UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode DON T SHOOT THE MESSENGER! DE RELATIE TUSSEN NEGATIEVE FEEDBACK EN ATTITUDES, EMOTIES EN COGNITIES TEN AANZIEN VAN DE FEEDBACKGEVER. Scriptie Neergelegd tot het behalen van de graad Master in de Psychologie, Optie Bedrijfspsychologie en Personeelsbeleid door Kim Huybrecht Promotor: Prof. Dr. Frederik Anseel Begeleider: Lic. Marjolein Feys

2 Ondergetekende, Kim Huybrecht, geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden. Kim Huybrecht II

3 Abstract In het dagelijkse werkleven wordt continu feedback gegeven. Feedback is dan ook een onderwerp dat in de loop der jaren bijzonder veel onderzocht is. Hoewel er de laatste jaren steeds meer onderzoek gebeurt naar negatieve feedback, wordt de relatie met de feedbackgever nog vaak vergeten. Omdat er indicaties zijn dat deze van belang is, werd in deze studie beoogt hier wel de nodige aandacht aan te besteden. In deze studie met 274 participanten werden dan ook voor het eerst het effect van negatieve feedback op emoties, cognities en attitudes ten aanzien van de feedbackgever samen onderzocht. Aan de hand van moderatoranalyses werd nagegaan welke invloed verscheidene emoties en cognities hebben op de relatie tussen negatieve feedback en attitudes ten aanzien van de feedbackgever. In dit onderzoek konden echter geen effecten gevonden worden. Desondanks mag niet uitgesloten worden dat deze effecten niet bestaan. Er worden dan ook aanbevelingen gedaan naar toekomstig onderzoek toe. III

4 Voorwoord Graag had ik een aantal personen bedankt die geholpen hebben bij het tot stand komen van deze masterproef. Allereerst zou ik graag Prof. Dr. F. Anseel, mijn promotor, willen bedanken voor de opportuniteit om rond dit interessante onderwerp te schrijven. Eveneens dank ik lic. Marjolein Feys, omwille van haar enthousiaste begeleiding. Dankzij haar nuttige commentaren en feedback, werd het schrijven van deze thesis een stuk makkelijker. Zonder respondenten is er geen thesis. Mijn dank gaat dan ook uit naar alle studenten die de vragenlijst invulden. Ten slotte wil ik ook mijn familie en vrienden voor hun steun bedanken. In het bijzonder wil ik graag Rozemarijn Vleugel, Marij Van De Velde en Michiel Crommelinck bedanken voor al hun steun en hulp. IV

5 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Literatuurstudie... 4 Ontwikkelingen in feedbackonderzoek... 4 Het teken van de feedback... 5 Attitudes, emoties en cognities... 7 Attitudes... 7 Emoties... 9 Cognities Andere moderatoren Eigenwaarde Doeloriëntaties Bruikbaarheid Belang Accuraatheid Rechtvaardigheid Methode Resultaten Analytische benadering Moderatoranalyses Discussie Implicaties Conclusie Referenties

6 Inleiding Feedback is niet weg te denken uit een mensenleven. Elke dag opnieuw vragen en geven we feedback aan onze naasten. Hoe vaak geven we geen complimentjes of vragen we mensen naar hun mening over onszelf? Feedback geeft ons informatie over ons gedrag of onze prestaties (Kluger & DeNisi, 1996). Met die informatie kunnen we onszelf proberen verbeteren en ontwikkelen (Kluger & DeNisi, 1996). Zolang het over positieve of neutrale feedback gaat, lijkt er geen probleem. Maar als mensen negatieve feedback moeten geven, wordt het opeens heel wat moeilijker. De meeste mensen krijgen niet graag negatieve feedback, want dit bedreigt hun zelfbeeld (Kluger & DeNisi, 1996) en hun gevoel van competentie (Fisher, 1978). Mensen geven ook niet graag negatieve feedback, want ze weten hoe pijnlijk dit kan zijn. Niemand is graag de brenger van slecht nieuws. Mensen weten uit ervaring dat negatieve feedback krijgen, kan leiden tot allerlei emoties zoals woede, verdriet, pijn en erger bij de ontvanger. Zij vermijden dit dan ook liever (Sargeant, Mann, Sinclair, Van Der Vleuten & Metsemaker, 2006). Emoties zijn reacties op een gebeurtenis, zij zijn intens, maar kort in tijdsspanne (Frijda, 1986). Omdat emoties zo intens zijn kunnen zij grote effecten hebben. Om het effect van die emoties ten volle te kunnen begrijpen moeten we ons beroepen op de affectieve gebeurtenissen theorie (Weiss & Cropanzano, 1996). Deze theorie poneert dat gebeurtenissen op het werk zoals bijvoorbeeld feedback affectieve reacties teweeg brengen. Deze reacties zouden op hun beurt dan weer direct of indirect zorgen voor beïnvloeding van werkgedragingen. Opdat deze emoties tot stand kunnen komen, moet men eerst door een cognitief beoordelingsproces van twee fasen. Eerst zal men een algemene beoordeling maken (positief of negatief), waarna men een diepere analyse zal uitvoeren. Dit leidt tot het ontstaan van verschillende emoties (Weiss, Suckow, & Cropanzano, 1999). Wanneer mensen feedback krijgen, ontketent dit niet alleen emotionele reacties. Mensen moeten ook op een cognitieve manier omgaan met de verkregen boodschap. Afhankelijk daarvan zullen zij beslissen feedback al dan niet te aanvaarden (Sargeant et al., 2006). Deze beslissing zal tot een aantal attitudes leiden / impact hebben op de attitudes van die persoon. Een attitude is een geheel van opvattingen en gevoelens ten opzichte van iets of iemand die ons aanzetten tot handelen. Attitudes zijn een positieve of negatieve beoordeling van iets of iemand en weerspiegelen daarmee onze voorkeuren. Dit is niet zo gemakkelijk te onderzoeken, aangezien deze ook latent kunnen zijn. Mensen kunnen handelen in functie van hun attitudes zonder dat ze weten dat die er zijn of hoe die in elkaar zitten. Die attitudes 2

7 worden verondersteld tot enkele werkgedragingen te leiden: bijvoorbeeld ontslag nemen, contraproductief werkgedrag, (Belschak & Den Hartog, 2009). Er is al heel veel onderzoek rond feedback gebeurd. Omdat oorspronkelijk werd aangenomen dat feedback enkel positieve effecten zou uitoefenen op de prestatie was dat ook de onderzoeksfocus. Pas veel later is men ook de negatieve gevolgen van feedback gaan erkennen (Kluger & DeNisi, 1996). Maar een onderzoek naar louter positieve of negatieve feedback en diens effecten, is niet voldoende. Onderzoek toont aan dat alleen het teken van de feedback niet volstaat om de verscheidenheid in reacties te verklaren (Kluger & DeNisi, 1996). Er is teveel variantie tussen contexten en personen. Daarom is het dus nodig om de verschillen in emoties, cognities en attitudes in kaart te brengen. In de literatuur wordt de feedbackgever vaak vergeten. Hoewel er bijzonder veel onderzoek bestaat over hoe feedback gegeven moet worden, worden de reacties vooral toegespitst op andere factoren (Kluger & DeNisi, 1996). Welk effect negatieve feedback heeft op emoties, cognities en attitudes ten aanzien van de feedbackgever werd nog niet eerder onderzocht. Deze studie probeert hier een bijdrage aan te leveren. In het volgende hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op de literatuur. Eerst zal het begrip feedback gedefinieerd worden en zullen de ontwikkelingen in het feedbackonderzoek geschetst worden. Daarna zal het feedbackteken (positieve of negatieve feedback) met zijn gevolgen besproken worden. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de emoties, cognities en attitudes na negatieve feedback. Daarop volgend worden er een aantal factoren besproken waarvan verwacht wordt dat ze een invloed hebben op de intensiteit van die negatieve emoties, cognities en attitudes. Na de literatuurstudie worden alle bovenstaande variabelen samen voorgesteld in een model. Daarop volgt de gebruikte methode van dit onderzoek. Daarna worden achtereenvolgens de resultaten met bespreking van de empirische toetsen en diens resultaten weergegeven. Ten slotte eindigt deze studie met een conclusie en aanbevelingen voor verder onderzoek. 3

