Bedieningshandleiding Veiligheidsmodule EBW-AZ. 1 Over dit document

Transcriptie

1 1 Over dit document Bedieningshandleiding... pagina 1 tot 6 Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.1 Functie Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, inbedrijfsstelling, veilige werking en de demontage van de veiligheidsmodule. Een duidelijk leesbare kopie van de bedieningshandleiding moet altijd in de directe nabijheid van het product bewaard 1.2 Doelgroep: gemachtigd personeel Alle activiteiten die in deze bedieningshandleiding beschreven worden, mogen uitsluitend uitgevoerd worden door gekwalificeerd vakpersoneel, dat hiertoe gemachtigd is door de eigenaar van de machine of installatie. Zorg ervoor dat u de bedieningshandleiding gelezen heeft en begrijpt voordat u de component installeert en in werking stelt. U moet eveneens vertrouwd zijn met de geldende voorschriften inzake arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie. Bij de keuze en inbouw van de apparaten en bij hun integratie in de besturing moet de machinebouwer rekening houden met de geharmoniseerde normen en hun vereisten. 1.3 Gebruikte symbolen Informatie, tip, opmerking: Dit symbool markeert nuttige extra informatie / Index: 87/10 / Teile-Nr Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie Doelgroep: gemachtigd personeel Gebruikte symbolen Correct gebruik Algemene veiligheidsinstructies Waarschuwing voor foutief gebruik Uitsluiting van aansprakelijkheid Productbeschrijving 2.1 Bestelgegevens Speciale versies Bestemming en gebruik Technische gegevens Veiligheidsclassificatie Montage 3.1 Algemene montage-instructies Afmetingen Elektrische aansluiting 4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting Werkingsprincipe en instellingen 5.1 LED functies Klemmenbeschrijving Opmerkingen Instelrapport voor EBW componenten Gebruik en onderhoud 6.1 Functietest Onderhoud Demontage en afvalverwijdering. 7.1 Demontage Afvoeren EG-Conformiteitverklaring Voorzichtig: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot storingen, een foutieve werking of defecten leiden. Waarschuwing: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot lichamelijke verwondingen en/of materiële schade aan de machine tot gevolg hebben. 1.4 Correct gebruik De hier beschreven producten werden ontwikkeld als onderdeel van een volledige machine of installatie voor het uitvoeren van veiligheidsgerelateerde functies. De bouwer van een machine of installatie is verantwoordelijk voor de correcte werking van het geheel. De veiligheidsmodule mag uitsluitend voor de door de fabrikant toegelaten toepassingen en doeleinden gebruikt Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied vindt u in het hoofdstuk "Productbeschrijving". 1.5 Algemene veiligheidsinstructies De gebruiker moet de veiligheidsinstructies van deze bedieningshandleiding alsmede de nationale installatienormen en de geldende veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht nemen. Aanvullende technische informatie vindt u in de Elan catalogi of in de online catalogus: Alle vermeldingen zijn vrijblijvend en zonder enige contractuele verbintenis. Wijzigingen ten gunste van technische vooruitgang voorbehouden. Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor montage, inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen restrisico's bekend. 1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties kunnen bij gebruik van de veiligheidsmodule gevaren voor personen of schade aan machine- of installatieonderdelen niet uitgesloten In dit opzicht moet u ook de vereisten van de norm EN 1088 in acht nemen. 1

