Scheveningen Badplaats

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Scheveningen Badplaats"

Transcriptie

1 Scheveningen Badplaats

2 Inhoudsopgave Toelichting Toelichting 5 Hoofdstuk1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan 1.2 Doel van het bestemmingsplan 1.3 Begrenzing van het plangebied 1.4 Geldende planologische regelingen 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk2 Beschrijving van de bestaande situatie 2.1 Inleiding 2.2 Ontstaansgeschiedenis 2.3 Cultureel erfgoed 2.4 Ruimtelijke structuur 2.5 Functionele structuur Hoofdstuk3 Beleidskaders 3.1 Inleiding 3.2 Ruimtelijk beleid 3.3 Sectoraal beleid Hoofdstuk4 Milieu 4.1 Inleiding 4.2 Milieueffectrapportage 4.3 Externe veiligheid 4.4 Geluid 4.5 Luchtkwaliteit 4.6 Groen 4.7 Water 4.8 Bodem 4.9 Archeologie 4.10 Gebiedsgericht Milieubeleid Hoofdstuk5 Planbeschrijving 5.1 Inleiding 5.2 Beschrijving van het plan 5.3 Nieuwe ontwikkelingen 5.4 Keuze en verantwoording van bestemmingen 5.5 Toelichting op de regels Hoofdstuk6 71 Economische uitvoerbaarheid Hoofdstuk7 Overleg en inspraak 7.1 Artikel Bro-overleg Bijlagen Bijlage 1 Badplaats Bezonningonderzoek dakopbouwen bestemmingsplan Scheveningen Bijlage 2 Monumentale bomen Den Haag Bijlage 3 Kaart monumentale bomen 2

3 Bijlage 4 Onderzoek Externe Veiligheid 3

4 4

5 Toelichting Vastgesteld bij raadsbesluit 122, d.d. 17 oktober

6 6

7 Hoofdstuk Inleiding Aanleiding voor het bestemmingsplan De gemeente Den Haag stelt om een aantal redenen een nieuw bestemmingsplan voor het plangebied Scheveningen Badplaats op. a. Artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro) bepaalt dat de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vaststelt (lid 1) en dat de bestemming van de gronden binnen een periode van tien jaar, gerekend vanaf de datum van de vaststelling van het bestemmingsplan, telkens opnieuw wordt vastgesteld (lid 2). De vigerende bestemmingsplannen "Scheveningen Badplaats", "Scheveningen Badplaats, 2e herz.", "Scheveningen Badplaats, 3e herz." en Scheveningen Badplaats, 5e herz dateren van respectievelijk 13 oktober 1975, 12 juli 1990, 13 oktober 1994 en 15 april b. Ontwikkelingen: 1. Bestemmingswijziging van de BDO en Arcadis kantorenpanden aan de Gevers Deynootweg naar Gemengd-2; 2. Oscar's: Door de eigenaar is een omgevingsvergunning aangevraagd voor verbouwing en uitbreiding van het paviljoen aan de Gevers Deynootweg 205 tot een accommodatie voor horeca en congres met een ondergrondse parkeergarage; 3. DaVinci-complex/Zwolsestraat 17: Aan de Zwolsestraat bevindt zich een halfronde uitbouw als onderdeel van het DaVinci-complex. Oorspronkelijk was het gebouw in gebruik als kantoor. Voor dit kantoor is op 13 september 2012 een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het kantoor naar hotel. Op 27 juni 2013 is een gewijzigde omgevingsvergunning voor het hotel verleend. 1.2 Doel van het bestemmingsplan Het doel van bestemmingsplan Scheveningen Badplaats is tweeledig: a. het vastleggen van de bestaande ruimtelijke structuur in een juridisch-planologisch kader; b. het bestemmingsplan maakt een aantal nieuwe ontwikkelingen in het plangebied mogelijk: 1. Bestemmingswijziging van de BDO en Arcadis kantorenpanden aan de Gevers Deynootweg naar Gemengd-2; 2. Oscar's: Door de eigenaar is een omgevingsvergunning aangevraagd voor verbouwing en uitbreiding van het paviljoen aan de Gevers Deynootweg 205 tot een accommodatie voor horeca en congres met een ondergrondse parkeergarage; 3. DaVinci-complex/Zwolsestraat 17: Aan de Zwolsestraat bevindt zich een halfronde uitbouw als onderdeel van het DaVinci-complex. Oorspronkelijk was het gebouw in gebruik als kantoor. Voor dit kantoor is op 13 september 2012 een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het kantoor naar hotel. Op 27 juni 2013 is een gewijzigde omgevingsvergunning voor het hotel verleend. 1.3 Begrenzing van het plangebied Het plangebied ligt in het stadsdeel Scheveningen van de gemeente Den Haag. De begrenzing van het plangebied is als volgt: de Harstenhoekweg, de Groningsestraat, Oostduinen, het strand, de Scheveningseslag, de Fokkemast, de Rotterdamsestraat, de Circusstraat en het Circusplein. Daarnaast maakt ook de Pier onderdeel uit van het plangebied. 7

8 1.4 Geldende planologische regelingen Vigerend bestemmingsplan Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats vervangt (gedeeltelijk) de volgende bestemmingsplannen: bestemmingsplan Scheveningen Badplaats Scheveningen Badplaats, 2e herz. Scheveningen Badplaats, 3e herz. Scheveningen Badplaats, 5e herz vastgesteld 13 oktober juli 1990 goedgekeurd 26 januari februari 1991 onherroepelijk 17 januari februari oktober juni juni april juli oktober 2004 Parapluherzieningen Naast bestemmingsplannen die op een specifiek plangebied van toepassing zijn, kent de gemeente Den Haag een aantal parapluherzieningen die op heel het gemeentelijke grondgebied van toepassing zijn en die door dit bestemmingsplan voor wat betreft het plangebied worden vervangen: a. Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk. In het bestemmingsplan Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk (2004) is het beleid van de gemeente Den Haag neergelegd ten aanzien van de vestiging van detailhandelsbedrijven die zich bezighouden met de verkoop en opslag van consumentenvuurwerk. b. Parapluherziening Seksinrichtingen. De regeling in de gemeentelijke leefmilieuverordeningen die seksinrichtingen verbiedt, is geïntegreerd in en vervangen door het bestemmingsplan Parapluherziening Seksinrichtingen (2003) waarmee aan alle geldende bestemmingsplannen in de gemeente Den Haag een regeling werd toegevoegd ten aanzien van seksinrichtingen. De wijze waarop bestemmingsplan Scheveningen Badplaats het beleid in de parapluherzieningen vervangt, is beschreven in Hoofdstuk 5 Planbeschrijving. 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 1 worden de aanleidingen en het doel voor het opstellen van een bestemmingsplan voor het plangebied Scheveningen Badplaats aangegeven. In hoofdstuk 2 is de bestaande situatie beschreven. Hoofdstuk 3 bevat het ruimtelijk en sectoraal beleid en in hoofdstuk 4 staan de milieukwaliteitseisen en het milieubeleid. Bij de keuze van bestemmingen in hoofdstuk 5 is aangeven welke bestemmingen en bestemmingsregelingen uit deze beleidsuitspraken zijn afgeleid voor de te ontwikkelen situatie. In dit hoofdstuk worden buiten de planbeschrijving, ook de gekozen bestemmingen en bestemmingsregelingen globaal beschreven. Op de economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan wordt in hoofdstuk 6 ingegaan. 8

9 Hoofdstuk Beschrijving van de bestaande situatie Inleiding Om te beschrijven op welke wijze rekening wordt gehouden met de verschillende waarden in het gebied en de verhoudingen van het plangebied tot het aangrenzende gebied, worden achtereenvolgens de ontstaansgeschiedenis, het cultureel erfgoed, de ruimtelijke structuren die in de loop van de tijd zijn ontstaan en de functionele opbouw van het plangebied beschreven. 2.2 Ontstaansgeschiedenis De eerste bewoning van de jonge duinen, waarop de oude kern van Scheveningen ligt, heeft vermoedelijk eind dertiende eeuw plaatsgevonden. De naam 'terram de Scheveninghe' komt dan voor het eerst in de kronieken voor, maar het duurde tot midden veertiende eeuw voordat sprake was van een vissersdorp. Het dorp is in de loop der tijd vele malen door stormvloeden geteisterd. In 1570 verdween tijdens de Allerheiligenvloed de helft van het dorp in de golven, waardoor de kerk aan de rand kwam te staan - wat nu nog steeds het geval is. De volgende eeuwen beperkte de groei zich tot de Keizerstraat en directe omgeving. Rond 1665 kregen dorp en duingebied op initiatief van Constantijn Huijgens een verharde verbinding met Den Haag: de Scheveningseweg. Na de bouw in 1818 door Jacob Pronk van een eenvoudig badhuis ter plaatse van het huidige Kurhaus begon het dan ca 2000 inwoners tellende vissersdorp zich ook tot badplaats te ontwikkelen. Badplaats en dorp ontwikkelden zich op een duidelijke afstand van elkaar, waardoor er een tweedeling ontstond. Rond 1860 werd de Badhuisstraat aangelegd om een betere verbinding van de Scheveningseweg naar het badhuis te realiseren. In die periode, in 1862 kwam ook het Kanaal gereed. Met de aanleg daarvan was al in 1830 op initiatief van burgemeester Copes van Cattenburch begonnen. Het was de bedoeling het Kanaal tot aan de kust door te trekken en daar een zeehaven te graven. Die is er - zoals bekend op die plaats nooit gekomen. In 1885 werd het eerste Kurhaus gebouwd. Na een felle brand werd het tussen 1886 en 1887 herbouwd. Van 1979 tot 1995 bevond zich een casino in het Kurhaus. In de jaren zestig werden vakanties in het buitenland steeds populairder waardoor de toeristen wegbleven uit het Kurhaus. Rond 1970 was het gebouw zo in verval geraakt, dat afbraak dreigde. De Haagse bevolking heeft hiertegen fel geprotesteerd zodat in 1972 tot restauratie en verbouwing werd overgegaan. In 1995 verhuisde het casino naar een nieuw gebouw aan de overkant van de straat; Deze verhuizing was aanleiding voor een nieuwe verbouwing, waarbij de congresfaciliteiten aanzienlijk werden uitgebreid. Het Wandelhoofd Koningin Wilhelmina, de eerste pier van Scheveningen, werd door architect W.B. Liefland gebouwd en door Prins Hendrik op 6 mei 1901 geopend. Deze houten constructie lag direct achter het Kurhaus. Vanuit het hotel was een brug over de boulevard gemaakt zodat hotelgasten vanaf het terras 380 meter konden lopen naar het einde van de pier, een achthoekig platform met een paviljoen waarin 1200 bezoekers van muziekopvoeringen konden genieten. In de Tweede Wereldoorlog werd het paviljoen door de Duitse bezetter gebruikt als opslag. Op 26 maart 1943 brak brand uit op de rotonde van de pier, die binnen een paar minuten totaal was uitgebrand. 9

10 In 1959 werd een aanvang gemaakt met de bouw van een nieuwe pier die iets noordelijker kwam te liggen dan de vorige pier. Het ontwerp was van de Rotterdamse architect H.A. Maaskant. Op vrijdag 19 mei 1961werd de pier geopend door Prins Bernhard. De Pier bestond uit een wandelpier met 3 eilanden, waarvan 1 met een uitkijktoren. In mei 1964 werd het vierde eiland naar de Pier gesleept en stevig verankerd. Van groot belang voor Scheveningen Bad was de aanleg van de Hofpleinlijn, een spoorlijn die door de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij werd aangelegd en Rotterdam Hofplein via Den Haag met Scheveningen verbond. Op 1 oktober 1908 reden hier de eerste elektrische treinen van Nederland. Begin van de 20e eeuw werd het woongebied 'Belgisch Park' aangelegd. De wijk strekt zich uit van de Strandweg tot de Pompstationsweg. Doordat de wijk voor en na de Eerste Wereldoorlog is gebouwd, lopen de stijlen van de huizen nogal uiteen van Neo-stijlen tot Jugendstil.In het eerste decennium van de twintigste eeuw vonden uitbreidingen plaats aan de noordwestzijde volgens een stratenpatroon met vanaf het Harstenhoekplein diagonaalsgewijs lopende straten (Harstenhoekweg, Gentsestraat, Amsterdamsestraat), doorsneden door parallel lopende straten in de richting oost-west. De uitvoering van dit deel van het Belgisch Park geschiedde grotendeels volgens het Uitbreidingsplan van I.A. Lindo uit In de volgende decennia kreeg de wijk zijn afronding in de richting van de Pompstationsweg en de Nieuwe Scheveningse Bosjes, terwijl tevens langs de Zwolsestraat en in het gebied ten noorden daarvan tot aan de Gevers Deynootweg bebouwing tot stand kwam. De reeds in 1835 aangelegde Badhuisweg, zo genoemd naar het oorspronkelijke neoclassicistische Badhuis ter plaatse van het huidige Kurhaus, begrenst de wijk aan de zuidwestzijde en vormt een fraaie zichtas op het Kurhaus. Twee grote complexen bepalen voorts het beeld van dit stadsdeel: het Huis van Bewaring annex Strafgevangenis uit ca aan de zuidoostzijde en de HTM remise tussen het Harstenhoekplein en de Zwolsestraat, gebouwd in Sinds de Tweede Wereldoorlog vonden ingrijpende wijzigingen plaats in het noordwestelijke gedeelte van de wijk. De in 1908 aangelegde Hofpleinspoorlijn, die Scheveningen verbond met het Haagse station Hollands Spoor en Rotterdam, werd in de jaren vijftig opgeheven, waardoor het tracé van deze spoorlijn langs de Zwolsestraat en het emplacement met stationsgebouw naast het Oostduinpark kwamen te vervallen. Het laatste ging daarna dienen als parkeerterrein met aan het eind, op de hoek van de Gevers 10

11 Deynootweg het Europahotel. In het begin van de jaren negentig is op het parkeerterrein een zeer groot complex woningen met parkeergarage (architect Neave Brown) gebouwd. In het begin van de jaren zeventig bevond Scheveningen-Bad zich op een absoluut dieptepunt. Het aantal bezoekers was gedaald tot drie miljoen per jaar - wie nog de moeite nam te komen kijken, zag in één oogopslag waarom. Achter het eens zo gerenommeerde Kurhaus gaapte een groot gat dat werd gevuld met rommelige parkeerterreintjes, patatkramen en bouwvallige onderkomens voor disco's, speelautomaten en vergelijkbaar amusement. De Pier, ooit een attractie, lag er vervallen en verlaten bij. Het Circustheater kampte met forse exploitatietekorten en was tevens dringend aan een opknapbeurt toe. Scheveningen was verouderd, verloederd en versleten. De belangrijkste onderdelen van de badplaats (zoals het Kurhaus en de Pier) waren in handen van de EMS, de exploitatiemaatschappij van de omstreden projectontwikkelaar Reinder Zwolsman. In 1973 namen de zaken een keer: de bezittingen EMS ging over naar een consortium van bedrijven en de gemeenteraad besloot tot een ingrijpende herontwikkeling van de badplaats. Scheveningen moest een badplaats voor vier seizoenen worden - voor de uitvoering van de plannen werd een overeenkomst gesloten met het consortium. In eerste instantie werd vooral in het zeefront geïnvesteerd. Het Kurhaus werd gerestaureerd, naast dit oude hotel verrees ter plekke van het Palace Hotel, de Palace Promenade bekroond met torenflats. Deze bevatte aanvankelijk veel uitgaansgelegenheden, die het helaas niet gered hebben. Nu is het een winkelcentrum voor funshopping en amusement. Aan het eind van de Gevers Deynootweg verrees het Carlton Beach Hotel. Op de Boulevard werd een golfslagbad gebouwd. Aan de Boulevard schoten appartementsgebouwen uit de grond; zelfs vóór het Kurhaus werd gebouwd, waardoor dit karakteristieke pand (groten)deels aan het oog werd onttrokken. Valt over de schoonheid van deze complexen nog te twisten, het staat zonder meer vast dat zij de relatie tussen het zeefront en de landzijde ernstig belemmeren. In 1984 moest het vernieuwde Scheveningen klaar zijn, maar de veel geplaagde badplaats raakte opnieuw in een impasse. De Pier was nog steeds vervallen, het Circustheater nog steeds onrendabel en aan een opknapbeurt toe, het Golfslagbad al weer achterhaald en de Palace Promenade bracht niet wat ervan werd verwacht. En waar kantoren hadden moeten komen, stond nog altijd een allegaartje aan optrekjes. De situatie verbeterde aanzienlijk sinds Joop van den Ende in 1991 het Circustheater voor één gulden kocht en het voor 25 miljoen gulden verbouwde tot het eerste musicaltheater van Nederland. Het Golfslagbad heeft plaatsgemaakt voor een zeeaquarium (Sealife Centre) en tegenover het Kurhaus werden het nieuwe casino (ontwerp van Pi de Bruyn) en een megabioscoop in gebruik genomen. Daarnaast werd Scheveningen verrijkt met een nieuw museum: Beelden aan Zee, door architect Wim Quist knap neergezet in het duin rond en onder het Paviljoen Von Wied. De Engelse architect Neave Brown maakte in de jaren zeventig furore met terrassenflats in Londen. Een eerste Nederlands project aan de Zwolsestraat in Scheveningen ( ) werd weinig enthousiast ontvangen. Onder het pand bevindt zich een grote parkeergarage. In 1998 wordt met de bouw van de twee torenflats van 20 en 27 verdiepingen hoog het Leonardo da Vincicomplex van Cees Dam aan het Palaceplein afgerond. bronnen: Zie ook het Haags gemeentearchief. 11

12 2.3 Cultureel erfgoed In deze paragraaf staat een beschrijving van de in het plangebied Scheveningen Badplaats aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten. Cultureel erfgoed omvat 'sporen, objecten en patronen/structuren die, zichtbaar of niet zichtbaar, onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling. Het omvat zowel het archeologisch, historsch-(steden)-bouwkundig als het historisch-landschappelijk erfgoed. Scheveningen Badplaats is slechts van geringe cultuurhistorische betekenis. Het gebied heeft de afgelopen eeuw grote veranderingen ondergaan Cultuurhistorischewaarden Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument om cultuurhistorische waarden in een gebied te beschermen. In 2010 is in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen dat gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden. Binnen het plangebied Scheveningen Badplaats is onderzoek verricht naar de cultuur historische waarden; hierbij is het volgende aangetroffen: Bebouwingsstructuur De huidige structuur en bebouwingstypologie zijn grotendeels naoorlogs en vormen een duidelijke breuk met het verleden. Alleen het Kurhaus en de panden aan de Zeekant zijn nog belangrijke herkenningspunten van de vooroorlogse badplaats. De flats op de Palace Promenade (Zeekant ) kunnen samen met de Pier gezien worden als Wederopbouwarchitectuur. Het wijkje tussen de Gevers Deynootweg, de Zwolsestraat en de tramkeerlus, dat de Groningse-, Alkmaarse- en Enkhuizenstraat omvat, bestaat uit bebouwing van twee bouwlagen uit omstreeks De uit typologisch oogpunt opmerkelijke Manege aan de Alkmaarsestraat met een samenstel van hoge tent- en zadeldaken is recent afgebroken en vervangen door woningen. De Badhuisweg met, in het verlengde, de Kurhausweg, functioneert als zichtas op het Kurhaus. De (buiten het plangebied gelegen) bebouwing dateert uit de periode Beschermd stadsgezicht Op 6 maart 2003 is Scheveningen Dorp door de gemeenteraad van Den Haag aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Enkele straten in Scheveningen Badplaats vallen binnen dit beschermde stadgezicht. Het betreft het gebeid dat begrensd wordt door het Circusplein, de Circusstraat, de Rotterdamsestraat, de Dirk Hoogenraadstraat, Gevers Deynootweg 61 tot Gebouwde monumenten In het plangebied is alleen het Kurhaus als rijksmonument in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988 opgenomen. Het Kurhaus, , door de architecten J.F. Henkenhaf en F. Egbert. Herbouwd met enkel wijzigingen na een brand, Belangrijk voorbeeld van neo-renaissance-architectuur in maniëristische 16e-eeuwse trant. Het Kurhaus is een langwerpig gebouw met uitspringende middengedeelte, waarin de grote concertzaal, bekroond door een koepel en geflankeerd door hoekpaviljoens met koepels. Aan de uiteinden van het naar de zee gekeerde front naar voren springende zijvleugels, die het Kurhausterras omvatten. De gevel aan het Gevers Deynootplein heeft aan de uiteinden risalieten en wordt geleed door pilasters van de kolossale orde. De gevel aan de zeezijde is in arcaden opgelost. Restanten van de oorspronkelijke inrichting en fragmenten van Art-Nouveau-interieurs zijn achter latere betimmeringen bewaard gebleven. Stedenbouwkundig vervult het gebouw een belangrijke functie voor het aspect van de badplaats: vanaf de zeezijde door de geslaagde compositie van de vooruitspringende vleugels en de koepel als dominerend 12

