alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing."

Transcriptie

1 nummer: 11/3312/TR betreft: [klager] datum: 3 mei 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. N.A. Heidanus, namens [ ], verder te noemen klager, tegen een beslissing van 29 september 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. Ter zitting van de beroepscommissie van 31 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, en namens de Staatssecretaris mr. C.M. Bitter, landsadvocaat en [ ], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris heeft de beroepscommissie verzocht de heer en mevrouw [ ] (nabestaanden) met hun advocaat mr. M.J.J.E. Stassen als toehoorders ter zitting aanwezig te laten zijn en - indien mogelijk - mevrouw [...] het woord te laten voeren, opdat zij hun belangen als nabestaanden zouden kunnen behartigen. De beroepscommissie heeft bij brief van 5 januari 2012 bericht te hebben besloten om, gelet op de aard van de zaak, mr. Stassen de gelegenheid te bieden als toehoorder aanwezig te zijn bij de behandeling van de zaak. Het verzoek is ten aanzien van de heer en mevrouw [...] uit veiligheidsoverwegingen afgewezen. De in de penitentiaire inrichting ingerichte zittingsruimte is veel beperkter van omvang dan een reguliere zittingszaal, waardoor bij de aanwezigheid van meer personen dan daartoe geëigend de veiligheid van alle betrokkenen niet meer toereikend kan worden gegarandeerd. De beroepscommissie is van oordeel dat via de landsadvocaat en de aanwezigheid van de advocaat van de heer en mevrouw [...] als toehoorder voldoende tegemoet kan worden gekomen aan de behartiging van hun belangen. Het is hen wel toegestaan schriftelijke stukken in te brengen. Mr. Stassen heeft gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid als toehoorder ter zitting aanwezig te zijn. Klager heeft bij brief van 19 januari 2012 zijn beroep nader toegelicht. De heer en mevrouw [...] hebben bij brief van 20 januari 2012 hun visie naar voren gebracht. Beide brieven zijn gevoegd in het dossier. Kopieën daarvan zijn ter kennisneming naar partijen gezonden.

2 Bij aanvang van de zitting heeft de voorzitter medegedeeld dat zij deel heeft uitgemaakt van de beroepscommissie in de twee eerdere zaken van klager. Partijen hebben desgevraagd verklaard geen bezwaar te hebben tegen de deelname door de voorzitter aan de huidige beroepscommissie. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: 1. De inhoud van de bestreden beslissing De Staatssecretaris heeft bij brief van 29 september 2011 medegedeeld dat klagers verzoek hem met onmiddellijke ingang te plaatsen in een tbs-inrichting wordt afgewezen. 2. De feiten Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 22 november 2005 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van achttien jaar met aftrek én ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd. Op 8 februari 2006 is klagers wachtlijstdatum bepaald op 22 juli Bij uitspraak van 27 november 2007 (nr. 07/2087/TR) is het hiertegen ingediende beroep door de beroepscommissie niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroep niet tijdig was ingediend. Bij brief van 23 september 2010 heeft klager verzocht hem met onmiddellijke ingang te plaatsen in een tbs-inrichting. Dit verzoek is bij beslissing van 29 september 2010 door de Staatssecretaris afgewezen. Het daartegen ingediende beroep is bij uitspraak van 10 mei 2011 (nr. 10/2889/TR) gegrond verklaard; de beroepscommissie heeft de Staatssecretaris daarbij opgedragen binnen een maand na ontvangst en met inachtneming van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. Bij brief van 9 augustus 2011 heeft de Staatssecretaris bericht nader onderzoek te doen en uiterlijk 1 oktober 2011 een nieuwe beslissing te zullen nemen. Bij brief van 29 september 2011 heeft de Staatssecretaris klager zijn afwijzende beslissing op het verzoek om onmiddellijke plaatsing in een tbs-inrichting medegedeeld. Klager verblijft in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Haaglanden te Den Haag. 3. De standpunten Door en namens klager is het beroep mede toegelicht aan de hand van de ter zitting overgelegde pleitnotitie. Het ingenomen standpunt houdt in de kern het volgende in. De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing niet binnen een maand na de uitspraak van de beroepscommissie van 10 mei 2011 genomen. Voorts is de beslissing onrechtmatig, omdat geen uitvoering is gegeven aan voornoemde uitspraak van de beroepscommissie, die slechts kon leiden tot de beslissing klager onmiddellijk te plaatsen in een tbs-inrichting. De Staatssecretaris is, door de belangen van slachtoffers en nabestaanden in zijn besluitvorming te betrekken, buiten zijn beslissingsbevoegdheid getreden. Het ten deze toepasselijke artikel 43 (oud) Penitentiaire maatregel - dat betrekking heeft op de wijziging van de datum van plaatsing in een tbsinrichting - voorziet niet in een dergelijke belangenafweging. Dit is ook logisch, omdat de belangen van nabestaanden en slachtoffers al aan de orde zijn geweest bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak en de strafoplegging. Het opnieuw betrekken van deze belangen, die voornamelijk zien op de behoefte aan vergelding, bij beslissingen over de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel is onrechtmatig en onjuist. Als moet worden aangenomen dat deze belangen wel mogen worden meegewogen, is de door de Staatssecretaris gemaakte belangenafweging onredelijk en in strijd met het vertrouwensbeginsel en het beginsel van zorgvuldige besluitvorming. Klager mocht erop 2