2 1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze bedieningshandleiding. Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant uitgesloten. Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen of veranderen van de component uitdrukkelijk verboden. Iedere eigenmachtig uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is uit veiligheidsoogpunt niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend geval de fabrikant van elke aansprakelijkheid en/of daaruit voortvloeiende schade 2 Productbeschrijving 2.1 Bestelgegevens Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types: Deze component is ontworpen als eenkanalige stilstand- en bewegingsbewaker (insteltoerental/snelheid). De component detecteert een bewegingssignaal via een externe sensor en verwerkt dit volgens een ingestelde grenswaarde tot een besturingscommando. De te bewaken grenswaarde kan ingesteld worden van 0,08 Hz tot 1 khz. Het uitgangsrelais kan via een wisselcontact geïnverteerd worden, zodat het boven of onder de ingestelde grenswaarde afvalt of geactiveerd wordt. Alleen bij een correcte uitvoering van de montage, zoals in deze handleiding beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en dus de conformiteit met de Machinerichtlijn behouden. 2.2 Speciale versies Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij overeenstemmen met de serieversies. 2.3 Bestemming en gebruik De veiligheidsmodules voor gebruik in veiligheidscircuits zijn voorzien voor inbouw in schakelkasten. Zij dienen voor de veilige evaluatie van een signaal van een extern geïnstalleerde frequentiegever (PNP, NPN, Namur of tachosignaal). De veiligheidsfunctie is gedefinieerd als de wissel van de toestand van de relaiscontacten en (Opgelet: de functie van de relais kan via een wisselcontact omgekeerd worden) als een vooringestelde grenswaarde bereikt wordt. De contacten en voldoen, mits een B 10d evaluatie heeft plaatsgevonden, aan de volgende vereisten (zie ook "Specificaties van DIN EN ISO "): categorie B PL b volgens DIN EN ISO komt overeen met SIL 1 volgens DIN EN komt overeen met SILCL 1 volgens DIN EN (komt overeen met sturingscategorie B volgens DIN EN 954-1) Bij gebruik van de component als "stand-alone" versie / bij gebruik in combinatie met een tweede onafhankelijke kanaal kan een hogere categorie bereikt Om het Performance Level (PL) volgens EN ISO van de volledige veiligheidsfunctie (bijv. sensor, logica, actor) te bepalen, is een beoordeling van alle relevante componenten vereist. 2.4 Technische gegevens Algemene gegevens: Normen: IEC/EN , EN ; EN ISO , IEC/EN Klimaatbelasting: EN Bevestiging: Snelbevestiging voor DIN-rail volgens DIN EN Klembenaming: EN Materiaal van de behuizing: Kunststof, thermoplast Materiaal van de contacten: AgSnO2 Gewicht: ca.180 g Startvoorwaarden: Automatisch Met terugkoppeling (J/N): Neen Reactietijd: Relaisschakeltijd typ. 50 ms plus de reactietijd van het systeem, die afhankelijk is van de gever-frequentie (dus ca. 50 ms + 1/f) Mechanische gegevens: Uitvoering van de aansluiting: Schroefaansluiting Kabeldoorsnede: min. 0,25 mm 2 / max. 2,5 mm 2 Aansluitkabel: stijf of flexibel Aandraaimoment voor aansluitklemmen: 0,6 Nm Met afneembare klemmen Neen (J/N): Mechanische levensduur: 10 miljoen schakelingen Elektrische levensduur: Derating curve op aanvraag Schokbestendigheid: 10 g / 11 ms Trillingsbestendigheid volgens Hz, amplitude 0,35 mm EN : Omgevingsvoorwaarden: Omgevingstemperatuur: 0 C +50 C Opslag- en transporttemperatuur: 40 C +85 C Beschermingsgraad: Behuizing: IP 40 Klemmen: IP 20 Inbouwruimte: IP 54 Lucht- en kruipwegen volgens 4 kv/2 (basisisolatie) IEC/EN : Storingsbestendigheid: volgens EMC-richtlijn Elektrische gegevens: Contactweerstand in nieuwe max.100 mω staat: Verbruik: max.2,1 VA Nominale bedrijfsspanning U e : 24 VDC: + /, restspanning max. Nominale stroom: 120 ma Zekering