Ministerie van Veiligheid en Justitie

Transcriptie

1 Ministerie van Veiligheid en Justitie li.etouradri Postbus EH Deiï 1 laag Directoraat-ileneraai Rechtspieguig en Rechtshandhaving Directie Juridische tilt Uperetionefe Aaricielegenheclert DJ0 Tiiirnrkt UP Dcii Httaj Postbus El-i Den liaaci www rij liov Crh eid a Contacper5aon neni Datum 21 juli 2017 Onderwerp Uw Wob-verzoek Geachte heer/mevrouw, Ons kenmerk Bij beantwoorditig de clatuni tin ons kenmerls vernielden. Will u sleht één tititik In uw brief behandelen. In uw brief van 2 juni 2017 heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie verzocht over kort gezegd- de aanvragen van toegevoegde advocaten van vergoeding voor extra uren. U schrijft in uw verzoek over het opvallende patroon [is] dat er steeds na een aanvraag extra uren een brief komt waarin gevraagd wordt om aanvullende informatie. De recente uitspraak van voormalig staatssecretaris Teeven in de Groene Amsterdammer roept bij u de vraag op of de houding van de Raad voor de Rechtsbijstand verband houdt met de door de oud-staatssecretaris gedane uitspraken. Op basis van de Wob vraagt u om bescheiden waarin medewerkers van het ministerie van Veiligheid en Justitie (inclusief de bewindspersonen) en medewerkers van de Raad voor de Rechtsbijstand (inclusief de directeur) onderling hebben gesproken en/of geschreven over de extra uren zaken en/of hoe deze zaken moeten worden behandeld, in het bijzonder waarbij een bepaalde interpretatie van de richtlïjri voor de aanvragen van extra uren wordt gegeven al dan niet in de vorm van een werkinstructie. De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 6 juni ji. met kenmerk Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob artikelen verwijs ik u naar bijlage Inventarisatie documenten In het kader van uw verzoek heb ik binnen mijn ministerie gezocht naar documenten waarin correspondentie tussen of afstemming met medewerkers van de Raad en het ministerie is vastgelegd die betrekking heeft op de wijze van beoordeling van de aanvraag van extra uren wegens bewerkelijkheid van een zaak. Op basis van uw verzoek is êén document aangetroffen. Dit document betreft een verslag van een Bestuurlijk overleg van 1 september Dit verslag bevat één alinea die ziet op het door u verzochte onderwerp.