8 Literatuurstudie Feedback wordt in de literatuur op verschillende manieren gedefinieerd. Zo spreken Ilgen, Fisher en Taylor (1979, p. 350) over feedback als een speciale vorm van communicatie waarbij een zender een boodschap meedeelt aan een ontvanger en waarbij de boodschap informatie omvat over de ontvanger ervan. Als het echter over feedback in een werkgerelateerde context gaat wordt worden Kluger en DeNisi (1996) vaak geciteerd. Feedback is door hen gedefinieerd als de acties die een externe agent neemt om een werknemer informatie te geven over zijn presteren op een taak (p. 255). Met andere woorden: men tracht mensen informatie te geven omtrent hun presteren in de hoop dat dit hen motiveert om vordering te maken naar de gestelde doelen. Ontwikkelingen in het feedbackonderzoek Oorspronkelijk dacht men dat feedback enkel positieve effecten zou hebben op de prestatie (Kluger & DeNisi, 1996). Thorndikes Law of effect (1913; zie Kluger & DeNisi, 1996) is op deze visie de meest invloedrijke theorie geweest. De Law of effect stelt positieve en negatieve feedback gelijk met respectievelijk bekrachtiging en bestraffing. Bekrachtiging zou het gedrag versterken waar bestraffing het ongewenste gedrag zou doen afnemen. Zowel positieve als negatieve feedback faciliteren het leren en hebben dus bijgevolg een positieve invloed op prestatie (Thorndike, 1913; zie Kluger & DeNisi, 1996). De studie van Ammons (1956; zie Kluger & DeNisi, 1996) ondersteunde deze bevindingen en werd als een mijlpaal gezien. Feedback verbeterde volgens deze studie zowel de leerprocessen als de motivatie van de werknemer. Er waren echter empirische inconsistenties met deze predicties, maar daar werd onvoldoende aandacht aan besteed. Ondanks deze kritiek wordt deze studie nog steeds gebruikt om de positieve effecten van feedback te ondersteunen. Hoewel de Law of Effect (Thorndike, 1913; zie Kluger & DeNisi, 1996) bijzonder veel empirisch onderzoek voortgebracht heeft, is deze te breed om alle complexiteiten te ondervangen. Hoewel de effecten volgens Kluger en DeNisi (1996) gemiddeld gezien positief zijn, zou feedback toch in meer dan één derde van de gevallen negatieve gevolgen hebben op de prestatie. Later onderzoek toonde dan ook aan dat feedback de prestatie zowel positief, neutraal als negatief kan beïnvloeden (e.g. Audia & Locke, 2003; Belschak & Den Hartog, 2009; Ilgen et al., 1979; Kluger & DeNisi, 1996; Lam, Yik, & Schaubroeck, 2002). 4

9 Kluger & DeNisi (1996) hebben echter een theorie ontwikkeld die wel rekening houdt met alle effecten van feedback. Deze theorie is de Feedback Interventie Theorie (FIT) en integreert alle bestaande theorieën. Er zijn drie basisassumpties onderliggend aan deze theorie (Kluger & DeNisi, 1998). De eerste assumptie is dat het menselijk gedrag wordt gereguleerd door feedback te vergelijken met bepaalde doelen. Mensen zetten doelen voor zichzelf. Feedback geeft mensen een idee hoe goed ze bezig zijn met betrekking tot het halen van die doelen. Als de feedback negatief is, kunnen de vergelijkingen met hun doelen discrepanties aan het licht brengen. De tweede assumptie is dat aandacht gelimiteerd is. Men zal slechts aandacht kunnen geven aan een aantal discrepanties. Enkel diegene die actief onderzocht worden kunnen leiden tot gedragsveranderingen. De derde en laatste assumptie is dat feedback interventies bepalen aan welke discrepanties mensen aandacht schenken. Deze feedback interventies veranderen bijgevolg het gedrag. Wanneer discrepanties optreden kunnen mensen op vier manieren reageren. Men kan de inspanning verhogen om de doelen te bereiken, de verkregen feedback naast zich neerleggen en er geen gevolg aan geven, de doelen niet meer nastreven of de doelen veranderen. Deze vier strategieën vinden ondersteuning in wetenschappelijk onderzoek (o.a. Audia, 2003; Can, 2009; Ilgen & Davis, 2000; Kluger & DeNisi, 1996). Het teken van de feedback Dat feedback zoveel verschillende effecten (positief, negatief, neutraal) heeft, kan onder meer verklaard worden door het teken van de feedback. Het teken is de positieve of negatieve evaluatie van iemands prestatie ten aanzien van een doel. (Kluger & DeNisi, 1996, p. 255). Met andere woorden gaat het teken van feedback over het feit of iemand positieve of negatieve feedback over zijn presteren ontvangt. Dit is belangrijk omdat het in sterke mate de reacties van mensen op beoordelingen beïnvloedt. Zo wordt in onderzoek uitgebreid aangetoond dat positieve feedback leidt tot gunstigere reacties (Anseel & Lievens, 2007; Belschack & Den Hartog, 2009; Illies, De Pater & Judge, 2005; Lam, Yik & Schaubroeck, 2002). Lam (2002) kwam tot de conclusie dat positieve feedback onder meer leidt tot een hogere jobtevredenheid en een lagere verloopintentie. Maar teveel positieve feedback kan ook negatieve gevolgen hebben. Als iemand frequent positieve feedback krijgt, zal hij/zij geneigd zijn om hetzelfde gedrag te blijven stellen. In dit geval zal iemand veel later opmerken wanneer de strategie niet langer effectief is en ook minder vaak veranderen van strategie. Dit is te wijten aan het idee dat het verleden 5

10 een goede voorspeller is van de toekomst. Was het gedrag in het verleden succesvol, dan verwacht men dat het in de toekomst ook zo zijn (Audia, Locke, & Smith, 2000). Negatieve feedback is echter een heel ander verhaal dan positieve feedback, aangezien negatieve feedback vooral wordt gegeven wanneer het fout loopt. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat negatieve feedback minder vaak gegeven en gezocht wordt dan positieve feedback (Audia & Locke, 2003). Werknemers krijgen niet graag negatieve feedback, het bedreigt hun zelfbeeld (Kluger & DeNisi, 1996) en hun gevoelens van competentie (Fisher, 1978). Men doet deze feedback dan ook vaker af als onjuist, waardoor er niet of op een negatieve manier gereageerd wordt. Het is dus duidelijk dat feedback en zeker negatieve feedback, niet altijd aanvaard of geaccepteerd wordt (Anseel & Lievens, 2006; Baron, 1988; Fisher, 1978; Kluger & DeNisi, 1996; Sargeant et al., 2006). De plaats waar mensen feedback ontvangen heeft een impact op reacties. Het maakt een verschil of mensen feedback krijgen in een private of publieke omgeving. Als mensen negatieve feedback ontvangen wanneer er anderen in de buurt zijn, zullen de emoties die ze voelen (bijv. angst, schaamte of vernedering) veel sterker zijn (Belschak & Den Hartog, 2009; Snell, McDonald, & Koch, 1991). Ook voor positieve emoties is dit het geval: men zal eveneens sterkere emoties rapporteren wanneer men feedback ontvangt in een publieke omgeving (Fong, 2006). Maar het zijn niet alleen de werknemers die feedback lijken te vrezen. Ook leidinggevenden geven niet graag (negatieve) feedback. Werknemers kunnen erg afwijzend, defensief of zelfs agressief reageren indien ze negatieve feedback ontvangen. Belschak en Den Hartog (2009) kwamen door hun onderzoek bijvoorbeeld tot de conclusie dat frustratie en woede kan leiden tot contraproductief werkgedrag. Contraproductief werkgedrag is te definiëren als destructieve acties die de organisatie of de collega s van de werknemer schaden. (Marcus & Schuler, 2004, p. 650) Managers geven dus niet graag negatieve feedback. Het gevolg is dat negatieve feedback vaak wordt vermeden, uitgesteld, of indirect wordt gebracht (Anseel & Lievens, 2006). Dit is echter geen goed idee, want Baron (1993) kwam tot de conclusie dat als leidinggevenden het moment van feedback uitstellen tot het echt niet meer genegeerd kan worden, ze veel vaker boos of gefrustreerd zijn. Ze geven dan frequenter destructieve feedback. Die zorgt er op zijn buurt dan weer voor dat de ontvanger kwaad of gespannen wordt (Baron, 1988). Net zoals bij positieve feedback, is er ook iets te zeggen over het effect van frequent negatieve feedback krijgen. Zo vonden Audia en Locke (2003) dat als men frequent negatieve feedback krijgt, men meer angst zal vertonen. Het is plausibel dat deze variabelen een relatie vertonen. Mensen die meer angst vertonen, zullen meer negatieve feedback krijgen. Maar het 6

