Agrarisch: Akkerbouw en Veeteelt Cultuur: Een menselijke beschaving, het denken en doen van bepaalde bevolkingsgroepen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agrarisch: Akkerbouw en Veeteelt Cultuur: Een menselijke beschaving, het denken en doen van bepaalde bevolkingsgroepen"

Transcriptie

1 Boekverslag door M woorden 28 oktober keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren. Nomaden worden Stedelingen.? 3000 v. Chr. Prehistorie. 1. De Levenswijze van Jagers en Verzamelaars. De eerste Jagers en Verzamelaars leefden in groepen. Deze groepen leefden van de jacht en van het verzamelen van voedsel. Een groep bestond uit personen omdat, als er te veel mensen in een groep leefden werd het jacht- en verzamelgebied te groot. De mannen deden de jacht, terwijl de vrouwen op de kinderen letten, het vuur brandende hielden, huiden schoonmaakten en eetbare planten, vruchten en kleine dieren verzamelden. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. De overgang naar landbouw werd opgang gebracht door klimaatswijzigingen. Dit gebeurde voor het eerst tussen 9000 en 6000 v.chr in het Midden-Oosten. Het werd warmer en er viel meer regen, waardoor de grond vruchtbaarder werd. Het gebied werd drukker bevolkt door verscheidene planten en dieren. De natuur bood zoveel voedsel, dat men langer op 1 plek kon blijven. (voorbeeld: veel muizenbotjes op 1 plek, betekend dat er mensen langer op 1 plek waren. Ook zijn er voorraadkuilen aangetroffen voor graan) Rond 7500 v.chr is men ook wilde dieren gaan temmen, hierdoor ontstond tussen v.chr de eerste agrarische samenleving in het Midden-Oosten. De eerste economische revolutie, Neolithische revolutie, kwam tot stand. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Steden konden alleen maar ontstaan als boeren veel meer opbrengst hadden dan nodig was voor het eigen levensonderhoud. Niet iedereen hoefde meer boer te zijn door het voedseloverschot. Mensen konden ook andere beroepen kiezen, zoals ambachtsman of handelaar. Sommige dorpen groeiden uit tot steden met stenen huizen, stadsmuren en een bestuur. In steden waren verschillen in rijkdom, macht en aanzien tussen de mensen groter, waardoor er verschillende sociale lagen ontstonden. Dit gebeurde vanaf 3300 v.chr in Mesopotamië. Er ontstonden nieuwe wetten, en het schrift is ook in deze tijd ontstaan. Agrarisch: Akkerbouw en Veeteelt Cultuur: Een menselijke beschaving, het denken en doen van bepaalde bevolkingsgroepen Pagina 1 van 19

2 Samenleving van Jagers en verzamelaars: Een samenleving waarin mensen leefden van Jagen, verzamelen en vissen. Landbouwsamenleving: Samenleving waarin mensen leven van de landbouw, akkerbouw en veeteelt. Hoofdstuk 2 Tijd van Grieken en Romeinen. Van Polis tot Imperium v. Chr. 500 na Chr. Oudheid. 1. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over Burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. Athene werd een centrum van filosofen. Griekse denkers probeerden natuurverschijnselen te verklaren. Kennis moest gebaseerd worden op feiten door waarneming en onderzoek. Elke stadstaat had een eigen bestuur. Men ging nadenken over wat de beste manier van besturen was: een regering van één man (tiran), een regering van weinigen (oligarchie) of een regering van het volk (democratie). Wie behoorden tot de burgers van een stadstaat en welke rechten en plichten had een burger precies? (Voorbeeld: wetenschappers: Pythagoras, Aristoteles. Manier van bestuur: Democratie in Athene, Oligarchie in Sparta, Tiran in Athene voordat er een democratie ontstond.) 2. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. Klassiek wil zeggen: een voorbeeld voor altijd. In de kunst, architectuur, literatuur en toneel namen de Romeinen veel van de Grieken over. De vormen uit deze klassieke cultuur werden een voorbeeld voor het hele Romeinse rijk. En ook in de westerse geschiedenis daarna werden deze vormen vaak gebruikt als voorbeeld. (Voorbeeld: -Herodotus was de eerste geschiedschrijver. -Er werd gezocht naar antwoorden i.p.v. de Goden als oorzaak aan te stellen. -Er ontstonden beeldhouwkunstwerken.) 3. De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. Groepen die niet meewerkten konden zich klaarmaken voor de strijd. Wie akkoord ging kreeg bepaalde rechten in het rijk. Wie niet akkoord ging werd gedwongen de cultuur en gebruiken van de Romeinen opgelegd. (Romanisering: overnemen van de Romeinse Cultuur). (Voorbeeld: Het zuiden van Nederland heeft lang bij het Romeinse rijk gehoord. Zij kregen in ruil voor gehoorzaamheid en het leveren van soldaten het Romeinse burgerrecht en bescherming. Door de Romanisering werden er standbeelden, triomfbogen, badhuizen en theaters gebouwd.) 4. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. Vreedzaam: Rome stelde andere volken een bondgenootschap voor, in ruil voor gehoorzaamheid en het leveren van soldaten, kregen ze het Romeinse Burgerrecht en bescherming. Ook werden de godsdienst en de taal van de Romeinen overgenomen. (Voorbeeld: Germanen en Romeinen handelden met elkaar en sloten verdragen.) Gewelddadig: Doordat de Germanen uit Oost-Europa verdreven werden door de Hunnen ontstond er een Pagina 2 van 19

3 grote volksverhuizing, waarna het West-Romeinse Rijk uiteenviel in verschillende Germaanse Koninkrijken. Ostrogoten, Vandalen en Visigoten vielen het rijk binnen. (Voorbeeld: in 410 viel Rome ten prooi aan de Visigoten. De Vandalen deden dat in 455 nog een dunnetjes over.) 5. De ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als de eerste monotheïstisch godsdiensten. Rond 30 v.chr ontstond uit het Jodendom het Christendom. Beide zijn monotheïstisch. Joden geloofden in maar één God. Mozes had de joodse wetten vastgelegd. Het christendom ontstond als stroming binnen het Jodendom en groeide uit tot de grootste religie in het Romeinse rijk. Werden ze eerst vervolgd, later werd het een staatsgodsdienst. (4e eeuw). Burgerschap: Rechten en verplichtingen van de vrije mannen in de Polis Christendom: Monotheïstische godsdienst die het geheel van de christelijke waarheden, voorschriften en gebruiken omvat, zich baserend op het Oude en Nieuwe Testament. Imperium: Opperheerschappij, groot rijk, ook keizerrijk. Jodendom: Monotheïstische godsdienst gebaseerd op het verhaal in de Torah. (vergelijkbaar met het Oude Testament) Klassiek: Betrekking hebbend op de Grieks-Romeinse beschaving. Monotheïsme: Geloof in één God. Politiek: Alles wat betrekking heeft op het stadsbestuur. Stadstaat: Een stad met eigen politiek en wetten. Stad die zichzelf bestuurd. Wetenschap: Opbouw van kennis door waarnemen en redeneren. Vaak in tegenstelling geplaatst met het geloof. Hoofdstuk 3 Tijd van ridders en monniken. Frank en Vrij Vroege Middeleeuwen. 1. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. De Frankische vorst Clovis roeide de andere Frankische vorsten uit waardoor alleen hij over het Frankische rijk regeerde. In zijn rijk leefden nog veel Galliërs die de Rooms-katholieke leer nog uit de Romeinse tijd hadden. De Bisschop Remigius van Reims schreef een brief aan Clovis met alle voordelen van het christelijke geloof. Als hij het christendom gunstig gezind was, zouden de bisschoppen het steun geven bij het besturen van het land. Clovis liet zich rond 500 dopen met duizenden van zijn soldaten. Hierdoor verspreidde het christelijke geloof in het Frankische rijk. Vele keizers na hem hebben het christelijke geloof naar de rest van Europa verspreid. Vaak ging dat met geweld zoals Karel de Grote deed rond het jaar Het ontstaan en de verspreiding van de Islam. Geïnspireerd door de engel Gabriël, die Mohammed hoorde, riep hij de mensen om nog maar één god te eren: Allah, de god van zijn stam. Het stadsbestuur dacht dat de verering van één god nadelig werd voor Pagina 3 van 19

