VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL 200-F/-FM, VITOSOL 300-F. voor de installateur

Transcriptie

1 VIESMANN Montagehandleiding voor de installateur Vitosol 200-F/-FM, Vitosol 300-F type SH2E, SH2G, SH3E Vlakkeplaatcollector voor schuine daken met dakpanbedekking Dakintegratie, montage in één rij VITOSOL 200-F/-FM, VITOSOL 300-F NL 9/2017 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de fabrikant van de installatie of een door de fabrikant aangewezen vakman worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. 2

3 Inhoudsopgave 1. Informatie Verwijdering van de verpakking... 4 Symbolen... 4 Gebruik conform de regelgeving Montageverloop Onderdelen... 6 Pakket I houten montageblokken... 6 Pakket II slab, standaardset... 6 Pakket IV afdekframe, standaardset... 6 Pakket V slab, uitbreiding... 7 Pakket VI afdekframe, uitbreiding... 7 Pakket verbindingsbuizen... 7 Pakket aansluitset... 7 Pakket set dompelhulzen... 8 Overzicht van de montage Dak afdekken Houten montageblokken monteren Afvoerplaten met loodslab monteren Eerste collector monteren Verbindingsbuizen monteren Overige collectoren monteren Aansluitset en set dompelhulzen monteren Steunkeilen monteren Bekledingsplaten onder monteren Bekledingsplaten aan de zijkant en middelste platen monteren Afvoerplaten monteren Afdekplaten monteren Dak dekken Collectorveld afdekken Installatie Inbedrijfstelling

4 Verwijdering van de verpakking Verwijdering van de verpakking Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen als afval verwijderen. NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur meegenomen/afgevoerd. Symbolen Symbool 1. Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Gebruik conform de regelgeving De collectoren dienen voor de verwarmingsondersteuning en de tapwaterverwarming door zonne-energie. Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten systemen conform EN en EN 12977, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleidingen. De collectoren mogen enkel gebruikt worden met warmteoverdrachtsmedium, dat door de fabrikant vrijgegeven is. 4

5 Gebruik conform de regelgeving (vervolg) Het montagesysteem voor de dakintegratie van de collectoren dient voor de inbouw van de collectoren op het niveau van de dakpannen in schuine daken. Om te garanderen dat het systeem geen regen doorlaat, moeten de regels van het dakdekkersvak worden nageleefd. Afhankelijk van de omstandigheden (bijv. klimatologische omstandigheden, gebruik van de zolderruimte, dakhelling) kunnen echter bijkomende maatregelen nodig zijn. Een bijkomende maatregel voor alle dakbedekkingen is minstens het gebruik van een onderspanbaan. Gebruik volgens de voorschriften houdt in dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifieke en toegelaten componenten werd uitgevoerd. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel dan voor het verwarmen van gebouwen of van tapwater geldt als niet volgens de voorschriften. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant per geval worden goedgekeurd. Verkeerd gebruik van de collectoren of het montagesysteem of een ondeskundige bediening zijn verboden (bijv. openen van de collectoren door de installatiegebruiker, niet in acht nemen van de montage-instructies). Overtreding kan de werking veranderen, de gezondheid van de gebruiker of van derden in gevaar brengen en leiden tot het verlies van de garantie. Van verkeerd gebruik is eveneens sprake wanneer de voorziene functie van componenten van het systeem gewijzigd wordt (bijv. door directe tapwaterverwarming in de collector). De wettelijke bepalingen, in het bijzonder inzake hygiene van tapwater, moeten nageleefd worden. 5

6 Onderdelen Om de pakketten met de bevestigingselementen gemakkelijker te herkennen, hebben ze Romeinse cijfers. Hierna worden de onderdelen per pakket opgesomd. Pakket I houten montageblokken T x 30 8 x x 30 5 x 70 1 Afb Pakket II slab, standaardset De standaardset omvat de onderdelen voor de 1e en laatste collector van een rij. 6 x 35 Afb Pakket IV afdekframe, standaardset De standaardset omvat de onderdelen voor de 1e en laatste collector van een rij. wr wt ww ew 5 x 100 4,8 x 19 4,5 x 35 wq we wp wz wu wi wo ep eq Afb. 3 6

7 Onderdelen (vervolg) Pakket V slab, uitbreiding De uitbreiding omvat de onderdelen voor de collectoren tussen de 1e en de laatste collector. 6 x 35 Afb. 4 ee 7 9 Pakket VI afdekframe, uitbreiding De uitbreiding omvat de onderdelen voor de collectoren tussen de 1e en de laatste collector. ew er 5 x 100 4,5 x 35 wq Afb. 5 wp wz wu wi wo eq Pakket verbindingsbuizen Het pakket is niet genummerd. Armaturenfett zp Afb. 6 zq Pakket aansluitset Het pakket is niet genummerd. qp qw qq qe qr qt qz Afb. 7 7

8 Onderdelen (vervolg) Pakket set dompelhulzen Het pakket is niet genummerd. qq qu qi qo Afb. 8 8

9 Overzicht van de montage Aanwijzingen Onderspanbanen (indien aanwezig) niet beschadigen. Het verloop van de montage is als voorbeeld met 2 collectoren beschreven. Afb. 9 Montagestap Onderdelen uit pakket Pagina 1. Dak overeenkomstig de benodigde dakoppervlakte afdekken. 2. Houten montageblokken monteren. I Montagehout Afvoerplaten en loodslab monteren. II Slab, standaardset V Slab, uitbreiding Collector monteren. II Slab, standaardset Verbindingsbuizen monteren. Verbindingsbuizen Overige collectoren monteren. II Slab, standaardset V Slab, uitbreiding Verbindingsbuizen

10 Overzicht van de montage (vervolg) Afb. 10 Montagestap Onderdelen uit pakket Pagina 7. Aansluitset, set dompelhulzen en collectortemperatuursensor monteren. Aansluitset en set dompelhulzen Collectortemperatuursensor meegeleverd bij de solarregeling 8. Steunkeilen monteren. IV Afdekframe, standaardset VI Afdekframe, uitbreiding 9. Bekledingsplaten onder monteren. IV Afdekframe, standaardset VI Afdekframe, uitbreiding 10. Bekledingsplaten aan de zijkant en middelste platen monteren. IV Afdekframe, standaardset VI Afdekframe, uitbreiding 11. Afvoerplaten monteren. IV Afdekframe, standaardset VI Afdekframe, uitbreiding 12. Afdekplaten monteren. IV Afdekframe, standaardset VI Afdekframe, uitbreiding 13. Dak bedekken Collectorveld afdekken

11 a 1. Dak afdekken Benodigde dakoppervlakte b Afb. 11 Aantal collectoren per rij a in mm 2100 b in mm Om beschadiging van de nokafdekking te voorkomen, moet aan de nokzijde voldoende ruimte worden gelaten, bij dakpanbedekking min. 3 rijen. Opmerking Bij dakpanbedekking adviseren wij ook bij de boeiplank een breedte van min. 3 dakpannen aan te houden. Bij een afstand bovenkant collectorveld tot aan de daknok van meer dan 1 m een sneeuwopvangrooster monteren. Voor controle en onderhoud bij de collectoren een dakluik aanbrengen. Als bescherming tegen het binnendringen van water door zeer fijne sneeuw en winddruk dienen ter plaatse maatregelen worden getroffen, bijv. de montage van onderspanbanen. 2. Houten montageblokken monteren. Pakket Onderdeel I Montagehout 120 x 30 T40 8 x x 30 5 x

12 2. Houten montageblokken monteren. (vervolg) 3 1 B Afb. 12 Maat f zie pagina 15 B Positie van de 1e houten montageblok (zie volgende hoofdstuk) f 450 Positie B bepalen Doel: de dakpannen zoveel mogelijk slechts aan één kant snijden. Opmerking Als de dakpannen op maat gesneden moeten worden, max. de helft van de breedte van de dakpan afsnijden. Uitgangspunt C op daklat D markeren. Uitgangspunt C indien mogelijk zo kiezen dat de dakpannen aan die kant niet gesneden moeten worden. Maat x meten en positie E markeren, zie volgende afbeeldingen 13 tot 15. Maat x is de afstand van de opstaande rand van de linker bekledingsplaat G tot de opstaande rand van de rechter bekledingsplaat H. Afstand tot opstaande rand en optimale overlapping van de dakpannen aan de opstaande rand zijn afhankelijk van het type dakpan. 12

13 2. Houten montageblokken monteren. (vervolg) Mogelijkheden voor de bepaling van positie B van de 1e houten montageblok Variant 1 het eindpunt E ligt zo dat max. de helft van de dakpannen afgesneden moet worden. G K H B C E D F 1/2 1/2 Afb x F Afvoerplaat met loodslab K Collectoren Aantal collectoren per rij x in mm Van het uitgangspunt C 180 mm naar links meten. Positie B op de daklat D markeren. 13

14 2. Houten montageblokken monteren. (vervolg) Variant 2 Het eindpunt E ligt zo dat meer dan de helft van de dakpannen afgesneden moet worden. 1/2 G K H C E D F 1/2 1/2 x Afb. 14 F Afvoerplaat met loodslab K Collectoren Aantal collectoren per rij x in mm Uitgangspunt C zo ver naar links of rechts verplaatsen dat aan beide kanten max. de helft van de dakpannen afgesneden moet worden (zie volgende afbeelding). Nieuwe positie C aanduiden. 180 mm naar links meten. Positie B op de daklat D markeren. G K H BC D Afb F 1/2 1/2 F Afvoerplaat met loodslab K Collectoren 14

15 2. Houten montageblokken monteren. (vervolg) Houten montageblokken in de volgende volgorde monteren. Daartoe de houten montageblokken op 1500 mm en 2400 mm afzagen. Aantal collectoren Maat f in mm Houten montageblokken Links Midden Rechts x x x x x x x x x x x ! Opgelet Hoge sneeuwlast kan de statica beïnvloeden. Bij sneeuwlast tussen 1,8 kn/m 2 en 2,55 kn/m 2 min. 4 daklatten door de installateur onder de collectoren laten monteren. 2 Eventueel moeten aanwezige daklatten bij de houten montageblokken 1 verwijderd worden. De overgang tussen daklat en montageblok ondersteunen. Elk houten montageblok (2400 mm) op min. 3 dakspanten schroeven. 1 Afb

16 2. Houten montageblokken monteren. (vervolg) Overige houten montageblokken monteren Afb. 17 Rechte hoek bepalen 1. Houten montageblok 1 provisorisch plaatsen. 2. Maat 1200 mm aanduiden. 3. Maat 1600 mm aanduiden. 4. Houten montageblok naar links of rechts bewegen tot maat 2000 mm bereikt is. 6. Houten montageblok verwijderen. 7. Overige houten montageblokken monteren Houten montageblokken volgens de afmetingen op pagina 12 vastschroeven. Opmerking Houten montageblokken 3 met schroeven 4 vastschroeven. 5. Markeren. 3. Afvoerplaten met loodslab monteren Pakket II Slab, standaardset Onderdeel Voor de 1e en laatste collector 6 x 35 V Slab, uitbreiding Voor collectoren tussen de 1e en laatste collector 6 x 35 ee 7 16

17 3. Afvoerplaten met loodslab monteren (vervolg) De platen niet betreden Afb Afb

18 4. Eerste collector monteren Pakket II Slab, standaardset Onderdeel 6 x Collectoren niet betreden Afb Verbindingsbuizen monteren Pakket Verbindingsbuizen Onderdeel Armaturenfett zp zq 18

19 5. Verbindingsbuizen monteren (vervolg) Collectoren niet betreden. Armaturenfett zq zp Afb Overige collectoren monteren Pakket V Slab, uitbreiding Onderdeel Voor collectoren tussen de 1e en laatste collector 6 x 35 Verbindingsbuizen II Slab, standaardset 7 9 zp Armaturenfett Voor de laatste collector 6 x 35 zq

20 6. Overige collectoren monteren (vervolg) Collectoren niet betreden. 4. Ø6 4x Afb Na het onderschuiven van de collector de klemblokken tussen de collectoren vastschroeven. 4. In elke collector onderaan 2 gaten boren. Zo wordt het water afgevoerd. 7. Aansluitset en set dompelhulzen monteren Pakket Aansluitset Onderdeel Dompelhulsset qp qw qq qe qr qt qz qq qu qi qo 20

21 7. Aansluitset en set dompelhulzen monteren (vervolg) Bij montage van de knelkoppeling opletten: de uiteinden van alle buizen moeten haaks en ontbraamd zijn. Wartelmoer en klemring op de buis schuiven en de schroefdraad een beetje oliën. Opmerking O-ringen niet met olie inwrijven. Buis tot de aanslag in de knelkoppeling schuiven. Wartelmoer eerst met de hand aantrekken, daarna met een steeksleutel een ¾-slag vastdraaien.! Opgelet Aansluitbuizen en stoppen mogen niet beschadigd zijn. O-ringpakkingen uitsluitend met het meegeleverde speciale armaturenvet invetten. Op knelkoppelingen geen uitgegloeide koperen leidingen gebruiken. Aansluiting boven links of rechts De hydraulische leidingen onder de bekledingsplaten leggen. De dompelhulzen qi voor de collectortemperatuursensor in de aanvoer monteren. Voorbeeld voor aansluiting boven rechts qi 6. qo qp qt Y qr qu qq qe qw X Afb. 23 X Retour Y Aanvoer 21

22 8. Steunkeilen monteren Pakket IV Afdekframe, standaardset Onderdeel 5 x 100 VI Afdekframe, uitbreiding wp wo 5 x 100 wp wo Collectoren niet betreden. wo wp Afb

23 9. Bekledingsplaten onder monteren Pakket IV Afdekframe, standaardset Onderdeel wq VI Afdekframe, uitbreiding wq Collectoren niet betreden. wq O wq Afb