11 omgekeerde is ook waar. Mensen die veel negatieve feedback krijgen zullen angstiger zijn om negatieve feedback te krijgen (Audia & Locke, 2003). Of iemand positieve of negatieve feedback krijgt is echter niet afdoende om te kunnen voorspellen of de feedback ook een effect op de prestatie zal hebben. Het effect van het feedbackteken blijkt vooral taakafhankelijk te zijn. Belangrijk is hier of men positieve of negatieve feedback krijgt en of men wil werken aan taak of moet werken aan een taak (Kluger & DeNisi, 1996). De prestatie zal dalen als iemand wil werken aan een taak en negatieve feedback ontvangt. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand een boek schrijft maar daarna van elke uitgeverij te horen krijgt dat het niet voldoet. De persoon in kwestie zal vaak gedemotiveerd zijn om een volgend boek te schrijven of de uitgeverijen opnieuw te contacteren. Ook bij positieve feedback en het moeten werken aan een taak zal de prestatie dalen. Hier werken mensen aan een taak omdat ze daar verplicht toe worden. Als hen verteld wordt dat het niveau dat ze op dit moment halen voldoende is, zullen ze geen extra inspanningen doen om dit nog te verbeteren. Het omgekeerde is als men negatieve feedback krijgt en men moet werken aan een taak. Dit zal de prestatie verbeteren. Als werknemers het signaal krijgen dat hun huidige prestaties op een verplichte taak niet voldoen, zullen zij trachten hun huidige niveau te verbeteren. Ook bij het willen werken aan een taak en positieve feedback, zal de prestatie verbeteren. Dit is bijvoorbeeld het geval als de schrijver een uitgeverij vindt die zijn boek wil publiceren. De persoon in kwestie zal proberen een beter of minstens even goed vervolg te schrijven (Kluger & DeNisi, 1996). Recent onderzoek toont aan dat willen of moeten werken aan een taak wellicht niet voldoende is om de verschillen te verklaren. Onderzoek toont namelijk aan dat mensen wellicht meer gemotiveerd zijn na positieve feedback als men een promotiefocus heeft. Het omgekeerde zou waar zijn voor een preventiefocus. Bij het eerste wordt gefocust op doelen bereiken en bonussen, waar de preventiefocus focust op vermijden van straffen (Van Dijk & Kluger, 2010). Een preventiefocus zou meer nut ondervinden van negatieve feedback. Dit leidt tot betere prestaties. Voor de promotiefocus is het echter net andersom (Van Dijk & Kluger, 2010). Attitudes, emoties en cognities In wat hieronder volgt zal dieper ingegaan worden op attitudes, emoties, cognities en. Hoewel de attitudes, emoties en cognities drie zeer verschillende concepten zijn, is er sprake van een complex samenspel (Kluger & DeNisi, 1996). Er bestaat namelijk een continue wisselwerking van wat iemand denkt, voelt en welk gedrag hierdoor gesteld wordt. Hieronder 7

12 werd dan ook gekozen om dit samenspel op die manier uit te diepen. Per construct zal aangegeven worden hoe emoties, cognities en attitudes zich verhouden. Er wordt gestart met attitudes. Daar deze studie zich toespitst op het effect van negatieve feedback op attitudes ten aanzien van de feedbackgever, is dit een logisch startpunt. Daarna wordt dieper ingegaan op affectieve en cognitieve aspecten die in de literatuur belangrijk bleken bij feedbackonderzoek. Hierbij zal getracht worden te schetsen hoe deze factoren een effect kunnen hebben op de relatie tussen de negatieve feedback en de attitudes jegens feedbackgever. Attitudes. Oppenheim (1966) definieert een attitude als volgt: Een attitude is een staat van gereedheid, een neiging om te handelen of te reageren op een bepaalde manier als men geconfronteerd wordt met bepaalde stimuli Attitudes worden versterkt door overtuigingen (de cognitieve component) en veroorzaken vaak sterke gevoelens (de emotionele component) dat leidt tot bepaalde vormen van gedrag (de actie component). (p ) Onderzoek toont aan dat onze attitude tegenover de feedbackbron zal bepalen of we feedback al dan niet aanvaarden. Zo zal men, als men een bron percipieert als betrouwbaar, feedback sneller aanvaarden (Steelman & Rutkowski, 2004). Die geloofwaardigheid hangt af van tenminste drie factoren: de ingeschatte competentie, betrouwbaarheid en of men de bron graag mag (Steelman & Rutkowski, 2004). Als we iemand graag mogen en er een goede band met iemand op nahouden, zullen we veel vaker feedback aanvaarden. Zo aanvaarden mensen bijvoorbeeld vaak makkelijk feedback van goede vrienden omdat ze geloven dat ze zich een eerlijk en accuraat beeld van ons kunnen vormen. De betrouwbaarheid verwijst naar het vertrouwen dat we kunnen hebben in de feedback. Als iemand bijvoorbeeld steeds oprechte en opbouwende kritiek geeft, dan zullen we de feedback sneller geloofwaardig vinden dan wanneer de feedback gegeven wordt door iemand die steeds onterechte kritiek geeft. De ingeschatte competentie refereert naar de competenties die de feedbackgever heeft. Als werknemers vinden dat de bron de juiste expertise heeft, maar er waarden op nahoudt die conflicteren met die van de werknemer, dan zal men minder geneigd zijn deze informatie te gebruiken (O Reilly, 1983). Men zal dus eerder iemand vertrouwen die er dezelfde waarden op nahoudt. Dit leidt ertoe dat mensen negatieve feedback sneller zullen aanvaarden van iemand die ze graag mogen. Want als we iemand graag mogen, dan gaan we er ook veel vaker van uit dat ze het goed met ons 8