2 3. Achtergrondinformatie Directoraat-Oeneraal De Raad voer Rechtsbijstand valt als zelfstandig bestuursorgaan niet onder het gezag van de Minister van Veiligheid en Justitie. Dit betekent dat ik geen Directe Juridische e i aanwijzingen kan geven ten aanzien van de wijze waarop de Raad voor Operationele Aang& eg en had en Rechtsbljstand uitvoering geeft aan zijn wettelijke taken. De Raad wordt DJOA derhalve ook niet door of namens mij geïnstrueerd over de wijze waarop aanvragen voor vergoeding wegens bewerkelijkheici van een zaak inhoudelijk Datum dienen te worden beoordeeld. 21juli 7017 Ons kenmerk Omdat u uw verzoek in de context plaatst van de uitspraken die in de Groene Amsterdammer van 18 mei ji. worden toegeschreven aan de heer Teeven, wijs ik u volledigheidshalve graag op mijn brief van 30 mei ji. aan de Voorzitter van de Tweede Kamer. Hierin heb ik uiteengezet mij niet te herkennen in de aan de heer Teeven toegeschreven uitspraken. Het realiseren van een strenger strafkilmaat door de verlening van rechtsbijstand aan verdachten te bemoeilijken, staat haaks op het grote belang dat het kabinet hecht aan een eerlijke strafrechtspleging. Dit heeft ook op geen enkele wijze een rol gespeeld bij de afwegingeri die tot (voornemens tot) wijzigingen in de gesubsidieerde rechtsbijstand van de laatste jaren hebben geleid en is overigens ook op generlel wijze bij de beleidsvoorbereiding ter sprake gekomen. Tussen de Raad voor Rechtsbijstand en het Ministerie van Veiligheid en Justitie vindt periodiek bestuurlijk overleg plaats. Tijdens dit overleg wordt primair gesproken over de jaarlijkse verantwoordingsdocumenten zoals het jaarverslag, waarmee de Raad zich aan het Ministerie in het kader van de subsidierelatie verantwoordt. Ook wordt gesproken over beleidsinitiatieveri van de Raad en de relatie daarvan met andere ontwikkelingen, zoals nieuwe wet en regelgeving die op stapel staat. Uit hel verslag van het bestuurlijk overleg van 1 september 2016 blijkt dat is gesproken over de toepassing door de Raad van de high trust-werkwijze in bewerkelijke zaken. In dit gesprek heeft de Directeur Rechtsbestel de Raad verzocht de high trust-werkwijze In bewerkelijke zaken, die in 2015 door de Raad In een pilot is beproefd, nog niet in te voeren. Reden hiervoor was dat de Commissie onderzoek oorzaken kostenstijgingen stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand en vernieuwing van het stelsel (commissie-wolfsen) heeft aanbevolen een commissie in te stellen die de Raad bij de beoordeling van aanvragen van een vergoeding wegens bewerkelijkheid kan bijstaan. De verhouding tussen high trust en de adviestaak van deze commissie die,,t nader te worden uitgewerkt. Door de invoering van de nieuwe werkwijze aan te houden wordt de samenhang met de uitwerking van de aanbeveling van de commissie-woifsen gewaarborgd. 4. Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de hiervoor omschreven passage uit het verslag van het bestuurlijk overleg van 1 september 2016 openbaar te maken met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens. Voor de motivering verwijs ik naar het onderdeel motivering van dit besluit. Kamerstukken /17, , 139. Pagina 2 va, 6

3 Directoraat-Generaai 5 Motiverina RechtspteOIny Allereerst wil ik u wijzen op het volgende. Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob, wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van Oprtioneie het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering. Het komt Datum iedere burger in gelijke mate toe. Daarom kan ten aanzien van de 21Juli 2017 openbaarheid geen onderscheid worden gemaakt naar gelang de persoon of de Ons kenmerk bedoeling of belangen van de verzoeker. Bij de te verrichten belangenafweging worden dan ook betrokken het algemene belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weigeringsg ronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Evenmin kent cle Wob een beperkte vorm van openbaarmaking. Dit betekent dat openbaarmaking van de gevraagde documenten uitsluitend aan u op grond van de Wob niet mogelijk is. Indien ik aan u de betreffende documenten verstrek, moet ik deze ook aan anderen geven indien zij daarom verzoeken. In dat licht vindt de onderstaande belangenafweging/vinden de onderstaande belangenafwegingen dan ook plaats. Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd. In het document staan persoonsgegevens. Ik ben van oordeel dat t.a.v. deze gegevens het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid. Daarom heb ik de persoonsgegevens verwijderd uit deze documenten. Voor zover het de namen van ambtenaren betreft is hierbij het volgende van belang. Weliswaar kan, waar het gaat om beroepshalve functioneren van ambtenaren, slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betreft het openbaar maken van namen van de ambtenaren. Namen zijn immers persoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kan zich tegen het openbaar maken daarvan verzetten. Daarbij is van belang dat het hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger die met een ambtenaar in contact treedt, maar om openbaarmaking van de naam in de zin van de Wob. RechtshandIiving Dr1e Jur,dische n Aanaieaenheden Pagina 3 vin 6

4 6. Wijze van openbaarmaking Directoraat-Generaal Het verslag van een Bestuurlijk overleg van 1 september 2016 treft u bij dit besluit in kopie aan. Dit document wordt samen met dit besluit op Directie Juricnsche en www. rijksoverheid. ni geplaatst. Aangelegenheden t) IDA Datum Hoogachtend, 21 Juli 2017 De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze, Ons kenmerk t,/ Bezwaar Tegen het besluit kunt u binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indiener zijn ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaar rust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht aan: de Minister van Veiligheid en Justitie, t.a.v, de directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 H Den Haag. Pyin.1 van 6

