze heeft ook geen uitwerking wanneer de zelfstandige, die zijn rechten op het onroerend goed waar hij zijn hoofdverblijfplaats gevestigd heeft niet vatbaar voor beslag heeft verklaard, krachtens de artikelen 265, 2, 409, 2, en 530, 2, van het Wetboek van vennootschappen aansprakelijk wordt gesteld. }2 [Ze blijft uitwerking hebben voor het verleden na het verlies van de hoedanigheid van zelfstandige, zelfs na een faillissement.] 2 }3 [Ze blijft ook uitwerking hebben bij verandering of stopzetting van de zelfstandige activiteit.] 3 }1. Lid 1 gewijzigd bij art. 5, lid 1 wet 15 januari, B.S., 3 februari }2. Lid 4 vervangen bij art. 5, lid 2 wet 15 januari, B.S., 3 februari }3. Lid 5 toegevoegd bij art. 5, lid 3 wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 78. Van de verklaring kan op ieder ogenblik, onder de voorwaarden die bepaald zijn bij de artikelen 74 en 76, worden afgezien. Het afzien van deze verklaring heeft uitwerking ten aanzien van alle schuldeisers; de verklaring wordt geacht nooit te hebben bestaan. De curator van het faillissement kan het in het eerste lid bedoelde recht om van de verklaring af te zien niet uitoefenen. }1[Het afzien van het voordeel van de verklaring ten voordele van één of meer bepaalde schuldvorderingen heeft het afzien van het voordeel van de verklaring ten opzichte van alle schuldvorderingen tot gevolg.] 1 }1. Lid 3 toegevoegd bij art. 6 wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 79. De verklaring blijft uitwerking hebben na de ontbinding van het }1 [huwelijksvermogensstelsel] 1 wanneer het goed wordt toebedeeld aan degene die de verklaring heeft gedaan, behalve ten aanzien van de schulden die ontstaan zijn naar aanleiding van diens zelfstandige beroepsbezigheid en waarvan de invordering uitgevoerd kan worden op het vermogen van de gewezen echtgenoot. }1. Gewijzigd bij art. 7 wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 80. Het overlijden van degene die de verklaring heeft gedaan heeft de herroeping van de verklaring tot gevolg }1 [; deze herroeping heeft enkel uitwerking voor de toekomst] 1. }1. Aangevuld bij art. 8 wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 81. }1 [ 1. In geval van overdracht van de zakelijke rechten die in de verklaring zijn bepaald, blijft de verkregen prijs niet vatbaar voor beslag ten aanzien van de schuldeisers van wie de rechten ontstaan zijn na het overschrijven van deze verklaring en naar aanleiding van de beroepsbezigheid van de- Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier 3
4 III. GERECHTELIJK RECHT B. Niet-vatbaarheid voor beslag van de woning van de zelfstandige Wet (IV) 25 april 2007 p. 440 gene die de verklaring heeft gedaan, op voorwaarde dat de verkregen geldsommen binnen een termijn van één jaar, te rekenen vanaf de datum van de authentieke akte, door degene die de verklaring heeft gedaan, wederbelegd worden om een onroerend goed aan te kopen waar zijn hoofdverblijfplaats is gevestigd. Gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn worden de geldsommen bewaard in handen van de notaris die de akte van overdracht van de zakelijke rechten heeft verleden. Indien de akte door verschillende notarissen wordt verleden, worden de geldsommen bewaard in handen van de notaris die is aangewezen door degene die de verklaring heeft afgelegd. De rechten op de nieuw aangekochte hoofdverblijfplaats blijven niet vatbaar voor beslag ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde schuldeisers wanneer de akte van verkrijging een verklaring van wederbelegging van de fondsen bevat, zelfs indien de prijs van het nieuwe goed het bedrag van de verkregen fondsen overtreft, behalve indien de schuldeisers bewijzen dat de zelfstandige zijn solvabiliteit opzettelijk heeft verminderd. In voorkomend geval zal de drempel bedoeld in artikel 75 opnieuw moeten worden berekend. De nieuwe verhouding zal moeten worden opgenomen in de verklaring van wederbelegging. De verklaring van wederbelegging der fondsen is onderworpen aan de bij de artikelen 74, 75 en 76 bepaalde voorwaarden inzake geldigheid en tegenstelbaarheid. 2. In geval van beslag op grond van een schuldvordering ten aanzien waarvan de verklaring geen uitwerking heeft, zal de vorige paragraaf van toepassing zijn op het deel van de verkregen prijs na openbare verkoop dat toekomt aan de schuldeisers aan wie de verklaring kon worden tegengeworpen.] 1 }1. Vervangen bij art. 9 wet 15 januari, B.S., 3 februari Art. 82. }1 [Naar aanleiding van het opstellen van de verklaring en haar herroeping worden aan de notaris vaste erelonen betaald waarvan het bedrag overeenkomstig de wet van 31 augustus 1891 houdende tarifering en invordering van de honoraria der notarissen wordt vastgesteld. Zolang het bedrag van de erelonen bedoeld in het eerste lid niet bepaald werd conform dit lid, wordt het bedrag van de erelonen van de notarissen bepaald op 500 euro voor de opstelling van de verklaring waarbij de werkelijke kosten voor de inschrijving of de schrapping van de aangifte worden gevoegd. De erelonen bedoeld in het eerste lid zijn maar een keer verschuldigd wanneer de verklaring of de herroeping betrekking heeft op een zelfstandige en zijn meewerkende echtgenoot of op twee zelfstandigen, die gehuwd zijn of wettelijk samenwonen, en die gezamenlijk hun activiteit uitoefenen, in dezelfde vestigingseenheid.] 1 }1. Na wijziging, vervangen bij art. 10 wet 15 januari, B.S., 3 februari 4 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier
5 IV. HANDELSRECHT / VENNOOTSCHAPPEN / VZW A. Wetboek van koophandel Wet 16 januari 2003 p. 450 IV. HANDELSRECHT / VENNOOTSCHAPPEN / VZW A. Wetboek van koophandel p. 450 Wet 16 januari 2003 Art. 2 volledig vervangen Art. 2. Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder: 1 «beheersdienst»: de dienst binnen de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie belast met het beheer van de Kruispuntbank van Ondernemingen; 2 «dienst»: openbare dienst, instelling, natuurlijke persoon of rechtspersoon, aan wie taken van openbare dienst of van algemeen belang zijn toevertrouwd in uitvoering van deze wet; 3 }1 [«onderneming»: elke entiteit die zich dient in te schrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen;] 1 4 }2 [«handelsonderneming»: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die over een vestigingseenheid beschikt in België en er daden van koophandel uitoefent, zoals beschreven in het Wetboek van koophandel en die aldus wordt vermoed de hoedanigheid van «handelaar» te hebben;] 2 5 }3 [«ambachtsonderneming»: de onderneming opgericht door een private persoon die over een vestigingseenheid beschikt in België en er gewoonlijk, krachtens een contract van huur van diensten, hoofdzakelijk materiële prestaties levert, voor zover daarmee geen leveringen van waren of slechts toevallige leveringen van waren gepaard gaan en aldus vermoed wordt de hoedanigheid van «ambachtsman» te hebben;] 3 6 «vestigingseenheid»: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres, waar ten minste een activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend; 7 «ondernemingsloket»: instelling die erkend is in uitvoering van Titel IV van deze wet en belast is met taken van openbare dienst of van algemeen belang bedoeld in deze wet; 8 «handelsregister»: deelverzameling van de Kruispuntbank van Ondernemingen omvattende de gegevens van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde handels- en ambachtsondernemingen; 9 «rechtspersonenregister»: deelverzameling van de Kruispuntbank van Ondernemingen omvattende de gegevens van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde rechtspersonen; 10 «de minister»: de Minister bevoegd voor Middenstand. {4 }1. 3 vervangen bij art. 178 wet 30 december 2009, B.S., 31 december 2009, err., B.S., 26 januari 2010 }2. 4 vervangen bij art. 178 wet 30 december 2009, B.S., 31 december 2009, err., B.S., 26 januari 2010 }3. 5 vervangen bij art. 178 wet 30 december 2009, B.S., 31 december 2009, err., B.S., 26 januari 2010 F 4. Op een door de Koning te bepalen datum luidt dit art. als volgt: Art. 2. Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder: 1 «beheersdienst»: de dienst binnen de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie belast met het beheer van de Kruispuntbank van Ondernemingen; 2 «dienst»: openbare dienst, instelling, natuurlijke persoon of rechtspersoon, aan wie taken van openbare dienst of van algemeen belang zijn toevertrouwd in uitvoering van deze wet; 3 }5 [«onderneming»: elke entiteit die zich dient in te schrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen;] 5 4 }6 [«handelsonderneming»: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die over een vestigingseenheid beschikt in België en er daden van koophandel uitoefent, zoals beschreven in het Wetboek van koophandel en die aldus wordt vermoed de hoedanigheid van «handelaar» te hebben;] 6 5 }7 [«ambachtsonderneming» : de onderneming opgericht door een private persoon die over een vestigingseenheid beschikt in België en er gewoonlijk, krachtens een contract van huur van diensten, hoofdzakelijk materiële prestaties levert, voor zover daarmee geen leveringen van waren of slechts toevallige leveringen van waren gepaard gaan;] 7 6 «vestigingseenheid»: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres, waar ten minste een activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend; 7 «ondernemingsloket»: instelling die erkend is in uitvoering van Titel IV van deze wet en belast is met taken van openbare dienst of van algemeen belang bedoeld in deze wet; 8 «handelsregister»: deelverzameling van de Kruispuntbank van Ondernemingen omvattende de gegevens van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde handels- en ambachtsondernemingen; 9 «rechtspersonenregister»: deelverzameling van de Kruispuntbank van Ondernemingen omvattende de gegevens van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde rechtspersonen; 10 «de minister»: de Minister bevoegd voor Middenstand. }5. 3 vervangen bij art. 178 wet 30 december 2009, B.S., 31 december 2009, err., B.S., 26 januari 2010 }6. 4 vervangen bij art. 178 wet 30 december 2009, B.S., 31 december 2009, err., B.S., 26 januari 2010 }7. 5 laatst vervangen bij art. 27 wet 19 maart, B.S., 15 april, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen (art. 28) Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier 5
6 IV. HANDELSRECHT / VENNOOTSCHAPPEN / VZW B. Wetboek van vennootschappen Wet 7 mei 1999 p. 482 B. Wetboek van vennootschappen p. 482 Wet 7 mei 1999 Art. 211bis volledig vervangen }1 [Art. 211bis. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid starter kan enkel worden opgericht door één of meerdere natuurlijke personen voor zover geen van hen effecten bezit in een andere vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die 5 % of meer vertegenwoordigen van het totaal der stemrechten van dergelijke andere vennootschap met beperkte aansprakelijkheid }2 [...] 2. Alle bepalingen van dit wetboek die gelden voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zijn van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken. Zolang het maatschappelijk kapitaal niet ten minste is gebracht op het in artikel 214, 1, vastgestelde bedrag, moet aan iedere in artikel 78 bedoelde vermelding van de rechtsvorm het woord «starter» worden toegevoegd. Deze woorden moeten eveneens worden toegevoegd aan de vermelding van de rechtsvorm in de uittreksels, zoals die overeenkomstig de artikelen 68 en 69 bekendgemaakt moeten worden. De afkorting van de rechtsvorm luidt «S- BVBA».] 1 }1. Ingevoegd bij art. 3 wet 12 januari 2010, B.S., 26 januari 2010, inwerkingtreding: 1 juni 2010 (art. 4, 1, K.B. 27 mei 2010, B.S., 31 mei 2010) }2. Lid 1 gewijzigd bij art. 11 wet 15 januari, B.S., 3 februari p. 482 Wet 7 mei 1999 Art. 213 volledig vervangen Art }1 [ 1. Indien een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid eenhoofdig wordt, moet het gestorte bedrag van het kapitaal binnen één jaar ten minste euro bereiken, tenzij binnen dezelfde termijn een nieuwe vennoot in de vennootschap wordt opgenomen of de vennootschap ontbonden wordt. Gebeurt dit niet, dan wordt de enige vennoot geacht hoofdelijk borg te staan voor alle verbintenissen van de vennootschap die ontstaan zijn sinds het eenhoofdig worden van de vennootschap, en wel tot een nieuwe vennoot in de vennootschap wordt opgenomen, tot de ontbinding van de vennootschap wordt bekendgemaakt of tot het kapitaal werkelijk ten belope van euro wordt gestort.] 1 }2[ 2.] 