13 voorhebben (Fedor, 1991). Indien de feedbackgever deze drie competenties heeft zal men de feedback in het algemeen sneller aanvaarden (Audia & Locke, 2003). Kim (2004) kwam eveneens tot resultaten die ondersteunen dat de overtuigingskracht van de feedbackbron afhankelijk is van de percepties en attitudes tegenover de feedbackgever. Er kan dus geconcludeerd worden dat attitudes een bufferend effect kunnen hebben als men negatieve feedback krijgt. Tevens kan men veronderstellen dat verscheidene emoties en cognities de relatie tussen negatieve feedback en het effect op de attitudes ten aanzien van de feedbackgever beïnvloeden. Welke factoren en hoe wordt hieronder verduidelijkt. Omdat in dit onderzoek de vraag gesteld wordt welk effect negatieve feedback heeft, zal enkel hier dieper op ingegaan worden. Emoties. Zoals eerder vermeld, hebben verschillende soorten van feedback een verschillend effect op de emoties van een persoon. Dit geheel van effecten is het domein van de affectieve gebeurtenissen theorie (Weiss & Cropanzano, 1996). Deze theorie poneert dat gebeurtenissen op het werk zoals bijvoorbeeld feedback affectieve reacties teweeg brengen. Die affectieve reacties zouden op hun beurt dan weer direct of indirect zorgen voor beïnvloeding van werkgedragingen. Affect kan volgens deze theorie opgesplitst worden in verschillende vormen. Ten eerste zijn er de emoties als reactie op een gebeurtenis. Emoties zijn over het algemeen intens maar kort in tijdspanne (Frijda, 1986). Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer men woedend of intens verdrietig is na negatieve feedback. Ten tweede is er een affectieve staat. Dit duidt aan of iemand zich ergens positief of negatief bij voelt. Zo kan men het gevoel hebben dat een feedbackproces positief of eerder negatief verlopen is (Belschak & Den Hartog, 2009). Ten slotte zijn er stemmingen. Stemmingen hebben geen duidelijk object en zijn minder hevig dan emoties (Frijda, 1986). We zeggen in deze context vaak dat iemand down is of in een goed humeur (Belschak & Den Hartog, 2009). Deze vormen van affect hebben een invloed op de motivatie en op werkgedragingen (Weiss & Cropanzano, 1996). Zo toont onderzoek bijvoorbeeld aan dat mensen vaak ontslag nemen nadat er zich situaties voordeden op het werk die emoties van woede uitlokken (Fitness, 2000). Afhankelijk van hoeveel aandacht naar de gevoelde emoties gaat, belemmert, faciliteert of heeft emotie-gestuurd gedrag geen impact op andere activiteiten (Weiss & Cropanzano, 1996). Negatieve emoties vereisen echter veel meer aandacht dan positieve emoties (Taylor, 1991). Zo zal men sterkere fysiologische, affectieve, cognitieve en gedragsmatige reacties vertonen na het verkrijgen van negatieve feedback dan na neutrale of 9

14 positieve feedback. Ook nadat de affectieve gebeurtenis voorbij is, zullen deze reacties veel langer stand houden (Taylor, 1991). Omdat alleen emoties en affectieve staat een objectgerichtheid hebben, zullen alleen deze vormen van affect opgenomen worden in dit onderzoek. Hypothese 1: Negatieve emoties modereren de relatie tussen negatieve feedback en negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Verwacht wordt dat de negatieve attitude versterkt zal worden als men negatieve emoties ervaart na negatieve feedback. Cognities. Hoewel het lijkt alsof gevoelens ons soms simpelweg overkomen, kunnen mensen toch een zekere controle uitoefenen op wat zij voelen (Gross, 1999). Mensen kunnen bewust en onbewust hun emoties monitoren. Ze kunnen bepalen of ze terecht zijn, sommige emoties faciliteren en andere beperken. Zij kunnen beslissen om sommige emoties niet te ervaren en ook of ze hun emoties al dan niet willen tonen (Gross, 1999). Hoe men omgaat met een emotie hangt af van de beoordeling van de emotie. Cognitieve beoordelingstheorieën van emoties poneren dat emotionele ervaringen gebaseerd zijn op beoordelingen, evaluaties en interpretaties van gebeurtenissen (Frijda, 1986; Lazarus, 1991). Weiss, Suckow en Cropanzano (1999) beschrijven een twee fasen proces. Hierin beoordeelt men in de eerste fase een gebeurtenis als goed of slecht tegenover persoonlijke doelen en waarden. Dit leidt tot een positief of negatief affect. Als men bijvoorbeeld s avonds op straat loopt en een groepje jongeren ziet aankomen, dan kan men deze situatie negatief beoordelen. Dit zal dan leiden tot een negatief affect zoals bijvoorbeeld een onbehaaglijk gevoel. In de tweede fase zal men opnieuw een beoordeling maken waarbij mijn de contextuele factoren in kaart brengt. Deze beoordeling zal echter diepgaander zijn dan de eerste en houdt rekening met onder andere gepercipieerde controle, hoe goed men dit kan verwerken, wat de consequenties zijn en welke toekomstige ontwikkelingen men verwacht. Dit leidt tot verschillende emoties (Weiss, Suckow, & Cropanzano, 1999). In ons voorbeeld zou men hier rekening houden met factoren als: heb ik geld bij mij? Is het donker op straat? Zijn er andere mensen in de buurt? Dit kan leiden tot een veilig gevoel, bijvoorbeeld als er veel mensen op straat zijn. Maar dit zou ook kunnen leiden tot gevoelens van angst, als men bijvoorbeeld helemaal alleen is. Emotionele responsen komen voornamelijk voort uit de gepercipieerde inconsistentie tussen de zelfperceptie en de perceptie van de professionele omgeving (Sargeant et al., 2006). 10

15 Omdat de feedback de trots en de eigenwaarde van de ontvanger kan ondermijnen, wordt de feedbackboodschap emotioneel beladen (Ashford, Blatt & VandeWalle, 2003). Dit activeert zelfdefensie mechanismen zoals bijvoorbeeld een bias door attributies. Hier interpreteert men de positieve aspecten van de uitkomsten aan zichzelf (interne attributie) en de negatieve aspecten aan buiten zichzelf, bijvoorbeeld aan situationele factoren (externe attributie). Een voorbeeld van interne attributie zou zijn: Ik kreeg dit weekend veel fooien omdat ik zo vriendelijk was. Een voorbeeld van externe attributie is: Ik kreeg dit weekend amper fooi omdat iedereen last heeft van de economische crisis. Mensen verschillen echter niet alleen in de manier van interpretatie maar ook in de mate waarin zij negatieve feedback analyseren. Dit kan gaan van een diepgaande analyse tot simpelweg screenen van de informatie (Audia & Locke, 2003). Zo zou iemand er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om alleen de globale boodschap in rekening te brengen: Ik heb niet goed gepresteerd en in de toekomst moet ik het beter doen. Terwijl iemand anders de hele boodschap van naadje tot draadje gaat ontleden. Mijn prestatie is op deze manier tot stand gekomen, en dit liep er mis. De oorzaken daarvan waren En dit zijn de gevolgen In de toekomst kan ik dit vermijden door Audia en Locke (2003) geven twee belangrijke redenen aan waarom een diepgaande analyse moeilijker is bij negatieve dan bij positieve feedback. Ten eerste geeft men niet alleen minder negatieve feedback, deze is ook veel vaker ambigu. Dit in een poging om de feedback meer acceptabel te maken voor de ontvanger. Ten tweede geeft negatieve feedback persoonlijke informatie en is het vaak moeilijker om dit objectief te bekijken dan bij positieve feedback. Het is namelijk veel makkelijker om te horen dat je goed bezig bent dan dat je iets mis doet. Omdat cognities meestal samen te vatten zijn aan de hand van andere factoren, zijn deze vervat in de andere moderatoren. Andere moderatoren Naast emoties en cognities zijn er een aantal belangrijke constructen waarvan verwacht wordt dat ze de relatie tussen negatieve feedback en attitudes ten aanzien van de feedbackgever beïnvloeden. Eigenwaarde. Een belangrijk onderdeel van emoties, zijn de emoties jegens zichzelf. Met andere woorden, hoe een persoon zijn eigenwaarde percipieert. Of zoals Brown (2010) uitdiept: het allesomvattende gevoel van affectie dat mensen hebben ten aanzien van zichzelf (p. 1389). Dit gevoel van affectie slaat louter op gevoelens van trots of schaamte en 11