van de bedrijfsspanning Intern 500 ma / 250 V (F1): Bewaakte ingangen (sensoringang) Dwarssluitingsherkenning Neen (J/N): Kabelbreukdetectie (J/N): Neen Aardlekdetectie (J/N): Neen Leidingweerstand: max.40 Ω Uitgangen: Aantal veiligheidscontacten: 1 verbreekcontact (NG) / 1 maakcontact (NO) Aantal hulpcontacten: 0 Aantal signaaluitgangen: 0 Schakelvermogen van de veiligheidscontacten: 13-14; 21-22: max. 230 V / 3 A ohmsche last (inductief bij geschikte afgeschermde bekabeling; max. 2 A) 4 A traag Beveiliging van de veiligheidscontacten: Gebruikscategorie volgens EN AC-15 / DC-13: EN : Afmetingen H B T: 83 mm 45 mm 126,5 mm De technische gegevens van deze handleiding zijn geldig bij gebruik van de component met een nominale bedrijfsspanning Ue ±0%. 2

3 2.5 Veiligheidsclassificatie Normen: EN ISO , IEC 61508, EN PL: tot b Categorie: tot B DC: < 60% CCF: > 65 punten SIL: tot 1 Gebruiksduur: 20 jaar B 10d waarde (voor een kanaal): lage belasting 20%: %: %: %: Maximale belasting : MTTF d B10d dop x hop n x 3600 s/h op 0,1 x n op t cycle Bij een gemiddelde jaarlijkse gebruiksfrequentie van n op = cycli per jaar is bij maximale last een Performance Level PL e haalbaar. n op = gemiddelde gebruiksfrequentie per jaar d op = gemiddeld aantal bedrijfsdagen per jaar h op = gemiddeld aantal bedrijfsuren per dag t cycle = gemiddelde activering van de veiligheidsfunctie in s (bijvoorbeeld 4 per uur = 1 per 15 min. = 900 s) (Vermeldingen kunnen variëren als functie van de toepassingsspecifieke parameters h op, d op en t cycle en de last.) 3 Montage 3.1 Algemene montage-instructies De bevestiging gebeurt via snelbevestiging voor DIN rails volgens EN Hang de bovenkant van de behuizing, een beetje naar voren gekanteld, in de DIN rail en druk omlaag totdat zij vastklikt. 3.2 Afmetingen Alle maten in mm. Afmetingen component (H/B/D): 83 mm x 45 mm x 126,5 mm 4 Elektrische aansluiting 4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd 5.2 Klemmenbeschrijving Spanning: A1 A2 +24 VDC 0 VDC Uitgangen: NO contact NC contact Sensoringang: 24 V IN 0 V TG +24 VDC (moet voor de spanningstoevoer van de externe sensor gebruikt worden) Ingang sensor Sensor Ingang impulsgenerator Potentiometer Fijninstelling frequentie DIP-schakelaar: - (functie naar keuze toerentalbewaker - stilstandbewaker) A1 24V IN 0V -24V A Afb.1 UB Rel. TC Opmerkingen Werkingsprincipe EBW componenten verzamelen en verwerken signalen van verschillende kwaliteit en met een verschillende arbeidsfrequentie, die eerst in de onderdelen "ingangsniveau" en "bewaking/stilstanddetectie" van de schakeling voorbereid Hier wordt ook de periodeduur van de grenswaarde voor het besturingscommando ingesteld. De periodeduur van de geversignalen wordt continu met de ingestelde periodeduur van de referentie oscillator vergeleken en vervolgens als dynamisch signaal naar het uitgangsniveau van de EBW componenten doorgestuurd. De EBW componenten werken volgens het principe van een real-time meting, d.w.z. de daadwerkelijke periodeduur van de ingangssignalen wordt continu gemeten/geteld en met de ingestelde waarde vergeleken. Een besturingscommando wordt gegeven aan het einde van een periode, waarin de werkelijke waarde van een beweging hoger of lager is dan de ingestelde grenswaarde. Bij de instelling van een stilstandsignaal moet een geschikte grenswaarde bepaald worden in de zin van een relatieve stilstand, d.w.z. de resterende beweging onder de grenswaarde moet bij een toegangssnelheid van 1,6 m/sec tot een absolute stilstand gekomen zijn of in een veilige toestand bereikt hebben. 1) 2) 3) 4) 5 Werkingsprincipe en instellingen a) c) e) g) h) 5.1 LED functies : Status bedrijfsspanning Rel.: Status schakelrelais K1 b) Afb. 2: eenkanalige bewegingsbewaker EBW 1) Ingangsniveau a) Signaalvoorbereiding b) Geveraanpassing 2) Bewaking c) Instelling periodeduur d) Fijninstelling 3) R-C oscillator e) Signaalomvorming f) statisch/dynamisch 4) Uitgangsniveau g) Overdrager/relais h) Uitgang d) f) 3