3 vertrouwen dat de belangen van derden geen rol zouden spelen bij het bepalen van het tijdstip waarop hij zou worden geplaatst in een tbs-inrichting. Het niettemin gewicht toekennen aan die belangen is zeer ongewenst. Het leed van de slachtoffers en nabestaanden is evident en kan op geen enkele wijze worden gecompenseerd, maar het gaat in de onderhavige zaak niet om een keuze tussen dader of slachtoffer, maar om een uitspraak van de hoogste penitentiaire rechter (de RSJ). De Staatssecretaris had veel onzekerheid en frustratie bij de slachtoffers en nabestaanden kunnen wegnemen door hun het tbs-syteem en de toepasselijke regelingen uit te leggen. De overheid is op grond van artikel 5 EVRM en artikel 10 IVBPR gehouden tot een humane behandeling en bejegening van een ingesloten burger. Het gerechtshof Den Haag heeft klager sterk verminderd toerekeningsvatbaar verklaard en aan klager naast gevangenisstraf ook tbs opgelegd. De samenleving is er, ook uit veiligheidsoverwegingen, bij gebaat dat thans met de tbs-behandeling wordt begonnen, omdat de effectiviteit van de behandeling het grootst is als een tbs-gestelde niet onnodig lang wordt weggestopt in de gevangenis. Gelet op het huidige tbs-klimaat en de sterk opgelopen verblijfsduur in de tbs, in het bijzonder ten aanzien van zedendelinquenten, staat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vast dat klager een zeer langdurige tbs-behandeling tegemoet kan zien. Op grond van de nieuwe verlofregeling is gewaarborgd dat klager pas vanaf 22 juli 2016 (heel misschien) voor een eerste beveiligd verlof in aanmerking zal kunnen komen, mits het Adviescollege Verloftoetsing TBS (Avt) de Staatssecretaris daartoe adviseert en de Staatssecretaris een verlofmachtiging verleent, hetgeen hij vooral in geruchtmakende zaken soms weigert, ondanks een positief advies van het Avt. Voor klager maakt het veel verschil of hij in een PPC of in een tbs-inrichting verblijft. De in het PPC ingezette behandeling zal dit jaar stil komen te staan, omdat delictanalyse, anders dan in een tbs-inrichting, niet in het PPC kan plaatsvinden. Het gaat klager niet om verlofverlening; hij wil behandeling van zijn stoornis om strafbare feiten in de toekomst te voorkomen. Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep mede aan de hand van de overgelegde pleitnota zijn standpunt naar voren gebracht, dat in de kern op het volgende neerkomt. De uitspraak van de beroepscommissie van 10 mei 2011 noodzaakte de Staatssecretaris, anders dan door klager wordt gesteld, niet tot vervroegde plaatsing van klager in een tbsinrichting. De Staatssecretaris diende een nieuwe beslissing te nemen en mocht daarbij alle omstandigheden van het geval meewegen. De Staatssecretaris heeft in dat kader nader onderzoek gedaan naar de door het gerechtshof Den Haag beoogde vergeldingscomponent en in het verlengde daarvan naar de belangen van de samenleving in het algemeen en de belangen van de slachtoffers en nabestaanden in het bijzonder. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen wat de impact van de door klager gepleegde feiten, de rechtsgang en de publiciteit voor de slachtoffers en nabestaanden is geweest; die impact is nog onverminderd groot. Ook blijkt uit dat onderzoek dat de slachtoffers en nabestaanden emotioneel zeer zijn getroffen door de eerdergenoemde uitspraak van de beroepscommissie, waarin een andere uitleg aan het advies van het gerechtshof Den Haag wordt gegeven dan de uitleg die zij zelf voor ogen hadden en waarvoor zij steun vonden in de uitspraak van 27 november Daar komt bij dat het ook vóór de inwerkingtreding van de nieuwe tbs-verlofregeling van 24 oktober 2010 al staand beleid was dat tbs-gestelden met een combinatievonnis die in een tbs-inrichting waren geplaatst voordat zij tweederde van hun gevangenisstraf hadden uitgezeten, niet voor verlof in aanmerking kwamen. De slachtoffers en nabestaanden vinden de door het gerechtshof opgelegde gevangenisstraf te laag, maar hadden erop vertrouwd dat klager niet eerder dan 22 juli 2016 in een tbs- 3