13 element; van de landzijde vooral door zijn situatie als eindpunt van de as, die gevormd wordt door de Badhuisweg Karakteristieke gebouwen De Pier van Scheveningen, gebouwd tussen 1959 en 1961 naar ontwerp van H.A. Maaskant met medewerking van D.J. Dijk, D.C. Apon en J. Kroos in de voor de wederopbouw kenmerkende zakelijke stijl. De pier van Scheveningen is de enige in zijn soort in Nederland. De huidige pier is gebouwd ter vervanging van het "Wandelhoofd Koningin Wilhelmina" en is met een oppervlakte van m2 en lengte van 375 meter twee keer zo groot als de oude. De houten pier, die in het verlengde van het Kurhaus lag, was in 1942 afgebrand. Het ontwerp is kenmerkend voor de functioneel, zakelijke stijl van de laat jaren vijftig. Hij ligt niet zoals de oude pier in de zichtas van het Kurhaus, maar een stukje meer naar het noordoosten, in aansluiting aan de belangrijkste toevoerweg naar Scheveningen, de Van Alkemadelaan/Zwolsestraat. De constructie staat op 182 betonnen palen met een lengte die varieert van 13 tot 23 meter en die op 12 meter afstand van elkaar in de zeebodem zijn geheid. Voorts staan 15 kolommen van beton met een doorsnede van 50 centimeter in het droge zand die het voorgedeelte dragen. Ten tijde van de opening bestond de pier uit één lange wandelpromenade met aan het einde oorspronkelijk drie eilanden waarop diverse recreatieve voorzieningen waren aangebracht. Op het verste eiland is de 45 meter hoge uitzichttoren een sterk in het oog springend element. De pier heeft na 1961 een groot aantal veranderingen ondergaan. Zo werd al in 1964 een vierde eiland naar ontwerp van J. Brouwer toegevoegd. De pier is voor het laatst in ingrijpend gerenoveerd en gewijzigd waarbij onder meer de wandelweg naar de eilanden van een tweede laag is voorzien en een nieuwe entree is aangebracht. Mitrailleurkazemat De drie kazematten langs de Scheveningse kust zijn van Nederlandse origine. In de loop van 1939 werden tijdens de mobilisatie langs de Nederlandse kust maatregelen voorbereid om de bestaande kustverdediging uit te breiden. Ook Scheveningen kreeg aandacht. Daartoe werden de drie kazematten in de strandmuur opgenomen. De Nederlandse werken vielen over het algemeen onbeschadigd in Duitse handen. Zij werden doorgaans onmiddellijk hergebruikt, eventueel na aanpassing. Op den duur werden deze werken in de Atlantikwall geïntegreerd. In dit geval speelden de werken een rol in de verdediging van de hoofdweerstandslijn aan de zeezijde. De kazemat bij de Scheveningse Slag is per 11 mei 2010 verplaatst naar het Geniemuseum te Vught. Alleen de kazemat tegenover de Palacepromenade ligt binnen het plangebied Scheveningen Badplaats Archeologie Het hele bestemmingsplangebied ligt volgens de Nieuwe Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk in een met stuifzand overdekt strandwallenlandschap. Dit landschap heeft zijn vorm gekregen vanaf ca v. Chr. door het ontstaan van zandruggen parallel aan de kustlijn. Door vorming van steeds nieuwe strandwallen werd de kustlijn langzamerhand naar het westen toe verlegd (Laag van Rijswijk en Laag van Voorburg). Vanaf de 11de eeuw vond kustafslag plaats. Het vrijgekomen zand werd weer door de zee op het land gedeponeerd en door de wind steeds verder landinwaarts gebracht. Op die manier raakte de kuststrook bedolven onder een steeds dikker wordend zandpakket (Laag van Den Haag of Jong Duin). Strandwallen hebben over het algemeen een hoge archeologische verwachting. Deze zandruggen waren al vrij snel na hun ontstaan bewoonbaar en ook heel aantrekkelijk voor onze verre voorouders. Op die plekken zijn in Den Haag dan ook vaak sporen van nederzettingen aangetroffen. Resten van deze bewoning kunnen teruggaan tot in de vroege prehistorie, terwijl er ook in de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen volop op gewoond is. De oudste sporen die in het bestemmingsplan worden verwacht dateren uit de bronstijd, rond 1000 voor Christus. Daarvoor lag het gebied onder de zeespiegel. Als er archeologische resten bewaard zijn gebleven, dan liggen die dichtbij het vroegere maaiveld, in de 13

14 Laag van Voorburg op een hoogte tussen de 0,5 en 3,5 m + NAP. Deze laag is vanaf ongeveer 1000 na Christus overdekt geraakt met zand van de Laag van Den Haag (Jonge Duinen). Uit het bestemmingsplangebied zelf zijn nog geen vindplaatsen bekend, ondanks meerdere onderzoeken. Elders in de Haagse regio, zijn onder vergelijkbare geologische omstandigheden belangrijke vindplaatsen onderzocht. Aan de Scheveningseweg is bijvoorbeeld een Romeins militair kamp aangetroffen, met daarbij een burgerlijke nederzetting. Een ander militair kamp uit de Romeinse tijd is ter plaatse van het Kijkduinpark onderzocht. Op verschillende plekken zijn sporen van landbewerking en/of sporen en resten uit de ijzertijd vastgesteld (Dr. van Welylaan, Nettenboetstersveld-Harstenhoekweg, Churchillplein, Badhuisweg 115). Tenslotte zijn in Scheveningen, nabij het militaire kamp en in Solleveld nederzettingen (paalsporen/hutkommen) uit de vroege middeleeuwen gevonden. 2.4 Ruimtelijke structuur Stedenbouwkundige structuur De stedenbouwkundige structuur van de badplaats is in de afgelopen twee eeuwen ontstaan. Van de periode daarvoor zijn alleen de hoogteverschillen nog te zien. De oudste structuur is de loop van de Gevers Deynootweg tussen het Kurhaus en de Wassenaarseweg en van iets latere datum de Kurhausweg en Badhuisweg (voorheen Nieuwe Weg). Deze beide wegen verbonden het eerste badhuis (het latere Kurhaus) met respectievelijk Scheveningen-Dorp en Den Haag. Met de groei van de badplaats kwamen er meer verbindingen met Den Haag tot stand. Begin 1900 kreeg de badplaats haar eigen spoorverbinding. De huidige loop van de Zwolsestraat volgt het oude spoortracé. Deze verbindingswegen vormen de hoofdstructuur van de badplaats. De bebouwing langs de eerste wegen bestond aanvankelijk uit vrij liggende badhuizen, hotels en paviljoens, met bijbehorende stallen. Ook was er een kapel schuin tegenover het eerste badhuis en een station voor de paardentrams. Vanaf het einde van de 19e eeuw groeiden Scheveningen en Den Haag vanuit het westen en zuiden naar de badplaats toe. Dit betrof voornamelijk woonbebouwing. In de badplaats bestond de eerste woonbebouwing uit vrijstaande woningen voor welgestelden. Vanaf het begin van de 20e eeuw werd begonnen met de aanleg van rijtjeswoningen en appartementen. Omdat de badplaats het eindpunt was van trams en de trein, verschenen er stations en een remise aan de Harstenhoekweg. Het stratenpatroon, dat voor Haagse begrippen erg onregelmatig is, werd voor een belangrijk deel bepaald door de loop van de tramsporen. De overgebleven bouwblokken zijn vaak driehoekig of anders van vorm dan rechthoeken. Alleen de strook langs de kust heeft grotendeels rechthoekige bouwblokken. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de badplaats een grote transformatie ondergaan. Vanaf de jaren '50 heeft de badplaats een schaalsprong doorgemaakt. De vooroorlogse bebouwing in de strook tussen de boulevard en de Gevers Deynootweg werd vrijwel geheel gesloopt om plaats te maken voor grootschalige blokken. Het eerste project is een typisch jaren '50-plan voor drie flats op een sokkel met daarop een grasveld tussen de Gevers Deynootweg en de Zeekant. Vooral in de jaren '80 is er tussen de Gevers Deynootweg en de boulevard veel gebouwd: het Carlton Beach hotel, de Palace Promenade, de bebouwing op het Gevers Deynootplein en grootschalige woningbouwcomplexen, onder andere tussen het Rederserf en de Gevers Deynootweg. In de decennia daarna is ook aan de andere zijde van de Gevers Deynootweg grootschalige bebouwing gekomen: de grote blokken aan de Zwolsestraat, het Leonardo da Vinci-complex, het casino en het politiebureau, het uitgebreide circustheater en als laatste de Pathé-bioscoop. Deze schaalvergroting is gedeeltelijk tot stand gekomen aan de hand van stedenbouwkundige plannen. Van de plannen die er gemaakt zijn (waaronder een plan van de gemeente, een plan van Bakema en een plan van Urbis) is er geen enkel plan integraal uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in een structuur die niet overal goed aansluit. Vooral de verbinding van de Gevers Deynootweg met de boulevard is problematisch. De ooit geplande doorgangen zijn voor een deel dichtgezet met bebouwing, waardoor er geen zichtbare directe verbinding met zee is. Daarnaast zijn er hoogteverschillen die verklaarbaar zijn uit eerdere plannen om een verhoogd voetgangersniveau aan te leggen. Dit voetgangersniveau is echter alleen uitgevoerd bij het woonbuurtje tussen het Rederserf en de Gevers Deynootweg, dat daardoor niet logisch aansluit op de omgeving. Dit buurtje vormt ook een uitzondering in de structuur van grote 14

15 blokken; het buurtje is meer een in zichzelf gekeerd dorp, vergelijkbaar met veel andere oplossingen uit de jaren '70 en '80, en in dit geval geïnspireerd door de structuur van het oude dorp Scheveningen Verkeer en infrastructuur De Zwolsestraat is voor de badplaats de belangrijkste verbindingsweg en heeft de status van stedelijke hoofdweg. De Gevers Deynootweg en de Kurhausweg - Nieuwe Parklaan zijn wijkontsluitingswegen. De Zwolsestraat fungeert als de oprijlaan naar Scheveningen-Bad. De route wordt nu gedomineerd door onaantrekkelijke bebouwing uit begin jaren negentig. Onder het gebouw van architect Neave Brown is de belangrijkste en grootste parkeergarage van het gebied gelegen. De badplaats is het eindpunt van tram 1 en 9. Daarnaast lopen er door het gebied nog diverse busroutes, te weten bus 21 tussen de keerlus Zwarte Pad en Vrederust, bus 22 tussen Duindorp en station Den Haag Centraal en bus 23 tussen de keerlus Zwarte Pad en Kijkduin. De halte aan het Palaceplein (Kurhaus) behoort tot de belangrijkste haltes van de stad en zal in de nabije toekomst waarschijnlijk ingericht worden als tophalte Groen De badplaats grenst aan de noordoostkant aan het Oostduinpark, onderdeel van het Natura 2000gebied Meijendel & Berkheide. Van dit duingebied ligt een klein deel in het plangebied van dit bestemmingsplan: de smalle duinstrook tussen het strand en het Carlton Beach hotel en Oscars. Er zijn verder geen grote groengebieden en ook geen monumentale bomen in het plangebied. Door het zeeklimaat groeien bomen slecht in de kustzone direct achter het strand en daarom staan er maar weinig bomen in de badplaats Water Het plangebied behoort tot het boezemgebied van Delfland. Binnen de grenzen van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. De huidige primaire beschermingszone van de zeewering loopt, zoals op de plankaart is te zien, dwars door het plangebied Bodem De bodem van Scheveningen bestaat uit strandwallen (oude duinen). Deze strandwallen liggen parallel aan de kust en hebben een hoogte van +1 tot 4 meter NAP. De bodem bestaat uit zand, dat goed waterdoorlatend is. Grondwaterproblematiek is dankzij de relatief hoge ligging en de zandige bodem in het plangebied niet aan de orde. De kwaliteit van de bodem en eventueel aanwezige verontreiniging komen in hoofdstuk 4 aan de orde Kabels en leidingen In het bestemmingsplangebied zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig. Vlak langs het plangebied loopt echter wel een 40-bar gasleiding, waarvan het invloedsgebied gedeeltelijk binnen het plangebied is gelegen. 2.5 Functionele structuur Het stadsdeel Scheveningen kent diverse wijken en buurten die onderling sterk van uiterlijk en karakter verschillen. Daarbij gaat het onder meer om de puur toeristische gebieden aan de ene kant en meer naar binnen gekeerde woongebieden aan de andere kant van het spectrum. Scheveningen Badplaats waar de toeristische functie dominant is, kent evengoed nog delen waar de nadruk op het wonen ligt. Bepalend voor het karakter van het gebied zijn toch vooral de zee, strand en boulevard waarlangs een groot aantal publieksfuncties is gedrapeerd. Voorzieningen met een verzorgingsgebied dat voorbij de landsgrenzen gaat. Beeldbepalend zijn de grootschalige voorzieningen zoals de Pier, het Kurhaus, het 15

16 casino, het Circustheater en de grote hotels, maar ook de juist weer kleinschalige winkels, strandpaviljoens en andere horecagelegenheden dragen bij aan het karakter van het gebied Kantoren en bedrijven In het gebied komen verspreid enige bedrijven voor in de oude woonstraten zoals de Dirk Hoogenraadstraat en Gevers Deynootstraat. Kantoren zijn eveneens verspreid binnen het plangebied aanwezig, maar dan langs de doorgaande wegen. De belangrijkste gebouwen zijn het pand op de hoek van de Gevers Deynootweg en het Circusplein, Het pand aan de overzijde van de Gevers Deynootweg (voormalig BDO-pand), de kantoren boven de Palace Promenade, een kantoor aan het Gevers Deynootplein en een kantoor op de hoek van de Zwolsestraat en de Utrechtsestraat Cultuur en Ontspanning De rijke theatertraditie waarin in het verleden de Kurzaal een belangrijke rol speelde, is overgenomen door het Circustheater. Het zeeaquarium 'Sealife' aan de boulevard is een van de museale attracties langs de kust. Het Holland Casino, de Pathé bioscoop en de Pier zijn andere belangrijke voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning. In de Palace Promenade is een Bowlingcentrum gevestigd Detailhandel Samen met de binnenstad behoort Scheveningen Badplaats tot de twee uitgaansgebieden van Den Haag. Kenmerkend voor deze gebieden is de aanwezigheid van een groot aantal detailhandel- en horecavestigingen. Detailhandel is in de eerste plaats toeristisch georiënteerd, getuige het grote aantal kleine boetieks en souvenirwinkels langs de boulevard en in de winkelconcentratie Palace Promenade en omgeving. Een buurtcentrum bedoeld voor bewoners (Gentsestraat/ Stevinstraat) ligt buiten het plangebied Horeca Als belangrijke toeristische attractie en één van de belangrijkste uitgaansgebieden van Den Haag, is Scheveningen Badplaats rijkelijk voorzien van hotels, restaurants, cafés, snackbars, ijssalons en strandpaviljoens. De voorzieningen zijn daarbij geconcentreerd langs de toeristische bestemmingen zoals Gevers Deynootplein en de boulevard. Alleen hotels bevinden zich ook op enkele plaatsen in de woonbuurten, zoals in de Alkmaarsestraat en de Haarlemsestraat. Langs de Zwolsestraat ligt een hotelschool (Skotel), dat als opleidingsinstituut en hotel dienst doet Maatschappelijk Binnen het plangebied zijn naast de hotelschool geen onderwijsvoorzieningen gevestigd. Aan de Nieuwe Parklaan 250 bevindt zich een politiebureau van Politie Haaglanden Sport en recreatie Strand en zee zijn de belangrijke recreatieve pijlers van Scheveningen Badplaats. Langs de kust kan op veel plekken gesurft worden en hebben zich hier enkele surfscholen gevestigd. Verder zijn er een fitness een zwembad gevestigd bij het Carlton Beach Hotel. Aan de Zwolsestraat, achter een hotel, bevindt zich een kinderspeelplaats Wonen Scheveningen Badplaats is in de eerste plaats een woongebied. Scheveningen is aantrekkelijk en interessant door de vele verschillende woonmilieus: van goedkoop tot superduur, van laagbouw tot hoogbouw. Maar het is ook een complexe woningmarkt, die wordt bevolkt door echte Scheveningers, strand- en zeezoekers, havenbewoners en mensen van elders met een pied-à-terre aan zee. De bebouwing in het gebied is sterk wisselend van karakter. Direct achter strand en boulevard is in de 16

17 zeventiger jaren een groot aantal appartementencomplexen gebouwd. Deze grootschalige bebouwing kenmerkt zich door een matige tot redelijke architectonische kwaliteit. Bij de herinrichting van het Palaceplein heeft Scheveningen met de Leonardo Da Vinci toren een hoogtepunt bereikt van 108 meter. Aan de Gevers Deynootweg is hier en daar nog een flink aantal panden van rond 1900 bewaard gebleven. Deze panden hebben veelal nog hun oorspronkelijke functie als familiehotel of -pension. Deze hele strook wordt gerekend tot het centrumstedelijke woonmilieu. Hier treft je een duidelijke menging van wonen, werken en voorzieningen. De woningdichtheid in een dergelijk milieu ligt tussen de 80 en 100 woningen per hectare. Op het gebied van wonen is er een mix van verschillende bouwstijlen. De diversiteit in woningen en woonvormen geven het gebied een onduidelijk karakter. De woningmarktpositie ligt de laatste jaren boven gemiddeld. Dit heeft te maken met de hogere prijs van de woningen. De prijs en de aantrekkelijkheid van de woningen wordt medebepaald door de ligging nabij het strand. De woningvoorraad bestaat voornamelijk uit koopwoningen. Het aandeel sociale huurwoningen is hier laag. De verhuismobiliteit is iets hoger dan gemiddeld. De indruk bestaat dat veel woningen voor een korte periode verhuurd worden aan bijvoorbeeld werknemers van buitenlandse bedrijven. Dit impliceert ook een beperktere binding van de bewoners met de buurt. De huishoudens bestaan vooral uit een en tweepersoonshuishoudens. Er wonen dus naar verhouding minder gezinnen met kinderen. Het inkomen per huishouden is wat hoger dan het gemiddelde voor Den Haag Grenzend aan het duingebied liggen buurten met villa's en eengezinswoningen met kap. Een aantal villa's aan de Hoornse Hop is nog maar enkele jaren geleden gebouwd. Deze woonbuurten worden gerekend tot het 'groen'stedelijke woonmilieu waar de dichtheden tussen 35 tot 50 woningen per hectare zijn. 17

18 18

19 Hoofdstuk Beleidskaders Inleiding Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats vindt zijn basis in ruimtelijk beleid zoals dat in nota's en plannen van het rijk, provincie, stadsgewest en gemeente is vastgelegd. Dit hoofdstuk geeft het beleidskader dat op dit bestemmingsplan van toepassing is weer. In het geldende beleidskader zijn twee soorten beleid te onderscheiden: ruimtelijk en sectoraal beleid. De eerste paragraaf 'Ruimtelijk beleid' behandelt het ruimtelijke beleid op rijks-, provinciaal-, regionaal-, gemeentelijk niveau. Daarna volgt de paragraaf 'Sectoraal beleid', waarin het specifieke beleid voor een bepaald thema uiteen wordt gezet. Voor het voorliggende bestemmingsplan Scheveningen Badplaats zijn de thema's die in de onderstaande paragrafen worden behandeld van toepassing. 3.2 Ruimtelijk beleid Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het Ministerie van Infrastructuur en Ruimte van kracht geworden. De structuurvisie vervangt verschillende nota's, waaronder de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Nota Mobiliteit. De visie schetst de doelen, belangen en opgaven van het Rijk tot 2028 en de ambities tot Uitgangspunt is de ruimtelijke ordening zoveel mogelijk over te laten aan gemeenten en provincies (decentraal, tenzij), minder nationale belangen te benoemen, en eenvoudigere regelgeving toe te passen. De nationale belangen die worden benoemd betreffen de internationale concurrentiepositie, het gebruik van de ondergrond, het behouden en versterken van vervoer- en transportsystemen, de milieukwaliteit, de waterveiligheid en zoetwatervoorziening en behoud en versterken van natuur en cultuurhistorische waarden. De structuurvisie raakt geen van de belangen die in het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats worden afgewogen. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening De Wet ruimtelijke ordening geeft aan de regering de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur (AmvB) regels te geven waarmee gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening moeten houden. Het gaat daarbij niet alleen om procedureregels maar ook om de inhoud van bestemmingsplannen. Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden (Stb. 2011, 391). Bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wijzigings- of uitwerkingsplannen maar ook bij projectuitvoeringsbesluiten (Crisis- en herstelwet) moeten gemeenten rekening houden met het Barro. Een aantal projecten dat de regering van Rijksbelang vindt, wordt met het Barro dwingend geborgd in bestemmingsplannen of in andere ruimtelijke plannen van lagere overheden. De projecten worden benoemd en middels digitale kaarten ingekaderd. Per project worden regels gegeven waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. Voor Den Haag zijn de binnen de gemeente gelegen militaire terreinen met de daarbij behorende zenden ontvangstinstallaties, en het Kustfundament van belang. Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats ligt binnen het in het Barro aangewezen kustfundament. De daarbij behorende regeling is geborgd met de in het bestemmingsplan opgenomen dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering Provinciaal beleid Provinciale structuurvisie In de Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten via de Provinciale Verordening regels stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. 19

20 De provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en de provinciale "Verordening Ruimte" zijn op 2 juli 2010 vastgesteld. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk: aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; divers en samenhangend stedelijk netwerk; vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; stad en land verbonden. Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent met de Functiekaart en Kwaliteitskaart. Zij ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: 'Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.' Scheveningen Badplaats is op de bij de Structuurvisie behorende kwaliteitskaart aangemerkt als toeristisch centrum en maakt onderdeel uit van het hoogstedelijk (centrum)gebied Verordening Ruimte In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De Verordening Ruimte voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau. De nota stelt onder meer voorwaarden aan de hoeveelheid kantoren, bedrijfsruimten en detailhandel. Zie hiervoor paragraaf Economie. Conform Artikel 10 van de Verordening Ruimte worden de primaire en regionale waterkeringen (kaart 8 van de Verordening) als zodanig bestemd en worden in de bestemming regels opgenomen voor onbelemmerde werking, instandhouding en onderhoud van die keringen Regionaal beleid Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (hierna: RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor: de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie; lokale plannen, zoals bestemmingsplannen. Het RSP kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen. Het internationale economische profiel van de regio rust op enkele pijlers, waaronder de kust, historische binnensteden, trekkers als musea, attractieparken, theaters, congressen en festivals, de grote rijkdom aan horeca. Voor Den Haag hebben vooral de volgende regionale prioriteiten hun doorwerking gekregen. het faciliteren van internationale bedrijven en instellingen in de Internationale Zone en in het bijzonder het World Forum in Den Haag; intensief ruimtegebruik van stedelijke wijken. Ontwikkeling van Haaglanden als toeristisch centrum. De gemeentelijke programma's worden gemonitord en periodiek binnen Haaglanden op elkaar 20