2 Niettegenstaande enig hiermee strijdig beding, is de oprichter-rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk voor alle verbintenissen aangegaan, zolang de vennootschap als enige vennoot slechts de rechtspersoon telt die deze vennootschap alleen heeft opgericht. Indien in de eenhoofdig geworden besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid de enige vennoot een rechtspersoon is, en indien binnen een jaar geen nieuwe vennoot in de vennootschap is opgenomen of deze niet is ontbonden, wordt de enige vennoot geacht hoofdelijk borg te staan voor alle verbintenissen van de vennootschap ontstaan na de vereniging van alle aandelen in zijn hand, tot een nieuwe vennoot in de vennootschap wordt opgenomen of tot de bekendmaking van haar ontbinding. }3 [ 3. Dit artikel is niet van toepassing op de vennootschappen opgericht overeenkomstig artikel 211bis. Deze vrijstelling neemt een einde als zij het statuut van «starter» verliezen }4 [...] 4.] 3 }1. 1 ingevoegd bij art. 2 wet 14 juni 2004, B.S., 2 augustus 2004, inwerkingtreding: 2 augustus 2004 (art. 5) }2. 2 genummerd bij art. 2 wet 14 juni 2004, B.S., 2 augustus 2004, inwerkingtreding: 2 augustus 2004 (art. 5) }3. 3 toegevoegd bij art. 5 wet 12 januari 2010, B.S., 26 januari 2010, inwerkingtreding: 1 juni 2010 (art. 4, 1, K.B. 27 mei 2010, B.S., 31 mei 2010) }4. 3 gewijzigd bij art. 12 wet 15 januari, B.S., 3 februari p. 483 Wet 7 mei 1999 Art. 214 volledig vervangen Art }1 [ 1.] 1 Het maatschappelijk kapitaal moet ten minste }2 [ EUR] 2 bedragen. }3 [ 2. In het in artikel 211bis bedoelde geval is het maatschappelijk kapitaal gelegen tussen 1 euro en het in artikel 214, 1, vastgestelde bedrag. }4 [...] 4 Zodra het maatschappelijk kapitaal is verhoogd zoals hiervoor is beschreven, verliest de vennootschap het statuut van «starter» en zijn de bepalingen van artikel 223, eerste en tweede lid, van toepassing. Na het verstrijken van een termijn van drie jaar na de oprichting zijn de vennoten hoofdelijk gehouden jegens de belanghebbenden voor het eventueel verschil tussen het minimumkapitaal vereist bij de eerste paragraaf en het bedrag van het geplaatst kapitaal. Zolang de vennootschap het statuut van «starter» heeft, kan zij niet overgaan tot een kapitaalvermindering.] 3 }1. 1 genummerd bij art. 6 wet 12 januari 2010, B.S., 26 januari 2010, inwerkingtreding: 1 juni 2010 (art. 4, 1, K.B. 27 mei 2010, B.S., 31 mei 2010) }2. Gewijzigd bij art. 5 K.B. 20 juli 2000, B.S., 30 augustus 2000, err., B.S., 8 maart 2001, inwerkingtreding: 1 januari 2002 (art. 17), bekrachtigd met ingang van de dag van zijn inwerkingtreding bij wet 20 juni 2002, B.S., 20 juli 2002; wijziging opgeheven bij art. 2, 1, K.B. 13 juli 2001, B.S., 11 augustus 2001, inwerkingtreding: 1 januari 2001 (art. 3); gewijzigd bij art. 1 K.B. 13 juli 2001, B.S., 11 augustus 2001, inwerkingtreding: 1 januari 2001 (art. 3), bekrachtigd met ingang van de dag van zijn inwerkingtreding bij wet 26 juni 2002, B.S., 20 juli 2002 }3. 2 toegevoegd bij art. 6 wet 12 januari 2010, B.S., 26 januari 2010, inwerkingtreding: 1 juni 2010 (art. 4, 1, K.B. 27 mei 2010, B.S., 31 mei 2010) }4. 2, lid 2, gewijzigd bij art. 13 wet 15 januari, B.S., 3 februari p. 496 Wet 7 mei 1999 Art. 333 volledig vervangen Art Wanneer het netto-actief gedaald is tot beneden het bedrag van }1 [6.200 EUR] 1, kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen. In voorkomend geval kan de rechtbank aan de vennootschap een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren. }2 [Dit artikel is niet van toepassing op de vennootschappen opgericht overeenkomstig artikel 211bis. Deze vrijstelling neemt een einde als zij het statuut van «starter» verliezen }3 [...] 3.] 2 }1. Gewijzigd bij art. 5 K.B. 20 juli 2000, B.S., 30 augustus 2000, err., B.S., 8 maart 2001, inwerkingtreding: 1 januari 2002 (art. 17), bekrachtigd met ingang van de dag van zijn inwerkingtreding bij wet 20 juni 2002, B.S., 20 juli 2002 }2. Lid 2 toegevoegd bij art. 15 wet 12 januari 2010, B.S., 26 januari 2010, inwerkingtreding: 1 juni 2010 (art. 4, 1, K.B. 27 mei 2010, B.S., 31 mei 2010) }3. Lid 2 gewijzigd bij art. 14 wet 15 januari, B.S., 3 februari 6 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier
7 V. FISCAAL RECHT A. Inkomstenbelastingen K.B. 10 april 1992 p V. FISCAAL RECHT A. Inkomstenbelastingen p K.B. 10 april 1992 Art. 171 volledig vervangen Art In afwijking van de artikelen 130 tot 168, zijn afzonderlijk belastbaar, behalve wanneer de aldus berekende belasting, vermeerderd met de belasting betreffende de andere inkomsten, meer bedraagt dan die welke zou voortvloeien uit de toepassing van de bovenvermelde artikelen op het geheel van de belastbare inkomsten: 1 tegen een aanslagvoet van 33 pct.: a) de in artikel 90, 1 }1 [, 9, eerste streepje,] 1 }2 [en 12 ] 2, vermelde diverse inkomsten; b) de in artikel 90, 8, vermelde meerwaarden, ingeval de desbetreffende goederen worden vervreemd binnen 5 jaar na de verkrijging ervan; }3 [c) onverminderd de toepassing van 4, b, stopzettingsmeerwaarden op immateriële vaste activa als vermeld in artikel 28, eerste lid, 1, en de in de artikelen 25, 6, a en 27, tweede lid, 4, a, vermelde vergoedingen verkregen als compensatie van een vermindering van de werkzaamheid, in zover zij niet meer bedragen dan de belastbare netto-winst of -baten die }3 [in de vier jaren voorafgaand aan het jaar van de stopzetting] 3 of de vermindering van de werkzaamheid uit de niet meer uitgeoefende werkzaamheid zijn verkregen. Onder belastbare netto-winst of -baten van elk in het vorige lid vermelde jaar wordt verstaan het overeenkomstig artikel 23, 2, 1, vastgestelde inkomen, maar met uitzondering van de ingevolge deze onderafdeling afzonderlijk belaste inkomsten;] 3 }4[d) }4 [kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in }5 [2 quater, 3 bis en 4, f] 5, in zover zij door persoonlijke bijdragen als vermeld in artikel 145 1, 1, zijn gevormd en niet worden vereffend in omstandigheden als bedoeld in }5 [2 quater, 3 bis en 4, f] 5 ;] 4 ] 4 }6[e) }7 [de bezoldigingen voor prestaties geleverd tijdens maximaal 50 dagen per jaar en die worden betaald of toegekend aan gelegenheidswerknemers die worden tewerkgesteld bij een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf of onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf indien de werkgever en de werknemer een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk sluiten van maximaal 2 opeenvolgende dagen en waarvoor de sociale bijdragen worden berekend op een uur- of dagforfait zoals bepaald in artikel 31ter, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;] 7 ] 6 }8 [f) afkoopwaarden als vermeld in 2, d, indien anders vereffend;] 8 }9[g) spaartegoeden, kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in 2, e, indien anders uitgekeerd;] 9 }10 [h) de in 4, g), bedoelde kapitalen geldend als pensioen wanneer die kapitalen in omstandigheden als bedoeld in 4, g), door de werkgever of de onderneming worden uitgekeerd aan een andere begunstigde dan degene die is bedoeld in 4, g), zonder dat zij met voorafgaande stortingen zijn gevormd;] 10 }11 [i) }12 [de beroepsinkomsten, met uitzondering van de bezoldigingen van bedrijfsleiders, voor een maximumbedrag van euro bruto per belastbaar tijdperk die worden betaald of toegekend aan:] 12 sportbeoefenaars, }13 [voor] 13 hun sportieve activiteiten en voor zover zij op 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 26 jaar hebben bereikt; scheidsrechters, }14 [voor] 14 hun activiteiten als scheidsrechter tijdens sportwedstrijden; opleiders, trainers en begeleiders, }15 [voor] 15 hun opleidende, omkaderende of ondersteunende activiteit ten behoeve van de sportbeoefenaars; op voorwaarde dat zij beroepsinkomsten uit een andere beroepsactiviteit verkrijgen waarvan het totaal brutobelastbaar bedrag meer bedraagt dan het totaal brutobelastbaar bedrag van de beroepsinkomsten die zij behalen }16 [uit het geheel van hun voornoemde activiteiten in de sportsector] 16 ;] 11 [2 tegen een aanslagvoet van 10 pct.: a) }17 [...] 17 }18[b) }19 [kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in 4, f, in zover: zij door persoonlijke bijdragen als vermeld in artikel 145 1, 1, zijn gevormd en worden vereffend in omstandigheden als bedoeld in }20 [2 quater, 3 bis en 4, f] 20 ; }21 [het kapitalen betreffen die door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn gevormd en bij leven ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven of worden uitgekeerd bij overlijden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd en de overledene tot die leeftijd effectief actief is gebleven; het kapitalen betreffen die door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn gevormd en ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven;] 21 ] 19 ] 18 c) }22 [...] 22 d) }23 [kapitalen en afkoopwaarden van de levensverzekeringscontracten }24 [bedoeld in de artikelen 104, 9, en 145 1, 2,] 24 indien die kapitalen worden vereffend bij overlijden van de verzekerde of bij het normale verstrijken van het contract, of indien die afkoopwaarden worden vereffend in één van de 5 jaren die aan het normale verstrijken van het contract voorafgaan, voor zover die kapitalen en afkoopwaarden niet dienen voor de wedersamenstelling of het waarborgen van een hypothecaire lening. Hierin zijn eveneens begrepen de kapitalen en afkoopwaarden die worden toegekend aan een werknemer of aan een niet in artikel 195, 1, bedoelde bedrijfsleider en die voortvloeien uit een individuele aanvullende pensioentoezegging wanneer: voor die werknemer gedurende de looptijd van die individuele aanvullende pensioentoezegging in de onderneming geen collectieve aanvullende pensioentoezegging bestaat of heeft bestaan; die bedrijfsleider gedurende de looptijd van die individuele aanvullende pensioentoezegging tijdens geen enkel belastbaar tijdperk regelmatig bezoldigd is;] 23 }25[e) de in het kader van het pensioensparen door middel van betalingen als vermeld in artikel 145 1, 5, gevormde spaartegoeden, kapitalen en afkoopwaarden, wanneer zij aan de rechthebbenden worden uitgekeerd naar aanleiding van zijn pensionering op de normale datum of in één van de 5 jaren die aan die datum voorafgaan }26 [, naar aanleiding van zijn toetreding tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag] 26 of naar aanleiding van het overlijden van de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is;] 25 ] }27[f) }28 [de uitkeringen die worden aangemerkt als dividenden in de artikelen 187 en 209, in geval van gehele of gedeeltelijke verdeling van een binnenlandse of buitenlandse vennootschap;] 28 ] 27 2 bis }29 [tegen een aanslagvoet van 15 pct., de in artikel 17, 1, 5, vermelde inkomsten verkregen uit de cessie of concessie van auteursrechten en naburige rechten, alsook van wettelijke en verplichte licenties;] 29 }30 [2 ter }31 [...] 31 ] 30 }32 [2 quater tegen een aanslagvoet van 18 pct., kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in 4, f, in zover het kapitalen betreft die door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn gevormd en bij leven worden uitgekeerd aan de werknemer of bedrijfsleider op de leeftijd van 61 jaar;] 32 3 }33 [tegen een aanslagvoet van 25 pct., de inkomsten van roerende goederen en kapitalen, andere dan deze bedoeld in de bepalingen onder 2 bis, 3 quater en 3 quinquies, alsmede voor diverse inkomsten als vermeld in artikel 90, 5 tot 7 ;] 33 }34 [3 bis }35 [ }36 [tegen een aanslagvoet van 20 pct., de kapitalen en afkoopwaarden als vermeld in 4, f, in zover het kapitalen betreft die door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn gevormd en bij leven worden uitgekeerd: aan de werknemer of de bedrijfsleider op de leeftijd van 60 jaar; aan de werknemer naar aanleiding van de pensionering als bedoeld in artikel 27, 3, van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake Sociale Zekerheid, vóór het bereiken van de leeftijd van 61 jaar;] 36 ] 35 ] 34 }37 [3 ter }38 [tegen }39 [een aanslagvoet van 15 of 25 pct.,] 39 de in artikel 90, 11, bedoelde vergoedingen voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier 7