4 de handel en de bedevaarten. Hierdoor werd Mohammed verbannen uit Mekka, en is hij in 622 vertrokken naar Medina waar hij veel aanhangers kreeg. Een belangrijk principe van de Islam was de Jihad, het uitbreiden van de Islam door een heilige oorlog. In snel tempo werd het Midden-Oosten veroverd. In 711 wou de Islam uitbreiden via Spanje. In 732 werden zij door Karel Martel gestopt in de slag bij Poitiers. Dit werd uitgeroepen tot een overwinnen van het Christendom. 3. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. De argrarisch-stedelijke samenleving uit de Romeinse tijd verdween. Veel steden met handelaars en nijverheid verdwenen. Een boer moest zelf voor alles zorgen wat zijn gezin nodig had. Horigheid hield boeren niet ergens anders mochten wonen als ze nog op de grond van de leenheer een boerderij hadden. Het hofstelsel hield in dat de economische macht en het bestuur in handen waren van een grondheer. (Voorbeeld: de horigen moeten een paar keer per week op het land van de Heer werken (herendienst)). 4. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. In de middeleeuwen slaagden stamhoofden erin grote gebieden aan elkaar te sluiten en als koning te besturen. Dit was mogelijk door de invoering van het leenstelsel, ook wel het feodale stelsel genoemd. In ruil voor steun aan de koning leende deze een stuk grond aan zijn leenmannen. Dit stelsel werd in vrijwel heel Europa doorgevoerd. Agrarisch-urbaan: Naam voor een samenleving waarin de meeste mensen boer zijn, maar waarin ook steden voorkomen. Men noemt dit meestal een argrarisch-stedelijke samenleving. Autarkie: Letterlijk Zelfvoorziening, de economie van een dorp, stad, streek of land is onafhankelijk van andere economieën. Feodalisme: Systeem waarbij grond en rechten aan een leenman werden gegeven in ruil voor de belofte van trouwe dienst. Hofstelsel: Susteem gebaseerd op landgoederen of domeinen die bestaan uit een aantal boerderijen die onder dezelfde heer vallen en autarkisch zijn. Horigheid: Halfvrije boeren die recht hebben op hun grond maar niet mogen weglopen. Islam: Het geloof in één god. Allah, zoals in de Koran en in de uitspraken van de profeet Mohammed wordt aangeprezen. Hoofdstuk 4 Tijd van steden en staten. Koning, Paus en Stedeling Hoge en late Middeleeuwen. 1. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving. Men gebruikte omstreeks het jaar 1000 verbeterde landbouw technieken om de opbrengst de vergroten. Hierdoor konden opnieuw mensen andere functies uitoefenen en zo konden de handel en ambacht weer Pagina 4 van 19

5 opbloeien. Hierdoor werden de eerste steden, in de tijd van Steden en Staten, weer gebouwd. 2. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. De stedelingen kregen van de leenheren eigen rechten. Zo waren er de privileges, dit waren bepaalde voorrechten zoals tolvrijheid of vrijstelling van dienstplicht. Beter was nog als de leenheer een stad stadsrecht toekende. Dit hield namelijk in dat de stedelingen zelf de regels mochten maken en hun eigen rechtspraak mochten houden, oftewel recht op eigen bestuur en rechtspraak. De landsheer wilde hier natuurlijk wel wat voor terug: de inwoners moesten hem financieel en militair steunen. Hierdoor kreeg een stad meer macht. 3. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. Rond 1100 streden de Paus en de Vorsten om de hoogste macht. De Paus vond dat hij het voor het zeggen moest hebben, maar de Vorsten wilden juist zeggenschap over de kerkelijke zaken. Uiteindelijk kwamen de Paus en de Vorsten tot een besluit om de Paus de macht over de kerk en het geloof te geven, en de Vorsten over alles wat daarbuiten viel. (Voorbeeld: in 1076 liet Henrik IV de paus door de Duitse bisschoppen afzetten omdat deze kritiek had op het feit dat Hendrik zelf zijn bisschoppen benoemde. De Paus antwoordde daarop door Hendrik in de kerkelijke ban te doen. Om dit te ontdoen moest Hendrik de Paus om vergiffenis vragen en dat deed hij. De Paus vergaf hem en nam hem weer op in de kerk. Hendrik liet hierop de Paus opnieuw afzetten en benoemde hierbij gelijk een nieuwe Paus. De oude Paus, Gregorius, moest op de vlucht voor de soldaten van Hendrik en stierf een paar jaar later.) Later sloot de opvolger van Hendrik IV, Hendrik V, een akkoord met de Paus, het Concordaat van Worms, waarin het bovenstaande stond geschreven. 4. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten. Rond het jaar 1100 vroeg de keizer van het Byzantijnse rijk hulp bij de Paus tegen de Turkse stammen die in een halve eeuw grote delen van de Arabische wereld veroverd hadden. Omdat deze ook het Christendom bedreigde riep de Paus vrijwilligers op voor een kruistocht. Grote aantallen melden zich aan voor deze heilige oorlogen. De redenen hiervoor waren: - De bevolkingsgroei in Europa leidde ertoe dat land en macht verdeeld moesten worden, velen hoopten in Palestina een beter bestaan te hebben. - De Paus beloofde alle deelnemers vergeving van zonden, zodat ze in de hemel zouden komen. - Voor Edelen en Ridders was er de mogelijkheid om macht en roem te verwerven. 5. Het begin van staatsvorming en centralisatie Tussen 1000 en 1500 drongen de Franse en Engelse koning en andere grote vorsten de macht van lagere feodale heren geleidelijk terug. Met steun van de burgerij gingen zij hun gebieden besturen vanuit één centraal punt, een hoofdstad. Zo ontstonden de eerste staten. Pagina 5 van 19

6 Ambacht: Het vervaardigen van producten voordat industrie werd ingevoerd. Of: het beroep dat iemand daarbij heeft. Centralisatie: Besturen vanuit één centraal punt of het streven daarnaar. Expansie: Uitbreiden van gebied of invloed. Geestelijkheid: De stand die bestond uit mensen die gewijd waren als dienaren van de christelijke God, met name de priesters en monniken. Handel: Het kopen en verkopen van goederen. Kruistochten: Militaire ondernemingen om het Heilige land te veroveren of te behouden. Staatsvorming: Het ontstaan van een groot gebied met een bestuur. Wereldlijk: Dat wat niet hoort bij de kerk of het geloof. Hoofdstuk 5 Tijd van ontdekkers en hervormers. Tussen Brandstapel en Horizon Renaissance. 1. Het begin van de Europese expansie. Rond 1500 verkenden Spanje en Portugal de kusten van Afrika, Azië en Amerika. Ze stichtten handelsposten in Azië en koloniseerden gebieden in Amerika. Vele gebieden in Amerika werden onderworpen door de Spanjaarden en tot slaaf gemaakt. Het grootste wapen, van de Spanjaarden, om deze volken ten val te brengen waren ziektes. Vele volken stierven na komst van de Europeanen aan mazelen of pokken. 2. Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. Mede door de Renaissance (de herleving van de klassieke oudheid) ontstond een nieuws levensgevoel, minder gericht op God en het hiernamaals en meer gericht op de mens en het aardse leven. Hierdoor kwam steeds meer belangstelling voor de wetenschap. Zo veranderde het levensbeeld van de mens. De renaissance begon in Italië omdat hier veel overblijfselen waren van de Grieks-Romeinse tijd. 3. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid. Aan het eind van de middeleeuwen ontstond in de Italiaanse steden een nieuwe belangstelling voor de Grieks-Romeinse beelden, ruïnes en geschriften. (Voorbeeld: Rijke bestuurders van steden als Florence gaven vanaf de 14e eeuw opdracht tot het maken van schilderijen, beelden en paleizen in de stijl van de klassieke oudheid. ) 4. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West- Europa tot gevolg had. In de 16e eeuw scheurde de kerk. Onder invloed van kerkhervormers als Luther en Calvijn splitsten in West-Europa protestantse christenen zich af van de rooms-katholieke kerk. Luther werd verafschuwd door de geestelijken, het was onvergefelijk dat hij de rol van de geestelijken ter discussie stelde. De Paus beval hem naar Rome te reizen om hem terecht te stellen, dit weigerde hij, gesteund door professoren en Pagina 6 van 19