21 afgestemd. Dit geldt men name voor de beleidssectoren kantoren, bedrijventerreinen, leisurevoorzieningen en detailhandel. Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats is in overeenstemming met het regionaal beleid zoals verwoord in het Regionaal Structuurplan Haaglanden Gemeentelijk beleid Wéreldstad aan Zee, Structuurvisie Den Haag 2020 Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Structuurvisie Den Haag 2020 vastgesteld: de toekomstvisie van Den Haag op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in regionaal perspectief tot het jaar De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag te benutten: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie. De structuurvisie gaat uit van een lichte groei van het aantal inwoners (nu ca ) en een groei van het aantal arbeidsplaatsen in Dat betekent dat er ca woningen moeten worden toegevoegd in de bestaande stad, door verdichting. In de structuurvisie wordt de Wéreldstad aan Zee vorm gegeven door ontwikkelingen in vijf kansenzones (het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan). Scheveningen Badplaats maakt deel uit van het Ontwikkelingsgebied Scheveningen-Kust, dat op zijn beurt ligt binnen de Internationale kustzone. In het ontwikkelingsgebied bieden het vrijgekomen Norfolkterrein, Scheveningen-Haven en Scheveningen-Bad van Palacegebied tot Zwarte Pad de beste kansen voor de realisatie van het programma op hoofdlijnen voor dit gebied: toevoegen van woningen, hoogwaardige badplaats-gerelateerde voorzieningen en verbetering van de infrastructuur. De beleving en de toegankelijkheid van het strand en de zee vanuit de gebieden direct achter de eerste rij van bebouwing moet worden verbeterd. Tegen de achtergrond van de huidige economische crisis zijn in het Coalitieakkoord Aan de slag (d.d ) en het Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling (d.d ) nadere prioriteiten gesteld. Met het Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2012 (IpSO) biedt de gemeente duidelijkheid in welke projecten wordt geïnvesteerd en welke ambities worden nagestreefd. Markpartijen kunnen hier rekening mee houden en op anticiperen met hun investeringen. Uiteraard is het doorgaan van ontwikkelingen van meerdere factoren afhankelijk (o.a. economische conjunctuur), maar doordat de gemeente vasthoudt aan de ingezette koers en helderheid biedt voor welke projecten middelen worden gereserveerd wordt enige mate van stabiliteit en zekerheid geboden. Het merendeel van het woningbouwprogramma moet binnenstedelijk worden gerealiseerd. Het centrumstedelijk milieu biedt daartoe de beste kansen. Prioriteiten zijn Scheveningen Haven, het centrum en Laakhavens. De ruimtelijke strategie van Den Haag steunt op twee pijlers: De Wereld in Den Haag en Den Haag in de Wereld. De Wereld in Den Haag gaat over het verstevigen en robuust maken van de basis of het fundament van de stad met goede leefmilieus om te wonen, werken, ondernemen, recreëren. Tegelijkertijd werkt Den Haag aan het uitbouwen van de top (Den Haag in de Wereld), met als vaandel Den Haag Internationale Stad van Vrede en Recht. De komende jaren krijgen de gebiedsontwikkelingen op de centrale as Scheveningen-Haven, Internationale Zone en Centrum prioriteit. 21

22 Masterplan In de Nota van Uitgangspunten masterplan Scheveningen kust (vastgesteld op 14 februari 2008 ) is de ambitie van de Structuurvisie vertaald in een groot aantal uitgangspunten voor de kuststrook van Scheveningen. Scheveningen moet door een gevarieerde mix van wonen, werken en toeristische attracties aantrekkelijker worden voor bewoners en bezoekers. De uitgangspunten voor Scheveningen Badplaats zijn onder andere het verbeteren van de ruimtelijke relaties tussen kust en achterland en onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor extra woningbouwprogramma. Hierbij zullen ingrepen/toevoegingen plaats vinden binnen het bestaande bebouwde gebied; zoals bijvoorbeeld op de locatie van de huidige tramremise. In januari 2010 heeft de gemeenteraad het Masterplan Scheveningen-kust vastgesteld (RIS168987). Gedwongen door de economische crisis heeft de gemeente later dat jaar besloten geen gemeentelijke bijdrage meer te leveren aan de ontwikkelingen in Bad en Dorp, maar initiatieven over te laten aan marktpartijen. De ambities zijn daarbij niet gewijzigd, wel de wijze van realiseren. Voor de Badplaats is er daarom geen stedenbouwkundig kader opgesteld als vervolg op het masterplan. De plannen voor de Haven gaan wel door, met een stedenbouwkundig kader als basis. Medio 2013 is het project Zwakke Schakel Scheveningen opgeleverd. Daarmee is de kustverdediging bij o.a. de Keizerstraat weer op orde. Integraal met de kustversterking is een nieuwe boulevard tussen Scheveningen-Bad en de haven aangelegd. Het Masterplan Scheveningen-kust beschrijft de gewenste ontwikkelingen voor Bad, Dorp en Haven. Het Masterplan geeft een algemeen beeld van Scheveningen-kust. Nieuwe initiatieven uit de markt voor -Bad en -Dorp zullen aan de randvoorwaarden van het Masterplan moeten voldoen. Het doel van het Masterplan is om Scheveningen-kust een nieuwe uitstraling te geven zodat het aantrekkelijk is om te wonen en werken, en waar bezoekers graag komen. Bad, Dorp en Haven Scheveningen bestaat uit drie kenmerkende gebieden: Scheveningen Bad, - Dorp en - Haven. Drie gebieden met elk hun eigen sfeer, uitstraling en kwaliteiten. Bad met zijn badgasten en de wereld van zee, strand en vermaak, het rustige karakter van het oude dorp en de stoere uitstraling van boten, watersport en de visserij rond de haven. Samen vormen zij het nieuwe Scheveningen, waarvoor de gemeente het Masterplan Scheveningen-kust heeft vastgesteld. Belangrijke aandachtspunten die in het plan centraal staan zijn: Bad moet vier seizoenen per jaar aantrekkelijk zijn voor Hagenaars en toeristen. In Dorp ligt de nadruk op het behoud en bescherming van het oorspronkelijke karakter. In de Haven gaat het om een goede combinatie van wonen, werken en voorzieningen door de herontwikkeling van het voormalige Norfolkterrein en het Noordelijk Havenhoofd. In de toekomstige ontwikkeling van Scheveningen-Bad ligt de nadruk op twee aspecten. Ten eerste het kwalitatief versterken van het zeefront door het doortrekken van de nieuwe Boulevard en het opwaarderen van de Pier en de bebouwing aan de Boulevard. Ten tweede het verbeteren van de ruimtelijke samenhang en het verblijfsklimaat in de tweede lijn (Zwolsestraat, Gevers Deynootweg, Kurhausplein, Circusplein, Palaceplein) Agenda voor de Haagse Verdichting De 'Agenda voor de Haagse Verdichting' is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. De agenda is een thematische uitwerking van de Structuurvisie en dient als leidraad voor de binnenstedelijke verdichting in Den Haag tot Door middel van verdichting kan de bevolkingsgroei binnen het bestaande stedelijke gebied opgevangen worden. Daarnaast kan verdichting worden aangegrepen om de stedelijke kwaliteit van Den Haag te versterken. De Haagse Verdichting houdt voor Scheveningen Badplaats in dat invulling wordt gegeven aan: optoppen (dakopbouwen en minimaal vijf bouwlagen); verruiming van mogelijkheden voor bouwen van aan- en bijgebouwen; 22

23 functiewijziging (ombouwen van kantoorgebouwen naar woningbouw); dubbel grondgebruik. Verdichting kan plaatsvinden door dakopbouwen op de bestaande woongebouwen toe te staan. Zodoende kunnen zittende bewoners gebonden worden aan de wijk en wordt een alternatief voor het verhuizen naar een andere wijk geboden. Een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw levert een bijdrage aan de binnenstedelijke verdichtingsopgave door toevoeging van bouwvolume daar waar dat wenselijk, mogelijk en verantwoord is. In dit bestemmingsplan is een regeling voor dakopbouwen opgenomen. In Hoofdstuk 5 Planbeschrijving worden de totstandkoming van en de regeling zelf nader toegelicht. 3.3 Sectoraal beleid Cultureel erfgoed Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument om cultuurhistorische waarden in een gebied te beschermen. In 2010 is in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen dat gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden. De Rijksdienst helpt gemeenten om hieraan te voldoen met de 'Handreiking erfgoed en ruimte'. Hierin staat hoe gemeenten zo'n inventarisatie en analyse kunnen uitvoeren. Ook wordt in deze handreiking aangegeven op welke wijze gemeenten cultuurhistorische waarden kunnen opnemen in een bestemmingsplan, compleet met voorbeeldbepalingen. Handreiking erfgoed en ruimte Het begrip cultuurhistorie heeft drie aspecten: Historische (stede)bouwkunde / bovengrondse monumentenzorg; bijvoorbeeld kastelen, kerken, oude boerderijen of landhuizen, maar ook stedenbouwkundige elementen als beschermde stads- of dorpsgezichten. Archeologie; sporen en vondsten die door mensen(werk) in het verleden in de grond zijn achtergebleven, bijvoorbeeld potscherven, resten van voedselbereiding, graven, maar ook verkleuringen in de grond die duiden op bewoning of infrastructuur. Een verzamelterm hiervoor is 'archeologische waarden'. Alle archeologische waarden bij elkaar zijn het 'bodemarchief'. Cultuurlandschap/historische geografie: alle landschappelijke elementen die het gevolg zijn van menselijk handelen in het verleden, bijvoorbeeld verkavelingspatronen, pestbosjes, landgoederenzones of ontginningsassen. Binnen het plangebied is onderzoek verricht naar de cultuurhistorische waarden. Deze zijn beschreven in Cultuurhistorische waarden. De uitkomsten van een bureauonderzoek archeologische waarden zijn beschreven in 4.9 Archeologie. Op grond van de geologische opbouw van de ondergrond is Scheveningen Badplaats een gebied waar archeologische resten en sporen kunnen worden verwacht. Gemeentelijk beschermd stadsgezicht Op 6 maart 2003 is Scheveningen Dorp door de gemeenteraad van Den Haag aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Enkele straten in Scheveningen Badplaats vallen binnen dit beschermde stadgezicht. Het betreft het gebied dat begrensd wordt door het Circusplein, de Circusstraat, de Dirk Hoogenraadstraat, de Rotterdamsestraat en de Gevers Deynootweg 61 tot 93. Monumentale gebouwen Wijziging van een rijks- of gemeentelijk monument is zonder een vergunning van het bevoegd gezag verboden (artikel 11 van de Monumentenwet 1988 of artikel 9 van de Monumentenverordening Den Haag). In paragraaf worden de monumentale gebouwen genoemd die ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988 als rijksmonument of ingevolge artikel 3 van de Monumentenverordening Den Haag zijn ingeschreven. 23

24 3.3.2 Verkeer en infrastructuur Regionale Nota Mobiliteit Haaglanden In juni 2005 heeft het algemeen bestuur van Haaglanden de "Regionale Nota Mobiliteit" (RNM) vastgesteld. Het verschijnen van het nieuwe Regionale Structuurplan en van de Nationale Nota Mobiliteit vormden vervolgens aanleiding om de RNM al snel weer te actualiseren. Dat is gebeurd door vaststelling van het 'supplement' op de RNM in De RNM richt zich op de plannen die het stadsgewest heeft voor de mobiliteit in de regio voor de periode De Regionale Nota Mobiliteit geeft aan dat er in de komende jaren veel maatregelen genomen moeten worden om de toename van de mobiliteit op te kunnen vangen en de regio bereikbaar, verkeersveilig en vooral ook leefbaar te houden. Stimulering van het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets staan daarin centraal. De belangrijkste doelen voor de regio zijn: 40% meer reizigers in het openbaar vervoer en 30% meer gebruik van de fiets in 2020, kortere en beter voorspelbare reistijden met de auto vooral in de spits, minder verkeersslachtoffers en een beter en gezonder leefklimaat. Het uitvoeringsprogramma laat zien welke concrete projecten het stadsgewest en de andere overheden in de regio Haaglanden uitvoeren om de ambities van de Regionale Nota Mobiliteit te realiseren. De Regionale Nota Mobiliteit is de regionale vertaling van de plannen uit de landelijke Nationale Nota Mobiliteit (2005) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het rijksbeleid voor mobiliteit en bereikbaarheid is in 2012 vervangen door de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Gemeentelijk beleid Verkeer algemeen Den Haag groeit, er komen meer inwoners, meer banen en ook meer bezoekers. Dit zorgt voor een toename van het verkeer van, naar en in de stad. Bovendien reizen mensen steeds meer en over langere afstanden. In de Structuurvisie Den Haag 2020 (Wéreldstad aan Zee) heeft de gemeenteraad de ambities voor de toekomst van de stad vastgesteld. Den Haag wil groeien en aantrekkelijk blijven als stad om in te wonen, werken en leven. Om al deze wensen te kunnen verenigen, is een toekomstgerichte visie op verkeer en vervoer noodzakelijk. Het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente Den Haag voor de periode 2010 tot 2020 met een doorkijk tot 2030, is vervat in de Haagse Nota Mobiliteit. De visie in de nota is er op gericht van Den Haag een duurzaam bereikbare en een leefbare stad te maken door er voor te zorgen dat reizigers een bewuste keuze kunnen maken voor de vervoerwijze en de route die het beste bij hen past. Gerichte investeringen in het openbaar vervoer en de fiets, door te zorgen voor goede voorzieningen voor voetgangers, en het bundelen en ordenen van het autoverkeer moeten er voor zorgen dat reizigers de juiste keuze kunnen maken. De maatregelen die genomen worden moeten voldoen aan de milieu- en inpassingseisen. Het parkeerbeleid is er op gericht om het evenwicht te herstellen tussen vraag en aanbod van parkeervoorzieningen met name ook binnen die woongebieden waar de parkeerdruk hoog is. Verkeer in Scheveningen Badplaats Elk jaar bezoeken miljoenen mensen de kuststrook van Scheveningen. Zij arriveren per auto, per openbaar vervoer, op de fiets, lopend of op een andere manier. Al deze bezoekers vertrekken ook weer uit Scheveningen-kust. En elke dag gaan ook de meeste bewoners op pad, binnen hun gebied of erbuiten. Al deze mensen hebben in ieder geval één gemeenschappelijke wens: ze willen zichzelf zo gemakkelijk mogelijk kunnen verplaatsen. Verbetering van de bereikbaarheid is een absolute voorwaarde, als Scheveningen uit wil groeien tot dé badplaats van Noordwest-Europa, een ambitie die is vastgelegd in het Masterplan Scheveningen-kust. Op dit moment zijn er, vooral op zomerse dagen, veel problemen met de doorstroming van het verkeer. Het verkeersaanbod zal in de toekomst nog toenemen door de komst van extra voorzieningen. Dat zal leiden tot een zwaardere belasting van het wegenstelsel door het autoverkeer en tot meer druk op de openbare ruimte en de verkeersveiligheid, vooral langs de kustroute. Het treffen van maatregelen en ingrepen in de infrastructuur zijn zodoende een noodzaak voor de komende jaren. 24

25 Deze ontwikkelingen, het treffen van maatregelen en ingrepen in de infrastructuur zijn op hoofdlijnen beschreven in het Masterplan Scheveningen-kust. Zo beschrijft dit masterplan een gewenste verkeersstructuur, waarbij ingrepen in de autoverkeersstructuur, op het gebied van openbaar vervoer en ten behoeve van het langzaam verkeer worden voorgesteld. Naast deze fysieke maatregelen, die hieronder beknopt worden beschreven, worden in het genoemde masterplan aanvullende maatregelen beschreven op het gebied van parkeren, Park+Ride, verkeersmanagement, bewegwijzering en communicatie over parkeermogelijkheden. Met de maatregelen uit het Masterplan Scheveningen-kust en uit andere verkeersprojecten die onder andere in het kader van de Haagse Nota Mobiliteit en diverse andere beleidsnotities en jaarprogramma's worden uitgevoerd wil de gemeente de doorstroming van al het verkeer in Scheveningen stimuleren. Openbaar vervoer Het openbaar vervoer speelt als drager van ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio een belangrijke rol. Het openbaar vervoer dient te zorgen voor aantrekkelijke en snelle vervoerstromen tussen woon- en werklocaties, naar het centrum en andere belangrijke attractiepunten. Onderstaande kaart over het openbaar vervoer laat het streefbeeld zien van het openbaarvervoer netwerk volgens de Haagse Nota Mobiliteit. De komende jaren staan binnen de gemeente Den Haag ingrijpende verbeteringen van het openbaar vervoer op stapel. Dat gebeurt aan de hand van de toekomstplannen van het stadsgewest Haaglanden voor Randstadrail en breed trammaterieel. Deze ambitieuze plannen onder de naam 'Netwerk RandstadRail' gaan onder meer over het geschikt maken van bestaande tramlijnen voor breder trammaterieel en de aanleg van Parkeer+Reis-terreinen bij diverse stations. 25

26 Voor Scheveningen is van belang, dat de tramlijnen 1,9 en 11 geschikt zullen worden gemaakt voor 26

27 breder trammaterieel. Dat betekent: meer comfort, een hogere rijfrequentie en snellere verbindingen. Dat alles vraagt om flinke aanpassingen in de spoorinfrastructuur. Het nieuwe materieel is nu eenmaal zwaarder en breder dan het huidige materieel. De gewenste hogere snelheid is mogelijk op lange, vrijliggende tracés buiten Scheveningen. In Scheveningen zal de snelheid lager zijn als de situatie daar aanleiding toe geeft. Ook zal op sommige tracés medegebruik door andere verkeersdeelnemers onvermijdelijk zijn, maar uitgangspunt is om de tram zoveel mogelijk gebruik te laten maken van een eigen baan. Van de drie genoemde tramlijnen lopen alleen de lijnen 1 en 9 door het plangebied. Het tracé van tramlijn 9 zal volgens de huidige planning in 2014 en 2015 geschikt worden gemaakt voor het nieuwe trammaterieel. Tramlijn 1 zal naar verwachting na 2020 aan de orde komen. Het bestemmingsplan staat deze ontwikkelingen niet in de weg. Naast tramlijnen 1 en 9 lopen er door het gebied nog diverse busroutes, te weten bus 21 tussen de keerlus Zwarte Pad en Vrederust, bus 22 tussen Duindorp en station Den Haag Centraal en bus 23 tussen de keerlus Zwarte Pad en Kijkduin. Autoverkeer Het gemotoriseerde verkeer wil de gemeente zoveel mogelijk ordenen en concentreren op een stelsel van goed ingepaste stedelijke en regionale hoofdwegen (zie kaart Hoofdstructuur wegverkeer uit de Haagse Nota Mobiliteit) met voldoende capaciteit om een optimale doorstroming te waarborgen. Een vlotte doorstroming op de hoofdwegen zorgt ervoor dat het verkeer als vanzelf deze hoofdwegen kiest, waardoor de verkeersdruk op de woonwijken minder kan zijn, Het stelsel van stedelijke en regionale hoofdwegen zorgt voor een goede bereikbaarheid van de grote concentraties van werkgelegenheid en voorzieningen in de stad vanuit de regio en verder. Tevens verbinden de hoofdwegen de stadsdelen en wijken onderling met elkaar. De hoofdwegen hebben een zodanige vormgeving en inpassing dat voldaan wordt aan de leefbaarheidseisen en milieunormen. De gewenste doorstroomsnelheid op de stedelijke hoofdwegen is km/u. Voor de regionale hoofdwegen geldt binnen de stad een gewenste doorstroomsnelheid van km/u. De stedelijke en regionale hoofdwegen hebben de bestemming Hoofdverkeersweg. In de woonwijken is doorgaand autoverkeer niet welkom. De wijkontsluitingswegen krijgen daarom op den duur een inrichting als stadslaan : wegen met een minder dominante positie voor autoverkeer en prioriteit voor langzaam verkeer en openbaar vervoer. De erftoegangswegen krijgen een inrichting als 30 km/u zone, voor zover dat nog niet gebeurd is. Aan de doorstroming van het autoverkeer op de wijkontsluitingswegen en de erftoegangswegen worden geen specifieke eisen gesteld. Hier geldt 'maatwerk', afhankelijk van de situatie. 27

28 Scheveningen is met de auto bereikbaar via diverse wegen: de Nieboerweg, Houtrustweg, Kranenburgweg, Van Boetzelaerlaan, Statenlaan, Scheveningseweg, Nieuwe Parklaan, Badhuisweg en Van Alkemadelaan/Zwolsestraat. De meeste van deze routes lopen dwars door woongebieden heen. Op piekdagen leidt dat tot veel overlast bij de bewoners. De ingrepen in de verkeerstructuur zoals opgenomen in de Haagse Nota Mobiliteit en het Masterplan Scheveningen-kust zijn erop gericht het bezoekers-/strandverkeer op twee routes te concentreren: 1. Van Alkemadelaan/Zwolsestraat voor Bad 28

29 2. Houtrustweg voor Haven. De Zwolsestraat is en blijft de hoofdroute om Scheveningen Bad te bereiken. Deze route is als stedelijke hoofdweg vastgelegd in de Haagse Nota Mobiliteit. Dat wil zeggen dat het verkeer zoveel mogelijk op deze route wordt geconcentreerd. De Nieuwe Parklaan en de Badhuisweg zijn bedoeld voor de ontsluiting van de woongebieden rondom de Nieuwe Parklaan. Deze beide wegen liggen buiten het plangebied van het bestemmingsplan. Deze beide wegen sluiten binnen het plangebied aan op de Kurhausweg en de Harstenhoekweg. De Gevers Deynootweg loopt evenwijdig aan de kust en verbindt Scheveningen-Bad met Scheveningen Dorp. Vanaf de Gevers Deynootweg is de nieuwe boulevard toegankelijk via de Scheveningseslag. Op de nieuwe boulevard is eenrichtingsverkeer ingesteld vanaf de Scheveningseslag richting de haven. Doorstroming verbeteren Zowel in het Masterplan Scheveningen-kust als in de Haagse Nota Mobiliteit wordt ingezet op het verbeteren van de doorstroming van het autoverkeer in Scheveningen Bad. Hiertoe wordt voorgesteld om langs de belangrijke parkeervoorzieningen een verkeerscircuit in te stellen. Dit verkeerscircuit moet voorkomen dat het verkeer op drukke dagen vast komt te staan. Om dit verkeerscircuit mogelijk te maken, moeten verschillende verkeersmaatregelen worden uitgevoerd op de kruisingen Zwolsestraat-Gevers Deynootweg, Gevers Deynootweg-Kurhausweg, Kurhausweg-Harstenhoekweg en Harstenhoekweg-Zwolsestraat. Het bestemmingsplan staat deze ontwikkelingen niet in de weg. Fietsverkeer Het fietsverkeer krijgt vanwege het milieuvriendelijke karakter en de fysiek zwakkere positie ten opzichte van het gemotoriseerde verkeer, bijzondere aandacht in het verkeers- en vervoerbeleid van de gemeente Den Haag. Door het aanbieden van een aantrekkelijk hoogwaardig netwerk van veilige fietsroutes wordt het gebruik van deze vervoerswijze gestimuleerd. Binnen het stelsel van hoofdfietsroutes is een net van 'sterroutes' aangegeven. De sterroutes vormen de belangrijkste doorgaande routes die de woongebieden met het stadscentrum, de knooppunten van openbaar vervoer en het buitengebied verbinden. Onderstaande kaart toont het streefbeeld voor het fietsnetwerk van doorgaande routes uit de Haagse Nota Mobiliteit. Daarnaast is er de nodige aandacht voor het stallen van fietsen, zowel bij woningen als bij werklocaties, maar ook bij de grotere attractiepunten zoals scholen, winkelgebieden, stations en recreatiebestemmingen. De publieke voorzieningen voor de fiets maken integraal onderdeel uit van de inrichting van de openbare ruimte. 29