8 V. FISCAAL RECHT A. Inkomstenbelastingen K.B. 10 april 1992 p lot, naargelang de toepasbare aanslagvoet op de inkomsten van roerende goederen en kapitalen en op de in artikel 90, 6, bedoelde loten, waarop die vergoedingen betrekking hebben;] 38 ] 37 }40[3 quater }41 [tegen een aanslagvoet van 15 pct., de dividenden die worden uitgekeerd door een beleggingsvennootschap met vast kapitaal bedoeld in de artikelen 20, eerste lid, en 122, 1, van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, die als uitsluitend doel heeft de collectieve belegging in de in artikel 7, eerste lid, 5, van deze wet bedoelde categorie «vastgoed» of door een in boek 3 van deze wet bedoelde beleggingsvennootschap van gelijke aard, of deze haar effecten openbaar aanbiedt in België of niet, voor zover door de betrokken Lid-Staat een uitwisseling van inlichtingen wordt georganiseerd overeenkomstig artikel 338 of een gelijkaardige reglementering, in zoverre tenminste 80 pct. van het vastgoed in de zin van artikel 2, 20, van het koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks, rechtstreeks door deze beleggingsvennootschap belegd is in onroerende goederen die in een Lid-Staat van de Europese Economische Ruimte zijn gelegen en uitsluitend als woning aangewend worden of bestemd zijn. Voor de toepassing van deze voorwaarde verstaat men onder «woning» zowel een eengezinswoning als een gebouw voor collectieve bewoning zoals een flatgebouw of een rusthuis;] 41 ] 40 }42 [3 quinquies }43 [...] 43 ] 42 }44 [3 sexies tegen een aanslagvoet van 20 of 15 pct., de in artikel 269, 2, bedoelde dividenden, naargelang ze zijn verleend of toegekend uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng of later;] 44 4 tegen een aanslagvoet van 16,5 pct.: a) verwezenlijkte meerwaarden op materiële en financiële vaste activa die op het ogenblik van hun vervreemding sedert meer dan 5 jaar voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt }45 [en waarvoor niet voor de in artikel 47 vermelde gespreide belasting is geopteerd] 45, en op andere aandelen die sedert meer dan 5 jaar zijn verworven. De in het vorige lid gestelde voorwaarde van de vijfjarige belegging is niet vereist wanneer de meerwaarden worden verwezenlijkt naar aanleiding van de volledige en definitieve stopzetting van de beroepswerkzaamheid of van één of meer takken daarvan; }46[b) de in 1, c, vermelde stopzettingsmeerwaarden die worden verkregen of vastgesteld naar aanleiding van de stopzetting van de werkzaamheid vanaf de leeftijd van 60 jaar of ingevolge het overlijden of naar aanleiding van een gedwongen definitieve stopzetting en de in 1, c, vermelde vergoedingen die worden verkregen naar aanleiding van een handeling verricht vanaf dezelfde leeftijd of ingevolge het overlijden of naar aanleiding van een gedwongen handeling. Onder gedwongen definitieve stopzetting of gedwongen handeling wordt verstaan de definitieve stopzetting of de handeling die voortvloeit uit een schadegeval, een onteigening, een opeising in eigendom, of een andere gelijkaardige gebeurtenis. Als gedwongen definitieve stopzetting wordt eveneens beschouwd de definitieve stopzetting die het gevolg is van een handicap als vermeld in artikel 135, eerste lid, 1 ;] 46 c) de in artikel 90, 2, vermelde prijzen, subsidies, renten en pensioenen; d) de in artikel 90, 8, vermelde meerwaarden, wanneer de goederen waarop zij betrekking hebben meer dan 5 jaar na de verkrijging ervan zijn vervreemd; e) de }47 [in artikel 90, 9 }48 [, tweede streepje,] 48 en 10 ] 47, vermelde meerwaarden; f) }49 [kapitalen en afkoopwaarden die inkomsten vormen zoals bedoeld in artikel 34, 1, 2, eerste lid, a) tot c), wanneer ze niet belastbaar zijn overeenkomstig artikel 169, 1, en ze aan de begunstigde worden uitgekeerd naar aanleiding van zijn pensionering }50 [of bij leven vanaf de leeftijd van 62 jaar] 50, of naar aanleiding van het overlijden van de persoon van wie hij de rechtverkrijgende is, met uitzondering van: kapitalen of afkoopwaarden die gevormd zijn door persoonlijke bijdragen als vermeld in artikel 145 1, 1 ; kapitalen en afkoopwaarden die krachtens een individuele aanvullende pensioentoezegging, als bedoeld in de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, worden toegekend ofwel aan een werknemer als bedoeld in artikel 31 wanneer er gedurende de looptijd van die individuele aanvullende pensioentoezegging in de onderneming geen collectieve aanvullende pensioentoezegging bestaat die beantwoordt aan de voorwaarden van de voornoemde wet, ofwel aan een bedrijfsleider als bedoeld in artikel 32 die, gedurende de looptijd van die individuele aanvullende pensioentoezegging, geen bezoldigingen heeft gekregen die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 195, 1, tweede lid;] 49 }51 [ }52 [kapitalen die door werkgeversbijdragen of bijdragen van de onderneming zijn gevormd en die bij leven ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven of worden uitgekeerd bij overlijden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd en de overledene tot die leeftijd effectief actief is gebleven;] 52 ] 51 }53[ kapitalen die door werkgeversbijdragen zijn gevormd en worden uitgekeerd in omstandigheden als bedoeld in 3 bis, tweede streepje;] 53 fbis) }54 [...] 54 g) }55 [kapitalen geldend als pensioenen wanneer die kapitalen door de onderneming worden uitgekeerd aan de in artikel 32, eerste lid, 1, bedoelde bedrijfsleider die het statuut van zelfstandige heeft en die is bedoeld in artikel 3, 1, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, ten vroegste naar aanleiding van zijn pensionering op de normale datum of in één van de 5 jaren die aan die datum voorafgaan }56 [of wanneer die kapitalen naar aanleiding van zijn overlijden worden uitgekeerd aan de persoon die zijn rechtverkrijgende is,] 56 zonder dat zij met voorafgaande stortingen zijn gevormd;] 55 h) de afkoop van de gekapitaliseerde waarde van een deel van het wettelijk rust- of overlevingspensioen; i) }57 [de premies en vergoedingen ingesteld door de Europese Gemeenschappen als steunregeling voor de landbouwsector;] 57 }58 [j) }59 [de in artikel 30, 1, bedoelde bezoldigingen] 59 voor }59 [een maximumbedrag van euro bruto] 59 per belastbaar tijdperk, betaald of toegekend aan sportbeoefenaars voor een als zodanig verrichte werkzaamheid, voorzover zij de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt doch jonger zijn dan 26 jaar op 1 januari }60 [van het aanslagjaar] 60 ;] 58 }61 [k) }62 [de premie bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 maart 2012 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsen-geneeskunde en tot vaststelling van werkingsregels ervan.] 62 ] 61 5 tegen de gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad: a) vergoedingen }63 [...] 