16 niet op emoties die niet relevant zijn voor het zelf, zoals geluk of verdriet (Brown & Dutton, 1995; Brown & Marshall, 2001). Tevens is het niet afhankelijk van hoe mensen zich evalueren in specifieke delen van hun leven (Dutton & Brown, 1997). Eigenwaarde is dus ongerelateerd aan hoe mensen zich bijvoorbeeld evalueren in hun job. Het is veel ruimer dan dat, eigenwaarde is een totaalplaatje. Er zijn echter grote verschillen in de mate van gerapporteerde eigenwaarde. Mensen kunnen een lage of een hoge eigenwaarde hebben. Mensen met een hoge eigenwaarde rapporteren minder emotionele stress wanneer zij geconfronteerd worden met negatieve feedback (Brown, 1993, 1998, 2010; Brown & Marshall, 2001, 2006). Ook Holland, Meertens en Van Vugt (2002) onderzochten dit. Zij gaven participanten egobedreigende feedback en maten daarna hun psychologische ongemak. Zoals verwacht zorgde deze feedback voor ongemakkelijke en onbehaaglijke gevoelens bij mensen met een lage eigenwaarde. Dit had echter geen effect op mensen met een hoge eigenwaarde. Dit effect van hoge eigenwaarde kan echter niet toegeschreven worden aan cognitieve factoren als attributies, belang of verwachtingen. Voorts werd dit effect werd gevonden op de werkvloer (Brown, 2010), maar evenwel bij studenten. Park, Crocker en Kiefer (2007) onderzochten studenten die hun waardegevoel koppelden aan hun academische prestaties. Ook hier bleek dat mensen met een lage eigenwaarde zich veel slechter voelden na falen. Dit effect van lage eigenwaarde werd ook cross-cultureel bevestigd. Brown, Caj, Oakes en Deng (2009) repliceerden dit effect namelijk in China. Men er kan dus van uitgaan dat dit een universeel en globaal effect is van hoge eigenwaarden dat kort samen te vatten valt als het vermogen om te falen zonder zich slecht te voelen over zichzelf (Brown, 1998; Brown & Marshall, 2001, 2006). In conclusie, hoge eigenwaarde speelt een belangrijke rol als mensen geconfronteerd worden met negatieve feedback en afwijzing (Brown, 2010). Hypothese 2: Negatieve eigenwaarde modereert de relatie tussen negatieve feedback en negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Verwacht wordt dat als men een negatieve eigenwaarde heeft, men een negatievere attitude ten aanzien van de feedbackgever zal hebben. Doeloriëntaties. Zo zal de ene mens hoge doelen voor zichzelf zetten en daardoor beter presteren, terwijl een ander reeds met middelmatig tevreden is en daarom veel minder goede prestaties haalt. Maar dat is niet het enige verschil. Mensen kunnen een leer-, een prestatie- of een vermijdende oriëntatie hebben (VandeWalle, 1997). Mensen met een leerbenaderingsoriëntatie willen vooruitgaan. Er wordt dus een vergelijking gemaakt met 12

17 eigen vroegere prestaties. Zij willen hun vaardigheden vergroten, nieuwe handelingen leren of leren hoe om te gaan met nieuwe situaties (Dweck & Leggett, 1988; VandeWalle, 2003). Mensen met een prestatiebenaderingsdoeloriëntatie zijn eerder gefocust op hun competentie in relatie tot die van anderen (Dweck & Leggett, 1988; Baranik, Barron & Finney, 2007). Zo zal een werknemer met een prestatie oriëntatie zijn resultaten steeds vergelijken met collega s om te zien of hij beter, hetzelfde of slechter scoort. Degene met een prestatievermijdingsdoeloriëntatie vergelijken zichzelf ook met hun collega s maar proberen hierbij te vermijden dat ze slechter presteren dan collega s. Tevens proberen zij te vermijden dat collega s zien dat zij minder competent zijn (VandeWalle et al, 2001). Als doeloriëntaties in het licht van negatieve feedback bekeken worden, zijn er verschillende theorieën die een verklaring bieden voor de rol die feedback speelt. (VandeWalle et al. 2001). Ten eerste hebben doeloriëntaties een invloed op de interpretatie en het doel van feedback (Bobko & Colella, 1994). Een leerbenaderingsoriëntatie zorgt ervoor dat feedback als nuttig wordt geïnterpreteerd. De verkregen feedback wordt dan gezien als diagnostische informatie die duidelijk maakt hoe men fouten kan verbeteren en competenties kan ontwikkelen. Iemand wil bijleren, dus als hij weet waar het fout loopt, kan hij zich daar trachten in te verbeteren. Prestatiebenaderingsdoeloriëntaties zorgen er daarentegen voor dat feedback ervaren wordt als beoordelend en evaluatief. Zij willen beter zijn dan anderen, dus hebben moeilijkheden met negatieve feedback. Het is dus waarschijnlijk dat leerbenaderingsoriëntatiedoelen prestatievermijdingsoriëntatiedoelen ervoor zorgen dat feedback gebruikt wordt om de prestatie te verbeteren (VandeWalle et al., 2001). Ten tweede veronderstellen Farr, Hofmann en Ringenbach (1993) dat bepaalde aspecten van de prestatie extra benadrukt worden door doeloriëntatie. Doeloriëntatie beïnvloedt dus m.a.w. hoe feedback geïnterpreteerd wordt. Zo zal een leerbenaderingsdoeloriëntatie ervoor zorgen dat er meer nadruk gelegd wordt op de succesvolle aspecten van eerdere prestaties. Wat was bruikbaar, wat leidt tot successen en wat kan beter? Dit is in schril contrast met mensen die een prestatatievermijdingsdoeloriëntatie hebben. Zij zullen net de negatieve aspecten in acht nemen (Elliot & Harackiewicz, 1996). Aangezien personen met prestatiebenaderende of vermijdende doeloriëntaties ervan uit gaan dat bekwaamheid iets is dat onveranderlijk is, zal negatieve feedback over hun huidige prestatieniveau volgens VandeWalle et al. (2001) een eerder negatieve invloed hebben op daaropvolgende prestaties. Ten derde maken VandeWalle et al. (2001) gebruik van de theorie die Kluger en DeNisi (1996) ontworpen. Deze zegt dat feedback de aandacht leidt, dat dit de focus bepaalt. 13