4 Aansluitmogelijkheden (zie Afb. 3 en 4) Alle commercieel verkrijgbare gevers met NPN, PNP, NAMUR en SINUS signalen kunnen aangesloten Een aanpassing aan het gevertype in kwestie is in de component zelf mogelijk, naar keuze in de fabriek of volgens de specificaties voor de instelling. Het besturingscommando van de relaiscontacten wordt niet opgeslagen, d.w.z. de onder- of overschrijding van de ingestelde grenswaarde veroorzaakt telkens een verandering van de toestand van de gedwongen uitgevoerde uitgangscontacten. PNP NPN NAMUR a) Instelling Af fabriek of door de klant Frequentiebereik PNP/ NPN Tacho Jumper NAMUR 0,08 1 Hz B4 0,8 10 Hz B Hz B2 80 Hz 1 khz B1 Jumper Afb. 5: Typenindeling (voorbeeld: frequentiebereik Hz, signaalgever PNP sensor = type 3) Openen van de behuizing Nodig voor het aanpassen van de soldeer-bruggen, die zich op de printplaat van de component bevinden (zie Afb. 6). -24V Rel. -24V Rel. -24V Rel. -24V Rel. Hiertoe de onderkant van de behuizing met aangepast gereedschap voorzichtig van de bovenkant van de behuizing scheiden. De component niet onder spanning openen! Afb.3 a) Impulsgenerator b) Potentiaalvrije uitgangscontacten b) B4 B3 B2 B1 J4 J3 J2 J1 Naderingsschakelaar PNP Spanningsbereik: U max. 30 VDC (< 4,0 V > 4,5 V) Signaalbelasting: ca. 18 ma (bij 24 VDC) Naderingsschakelaar NPN Spanningsbereik: U max. 30 VDC (< 4,0 V > 4,5 V) Signaalbelasting: ca. 18 ma (bij 24 VDC) NAMUR Spanningsbereik: U max. 30 VDC (< 4,0 V > 4,5 V) Signaalbelasting: ca. 9 ma (bij 24 VDC) Impulsgenerator Spanningsbereik: U max. 44 VAC (effectief) Signaalbelasting: ca. 9,0 ma (bij 44 VAC eff. ) "Signaalherkenning" (min.): ca. 1,44 VAC 4,66 Hz Afb.4 Omwille van de gerichte concipiëring van de EBW componenten als stilstandbewaker moet men er op letten dat een besturingscommando geen herstartblokkering veroorzaakt, d.w.z. dat eventueel een speciaal AAN- of RESET-signaal op een andere manier in het veiligheidsstroomcircuit gegenereerd moet worden, indien dit voor een herstart veiligheidstechnisch vereist is. Bij het vastleggen van de te bewaken bewegingsgrenswaarde moeten bovendien de uitvoeringen voor de componenteninstelling mede in acht genomen Daarnaast moet volgens EN 292 een toevallige of opzettelijke ontregeling van de instelpotentiometer aan de voorkant of van het wisselcontact van de componenten verhinderd worden of mag deze ontregeling niet tot een gevaarlijke toestand leiden. Indien dit standpunt relevant is en de gebruiker over geen mogelijkheden beschikt om dit op te lossen, is het gebruik van EBW-WB componenten, die niet over externe instelorganen beschikken, aanbevolen. Afb. 6: Zijaanzicht van de linkerprintplaat van de component, programmeren via gesoldeerde verbindingen Als de behuizing geopend is, moeten de ESD vereisten nageleefd Na het instellen moet de behuizing opnieuw gesloten Elementen pas aanraken nadat ze elektrisch ontladen zijn! Gesoldeerde bruggen H1...J4 aan de sensor aanpassen (zie Afb. 7) PNP/Namur NPN Tacho J1 J2 J3 J4 Afb.7 Gesoldeerde bruggen B1...B4 aan het benodigde frequentiebereik aanpassen (zie Afb. 8) Hz Aanslag rechts (ca. ) Aanslag links (ca. ) B4 0,08 Hz 1 Hz B3 0,8 Hz 10 Hz B2 8 Hz 100 Hz B1 80 Hz Hz Afb.8 4

