VIESMANN. Montagehandleiding VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 200 type P220SA NL 3/2010 Na montage deze handleiding recyclen!

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitovolt 200 type P220SA VITOVOLT 200 3/2010 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Opgelet! Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. 2

3 Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagevoorbereiding... 4 Eisen van het energiebedrijf... 4 Montageverloop Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd... 5 Montage met dakhaken... 5 Montage met bevestigingsijzer Montage met spant-anker Montage op dak FV-module horizontaal gemonteerd Montage met dakhaken Montage met bevestigingsijzer Montage met stokschroeven Vrijstaande montage FV-module horizontaal Afstand modulerijen z bepalen Montage FV-module aansluiten Voorbeelden voor de installatie van de gelijkstroom-wisselstroommutator Aansluitvoorbeelden Inbedrijfstelling

4 Montagevoorbereiding Eisen van het energiebedrijf Bij het plaatsen van een fotovoltaikinstallatie in het elektriciteitsnet de geldige bepalingen en voorschriften van het energiebedrijf in acht nemen. De fotovoltaikinstallatie moet voor de werking met het elektriciteitsnet geschikt zijn en storende uitwerkingen op het net of op derden moeten met zekerheid worden uitgesloten. De aansluiting aan het stroomnet en de equipotentiaalverbinding/overspanningbeveiliging moeten door een geautoriseerde vakman worden uitgevoerd. De werkzaamheden aan de meterplaats met het verantwoordelijke energiebedrijf afspreken. 4

5 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd Voorbeeld met 2 FV-modules A B A FV-module B Montagerails (afhankelijk van de aard van het dak verschillende profielen) Montage met dakhaken Onderdelen

6 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Dakpanbedekking 1 Montagehout 38 x 58 x 2140 mm 30 x 100 x 2140 mm 2 Dakhaken 3 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 6 x 80 mm 4 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 5 x 30 mm Leiendakbedekking 5 Dakhaken 6 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 6 x 30 mm Golfplaatbedekking 7 Dakhaak voor golfplaatprofiel 5 en 6 8 Dakhaak voor golfplaatprofiel 8 Beverstaart singles bedekking 9 Dakhaken 4 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 5 x 30 mm Voor alle soorten bedekking qp Eindbevestiging qq Montagerail qw Middenklem qe Onderlegplaatje 7 8,4 mm qr Zeskantschroef M 8 x 10 mm qt T-schroef M 8 x 55/50 mm qz T-schroef M 8 x 20 mm qu Zeskantmoer M 8 qi Verbindingselement qo Montageplaat 6

7 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Overzicht afmetingen 25 x 160 a x 160 c x 160 y b A FV-module B Montagerail C Eindbevestiging D Dakhaken E Montagehout, 38 x 58 mm (alleen bij dakpannen) F Montagehout, 30 x 100 mm (alleen bij dakpannen) a b c x mm mm mm mm 1666, volgens de breedte van de dakpankop Verdeling van de dakhaken en de montageplaten op de montagerails vanaf pagina 8. 7

8 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Dakbedekking y mm Dakpannen 469 Lei 375 Beverstaart singles 409 Golfplaten 227 Verdeling van de bevestigingselementen Bevestigingselementen: Dakhaak (zie pagina 6) Bevestigingsijzer (zie pagina 15) Spant-anker (zie pagina 17) Opmerking In de volgende afbeeldingen wordt de verdeling van de dakhaken op daken met dakpanbedekking weergegeven. Afhankelijk van de toestand van het dak kunnen de maten afwijken. Bijv. bij montage met spant-anker (zie pagina 17) richt de afstand tussen de spant-anker zich naar de afstand tussen de spanten. 2 FV-modules naast elkaar 131, ,5 145, ,5 A Montagerail B Montageplaat (4 stuks) C Dakbevestiging (3 stuks) 8

9 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) 3 FV-modules naast elkaar 131, ,5 54, ,5 A Montagerail B Montageplaat (6 stuks) C Dakbevestiging (4 stuks) 4 FV-modules naast elkaar A Montagerail (2 x 2091 mm lang) B Montageplaat (8 stuks) C Dakbevestiging (5 stuks) Modulevelden naast elkaar gemonteerd 25 k Maat k ca. 150 of 300 mm, afhankelijk van de dakbedekking A Montagerail (afhankelijk van de aard van het dak verschillende profielen) B Bevestigingselement (afhankelijk van de aard van het dak verschillende bevestigingselementen) C Montageplaat 9

10 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Dakhaak monteren Dakpanbedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen x x Verder met hoofdstuk Montagerails monteren. Leiendakbedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen. 10