18 Zij rapporteerden dat er een verschil is in het toewijzen van cognitieve bronnen. Cognitieve bronnen zullen toegewezen worden aan de taak als leerdoelgeoriënteerde individuen feedback ontvangen. Dit is logisch, want leerbenaderingsdoelgeoriënteerden willen vooral beter worden in de taak. Taakgerichtheid, wat een belangrijk kenmerk is van de leerbenaderingsdoeloriëntatie (Nicholls, 1984), zorgt er dus voor dat de cognitieve bronnen van het individu worden toegewezen aan een bepaalde taak. Deze toewijzing heeft meteen na het ontvangen van feedback al een positieve invloed op de taakprestatie. Als prestatiebenaderingsdoelgeoriënteerde individuen echter feedback ontvangen, worden de cognitieve bronnen niet meer toegewezen aan de taak, maar worden ze gebruikt om meer aandacht te bieden aan zichzelf. Egobetrokkenheid, een onderdeel van de prestatiebenaderingsdoeloriëntatie, zorgt er daarentegen voor dat er aandacht op zichzelf gefocust wordt. Hierdoor kunnen er minder cognitieve bronnen gebruikt worden voor de taak. Daar alle aandacht naar zichzelf gaat en niet naar de taak, zal men weinig bijleren. Het effect van de feedback op de resultaten van toekomstige taken zal dus gering zijn (VandeWalle et al., 2001). Als werknemers negatieve feedback krijgen, kunnen zij dus op verschillende manieren reageren. Wanneer zij negatieve feedback ontvangen ontstaat er en discrepantie tussen hun doelen en hun prestatie. Zij kunnen hierop reageren door harder te werken of door op te geven. Als werknemers geloven dat er weinig kans is dat ze het doel kunnen halen, dan zullen ze zich minder trachten dit doel te halen. Een mildere vorm hiervan is het verlagen van de standaard (Audia & Locke, 2003). Recent onderzoek toonde aan ook dat emoties een mogelijke moderator zijn in de relatie tussen feedback en werknemers hun doelregulatie (Illies et al., 2005). Ook Kluger & DeNisi (1996) vonden dat het teken van de feedback grotere effecten heeft op emoties dan op een persoon zijn/haar doelen of standaarden. Als mensen de boodschap accepteren en hun gedrag aanpassen dan hebben ze twee opties. Harder werken of andere strategieën proberen (Wood & Locke, 1990). Het antwoord op wanneer men welke optie kiest ligt in welke doeloriëntatie men heeft. Hypothese 3 : Doelregulaties modereren de relatie tussen negatieve feedback en negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Deze relatie zal versterkt worden voor prestatie en vermijdingsoriëntatie, maar zal afgezwakt worden voor leeroriëntatie. Bruikbaarheid. Mensen hebben echter echt behoefte aan feedback: als werknemers onzeker zijn over hun prestaties, gaan zij op zoek naar feedback. Zelfs als zij op voorhand niet 14

19 kunnen inschatten of deze feedback positief of negatief zal zijn (Ashford & Cummings, 1983). Dit zoeken wordt beïnvloed door drie overwegingen die mensen maken. (a) De gepercipieerde bruikbaarheid van de negatieve informatie over de prestatie. Als werknemers in het verleden vaak positieve beoordelingen kregen, dan zullen zij minder vaak feedback zoeken. Als men in het verleden slecht presteerde, zal de waarde van negatieve feedback stijgen (Audia & Locke, 2003). (b) De gepercipieerde bedreiging voor het zelfbeeld bij het ontvangen van deze negatieve feedback. Wie een lage eigenwaardering heeft zal eerder negatieve feedback vermijden om het zelfbeeld niet verder te schaden. (c) De gepercipieerde consequenties van het zoeken van negatieve feedback op het publiek imago. Een hoge nood aan zelfmonitoring versterkt de bezorgdheid omtrent het publiek imago. Dit doet mensen of negatieve feedback vermijden of feedback zoeken bij minder bedreigende bronnen (Audia & Locke, 2003). Ondanks dat mensen niet graag negatieve feedback krijgen, zullen zij hier toch berusting in kunnen vinden als ze deze feedback als bruikbaar percipieren (Audia & Locke, 2003). Het is dan ook denkbaar dat zij positiever zullen staan tegenover degene die hen deze feedback gegeven heeft. Hypothese 4: Bruikbaarheid modereert de relatie tussen negatieve feedback en negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Verwacht wordt dat als men de feedback bruikbaar vindt, men minder negatieve attitudes tegenover de feedbackgever zal ervaren. Belang. In diezelfde optiek, zullen mensen eveneens minder negatieve emoties ervaren als zij de feedback persoonlijk belangrijk vinden (Audia & Locke, 2003). Zo kan Als een voetbalspeler bijvoorbeeld negatieve feedback krijgt over zijn techniek en deze een leeroriëntatie heeft, dan zal die belang hechten aan de verkregen feedback. Deze zal hierdoor positiever tegenover de feedbackgever staan dan iemand die de feedback niet bruikbaar vindt. Deze resultaten zijn ook in andere onderzoeken terug te vinden. (Hattie & Timperley, 2007; Kluger & DeNisi, 1996). Als men het gevoel heeft dat feedback een meerwaarde heeft, zal iemand bereidt zijn feedback te aanvaarden. Ook wanneer dit om negatieve feedback gaat (Hattie & Timperley, 2007). Het zou dan ook logisch zijn moest men minder negatieve attitudes tegenover de feedbackgever hebben. Die heeft immers bruikbare informatie gegeven. 15

20 Hypothese 5: Belang modereert de relatie tussen negatieve feedback en attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Verwacht wordt dat als men belang hecht aan de negatieve feedback, men minder negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever zal hebben. Accuraatheid. Feedback wordt doorgaans gezien als een waardevol bron van informatie omdat het werknemers helpt om hun onzekerheid te verminderen, het informatie biedt over hun prestaties ten opzichte van de doelstellingen en hoe hun prestaties geëvalueerd worden door anderen (Ashford & Cummings, 1983). Ilgen et al. (1979) suggereren dat de waarde van deze informatie een belangrijke factor is in of mensen al dan niet feedback aanvaarden en er naar handelen. Feedback die beschouwd wordt als valide, accuraat en betrouwbaar zal vaker geaccepteerd en bruikbaar bevonden worden. Maar hoe accurraat een boodschap is, is niet altijd zo makkelijk in te schatten. Soms aanvaardt men feedback van iemand die men graag mag, terwijl deze eigenlijk niet accuraat is. Het tegendeel is ook waar: omdat men iemand niet graag mag, of niet vertrouwt, gaat men er al op voorhand vanuit dat de feedback niet accuraat is. Men maakt hier een onderscheid tussen oppervlakkige en diepte analyses. Een oppervlakkige analyse zorgt er dus voor dat men niet voldoende aandacht aan de boodschap schenkt en zich teveel focust op stimuli die eigenlijk niets met de feedback te maken hebben. Bij een diepte analyse daarentegen gaat men de feedback van naadje tot draadje ontleden. Men zal trachten de feedback en hoe deze tot stand kwam, helemaal te begrijpen. Hoewel het laatste in vele gevallen aan te raden is, is dit ook niet altijd nodig. Als men er vanuit kan gaan dat de bron noch de competenties, noch de waarden en noch goede wil bezit, dan is het ook de moeite niet om de tijd en energie in een diepgaande analyse van de boodschap te stoppen (Audia & Locke, 2003). Zo heeft het bijvoorbeeld geen nut om stil te staan bij de boodschap van een manager die feedback geeft over de werkbaarheid van een computerprogramma waar deze manager nooit zelf gewerkt heeft. Ook hier vinden we een sterk effect van negatieve feedback. Brett en Atwater (2001) onderzochten reacties op 360-graden feedback en kwamen tot de conclusie dat negatieve feedback veel vaker geassocieerd wordt met lage percepties van accuraatheid. Tevens werd negatieve emotionele reacties als woede en ontmoediging gevonden. Dit werd eerder al eens gevonden door Argyris (1991). Deze rapporteerde dat werknemers negatieve feedback vaak als niet accuraat en ongevoelig ervoeren. Dit geeft aan dat mensen die negatieve feedback 16