30 Ook fietsers, brommers, scooters en wandelaars komen naar Scheveningen. Door een aantal verbeteringen moet Scheveningen voor hen aantrekkelijker worden. Zo wordt bij de herinrichting van de boulevard en de Prins Willemstraat terdege met deze groep verkeersdeelnemers rekening gehouden. Fietsroutes noord-zuid Er wordt een noord-zuid fietsroute gemaakt van Meijendel naar Kijkduin. Deze route loopt van Oostduinen/Meijendel via het Zwarte Pad door Bad, langs de vernieuwde Boulevard, over de havenmond naar de Westduinen. Zo is onder andere bij de herinrichting van de boulevard terdege met deze groep verkeersdeelnemers rekening gehouden. Er is een tweerichtingen fietspad aangelegd en de wandelpromenade is aanzienlijk breder geworden. Fietsroutes oost-west Ook (recreatieve) fietsroutes van oost naar west zijn belangrijk. De mogelijkheden daartoe langs de lange lijnen van stad naar kust (Houtrustweg, Statenlaan, Scheveningseweg, Nieuwe Parklaan en Zwolsestraat) kunnen worden verbeterd. Zo wordt ingezet op het opwaarderen van de fietsroute langs de Nieuwe Parklaan tot een sterroute. Dit houdt in dat langs de Nieuwe Parklaan aan de zijde van de Badhuisweg een tweerichtingen fietspad wordt aangelegd dat bij de Kurhausweg aansluit op de 30

31 bestaande fietspadenstructuur van Scheveningen Bad. Parkeren Het parkeren en stallen van auto's neemt een belangrijke plaats in binnen het verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente Den Haag. In de nota Parkeerkader Den Haag is het algemene parkeerbeleid vastgelegd. Dit beleid gaat vooral over het faciliteren van de parkeerbehoefte en het benutten van schaarse ruimte maar moet ook automobilisten prikkelen om meer met het openbaar vervoer te reizen of de fiets te pakken. Hoge stedelijke bebouwingsdichtheden leiden zonder adequate parkeervoorzieningen tot een vaak te zware belasting van de openbare ruimte. Dat geldt zowel voor woon- als werkfuncties maar ook voor locaties die veel bezoekers trekken. Behalve de noodzaak tot de verdeling van schaarse (openbare) parkeergelegenheid in een aantal gebieden in de stad, zijn mobiliteitsoverwegingen gericht op het streven naar een bereikbare en leefbare (woon)omgeving voor de gemeente aanleiding tot het stellen van parkeereisen bij nieuwe ontwikkelingen. De parkeernormen en de toepassing ervan zijn uitgewerkt in de Nota Parkeernormen Den Haag (vastgesteld in de raadsvergadering van 10 november 2011). Nieuwbouw- en verbouwplannen worden aan dit beleid getoetst. Aan de hand van de parkeernormen wordt de parkeerbehoefte berekend en vergeleken met de voorzieningen die in het plan zijn opgenomen. Het kan zijn dat in de visie van de initiatiefnemer de genormeerde parkeerbehoefte van de in het plan opgenomen functies afwijkt van de werkelijke parkeerbehoefte. Het is dan aan de initiatiefnemer om dit aan te tonen en goed te onderbouwen. Uitgangspunt is dat de parkeerbehoefte van een bouwontwikkeling op het eigen terrein wordt opgelost. Soms is dat niet mogelijk en het is ook niet altijd strikt noodzakelijk. De gemeente kan onder andere de parkeerdruk en eventuele beschikbare parkeerruimte binnen loopafstand in de omgeving, meewegen. Dat geldt ook voor functies waarvan de parkeerplaatsen onderling uitwisselbaar zijn. Daarnaast kan de gemeente in afwijkende situaties maatwerk toepassen. Aan de hand van de informatie wordt vastgesteld hoeveel parkeerplekken de initiatiefnemer op eigen terrein moet realiseren. Bij woningbouw is het gemiddelde autobezit uitgangspunt voor de hoogte van de parkeernorm. Het gemiddelde autobezit hangt af van de oppervlakte van de woning, de plek in de stad en het type woning. Voor werken, winkels en andere voorzieningen is de functie van het gebouw en de mate van bereikbaarheid met het openbaar vervoer, bepalend voor de parkeernorm. Bij knooppunten van het openbaar vervoer geldt een lagere norm dan op plekken die minder goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. De parkeernormen worden uitgedrukt in het aantal parkeerplaatsen per woning, en bij de -meeste- overige de functies in het aantal parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak. De stedenbouwkundige regels in de gemeentelijke bouwverordening over het parkeren zullen binnen afzienbare tijd worden ingetrokken. Het inlegvel met de parkeernormen uit de nota Parkeernormen Den is in dit bestemmingsplan in Bijlage 4 opgenomen. In de gebruiksregels van de regels is het verder mogelijk om de parkeernormen en/of het toepassingskader te wijzigen indien daar aanleiding toe bestaat en er een bestuurlijk besluit aan ten grondslag ligt. Parkeren in Scheveningen Badplaats Met een consequent parkeerbeleid is overlast van strand- of horecabezoek in woongebieden te beperken. Uitgangspunt van alle maatregelen is dat bewoners, ondernemers en bezoekers op de plekken kunnen komen die voor hen belangrijk zijn. Het betekent ook dat niet alle plekken per auto voor iedereen bereikbaar hoeven te zijn. Strand-, horeca- of theaterbezoekers die de auto nemen, moeten uit woonbuurten worden geweerd om verkeer- en parkeeroverlast te voorkomen. Binnen Scheveningen Badplaats is betaald parkeren ingevoerd. Naast betaald parkeren liggen in dit gebied drie van de belangrijkste grootschalige parkeervoorzieningen voor bezoekers, te weten de Parking Kurhaus (250 parkeerplaatsen), de Parking Nieuwe Parklaan (570 parkeerplaatsen) en de Parking Scheveningen Bad aan de Zwolsestraat met 2030 parkeerplaatsen de grootste van de parkeervoorzieningen in Scheveningen Bad. Ten noordoosten van de Gevers Deynootweg ligt in de 31

32 duinen het parkeerterrein Zwarte Pad. Dit parkeerterrein dat net buiten het plangebied van dit bestemmingsplan ligt, heeft een capaciteit van 450 parkeerplaatsen. Park+Ride De gemeente Den Haag volgt het beleid van het stadsgewest Haaglanden voor de aanleg van P+R-terreinen in de regio. Tot 2020 is er behoefte aan 5000 extra parkeerplaatsen voor P+R, met name in de regio en aan de rand van Den Haag. Maar ook binnenstedelijke locaties buiten Scheveningen kunnen in aanmerking komen voor gebruik als P+R-terrein. P+R-terreinen met snelle openbaarvervoersverbindingen kunnen een uitstekend alternatief voor bezoekers zijn om naar Scheveningen te komen. reisinformatie Tot de benodigde maatregelen voor een betere bereikbaarheid van Scheveningen behoort het vroegtijdig informeren van automobilisten over de verkeerssituatie. Hierdoor kunnen bezoekers naar de gewenste toevoerwegen worden geleid: Houtrustweg voor Haven en Van Alkemadelaan/Zwolsestraat voor Bad. Ook kan informatie worden verstrekt over reistijden, vervoersalternatieven en parkeer- en P+R-mogelijkheden. Dit werkt alleen wanneer de informatie zo actueel en zo vroeg mogelijk beschikbaar is. Niet alleen thuis voor vertrek, maar ook onderweg naar Scheveningen, zowel op de snelwegen als in de stad. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via internet, mobiele telefonie, digitale informatiepanelen langs wegen en parkeerverwijssystemen. De gemeente wil op die manier bezoekers leiden naar verschillende linies van parkeervoorzieningen, evenwijdig aan de kust. Uitgangspunt daarbij is dat de parkeertarieven dalen naarmate de parkeermogelijkheden zich verder van de kust af bevinden. Dat kan een extra stimulans zijn om niet in Scheveningen zelf te parkeren. Fiets parkeren De gemeente hanteert voor functies, die in de Nota Parkeernormen Den Haag onder de noemer Kantoren, Bedrijven en Voorzieningen staan, een norm van 1 fietsparkeerplaats per 3 medewerkers. Langs de gehele kuststrook wordt ingezet op meer en betere fietsenstallingen Wonen Woonvisie Den Haag Het uitgangspunt van de Woonvisie (vastgesteld in de gemeenteraad op 19 november 2009) is om tot en met 2020 de toename van het aantal inwoners op te vangen door genoeg geschikte woningen te blijven bouwen. Deze woningen zijn vooral gericht op het behouden en aantrekken van midden- en hogere inkomensgroepen. Tegelijkertijd moeten er voldoende, goede goedkope woningen beschikbaar zijn voor huishoudens met lage inkomens. Om dit te bereiken zet de gemeente in op meer variatie van woningtypen en architectuur, en meer milieubewust bouwen. Daarbij richt de gemeente zich op de stedeling: mensen die bewust kiezen voor de stad met de daarbij behorende goede voorzieningen en diverse woonsferen. Voor de lange termijn gaat de gemeente uit van een gemiddeld nieuwbouwprogramma van woningen per jaar. De productie op de Vinex-locaties is bijna voltooid. Het merendeel hiervan zal daarom in de bestaande stad moeten worden gebouwd. Den Haag kiest ervoor om een geconcentreerde centrumstad te zijn, met stedelijke dichtheden, een hoogwaardige openbare ruimte en een grote verscheidenheid aan woonmilieus en woonsferen. Qua woongebieden heeft Den Haag al een breed scala te bieden, zoals stedelijk wonen in de binnenstad, groen wonen in de stad en ontspannen wonen aan zee. Het is nu echter zaak dat elke sfeer ook meer woningen krijgt die daar kwalitatief bij passen. Mensen die in een stad wonen of willen wonen, hebben immers verschillende woonwensen. Daar moet meer op worden ingespeeld door meer keuzemogelijkheden te bieden. Kwetsbare wijken en buurten en functioneel verouderde gebieden vragen om versterking en vernieuwing. Ook in de komende jaren zal door middel van herstructurering meer differentiatie moeten worden 32

33 aangebracht: verschillende woningtypes, huur en koop, goedkoop en duur. Deze vernieuwing leidt tot een afname van het aantal goedkope woningen in deze eenzijdige buurten en wijken en moet elders in de stad, maar ook in de regio, worden gecompenseerd. In de kwetsbare particuliere wijken krijgt de woontechnische verbetering van de woningvoorraad en de woonomgeving hoge prioriteit. Daarnaast worden een aantal verouderde bedrijventerreinen getransformeerd naar nieuwe stedelijke gemengde woon- en werkmilieus. Den Haag hecht veel belang aan duurzaamheid. Niet alleen uit milieuoverwegingen, maar ook uit het oogpunt van toekomstige betaalbaarheid. Er wordt verwacht dat de energiekosten al voor 2020 het grootste deel van de woonlasten zullen beslaan. Ook daarom wil Den Haag in 2020 een CO2-reductie van 30 procent ten opzichte van 1990 behalen in de verwarming van woningen. Scheveningen Bad Het plangebied valt binnen de Woonvisie in het centrumstedelijk woonmilieu met aan de rand een stukje groenstedelijk milieu. De woonsfeer is te karakteriseren als 'wonen aan de kust'. De nabijheid van de zee, strand en duinen is een belangrijke bepalende factor in de woon en leefomgeving van Bad. Het woongebied van Bad is erg divers. Entertainment is en blijft het sleutelwoord voor het gebied direct aan het strand. Dit vraagt om vernieuwende concepten op het gebied van wonen. Daarbij valt te denken aan van alle gemakken en diensten voorziene hotelachtige woonconcepten gericht op empty nesters, en misschien zelfs thematisch wonen. Het woonmilieu is dynamisch en hoogstedelijk. Hierbij past een gedurfde architectuur en een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte. Het gebied achter de Gevers Deynootweg dat grenst aan de duinen is een ander, rustiger woongebied. Hier passen kleinschalige appartementen complexen. De Haagse Structuurvisie streeft naar groei van het inwoneraantal van de stad als draagvlak voor grootstedelijke voorzieningen en voor een goede economische, sociale en culturele ontwikkeling. Hiervoor zal het aantal woningen moeten groeien Werkwoningen De werkwoning is een flexibel woonconcept waarbij de werk-, bedrijfs- of praktijkfunctie is gekoppeld aan of geïntegreerd in de woonfunctie. De werkwoning komt ook voor onder de naam atelier- bedrijfs-, of praktijkwoning. In de nota 'werkwoningen in de Haagse regio' (RIS 72582, ) worden potentiële ontwikkelingslocaties genoemd voor werkwoningen. Genoemd worden overgangsgebieden tussen woonwijken en bedrijfsterreinen, en gebieden langs doorgaande wegen en langs spoorwegen. In de bestemming "Wonen" is (standaard, op basis van jurisprudentie) ruimte voor het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep of bedrijf. Hieronder wordt verstaan: het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, cosmetisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een ambacht geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk. Voorbeelden hiervan zijn een architect, schoonheidsspecialiste of edelsmid. Een aan huis verbonden beroep of bedrijf is toegestaan op voorwaarde dat de woonfunctie van het perceel daardoor niet wordt aangetast Economie Algemeen: beleidsvisie Kracht van Kwaliteit De economische visie van Den Haag is vastgelegd in de nota "Kracht van kwaliteit. Deze nota is door de Raad vastgesteld op 6 oktober 2011 (RV 126_2011, RIS ). De toekomst voor de Nederlandse economie in de mondiale concurrentiestrijd ligt bij kennis, creativiteit en stedelijke kwaliteit. De uitdaging voor de stad Den Haag is om de omstandigheden te creëren waarbij de economie van de stad ook op de langere termijn kansen biedt voor werk, inkomen en ontplooiing van alle Haagse burgers. De strategie voor de Haagse economie kan worden samengevat in de volgende speerpunten: Internationale stad van Vrede en Recht de unieke branding van Den Haag; Den Haag heeft een uniek profiel als internationale stad van Vrede en Recht. Daarmee heeft de stad internationale bekendheid verworven. Dit profiel spreekt ook bedrijven en instellingen buiten die sector 33

34 nadrukkelijk aan en heeft daarom ook in het economische domein een wervend karakter een sterk merk. In de internationale zone zijn veel van deze organisaties geconcentreerd. Kracht van de stad: quality of life aantrekkelijke stad voor werkers, bewoners en bezoekers; Den Haag bezit een breed palet aan winkels, horeca, cultuur en historie. Samen met strand en duinen ontstaat hierdoor een uniek woon- en leefklimaat. Den Haag versterkt zijn positie als tweede toeristische stad van Nederland. Het centrum (Binnenstad, stationsgebieden, Beatrixkwartier), Scheveningen en Internationale Zone zijn gebieden met veel werkgelegenheid en bezoekers en vormen daarmee de economische kerngebieden van de stad. Hier wordt gewerkt aan versterking van het aanbod aan kwaliteitswinkels, horeca en recreatieve functies. Economische structuur sterke clusters, vitaal mkb; Den Haag zet actief in op de ontwikkeling van kennis en bedrijvigheid binnen het cluster Veiligheid onder de noemer The Hague Security Delta. Den Haag combineert zijn inzet op internationale instellingen en zakelijke dienstverleners (met name in de clusters energie, it en telecom en financiële dienstverlening) met veel aandacht voor kleine en middelgrote bedrijven, zowel in de economische kerngebieden als in de wijken. Voor deze bedrijvigheid is ook meer kleinschalige bedrijfsruimte hard nodig. Den Haag is een stad met een sterke, kennisintensieve zakelijke dienstensector, die bijna een kwart van de werkgelegenheid omvat. Den Haag is daarom aantrekkelijk voor (hoofd)kantoren, internationale bedrijven en instellingen. De spin off hiervan is van groot belang voor de lokale economie en banen voor alle niveaus in het mkb. Den Haag zet daarom vol in op de (ruimtelijke) kwaliteit en de bereikbaarheid van toplocaties voor kantoren en instellingen. Arbeidsmarkt talent en vakmanschap De kwaliteit van het arbeidsaanbod zal - door vergrijzing, schaarste aan vakmensen en tekort aan kenniswerkers - in de nabije toekomst een doorslaggevende vestigingsfactor worden. We zetten daarom actief in op de komst van academische instellingen en versterking en verbreding van het hoger onderwijs, ondermeer met topopleidingen. De ontwikkeling van Scheveningen is cruciaal voor Den Haag als Wereldstad aan Zee. De toeristenindustrie is een belangrijke bron van werkgelegenheid die gekoesterd en zo mogelijk versterkt moet worden. Een belangrijke doelstelling is het verhogen van de bezoekersaantallen in de niet-zomermaanden en verhoging van de gemiddelde besteding per bezoeker Bedrijven Functiemengingstrategie De gemeente Den Haag heeft een verdichtingsopgave zoals verwoord in de Structuurvisie Den Haag Optimalisering van het grondgebruik is daardoor noodzakelijk. In de notitie 'Functiemengingstrategie: Mengen van bedrijven en wonen' komt de functiemenging van praktijkkantoor- en bedrijfsruimte met wonen aan de orde. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen menging op bedrijventerreinen, buurtniveau en pand- of blokniveau. Het mengen van wonen en werken kan op drie schaalniveaus plaatsvinden: 1. op pandniveau, meestal een werkfunctie op de begane grond en woningen op de bovenliggende etages. In de Nota Woonwerkwoningen worden potentiële ontwikkelingslocaties genoemd voor woonwerkwoningen. Genoemd worden overgangsgebieden tussen woonwijken en bedrijfsterreinen, doorgaande wegen en langs spoorwegen; 2. op blokniveau, waarbij één of meerdere panden binnen één blok volledig een woon- dan wel een werkfunctie hebben; 3. op deelgebiedniveau, waarbij sprake is van een ruimtelijke en functionele samenhang van bedrijven en woningen die gevestigd zijn in één gebied. Binnen het plangebied is op enkele plaatsen sprake van menging op blokniveau, dat wil zeggen de functie bedrijf op de begane grond en woningen op de verdiepingen. 34

35 Detailhandel Regionaal beleid Het Stadsgewest Haaglanden heeft op 13 december 2006 de Regionale Structuurvisie Detailhandel vastgesteld. Voor Den Haag beoogt de nota de versterking van de winkelfunctie in de Haagse binnenstad. De Haagse binnenstad moet een concurrerende trekpleister worden. Hiermee wordt de aantrekkelijkheid van de regio als geheel versterkt. De nota geeft een toetsingskader aan voor detailhandelsplannen groter dan m². Gemeenten die willen uitbreiden moeten bij het realiseren van verkoopvloeroppervlakte binnen het wensbeeld blijven dat in deze structuurvisie is aangegeven. In het wensbeeld zijn spelregels opgesteld voor een aantal speciale winkelcategorieën: Dit zijn onder andere: Voor bouwmarkten en tuincentra geldt dat vestiging buiten de winkelcentra (de aangewezen concentratiegebieden), bespreekbaar is. Vestigingen van meer dan m² vergen toestemming van het stadsgewest. De grootschalige woonzaken zijn aangewezen op de perifere locaties buiten Den Haag, en op de grootschalige concentratie Haaglanden MegaStores in Den Haag. Detailhandel op trafficlocaties, de belangrijke knooppunten van openbaar vervoer, is onder voorwaarden toegestaan. Bij kleine kernen en buurt- en winkelcentra wordt het lokale beleid gevolgd. Solitaire megasupermarkten zijn niet toegestaan. In winkelkernen alleen als er marktruimte is. Dit wordt regionaal bijgehouden. Gemeentelijk beleid De gemeenteraad van Den Haag heeft op 23 juni 2005 de Detailhandelsnota Den Haag vastgesteld. De nota geeft de ontwikkelingsrichting aan voor de detailhandel in Den Haag. De concentratie op bestaande locaties in de hoofdwinkelstructuur is uitgangspunt van deze nota. Er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van meter zijn dagelijkse boodschappen kan doen. Het Actieprogramma Den Haag Winkelstad (2011) bevat een actualisatie van een deel van het detailhandelsbeleid. Leidend blijft de inzet op de versterking van de hoofdwinkelstructuur. Het Haagse detailhandelsbeleid geeft daarbij de binnenstad prioriteit, conform het Haagse binnenstadsplan. Voor bestemmingsplannen zijn de volgende acties van belang. Bij perifere detailhandelinitiatieven kiest de gemeente voor optimale clustering en voor grootschalige detailhandel blijft de bestaande hoofdwinkelstructuur de aangewezen plek voor vestiging (zie regionale structuurvisie detailhandel). Voor gebieden met een onzeker marktperspectief wordt een strategie ingezet van bestemmingsverruiming, waarbij de markt zijn werk moet doen. De Boulevard heeft een lange structuur met veel horeca, Sealife, de Pier en een belangrijke winkelconcentratie bij de Palace Promenade en omgeving (ruim m2 vvo). Het winkelaanbod is hier sterk toeristisch georiënteerd en wordt gekenmerkt door overwegend vrijetijdsaanbod zoals mode. Vanuit het oogpunt van de consument is concentratie belangrijk, omdat hierdoor het gehele jaar door op één locatie overdekt kan worden gewinkeld. Beperkte verspreide bewinkeling aan de Promenade is echter wel mogelijk. Het recreatieve winkelaanbod op deze locatie kan zeker een kwalitatieve impuls gebruiken, waarbij ook de fysieke aansluiting met de winkels aan het Palaceplein en de Gevers Deynootweg sterk verbeterd kan worden. Daarnaast moet werk gemaakt worden van de openbare ruimte, met name in het gebied Circustheater-Casino-Pathé en bij de Palace Promenade. De openbare ruimte moet - zoals bij het Circustheater al het geval is - gaan functioneren als 'passend en verbindend decor'. Op deze wijze kunnen de voorzieningen verknoopt worden met de boulevard, op dit moment functioneren ze nog teveel als solitaire bestemmingen. Bezoekers moeten 'voelen' en kunnen zien dat er elders in Scheveningen-Bad nog meer te beleven is en als vanzelf naar de andere deelgebieden getrokken worden. Mogelijkheden hiervoor zijn het verder invullen van de tussenliggende delen met aantrekkelijke commerciële voorzieningen en (op termijn) herontwikkeling van bestaande onderdelen. 35