63, die al of niet contractueel betaald zijn ten gevolge van stopzetting van arbeid of beëindiging van een arbeidsovereenkomst; b) bezoldigingen, pensioenen, renten of toelagen als vermeld in de artikelen 31 en 34, waarvan de uitbetaling of de toekenning door toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben; c) winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid als }64 [vermeld in artikel 28, eerste lid, 2 en 3, a] 64 ; }65[d) vergoedingen die door het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers worden uitgekeerd na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop de vergoeding in werkelijkheid betrekking heeft;] 65 }66[e) de EGKS-vergoedingen die door toedoen van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening ten gevolge van de herstructurering of sluiting van een onderneming worden uitgekeerd na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop de vergoeding in werkelijkheid betrekking heeft;] 66 }67 [f) de inschakelingsvergoedingen bedoeld in Titel IV, Hoofdstuk 5, Afdeling 3, van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;] 67 6 tegen de aanslagvoet met betrekking tot het geheel van de andere belastbare inkomsten: }68 [het vakantiegeld dat, tijdens het jaar dat de werknemer }68 [of de bedrijfsleider die is tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst,] 68 zijn werkgever verlaat, is opgebouwd en aan hem wordt betaald;] 68 de in artikel 23, 1, 2, vermelde baten die betrekking hebben op gedurende een periode van meer dan 12 maanden geleverde diensten en die door toedoen van de overheid niet betaald zijn in het jaar van de prestaties maar in eenmaal worden vergoed, en zulks uitsluitend voor het evenredige deel dat een vergoeding van 12 maanden prestaties overtreft; de in artikel 90, 4, vermelde uitkeringen; }69 [ }70 [de in artikel 31, tweede lid, 1 en 4, bedoelde bezoldigingen van de maand december die door een overheid voor het eerst zijn betaald of toegekend tijdens die maand december in plaats van tijdens de maand januari van het volgend jaar ingevolge een beslissing van die overheid om de bezoldigingen van de maand december voortaan in de maand december te betalen of toe te kennen in 8 Larcier Thema Wetboeken Notariaat (Aanvulling 15 april ) Larcier
Artiket 171. eerste streepje, en 12, vermelde diverse inkomsten
Artiket 171 De tekst van art. 171, inleidende zin, 2, den 6, inleidende bepaling is van toepassing vanaf aanslagjaar 2015. (Art. 67, 1, 20 en 40, W 08.05.2014) 8.5. 28.05.2014 De tekst van art. 171, 5
Nadere informatieAfdeling II. Bijzondere stelsels van aanslag. Onderafdeling I. Omzetting van sommige kapitalen, vergoedingen en afkoopwaarden in lijfrente
in elke werkzaamheid aanvangt wordt voor een volledig jaar geteld. art. 164. is van toepassing met ingang van het aanslagjaar 2004. (Art. 27, W 24.12.2002) B.S. 31.12.2002 art. 164. is van toepassing met
Nadere informatievan de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.) (5 (...).) (5 (...).)
de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.) W 2005-12-13/36, Art. 4, 128; Inwerkingtreding: 31-12-2005 (5 (...).) W 2008-12-22/33, Art. 93, 164; Inwerkingtreding:
Nadere informatieAfdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden
gen dan 1.990 EUR per jaar (2.080 EUR voor aanslagjaar 2010). Dat jaarbedrag wordt verminderd in verhouding tot de dagen van aansluiting tijdens hetzelfde jaar bij een pensioenstelsel 922. Afdeling 6.
Nadere informatieSchematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.
Algemene administratie van de FISCALITIT - Centrale diensten Directie I/5A Circulaire nr. Ci.RH.332/604.868 (AOIF Nr. 67/2010) dd 03.11.2010 Personenbelasting Belastingstelsel van het aanvullend pensioen
Nadere informatieArtikeL 269. De tekst van art. 269, 1,
ArtikeL 269 De tekst van art. 269, 1, 30 is vervangen en treedt in werking op 16.07.2014. (Art. 96, W 12.05.2014) B.S. 30.06.2014 en (Art. 33, KB 13.07.2014) B.S. 16.07.2014 De rechtspersonen die op 16.07.2014
Nadere informatieI. BURGERLIJK RECHT. G. Consumentenkrediet
I. BURGERLIJK RECHT G. Consumentenkrediet Wet 12 juni 1991 p. 179 180 I. BURGERLIJK RECHT p. 179 180 Wet 12 juni 1991 Art. 75 75bis volledig vervangen Art. 75. 1. }1 [Om te worden erkend moeten de in artikel
Nadere informatieblz. 16 B. ANDERE DIVERSE INKOMSTEN. Vak XVI. - DIVERSE INKOMSTEN - VERVOLG. 1. Winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen
blz. 15 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2016 - Inkomsten van het jaar 2015 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!
Nadere informatieVOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING
blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2011 - Inkomsten van het jaar 2010 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!
Nadere informatieWetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.
Nadere informatieVOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING
blz. 13 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2014 - Inkomsten van het jaar 2013 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!
Nadere informatieVOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING
blz. 15 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2018 - Inkomsten van het jaar 2017 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!
Nadere informatieVak XVI. - WINST uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen.
VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2015 - Inkomsten van het jaar 2014 DEEL 2 blz. 15 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst
Nadere informatieVOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) DEEL 2
VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE BELASTING VAN NIET-INWONERS (natuurlijke personen) Aanslagjaar 2017 - Inkomsten van het jaar 2016 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig
Nadere informatieOntbinding en vereffening
Ontbinding en vereffening Art. 208-214 Situering TITEL III : VENNOOTSCHAPSBELASTING Art. 179-219bis HOOFDSTUK I : AAN DE BELASTING ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN Art. 179-182 HOOFDSTUK II : GRONDSLAG VAN
Nadere informatieII. GERECHTELIJK RECHT
II. GERECHTELIJK RECHT II. GERECHTELIJK RECHT A. Gerechtelijk Wetboek Wet 10 oktober 1967 p. 214 A. Gerechtelijk Wetboek p. 214 Wet 10 oktober 1967 Art. 569 volledig vervangen Art. 569. De rechtbank van
Nadere informatieblz. 12 Vak XIII. - INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN - VERVOLG. B. NETTO-INKOMEN VAN VERHURING, VERPACHTING, GEBRUIK OF CONCESSIE VAN ROER
blz. 11 VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING Aanslagjaar 2012 - Inkomsten van het jaar 2011 DEEL 2 Vul hierna de vakken in die u aanbelangen. (Lees eerst aandachtig de toelichting) Opgelet!
Nadere informatieFICHE Nr JAAR 2016 Pagina 1 van Nr. 2. Datum van indiensttreding: van vertrek: Schuldenaar van de inkomsten: NN of ON: ...
FICHE Nr. 281.10 - JAAR 2016 Pagina 1 van 6 1. Nr. 2. Datum van indiensttreding: van vertrek:... 3. Schuldenaar van de inkomsten: NN of ON: 4. Afzender: Geadresseerde: NN of ON: Naam en voornamen van de
Nadere informatieWet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981)
Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Gewijzigd bij : (1) Programmawet van 22 december 2003 (BS 31.12.2003) Gewijzigd bij : (2) Programmawet
Nadere informatiePB : Tarieven inkomensschijven - Gezamenlijk belastbare inkomsten
PB : Tarieven inkomensschijven - Gezamenlijk belastbare inkomsten 0,00-11.070,00 2.767,50 11.070,00-12.720,00 30% 3.262,50 12.720,00-21.190,00 40% 6.650,50 21.190,00-38.830,00 45% 14.488,50 38.830,00-50%
Nadere informatieWet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65
INHOUDSTAFEL Woord vooraf Inhoudsoverzicht Inhoudstafel III V VII I. ARBEIDSRECHT Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (B.S. 27/28.IX.1948) (uittreksel: art. 14-36) 3 Wet
Nadere informatiePB : Tarieven inkomensschijven - Gezamenlijk belastbare inkomsten
PB : Tarieven inkomensschijven - Gezamenlijk belastbare inkomsten 0,00-8.710,00 25% 2.177,50 8.710,00-12.400,00 30% 3.284,50 12.400,00-20.660,00 40% 6.588,50 20.660,00-37.870,00 45% 14.333,00 37.870,00-50%
Nadere informatieDe juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.
Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Dienst Personenbelasting Circulaire nr. Ci.RH.332/621.312 (AAFisc Nr. 13/2013) dd. 23.04.2013 Personenbelasting Belastingstelsel van het aanvullend
Nadere informatie30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.
30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 HOOFDSTUK VI : WEDERZIJDSE
Nadere informatieKoninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
Nadere informatieFICHE Nr JAAR 2016
FICHE Nr. 281.10 - JAAR 2016 Pagina 1 van 6 1. Nr.... 2. Datum van indiensttreding:... van vertrek:... 3. Schuldenaar van de inkomsten: NN of ON:......... 4. Afzender:...... NN of ON:... Naam en voornamen
Nadere informatieArtikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83
Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd
Nadere informatiePB : Tarieven inkomensschijven - Gezamenlijk belastbare inkomsten
PB : Tarieven inkomensschijven - Gezamenlijk belastbare inkomsten 0,00-8.760,00 2.190,00 8.760,00-12.470,00 30% 3.303,00 12.470,00-20.780,00 40% 6.627,00 20.780,00-38.080,00 45% 14.412,00 38.080,00-50%
Nadere informatieSAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK
WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven
Nadere informatieWet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)
Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007) Gewijzigd bij: Wet van 15 mei 2007 tot verbetering van het sociaal
Nadere informatiePROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels
PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december
Nadere informatieOverzicht Typeformuleringen e BVBA versie 3 d.d
Overzicht Typeformuleringen e BVBA versie 3 d.d. 27.01.2015 1. Naam Bij het naar buiten treden vermeldt zij, naast haar rechtsvorm, ook steeds de naam van alle vennoten met hun uitgeoefende specialisme.
Nadere informatieDe inkomsten uit de deeleconomie
De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen
Nadere informatieSPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE
Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) De aangifte moet,
Nadere informatie2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden
www.vdvaccountants.be 30 2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden Hiervoor werd reeds aangegeven dat bepaalde activabestanddelen van de éénmanszaak als stopzettingsmeerwaarden worden belast, andere
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/13/177 BERAADSLAGING NR. 13/082 VAN 3 SEPTEMBER 2013 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS
Nadere informatieWET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)
WET VAN 29 MAART 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen (B.S. 6 mei 1976) Gewijzigd door: - de wet van 17 maart 1993 (B.S. 22 april 1993) ; - de wet van 6 april 1995 (B.S. 26 juli 1995) ;
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Ministerie van Justitie Onderwerp Wet betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen. Datum 15 juli 1998 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen
Nadere informatieArt. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen
K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,
Nadere informatieFederale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT
Identiteit:......... Repertoriumnr.:... Ondernemingsnr. of nationaal nr.:... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN (artikel 47
Nadere informatieAdministrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Administrative bron KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen Algemene informatie De Kruispuntbank van Ondernemingen is een register dat binnen de Federale Overheidsdienst
Nadere informatieFICHE Nr JAAR 2017
FICHE Nr. 281.10 - JAAR 2017 Pagina 1 van 6 1. Nr.... 2. Datum van indiensttreding:... van vertrek:... 3. Schuldenaar van de inkomsten: NN of ON:......... 4. Afzender:...... NN of ON:... Geadresseerde:......
Nadere informatieI. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...
Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)
Nadere informatieSOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...
SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling
Nadere informatieContactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel (normaal tarief) AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige
Ondernemingsnummer:... Contactcenter van de Federale Overheidsdienst Financiën: tel. 0257 257 57 (normaal tarief) AFSCHRIFT te bewaren door de belastingplichtige AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING
Nadere informatieAftrek voor risicokapitaal
Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR
Nadere informatieHOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15
Nadere informatieCirculaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage
Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage Samenvatting : Deze circulaire bespreekt de wijzigingen
Nadere informatieRolnummer 4024. Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T
Rolnummer 4024 Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 102 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, ingesteld door Réginald
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
Stuk 963 (2001-2002) Nr. 7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 16 januari 2002 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten TEKST AANGENOMEN DOOR
Nadere informatieTitel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst
Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieKan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?
Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Sedert enkele jaren hebben zelfstandigen de mogelijkheid om via hun sociaal verzekeringsfonds een aanvullend pensioen op te bouwen, het zogenaamde
Nadere informatieSOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...
Bijlage 4 SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling
Nadere informatieNieuwe ontslagregels 2012
Nieuwe ontslagregels 2012 De IPA wet 2011-2012 voorziet in een eerste stap naar de harmonisering tussen arbeiders en bedienden. Hiervoor worden de ontslagregels vanaf 1 januari 2012 voor beide statuten
Nadere informatieINTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF
INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10 %, hetzij de beperking
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der
Nadere informatieHOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15
Nadere informatieA D V I E S Nr. 1.535 ----------------------------- Zitting van vrijdag 18 november 2005 --------------------------------------------------
A D V I E S Nr. 1.535 ----------------------------- Zitting van vrijdag 18 november 2005 -------------------------------------------------- Fiscale aspecten van het voorontwerp van wet betreffende het
Nadere informatieSPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) BIJKOMENDE INFORMATIE
Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2015 (Inkomsten van het jaar 2014) De aangifte moet,
Nadere informatieRolnummer 5549. Arrest nr. 168/2013 van 19 december 2013 A R R E S T
Rolnummer 5549 Arrest nr. 168/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep
Nadere informatieBankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) BIJKOMENDE INFORMATIE
R Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2019 (Inkomsten van het jaar 2018) De aangifte moet, behoorlijk ingevuld,
Nadere informatieHOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering
Nadere informatieGelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;
SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET
Nadere informatieBEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN
BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een
Nadere informatieGelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 128 VAN 27 NOVEMBER 2018 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2017 EN 2018, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEGGING EN VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN BEDRIJFSTOESLAG
Nadere informatieVersie van 10-03-2011 DEEL X Titel V Hoofdstuk I Bepaling van de bedrijfsvoorheffing Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2.