24 10. Bekledingsplaten aan de zijkant en middelste platen monteren Pakket IV Afdekframe, standaardset Onderdeel Voor de 1e en laatste collector VI Afdekframe, uitbreiding ww ew we wu wi Voor collectoren tussen de 1e en laatste collector ew Collectoren niet betreden. ww 1. ew O 2. wi we wu Afb De bekledingsplaat ww moet de collectorrand volledig bedekken. 4. De middelste platen ew moeten na het inklikken vastgeschroefd worden. 2. De bekledingsplaat we moet de collectorrand volledig bedekken. 24

25 11. Afvoerplaten monteren Pakket IV Afdekframe, standaardset Onderdeel Voor de 1e en laatste collector wr 4,8 x 19 wi wu ep wt VI Afdekframe, uitbreiding Voor collectoren tussen de 1e en laatste collector wi wu er Collectoren niet betreden. wr wt wi wu ep Afb. 27 Afvoerplaten wr en wt moeten de collectorrand volledig bedekken. 25

26 12. Afdekplaten monteren Pakket IV Afdekframe, standaardset Onderdeel 4,5 x 35 VI Afdekframe, uitbreiding wz eq 4,5 x 35 wz eq Collectoren niet betreden. wz eq Afb

27 13. Dak dekken Dakpanbedekking A Afb. 29 Dakpannen evt. op maat snijden. Dakpankop A die op de plaatrand komt te liggen, verwijderen.! Opgelet De diagonale afdichtstrip moet volledig bedekt zijn. Eventueel de diagonale afdichtstrip in de hoogte met een mes inkorten. 14. Collectorveld afdekken Na de montage van de collectoren de zonne-installatie zo snel mogelijk in gebruik nemen. Om stoomslag te vermijden, moeten de collectoren bij het vullen koud zijn. Collectorvelden afdekken. Bij levering hebben de collectoren daarom een beschermfolie. Deze beschermfolie ten laatste 4 weken na de montage van de collectoren verwijderen! Opmerking Als de inbedrijfstelling later gebeurt, collectorvelden afdekken. De aanwezige beschermfolie mag niet als afdekking worden gebruikt. Installatie! Opgelet Ondeskundige installatie kan schade aan de collectoren veroorzaken. Voor de installatie rood messing fittingen, messing fittingen en koperen leiding gebruiken. Collectoren niet betreden! In de buurt van de collector en aan de collector niet solderen! Leidingen zo leggen dat een volledige ontluchting wordt gegarandeerd. In de zonnesysteemaanvoer voor de warmwaterboiler een luchtafscheider monteren. Opmerking In de Solar-Divicon is een luchtafscheider in de aanvoerstreng geïntegreerd (zie afbeelding). 27

28 Installatie (vervolg) Koperen leidingen in het zonnecircuit hard solderen of persen. Zachte solderingen kunnen, in het bijzonder in de buurt van de collector, door de hoge temperaturen zwak worden. Het best geschikt zijn metaal dichtende verbindingen, knelkoppelingen of Viessmannsteekverbindingen met dubbele O-ringen. Indien andere pakkingen worden gebruikt, bijv. platte pakkingen, moet een voldoende glycol-, druk- en temperatuurbestendigheid door de fabrikant worden gegarandeerd. Verbindingen druk- en temperatuurbestendig uitvoeren (maximale stilstandstemperatuur van de collector in acht nemen). Niet gebruiken: teflon (niet bestand tegen glycol) hennepverbindingen (niet voldoende gasdicht) Installatie volgens EN resp. EN ISO 9806 met expansievat, veiligheidsklep en circulatiepomp uitrusten. Het expansievat moet volgens DIN 4807 toegelaten zijn. Membranen en pakkingen van het expansievat en de veiligheidsklep moeten voor het warmte-overdrachtsmedium geschikt zijn. Berekening van de voordruk zie servicehandleiding Vitosol. Bij werking zonder Solar-Divicon enkel veiligheidskleppen gebruiken, die aan de volgende voorwaarden voldoen: ontworpen voor 120 C en max. 6 bar (0,6 MPa) kenletter S (Solar) in het onderdeelkenmerk T O U L B C A B C D P L K R E F G N M H M S Afb. 30 A Solar-Divicon B Afsluitkleppen C Terugslagkleppen D Zonnecircuitpomp E Luchtafscheider F Afsluitkraan (stelbout boven de debietindicatie H) G Aftapkraan H Debietindicatie K Vulkraan L Stagnatiekoeler M Expansievat N Opvangreservoir O Collector R Warmwaterboiler S Boilertemperatuursensor T Collectortemperatuursensor U Zonneregeling Inbedrijfstelling 28 Servicehandleiding Vitosol-F/-FM

29 29

30 30

31 31

32 32 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.