36 Winkels en horeca zijn eveneens ruim vertegenwoordigd langs het noordelijk deel van de Strandweg. Langs het zuidelijk deel van de Strandweg (ter hoogte van Kurhaus en Palace Promenade) is vrijwel uitsluitend horeca gevestigd Horeca Toekomstvisie Horeca De Toekomstvisie Horeca is op 4 februari 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. De toekomstvisie geeft de gewenste ontwikkeling van het horeca-aanbod en een nieuwe horecastructuur aan: hoe zorgt Den Haag voor nieuwe impulsen, waar ziet Den Haag kansen (segmenten, concepten, trekkers, locaties). Er zijn verschillende ontwikkelingen die vragen om een nieuw, toekomstgericht horecabeleid. Op dit moment is er nog maar weinig ruimte beschikbaar op de meest aantrekkelijke horecalocaties. De horecaontwikkeling zit hierdoor teveel 'op slot'. Er wordt vanuit diverse plannen ingezet op verschillende ontwikkelingslocaties voor de middellange en lange termijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Scheveningen kuststrook, de Binnenstad, maar zeker ook aan locaties zoals de Binckhorst, het Beatrixkwartier en Laakhaven. Een goed voorzieningenaanbod wordt steeds belangrijker voor woongebieden. Nieuwe horecavestigingen horen bij voorkeur in de winkelgebieden en aan kleinschalige verblijfspleinen. Waar de leefbaarheid niet in het nauw komt zijn er mogelijkheden voor horeca met een wijkverzorgend karakter en is er ruimte voor terrassen. Vernieuwende uitgaansgelegenheden hebben vaak een voorkeur voor locaties buiten de centrumgebieden bijvoorbeeld vanwege het aanbod aan bijzondere panden. Voor dergelijke solitaire locaties kan bestuurlijk onder voorwaarden een uitzonderingspositie worden vastgesteld. Voor het opstellen van het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats is vooral het gebiedsgerichte beleid (in samenhang met het instrumentarium) van belang. Centrum en Scheveningen zijn èn blijven de belangrijkste horecagebieden. Horecakern De horecakern met vrije sluitingstijden en mogelijkheden voor toevoeging van alle soorten horeca wordt beperkt tot het centrale deel van de boulevard (Strandweg 13 t/m 187) en de Pier, met uitzondering van de seizoensgebonden bedrijven. Conform de lijn in het Centrum geldt voor de straten grenzend aan de uitgaanskern (met name Zeekant) dat geen uitbreiding van avond-/nachthoreca mogelijk is en daar waar mogelijk wordt teruggedrongen. De huidige hoeveelheid avond-/nachthoreca in deze gebieden is voldoende. Ingezet wordt op uitbreiding met 'Lichte' concepten en bij vervanging van avondzaken op een kwalitatief hoogwaardiger segment, met bij voorkeur ook een dagfunctie. Gevers Deynootplein Het Gevers Deynootplein heeft zich ontwikkeld tot een volwaardig horecaplein, met kwalitatief hoogwaardige horeca. De combinatie van woningen en horeca met de nadruk op eten gaat goed samen. Gezien de direct bovenliggende appartementen is een eventuele uitbreiding met horeca alleen gewenst voor zaken tot en met de categorie Middelzwaar, waarbij de nadruk, net als bij de bestaande zaken ligt op de food component. Hotelbeleid Het hotelbeleid staat in de nota 'Roomservice' die in juni 2000 is vastgesteld. Dit vormt nog steeds het vigerende beleid van de stad. Periodiek wordt een voortgangsbericht vastgesteld dat de resultaten van de afgelopen jaren evalueert, recente ontwikkelingen in de sector beschrijft en de ambitie van Den Haag op het gebied van de hotelsector plaatst binnen het grotere kader van de internationale en toeristische ambities van de stad. Het hotelbeleid van de gemeente Den Haag is globaal geformuleerd en geeft ruimte voor een op de marktsituatie aangepaste strategie bij de uitwerking. Deze is gericht op een mix van het actief en 36

37 stimulerend optreden van de gemeente, het faciliteren van initiatiefnemers in het bestaande stedelijke gebied en waar mogelijk het wegnemen van belemmeringen bij de exploitatie van de bestaande hotels. Substantiële uitbreiding van het aantal hotelkamers wordt alleen actief ondersteund indien er marktruimte bestaat voor het betreffende hotelinitiatief of het initiatief zorgt voor extra (aanvullende) marktvraag. Speerpuntgebieden in het hotelbeleid zijn de Binnenstad, Internationale Zone en Scheveningen. Het hotelbeleid wijst geen locaties aan en de strategie geeft slechts aan waar ruimte voor bestaat, met name in kwalitatieve zin. Het bieden van ruimte aan bijzondere, kleinschalige formules vormt één van de elementen in deze strategie. Initiatieven zullen altijd beoordeeld worden op basis van de specifieke kenmerken van de initiatiefnemer, het plan, de exploitant en de locatie. Hierbij wordt veel aan de markt overgelaten Kantoren Op 18 februari 2010 heeft de gemeenteraad de 'Kantorenstrategie Den Haag , de gebruiker centraal' vastgesteld. Met de kantorenstrategie wil de gemeente regie voeren over de dynamische ontwikkelingen in de kantoormarkt en de positie van Den Haag Kantorenstad verder uitbouwen. Deze kantorenstrategie wordt elk jaar (op delen) middels het IpSO (Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling) herzien. In de kantorenstrategie staat aangegeven waar nieuwbouw van kantoren mogelijk is en welke kantoorgebieden voor toevoeging van voorzieningen in aanmerking komen. Deze voorzieningen zijn per gebied verschillend en afhankelijk van de aard en omvang van het gebied en de bestaande voorzieningensituatie. De kantorenprogrammering is per gebied voor de komende jaren gepresenteerd. Daarnaast is het stedelijke kantorenbeleid er ook opgericht om het overaanbod in Den Haag en de regio te verminderen. Daarom wordt transformatie van kantoren naar ander vastgoed gestimuleerd. Volgens het provinciale beleid (AmvB Ruimte) is voor elke afwijking van het bestaande bestemmingsplan van meer dan 1000 m² bvo toevoeging aan kantoren een zgn. SER-laddertoets vereist. Deze toets vereist een aparte onderbouwing die het bouwplan ondersteunt en moet aan het bestemmingsplan c.q. bouwvergunning worden toegevoegd. In gebied Scheveningen Badplaats zijn geen nieuwe kantoren toegestaan en wordt op enkele plekken transformatie van kantoor naar andere functies mogelijk gemaakt. Het betreft de kantoorpanden van BDO en Arcadis aan de Gevers Deynootweg, die een gemengde bestemming hebben gekregen. Middels een wijzigingsbevoegdheid kan tevens de functie wonen mogelijk gemaakt worden Onderwijs, Welzijn en Maatschappelijke Zorg De voorzieningen voor onderwijs, welzijn, zorg en maatschappelijke voorzieningen die in Scheveningen aanwezig zijn, vallen allemaal buiten het plangebied. Maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan binnen de bestemmingen Gemengd 2 en Gemengd Cultuur en ontspanning Cultuur Den Haag beschikt over een gevarieerd aanbod aan culturele voorzieningen, zoals podia en gezelschappen, filmtheaters, musea, instellingen voor beeldende kunst, instellingen gericht op kunst als vrijetijdsbeoefening en cultuureducatie en culturele festivals. Deze voorzieningen zijn grotendeels (boven)stedelijk georiënteerd en ruimtelijk vooral geconcentreerd in de stadsdelen Centrum en Scheveningen. Voor het publiek minder zichtbaar maar voor het kunstklimaat niet minder belangrijk, wordt daarnaast op tal van plaatsen, in tijdelijke en permanente ateliers, broed- en werkplaatsen in relatieve luwte kunst geproduceerd en getoond. In de periferie van de binnenstad bevindt zich een concentratie van dergelijke plekken. Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats maakt op veel locaties culturele activiteiten en evenementen mogelijk. De bekendste gebouwen zijn het Circustheater, het Kurhaus, de Pier en de bioscoop. De boulevard is bij uitstek de plek voor evenementen. 37

38 Leisure Den Haag streeft met de Leisurenota naar een optimaal en onderscheidend ontspanningspakket, zowel op stedelijk als nationaal en zelfs internationaal niveau. Onder 'leisure' worden alle (concentraties van) publieksverzorgende, commerciële vrijetijdsvoorzieningen met een (boven-) stedelijke verzorgingsfunctie verstaan. Hierbij gaat het onder meer om horeca, attracties, kunst, cultuur, sport, spel, wellness, verblijfsaccommodaties en zakelijk toerisme. Voor nieuwe initiatieven wordt concentratie binnen de leisurestructuur voorgestaan. Belangrijkste leisurelocaties zijn de kuststrook en de binnenstad. Voor nieuwe initiatieven wordt concentratie binnen de leisurestructuur voorgestaan. Door clustering van voorzieningen kunnen deze van elkaars nabijheid profiteren. Het leisurebeleid van de gemeente Den Haag is gericht op het actief benaderen van potentiële exploitanten, het zoeken van een locatie en het wegnemen van belemmeringen bij het tot uitvoering brengen van de ideeën. Dit vergt maatwerk per initiatief en vindt plaats in wisselwerking met de initiatiefnemer. In Scheveningen Badplaats komen diverse leisurevoorzieningen voor. Grootschalige voorzieningen zijn het Circustheater, een bioscoopcomplex, Het Sea Life Centre en het Holland Casino. daarnaast zijn er kleinere voorzieningen als een bowlingbaan en surfschool. De meeste leisurevoorzieningen zijn in het bestemmingsplan opgenomen als culturele voorziening. Het Sea Life Centre wordt in juridische zin beschouwd als een attractiepark Sport en recreatie Sport De stranden van Scheveningen Badplaats bieden fantastische mogelijkheden voor strand- en watersporten. Er zijn geen georganiseerde sportverenigingen in het plangebied aanwezig Spelen In 2008 heeft de gemeenteraad de nota Spelen in de Stad vastgesteld. Het vertolkt de ambitie van de gemeente om in de stad een goed aanbod te bieden aan speellocaties voor kinderen en jongeren van verschillende leeftijden. Zowel kwantiteit als kwaliteit speelt daarbij een rol. Landelijk is het gebruikelijk om bij speelbeleid uit te gaan van een driedeling: kinderen van 0 tot 6 jaar, jeugd van 7 tot 12 jaar, en jongeren van 13 tot 18 jaar. De actieradius van deze leeftijdscategorieën verschilt. Jongere kinderen worden geacht zich zelfstandig minder ver te kunnen verplaatsen dan oudere. Onderstaande tabel geeft invulling aan de nieuwe richtlijn: leeftijdscategorie aantal kinderen per actieradius speeloppervlakte speelplek 0 tot 6 jaar 50 tot 75 kinderen 150 meter 200 m² 7 tot 12 jaar 75 tot 100 kinderen 500 meter 500 m² 13 tot 18 jaar 100 tot 125 kinderen meter 750 m² Bij nieuwe woningbouwlocaties dient in principe de richtlijn van 3% aan openbare speelruimte te worden gehanteerd in relatie tot het 'uitgeefbaar' gebied. Groenvoorzieningen die ook als informele speel- en/of recreatie ruimte kunnen fungeren, worden hierin meegeteld. Het uitvoeringsprogramma Spelen in de Stad voor het jaar 2013 voorziet in een investering ten behoeve van een speelplein aan de Zwolsestraat. Het speelplein ligt ingesloten tussen de achteringang van een hotel en dicht op woningen. Daarnaast biedt de huidige speelinrichting weinig speluitdaging. Voorgesteld wordt om in samenspraak met bewoners en kinderen de toegankelijkheid, positionering en de speelinrichting van deze speelplek aan te pakken. Deze speelplek vervult een buurtfunctie en kent een potentieel bereik van ruim 500 kinderen (0 t/m 6 jaar). In dit bestemmingsplan worden in de bestemmingen Groen en Verblijfsgebied speelvoorzieningen toegestaan. 38

39 Hondenuitlaatplaatsen De gemeente Den Haag publiceert een kaart waarop is aangegeven waar honden los mogen lopen en waar honden verboden zijn. Binnen het plangebied Scheveningen Badplaats mogen op de keerlus van de trams en de naastgelegen groenstrook honden het hele jaar door loslopen. Net buiten het plangebied zijn er mogelijkheden op het strand en in de duinen in een strook langs de Zwolsestraat. Op het strand tussen Scheveningen Haven en het eind van het Zwarte Pad mogen honden tussen 15 mei en 1 oktober niet los lopen. 39

40 40

41 Hoofdstuk Milieu Inleiding Wat kan of moet men bij de ruimtelijke ordening onder 'milieu' verstaan? De Wet milieubeheer schaart onder milieu het belang van de bescherming van mensen, dieren, planten en goederen, van water, bodem en lucht en van landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden en van de beheersing van het klimaat. In de ruimtelijke context gaat het om het fysieke milieu, de fysieke ruimtelijke omgeving. Voor de inkadering van milieu gebruikt men dan vaak de begrippen: 'milieuhygiëne': gericht op het bestrijden van milieuhinder van geluid, lucht, geur, stank, bodemverontreiniging en veiligheidsrisico's; 'ecologische duurzaamheid': bestaat naast milieuhygiëne uit aspecten van aardkunde, hydrologie, cultuurhistorie, natuur en klimaat en energie, die bij aantasting niet of zeer moeilijk te herstellen zijn; In dit hoofdstuk komen aan de orde: de milieueffectrapportage, externe veiligheid, geluid, lucht, openbaar groen, water, bodem, archeologie, en gebiedsgericht milieubeleid. 4.2 Milieueffectrapportage Vanaf 21 juli 2004 dient de Europese richtlijn Strategische milieubeoordeling 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's in de Lidstaten van de EU te worden toegepast. In Nederland wordt deze richtlijn aangeduid als de richtlijn voor Strategische Milieubeoordeling (SMB). Deze Europese richtlijn is in de Nederlandse regelgeving geïmplementeerd. Op grond van de Wet milieubeheer, hoofdstuk 7, en het Besluit milieueffectrapportage is het verplicht om voor bepaalde ruimtelijke plannen die activiteiten mogelijk maken die nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu, een milieueffectrapport (MER) op te stellen. Bij het bestemmingsplan is geen MER opgesteld, aangezien het bestemmingsplan geen (grootschalige) nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt. 4.3 Externe veiligheid Wet- en regelgeving en beleid Externe veiligheid kan gedefinieerd worden als de veiligheid voor de omgeving van een gevaarlijke inrichting of transport van gevaarlijke stoffen. Elk nieuw ruimtelijk plan moet volgens het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' (Bevi) en het op 1 januari 2011 in werking getreden Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) getoetst worden aan de normen voor plaatsgebonden risico en groepsrisico. Daarbij kunnen de volgende bronnen worden onderscheiden: Inrichtingen: risico's van onder andere tankstations met LPG, PGS-15-opslagplaatsen, ammoniakkoelinstallaties en aardgasreduceerstations; Transport van gevaarlijke stoffen over de weg; Transport van gevaarlijke stoffen per buisleiding; Transport van gevaarlijke stoffen per spoor; Transport van gevaarlijke stoffen over het water. Het Bevi en het Bevb hebben als doel burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. De besluiten hanteren daartoe verplichte afstanden en grens- of richtwaarden en gaan uit van twee normen: Het 'Plaatsgebonden Risico' (PR) is de kans dat een denkbeeldige persoon, die zich continu en onbeschermd op die plaats bevindt, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit met een gevaarlijke stof. Dit risico mag onder normale omstandigheden voor burgers nergens groter zijn dan één op één miljoen (10-6) per jaar. Het plaatsgebonden risico kan door middel van contouren op een kaart worden aangegeven. Het 'Groepsrisico' (GR) is de kans op een ongeval met veel dodelijke slachtoffers. Hierbij wordt gekeken naar de werkelijk aanwezige bevolking en de verspreiding van die bevolking rond een 41

42 risicobron. Bepaald wordt hoe groot de kans is op tien, honderd of meer slachtoffers tegelijk onder die bevolking. Het groepsrisico is afhankelijk van de omvang van het ongeval. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet het groepsrisico worden verantwoord (VGR). Naast de berekende waarden voor het GR moeten hierbij de zelfredzaamheid van burgers en de beheersbaarheid (door hulpverleningsorganisaties) van ongelukken worden beschouwd en onderbouwd. De risicomaten zijn vastgelegd in diverse besluiten en beleidsnotities en -nota's. Verder onderscheiden het Bevi en het Bevb kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Zo wordt een woonwijk als een kwetsbaar object en twee woningen op één hectare als een beperkt kwetsbaar object omschreven. De regionale visie Externe Veiligheid Samen Werken aan Externe Veiligheid (2006) van Haaglanden is gericht op het beheersen van de risico's van het werken met en het opslaan en transporteren van gevaarlijke stoffen. Het doel daarvan is het tot een aanvaardbaar niveau beperken van de risico's waaraan burgers worden blootgesteld. Welk risico aanvaardbaar is verschilt per situatie en vraagt om een zorgvuldige afweging en duidelijke informatie aan burgers en bedrijven. Ook het Haags Gebiedsgericht Milieubeleid is erop gericht om afhankelijk van de gebiedstypen plaatsgebonden risico's en groepsrisico's beperkt te houden. Dit houdt in dat in gebieden met woonfuncties de risico's verwaarloosbaar moeten zijn en dat de risico's in werk- en verkeersgebieden klein moeten zijn. Inrichtingen Voor een bestemmingsplan geldt dat indien sprake is van de bouw of vestiging van kwetsbare objecten de, in artikel 5 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) gestelde, grenswaarden in acht dienen te worden genomen. Is er sprake van de (voorgenomen) bouw of vestiging van beperkt kwetsbare objecten, dan dient er rekening met de gestelde richtwaarden te worden gehouden. Deze grens- en richtwaarden laten zich vertalen in veiligheidsafstanden. Deze afstanden zijn voor verschillende risicobronnen in de Regeling externe veiligheid inrichtingen vastgesteld. De hierboven bedoelde grens- en richtwaarden behoeven overigens alleen in acht te worden genomen met betrekking tot de bestemming van grond, voor zover die grond ligt binnen het invloedsgebied van een inrichting waarvoor het Bevi van toepassing is (artikel 2, lid 2 Bevi). Er liggen geen (geprojecteerde) bestemmingen binnen het invloedsgebied van een inrichting waarvoor het Bevi van toepassing is. Het plangebied ligt evenmin binnen de effectafstanden van een inrichting voor de opslag van explosieven of binnen een veiligheidscontour van een inrichting waarvoor het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer van toepassing is. Buisleidingen De noodzaak voor het verantwoorden van het groepsrisico is beoordeeld op grond van de inventarisatieafstanden zoals deze zijn vastgelegd in bijlage 6 van het Handboek buisleiding in bestemmingsplannen - Handreiking voor opstellers van bestemmingsplannen van maart Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van een aardgastransportleiding. Aangezien er echter geen ontwikkelingen voorzien zijn binnen het invloedsgebied van de leiding zal er geen sprake zijn van een toename van het groepsrisico. Er bevinden zich tevens geen (geprojecteerde) kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour van de aardgastransportleiding bevinden. Hiermee wordt voldaan aan de normen die in het Besluit externe veiligheid buisleidingen worden gesteld ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg Het plangebied ligt niet binnen 200 m van een snelweg of andere delen van de Route gevaarlijke stoffen zoals deze bij besluit van 25 maart 2004 door de gemeenteraad is vastgesteld. Een nader onderzoek 42

43 naar het groepsrisico, op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, is daarom niet noodzakelijk. Activiteitenbesluit Op grond van de Wet milieubeheer moeten inrichtingen die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken, voldoen aan algemene regels die voorschriften met betrekking tot de bescherming van het milieu bevatten of beschikken over een milieuvergunning. Daarnaast kunnen algemene regels of een vergunningplicht gelden voor lozingen op het oppervlaktewater ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren of voor lozingen in de bodem ingevolge de Wet bodembescherming. Het op 1 januari 2008 in werking getreden 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer' (het Activiteitenbesluit) bevat algemene regels voor inrichtingen. Deze algemene regels zijn gebaseerd op de Wet milieubeheer en op de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Advies Hulpverleningsregio Haaglanden De gemeente heeft in het kader van het wettelijk verplichte vooroverleg (ex art Bro) de Hulpverleningsregio Haaglanden om advies gevraagd. De Hulpverleningsregio geeft aan dat het plangebied deels binnen het invloedsgebied van een hoge druk aardgastransportleiding ligt. Zij adviseren daarom de volgende maatregelen, waarmee rekening dient te worden gehouden bij eventuele toekomstige ontwikkelingen: A. Geadviseerd wordt dat het personeel en/of de BHV-organisatie van de bedrijfsbestemming binnen het invloedsgebied van de hoge druk aardgastransportleiding, is voorbereid op calamiteiten met deze buisleiding. Dit kan geborgd worden in een plan ten behoeve van noodsituaties. Hierbij is het ook belangrijk dat dit structureel wordt geoefend. B. Naast bovenstaande is het belangrijk dat de zelfredzaamheid van mensen wordt verhoogd. Bij een incident met de hoge druk aardgastransportleiding is het van belang dat mensen onafhankelijk van de locatie van het incident veilig van de risicobron af kunnen vluchten. Binnen het invloedsgebied van de hoge druk aardgastransportleiding wordt een vluchtweg vanuit de objecten, geadviseerd via de tuin/gevel aan de afgekeerde zijde van deze risicobron. Dit advies is van toepassing op objecten bestemd voor het verblijf van personen, zoals woningen en de bedrijfsbestemming. C. Geadviseerd wordt om bewoners, het personeel en de vaste bezoekers van objecten binnen het invloedsgebied van de hoge druk aardgastransportleiding te informeren over de hoge druk aardgastransportleiding, de risico's en gevaren, de wijze van alarmeren en de wenselijke manier van reageren tijdens incidenten (risicocommunicatie). Dergelijke informatie dient op gezette tijden herhaald te worden, zodat het onderwerp onder de aandacht blijft. In onderstaande tabel zijn de maatregelen samengevat die genomen kunnen worden om de risico's te beperken. In de tabel is een inschatting opgenomen van de bijdrage die een maatregel kan leveren aan de risicobeperking van een bepaald scenario. 43