5 Directoraat-Generaal Bijlage 1 Relevante artikelen uit de Wob Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. document: een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander DJDA materiaal dat gegevens bevat; b. bestuurlijke aangelegenheid: een aangelegenheid die betrekking heeft op beleid tatum van een bestuursorgaan, daaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering 21juli 2017 ervan; c. intern beraad: het beraad over een bestuurlijke aangelegenheid binnen een bestuursorgaan, dan wel binnen een kring van bestuursorganen in het kader van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een bestuurlijke aangelegenheid; ci, niet-ambtelijke adviescommissie: een van overheidswege ingestelde instantie, met als taak het adviseren van een of moer bestuursorganen en waarvan geen ambtenaren lid zijn, die het bestuursorgaan waaronder zij ressorteren adviseren over de onderwerpen die aan de instantie zijn voorgelegd. Ambtenaren, die secretaris of adviserend lid zijn van een adviesinstantie, worden voor de toepassing van deze bepaling niet als leden daarvan beschouwd; e. ambtelijke of gemengd samengestelde adviescommissie: een instantie, met als taak het adviseren van één of meer bestuursorganen, die geheel of gedeeltelijk is samengesteld uit ambtenaren, tot wier functie behoort het adviseren van het bestuursorgaan waaronder zij ressorteren over de onderwerpen die aan de instantie zijn voorgelegd; f. persoonlijke beleidsopvatting: een opvatting, voorstel, aanbeveling of conclusie van een of meer personen over een bestuurlijke aangelegenheid en de daartoe door hen aangevoerde argumenten; g. milieu-informatie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 19.la van de Wet milieubeheer; h. hergebruik: het gebruik van informatie die openbaar is op grond van deze of een andere wet en die is neergelegd in documenten berustend bij een overheidsorgaan, voor andere doeleinden dan het oorspronkelijke doel binnen de publieke taak waarvoor de informatie is geproduceerd; t. overheidsorgaan: J0 een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of 2. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. Artikel Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c, bedrijft- en fabricagegegevens betreft, ciie door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; ci. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; Directie Juridische en Aangelegenheden Ons kenmerk Pagina 5 van 6

6 b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere Directoraat-Generaal publiekrechtelijke lichamen of de in artikel la, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; Directe JuriCishe c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; 0pertioneie Aen gele een heden d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; D)OA e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen rn van de informatie; 21 juli 2017 g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de One kenmerk aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 4. Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieuinformatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieuinformatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang. 5. Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 6. Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie. 7. Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voorzover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; b. de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 8. Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu. Pagine 6 een 6

7 11.00 Ministerie van Veillgheid en Justitie Directoraat-Generaal RechtspIeGin9 mi Recht5handhaving Directie Ftnchtsheetel DFth Contectpersoon 1O.2.e Valt buiten de reikwijdte van liet verzoek Datum 6 eeptember 2016 Notutist I 10.2.e Ornsctirljvinci Verslag Bestuurlijk Overleg Raad voor Rechtsbijstand en Ministerie van Veiligheid en Justitie Verpactcrclstuii en -tijd 1 september 2016, 9.30 uur Vernderptants Ministerie van Veiligheid en Justitie Aanwezig Hanneke Schipper-Spanninga (Directeur Rechtsbestel, vz),i1 O.2.e 102.e tterslag punt 1 en 3),t1Û.2 e 1O,2.e 1I1O.2.e 1O.2,e 1O.2.e 1verslag) Valt buiten de reikwijdte van ht verzoek

8 Vail buiten de reikwijdte van het verzoek

9 Valt buiten de reikwijdte van het verzoek 102e Imerkt opdat de plannen van de raad m.b.t. High Trust niet goed passen in de aanbevelingen van de commissie Woifsen. - Ii0.2,e jziet wel mogelijkheden om een en ander in elkaar te passen. Hij heeft een review op High Trust aangevraagd. Mw. Schipper vraagt de raad vooralsnog een pas op de plaats te maken bij de uitbreiding van High Trust Exu.I10.2.e zegt toe daarnaar te zullen kijken 102.e Valt buiten cle reikwijdte van liet verzoek

10 \.InIt buiten de eikwijdte varjt verzoek