5 Fijninstelling van de geprogrammeerde frequentie De fijninstelling wordt via de potentiometer in het deksel van de behuizing uitgevoerd, rechtsaanslag ongeveer, linksaanslag ongeveer (zie ook Afb. 8). In bedrijfsmodus wordt relais K1 geactiveerd (wisselcontact in het deksel van de behuizing) als de ingestelde frequentie onderschreden wordt of als in bedrijfsmodus de frequentie overschreden wordt. De gekozen instelling moet in onuitwisbare inkt in het daarvoor voorziene veld op de component geschreven Het onderstaande instelrapport moet ingevuld en bij de handleiding van de installatie 5.4 Instelrapport voor EBW componenten Het rapport van de instelling van het apparaat moet door de klant aangevuld en bij de technische documentatie van de machine gevoegd Het instelrapport moet beschikbaar zijn in geval van een veiligheidsinspectie. Firma: Component nr. EBW component: Opmerking voor niet-ingestelde componenten: De gebruiker is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de parametrering volgens de meegeleverde instelinstructies. Het instelrapport moet volgens de EG Machinerichtlijn bij de machinedocumentatie gevoegd worden! 6 Gebruik en onderhoud 6.1 Functietest De veiligheidsfunctie van de veiligheidsmodule moet getest Hierbij moet op voorhand het volgende gegarandeerd zijn: 1. Bevestiging 2. Juiste uitvoering van de bedrading en de aansluitingen 3. Eventuele schade aan de behuizing van de veiligheidsmodule 4. Elektrische functie van de aangesloten sensoren en hun invloed op de veiligheidsmodule en de nageschakelde actoren 6.2 Onderhoud Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief de volgende stappen: 1. Correcte bevestiging van de veiligheidsmodule controleren 2. Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren 3. Elektrische functie controleren Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk vervangen Model sensor Grensfrequentie [Hz] Grenstoerental [rpm] Frequentiebereik (B1 B4) Resolutie [Imp/U] Programmering sensor (J1 J4) 7 Demontage en afvalverwijdering. 7.1 Demontage De veiligheidsmodule mag uitsluitend in spanningsloze toestand gedemonteerd De behuizing aan de onderkant met een sleufschroevendraaier ontgrendelen, naar boven drukken en, een beetje naar voren gekanteld, uitnemen. Ingesteld op Handtekening van de verantwoordelijke Bij het model moet het gekozen type (1...12) in onuitwisbare inkt in het daarvoor voorziene veld van de sticker op het deksel geschreven worden! 7.2 Afvoeren De veiligheidsrelaismodule moet op een correcte manier volgens de geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd De veiligheidsmodule wordt met de volgende machine gebruikt: Machinenr. Machinetype: Ingestelde parameters gecontroleerd op: Ingestelde parameters gecontroleerd door: Handtekening verantwoordelijke: 5

6 Bijlage 7.3 EG-Conformiteitverklaring EG-Conformiteitverklaring Vertaling van de originele conformiteitverklaring geldig vanaf 29 december 2009 Elan Schaltelemente GmbH & Co.KG Im Ostpark Wettenberg Germany Internet: Hiermee verklaren wij dat het hieronder beschreven veiligheidsapparaat op grond van zijn ontwerp en constructie beantwoordt aan de relevante Europese Richtlijnen. Benaming van de veiligheidsschakelaar: Beschrijving van de veiligheidscomponent: voor het bewaken van de motorstilstand of een ingesteld toerental/snelheid Geharmoniseerde EG Richtlijnen: 2006/42/EG EG-Machinerichtlijn 2004/108/EG EMC-Richtlijn Gemachtigde voor het samenstellen van de technische documentatie: Ulrich Loss Möddinghofe Wuppertal Erkende instantie voor het certificeren van het QS systeem volgens Bijlage X, 2006/42/ EG: TÜV Rheinland Industrie Service GmbH Alboinstraße Berlin Kenn Nr.: 0035 Plaats en datum van opstelling: Wuppertal, 6 oktober B- Rechtsgeldige handtekening Heinz Schmersal Directeur Opmerking De meest recente geldige conformiteitverklaring kan via gedownload Elan Schaltelemente GmbH und Co. KG Im Ostpark 2, D Wettenberg Postfach 11 09, D Wettenberg Telefon (0) Telefax (0) info-elan@schmersal.com Internet: 6