4 inrichting zou worden geplaatst. Zij zien een eerdere plaatsing in een tbs-kliniek, vanwege de omgeving en de relatieve vrijheden binnen een kliniek, niet als de straf waartoe de strafrechter klager heeft veroordeeld. De gedachte dat klager al na twaalf jaar gevangenisstraf klaar zou zijn voor verlof en dus eerder verlof kan krijgen dan het geval is bij plaatsing op 22 juli 2016, heeft ook tot grote onrust en angstgevoelens geleid. Hetgeen de slachtoffers en nabestaanden, met name de heer en mevrouw [...], daarover hebben verklaard, weegt voor de Staatssecretaris heel zwaar. De Staatssecretaris betwist dat klager erop mocht vertrouwen dat belangen van derden geen rol zouden spelen in de totstandkoming van de nieuwe beslissing, omdat daarmee wordt miskend dat het leed van de slachtoffers en nabestaanden onherstelbaar is en dat de gedachte aan een eerdere plaatsing van klager in een tbs-kliniek hen zeer heeft aangegrepen. Niet betwist wordt dat klager belang heeft bij een eerdere aanvang van zijn tbs en een daardoor mogelijke eerdere afronding van zijn tbs-behandeling. Evenmin is in geschil dat bij een eerdere plaatsing aan klager geen verlof zal worden verleend vóór 22 juli Klagers belang is gelegen in een behandeling gericht op verbetering van zijn psychische en algehele toestand. Een dergelijke behandeling is gestart in het PPC; plaatsing in een tbsinrichting is daarvoor niet noodzakelijk. De Staatssecretaris kon in redelijkheid klagers verzoek om onmiddellijke plaatsing in een tbs-inrichting afwijzen. Handhaving van klagers plaatsingsdatum op 22 juli 2016 past in het advies van het gerechtshof Den Haag. In dat advies klinkt niet alleen de wens door dat geen verlof wordt verleend voordat tweederde van de gevangenisstraf is ondergaan, maar ook een erkenning van de ernst van de feiten en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers en nabestaanden. 4. De beoordeling De beroepscommissie heeft in haar uitspraak van 10 mei 2011 de beslissing van de Staatssecretaris vernietigd en hem opdracht gegeven binnen een maand en met inachtneming van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. Dit noodzaakte de Staatssecretaris niet zonder meer tot (de beslissing tot) plaatsing van klager in een tbsinrichting. De Staatssecretaris mocht in zijn besluitvorming feiten en omstandigheden betrekken die in de beroepszaak nog niet of onvoldoende aan de orde waren geweest. De omstandigheid dat de Staatssecretaris zijn beslissing niet binnen een maand na de uitspraak van 10 mei 2011 heeft gegeven, kan niet leiden tot gegrondverklaring van het beroep. Wel mocht van de Staatssecretaris verwacht worden dat hij de betrokkenen tijdig over de te verwachten termijnoverschrijding zou berichten; deze zorgvuldigheidsnorm heeft hij geschonden. Op grond van artikel 13, tweede lid, Wetboek van Strafrecht en artikel 42, eerste lid (oud) Penitentiaire maatregel (Pm) vond in beginsel vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting plaats nadat een derde deel van de opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer was gelegd (de zogeheten Fokkensregeling). Artikel 43 (oud) Pm houdt in, voor zover hier van belang: 1. In afwijking van artikel 42, eerste lid, kan de plaatsing van een veroordeelde tot gevangenisstraf die tevens de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd om de volgende redenen op een eerder of later tijdstip dan vermeld in artikel 42, eerste lid, geschieden. 2. Redenen voor plaatsing op een later tijdstip dan vermeld in artikel 42, eerste lid, kunnen zijn a. het advies van de rechter, als bedoeld in artikel 37b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, 4