44 De genoemde maatregelen worden in het kader van externe veiligheid (art. 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen) en art. 10 van de Wet veiligheidsregio's geadviseerd. Deze maatregelen kunnen ook een positief effect hebben op de (brand)veiligheid. Ook is het belangrijk dat in de eventuele verdere uitwerking van het plangebied, zoals vervangende nieuwbouw, specifiek wordt gekeken naar de brandveiligheid. Hiervoor kunnen extra maatregelen benodigd zijn. De geadviseerde maatregelen kunnen niet worden geborgd in het bestemmingsplan. Deze maatregelen kunnen mogelijk binnen andere ruimtelijke plannen of door andere disciplines van de gemeente worden geborgd. Voorbeelden hiervoor zijn een bouwplan en/of een afdeling communicatie. 4.4 Geluid De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten. Als geluidsgevoelige gebouwen dan wel terreinen zijn aangewezen: woningen onderwijsgebouwen m.u.v. gymnastieklokalen; ziekenhuizen en verpleeghuizen; verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; medisch centra; poliklinieken; medische kleuterdagverblijven; 44

45 woonwagenstandplaatsen. De Wgh onderscheidt drie verschillende geluidsbronnen: industrie, spoorwegverkeer en wegverkeer: Wegverkeers- en spoorweglawaai Op grond van de Wet geluidhinder hebben wegen en spoorwegen een geluidszone, waarbinnen bepaalde normen gelden voor de geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen, en waarbinnen bij het opstellen van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Die verplichting geldt niet indien op het tijdstip van de vaststelling van een bestemmingsplan de (spoor)weg reeds aanwezig of in aanleg is, met betrekking tot de daarbij in het plan of in de zone van de betreffende weg opgenomen geluidsgevoelige gebouwen die op dat tijdstip reeds aanwezig of in aanbouw zijn. Daarnaast maakt de wet een uitzondering voor wegen waar de maximaal toegelaten snelheid 30 km/uur is. Deze wegen hoeven niet in het onderzoek te worden betrokken. De Wet geluidhinder kent een voorkeursgrenswaarde van 48 db voor wegverkeerslawaai. Voor nieuwe situaties kunnen hogere waarden worden vastgesteld. Deze bedraagt voor wegverkeerslawaai maximaal 63 db. Een uitzondering wordt gemaakt als het gaat om vervangende nieuwbouw langs wegen. De gevelbelasting mag dan maximaal 68 db bedragen. De wet bepaalt hierbij dat de vervanging niet zal leiden tot: een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige structuur of functie; een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderden bij toetsing op bouwplanniveau voor ten hoogste 100 woningen. In het plangebied of in de directe omgeving zijn geen spoorwegen aanwezig. Met lawaai van railverkeer hoeft geen rekening te worden gehouden. Reconstructie van wegen Binnen het plangebied zullen de komende jaren naar verwachting geen straten ingrijpend gereconstrueerd worden. Industrielawaai In en rond het plangebied zijn geen industrieterreinen aanwezig waarop aangewezen inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd. Procedure hogere waarden Wanneer de voorkeursgrenswaarden worden overschreden is, parallel aan de bestemmingsplanprocedure, een procedure ontheffing hogere waarden ingevolge de Wet geluidhinder noodzakelijk. De hogere waarde procedure moet zijn afgerond alvorens het bestemmingsplan wordt vastgesteld. In het plangebied zijn geen locaties opgenomen, waar nieuwe geluidsgevoelige functies gerealiseerd kunnen worden. 4.5 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. De luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer(wm). De luchtkwaliteit in een bepaald gebied wordt bepaald door de achtergrondconcentratie van fijn stof (PM10, deeltjes <10 µm) en stikstofdioxide (NO2) plus de bijdragen van lokale bronnen die bij de achtergrondconcentratie opgeteld worden. Bij de besluitvorming over bouw- en bestemmingsplannen dient te worden onderzocht of een project 'in betekenende' mate van invloed is op de luchtkwaliteit: in artikel 5.16 van de Wet milieubeheer is aangeven dat een bestuursorgaan bevoegdheden kan uitoefenen of wettelijke voorschriften kan toepassen indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de uitoefening of toepassing niet 'in betekenende mate' bijdraagt aan de concentraties in de buitenlucht. De definitie van 'in betekenende mate' is vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. Projecten 45

46 die de concentratie NO2 of fijn stof met meer dan 3% van de grenswaarde verhogen, dragen in betekenende mate bij aan het verslechteren van de luchtkwaliteit. In concentraties uitgedrukt betekent dit een verslechtering van 1,2 µg/m3 voor beide stoffen. De 3%-grens geldt sinds 1 augustus 2009, de datum waarop het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) van kracht werd. De 3%-grens is voor een aantal categorieën van projecten in een ministeriële regeling omgezet in getalsmatige grenzen. Zo is vastgelegd dat voor woningbouw de toevoeging van woningen netto bij één ontsluitingsweg, of woningen bij twee ontsluitingswegen niet in betekenende mate bijdraagt aan het verslechteren van de luchtkwaliteit. Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats maakt een aantal ontwikkelingen mogelijk waarvoor geen omschrijving is opgenomen in de ministeriële regeling. De ontwikkelingen zijn echter dermate klein dat aangenomen kan worden dat het aantal verkeersbewegingen dat wordt gegenereerd lager zal zijn dan die van een woonwijk met 1500 woningen. Een deel van de ontwikkelingen is bovendien een vervanging van functies die in het verleden ook al verkeer veroorzaakten en daarom min of meer neutraal zijn. De ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, dragen kortom niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer vormen geen beletsel voor de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen. 4.6 Groen Groen kleurt de stad De nota 'Groen kleurt de stad' - beleidsplan voor het Haagse groen (2005) verwoordt het groenbeleid van Den Haag in twee doelstellingen: het beleidsplan biedt een kader voor duurzaamheid bij inrichting, beheer en gebruik van groen waarbij steeds meer sprake zal zijn van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van beheerder en gebruiker; het beleidsplan biedt een raamwerk waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt bij ruimtelijke ingrepen die van invloed zijn op het groen in de stad en bij veranderende maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de functies van het groen. Deze doelstellingen zijn vertaald in vier ambities: ruimte voor groen in en om de stad; aandacht voor toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen; duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen; samen het groen beheren. Op grond van de aanwezige waarden zijn grote delen van het groen in Den Haag van bijzonder belang voor de kwaliteit, de identiteit en de belevingswaarde van de stad alsmede voor de kwaliteit en de verspreidingsmogelijkheden van planten en dieren. Deze vormen gezamenlijk de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. Inzet is deze stedelijke groenstructuur duurzaam in stand te houden en waar mogelijk te versterken. Het plangebied bezit zelf nauwelijks groenvoorzieningen, maar grenst wel direct aan Oostduinpark, het Haagse deel van het duingebied Meijendel. Dit groen is niet alleen van belang voor de natuur, maar heeft ook belangrijke cultuurhistorische en ruimtelijke waarde. Het duingebied maakt ook onderdeel uit van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur. Het Oostduinpark geldt bescherming door toepassing van de Habitatrichtlijn en de Natuurbeschermingswet. Ontwikkelingsvisie Stedelijke Ecologische Verbindingszones In de nota Stedelijke Ecologische Verbindingszones (2009) is de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur (SEHS) van Den Haag aangegeven. Deze structuur sluit aan op de provinciale en nationale ecologische hoofdstructuur. De SHES bestaat uit kerngebieden (de grote groengebieden) met daartussen de ecologische verbindingszones. De verbindingszones bestaan uit zo veel mogelijk aaneensluitend wijken buurtgroen. Scheveningen Bad maakt geen deel uit van een Stedelijke Ecologische Verbindingszone. De dichtstbijzijnde zone is de Scheveningse zone die de Oostduinen verbindt met het Westduinpark via 46

47 onder ander de Nieuwe Scheveningse Bosjes en Zorgvliet. Flora- en Faunawet De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. De Flora- en Faunawet legt een zorgplicht op voor alle dieren en planten in Nederland, bijvoorbeeld door de wijze en het tijdstip van uitvoering van bouwplannen waarbij men rekening houdt met het voortplantingsseizoen en met winterverblijfplaatsen en waardoor dieren niet onnodig worden verontrust. Ook legt de Flora- en Faunawet een beschermingsplicht op voor een groot aantal met name genoemde soorten. De wet bevat verbodsbepalingen voor het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groeiplaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten en het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Voor de algemene beschermde soorten geldt sinds februari 2005 bij ruimtelijke ontwikkelingen een algemene vrijstelling, voor andere soorten die strenger zijn beschermd (vleermuizen, vogels, eekhoorns) kan onder voorwaarden een ontheffing worden aangevraagd. Herziene Natuurbeschermingswet 1998 De gebiedsbescherming van bijzondere natuurgebieden, de zogenoemde Natura 2000-gebieden, is geregeld in de herziene Natuurbeschermingswet Met de aanwijzing van deze gebieden implementeert de Natuurbeschermingswet de gebiedsbescherming uit de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn en vervalt de rechtstreekse werking van beide richtlijnen. Het aan het plangebied grenzende natuurgebied meijendel behoort tot de Natura-2000 gebieden. Een klein stukje van dit natuurgebied maakt onderdeel uit van het plangebied en heeft de bestemming Natuur gekregen. Activiteiten in of nabij de Natura-2000 gebieden dienen volgens de Natuurbeschermingswet 1998 getoetst te worden op negatieve gevolgen. Kapvergunningen Volgens de Algemene plaatselijke verordening (APV) van Den Haag, artikel 2.80 e.v., is voor het kappen van bomen een omgevingsvergunning nodig (RIS _100914). Door deze verordening kunnen belangen zorgvuldig worden afgewogen voordat een kapvergunning wordt afgegeven dan wel geweigerd. Daarnaast is een mogelijkheid opgenomen om monumentale bomen aan te wijzen. Voor een volledig overzicht van de monumentale bomen in Den Haag zie Monumentale bomen Den Haag en Kaart monumentale bomen. In Scheveningen Badplaats zijn geen monumentale bomen aanwezig. Groen op achtererven RIS ) Grote delen van Den Haag hebben een verkaveling van gesloten bouwblokken. De binnenterreinen hebben van oorsprong een rustig en groen karakter, dat waar enigszins mogelijk en geïndiceerd, behouden dient te worden. Daarnaast is het vanuit het gezichtspunt van duurzaamheid gewenst het percentage bebouwd oppervlak te matigen. Hoe hoger dit percentage bebouwd oppervlak, hoe hoger de belasting op het Haags rioolstelsel en uiteindelijk de hoeveelheid overstort van afvalwater. Het beleid is dan ook gericht op behoud van deze belangrijke elementen. In dat streven moet echter óók worden betrokken de wens van bewoners om op het achtererf een bebouwingsmogelijkheid te krijgen in vorm van bijvoorbeeld een serre en een berging. De rijksoverheid is aan deze wens tegemoetgekomen door in een algemene maatregel van bestuur behorende bij de Wet omgevingsrecht een vergunningsvrije regeling te geven voor het bouwen van aanbouwen en bijgebouwen in het achtererfgebied. Daarbij geldt als extra voorwaarde, dat het achtererf voor niet meer dan 50% wordt bebouwd. De regeling voor achtererven in de vigerende bestemmingsplannen voor Scheveningen Badplaats is opvallend ruim, maar zeer moeilijk meetbaar. Zo is voor een aantal bouwblokken gesteld dat 60% van het bestemmingsvlak kon worden bebouwd. Voor een aantal zeer ruime bouwblokken betekent dit dat hele percelen kunnen worden volgebouwd. Deze regeling is niet overgenomen in dit bestemmingsplan. In hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan. 47

48 4.7 Water Het Hoogheemraadschap van Delfland is verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer in het plangebied. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is in het kader van de watertoets overleg gevoerd over deze waterparagraaf, de plankaart en de voorschriften. In deze waterparagraaf zijn de hierbij gemaakt afspraken verwerkt Beleidskader Ten aanzien van het thema water zijn er diverse beleidsstukken van kracht. De belangrijkste worden hieronder behandeld. Europees De Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) is op 22 december 2000 in werking getreden. De richtlijn heeft tot doel de chemische en ecologische kwaliteit van al het oppervlakte- en grondwater in Europa te verbeteren. De richtlijn stelt daartoe eisen aan het waterbeheer in alle lidstaten. Streefdatum voor het bereiken van gewenste waterkwaliteit is 2015, met eventueel uitstel tot De doelstellingen worden uitgewerkt in (deel)stroomgebiedsbeheerplannen. In deze plannen staan de ambities en maatregelen beschreven. De Europese Kaderrichtlijn heeft, waar het de gemeente betreft, consequenties voor riolering, afkoppelen, toepassing van bouwmaterialen en het ruimtelijke beleid. Nationaal Het Nationaal waterbeleid is vastgelegd in het Nationaal Waterplan Hierin zijn de consequenties van zowel Kaderrichtlijn Water (KRW, kwaliteit) als het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW, waterkwaliteit) uitgewerkt. Kern is dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Belangrijk is om de drietrapsstrategie vasthouden, bergen en afvoeren als afwegingsprincipe te hanteren. Tevens is in het NBW en middels het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) vastgelegd, dat de watertoets een verplicht te doorlopen proces is in waterrelevante ruimtelijke planprocedures. Voor waterkwaliteit geldt als uitgangspunt dat verontreiniging van het water voorkomen dient te worden. Hier geldt de trits 'schoonhouden, scheiden, zuiveren'. Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Een achttal wetten is samengevoegd tot één wet, de Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten worden gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de Watervergunning. Op grond van de Waterwet (onderdeel gebruik Waterstaatswerk) zijn activiteiten en bouwwerken zeewaarts van de duinvoet vergunningplichtig dan wel meldingsplichtig bij Rijkswaterstaat. Bouwwerken en activiteiten worden getoetst aan de Beleidslijn kust. Provinciaal Het beleid van de provincie Zuid-Holland met betrekking tot water is vastgelegd in het provinciaal Waterplan Zuid-Holland Dit waterplan is 11 november 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. In het Provinciaal Waterplan zijn de opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationale Waterplan vertaalt naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven: Waarborgen waterveiligheid; Zorgen voor mooi en schoon water; Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening; Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem. Hoogheemraadschap van Delfland Het Waterbeheerplan , 'Keuzes maken en kansen benutten' is het document waarin Delfland 48

49 de ambities voor de komende jaren heeft vastgelegd. Het plan beschrijft de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. Delfland investeert de komende jaren volop in het vergroten van de veiligheid, het verbeteren van de waterkwaliteit, het tegengaan van wateroverlast en het optimaliseren van de zuivering van afvalwater. Klimaatverandering, zeespiegelstijging verzilting en nieuwe wetten en regels gaan het waterbeheer de komende decennia ingrijpend veranderen. Bovendien dwingen de complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen tot het stellen van prioriteiten. Delfland spreidt daarom de maatregelen in de tijd, zodat het tempo aansluit bij de mogelijkheden van de organisatie en het gebied. Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is getekend op 2 juli Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets. Delfland heeft de Handreiking watertoets voor gemeenten (Delfland 2012) opgesteld. In de handreiking worden de randvoorwaarden en uitgangspunten voor een plan per thema toegelicht. Wateragenda en Waterbergingsvisie Den Haag De gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland werken aan een goed waterbeheer middels een gezamenlijke Wateragenda. Het beschrijft hoe de komende jaren omgegaan zal worden met water in de stad en welke acties hiervoor nodig zijn. Belangrijk nieuw element in de Wateragenda is dat het zich behalve op de waterkwaliteit en waterveiligheid óók op de recreatie en ruimtelijke ontwikkelingen richt. De gemeente streeft naar het realiseren van een duurzaam vitale en aantrekkelijke leefomgeving. Daarom de lange termijndoelstelling voor dit waterplan: Het realiseren van een duurzaam schoon en gezond watersysteem, dat bijdraagt aan een aantrekkelijke en veilige (leef)omgeving, waar bewoners en bezoekers van Den Haag op een bewuste manier mee omgaan. In 2006 hebben het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Den Haag de Waterberginsgvisie Den Haag vastgesteld. Hierin is aangegeven welke ruimtelijke en technische maatregelen er genomen moeten worden om het watersysteem in Den Haag op orde te brengen. De visie bestaat uit acht deelgebiedsrapportages. De waterbergingsvisie zal naar verwachting in 2013/2014 worden geactualiseerd. Voor Scheveningen Badplaats is het deelrapport Waterberging in Scheveningen van belang. Het deelgebied Scheveningen ligt in het boezemland van Delfland. Scheveningen is gebouwd op duingebied. De grondslag in het gebied is over het algemeen zanderig. Dit betekent dat de bodem goed waterdoorlatend is. Vanwege de drinkwaterwinning in het naastgelegen duingebied is door de provincie een grondwaterbeschermingszone aangewezen. In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig en er liggen geen rioolpersleidingen. Afvalwater en Riolering Uitgangspunt voor het rioleringsbeleid is het Gemeentelijk Rioleringsplan Duurzaamheid staat centraal in het denken en doen van de gemeente Den Haag. Werken aan duurzaamheid betekent voor riolering dat meer rekening gehouden dient te worden met het voorkomen dan wel het scheiden van afvalwaterstromen aan de bron, meer oog te hebben voor hergebruik en het terugdringen van energiegebruik en het voorkomen dat schoon water vuil wordt. Hierbij is het gebruik van voor het oppervlaktewater schadelijke stoffen zoals koper, zink en bitumineuze dakbedekking niet toegestaan. Duurzaam denken en doen komt zo terug in het ontwerp, de aanleg, het beheer en het gebruik van riolering. Afkoppelen van hemelwater is een voorbeeld van een aanpak, waarmee zoveel mogelijk bij de bron wordt voorkomen dat water vuil wordt, dat water wordt vastgehouden op de plaats waar het valt en waarmee gemalen en zuiveringsinstallaties niet onnodig worden belast met het verwerken van schoon hemelwater. Een ander voorbeeld is het meer toepassen van minder milieubelastende materialen bij de huisaansluitleidingen en de hoofdriolering. 49

50 Veiligheid/waterkering Bij Scheveningen Badplaats zijn de eerste 300 meter landinwaarts vanaf de Rijksstrandpalenlijn en het gebied tussen de lijn die de duinvoet weergeeft (op de leggerkaart) en een diepte van NAP -20 meter zeewaarts gereserveerd als waterstaatswerk (voorheen kernzone) van de zeewering. De volgende 300 meter landinwaarts is aangemerkt als beschermingszone van de zeewering. Voor beide stroken gelden aparte regimes voor het bouwen in de zeewering. De eerste 300 meter vanaf de strandpalenlijn heeft een veel strenger regime. Beoordeling vindt plaats door het Hoogheemraadschap. Het plangebied ligt vrijwel geheel binnen deze zeewering van in totaal 600 meter. Bij werken binnen de zeewering is op grond van de Keur van Delfland een vergunning vereist. Bij de beoordeling van een vergunning wordt hier specifiek gekeken of de werken invloed hebben op de standszekerheid van de zeewering. Om dit te kunnen garanderen is het onder meer niet toegestaan zand uit de zeewering te verwijderen. Uitgangspunt bij dergelijke werken is dat het zand ter plaatse wordt verwerkt. Bij ruimtelijke afwegingen in een gebied waarvoor de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering geldt staat het veiligheidsbelang voorop. Dit is ook het geval in gebieden waar de dubbelbestemmingen Waterstaat Waterkering samenvalt met de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie en/of Waarde-Cultuurhistorie. Voor de zeewering zijn plannen voor een leggerwijziging. Deze zal hoogstwaarschijnlijk binnen de geldigheidsperiode van het bestemmingsplan plaatsvinden. Een deel van het gebied zal hierdoor waarschijnlijk niet meer binnen de keurzone vallen. Om te zorgen dat deze gebieden niet de eisen blijven houden met betrekking tot bouwen in de keurzone, wordt in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. waarbij de breedte van de keurzone kan worden aangepast Planbeschrijving Waterkwantiteit in het plangebied Op basis van de Waterbergingsvisie is een bestuursovereenkomst gesloten tussen de Gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland, dat de waterberging regelt. Er geldt gezien de afspraken uit de Waterbergingsvisie geen waterbergingsopgave voor het plangebied. Gezien de uitkomsten van de Doorstroomstudie Den Haag is het van belang kansen te benutten waarmee water langer kan worden vastgehouden en/of kan worden geborgen in het stedelijk gebied. Bij toekomstige ontwikkelingen moet voldaan worden aan de waterbergingsnormen. De gemeente Den Haag houdt in toekomstige plannen rekening met alle wateraspecten: waterkwantiteit - kwaliteit, -keringen en riolering. Bij herinrichting, stedelijke vernieuwing of nieuwbouw zullen alle mogelijke kansen voor het bergen van extra water -op basis van nieuw inzichten in het waterbeheer worden benut in de planvorming, zodat een bijdrage wordt geleverd aan een robuust watersysteem. Als bij nieuwe ontwikkelingen het verhard oppervlak toeneemt, dan moet extra waterberging worden gerealiseerd. Waterkwaliteit in het plangebied Uitgangspunt voor het rioleringsbeleid is "De Leidraad Riolering" en de "Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken". Hierbij is het gebruik van voor het oppervlaktewater schadelijke stoffen zoals koper, zink en bitumineuze dakbedekking niet toegestaan. De conclusie is dat het plan geen negatief effect heeft, omdat wordt voldaan aan de Leidraad riolering en de beslisboom. Verder is er voldoende capaciteit in het rioolstelsel voor deze nieuwe ontwikkeling. Het zal niet leiden tot extra overstortingen vanuit de riolering op het oppervlaktewater. Veiligheid en waterkering Bij het onderwerp veiligheid/waterkering is de vraag of de locatie ligt in de kernzone of beschermingszone van een waterkering: een zeewering, boezemkade, polderkade of de landscheiding. Het plangebied is binnen de zeewering gelegen. Deze zeewering heeft de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering gekregen. Ecologie / Kaderrichtlijn Water Bij ecologie gaat de aandacht uit naar de ruimte voor natuurvriendelijke oevers en natte ecologische 50

51 verbindingszones. In het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen, het plangebied ligt niet in een ecologische verbindingszone van rijk, provincie of gemeente. Bij de inrichting van het gebied hoeft met ecologische factoren dan ook geen rekening te worden gehouden Vergunningverlening Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten worden gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de Watervergunning. De watervergunning dekt alle activiteiten in het watersysteem. Een vergunning is nodig als activiteiten worden ondernomen in, op, boven, over of onder een oppervlaktewaterlichaam (watergang, vijver, rivier, kanaal, meer of zee) of waterkering, of als grondwater wordt onttrokken of water geïnfiltreerd wordt in de bodem. De watertoets en de vergunningverlening blijven wel twee afzonderlijk procedures. Dit betekent dat het Hoogheemraadschap bij het verlenen van een vergunning altijd aanvullende voorwaarden kunnen stellen. 4.8 Bodem Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Vertrekpunt van de nieuwe Wbb is dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling dan wel herontwikkeling van plangebied of projectlocatie. De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld maar dit bleek in de praktijk lastig haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden van stagnatie. De gewijzigde wet houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. De volgende uitgangspunten overheersen: a. het geschikt maken van de bodem voor het voorgenomen gebruik; b. het beperken van blootstelling aan en de verspreiding van de verontreiniging; c. het wegnemen van actuele risico's. Saneringsverplichtingen zijn gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het huidige en toekomstige gebruik van de bodem. De uitvoering van deze verplichte saneringen wordt een stuk flexibeler. Het is niet meer altijd nodig de hele locatie aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of een gefaseerde aanpak. Het plangebied is gelegen in het stadsdeel Scheveningen en omvat een deel van de buurt Scheveningen Badplaats van de wijk Scheveningen, een deel van de gelijknamige wijk en buurt Belgisch Park en de Scheveningse Pier. Het plangebied wordt grofweg begrensd door Groningsestraat, Harstenhoekweg, Nieuwe Parklaan, 2e Messstraat, Dirk Hoogenraadstraat, Scheveningseslag, het strand en het Oostduinpark. Op en in de direct omgeving van het plangebied hebben enkele bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat hierbij ter plaatse van het plangebied om een benzine-service-station, de HTM-remise, een fabriek voor huishoudelijke apparaten, Oliemaatschappij Scheveningen (OMS, een groothandel in oliën, benzine, gas, smeermiddelen en aanverwante artikelen), een taxibedrijf, een vervoerbedrijf en een zilverfabriek. Verder zijn bij diverse gebouwen ondergrondse huisbrandolietanks bekend. De meeste van deze tanks zijn reeds gesaneerd. In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Bij twee locaties is daarbij geconstateerd dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume)). De eerste locatie betreft de voormalige OMS-locatie (circa 7200 m2, locatiecode ), gelegen tussen de Zwolsestraat, Gevers Deynootstraat, Harstenhoekstraat en Utrechtsestraat. De tweede locatie (met locatiecode ) betreft een deel (circa 90 m2) van de voormalige HTM-remise aan de Harstenhoekweg. Beide gevallen zijn gesaneerd, middels isolatie van de verontreiniging door bebouwing en/of verharding. Niet alle verdachte deellocaties in het plangebied zijn (voldoende) onderzocht. Voor die delen van het 51

52 plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. Naast het feit dat nog niet overal binnen het plangebied bodemonderzoek heeft plaatsgevonden, zijn er ook locaties waar het uitgevoerde bodemonderzoek sterk verouderd is (ouder dan vijf jaar). Indien voor deze locaties bouwplannen/herinrichtingsplannen zijn zullen de bodemonderzoeken geactualiseerd moeten worden. Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Den Haag blijkt dat het plangebied deels gelegen is in bodemkwaliteitszones 4 en 7. In zone 4 is de bovengrond (0,0-0,5 m-maaiveld) gemiddeld licht verontreinigd met kwik en PAK (teerachtige stoffen). De ondergrond (0,5-2,0 m-mv.) is gemiddeld licht verontreinigd met kwik, lood en PAK. In zone 7 is de bovengrond (0,0-0,5 m-maaiveld) gemiddeld licht verontreinigd met cadmium, kwik, lood, zink en PAK (teerachtige stoffen). De ondergrond (0,5-2,0 m-mv.) is gemiddeld licht verontreinigd met kwik. 4.9 Archeologie Gemeenten hebben de taak om bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met aanwezige en te verwachten archeologische waarden (Monumentenwet, artikel 38a). Voor het gehele grondgebied van Den Haag heeft de gemeente een Archeologische Waarden- en Verwachtingenkaart (AWVK) opgesteld. In de Beleidsnota Archeologie geeft de gemeente aan hoe de gemeente zorg wil dragen voor de archeologische sporen en resten in de Haagse ondergrond. In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe het gemeentelijk archeologiebeleid is vertaald in het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats Gemeentelijk beleid Op de gemeentedekkende AWVK komen drie gebiedstypen voor waaraan de gemeente beleid heeft gekoppeld: 1. Terreinen met een archeologische waarde, dat wil zeggen: terreinen waarvan is vastgesteld dat er zich belangrijke archeologische sporen en resten bevinden. In het kader van de archeologische monumentenzorg stelt de gemeente hier voorwaarden aan bodemverstorende activiteiten dieper dan 50 cm onder maaiveld; 2. Gebieden waar archeologische resten en sporen kunnen worden verwacht (op basis van de bodemopbouw en/of historische kaarten). Bij activiteiten met een bodemverstoring groter dan 50 m2 en dieper dan 50 cm onder maaiveld stelt de gemeente - als daartoe aanleiding bestaat - hier voorwaarden voor onderzoek en bescherming van mogelijk aanwezige sporen en resten; 3. Gebieden waar geen archeologische sporen/resten (meer) worden verwacht. Hier verbindt de gemeente op het gebied van de archeologie geen voorwaarden aan bodemverstorende activiteiten. Van initiatiefnemers van activiteiten met bodemverstoringen in zones met een archeologische waarde of verwachting wordt in het kader van vergunningverlening gevraagd om de archeologische waarde van het terrein dat door de bodemingreep verstoord wordt in voldoende mate vast te stellen. In gebieden waarvan de archeologische waarde al is vastgesteld wordt ook gekeken naar de mate van bedreiging van de archeologische waarden door het bouwplan. Als blijkt dat er sprake is van een bedreiging van behoudenswaardige archeologische resten, kunnen aan de uitvoering van de geplande bodemingreep voorwaarden worden verbonden, zoals: technische aanpassingen zodat archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; het laten verrichten van een opgraving teneinde behoudenswaardige resten die verstoord zullen worden, te documenteren en veilig te stellen; de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, archeologisch te laten begeleiden. In alle gevallen blijft de archeologische meldingsplicht van kracht (art. 53, Monumentenwet 1988). Dit houdt in dat wanneer bij graafwerkzaamheden vondsten worden aangetroffen waarvan de vinder redelijkerwijs moet kunnen weten dat het archeologie betreft, dit gemeld moet worden bij het bevoegd gezag. De meldingsplicht staat op zichzelf, en is niet opgenomen in de regels van het bestemmingsplan. De afdeling Archeologie van de Dienst Stadsbeheer verricht namens het bevoegd gezag de taken en 52

53 besluitvorming inzake de archeologische monumentenzorg. De kosten van vooronderzoek en indien noodzakelijk opgraving of begeleiding zijn voor de initiatiefnemer. Alle archeologische werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een erkende archeologische partij Archeologische waarden in het plangebied Het hele bestemmingsplangebied ligt volgens de Nieuwe Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk in een met stuifzand overdekt strandwallenlandschap. Dit landschap heeft zijn vorm gekregen vanaf ca v. Chr. door het ontstaan van zandruggen parallel aan de kustlijn. Door vorming van steeds nieuwe strandwallen werd de kustlijn langzamerhand naar het westen toe verlegd (Laag van Rijswijk en Laag van Voorburg). Vanaf de 11de eeuw vond kustafslag plaats. Het vrijgekomen zand werd weer door de zee op het land gedeponeerd en door de wind steeds verder landinwaarts gebracht. Op die manier raakte de kuststrook bedolven onder een steeds dikker worden zandpakket (Laag van Den Haag of Jong Duin). Strandwallen hebben in zijn algemeenheid een hoge archeologische verwachting. Deze zandruggen waren al vrij snel na hun ontstaan bewoonbaar en ook heel aantrekkelijk voor onze verre voorouders. Op die plekken zijn in Den Haag dan ook vaak sporen van nederzettingen aangetroffen. Resten van deze bewoning kunnen teruggaan tot in de vroege prehistorie, terwijl er ook in de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen volop op gewoond is. De oudste sporen die in het bestemmingsplan worden verwacht dateren uit de bronstijd, rond 1000 voor Christus. Daarvoor lag het gebied onder de zeespiegel. Als er archeologische resten bewaard zijn gebleven, dan liggen die dichtbij het vroegere maaiveld, in de Laag van Voorburg op een hoogte tussen de 0,5 en 3,5 m + NAP. Deze laag is vanaf ongeveer 1000 na Christus overdekt geraakt met zand van de Laag van Den Haag (Jonge Duinen). Uit het bestemmingsplangebied zelf zijn nog geen vindplaatsen bekend, ondanks meerdere onderzoeken. Elders in de Haagse regio, zijn onder vergelijkbare geologische omstandigheden belangrijke vindplaatsen onderzocht. Aan de Scheveningseweg is bijvoorbeeld een Romeins militair kamp aangetroffen, met daarbij een burgerlijke nederzetting. Een ander militair kamp uit de Romeinse tijd is ter plaatse van het Kijkduinpark onderzocht. Op verschillende plekken zijn sporen van landbewerking en/of sporen en resten uit de ijzertijd vastgesteld (Dr. van Welylaan, Nettenboetstersveld-Harstenhoekweg, Churchillplein, Badhuisweg 115). Tenslotte zijn in Scheveningen, nabij het militaire kamp en in Solleveld nederzettingen (paalsporen/hutkommen) uit de vroege middeleeuwen gevonden. In paragraaf 5.4 wordt toegelicht hoe de archeologische waarden in het bestemmingsplan worden beschermd. Zie ook de 'Archeologische kaart Den Haag' Gebiedsgericht Milieubeleid Tien voor milieu De nota Tien voor milieu (2006) is het richtinggevend document voor de hoofdlijnen van milieubeleid van de gemeente Den Haag in de periode In deze contourennota zijn ambities vastgesteld voor de speerpunten lucht, klimaat, water en geluid en voor de aandachtspunten vergunningverlening en handhaving, externe veiligheid, afval, binnenmilieu, bodem en sturing. Handleiding Gebiedsgericht Milieubeleid Een belangrijk instrument bij samenwerking tussen ruimtelijke ordening en milieu is het Gebiedsgericht Milieubeleid (2005). Er is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van eenzelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Per gebiedstype is de gewenste milieukwaliteit vastgesteld. De gebiedsspecifieke kenmerken en de mogelijkheden bepalen de toekenning van de ambitie per milieudoel: geluid, lucht, bodem, afval, water, ecologie en groen, energie, mobiliteit, externe veiligheid en binnenmilieu. Met het vaststellen van milieuambities per gebiedstype wordt richting gegeven aan de kwaliteit die de verschillende onderdelen van het milieu op een bepaald 53

54 tijdstip dienen te hebben. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd. Het plangebied behoort tot het gebiedstype wonen. Het gebiedsgericht milieubeleid maakt onderscheid tussen 3 verschillende ambitieniveaus: Milieu Basis: ambities die aansluiten bij de bestaande wet- en regelgeving en het bestaande gemeentelijk beleid. Milieu Extra: ambities die een stuk verder gaan dan het wettelijke minimum. Milieu Maximaal: de maximaal haalbare ambitie voor een thema. De volgende ambities zijn voor het gebiedstype wonen van belang. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied zijn de bovengenoemde milieuambities richtinggevend. Thema Bodem Externe veiligheid Geluid Lucht Mobiliteit Ambitie Gebiedstype wonen. Extra: Twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging zijn reeds gesaneerd. In geval van nieuwbouw of herinrichting zal, voor zover nog niet gedaan, bodemonderzoek moeten plaatsvinden. Maximaal: In Scheveningen Badplaats is geen sprake van gevaarlijke inrichtingen of transport van gevaarlijke stoffen. Voor de vestiging van nieuwe bedrijven wordt uitgegaan van bedrijven die zich voegen in een gemengd stedelijk gebied. Maximaal: Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk binnen het plangebied. Maximaal: De ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, dragen niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Extra: Autoverkeer: Zowel in het Masterplan Scheveningen-kust als in de Haagse Nota Mobiliteit wordt ingezet op het verbeteren van de doorstroming van het autoverkeer in Scheveningen Bad. Hiertoe wordt voorgesteld om langs de belangrijke parkeervoorzieningen een verkeerscircuit in te stellen. Dit verkeerscircuit moet voorkomen dat het verkeer op drukke dagen vast komt te staan. Om dit verkeerscircuit mogelijk te maken, moeten verschillende verkeersmaatregelen worden uitgevoerd op de kruisingen Zwolsestraat-Gevers Deynootweg, Gevers Deynootweg-Kurhausweg, Kurhausweg-Harstenhoekweg en Harstenhoekweg-Zwolsestraat. Het bestemmingsplan staat deze ontwikkelingen niet in de weg. Fietsverkeer: er wordt ingezet op het opwaarderen van de fietsroute langs de Nieuwe Parklaan tot een sterroute. Dit houdt in dat langs de Nieuwe Parklaan aan de zijde van de Badhuisweg een tweerichtingen fietspad wordt aangelegd dat bij de Kurhausweg aansluit op de bestaande fietspadenstructuur van Scheveningen Bad. Er wordt een noord-zuid fietsroute gemaakt van Meijendel naar Kijkduin. Deze route loopt van Oostduinen/Meijendel via het Zwarte Pad door Bad, langs de vernieuwde Boulevard, over de havenmond naar de Westduinen. Zo is onder andere bij de herinrichting van de boulevard terdege met deze groep verkeersdeelnemers rekening gehouden. Er is een tweerichtingen fietspad aangelegd en de wandelpromenade is aanzienlijk breder geworden. 54

55 Schoon Water Natuur Klimaat Extra: Door bij de inrichting van de openbare ruimte rekening te houden met concentratie van mensen op de boulevard en op de pleinen kan goed ingespeeld worden op het schoonhouden van het gebied. In de Kadernota Openbare Ruimte (2004) zijn richtinggevende kwaliteitsniveaus voor de kwaliteit en onderhoud van de openbare ruimte gegeven: Residentiekwaliteit geldt voor de inrichting en onderhoud van de openbare ruimte van alle woon- en werkgebieden, Hofstadkwaliteit voor de inrichting en onderhoud van de openbare ruimte in de meest intensief gebruikte en drukst bezochte delen van de stad, en maatwerk voor gebieden met een bijzondere inrichting. Op basis hiervan heeft het gemeentebestuur bepaald dat de Binnenstad en Scheveningen-boulevard worden schoongemaakt en schoongehouden op Hofstadkwaliteit en de overige delen van de stad op Residentiekwaliteit. Per stadsdeel worden twee hotspots aangewezen. Bij de hotspots gaat het om locaties die door het intensieve gebruik extreem worden vervuild en die met de huidige inzet niet continu op het afgesproken kwaliteitsniveau kunnen worden gehouden. De inzet in 2012 is erop gericht dat in die gebieden behoudens incidenten, geen extreme vervuiling meer mag voorkomen. Ambities per poldereenheid: water dat behaagt: Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' is het bouwen slechts toegestaan als dit in overeenstemming is met de belangen van het grondwaterbeschermingsgebied. Extra: De binnen het plangebied gelegen duingebieden/natura 2000-gebieden hebben de bestemming Natuur gekregen. Maximaal: De rijksoverheid en de bouwpartijen in Nederland hebben afgesproken uiterlijk in 2020 alle nieuwbouw CO2-neutraal te bouwen, met een tussenstap van 50% CO2-reductie in

56 56

57 Hoofdstuk Planbeschrijving Inleiding In de voorgaande hoofdstukken zijn de bestaande situatie (Hoofdstuk 2), het beleidskader (Hoofdstuk 3) en de milieukwaliteitseisen (Hoofdstuk 4) uiteengezet. Dit diende ertoe om de nodige kennis te vergaren omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen voor het bestemmingsplan. Aan de hand hiervan wordt in paragraaf 5.4 een verantwoording van de in het plan gemaakte keuze van bestemmingen gemaakt en in paragraaf 5.5 wordt een toelichting gegeven op de regels. In tegenstelling tot de rest van de stad zijn de vigerende bestemmingsplannen voor Scheveningen-Bad (en ook voor Scheveningen-Haven) ruim opgesteld. De vigerende regels bieden in veel gevallen al de mogelijkheid om gebouwen uit te breiden, te verhogen en de functie te wijzigen. In dit bestemmingsplan zijn de vigerende regels voor een groot deel overgenomen en in sommige gevallen verder verruimd. Op enkele plaatsen zijn de oude regels maar beperkt overgenomen omdat deze tot ongewenste situaties zouden kunnen leiden. 5.2 Beschrijving van het plan Dakopbouwen en extra bouwlagen Uitgangspunt is dat dakopbouwen in de hele stad zijn toegestaan, tenzij het stedenbouwkundig niet verantwoord is. Per bestemmingplangebied wordt een duidelijke stedenbouwkundige afweging gemaakt waar dakopbouwen wel en niet mogelijk worden gemaakt. Dit kader biedt zowel voor potentiële aanvragers als voor omwonenden duidelijkheid waarom er wel of geen dakopbouw wordt toegestaan. Bij deze stedenbouwkundige verantwoording spelen de volgende aspecten een rol: Straatprofielen: voldoende ruim om dakopbouwen aan één of twee kanten toe te voegen; Binnenterreinen: voldoende maat; Hoogte stedelijke omgeving: (1) hoe hoog zijn de omliggende panden? Hoe verhoudt zich het toevoegen van een dakopbouw tot het omliggend stedelijk gebied? En (2), behoefte aan dakopbouwen speelt met name bij 2 of 3 bouwlagen in de bestaande situatie; Dakvormen: dakopbouwen liggen het meest voor de hand bij platte daken en zeer flauw hellende daken (vlieringen; geen stahoogte). Ook bij schuine daken worden dakopbouwen echter niet uitgesloten; Ensemblewaarde: hier wordt met name gekeken naar de stedenbouwkundige samenhang. De omliggende woonbebouwing moet bij het toevoegen van dakopbouwen kunnen blijven voldoen aan de Haagse norm voor bezonning. Hiervoor is bezonningsonderzoek uitgevoerd (Bezonningonderzoek dakopbouwen bestemmingsplan Scheveningen Badplaats). De rechten van de vigerende bestemmingsplannen in het gebied zijn ruimer dan in de rest van de stad. Daardoor is op veel plekken in de vigerende regeling al een dakopbouw mogelijk. Deze vigerende rechten zijn in het huidige plan overgenomen, met één uitzondering (zie hieronder). De straten in het plangebied zijn redelijk breed. In alle gevallen is de verhouding hoogte:breedte minder dan 1:1. De enige uitzondering hierop is de verkaveling van het woonbuurtje tussen het Rederserf en de Gevers Deynootweg. De hier gebouwde patiowoningen liggen aan voetgangersstraatjes van 4m breed. Het vigerende bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om deze woningen uit te breiden tot een hoogte van 25m +NAP. Vanwege de breedte van deze straatjes en de typologie van patiowoningen wordt het recht hier beperkt tot de bestaande bouwhoogte (situatie 2013). Het straatprofiel is in de overige straten geen reden om dakopbouwen te verbieden. Wel is op enkele plekken het binnenterrein vrij krap; daar waar de bezonning ook problematisch wordt is geen mogelijkheid voor dakopbouwen opgenomen. Vanwege de gevarieerde bebouwing is op de meeste plekken een verspringing in hoogte geen probleem. Er zijn enkele ensembles in het gebied. Dakopbouwen op deze ensembles zijn voor het gehele ensemble onderzocht. 57

58 Er zijn in de badplaats al een aantal dakopbouwen gebouwd, waaronder dakopbouwen in de Groningsestraat en een dakopbouw aan de Harstenhoekweg op een woning met een plat dak en een schuin dakschild aan de straatzijde. De dakopbouwenregeling sluit aan op deze reeds gebouwde dakopbouwen. Er zijn twee soorten dakopbouwen in dit bestemmingsplan opgenomen. In de eerste plaats is er de mogelijkheid opgenomen om op de bestaande bebouwing een extra bouwlaag van maximaal 3,50m hoogte te bouwen. Dit geldt voor twee- en drielaagse bebouwing met een plat dak of een grotendeels plat dak met een of meer schuine dakschilden. De diepte (en mate van teruglegging ten opzichte van de voor- en achtergevel) van de mogelijke dakopbouwen wordt bepaald door het bezonningsonderzoek. Daarbij worden bouwblokken die architectonisch één geheel vormen als eenheid bekeken. Dit betekent dat de meest kritische maat uit het bezonningsonderzoek maatgevend is voor de rest van het bouwblok. Deze dakopbouwen zijn op de plankaart opgenomen met de aanduiding 'sba-dob1'. Een tweede mogelijkheid, die niet eerder in deze vorm is opgenomen in bestemmingsplannen, is het geheel optrekken van een kapverdieping. Dit houdt in dat de kap één laag wordt opgetild, zodat een extra bouwlaag als tussenverdieping kan worden gebouwd. Een voorbeeld hiervan is gebouwd aan de Harstenhoekweg (zie foto). Deze verhoging van de kapverdieping is overigens gebouwd in overeenstemming van het vigerende bestemmingsplan, dat al een verhoging van het gebouw mogelijk maakt. Het gaat in dit geval om een plat dak met een schuin dakschild, maar geeft wel een goed beeld van de mogelijkheid om een kap of dakschild één laag op te trekken. Dakopbouw aan de Harstenhoekweg In onderstaande tekening is schematisch aangegeven hoe de mogelijkheid voor het optrekken van een kap is verwerkt in de regels van het bestemmingsplan. Net als bij de dakopbouwen met platte daken is rekening gehouden met een extra bouwlaag van 3,50m hoogte. Dit betekent dat zowel de nok- als de goothoogte met 3,5m mogen worden verhoogd. Op de plankaart staan de mogelijkheden voor het 58