7 humanisten. De Duitse vorst Karel V beval hem zijn woorden terug te nemen, omdat deze zouden zorgen voor chaos in zijn rijk. Ook dit weigerde hij. Als reactie hier op heeft Karel V een vervolging op hem ingezet. Helaas voor hem waren er een aantal Duitse vorsten die het wel met Luther eens waren en hem bescherming aanboden. 5. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat. In de Nederlanden begon in 1568 een opstand tegen de Spaanse koning Filips II. Dat leidde er in 1588 toe dat Holland, Zeeland en andere Noord-Nederlandse gewesten een aparte staat stichtten: de Republiek der verenigde Nederlanden. Oorzaken tot de Nederlandse opstand: - Filips II liet zijn staten vanuit een centraal punt besturen, centralisatie. Margaretha van Parma en de Raad van State kregen hierbij de macht over de Nederlanden. - In Nederland voelde men zich aangetrokken tot de ideeën van Luther en Calvijn, terwijl Filips II het belangrijk vond dat hun onderdanen dezelfde religie aanhingen als zij: de katholieke. Grote weerstand leverde vervolging op bij de Nederland. - Ook is in Nederland in 1566 een hongersnood uitgebroken doordat een oorlog tussen Zweden en Denemarken leidde tot een groot graantekort. Erfgoed: Materiële overblijfselen die door onze voorouders zijn gebouwd of gemaakt en die nu nog bestaan en de moeite van het bewaren waard worden gevonden. Katholicisme: De christelijke kerk zoals die na het schisma in de Middeleeuwen los van de Oosterse of Grieks-orthodoxe kerk (met Constantinopel als centrum) bestaat, met een paus aan het hoofd. Protestantisme: Oorspronkelijk een hervormingsbeweging. Later een aparte christelijke stroming, die zich richtte tegen de misstanden in de katholieke kerk. Reformatie: Kerkhervorming die leidt tot scheuring in de rooms-katholieke kerk, waarbij het protestantisme ontstaat. Renaissance: Letterlijk wedergeboorte. Tijd waarin men de Grieks Romeinse cultuur herontdekte: de mens centraal. Wereldbeeld: Samenhangend Ideeënstelsel over het leven op aarde en het heelal. Hoofdstuk 6 Tijd van regenten en vorsten. Een Eeuw van Goud Gouden Eeuw. 1. Het streven van vorsten naar absolute macht. In de nationale staat groeide de macht van de koning ten koste van de adel en de vrije steden. Zo streefde Lodewijk XIV in Frankrijk naar onbeperkte macht, hij was alleen aan goed verantwoording schuldig. Lodewijk voerde vele oorlogen om zijn rijk te vergroten. Hij stelde een beroepsleger samen waar hij volledige controle over had. Door al deze oorlogen zorgde Lodewijk XIV ervoor dat de schatkist bij zijn Pagina 7 van 19

8 dood leeg was. Door geldgebrek hieven de Franse koningen maar wat extra belastingen. 2. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek. De Republiek werd niet door vorsten, maar door stedelijke regenten en de Staten-Generaal bestuurd. Zij werd het welvarendste land ter wereld, wat ook de Kunst en de Wetenschap bevorderde. Vele hoogstaande mensen lieten een portret van zich maken, deze waren niet voor iedereen opzij gelegd. Ook de wetenschap maakte vorderingen doordat er genoeg geld was hierin te inverteren. 3. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie. Kooplieden uit Nederland en andere West-Europese landen investeerden in handel met Afrika, Amerika en Azië. Deze handelskapitalisten creëerden een wereldeconomie waarbij producten en geldstromen tussen continenten rondgingen. In Nederland werden de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie die handel voerde met het oosten zoals Azië) en de WIC (West-Indische Compagnie die handel dreef met landen als Zuid-Amerika) opgericht. Hierdoor groeide de welvaart in de Republiek en nam het een wereldpositie in. 4. De wetenschappelijke revolutie. Een nieuwe wetenschappelijke manier van denken brak door. Centraal stond daarbij het systematisch verwerven van kennis door observaties, experimenten en logisch redeneren. Dit leidde tot veel ontdekkingen en uivindingen. (Voorbeeld: Newton hield zich bezig met alchemie en numerologie, astrologie, kabbalistiek en zocht het levenselixer. Ook bestede hij tijd aan de bijbel, omdat volgens hem wetenschap en godsdienst samen konden gaan. In tegenstelling tot Galilei werd hij niet gevangen gezet, maar juist geëerd.) Absolutisme: De koning heeft alle macht. Economie: Verdeling van schaarse middelen en goederen. Handelskapitalisme: Ondernemers maken met handel zoveel mogelijk winst. Kapitalisme: Streven naar winst, waarbij werktuigen, voorraden, machines, gebouwen en producten eigendom zijn van de ondernemer. Wereldeconomie: De economieën van afzonderlijke landen raken zo in elkaar verstrikt dat je van een wereldwijde economie kunt spreken. Wetenschappelijke revolutie: In de 17e eeuw was niet langer de Bijbel en het gezag van de Kerk de enige bron van alle kennis, maar het zelfstandig denken, observeren en redeneren. Hoofdstuk 7 Tijd van pruiken en revoluties. De Wereld op zijn Kop Eeuw van Verlichting. 1. Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale Pagina 8 van 19

9 verhoudingen. In de 18e eeuw waren er een aantal filosofen die dachten dat met het verstand alles kon worden verklaard, en dat er een samenleving moest worden opgebouwd die op rede gebaseerd was. Deze beweging van filosofen heette de verlichting. Het verstand biedt je licht in de duisternis. In godsdienstige zin hadden de verlichters ook wat nieuwe ideeën. Volgens Diderot was God geen persoon maar was hij zichtbaar in alle natuurlijke processen. Dit noemde met het Deïsme. Diderot werd gevangengezet door deze uitspraken, maar desondanks verkocht zijn boek zeer goed. Op economisch gebied waren er ook wat nieuwe Ideeën. Men streefde naar vrijheid zonder veel regels en bemoeienissen van de overheid, hierdoor is het Liberalisme ontstaan. En qua sociale verhoudingen werden de verschillende standen afgeschaft doordat iedereen gelijk geboren was en dus ook gelijk is. 2. Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven. (verlicht absolutisme) Vorsten als de Pruisische koning Frederik II hielden vast aan hun absolute macht en de voorrechten van de adel, maar probeerden wel een verlicht bestuur te voeren. Hierbij garandeerden ze bijvoorbeeld godsdienstvrijheid. Dit Idee kwam van de Fransman Voltaire, als een vorst regeert met redelijke argumenten en goed is voor zijn volk, dus zijn verstand gebruikt en redelijk is, mag hij best de absolute macht blijven houden. Deze vorm van Absolutisme werd, Verlicht Absolutisme genoemd. 3. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekolonies en de daarmee verbonden trans-atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisten. Handelaren uit landen als Engeland, Frankrijk, Duitsland en Nederland brachten Afrikaanse slaven naar Amerika om op plantages, gewassen voor de export te verbouwen. Hierdoor ontstond een nieuwe richting die ontstond door de verlichting, het abolitionisten. Het abolitionisten streefde naar afschaffing van de slavernij. 4. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap. Eind 18e eeuw vonden in Noord-Amerika, Frankrijk en de Republiek de Nederlanden democratische revoluties plaats. In grondwetten werden burgerrechten vastgelegd. Adellijke voorrechten werden afgeschaft. De resultaten waren echter verschillend. De Amerikaanse revolutie leidde tot de stichting van de Verenigde Staten, met een democratische grondwet. De Franse revolutie liep - ondanks de leus 'Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap'- uit op een bloedig terreurbewind onder leiding van de Jacobijnen (geleid door Robespierre), gevolgd door de dictatuur van Napoleon, die heel Europa in oorlog zou storten. En in de Nederlanden werd met behulp van een Frans leger de stadhouder afgezet. Hierdoor werd Nederland een democratie. Uiteindelijk liep de Franse hulp uit op een bezetting en werd met behulp van Napoleon een eind gemaakt aan de democratie in Nederland. Abolitionisme: Streven naar afschaffing van de slavernij en de slavenhandel. Ancien regime: Benaming van de tijd vóór de Franse Revolutie, toen de absolute vorsten regeerden. Pagina 9 van 19

10 Democratische revolutie: Ommezwaai in het bestuur waarbij het volk steeds meer macht in handen kreeg ten koste van de macht van de vorst. Grondrechten: Vrijheidsrechten, die burgers bescherming geven tegen een oneerlijke behandeling door de overheid of door andere burgers. Grondwet: Constitutie, algemene staatsregeling. Wet waarin de belangrijkste staatsbeginselen van het bestuur van een staat zijn omschreven. Plantagekolonie: Overzees gebiedsdeel waar grote landbouwgebieden waren ingericht, waarop vaak slaven te werk werden gesteld. Rationalisme: Toepassen van de rede, het verstand. Sociale verhoudingen: De wisselwerking tussen de verschillende groepen in de samenleving Staatsburgerschap: Toestand waarin iemand burgerrechten in een staat heeft. Trans-Atlantische slavenhandel: Koop en verkoop van mensen als bezit, waarin verschillende continenten betrokken zijn. Verlicht absolutisme: Als vorsten onder invloed van de Verlichting hun bestuur verbeterden, maar wel alle macht in handen hielden. ook wel verlicht despotisme genoemd. Verlicht denken, verlichting: Verlicht denken. In de achttiend eeuw hadden steeds meer Europeanen kritiek op de staat en de samenleving. ze vinden dat mensen meer gebruik moesten maken van de rede, het gezond verstand. Meer vrijheid en gelijke rechten voor iedereen zouden bijdragen aan vooruitgang van de samenleving in haar geheel. Hoofdstuk 8 Tijd van burgers en stoommachines. Stoomfluit en Stemhokje Industrialisatietijd. 1. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. Door de industriële revolutie werd de agrarisch-urbane samenleving een industriële, met de invoering van gemechaniseerde grootschalige productie met als gevolg dat meer mensen naar de steden vertrokken voor werk. Vanaf 1775 gebeurde dit in Engeland, na 1850 volgden Duitsland, de VS en Nederland. Één van de belangrijkste uitvinding van die tijd was de aandrijving van machines door stoomkracht. Deze machines werden veel gebruikt in de textielindustrie. 2. Discussies over de sociale kwestie. De armoede en de slechte werkomstandigheden van de arbeiders als gevolg van de industrialisering kwamen op de agenda, ook in het parlement. Zwaar werk kende men al jaren, maar 15 uur lang op een hoog tempo door blijven werken was voor veel mensen wat te veel. Dit leidde tot allerlei gezondheidsklachten, van stoflongen en tuberculose bij mijnwerkers tot vergroeiingen van lijf en leden door het monotone werk achter het weefgetouw. Ook de kwaliteit van de huizen was beroerd, geregeld stortte de boel in of zakten mensen door de veel te dunne vloeren. Het stierf er van de ongedierte en ook braken er ziektes als tyfus en Cholera uit. 3. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie. Pagina 10 van 19

11 Vanaf 1970 zochten de geïndustrialiseerde Landen naar grondstoffen en afzetmarkten, vooral in Afrika. Zij gingen hun kolonies eens beter onderzoeken om te kijken wat er verder nog te halen valt. Door uitbreiding van hun imperium (waar ze grondstoffen vandaan hielden, hier werd ook China bij betrokken) kregen de Europese landen nog meer macht. Door al deze grondstoffen en grootschalige productie nam ook de bewapening toe. 4. De opkomst van emancipatiebewegingen. De verlichte mannelijke burgerij maakte in de tweede helft van de 19e eeuw in Nederland de dienst uit. Confessionelen, socialisten en feministen eisten gelijkberechtiging. (Voorbeeld: De Feministen waren een groep vrouwen die streden voor de rechten van de vrouw, hierbij staan gelijkheid tussen man en vrouw, de huwelijkswetgeving, de dubbele seksuele moraal en de onderwijs- en beroepsmogelijkheden voor vrouwen centraal.) 5. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. Na het tijdperk van Napoleon ontstond er een nieuwe stroming, het Nationalisme. Men voelde een band met haar eigen land in Cultureel, historisch en taalkundig opzicht. Uiteindelijk ook in politiek opzicht wat ervoor zorgde dat meer mensen invloed in de politiek willen hebben. Overal in Europa nam op den duur de macht van het parlement toe en werd het kiesrecht uitgebreid. Nederland kreeg in 1919 algemeen kiesrecht, wat betekende dat iedereen boven een bepaalde leeftijd mocht stemmen. Dit algemeen kiesrecht ging ten koste van de Adel die vanaf dat moment minder invloed had. 6. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. In de 19e eeuw ontstonden politiek-maatschappelijke stromingen, die vanuit een bepaalde kijk op de maatschappij invloed probeerden uit te oefenen. (Voorbeeld: Liberalisme -Ideologie die vrijheid voor het individu nastreeft, met name op staatkundig en economisch gebied. Nationalisme -Vorm van groepsbewustzijn die zich uit in een sterke voorkeur voor eigen land of volk. Socialisme -Ideologie die streeft naar meer gelijkheid voor alle burgers. Confessionalisme -Ideologie die stelt dat de politiek op religieuze grondslagen gebaseerd moet zijn. Feminisme -Beweging die streeft naar een gelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen.) Confessionalisme: Ideologie die stelt dat de politiek op religieuze grondslagen gebaseerd moet zijn. Democratisering: Streven naar meer inspraak: steeds meer groeperingen krijgen invloed op bestuur en politiek. Emancipatiebewegingen: Maatschappelijke groepering die ijvert voor gelijkberechtiging op een bepaald gebied. Feminisme: Beweging die streeft naar een gelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen. Imperialisme: Proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen vergroten, bijvoorbeeld door er handelsposten te vestigen en er invloed uit te oefenen op het lokale bestuur. Pagina 11 van 19

12 Industriële revolutie: Omschakeling van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen. Industriële samenleving: Samenleving waarbij een groot deel van de bevolking in fabrieken werkt en in steden woont. Liberalisme: Ideologie die vrijheid voor het individu nastreeft, met name op staatkundig en economisch gebied. Moderne imperialisme: Fase van het imperialisme (vanaf ongeveer 1850) waarbij de Europeanen steeds meer overzeese gebieden veroverden en tot kolonies maakten: ze wilden er grondstoffen delven en hun industrieproducten afzetten. Nationalisme: Vorm van groepsbewustzijn die zich uit in een sterke voorkeur voor eigen land of volk. Politieke stroming: Een groep mensen die dezelfde politieke overtuiging aanhangt. Sociale kwestie: In de negentiende eeuw leefden veel arbeiders in miserabele omstandigheden. De welgestelde mensen die het voor hen opnamen, betitelden dit als de 'sociale kwestie'. Socialisme: Ideologie die streeft naar meer gelijkheid voor alle burgers. Hoofdstuk 9 Tijd van wereldoorlogen. Nooit meer Oorlog Eerste helft 20ste eeuw. 1. Het voeren van twee wereldoorlogen. Eerste oorlog: De aanleiding van de Eerste Wereldoorlog was de moordaanslag op de kroonprins van Oostenrijk- Hongarije op 28 juni 1914 in Sarajevo. Het was de lont in het kruitvat. De onderliggende diepere oorzaken kwamen tot uitbarsting en legers van de betrokken landen mobiliseerden en hoopten op een snelle overwinning. De oorlog werd vier jaar lang grotendeels in loopgraven uitgevochten. En wat was het resultaat: Miljoenen soldaten gesneuveld of verminkt; In Rusland een revolutie, burgeroorlog, hongersnood en chaos; In Duitlans trad keizer Wilhelm II af (november 1918) en emigreerde naar Nederland. Nieuwe staten werden opgericht, zoals Joegoslavië, en Tsjecho-Slowakije. Landen kregen hun felbegeerde onafhankelijkheid: Hongarije en Polen. Een overheersende gedachte was: een wereldoorlog mocht niet meer plaatsvinden. Speciale verdragen zoals het verdrag van Versailles het bekendste is, moesten dat voorkomen. Helaas leken de bepalingen in de vredesverdragen bijna garant te staan voor nieuwe internationale conflicten en was de Volkenbond niet daadkrachtig genoeg om deze op te lossen. Tweede oorlog: De economische crisis van 1929 was een gunstige voedingsbodem voor de linkse ideologie van het communisme en voor rechtse ideologieën als fascisme en nationaalsocialisme. Door middel van moderne communicatiemiddelen werden deze ideeën verspreid waardoor de politieke verhoudingen radicaliseerden. Pagina 12 van 19

13 Op 1 september 1939 liep dat uit op een aanval van Duitsland op Polen waarmee de Tweede Wereldoorlog ontstond. In tijden van crisis en oorlog komt een fenomeen als volkerenmoord voor. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1915, werden anderhalf miljoen christelijke Armeniërs in het Ottomaanse Rijk, tegenwoordig Turkije, vermoord. De daders ontkwamen. Het is één van de redenen waarom Adolf Hitler meende weg te kunnen komen met de genocide op zes miljoen Joden. De geschiedenis heeft inmiddels zijn ongelijk aangetoond. De naam ervoor is Holocaust en de daders ervan werden vervolgd. Bovendien stelden de Verenigde Naties, de opvolger van de Volkenbond, een speciaal verdrag op waardoor genocide voortaan bestraft kan worden (1948). Nederland kon tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal blijven, maar door de aanval van Duitsland in mei 1940 was de Nederlandse neutraliteit voorgoed voorbij. Van de om het leven gekomen Nederlanders, waren er van Joodse afkomst. In 1949 werd Nederland tenslotte gedwongen om aan Nederlands-Indië de onafhankelijkheid te verlenen. Indonesië werd een soevereine staat. 2. De crisis van het wereldkapitalisme. Jaren Twintig: In 1923 kon Duitsland de oorlogsschuld niet meer afbetalen door het veel te hoge bedrag dat hen is opgelegd. Als straf nam Frankrijk het Duitse Ruhrgebied over. Ook Groot-Brittannië en Frankrijk hadden schulden aan de VS. Zij hadden grote leningen voor de eerste wereldoorlog afgesloten, die na de oorlog in 1918 moesten worden terugbetaald. Europa stond er dus slecht voor. De Verenigde Staten integendeel stonden er zeer goed voor. Bijna iedereen kon zich een auto veroorloven, en de levensstijl van de Amerikanen veranderde. Jazz deed zijn intrede en ook het uiterlijk van mensen veranderde. Deze tijd werden in de Verenigde Staten de Roaring Twenties genoemd. Jaren Dertig: Eind Oktober 1929 stortte de beurs op Wall Street in elkaar. Van het ene op het andere moment waren aandelen, die in die tijd veel waard waren, niks meer waard. Banken gingen failliet, mensen kochten niks meer en de fabrieken moesten mensen ontslaan. De lonen werden gehalveerd en één op de vier Amerikanen verloor zijn baan. Amerikaanse banken wilden zo snel mogelijk hun geld terug dat de Europese landen voor de oorlog hadden geleend, alleen konden zij dit niet terugbetalen. De Duitse economie stortte vrijwel direct in. Binnen zeer korte zijn was er een economische wereldcrisis ontstaan. 3. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme. Direct na de Eerste Wereldoorlog wonnen rechtse en linkse totalitaire ideologieën veel aanhangers. Zij kwamen aan de macht in landen als Rusland, Italië en Duitsland. Rusland: In Rusland namen na de eerste wereldoorlog de Bolsjewieken de macht over. Zij streefden ernaar de arbeiders alle macht te geven, om zo een ideale samenleving te creëren, waarbij fabrieken en landbouwgrond gemeenschappelijk bezit werden. Hier kwam weinig van terecht. De bolsjewieken hielden Pagina 13 van 19

14 de macht stevig in handen. Ook de planeconomie liep vaak uit op een hongersnood. Italië: In Italië was men bang voor het communisme hoe dat werd ingevoerd in Rusland. Mensen zochten steun bij een tegenbeweging: het fascisme. De Latijnse fasces (bundel pijlen) symboliseerden in het oude Rome macht en gezag. Men zocht herstel van orde en rust door een sterk gezag. En juist daar voorzag het fascisme in. De fascistische beweging begon in Italië, waar Mussolini in 1922 aan de macht kwam. Zijn aanhangers kwamen van alle rangen en standen van de maatschappij, maar hadden een paar zaken gemeenschappelijk: Ze waren teleurgesteld over het verloop van de Eerste Wereldoorlog Ze waren nationalistisch en voelden zich meer dan andere volken Ze waren bang voor het communisme Ze waren militaristisch ingesteld en verheerlijkten geweld en oorlog Duitsland: In 1923 mislukte in München een staatsgreep door Adolf Hitler, de leider van de Duitse fascisten, ook wel nationaalsocialisten genoemd. Hij kreeg echter door de economische crisis van 1929 een nieuwe kans, toen bleek dat de Duitse bevolking de democratische politiek van de Republiek van Weimar voor een deel wegstemde. Aan de fascistische kenmerken voegden de nationaalsocialisten één element toe: het antisemitisme. De politiek van de NSDAP was radicaler dan het Italiaanse fascisme. iedereen werd 'gelijkgeschakeld', moest de fascistische ideologie overnemen anders trad men hard op. Het ministerie van propaganda had een leidende rol in het verspreiden van de nationaalsocialistisch boodschap. De radio, modern in die tijd, leverde daaraan een belangrijke bijdrage. 4. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie. De totalitaire staten gebruikten op grote schaal propaganda, onder meer via nieuwe massamedia als radio en film. Ook probeerden ze de bevolking te beheersen via massaorganisaties voor de jeugd en voor sport. (Voorbeeld: Hitler was de eerste politicus die systematisch gebruik maakte van propaganda als machtsmiddel. Zijn ideeën over propaganda baseerde hij voor een belangrijk gedeelte op wat hij in de Eerste Wereldoorlog aan Engelse propaganda had gezien. Joseph Goebbels (propagandaminister) vertaalde het voor hem naar de dagelijkse praktijk.) Communicatiemiddelen: Instrumenten waarmee berichten worden doorgegeven. Communisme: Politieke stroming waarbij gelijkheid en gemeenschappelijk bezit bovenaan staan. Crisis: Noodsituatie, beslissend moment waarna alles verandert. Ook: Economische neergang. Fascisme: Extreem nationalistische stroming die totalitair is. Ideologie: Een leer, maatschappelijke opvatting. Massaorganisatie: Een enorm grote vereniging. Nationaalsocialisme: Fascisme + antisemitisme. Propaganda: Beïnvloeding van de publieke opinie om aanhangers te winnen voor een partij of idee. Racisme: Ongelijk en slecht behandelen op basis van lichamelijke kenmerken als huidskleur. Pagina 14 van 19

15 Totalitarisme: Ideologie die de hoogste waarde toekent aan de staat, waaraan het individu helemaal ondergeschikt is. Wereldoorlog: Oorlog tussen veel staten en gevoerd op mondiale schaal. Hoofdstuk 10 Tijd van wereldoorlogen. Van München tot Neurenberg Eerste helft 20ste eeuw. 1. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering. Door de massaproductie in die tijd, hadden alle wapens veel meer vernietigingskracht. Op deze manier kwamen veel onschuldige mensen om het leven, omdat deze in de buurt waren van de vijand. (Voorbeeld: Technologie In de Tijd van de Wereldoorlogen zijn veel soortenwapens ontwikkeld o.a. de vlammenwerper, de duikboot, en de tank. Voor het eerst werden vliegtuigen ingezet. Het meest afschrikwekkende strijdmiddel uit de Eerste Wereldoorlog is waarschijnlijk het gifgas. De Duitsers testen gifgas in januari 1915 voor het eerst aan het Oostfront. In april 1915 werd gas op grote schaal aan het West front, bij het Belgische leger, ingezet. Het chloorgas en mosterdgas hadden een vernietigende uitwerking. Steden bombarderen In de Tweede Wereldoorlog werden vliegtuigen massaal ingezet. Vooral om steden te bombarderen. In eigen land werd op 14 mei 1940 Rotterdam door de Duitsers gebombardeerd en Engeland had het ook zwaar te verduren. De Geallieerden op hun beurt bombardeerden Duitse steden en Goebbels maakte daar met zijn propaganda gebruik van.. Atoombommen Voor het eerst werden atoombommen gebruikt in de oorlogsvoering. Op 6 en 9 augustus 1945 werden de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki van de aardbodem weggevaagd. Vanaf dat moment vormen atoomwapens een bedreiging voor de hele mensheid.) 2. De Duitse bezetting van Nederland. Nederland was van mei 1940 tot aan mei 1945 bezet door Nazi-Duitsland. Men paste zich aan, andere gingen in het verzet en weer anderen stapten over naar de Duitse kant. In eerste instantie veranderde er weinig omdat Nederland net als Duitsland een Germaans volk was dachten de Duitsers dat er weinig verzet of problemen zouden ontstaan. Eind 1940 werd alles strenger, Joden werden vervolgd, waardoor het verzet groter werd. 3. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden. De nationaalsocialisten zagen het Germaanse ras als superieur. Nadat Hitler in 1933 aan de macht was gekomen werden in Duitsland de joden gediscrimineerd. Na 1941 werden ze in alle door Duitsland bezette gebieden weggevoerd en systematisch uitgemoord. De ideologie van het nationaalsocialisme was Pagina 15 van 19

16 racistisch, omdat deze uitging van hogere en lagere mensensoorten. Daarnaast was het nationaalsocialisme ook antisemitisch, tegen Joden. Hitler gaf de Joden de schuld van wat ooit fout was gegaan in de Duitse geschiedenis. In het Duizendjarig Rijk zou voor hen geen plaats zijn vanwege de territoriale plannen. Via een toenemende terreur werden de Joods Duitsers uit de samenleving geweerd. Na criminalisering volgden onderdrukking, isolement en vervolging, wat uiteindelijk uitmondde in de grootste moord aller tijden. Na de oorlog werd pas goed het misdadige karakter van Hitler-Duitsland duidelijk. Nog nooit eerder in de geschiedenis waren mensen op een massale industriële wijze vermoord. 4. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme. In de Europese koloniën in Azië ontstonden na de Eerste wereldoorlog nationalistische bewegingen die streefden naar onafhankelijkheid. De Japanse propagandamachine maakte met name werk van Nederlands-Indië. Niet om de nationalisten te steunen, hoewel ze dat wel kenbaar maakten, maar ze waren vooral geïnteresseerd in de grondstoffen. Nadat de Japanners op 7 dec de oorlog in Azië begonnen met de aanval op Pearl Harbour, volgden steeds meer gebieden in Azië, waaronder ook Nederlands-Indië. De economie werd in dienst gesteld van de Japanse oorlogsvoering en de Nederlanders opgesloten in kampen. Indonesische nationalisten Ondanks de harde behandeling van de eigen bevolking waren Indonesische nationalisten zoals Ahmed Soekarno en Mohammed Hatta op de hand van de Japanners. Zij hoopten op die manier het nationalisme onder de bevolking verder aan te wakkeren en uiteindelijk hun droom van een onafhankelijke staat te verwezenlijken. Hun streven leidde uiteindelijk tot resultaat. Toen Japan op 15 augustus, na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, capituleerde riepen Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945 de onafhankelijke Republiek Indonesië uit. Antisemitisme: Letterlijk: Jodenhaat. Verschijnsel van vijandigheid jegens Joden dat al sinds het begin van de christelijke jaartelling bestaat. Bezetting: Gebied innemen en overheersen. Discriminatie: Ongelijk behandelen. Genocide: Geplande volkerenmoord. Massa vernietigingswapens: Strijdmiddelen die in korte tijd voor een groot aantal slachtoffers zorgen. Hoofdstuk 11 Tijd van televisie en computer. Van Stunde Null naar Ground Zero nu Tweede helft 20ste eeuw. 1. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog. Na 1945 vormden zich twee vijandige blokken: de Sovjet-Unie en haar satellietstaten tegenover de VS met haar bondgenoten. Oost en West hadden ieder een eigen denkkader en kernwapens. Een kernoorlog dreigde, maar toen in 1989 het Sovjetimperium uiteenviel, kwam de Koude Oorlog vreedzaam ten einde. Pagina 16 van 19

17 (Voorbeeld: Het Westen geloofde in de waarden van de Verlichting en de Franse en Amerikaanse revoluties. De Sovjet-Unie en zijn satellietstaten waren communistisch. Duitsland en Berlijn werd in vier delen verdeeld. Stalin zorgde ervoor dat de satellietstaten hun politiek afstemden op Moskou. Zo sloeg hij twee vliegen in één klap: De kwetsbare grenzen van de Sovjet Unie werden zo beter beschermd; Ze konden de wereldrevolutie mee helpen ontstaan. Om het ontstane machtsevenwicht te laten voortbestaan ontstond er een wapenwedloop tussen de VS en de SU. Maar na de ontwikkeling van de waterstofbom kon men elkaar zelfs wederzijds vernietigen. Dat leidde wel tot terughoudendheid.) 2. De dekolonisatie die een eind maakte aan de westers hegemonie in de wereld. In de kwarteeuw die volgde op de Tweede Wereldoorlog werden vrijwel alle Aziatische en Afrikaanse koloniën onafhankelijk. Dit wordt dekolonisatie genoemd. Het leidde tot het afnemen van de Westerse hegemonie in de wereld. De oorzaken van de dekolonisatie liggen in de tijd van het moderne imperialisme ( ). De grote uitgestrekte overzeese bezittingen konden alleen worden bestuurd met behulp van goed opgeleide bestuursambtenaren. Deze bestuursambtenaren kwamen zo in contact met westerse ideeën van vrijheid en gelijkheid, nationalisme en democratie. Ideeën die ze graag in praktijk wilden brengen. Het inheemse nationalisme groeide en het verlangen naar zelfbestuur werd sterker. De Aziatisch nationalisten werden gemotiveerd door de smadelijke nederlagen van de Britten, Fransen en de Nederlanders tegen Japan in , in hun ogen een verbijsterende afgang. Daar kwam nog bij dat de VS en de SU het na de Tweede Wereldoorlog voor het zeggen kregen. Ondanks hun tegenstellingen waren ze het eens over het feit dat het kolonialisme verwerpelijk was. De Europese landen hielden ondanks de onafhankelijkheid toch nog veel invloed in haar koloniën. Het Westen behield economische invloed. De voormalige kolonies kregen te maken met grote problemen: overbevolking, een gebrekkige infrastructuur, lage grondstofprijzen en onbekwaam bestuur. De erfenis van de koloniale grenzen die vaak dwars door verschillende stamgebieden liepen die toch in hetzelfde staatsgebied waren opgenomen. Hierdoor ontstonden etnische haat en stammenoorlogen ten koste van het leven aan honderdduizenden. 3. De eenwording van Europa. Vanaf 1950 werkten de vroegere aartsvijanden Duitsland en Frankrijk en andere West-Europese landen samen op economisch en politiek gebied. De samenwerking werd verder uitgebreid en meer landen traden toe. (Voorbeeld: De eerste stap op weg naar de Europese integratie was de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in In 1957 werd dat uitgebreid met het tot stand komen van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom: een samenwerkingsverband om op vreedzame manier kernenergie toe te passen. In 1967 werden EGKS, EEG en Euratom samengevoegd tot de Europese Gemeenschappen, later Europese gemeenschap genoemd.) Pagina 17 van 19

18 Atoomoorlog: Gewapende strijd met inzet van nucleaire wapens. Blokvorming: Soort van bondgenootschap; historische voorbeelden: communistisch Oost-Europa en kapitalistisch West-Europa of Arabische Liga versus de westerse wereld. Dekolonisatie: Proces waarbij moederlanden afstand moesten doen van hun koloniën, ingezet na de Tweede Wereldoorlog. Afstand ging meestal met geweld gepaard. Hegemonie: Overwicht of heerschappij van de ene staat over de andere. Wapenwedloop: Strijd tussen staten om zoveel mogelijk technologisch geavanceerde machtsmiddelen te bezitten. Hoofdstuk 12 Tijd van televisie en computer. Nederland Herrijst nu Tweede helft 20ste eeuw. 1. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen. Na 1948 groeide in de Westerse wereld ongekende welvaart, Waarin grote groepen in de samenleving deelden. Mensen zochten vrijheid en andere gezagsverhoudingen, nieuwe normen en waarden. Redenen voor de opkomende welvaart: De West-Europeanen werkten hard, waren goed gemotiveerd én uitstekend geschoold. De Europese landen beschikten over een behoorlijke infrastructuur. De Marshallhulp was een welkome financiële injectie en was psychologisch een stimulans. In 1944 was er bovendien een systeem van vaste wisselkoersen afgesproken, zodat internationaal betalingsverkeer soepeler verliep dan voor de oorlog (akkoord van Bretton Woods). Culturele veranderingen: In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw veranderde de leefstijl in Nederland ingrijpend. Twee processen traden gelijktijdig op: ontkerkelijking en individualisering (elke burger wenste voor zichzelf uit te maken hoe hij zijn leven inrichtte). Vooral door middel van de popmuziek vond de vrijheidsdrang van jongeren een weg. In Nederland maakten Amsterdamse provo's er een sport van om gezagsdragers te provoceren. Dat bleek o.a. bij het huwelijk van Beatrix. Ook radicale feministes kwamen op voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Bekend werd de actiegroep Dolle Mina met de leus "Baas in eigen buik' waarmee men het recht op abortus bepleitte. 2. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen. Door de komst van miljoenen mensen uit voormalige koloniën en landen rond de Middellandse Zee ontstonden in West-Europa multiculturele samenlevingen. (Voorbeeld: In Nederland waren in de jaren vijftig Molukkers en Indische Nederlanders aangekomen en rond 1975 tweehonderdduizend Surinamers. Daarbij voegden zich nog gastarbeiders uit Italië, Marokko, Turkije en nu Polen en Roemenen. Ook vonden en vinden veel mensen in Nederland een nieuw bestaan omdat ze moesten vluchten uit hun eigen moederland. Daardoor is een multiculturele samenleving ontstaan. Het aantal moslims heeft in Nederland inmiddels bijna de miljoen bereikt. Iedere groep zoekt Pagina 18 van 19

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting door S. 850 woorden 25 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 01 De levenswijze van jagers-verzamelaars Het

Nadere informatie

Examenprogramma geschiedenis havo

Examenprogramma geschiedenis havo Examenprogramma geschiedenis havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Domein B Domein C Domein

Nadere informatie

Leerplan geschiedenis tweede fase. Albert van der Kaap

Leerplan geschiedenis tweede fase. Albert van der Kaap Leerplan geschiedenis tweede fase Albert van der Kaap Leerplan geschiedenis tweede fase Albert van der Kaap Enschede, juli 2008 Verantwoording 2008 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle

Nadere informatie

Examenprogramma geschiedenis havo/vwo

Examenprogramma geschiedenis havo/vwo Examenprogramma geschiedenis havo/vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Historisch besef

Nadere informatie

Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c. (prehistorie) De levenswijze van jager-verzamelaars.

Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c. (prehistorie) De levenswijze van jager-verzamelaars. Begrippenlijst door Manon 1370 woorden 17 februari 2016 7.6 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijdvakken / Perioden Kenmerkende aspecten Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c.

Nadere informatie

Examenprogramma geschiedenis vwo vanaf CE 2015

Examenprogramma geschiedenis vwo vanaf CE 2015 Examenprogramma geschiedenis havo/vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Historisch besef

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9955 23 februari 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 februari 2017, nr.

Nadere informatie

Geschiedeniswetenschap streeft ernaar waarheden vast te stellen over het verleden!

Geschiedeniswetenschap streeft ernaar waarheden vast te stellen over het verleden! Geschiedeniswetenschap streeft ernaar waarheden vast te stellen over het verleden! Geschiedenis Waarheden Verleden = beelden van het verleden van de menselijke cultuur. = relatie tussen vroeger en nu,

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18139 5 september 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 juli 2012, nr. VO/419920, houdende

Nadere informatie

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy In blauw: de tijdvakken en de kenmerkende aspecten (alleen uitgewerkt voor het en ). In oranje: de canonvensters,

Nadere informatie

Leerplan geschiedenis voor de tweede fase havo en vwo. Albert van der Kaap

Leerplan geschiedenis voor de tweede fase havo en vwo. Albert van der Kaap Leerplan geschiedenis voor de tweede fase havo en vwo Albert van der Kaap Enschede, april 2009 Verantwoording Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen

LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen Half mei worden leerlingen van 5 havo en 6 vwo onder meer getest op hun kennis van de tijdvakken en de kenmerkende aspecten. In deze les gaan leerlingen een

Nadere informatie

Renaissancetijd Gouden Eeuw eeuw van de Verlichting industrialisatietijd

Renaissancetijd Gouden Eeuw eeuw van de Verlichting industrialisatietijd Kaartjes tijdsperiodes Prehistorie Oudheid vroege Middeleeuwen hoge en late Middeleeuwen Renaissancetijd Gouden Eeuw eeuw van de Verlichting industrialisatietijd eerste helft 20 e eeuw tweede helft 20

Nadere informatie

1.1 Leefwijze jagers-verzamelaars

1.1 Leefwijze jagers-verzamelaars 1.1 Leefwijze jagers-verzamelaars Tijd van jagers & boeren - Prehistorie - Tot 3.000 v. Chr. Nomaden + nauwelijks verschil in aanzien, bezit en macht 1.2 Landbouwrevolutie + landbouw Tijd van jagers &

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag door Lotte 1361 woorden 19 juni 2017 6,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van televisie

Nadere informatie

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Hoofdstuk 3 Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood. Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht SO 1 Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014 Historisch Overzicht 1. Welke doelstelling had Wilhelm II bij zijn aantreden als Keizer van Duitsland? 2. Welk land behoorde niet tot de Centralen tijdens de Eerste

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen Tijdvak 3 Toetsvragen 1 Op veel afbeeldingen wordt de Romeinse keizer Constantijn als een heilige afgebeeld met een stralenkrans om zijn hoofd. Welke reden was er om Constantijn als christelijke heilige

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V18.03.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten Samenvatting door P. 2626 woorden 18 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis K E N M E R K E N D E A S P E C T E N TIJDVAK 1 1a: de levenswijze van

Nadere informatie

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit. Gebruik bron 1 en 2 In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

KOUDE OORLOG

KOUDE OORLOG KOUDE OORLOG 1945-1991 Waarom is de gebeurtenis afgebeeld in deze bron zo cruciaal geweest voor de KOUDE OORLOG? 37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

Canon en kerndoelen geschiedenis PO Canon en kerndoelen geschiedenis PO bron: http://www.entoen.nu/primair-onderwijs/didactisch-concept/leerplan-(slo)/geschiedenis In dit hoofdstuk over canon en geschiedenis wordt eerst ingegaan op de recente

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa + 3.4 de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen Samenvatting door een scholier 1733 woorden 11 december 2017 5,6 19 keer beoordeeld Vak Methode

Nadere informatie

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Tijd van Pruiken en Revoluties 1700-1800 Vroegmoderne Tijd Kenmerkende aspecten Uitbouw van de Europese overheersing,

Nadere informatie

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013 Staat en Natie Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. In de 17 e en de 18 e eeuw ontstond er in Europa een politieke en filosofische stroming,

Nadere informatie

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS Dit onderzoek bestaat uit 40 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad. Meerkeuze antwoorden worden

Nadere informatie

Het nieuwe eindexamen geschiedenis

Het nieuwe eindexamen geschiedenis Het nieuwe eindexamen geschiedenis Stephan Klein Rotterdam, 4 oktober 2013 Gesprek in de klas (2013) Docent: Wie kan uitleggen wat standplaatsgebondenheid inhoudt? (stilte van enkele seconden) Leerling

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders Vroege Middeleeuwen. Tijd van jagers en boeren Prehistorie. - 3000 v C 500-1000

Tijd van monniken en ridders Vroege Middeleeuwen. Tijd van jagers en boeren Prehistorie. - 3000 v C 500-1000 jagers en boeren Prehistorie - 3000 v C monniken en ridders Vroege Middeleeuwen 500-1000 Grieken en Romeinen Oudheid -3000 v C - 500 n C steden en staten - Hoge en Late Middeleeuwen 1000 1500 ontdekkers

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis pilot havo 2009 - II

Eindexamen geschiedenis pilot havo 2009 - II Door de tijd heen De volgende historische verdragen staan in willekeurige volgorde: 1 Door de Vrede van Brest-Litovsk tussen het Duitse keizerrijk en het communistische Rusland kunnen de Duitse generaals

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.05.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V18.03.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen Tijdvak 7 Toetsvragen 1 In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel. Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats? A

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-I

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-I Door de tijd heen De volgende gebeurtenissen hebben met verschillende godsdiensten te maken en staan in willekeurige volgorde: 1 Jezus Christus wordt geboren. 2 De profeet Mohammed trekt van Mekka naar

Nadere informatie

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder) Samenvatting door M. 1033 woorden 15 juni 2015 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 7.1 De verlichting Verlichting is het gevolg van de wetenschappelijke revolutie uit hoofdstuk/tijdvak

Nadere informatie

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd Samenvatting door M. 1059 woorden 9 december 2013 6 13 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 3.2 Waardoor de handel herleeft in de hoge middeleeuwen 1. Handelaren gingen zicht weer organiseren en gingen samenwerken

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting door Cas 1253 woorden 2 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding. Waarom ik voor dit onderwerp heb gekozen. Ik heb voor dit

Nadere informatie

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( ) HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen (1050-1700) Vraag 1 Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlanden mogelijk? Periode: 1050-1302 Opkomst van de stedelijke burgerij - De opkomst

Nadere informatie

Tweede Wereldoorlog 1

Tweede Wereldoorlog 1 Tweede Wereldoorlog 1 Adolf Hitler 1889 1945 INHOUDSOPGAVE Tekstsamenvatting...Pagina 2 tot 4 Aantekeningen...Pagina 5 tot 6 Begrippen...Pagina 6 1 P a g e Tekstsamenvatting 1.1 Duitsland na de eerste

Nadere informatie

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een museum uit die tijd. Openluchtmuseum

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie

Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie Instructie onderdeel kennis: Hieronder staan 22 vragen over tijdvak 6 en 7. Probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Omcirkel met

Nadere informatie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-II

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-II Door de tijd heen De volgende revoluties staan in willekeurige volgorde: 1 De Franse Revolutie werpt het ancien régime omver. 2 In de Oktoberrevolutie grijpen de Russische communisten onder leiding van

Nadere informatie

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00. SCHOOLONDERZOEK Tijdvak II GESCHIEDENIS november 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 HOOFDSTUK 1 PARAGRAAF 1 Weg van de mensheid: - Staat in Afrika - Van daaruit Verspreiding over de rest van de wereld - Mens behoort tot de

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk De samenleving moest op dezelfde manier worden onderzocht

Nadere informatie

KORTE BESCHRIJVING VAN DE 49 KENMERKENDE ASPECTEN

KORTE BESCHRIJVING VAN DE 49 KENMERKENDE ASPECTEN KORTE BESCHRIJVING VAN DE 49 KENMERKENDE ASPECTEN Bijlage bij Geschiedeniswerkplaats Handboek historisch overzicht vwo en havo 1 Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.c.) 1a de levenswijze van jagers-verzamelaars

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele Verlichtingsidealen in praktijk te brengen? Kenmerkende aspect: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies

Nadere informatie

De klassieke tijdlijn

De klassieke tijdlijn De klassieke tijdlijn In de lessen geschiedenis heb je waarschijnlijk al gehoord over de tijdlijnen, of de historische periodes en waarschijnlijk ook over exacte datums zoals 476. In dit documentje kom

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1839 woorden 11 oktober 2011 6,9 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Nieuwe Tijd = tijd van ±1500 tot ±1800

Nadere informatie

De tijd van: Wereldoorlogen

De tijd van: Wereldoorlogen De tijd van: Wereldoorlogen WoI Interbellum WoII Wereldoorlog I Casus Belli (Latijn, de oorzaak van de oorlog) Wereldoorlog I Tweefronten oorlog: Oostfront/Westfront Tannenberg 1914: Bewegingsoorlog: Verdun

Nadere informatie

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting door Y. 1162 woorden 6 september 2012 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 2.1 In Frankrijk regeerde absolute vorsten. Rond

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari 2005 7 334 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Wat is een revolutie? Een grote verandering in de samenleving in een korte

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland h2

Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland h2 Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland h2 Samenvatting door D. 819 woorden 5 februari 2017 5,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats GS Historische Context Duitsland Notitie:

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen. Tussen welke twee landen is de Eerste Wereldoorlog begonnen? 1. Engeland en Frankrijk 2. Duitsland en Frankrijk 3. Duitsland en Engeland Nederland blijft neutraal. Wat betekent dat? 1. Nederland kiest

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen HAVO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Gemeenschappelijk schoolonderzoek Tijdvak I 27 oktober

Gemeenschappelijk schoolonderzoek Tijdvak I 27 oktober Gemeenschappelijk schoolonderzoek 2014-2015 Tijdvak I 27 oktober 2014 10.30 12.00 GESCHIEDENIS Dit schoolonderzoek bestaat uit 38 vragen. Voor dit onderzoek zijn maximaal 59 punten te behalen. Als bij

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen 1. De verbreiding van het christendom in Europa 481: Clovis werd koning van één vd Frankische stammen, hij liet de Franken christenen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door B. 1191 woorden 7 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijdvak 3 Tijd van monniken en ridders De vroege middeleeuwen 500-1000 https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-3-98166

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1669 woorden 17 januari 2005 5,6 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie. Paragraaf 1: het oude Koninkrijk.

Nadere informatie

geschiedenis (nieuwe stijl)

geschiedenis (nieuwe stijl) Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis (nieuwe stijl) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting door Lotte 2036 woorden 19 juni 2017 5,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Instroom pabo geschiedenis

Instroom pabo geschiedenis Keuzedeel mbo Instroom pabo geschiedenis gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0050 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op:

Nadere informatie

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie.

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie. De Sovjet-Unie (9.3) Onderzoeksvraag: Kenmerkende aspecten: Waardoor kreeg Rusland een communistische regering en hoe werd het land een totalitaire staat. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën

Nadere informatie

Hieronder worden de keuzes die de syllabuscommissie heeft gemaakt punt voor punt toegelicht.

Hieronder worden de keuzes die de syllabuscommissie heeft gemaakt punt voor punt toegelicht. Toelichting bij de werkversie syllabus geschiedenis nieuwe stijl 1 ten bate van de pilotscholen In het schooljaar 2007-2008 is een syllabuscommissie, ingesteld door de CEVO, aan het werk gegaan om te bepalen:

Nadere informatie

Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) / Renaissance

Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) / Renaissance Tijdvakken Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) / Renaissance K.A. * Het begin van de Europese overzeese expansie * Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een

Nadere informatie

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting Samenvatting door een scholier 1776 woorden 11 december 2007 7,2 240 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis samenvatting Hoofdstuk 2; Wetenschappelijke revolutie, verlichting

Nadere informatie

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Examen HAVO. geschiedenis (nieuwe stijl)

Examen HAVO. geschiedenis (nieuwe stijl) geschiedenis (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 9.00 12.00 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

Hoofdstuk 2b5. De prijs van vrijheid

Hoofdstuk 2b5. De prijs van vrijheid Hoofdstuk 2b5 De prijs van vrijheid Cursus 1 : Vóór de oorlog Wat leer je? dat de Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918. Dat er vanaf 1929 een economische wereldcrisis was. Dat in Duitsland de NSDAP

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Voor het Congres van Wenen a. Rond 1750: het Ancien Regime komt ten einde => Enkele kenmerken van het Ancien

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis n.s.havo 2007-II

Eindexamen geschiedenis n.s.havo 2007-II Prehistorie en Oudheid In Drenthe zijn veel prehistorische vuurstenen werktuigen gevonden. Het vuursteen van deze werktuigen is afkomstig uit de ondergrondse vuursteenmijnen bij Ryckholt in Zuid-Limburg

Nadere informatie

Voorbeeld leerplan geschiedenis voor het Primair Onderwijs. Albert van der Kaap

Voorbeeld leerplan geschiedenis voor het Primair Onderwijs. Albert van der Kaap Voorbeeld leerplan geschiedenis voor het Primair Onderwijs Albert van der Kaap Voorbeeld leerplan geschiedenis voor het Primair Onderwijs Albert van der Kaap Enschede, juli 2008 Verantwoording 2008 Stichting

Nadere informatie

Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC

Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC Week 1ABC: De Franse Revolutie Info: De Franse Tijd (1795 1814) Na de Franse Revolutie werd Napoleon de baas in Frankrijk. Napoleon veroverde veel Europese landen,

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9: Paragraaf 1 t/m 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9: Paragraaf 1 t/m 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9: Paragraaf 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 789 woorden 5 juni 2012 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Paragraaf 1 18 juni 1914 - Franz Ferdinand

Nadere informatie