5 b. adviezen van gedragsdeskundigen die zijn uitgebracht over de veroordeelde waaruit naar voren komt dat deze niet toegankeljk is voor behandeling, c. gebleken is dat de veroordeelde extreem vluchtgevaarlijk is. De Fokkensregeling is op 4 augustus 2010 afgeschaft (Besluit van 24 juli 2010, Stb. 2010, 312). Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie kan evenwel rechtens aanspraak op vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting op grond van de voormalige Fokkensregeling bestaan, als sprake is van een vóór 4 augustus 2010 gelegen eenderdedatum van tenuitvoerlegging van de tevens opgelegde gevangenisstraf en als geen sprake is van omstandigheden die aanleiding zijn voor een latere plaatsing. Klager had op 26 juli 2010 een derde deel van de hem opgelegde gevangenisstraf uitgezeten, zodat hij vanaf die datum in beginsel aanspraak kon maken op plaatsing in een tbs-inrichting, zoals de beroepscommissie in haar uitspraak van 10 mei 2011 heeft overwogen. De in artikel 43, tweede lid (oud) Pm genoemde omstandigheden waaronder plaatsing in een tbs-inrichting op een later tijdstip dan de eenderdedatum kan plaatsvinden, zijn niet limitatief opgesomd (vgl. Stcrt. 1997, 185). Noch de tekst van deze bepaling noch de toelichting daarop noopt tot het oordeel dat eventuele belangen van slachtoffers en nabestaanden op geen enkele wijze mogen worden betrokken in de besluitvorming die leidt tot een latere plaatsing van de tbs-gestelde. De Staatssecretaris heeft dan ook niet onrechtmatig gehandeld door zich te beroepen op die belangen. Klager kan zich rechtens niet met succes beroepen op het te beschermen vertrouwen dat de Staatssecretaris daarvan zou afzien, nu niet aannemelijk is geworden dat dergelijk vertrouwen is gewekt. Dit brengt echter niet mee dat hetgeen namens de Staatssecretaris is aangevoerd in dit verband ten volle kan worden meegewogen in zijn besluitvorming of in de onderhavige beroepsprocedure. In de systematiek van het strafproces en de regelgeving met betrekking tot de beoordeling van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen ligt, voor zover hier van belang, als uitgangspunt besloten dat de belangen van slachtoffers en nabestaanden in het bijzonder bij de behandeling van de strafzaak en de strafoplegging in aanmerking (kunnen) worden genomen. Gelet hierop en op de tekst en de ratio van artikel 43 (oud) Pm heeft te gelden dat de belangen van slachtoffers en nabestaanden in de fase van de tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie(s) slechts in geringe mate hun invloed kunnen doen gelden. Zo zal de (uit de aard der zaak subjectieve) visie van de slachtoffers en nabestaanden op de tenuitvoerlegging van een opgelegde gevangenisstraf of tbs geen belemmering mogen vormen voor een zorgvuldige tenuitvoerlegging van een straf of maatregel, gebaseerd op de hiervoor geldende wettelijke beginselen. Wegingsfactoren zijn hierbij ook het tijdsverloop en de mate waarin sprake is van extramurale tenuitvoerlegging. In de onderhavige zaak dient echter ook acht te worden geslagen op de volgende, door de Staatssecretaris uitdrukkelijk aangevoerde en uit het eerder genoemde slachtoffer- en nabestaandenonderzoek blijkende omstandigheden. Klager is ter zake van acht ernstige gewelds- en zedenmisdrijven veroordeeld, waarbij vooral de als de Schiedammerparkmoord bekende geworden zaak veel beroering heeft veroorzaakt en een enorme impact heeft gehad op alle persoonlijk betrokkenen. De ouders van het jeugdige slachtoffer is veel mediabelangstelling ten deel gevallen en in eerste instantie is niet de werkelijke dader veroordeeld. De ontdekking van deze vergissing en de tweede rechtsgang, nu ter berechting van klager, heeft eveneens, en nog los van de hernieuwde mediaaandacht, tot veel commotie bij de nabestaanden geleid. 5