21 ontvangen maar deze bruikbaar vinden, minder negatieve attitudes jegens de feedbackgever zullen hebben. Hypothese 6: Accuraatheid modereert de relatie tussen negatieve feedback en negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Verwacht wordt dat als de feedback als accuraat gezien wordt, de attitude ten aanzien van de feedbackgever minder negatief zal zijn. Rechtvaardigheid. Colquitt (2001) argumenteert dat er naast procedurele rechtvaardigheid nog twee andere dimensies van rechtvaardigheid zijn die men in acht moet nemen. Ten eerste is er de distributieve rechtvaardigheid, dit verwijst naar de eerlijkheid van de beloning. Bijvoorbeeld als men vindt dat feedback eerlijk en accuraat weergeeft hoeveel tijd en moeite iemand in iets stopte, welke de prestaties waren en wat het resultaat daarvan was. Ten tweede is er de interactionele rechtvaardigheid. Deze dimensie wordt opgesplitst in informationele rechtvaardigheid en interpersoonlijke rechtvaardigheid. Bij informationele rechtvaardigheid gaat het over de accuraatheid van de boodschap en de adequaatheid waarmee deze wordt gebracht. Met andere woorden over hoe de feedback wordt gecommuniceerd. Zo zeggen Je voldoet niet. en Je prestaties zijn niet helemaal wat we ervan verwacht hadden. hetzelfde, maar het is een heel andere manier van communicatie. Omdat het tweede veel minder aanvallend is, zullen we ons dan ook rechtvaardiger behandeld voelen. De interpersoonlijke rechtvaardigheid verwijst naar hoe rechtvaardig de feedbackontvanger zich behandeld voelt door de feedbackgever. Als iemand ons bijvoorbeeld behandelt met vriendelijkheid en respect zullen we ons veel rechtvaardiger behandeld voelen dan wanneer iemand ons benadert met neerbuigendheid. Procedurele rechtvaardigheid is een belangrijke voorwaarde opdat de werknemer negatieve feedback als eerlijk en rechtvaardig zou beschouwen (McDowall & Fletcher, 2004). Tevens zorgt interactionele rechtvaardigheid voor positievere attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Wat op zijn beurt dan weer leidt tot een hogere aanvaarding van de feedback en positievere reacties naar de gehele organisatie (Leung et al., 2001). We kunnen dus vermoeden dat het tegendeel ook waar zal zijn. 17

22 Hypothese 7: Interactionele rechtvaardigheid modereert de relatie tussen negatieve feedback en attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Interactionele vaardigheid zal ervoor zorgen dat men minder negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever heeft na negatieve feedback.. Hypothese 8: Procedurele rechtvaardigheid modereert de relatie tussen negatieve feedback en attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Procedurele vaardigheid zal ervoor zorgen dat men minder negatieve attitudes ten aanzien van de feedbackgever heeft na negatieve feedback. Omdat distributieve rechtvaardigheid verwijst naar beloning en dit niet relevant is in het kader van dit onderzoek, zal deze niet onderzocht werden. Alle hypothesen en de te onderzoeken relaties binnen deze studie staan afgebeeld in onderstaand model (Figuur 1). Negatieve Negatieve feedback feedback Attitudes ten aanzien van de feedbackgever. Emoties (H1) Eigenwaarde (H2) Doeloriëntaties (H3) Belang (H4) Bruikbaarheid (H5) Accuraatheid (H6) Rechtvaardigheidsperceptie (H7, H8) Figuur 1: Onderzoeksmodel. 18

23 Methode Steekproef & Procedure In het kader van een reeks workshops gegeven aan studenten uit verschillende richtingen van de universiteit, kregen de deelnemers aan deze workshops na afloop een feedbackrapport met uitleg over hun prestaties op de workshops in kwestie. Aan dit onderzoek namen uiteindelijk 274 (66,4 % vrouwen, 33,6 % mannen) studenten deel. Meetinstrumenten Controlevariabelen. Als controlevariabele werd louter geslacht opgenomen. Mannen werden gecodeerd al 0, vrouwen als 1. Feedback. Alle studenten die deelnamen aan eerder genoemd opleidingsonderdeel kregen een feedbackscore. Er werd gescoord op een vijf puntsschaal, met 1 = heel slecht en 5 = heel goed. Deze score was een gemiddelde van hun score op 6 competenties: communicatie, feedback geven, feedback ontvangen, vergaderen, onderhandelen, samenwerken en besluitvorming. Tijdens de workshops waren telkens twee observatoren aanwezig die de prestaties van de participanten prestaties beoordeelden. De participanten waren hiervan op de hoogte. Daarna werden scores toegekend aan de hand van de prestaties tijdens de workshops. Deze scores variëren van 1 (onbevredigend) tot 5 (uitstekend). Elke participant werd na de workshops voorzien van een feedbackrapport waarin hun scores kenbaar gemaakt werden. Deze scores werden geduid aan de hand van een standaard tekst. Tevens kreeg ieder nog eens de kernboodschap van elke workshop mee. Daar de feedbackscore afhankelijk was van de prestaties, waren er ook positieve feedbackscores. Omdat uit analyses bleek dat het feedbackteken niet leidde tot consistentie in emoties en cognities, werden alle participanten opgenomen. Affect. Om affect te meten werd gebruik gemaakt van verschillende meetinstrumenten. Ten eerste werd nagegaan hoe men zich voelde ten opzicht van de feedback. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de 24 items van Atwater & Brett (2005), met een vijfpuntenschaal van 1 (helemaal niet) tot 5 (heel veel). Hier moesten de participanten aangeven hoe zich voelden tegenover de feedback die ze gekregen hadden. Dit meetinstrument bevat zowel een positieve, negatieve als motivatieschaal. Een voorbeelditem 19

24 omtrent negatieve feedback is: Na het krijgen van mijn feedback voel ik me gefrustreerd. Er werd een gemiddelde schaalscore berekend voor elke subschaal. De subschalen hebben een interne consistentie van respectievelijk.91,.89 en.79. Ten tweede werd gebruik gemaakt van de PANAS ontworpen door Watson, Clark en Tellegen (1988). Deze schaal bestaat uit 20 woorden die verschillende gevoelens beschrijven. Hiermee werd bevraagd hoe vaak men zich gemiddeld genomen zo voelt. Ook hier werd gemeten met een vijfpuntenschaal van 1 (heel weinig) tot 5 (heel veel). Een aantal voorbeelden zijn: bedroefd, schuldig, actief. De interne consistenties voor negatief en positief affect bedragen respectievelijk.75 en.73. Er werd een gemiddelde schaalscore berekend voor elke subschaal. Eigenscore. Tevens werd aan de participanten gevraagd om zichzelf een score te geven op tien met 0 = heel slecht en 10 = uitstekend. Zij werden hiertoe geïnstrueerd via Hoeveel zou jij jezelf, op basis van de gekregen feedback, geven op 10? Duid het juiste antwoord aan. Hiermee werd een eigenscore verkregen. Core self-evaluations. Daarnaast werd getracht om via core self-evaluations (de Pater, Schinkel, & Nijstad, 2007) na te gaan hoe iemand over zichzelf denkt. Core self-evaluations bestaat uit 4 subschalen: zelfvertrouwen (i.e. Alles bij elkaar genomen ben ik tevreden over mezelf ), emotionele stabiliteit (i.e. Soms voel ik me depressief ), competentie (i.e. Ik ben vol twijfel over mijn capaciteiten ) en locus van controle (i.e. Ik bepaal wat er gebeurt in mijn leven. ). De vragenlijst bevat 12 items, waarvan 3 per subschaal. De vragen worden beantwoord op een vijfpuntenschaal waarbij 1 = helemaal mee oneens en 5 = helemaal mee eens. De helft van de items worden omgekeerd gescoord. Omdat de afzonderlijke subschalen niet aan bod komen in dit onderzoek werd de gemiddelde schaalscore gebruikt (α =.84). Doeloriëntaties. De schaal zoals opgesteld door VandeWalle et al. (2001) werd gebruikt om de doeloriëntatie van de participanten na te gaan. Deze schaal meet drie dimensies; leeroriëntatie en prestatieoriëntatie (toenadering en vermijding). De schaal bestaat uit 13 items, die deze drie dimensies meten. Er zijn vijf items die leeroriëntatie bevragen (i.e. Ik ben bereid om uitdagende opdrachten op het werk te kiezen waar ik veel van kan leren ) (α =.84). Vier items peilen naar prestatie-toenaderingsoriëntatie (i.e. Ik vind het leuk om te tonen dat ik beter kan presteren dan mijn collega s op het werk ) (α =.77). Tenslotte zijn er 20

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken Op basis van wetenschappelijk onderzoek is psychologe Carol Dweck tot het inzicht gekomen dat niet iemands IQ, vaardigheden en talenten bepalend zijn voor succesvol leven, maar vooral de waarmee mensen

Nadere informatie

Motivatie: presteren? Of toch maar leren?

Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Arjan van Dam Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Een van de lastigste opgaven van managers is werken met medewerkers die niet gemotiveerd zijn. Op zoek naar de oorzaken van het gebrek aan motivatie,

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 24.03.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 24.03.2016 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1 Hoogbegaafdheid en Emotionele Intelligentie WUR 23-04-2018 Inhoud Wat is emotionele intelligentie? Relatie met IQ Waarom speciaal voor HB? Het EQi-2.0 model De vaardigheden www.riannevdven.nl Quotes over

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld als gevolg van een gezondheidsprobleem,

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-08 Eerste Examenperiode OPTIMALISEREN VAN FEEDBACKPROCESSEN IN ORGANISATIES: MOETEN WE FEEDBACK ONTWERPEN OP MAAT

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie De vraag die in dit proefschrift gesteld wordt is hoe mensen die lid zijn van een groep met een lage sociale status (b.v. vrouwen, allochtone Nederlanders) gemotiveerd kunnen worden tot het verbeteren

Nadere informatie

Carol Dweck Minka Dumont -

Carol Dweck Minka Dumont - Carol Dweck Voorlopige conclusie In aanleg aanwezig potentieel (50% erfelijk bepaald) Domeinspecifiek Interactief: wisselwerking omgeving Mindsets over Intelligentie Mensen met een Fixed Mind-set geloven:

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Beroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft.

Beroepsmatige instelling Bij beroepsmatige instelling wordt gekeken naar wat u motiveert en welke doelstellingen u op werkgebied heeft. Pagina 1 van 21 BIP-werkgerelateerde persoonlijkheidsvragenlijst Dit rapport geeft een overzicht van uw positie op de vier persoonlijkheidsdimensies die relevant zijn voor het functioneren in een werkomgeving:

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie?

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie? Carol Dweck Wat is Intelligentie? 1 Wat is Intelligentie? Wat is Intelligentie? Meervoudige Intelligentie - Gardner 2 Voorlopige conclusie In aanleg aanwezig potentieel (50% erfelijk bepaald) Domeinspecifiek

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode DE INVLOED VAN FEEDBACK OP CONTRAPRODUCTIEF

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Zelfregulerend leren in het lager onderwijs Betreft: leerlingresultaten

Zelfregulerend leren in het lager onderwijs Betreft: leerlingresultaten Feedbackrapport Zelfregulerend leren in het lager onderwijs Betreft: leerlingresultaten Onderzoeksgroep Taal, leren, innoveren Onderzoeksgroep Beleid en leiderschap in onderwijs Vakgroep Onderwijskunde

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

GEZOND BEWEGEN.

GEZOND BEWEGEN. GEZOND BEWEGEN maaike@nudgeme.be maaike@koslearning.be want verandering begint bij jezelf We worden geboren als een blanco blad = onze persoonlijkheid, gedrag, waarden, worden gevormd door onze omgeving

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Management Potentieel Index (MPI)

Management Potentieel Index (MPI) (MPI) deelnemer opdrachtgever HFM 07-11-2014 Dit rapport is gegenereerd met het HFMtalentindex Online Assessmentsysteem. De gegevens in dit rapport zijn gebaseerd op de antwoorden die de deelnemer op één

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST?

HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST? HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST? Faalangst kan omschreven worden als de angst om te mislukken in situaties waarin men beoordeeld wordt (of denkt beoordeeld te worden) en de behoefte om mislukkingen

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam Z Gegevens deelnemer Algemeen Naam Naam Z Leeftijd 14 Geslacht Normgroep Sociale wenselijkeheid man jongens 12 t/m 15 jaar

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Gesprekstips: Open vragen

Gesprekstips: Open vragen U wilt in gesprek met uw medewerker over een onderwerp dat (onder meer) gaat over de financiële situatie van uw medewerker. Maar hoe pak je dat aan? Als u uw medewerker goed kent, dan vindt u doorgaans

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid Dutch Summary Samenvatting Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid van de Buitenstaanders In Hoofdstuk Een werd de theoretische achtergrond

Nadere informatie

SAMENVATTING Hoofdstuk 1

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 SAMENVATTING Dit proefschrift gaat over een onderwerp waaraan veel mensen een groot gedeelte van hun leven besteden, namelijk het werken in teams. De omstandigheden in deze teams kunnen een grote invloed

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS

Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS Conclusie enquête 2015 onder vrijwilligers SWS De meeste vragen in de enquête zijn gesloten vragen. De vrijwilligers konden de stellingen beoordelen m.b.v. een zevenpunts Lickertschaal. In dit document

Nadere informatie

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt?

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Februari 2016 SEPTEMBER 2016 ONDERZOEK NAAR DE PLAUSIBILITEIT VAN TRAININGEN GERICHT OP BEWUSTWORDING VAN VOOROORDELEN

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Competentieprofiel: Voorbeeld

Competentieprofiel: Voorbeeld Competentieprofiel: Voorbeeld deelnemer opdrachtgever HFMtalentindex 07-07-2015 Dit rapport is gegenereerd met het HFMtalentindex Online Assessmentsysteem. De gegevens in dit rapport zijn gebaseerd op

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse Haal het maximale uit de TMA 360º fb competentieanalyse Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt

Nadere informatie

NAAM VOORNAAM 29/10/2012

NAAM VOORNAAM 29/10/2012 NAAM VOORNAAM 29/10/2012 Rijksregisternummer Naam Selectienummer 99999999999 NAAM VOORNAAM SELECTIE Feedbackrapport aangaande de selectie: SELECTIE TITEL Het rapport bestaat uit 3 delen: 1. De competenties

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs

Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs naam leerling: leeftijd (jaar) geslacht groep: datum: jongen meisje ingevuld door: Taakgericht gedrag 1 Afleidbaarheid: externe prikkels De leerling blijft

Nadere informatie

DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL :58

DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL :58 DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL 2015 16:58 INHOUD VOORWOORD 3 JOUW CULTUURPROFIEL 4 ONDERZOEKEND VERMOGEN 6 PRESENTEREN 8 SAMENWERKEN 10 ZELFSTANDIG WERKEN 12 REFLECTEREND VERMOGEN 14 CREËREND VERMOGEN

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek.

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek. Why participation works: the role of employee involvement in the implementation of the customer relationship management type of organizational change (dissertation J.T. Bouma). SAMENVATTING Het hier gepresenteerde

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Competenties De Fontein

Competenties De Fontein Competenties De Fontein We werken met de volgende 4 competenties: 1. Verantwoordelijkheid 2. Samenwerken 3. Organisatie en planning, zelfstandigheid 4. Motivatie - In klas 1 wordt gewerkt aan de volgende

Nadere informatie

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen FEEDBACK GEVEN Feedback geven is een van de meest directe manieren om gedrag te sturen. Zeker op de korte termijn, maar zeker ook op de langere termijn is feedback heel krachtig. Maar effectief feedback

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen

Nadere informatie

Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden.

Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Haal het maximale uit Spaarne Coaching 360º Hartelijk dank voor het gebruiken van Spaarne Coaching 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Lees

Nadere informatie

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online Samenvatting Tegenwoordig is het internet sterk geïntegreerd in bijna elke dagelijkse activiteit, van het lezen van een krant tot het regelen van bankzaken en ook het doen van onze aankopen (CBS, 2006b).

Nadere informatie