SCHEVENINGEN BAD Perspresentatie Platform Scheveningen Bad 18 mei 2009

SCHEVENINGEN BAD Perspresentatie Platform Scheveningen Bad 18 mei 2009 SCHEVENINGEN BAD Perspresentatie Platform Scheveningen Bad 18 mei 2009 WERELDSTAD AAN ZEE > Stedelijke voorzieningen aan het strand > Kust is een bestemming BADPLAATS AAN DE NL KUST > Drukste badplaats

Nadere informatie

Den Haag Internationale Stad Scheveningen Boulevard + Worldforum

Den Haag Internationale Stad Scheveningen Boulevard + Worldforum Nota Ruimte budget 32, 6 miljoen euro (waarvan 10,8 miljoen euro voor Scheveningen Boulevard en 21,8 miljoen euro voor World Forum-gebied) Planoppervlak Scheveningen 12,5 hectare World Forum-gebied 10

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

VERKOOPINFORMATIE LIVE VEILING BIJ OPBOD EN AFSLAG

VERKOOPINFORMATIE LIVE VEILING BIJ OPBOD EN AFSLAG VERKOOPINFORMATIE LIVE VEILING BIJ OPBOD EN AFSLAG DE PIER VAN SCHEVENINGEN DEN HAAG (NEDERLAND) A UNIQUE LEISURE REDEVELOPMENT OPPORTUNITY ABOVE THE SEA! Live veiling dinsdag 24 september om 14.00 uur

Nadere informatie

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie T P E C N O C Hollands Spoor en omgeving mei 2008 2 Inleiding 1 Straatnamenkaart 1 Inleiding Voorwoord Voor u ligt de Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Kavel 12 Arnhem-Centraal Noord van de gemeente Arnhem

Ruimtelijke onderbouwing Kavel 12 Arnhem-Centraal Noord van de gemeente Arnhem Ruimtelijke onderbouwing Kavel 12 Arnhem-Centraal Noord van de gemeente Arnhem oktober 2009 1. Omschrijving van het project 3 2. Beschrijving van het projectgebied 4 3. Geldende planologische situatie

Nadere informatie

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE Zaaknr. : 2015EAR0009 Zaakomschrijving : CPO Lindevoort Rekken Specialisme : Cultuurhistorie (excl. Archeologie) Behandeld door : Roy Oostendorp Datum : 7 oktober 2015

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering ten behoeve van een dakopbouw op het pand van de voormalige V&D aan de Schapenmarkt 4-6

Ruimtelijke motivering ten behoeve van een dakopbouw op het pand van de voormalige V&D aan de Schapenmarkt 4-6 Ruimtelijke motivering ten behoeve van een dakopbouw op het pand van de voormalige V&D aan de Schapenmarkt 4-6 Gemeente s-hertogenbosch december 2016 Inhoudsopgave 1.1 Inleiding 1.2 Aanleiding 1.3 Vigerend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer

Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer 2 3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Ligging plangebied 5 1.3 Geldend bestemmingsplan 6 1.4 Opzet ruimtelijke onderbouwing 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing

Ruimtelijke Onderbouwing Gemeente Den Haag Portefeuille Bestaande stad en Verkeer Ruimtelijke Onderbouwing Dossier: 201206275 project: Lange Houtstraat 5 / Casuariestraat 1 t/m 1c korte omschrijving: het afwijken van de verleende

Nadere informatie

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen Schijndelseweg 170 Nota van Kaders en kansen Inhoudsopgave Inleiding 2 Bestaande situatie 3 Historie 3 Huidige situatie 5 Geldend bestemmingsplan 6 Kaders, kansen en risico s 8 Kaders 8 Kansen 8 Risico

Nadere informatie

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie (februari 2013) Ontwikkelstrategie Lammenschans, Leiden in opdracht van: Gemeente Leiden februari 2013, Amsterdam Kerkstraat 204 1017 GV Amsterdam Postbus 15550 1001 NB Amsterdam Soeters Van Eldonk architecten

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Stadsdeel Scheveningen

Stadsdeel Scheveningen Wijkprogramma 2016-2019 Stadsdeel Scheveningen NOORDELIJK SCHEVENINGEN SCHEVENINGEN-DORP HAVENKWARTIER & VISSENBUURT WITTEBRUG & DUTTENDEL VAN STOLKPARK DUINDORP ZORGVLIET STATEN- EN GEUZENKWARTIER DUINOORD

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Cultuurhistorische verkenning perceel omgeven door Badhuisweg, Harsenhoekweg, Utrechtsestraat en Haarlemsestraat

Cultuurhistorische verkenning perceel omgeven door Badhuisweg, Harsenhoekweg, Utrechtsestraat en Haarlemsestraat Cultuurhistorische verkenning perceel omgeven door Badhuisweg, Harsenhoekweg, Utrechtsestraat en Haarlemsestraat Inleiding Het kavel en de hierop gesitueerde oudere bebouwing is onderdeel van de transformatie

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Damstraat 42 Oudezijds Voorburgwal 242

Ruimtelijke Onderbouwing Damstraat 42 Oudezijds Voorburgwal 242 Ruimtelijke Onderbouwing Damstraat 42 Oudezijds Voorburgwal 242 1 Verplaatsing van een horeca en een winkel binnen de bestemming gemengde doeleinden. 1 Foto Denis Filyukov Verschenen op 1 Aanleiding en

Nadere informatie

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat?

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het is het tweede beschermde gezicht in de gemeente Berkelland. In 1972 is de Mallumse molen en de

Nadere informatie

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat? Het duurt niet lang meer of Gelselaar krijgt de status van beschermd dorpsgezicht. Het zal het tweede beschermde gezicht zijn in de gemeente Berkelland.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011 BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b Vastgesteld op 27 september 2011 1. INLEIDING Op 28 april 2010 is er een overeenkomst gesloten waarin onder andere is overeengekomen, dat het stadsdeel middels een daarvoor

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Stadsdeel Scheveningen

Stadsdeel Scheveningen Wijkprogramma 2016-2019 Stadsdeel Scheveningen NOORDELIJK SCHEVENINGEN SCHEVENINGEN-DORP HAVENKWARTIER & VISSENBUURT WITTEBRUG & DUTTENDEL VAN STOLKPARK DUINDORP ZORGVLIET STATEN- EN GEUZENKWARTIER DUINOORD

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

WIJKVISIE STADSKANAAL NOORD 2011-2020

WIJKVISIE STADSKANAAL NOORD 2011-2020 WIJKVISIE STADSKANAAL NOORD 2011-2020 Vastgesteld in de raadsvergadering van 18 juni 2012. Verkorte versie wijkvisie Stadskanaal Noord 2011-2020 1 Wijkvisie Stadskanaal Noord 2011-2020 In de wijkvisie

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Stadsdeel Scheveningen

Stadsdeel Scheveningen Wijkprogramma 2016-2019 Stadsdeel Scheveningen NOORDELIJK SCHEVENINGEN SCHEVENINGEN-DORP HAVENKWARTIER & VISSENBUURT WITTEBRUG & DUTTENDEL VAN STOLKPARK DUINDORP ZORGVLIET STATEN- EN GEUZENKWARTIER DUINOORD

Nadere informatie

Den Helder Stadshart 47

Den Helder Stadshart 47 Den Helder Stadshart 47 N 3.2.STADSPARK / DE STAD WORDT VERRIJKT MET EEN GROENZONE DIE LUCHT EN RUIMTE GEEFT IN HET STEDELIJK WEEFSEL. DIT STADSPARK VORMT EEN LOMMERRIJKE ENTREE VAN DE STAD VOOR DE TREINREIZIGER

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen Rivieroevers Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 3 1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving 4 1.3 Geldende bestemmingsplannen 4 Hoofdstuk 2 Motivering voor toepassing

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Voorstel van het college inzake vaststelling beheersverordening Bloemenbuurt Laan van Meerdervoort

Voorstel van het college inzake vaststelling beheersverordening Bloemenbuurt Laan van Meerdervoort Gemeente Den Haag rv 103 Dienst Stedelijke Ontwikkeling DSO/2015.574 RIS 285271_150922 Voorstel van het college inzake vaststelling beheersverordening Bloemenbuurt Laan van Meerdervoort INLEIDING Bij raadsmededeling

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Roosendaal - Spoorhaven

Roosendaal - Spoorhaven Roosendaal - Spoorhaven Stedenbouwkundig masterplan voor de herontwikkeling van spooremplacement en bedrijventerrein nabij het centrum van Roosendaal. Roosendaal - Spoorhaven Stedenbouwkundig masterplan

Nadere informatie

Stationskwartier Zwijndrecht. Wonen in het nieuwe stadshart van Zwijndrecht

Stationskwartier Zwijndrecht. Wonen in het nieuwe stadshart van Zwijndrecht Stationskwartier Zwijndrecht Wonen in het nieuwe stadshart van Zwijndrecht Betaalbaar wonen in tuinstad met metropool nabij Zwijndrecht is een groene gemeente met veel potentieel, op een steenworp afstand

Nadere informatie

Links naar brondocumenten

Links naar brondocumenten Links naar brondocumenten PS-doelen en GS-taken Visie Ruimte en Mobiliteit Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017-2020 Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie

Nadere informatie

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld Vastgesteld, d.d 24 januari 2019 Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) bestemmingsplan Wateringse Veld Noord,

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

architecten ETCETERA VISIE SCHEVENINGEN HAVEN

architecten ETCETERA VISIE SCHEVENINGEN HAVEN VISIE SCHEVENINGEN HAVEN BINT architecten is gevestigd aan de Dr.Lelykade te Scheveningen. Planvorming voor Scheveningen haven gaat dus over ons toekomstig uitzicht waar we straks dagelijks mee te maken

Nadere informatie

Realiseren paardenbak

Realiseren paardenbak Realiseren paardenbak Ruimtelijke onderbouwing Langereis 25 Hoogwoud Ontwerp Bakker Zwollo-de Wilt juristen Locatie: Langereis 25 Hoogwoud Opgesteld door: Mw. drs. I.A. Zwollo Bakker Zwollo-de Wilt juristen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Eerste Herziening Kop Zuidas

Bestemmingsplan Eerste Herziening Kop Zuidas Gemeente Amsterdam Bestemmingsplan Eerste Herziening Kop Zuidas Stadsdeel Zuid Vastgesteld Gemeente Amsterdam Ruimte en Duurzaamheid bestemmingsplan Eerste herziening Kop Zuidas Colofon Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Doel en aanleiding Verzoek Adriaans voor vestiging Adriaans heeft gevraagd om zich op

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost

Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost JaarbeursUtrecht Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost datum 25 juli 2012 betreft Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost (artikel 3.2 lid a en lid b van de Ministeriele

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Zaandam Oost en West Toelichting

Zaandam Oost en West Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Zaandam Oost en West Toelichting Zaandam Oost en West Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart'

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 9 maart 2015 Documentnummer : 2015.0.013.143 Zaaknummer: 2014-09-00312 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht Toelichting op het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne Stadsontwikkeling Dordrecht Augustus 2009 1. Inleiding Het bestemmingsplan Leerpark is op 1 maart 2005

Nadere informatie

PLANUITWERKINGSKADER SPUI/GEDEMPTE GRACHT. Het College van Burgemeester en Wethouders

PLANUITWERKINGSKADER SPUI/GEDEMPTE GRACHT. Het College van Burgemeester en Wethouders RIS295589 PLANUITWERKINGSKADER SPUI/GEDEMPTE GRACHT Het College van Burgemeester en Wethouders Overwegende dat: - de eigenaar van het grootste deel van de locatie Spui/Gedempte Gracht heeft aangegeven

Nadere informatie

Opgave en. toekomstperspectief EEN NIEUWE TOEKOMST

Opgave en. toekomstperspectief EEN NIEUWE TOEKOMST 3 EEN NIEUWE TOEKOMST Opgave en toekomstperspectief De aandacht die er binnen het huidige politieke en bestuurlijke klimaat is voor de verbetering van wijken als Transvaal, is een kans die met beide handen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning Ruimtelijke onderbouwing voor gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning 1 Ruimtelijke

Nadere informatie

Plantoelichting voorontwepen Scheveningseslag en Harteveltstraat

Plantoelichting voorontwepen Scheveningseslag en Harteveltstraat BOULEVARD SCHEVENINGEN Plantoelichting voorontwepen Scheveningseslag en Harteveltstraat 1. Inleiding Bij de uitwerking van het ontwerp van de herinrichting Boulevard Scheveningen van de Spaanse architect

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Middelburg, 8 januari 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Locatie en project 2.1 Ligging plangebied 2.2 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Locatiebeschrijving... 2 1.3.

Nadere informatie

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Hoofdstuk 3 Beleidskader Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Hoofdstuk

Nadere informatie

De Molenzoom. Kantoorlocaties in centrum van Houten. Kantoorvestiging in de gemeente Houten

De Molenzoom. Kantoorlocaties in centrum van Houten. Kantoorvestiging in de gemeente Houten De Molenzoom Kantoorlocaties in centrum van Houten Kantoorvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten Molenzoom Centrale ligging in Houten Zichtlocatie langs spoorlijn Nabij centrumvoorzieningen op het

Nadere informatie

Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004

Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004 Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004 Inleiding Op 1 januari 2003 is de Woningwet 2002 in werking getreden. In deze wet wordt een structureel andere

Nadere informatie

Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen Vastgesteld toelichting

Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen Vastgesteld toelichting Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen - 2012 Vastgesteld toelichting Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen - 2012 Vastgesteld toelichting Gemeente Oss, Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE 4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de bebouwde kom van Hertme, zoals deze nu is. Achtereenvolgens komen aan de orde: Cultuurhistorisch

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo Gemeente Tynaarlo Maart 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Huidige en beoogde situatie... 6 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING KASJE BELLAMYPLEIN (SPANGEN TE DELFSHAVEN)

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING KASJE BELLAMYPLEIN (SPANGEN TE DELFSHAVEN) RUIMTELIJKE ONDERBOUWING KASJE BELLAMYPLEIN (SPANGEN TE DELFSHAVEN) 1. Inleiding Het Bellamyplein (ook wel Aagje Deken / Betje Wolffplein genoemd * ) is gelegen tussen de Bellamystraat, Betje Wolffstraat

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Referentieprojecten Grontmij: stationslocaties

Referentieprojecten Grontmij: stationslocaties Referentieprojecten Grontmij: stationslocaties OV-Terminal Den Haag Centraal Het huidig centraal station van Den Haag voldoet niet langer aan de eisen van een functioneel knooppunt van openbaar vervoer.

Nadere informatie

TE KOOP. Voormalig kerkgebouw Berkenstraat 10 - Haarlem. Vraagprijs: k.k.

TE KOOP. Voormalig kerkgebouw Berkenstraat 10 - Haarlem. Vraagprijs: k.k. TE KOOP Voormalig kerkgebouw Berkenstraat 10 - Haarlem Vraagprijs: 850.000 k.k. www.reliplan.nl 2 Object Ligging - De locatie is gelegen aan de Berkenstraat 10 Haarlem. Perceel perceel 330 m² Oppervlakte

Nadere informatie

Topografie Merwedezone (bron: Ontwerp Transformatievisie Merwedezone, 2007)

Topografie Merwedezone (bron: Ontwerp Transformatievisie Merwedezone, 2007) Sliedrecht Sliedrecht Sliedrecht is een zelfstandige gemeente in de provincie Zuid-Holland. Het dorp telt 24.000 inwoners en vormt met de plaatsen Alblasserdam, Papendrecht, Hardinxveld-Giessendam en Gorinchem

Nadere informatie

Typisch gemert. Stedenbouwkundige hoofdstructuur en beeldkwaliteit geven Gemert een nieuwe impuls

Typisch gemert. Stedenbouwkundige hoofdstructuur en beeldkwaliteit geven Gemert een nieuwe impuls Typisch gemert gemert Stedenbouwkundige hoofdstructuur en beeldkwaliteit geven Gemert een nieuwe impuls RUIJSCHENBERGH DE STROOM NAZARETH RUIJSCHENBERGH NAZARETH DE STROOM Typisch Gemert Stedenbouwkundige

Nadere informatie

HERONTWIKKELING MOLENWAL

HERONTWIKKELING MOLENWAL STARTNOTITIE HERONTWIKKELING MOLENWAL (VOORMALIGE BUSREMISE) Maart 2011 Gemeente Oudewater Sector REV 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 PLANGEBIED... 4 2.1 HET PLANGEBIED... 4 2.2 PROGRAMMA...

Nadere informatie

Exploitatieplan Middenboulevard

Exploitatieplan Middenboulevard Exploitatieplan Middenboulevard Badhuisplein Definitief Gemeente Zandvoort Postbus 2 2040 AA ZANDVOORT Grontmij Nederland B.V. Assen, 6 november 2009 Verantwoording Titel : Exploitatieplan Middenboulevard

Nadere informatie

GEBIEDSPROGRAMMA

GEBIEDSPROGRAMMA GEBIEDSPROGRAMMA 2016-2019 STADSDEEL SCHEVENINGEN Van Stolkpark Concept met voorstellen van de Wijkvereniging Van Stolkpark Inleiding Elk gebied een eigen aanpak Dit jaar werken Scheveningen en de andere

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Voor de bouw van drie appartementen aan de Breestraat te Heusden

Ruimtelijke Onderbouwing Voor de bouw van drie appartementen aan de Breestraat te Heusden Ruimtelijke Onderbouwing Voor de bouw van drie appartementen aan de Breestraat 14-16 te Heusden juni 2008 SEGMENTGROEP Postbus 338, 3830 AJ LEUSDEN rapportnummer GROB2007.04.23 SEGMENT GROEP Divisie Ruimte

Nadere informatie

ILPENDAM - locatie Ilpenhof. concept mei 2012

ILPENDAM - locatie Ilpenhof. concept mei 2012 ILPENDAM - locatie Ilpenhof concept mei 2012 Inhoud 1 Inleiding 2 De locatie 3 Historische & landschappelijke ontwikkeling 4 Schatkaart 5 Ontwikkelingsmodel 1 Inleiding Aanleiding Eerdere plannen om een

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector 7 augustus 2013 definitief Status: definitief Datum: 7 augustus 2013 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam 1E 1013 AL Amsterdam 020-625 42 67 www.stedplan.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas 1. Inhoud 1. Aanvraag... 3 2. Voorgenomen ontwikkeling... 3 3. Juridisch planologisch kader... 5 4. Motivering... 6 1. Aanvraag Ontwikkelaar

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

CONCEPT RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

CONCEPT RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Brandmeldinstallatie: Niet automatische en ruimte bewaking i.v.m. doodlopende einde op de 1 e verdieping, Ontruimingsalarminstallatie type B, Nood- en transparantverlichtingsinstallatie, Luchtbehandelinginstallatie,

Nadere informatie

Hengelo, Hart van Zuid

Hengelo, Hart van Zuid Hengelo, Hart van Zuid Nota Ruimte budget 14,5 miljoen euro Planoppervlak 50 hectare Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ROC van Twente Internationale potentie

Nadere informatie

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 28 september 2015 Documentnummer : 2015.0.072.749 Zaaknummer: 2015-03-01380 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Stadsblokken - Meinerswijk 2015'

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

Rotterdam - Parkstad. Stedenbouwkundig ontwerp voor de ontwikkelingen van zowel Parkstad als de oostflank van de Afrikaanderwijk.

Rotterdam - Parkstad. Stedenbouwkundig ontwerp voor de ontwikkelingen van zowel Parkstad als de oostflank van de Afrikaanderwijk. Rotterdam - Parkstad Stedenbouwkundig ontwerp voor de ontwikkelingen van zowel Parkstad als de oostflank van de Afrikaanderwijk. Rotterdam - Parkstad Stedenbouwkundig ontwerp voor de ontwikkelingen van

Nadere informatie

Vraagstuk: Kustversterking & Boulevard

Vraagstuk: Kustversterking & Boulevard Inhoudsopgave Vraagstuk: Kustversterking & Boulevard Samenwerking Oplossing: suppletie en dijk in Boulevard Inrichting ontwerp Details Huidige Objecten Nieuwe objecten (NWO) Fasering uitvoering Tijdelijke

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Aantal woningen per entree. Parkeren (inpassing van verkeerstromen in het project) gewenste publieke en commerciële programmering

Aantal woningen per entree. Parkeren (inpassing van verkeerstromen in het project) gewenste publieke en commerciële programmering Verdichting en inpassing in de omgeving Dit document illustreert op schematische wijze de verschillende (stedenbouwkundige) kwaliteiten van drie categorieën verdichting i.r.t. de omgeving. Enkele Haagse

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING

BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING 12055 12055 BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN ZIJDELWAARD EERSTE HERZIENING 1. INLEIDING 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Ligging en begrenzing plangebied (Zijdelwaard) 2 1.3 Doel van

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 WAAROM oordolland oord HET GAAT GOED MET NOORD- HOLLAND NOORD. DE ECONOMIE IS KRACHTIG

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland Ontwikkelen met schaarse ruimte

Visie op Zuid-Holland Ontwikkelen met schaarse ruimte Visie op Zuid-Holland Ontwikkelen met schaarse ruimte Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland is de meest dichtbevolkte provincie van Nederland, met 3,5 miljoen mensen en veel economische bedrijvigheid.

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 te Oudega 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een gedeelte van een woonwagen en voor een meterkast buiten de aangelegde woonwagenlocatie aan de Heelalstraat.

Nadere informatie