6 De beroepcommissie ziet hierin uitzonderlijke omstandigheden die in de weg kunnen staan aan het rechtens honoreren van de aanspraak op plaatsing in een tbs-inrichting na tenuitvoerlegging van eenderde deel van de opgelegde gevangenisstraf. In dit verband wordt tevens in aanmerking genomen dat klager enige behandeling voor zijn psychische problematiek ondergaat in het PPC en uit de stukken en het verhandelde ter zitting niet is gebleken dat zijn psychische conditie zodanig is dat hij wegens detentieongeschiktheid in een tbs-inrichting dient te worden geplaatst. Het voorgaande leidt, afgewogen tegen het belang van klager bij onmiddellijke plaatsing in een tbs-inrichting, tot het oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris thans nog niet over te gaan tot plaatsing van klager in een tbs-inrichting en klagers verzoek om onmiddellijke plaatsing in een tbs-inrichting af te wijzen, niet in strijd is met de wet of onredelijk of onbillijk is te noemen. Anders dan namens klager is gesuggereerd, is daarmee geen sprake van een inhumane behandeling en bejegening van klager in strijd met artikel 5 EVRM en artikel 10 IVBPR. Voorts wijst de beroepscommissie erop dat de Staatssecretaris op grond van artikel 13, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht op regelmatige tijdstippen moet beoordelen of klager dient te worden geplaatst in een tbs-inrichting, waarbij in het bijzonder aandacht moet worden geschonken aan de eventuele detentie-ongeschiktheid van klager. In de onderhavige zaak is dat voor de beroepscommissie, tegen de achtergrond van het thans niet honoreren van klagers aanspraak op grond van de Fokkensregeling wegens de uitzonderlijke omstandigheden van het geval, aanleiding te bepalen dat de Staatssecretaris die beoordeling in elk geval binnen twee jaar moet doen plaatsvinden zonder dat een daarop gericht verzoek van klager nodig is of zoveel eerder als klagers detentieomstandigheden daartoe nopen Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard, met opdracht aan de Staatssecretaris uiterlijk 3 mei 2014 opnieuw een beslissing te nemen over de plaatsing van klager in een tbs-inrichting. 5. De uitspraak De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond. Gelast de Staatssecretaris uiterlijk 3 mei 2014 opnieuw een beslissing te nemen over de plaatsing van klager in een tbs-inrichting. 6

7 Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op secretaris voorzitter

betreft: [klager] datum: 15 december 2010

betreft: [klager] datum: 15 december 2010 nummer: betreft: [klager] datum: 15 december 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 19 november 2014

betreft: [klager] datum: 19 november 2014 nummer: 14/1505/TR betreft: [klager] datum: 19 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een op

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 nummer: 16/3691/GV betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt. nummer: betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 nummer: 16/3931/TA en 16/3975/TA betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1038/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, Nummer: 12/3270/GB Betreft: [klager] datum: 7 december 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 nummer: 15/800/TR betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1062/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 24 november 2014

betreft: [klager] datum: 24 november 2014 nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, nummer: betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 11/1144/GA betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 april 2014

betreft: [klager] datum: 8 april 2014 nummer: 13/3859/GA betreft: [klager] datum: 8 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 13/3550/GA (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 2 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn,

betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn, nummer: 16/4060/GA en 16/4062/GA betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750 ECLI:NL:RBMNE:2016:7750 Instantie Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Zaaknummer 07.607382.06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Penitentiair