11 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Opmerking Tegen binnendringend vocht gebruikelijke lood aanbrengen. Verder met hoofdstuk Montagerails monteren. 5 Golfplaatbedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen. Verder met hoofdstuk Montagerails monteren. Ø8 A 2. 7,8 1. B A Afdichtschijf (door installateur) B Aanwezige daklat Beverstaart singles bedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen. 11

12 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Pannen met snijmachine aanpassen, ca. 30 mm afsnijden. Montagerails monteren Bij alle montagehandelingen T-schroeven 90 draaien. 12

13 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) A Dakhaken of bevestigingsijzers Verdeling van de montageplaten op de montagerails zie vanaf pagina 8. FV-module monteren Opgelet! Het gevaar bestaat dat de modules breken en wegschuiven. FV-module niet betreden. 13

14 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) 2. 2x 90 2x x Bij stap 3 moeren pas na stap 4 vasttrekken. Opmerking De eindklemmen alleen aan de eerste en de laatste module van een rij schroeven. Verder met FV-module aansluiten op pagina 44. Montage met bevestigingsijzer Bijv. montage op plaatdaken. 14

15 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Voor de bevestiging van de hoeken moeten door de installateur bevestigingselementen worden aangebracht. Onderdelen 1 Bevestigingsijzer (schroeven door de installateur te voorzien) qp Eindbevestiging qq Montagerail qw Middenklem qe Onderlegplaatje 7 8,4 mm qr Zeskantschroef M 8 x 10 mm qt T-schroef M 8 x 55/50 mm qz T-schroef M 8 x 20 mm qu Zeskantmoer M 8 qi Verbindingselement qo Montageplaat 15

16 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Overzicht afmetingen 25 a b c 132 A FV-module B Montagerail C Eindbevestiging D Bevestigingsijzer a mm b mm c mm 1666, Verdeling van de bevestigingsijzers en de montageplaten op de montagerails zie vanaf pagina 8. 16

17 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Montage Als volgt te werk gaan: Montagerails monteren (zie pagina 12) FV-module monteren (zie pagina 13) FV-module aansluiten (zie pagina 44) Schroeven voor bevestigingsijzer door installateur. Montage met spant-anker Onderdelen qp qq qw qe qr qt 1 Spant-anker 2 Compensatiestuk 3 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 8 x 70 mm 17

18 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) 4 Bevestigingsijzer 5 Zeskantschroef M 8 x 20 mm 6 Verbindingselement 7 Montagerail 40 x 40 x mm 8 Montagerail 44 x 44 x mm 9 T-schroef M 8 x 20 mm qp Onderlegplaatje 7 8,4 mm qq Zeskantmoer M 8 qw Montageplaat qe Middenklem qr T-schroef M 8 x 55 mm qt Eindbevestiging Keuze van het railprofiel De gegevens in de volgende tabel gelden bij de volgende voorwaarden: Daken met dakpanbedekking Windbelasting tot 8 m hoogte van het gebouw Max. balkonligger bij balkafstand van 750 mm (bij sneeuwlast van 2,55 kn/ m 2 ): rail 40 x 40: 200 mm rail 44 x 44: 350 mm Sparafstand mm Sneeuwbelastingszone Hoogte Sneeuwbelasting Railprofiel boven nor- maal peil m kn/m , , ,75 I 500 0,75 40 x , , , , , ,75 40 x x ,90 II 40 x , , ,85 44 x x ,30 18

19 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Sparafstand mm Sneeuwbelastingszone Hoogte Sneeuwbelasting Railprofiel boven nor- maal peil m kn/m , , ,00 40 x x ,25 40 x 40 III 600 1, ,00 44 x x , , , ,00 40 x ,15 40 x x ,55 44 x ,10 44 x 44 IV 600 2, , , , ,50 Dit bereik wordt door geen enkele montagerail gedekt. 19

20 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Overzicht afmetingen 25 a x x x A FV-module B Montagerail C Montageplaat D Eindbevestiging E Bevestigingsijzer F Spant-anker a x mm mm 1666,5 volgens de breedte van de dakpankop Verdeling van de montageplaten op de montagerails zie vanaf pagina 8. 20

21 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) Montage qp qq Spant-anker in het midden op de spanten monteren. Hoogte dakpannen met compensatiestuk compenseren. 21

22 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) 7/ 8 7. qw 6 9 7/ 8 8. qqqp4 6. Verdeling van de montageplaten op de montagerails zie vanaf pagina 8. Opgelet! Het gevaar bestaat dat de modules breken en wegschuiven. FV-module niet betreden. 22

23 Montage op dak FV-module verticaal gemonteerd (vervolg) qq qp 90 qt 9 3. qq qp qe 2. 2x 2x 90 qr 7 4. qw 1. qq qp 2x qt 9 7/ 8 Bij stap 3 moeren pas na stap 4 vasttrekken. Opmerking De eindklemmen alleen aan de eerste en de laatste module van een rij schroeven. Verder met FV-module aansluiten (zie pagina 44). 23

24 Montage op dak FV-module horizontaal gemonteerd Voorbeeld met 2 FV-modules A A FV-module B Montagerails (afhankelijk van de aard van het dak verschillende profielen) B Montage met dakhaken Onderdelen

25 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Dakpanbedekking 1 Montagehout 38 x 58 x 2140 mm 30 x 100 x 2140 mm 2 Dakhaken 3 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 6 x 80 mm 4 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 5 x 30 mm Leiendakbedekking 5 Dakhaken 6 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 6 x 30 mm Golfplaatbedekking 7 Dakhaak voor golfplaatprofiel 5 en 6 8 Dakhaak voor golfplaatprofiel 8 Beverstaart singles bedekking 9 Dakhaken 4 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 5 x 30 mm Voor alle soorten bedekking qp Eindbevestiging qq Montagerail qw Middenklem qe Onderlegplaatje 7 8,4 mm qr Zeskantschroef M 8 x 10 mm qt T-schroef M 8 x 55/50 mm qz T-schroef M 8 x 20 mm qu Zeskantmoer M 8 qi Verbindingselement 25

26 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Overzicht afmetingen x x b a x 160 y Afmetingen a en b zie pagina 27. Opmerking Maat x volgens de breedte van de dakpankop. A FV-module B Montagerail C Middenklem D Dakhaken E Montagehout, 38 x 58 mm (alleen bij dakpannen) 26 F Eindbevestiging G Montagehout, 30 x 100 mm (alleen bij dakpannen)

27 f Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Dakbedekking y mm Dakpannen 510 Lei 450 Beverstaart singles 418 Golfplaten 267 Verdeling van de bevestigingselementen Bevestigingselementen: Dakhaak (zie pagina 25) Bevestigingsijzer (zie pagina 33) Stokschroeven (zie pagina 35) Opmerking In de volgende afbeeldingen wordt de verdeling van de dakhaken op daken met dakpanbedekking weergegeven. Afhankelijk van de toestand van het dak kunnen de maten afwijken. Bijv. bij montage met stokschroeven (zie pagina 35) richt de afstand tussen de stokschroeven zich naar de afstand tussen de gordingen. X c d e Y a b A Montagerail (afhankelijk van de aard van het dak verschillende profielen) B Bevestigingselementen (zie pagina 27) 27

28 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Moduleaantal a mm b mm c mm d mm e mm 990 f mm x mm 1240 y mm 405 (afhankelijk van het golfrooster) Aant. dakhaken of ijzers per rij Dakhaak monteren Dakpanbedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen x x Verder met hoofdstuk Montagerails monteren. 28

29 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Leiendakbedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen. Opmerking Tegen binnendringend vocht gebruikelijke lood aanbrengen Verder met hoofdstuk Montagerails monteren. 5 Golfplaatbedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen. Verder met hoofdstuk Montagerails monteren. Ø8 A 2. 7,8 1. B A Afdichtschijf (door installateur) B Aanwezige daklat 29

30 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Beverstaart singles bedekking Afmetingen zie hoofdstuk Overzicht afmetingen in acht nemen Pannen met snijmachine aanpassen, ca. 30 mm afsnijden

31 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Montagerails monteren Bij alle montagestappen T-gleufschroeven 90 draaien A Dakhaken of bevestigingsijzers FV-module monteren Opgelet! Het gevaar bestaat dat de modules breken en wegschuiven. FV-module niet betreden. 31

32 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) x x x Bij stap 3 moeren pas na stap 4 vasttrekken. Opmerking De eindklemmen alleen aan de eerste en de laatste module van een rij schroeven. Verder met FV-module aansluiten (zie pagina 44). Montage met bevestigingsijzer Bijv. montage op plaatdaken. 32

33 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Voor de bevestiging van de hoeken moeten door de installateur bevestigingselementen worden aangebracht. Onderdelen 1 Bevestigingsijzer (schroeven door de installateur te voorzien) qp Eindbevestiging qq Montagerail qw Middenklem qe Onderlegplaatje 7 8,4 mm qr Zeskantschroef M 8 x 10 mm qt T-schroef M 8 x 55/50 mm qz T-schroef M 8 x 20 mm qu Zeskantmoer M 8 qi Verbindingselement 33

34 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Overzicht afmetingen d a b c Afmetingen zijn afhankelijk van het aantal modules, zie pagina 27. A FV-module B Montagerail C Middenklem D Bevestigingsijzer E Eindbevestiging 34

35 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Montage Als volgt te werk gaan: Montagerails monteren (zie pagina 31) FV-module monteren (zie pagina 31) FV-module aansluiten (zie pagina 44) Schroeven door de installateur te voorzien. Montage met stokschroeven Bijv. op daken met gordingconstructie. Onderdelen qp 1 Stokschroef 2 Bevestigingsijzer 3 Verbindingselement 4 Montagerail 40 x 40 x mm 5 T-schroef M 8 x 20 mm 6 Onderlegplaatje 7 8,4 mm 7 Zeskantmoer M 8 8 Middenklem 9 T-schroef M 8 x 55 mm qp Eindbevestiging 35

36 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) De gegevens in de volgende tabel gelden bij de volgende voorwaarden: Daken met gordingen en golfplaatbedekking Afstand gordingen: 1000, 1250, 1450 mm Max. balkonligger bij balkafstand van 100 mm (bij sneeuwlast van 2,55 kn/m 2 ): rail 40 x 40: 500 mm Windbelasting tot 8 m hoogte van het gebouw Hoogte meer dan Sneeuwlast in kn/m 2 NN in m Sneeuwbelastingszone I II III IV 200 0,75 0,75 0,75 1, ,75 0,75 0,75 1, ,75 0,75 1,00 1, ,75 0,90 1,25 2, ,85 1,15 1,60 2, ,05 1,50 2,00 3, ,25 1,85 2,55 3, ,30 3,10 4, ,80 5,50 Dit bereik wordt door geen enkele montagerail gedekt 36

37 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Overzicht afmetingen A B C D E F G H A Golfplaatbedekking B Eindbevestiging C Gording D Middenklem E FV-module F Stokschroef G Montagerail H Bevestigingsijzer 37

38 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) Montage 2. 2 De nodige hoogte van het ijzer kan met de stokschroef worden afgesteld FV-module monteren! Opgelet Het gevaar bestaat dat de modules breken en wegschuiven. FV-module niet betreden. 38

39 Montage op dak FV-module horizontaal (vervolg) qp x x qp x Bij stap 3 moeren pas na stap 4 vasttrekken. Opmerking De eindklemmen alleen aan de eerste en de laatste module van een rij schroeven. Verder met FV-module aansluiten op pagina

40 Vrijstaande montage FV-module horizontaal Ø Stelsteunen 2 Verbindingssteun 3 Zeskantschroef M 10 x 20 mm 4 Onderlegplaatje 7 10,5 mm 5 Zeskantmoer M 10 6 Middenklem 7 Zeskantschroef M 8 x 50 mm 8 Eindbevestiging Afstand modulerijen z bepalen Bij montage van meerdere modules achter elkaar afstand z aanhouden. 40

41 Vrijstaande montage FV-module horizontaal (vervolg) h h α β α z z h = sin (180 (α + β)) sinβ z Afstand modulerijen h Modulehoogte α Hoek modules β Hoek van de zon Voorbeeld: Maastricht, ligt ongeveer op de 50,5 ste breedtegraad. 1. Hoek β van de stand van de zon bepalen. In Nederland ligt die hoek afhankelijk van de breedtegraad tussen 13 (Groningen) en 16 (Maastricht) 90 23,5 breedtegraad (23,5 moet als constante worden genomen) 90 23,5 50,5 = Maat z berekenen: h = 993mm α = 35 β = 16 h sin (180 (α+β)) z = sin β 993 mm sin ( ) z = sin 16 z = 2500 mm Montage De steunen kunnen op een onderconstructie of op steunpunten worden gemonteerd. In de afbeelding is de montage op een onderconstructie weergegeven.! Opgelet Het gevaar bestaat dat de modules breken en wegschuiven. FV-module niet betreden. 41

42 Vrijstaande montage FV-module horizontaal (vervolg) 1. Max. optredende belasting en afstand tot de dakrand voor onderbouw volgens voorschriften. 2. Montage met onderconstructie Onderbouw rechthoekig en horizontaal met de installatierichting van de modules monteren. Montage met steunpunten Installatieplaatsen vrijmaken van grind e.d., plaatsen van beschermende bouwmatten voorzien en daarop betonplaten leggen , y z y = mm Opmerking Berekening van afmeting z zie pagina Steunen (als boorsjabloon gebruiken) vastschroeven. 42

43 Vrijstaande montage FV-module horizontaal (vervolg) 4. Voor telkens 1 tot 6 modules naast elkaar een steunkruis uit twee verbindingssteunen monteren om te stabiliseren. 5. In de verbindingssteunen boringen uitvoeren en de steunen met elkaar vastschroeven Twee modules op steunen tot aan de kanten leggen. 8. Overige modules monteren. 7. Module uitlijnen en tussen de modules middenklemmen schroeven. 43

44 Vrijstaande montage FV-module horizontaal (vervolg) Aan de eerste en de laatste module eindklemmen schroeven. FV-module aansluiten Voorbeelden voor de installatie van de gelijkstroom-wisselstroommutator De gegevens in de tabel zijn strings maal aantal modules per string. 44

45 FV-module aansluiten (vervolg) Vitovolt 200, type P220SA Installatievermogen in kw p 1,76 2,20 2,86 4,40 7,06 Gelijkstroom-wisselstroomrichter, Moduleaantal type SB x 8 SB 2100 TL 1 x 10 SB x 13 SB x 10 SMC 7000HV 2 x 16 Vitovolt 200, type P220SA Gelijkstroom-wisselstroomrichter, type IG 15 1 x x 10 Moduleaantal Installatievermogen in kw p 1,76 2,20 3,08 4,40 7,26 Moduleaantal x 7 Plus 50 2 x 10 Plus 70 3 x 11 De toekenning van de gelijkstroom-wisselstroomrichter is slechts een richtlijn en moet volgens de projectspecificatie worden gecontroleerd en aangepast. Neem bij twijfel contact op met onze verkoopadviseur. Het max. aantal modules per string in acht nemen en bij grotere installaties erop letten dat bij meerdere strings iedere string uit hetzelfde aantal modules bestaat. Bij gebruik van een andere gelijkstroom-wisselstroomrichter de aansluiting van de modules (aantal) controleren en evt. aanpassen. Een belangrijke veiligheidsmaatregel tegen geïnduceerde overspanningen is het correct leggen van de kabels. Om de oppervlakte die het stroomcircuit vormt en de daarmee samenhangende overspanning gering te houden, plus- en minkabels zo dicht mogelijk bij elkaar leggen. 45

46 FV-module aansluiten (vervolg) B + - A B C B + - B A D F G C E H D K E L D A FV-module B Module-aansluitkabel C Verlengingskabel, 3 m, (accessoires), indien nodig D Aansluitkabel, 15 m, (accessoires) (een einde met stekker resp. bus, een los einde) E Interface module aansluitkabel F Gelijkstroom-wisselstroom met MC3-aansluiting 46 G Gelijkstroom-isolatieschakelaar, indien aanwezig H Gelijkstroom-wisselstroom met schroefklemmen-aansluiting K Gelijkstroom-wisselstroomrichter met Sunclix-stekkeraansluiting L Sunclix stekker (bij K meegeleverd)

47 FV-module aansluiten (vervolg) Opmerking Sunclix-stekker als accessoire, indien de aansluitkabel moet worden verlengd. Interface module aansluitkabel/ Interface module verlengingskabel PV-modules met bijv. Tyco- of MC4-steeksysteem: stekkers alleen samensteken PV-modules met bijv. H&S Radox-steeksysteem Stekkers samensteken en draaien 1. Dakdoorvoering voorbereiden, daarbij de montageplaats van de gelijkstroom-wisselstroomrichter in acht nemen. 2. Gelijkstroom-isolatieschakelaar (indien aanwezig) en gelijkstroomwisselstroomrichter monteren. Technische beschrijving van de componenten 5. Aansluitkabels (los einde) aan de gelijkstroom-isolatieschakelaar (indien aanwezig) aansluiten en gelijkstroom-isolatieschakelaar met de gelijkstroom-wisselstroomrichter verbinden. of Aansluitkabels (los einde) aan de gelijkstroom-wisselstroomrichter aansluiten. 3. Modules met elkaar verbinden. 4. Aansluitkabel (accessoires) aan de eerste en de laatste module aansluiten. Aansluitvoorbeelden Voorbeeld 1 Systeem met 1 string met 8 modules, modules in serieschakeling 47

48 Aansluitvoorbeelden (vervolg) A B = ~ ~ C D E Voorbeeld 2 Systeem met 2 strings met 7 modules per string, modules in serieschakeling A B ~ ~ C D E A FV-module B Aansluitkabels C Gelijkstroom-isolatieschakelaar D Gelijkstroom-wisselstroommutator E Openbaar stroomnet Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling van de FV-installatie zie servicehandleiding Vitovolt en technische beschrijving van de wisselstroom-gelijkstroommutator. 48

49 49

50 50

51 51

52 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier 52 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.