Versie van 10-03-2011 DEEL X Titel V Hoofdstuk I Bepaling van de bedrijfsvoorheffing Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Belastbare inkomsten 3. Inkomsten van de kinderen ten laste 4.
Nadere informatieDe programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133
Verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006 De programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133 HOOFDSTUK VI. Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers Afdeling 1. Opdracht
Nadere informatieDoorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per
Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor
Nadere informatieFederale Overheidsdienst FINANCIEN. (artikel 47 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)
Identiteit :......... Repertoriumnr. :... Nationaal nr. :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN (artikel 47
Nadere informatie(B.S ) Uittreksel m.b.t. de doelgroepverminderingen : a) de algemene bepalingen die betrekking hebben op alle bijdrageverminderingen
Programmawet (I) van 24 december 2002 Titel IV. Werk - Hoofdstuk 7. Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 31.12.2002) Uittreksel
Nadere informatieProgrammawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990
Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 rechtsbron bron/reg.nr. rechtsbrondatum publicatiedatum pagina Wet - 22.12.1989 K.B. - B.S. - 30.12.1989 21382 Wet - 29.03.2012 B.S. - 06.04.2012
Nadere informatieDOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN
DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN A) Verminderd registratierecht (bescheiden woning klein beschrijf ) Dit betekent
Nadere informatieGeïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015
Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aan
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 111 VAN 27 APRIL 2015 TOT VASTSTELLING, VOOR 2015 EN 2016, VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN BEDRIJFS- TOESLAG IN HET KADER VAN HET STELSEL VAN WERKLOOSHEID
Nadere informatieINTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF
INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10%, hetzij de beperking
Nadere informatieTechnische fiche startende ondernemingen Art , WIB 92
Wettelijke basis I WIB 92 Technische fiche startende ondernemingen Art. 275 10, WIB 92 Art. 275 10, WIB 92 - programmawet van 10.08.2015 (art. 58 en 59) (BS 18.08.2015 Ed. 2) - programmawet (I) van 26.12.2015
Nadere informatieINBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)
Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk
Nadere informatieHoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis
WIB: Art. 178/1 KB/WIB: Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis VCF: Art. 2.1.4.0.1. 1 WIJZIGINGEN KB/WIB WIJZIGINGEN
Nadere informatieWet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1
Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. [De informatieplicht] HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid
Nadere informatieHandleiding Financiële Personeelsadministratie Einde. Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel
Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Boek 2 Hoofdstuk 7.5 : Bedrijfsvoorheffing Inhoudstafel 1 Wettelijke grondslagen 2 Inhouding door de CDVU 3 Belastbare inkomsten 4 Inkomsten van kinderen
Nadere informatieTekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.
1 Sociaal statuut van de zelfstandige Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1. Wie is een zelfstandige? Een zelfstandige is een persoon die in België een beroepsbezigheid
Nadere informatieArtikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten
Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang
Nadere informatieDoor een aantal wettelijke beschikkingen moest een einde komen aan dergelijke vorm van aanvullende pensioenfondsen.
PC 216 NOTARIAAT AANVULLEND PENSIOEN DER NOTARISBEDIENDEN Woord Vooraf In het verleden (vóór 1987) bestond er voor de notarisbedienden een aanvullend pensioen volgens een repartitiesysteem, verspreid over
Nadere informatieInhoudstafel. Voorwoord... 1 Inleiding... 3 Algemene bepalingen INKOMSTENBELASTING
i Voorwoord................................................ 1 Inleiding................................................... 3 Algemene bepalingen......................................... 12 BOEK I DE BEDRIJFSVOORHEFFING
Nadere informatieWet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1
Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. - De organisatienota HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid
Nadere informatieBedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari 2019
Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2019 V.U.: Mario Coppens, Koning Albertlaan 95, 9000 Gent. 2019 Bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2019 De schalen van de bedrijfsvoorheffing worden voor de inkomsten
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 138 VAN 23 APRIL 2019 TOT VASTSTELLING, VOOR DE PERIODE VAN 1 JANUARI 2021 TOT 30 JUNI 2021, VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN BEDRIJFSTOESLAG IN HET KADER
Nadere informatieTax shelter voor startende ondernemingen
Newsflash Tax shelter voor startende ondernemingen Via de tax shelter wil de Federale overheid natuurlijke personen fiscaal aanmoedigen om risicokapitaal te verschaffen aan startende ondernemingen binnen
Nadere informatieProgrammawet (1) van 24 december 2002 (B.S ) TITEL IV. - Werkgelegenheid
Programmawet (1) van 24 december 2002 (B.S. 31.12.2002) Gewijzigd bij: (1) programmawet van 8 april 2003 (B.S. 17.04.2003) (2) programmawet van 22 december 2003 (B.S. 31.12.2003) (3) programmawet van 9
Nadere informatieWETSVOORSTEL. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als voorzien in artikel 78 van de Grondwet. Toepassingsgebied.
WETSVOORSTEL Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als voorzien in artikel 78 van de Grondwet. Toepassingsgebied Artikel 2 Deze wet is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers. Voor de
Nadere informatieFAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN
Page 1 of 10 Home > FAQ - Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing - Startende ondernemingen FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN Opgelet:
Nadere informatieUittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors :
Programmawet (I) van 24 december 2002 Titel IV. Werk - Hoofdstuk 7. Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 31.12.2002) Uittreksel
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING
Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan
Nadere informatieDe individuele pensioentoezegging
CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 De individuele pensioentoezegging info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com I WAT IS EEN INDIVIDUELE
Nadere informatiePublicatie : Numac : FEBRUARI Wet tot invoering van een aftrek voor innovatieinkomsten
Publicatie : 2017-02-20 Numac : 2017029171 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN 9 FEBRUARI 2017. - Wet tot invoering van een aftrek voor innovatieinkomsten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 120 VAN 21 MAART 2017 TOT VASTSTELLING, VOOR 2017 EN 2018, VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN BEDRIJF- STOESLAG IN HET KADER VAN HET STELSEL VAN WERKLOOSHEID
Nadere informatieAangeboden door Wouter Devloo IAB Accountant Belastingconsulent
Aangeboden door Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden 1. Begrippen Het betreft hier meerwaarden op immateriële of materiële vaste activa (art. 47 W.I.B. 1992) met als voorwaarde dat een bedrag,
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE VAN HET SOCIAAL FONDS VOOR DE UITZENDKRACHTEN ---------------------------------------------
Nadere informatieTitel. Inhoudstafel Tekst Begin
J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden Inhoudstafel Einde 46 uitvoeringbesluiten 4 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad
Nadere informatie