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 30 september 2013 gericht tegen een uitspraak van 24 juni 2013 van de beklagcommissie bij de locatie [...

betreft: [klager] datum: 30 september 2013 gericht tegen een uitspraak van 24 juni 2013 van de beklagcommissie bij de locatie [... nummer: 13/2217/GA en 13/2264/GA betreft: [klager] datum: 30 september 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van X, gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A],

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 nummer: 16/1660/GV (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 3 december 2013 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 3 december 2013 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 13/2585/GA betreft: [klager] datum: 3 december 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek.

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Dienst Justis niet gegrond. Datum: 23 juni 2016

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:CA1021

ECLI:NL:CRVB:2013:CA1021 ECLI:NL:CRVB:2013:CA1021 Instantie Datum uitspraak 12-06-2013 Datum publicatie 13-06-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-6728 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 juli 2010

betreft: [klager] datum: 12 juli 2010 nummer: 09/3625/TR betreft: [klager] datum: 12 juli 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar

18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar Stichting Algemene Programma Raad (APR) p/a Hellingman Bunders advocaten t.a.v. mr. M. Bunders Postbus 75401 1070 AK AMSTERDAM Datum Onderwerp 18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007;

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-2 08/2645/GA 19 februari 2009 Vermissing; Ontvankelijkheid formeel Vermissing van goederen na ontvluchting.

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 17 februari 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1764/RO Uw kenmerk: 5633273/09/6 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 312 Besluit van 24 juli 2010 tot wijziging van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden wegens een technische aanvulling en tot wijziging

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 april 2017

betreft: [klager] datum: 12 april 2017 nummer: 16/1660/GV (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 12 april 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 10/2351 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. VvE-management. Lasterlijke uitlatingen? Klager heeft het bestuur van de VvE laten

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van X, wonende te [plaats1], K L A A G S T E R, t e g e n Y,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Fiscaal Recht, verweerder 1.

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2014

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2014 nummer: 14/2492/TA betreft: [klager] datum: 28 oktober 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 14 juli 2014

betreft: [klager] datum: 14 juli 2014 nummer: 14/1140/GA betreft: [klager] datum: 14 juli 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. Uitspraak Voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage sector bestuursrecht vreemdelingenkamer UITSPRAAK ingevolge artikel 8:84 Algemene wet bestuursrecht Reg.nr : AWB 08/11247 BEPTDN Inzake : [verzoekster],

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 nummer: 13/3550/GA (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen ECLI:NL:CBB:2016:406 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-12-2016 Datum publicatie 09-01-2017 Zaaknummer 16/717 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard, REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van X, wonende te [woonplaats1], K L A G E R, t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-02-2010 Datum publicatie 17-06-2010 Zaaknummer 449782 / KG ZA 10-209 en 449790 / FA RK 10-696 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP MEERVOUDIGE KAMER U I T S P R A A K

CENTRALE RAAD VAN BEROEP MEERVOUDIGE KAMER U I T S P R A A K CENTRALE RAAD VAN BEROEP MEERVOUDIGE KAMER 11/9 AW U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 01-05-2017 Zaaknummer RK 16/7321 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Rekestprocedure

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het openbaar ministerie. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie uit Den Haag.

Rapport. Rapport over een klacht over het openbaar ministerie. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie uit Den Haag. Rapport Rapport over een klacht over het openbaar ministerie. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie uit Den Haag. Datum: 27 september 2011 Rapportnummer: 2011/281 2 Klacht Verzoeker klaagt

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, voorheen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233

Rapport. Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233 Rapport Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233 2 Klacht In het kader van verzoekers gratieverzoek van 7 augustus 2002 heeft het gerechtshof te Den Haag negatief advies uitgebracht. Het hof overwoog

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Zwolle afdeling civiel recht zaaknummer gerechtshof 200.128.246 (zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, 137888) beschikking

Nadere informatie

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incassoondernemingen,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie