Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleiding blok 1 We horen bij elkaar"

Transcriptie

1 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert zijn of haar bijdrage aan het algemeen belang. Om dat te bereiken dient de groep (en de school) een democratische gemeenschap te zijn. In een democratische gemeenschap voelen leerlingen en leerkrachten zich gehoord, hebben ze een stem, voelen ze zich verbonden, geven leerkrachten en kinderen om elkaar, heeft iedereen het gevoel erbij te horen, en is sprake van een gevoel van eigenaarschap : het is onze groep, en onze school. Daarom wordt in het basiscurriculum elk schooljaar begonnen met blok 1: We horen bij elkaar. In deze eerste weken van het schooljaar leggen we de basis voor een van de doelen van het programma: verantwoordelijkheid voor de (school)gemeenschap. We werken in dit blok aan gemeenschapsgevoel: een zorgzaam klimaat waarin alle kinderen elkaar kennen en zich veilig voelen, gezamenlijke afspraken over de omgang met elkaar, en een verdeling van de taken en verantwoordelijkheden. Op die manier combineren we twee zaken: het creëren van een klimaat waarin ieder zichzelf kan zijn, én kinderen leren een bijdrage aan de gemeenschap te leveren. 61 It takes a village to raise a child. Kinderen ontwikkelen zich positiever indien ze deel uitmaken van een gemeenschap waarin ze het gevoel hebben dat ze er toe doen. Dat geldt ook voor de klas. Elke leerkracht zou kinderen het gevoel moeten geven deel uit te maken van de leefgemeenschap die de klas is. Ook tafelgroepjes vormen een (kleine) gemeenschap evenals de hele school. Veel samenwerken (onder andere door coöperatief leren) is een goed middel om binding te stimuleren tussen groepen onderling. Of maandsluitingen met de hele school, waarbij groepen presentaties houden voor andere groepen. En waarbij leerlingen van groep 7 en 8 verantwoordelijkheid krijgen voor de begeleiding van de kleuters. En waar ouders natuurlijk bij aanwezig zijn. Kinderen leren zo om aandacht te hebben voor elkaar en te zorgen voor hun gemeenschap. Zo ontstaat er een gevoel van eigenaarschap. De vorming van een positieve groep Blok 1 bestaat uit tien lessen. Het is de bedoeling dat dit eerste blok in de eerste twee weken van het schooljaar gegeven wordt: elke dag een les. (Uiteraard kan een school er ook voor kiezen om de lessen uit te smeren over een langere periode, van bijvoorbeeld 5 weken, waarbij dan twee keer per week een les wordt gegeven). De keuze om de lessen van blok 1 in een korte periode te geven is ingegeven door het feit dat die eerste weken cruciaal zijn voor de groepsvorming. In de eerste weken van het nieuwe schooljaar vindt de groep zich opnieuw uit. Wat wordt de norm in deze groep? Wie heeft het voor het zeggen? Welke rol vervult iedere leerling? Voelt iedereen zich thuis in de groep en heeft iedereen de vrijheid te zijn zoals hij of zij is? Er ligt een lange zomervakantie achter de rug waarin de ontwikkeling van de kinderen natuurlijk niet heeft stilgestaan. De kinderen moeten er weer aan wennen een groot deel van de dag in een groep door te brengen.

2 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 62 Die groep is niet kant en klaar vanaf de eerste schooldag. Sfeer, relaties, normen, sociale rollen en posities in de groep, dat krijgt in de eerste weken gaandeweg vorm. Het is een fase waarin de leerkracht optimaal invloed kan uitoefenen op de groepsdynamiek. Om daar vorm aan te geven biedt het programma de eerste twee weken elke dag een activiteit aan. Op die manier maakt de leerkracht vanaf het begin duidelijk wat zijn of haar verwachtingen en grenzen zijn maar ook dat de leerlingen een stem hebben en serieus genomen worden. De activiteiten in Blok 1 ondersteunen deze groepsdynamiek en stuurt het in de richting van een positieve groep, waarin de leerlingen betrokken zijn op elkaar, zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen groep, respect hebben voor de mening en het eigene van de ander en bereid zijn tot samenwerking met alle medeleerlingen. Regels, routines en afspraken We maken in blok 1 een onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden door de leerkracht of door het schoolteam aangedragen. Deze regels geven aan welk gedrag echt niet door de beugel kan, zoals: slaan of schoppen, elkaar bedreigen, beledigen of uitschelden, diefstal, vloeken. Bij overtreding van die basisregels moet er ook opgetreden worden, en moet er een sanctie in werking treden. Daarnaast zijn er in een school of klas ook nog allerlei zinvolle regels die je ook routines zou kunnen noemen. Procedures als: wat verwachten we van leerlingen als ze s ochtends de klas binnenkomen, en de les nog niet begonnen is; hoe pakken we ons eten en drinken; hoe verlaten we het lokaal? Maar het stimuleren van orde en discipline door alleen routines, regels en straffen heeft een beperkte werking. Kinderen leren er niet zoveel van. Ze worden afhankelijk gemaakt en er wordt niet tegemoet gekomen aan basisbehoeften als erbij horen, autonomie en competentie. Bovendien wordt er geen appèl gedaan op morele of sociale overwegingen. Om een positieve sfeer in een groep te krijgen is het van belang om naast dergelijke regels en routines samen met de kinderen afspraken te maken over hoe wij willen dat we met elkaar omgaan. De nadruk moet komen te liggen op het samen vorm geven aan een sociale en morele grondwet. Bij vervelende gebeurtenissen komt de nadruk dan niet te liggen op straf, maar op een analyse samen met de klas, waarbij vragen centraal staan als: wat waren ook weer onze afspraken die we met elkaar hebben gemaakt; waarom is het verkeerd wat er nu gebeurd is; wat moet er gebeuren om het weer goed te maken? Op die manier bouw je met de leerlingen aan een cultuur van betrokkenheid en verantwoordelijkheid. De beste manier om een positief klimaat in een klas en school te creëren is om leerlingen verantwoordelijk te maken en te leren om elkaar te geven. Natuurlijk moeten er ook regels zijn, maar de sleutel voor een positief klimaat ligt veel meer in het samen creëren van een cultuur van betrokkenheid, dan in het bedenken van allerlei regels en codes waar leerlingen zich aan dienen te houden. Leerlingen moeten het gevoel hebben verantwoordelijk te zijn voor die cultuur, moeten de boodschap krijgen dat ze erbij horen, en dat ze nodig zijn. Gemeenschapstaken in de klas Een centrale activiteit in blok 1 is leerlingen taken en verantwoordelijkheden geven in de klas. Hoe meer verantwoordelijkheden zij mede dragen, hoe meer hun gevoel van betrokkenheid en gemeenschapszin kan groeien.

3 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE In les 3 en 4 inventariseert u met de klas welke taken de leerlingen allemaal zouden kunnen doen. Laat vooral ook ideeën uit de leerlingen zelf komen. Maar ook tijdens het jaar kunt u met de leerlingen praten over welke soorten taken en verantwoordelijkheden er nog meer zijn die bijdragen tot het vergroten van de groep als gemeenschap. U kunt denken aan taken op verschillende gebieden. De meest voor de hand liggende taken zijn taken die in het teken staan van beheer (een uitbreiding van de klassendienst): Voorbeelden van beheersachtige taken voor in de klas bord vegen planten water geven boekenhoek opruimen sorteren nakijkbak vloer vegen schriften uitdelen schone doeken halen drinkbekers wassen thee halen toilet controleren toiletpapier halen tafels schoonmaken kapstok controleren kopieën laten maken kasten in klas opruimen leeshoek opruimen de gang netjes houden stoelen/krukken opruimen nieuwsbrieven uitdelen computers aan- en uitzetten potloden slijpen 63 De taken bedenken de leerlingen zelf en ook de organisatie krijgen ze zoveel mogelijk zelf in handen. Als het niet lukt om de leerlingen eigenaar te laten zijn van de taken en verantwoordelijkheden, dan ligt het risico op de loer dat zij de taken gaan ervaren als een verplicht soort corvee. Dan schieten we ons doel voorbij. Het gaat namelijk niet om de taak zelf, maar om het pedagogische doel: verantwoordelijkheid voor en betrokkenheid bij de gemeenschap. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf een rooster maken, de evaluatie en beoordeling doen, pictogrammen maken van de taken, een ophangbord maken, enzovoort. Bij de wat oudere leerlingen helpt het ook als de taken niet te klein en te nauw omschreven zijn (het bord uitvegen), maar als er een ruimere verantwoordelijkheid is geformuleerd (zorg voor het lokaal aan het einde van de dag; of: kastenmanager). Een mogelijkheid om een groter verantwoordelijkheidsgevoel te stimuleren is taken en verantwoordelijkheden te (laten) bedenken die een meer sociaal karakter hebben, en taken en verantwoordelijkheden die te maken hebben met inspraak. Opnieuw enkele voorbeelden uit de praktijk: Voorbeelden van sociale taken in de klas controleren/nakijken bij elkaar zorgcommissie in de klas elkaar uitleg/instructie geven kleuters helpen bij het naar WC gaan troostleerling voor op schoolplein Voorbeelden van inspraak in de klas takencommissie (verdeling van de taken) lokaalcommissie (inrichting van het lokaal) feestcommissie in klas (hoe doen we de vieringen?) zorgcommissie (zorg voor zieke leerlingen) klassenraad Neem vooral in het begin ruim de tijd om de taken te introduceren. Zet alle taken op papier, en bewaar deze in een kaartenbak. Beschrijf duidelijk hoe de taak gedaan moet worden en hoe het resultaat er uit moet zien. Een voorbeeld van een taakomschrijving:

4 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 64 Taak: stoelen en tafels Omschrijving: Aan het eind van de dag zorgen dat alle: - stoelen horen bij de goede maat tafels (let hiervoor op de gekleurde doppen) - tafelgroepjes op de goede plaats staan - stoelen op de tafels staan. Wanneer en welke periode? Deze taak moet elke dag na schooltijd worden uitgevoerd. De periode is telkens van vakantie tot vakantie (ongeveer 8 weken). Evaluatie: Aan het eind van de week wordt de taak beoordeeld door de groepsvergadering. Als je het goed hebt gedaan wordt dat op de groepslijst aangetekend. Is het niet goed genoeg dan kun je je verbeteren door deze taak nog een keer te doen. Ook kan er besproken worden of je nog hulp of aanwijzingen nodig hebt. Taken kunnen na verloop van tijd saai worden en meer leerlingen kunnen een bepaalde taak willen vervullen. Dus is het van belang de taken te laten rouleren. Voor de betrokkenheid en de gemeenschapszin is het gewenst dat iedere leerling een taak uitvoert ten behoeve van de klas. U kunt wel differentiëren: leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf kiezen welke taken ze leuk vinden. Bovendien kunt u het schooljaar verdelen in periodes. Bijvoorbeeld van vakantie tot vakantie. Daarna vindt beoordeling plaats (voor het rapport) en wordt er gewisseld van taken. Het is de kunst om het werken met taken het hele jaar door op zo n wijze te blijven doen dat ieder kind zich gewaardeerd voelt. Dit betekent dat de uitvoering van de taak gepaard moet gaan met feedback, én dat er gewicht aan de taken gegeven wordt. De leerkracht zal niet zozeer de nadruk leggen op de taak zelf (hoe schoon de kast is), maar op het pedagogische doel: de verantwoordelijkheid, de zorg voor groep en gemeenschap, actief en democratisch burgerschap. Dit vraagt ook om serieuze evaluatie en beoordeling: zijn de doelen die we met deze activiteiten nastreven ook daadwerkelijk bereikt? Evaluatie dient natuurlijk tussendoor zo vaak als maar kan plaats te vinden. Maar een meer formele beoordeling kan bijvoorbeeld plaatsvinden aan het eind van de periode waarin de taak uitgevoerd werd (rond een nieuwe vakantie, bij de wisseling van taken). Het is handig om een vast evaluatieformulier te hebben dat door de leerling zelf én door de leerkracht wordt ingevuld. Hiermee krijgt zowel de leerling als de leerkracht feedback op de uitvoering en organisatie van de taken.

5 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Een voorbeeld van een evaluatieformulier hieronder: Naam leerling:... Welke taak heb je gedaan?:... Hoe vond je het om te doen (licht je antwoord toe!!): 65 Wat kon je al goed (noem 2 punten): Waar zou je nog aan kunnen werken (min. 1 punt): Tips voor de volgende die deze activiteit kiest: Tips voor de leerkracht om het de volgende keer beter te laten verlopen: Ik solliciteer nu naar: Invullen door de leerkracht: Je algemene indruk van de leerling (inzet, motivatie, gedrag etc.): Wat kan de leerling al heel goed? Wat kan de leerling nog leren? Die meer formele beoordeling kan dan ook worden opgenomen in het rapport/verslag/portfolio, waarin onder andere aangegeven wordt hoe de leerling zich ontwikkelt op het terrein van sociale competentie en burgerschap, en maakt ook deel uit van het Leerlingvolgsysteem van. Belangrijke principes Een belangrijk uitgangspunt van is: laat het niet bij alleen maar een lesje! Daarna begint het pas. Achter elke les (in Na de les) geven we aan wat er in ieder geval moet gebeuren om datgene wat besproken en geleerd is in de alledaagse situatie te laten landen. Daarnaast zijn er Suggesties voor toepassing van wat er in de les aan de orde is geweest. Om de sfeer in de klas nog intensiever te beïnvloeden kunnen deze activiteiten uitgevoerd worden. Op die manier laat je aan de kinderen zien dat meer is dan een lesje. Bij elk blok hoort een symbool dat naast iedere leskop terugkeert. Om De Vreedzame School zichtbaar te maken op school is het aan te raden het symbool van het onderhanden zijnde blok op de klasdeur te hangen zodat de leerlingen kunnen zien dat iedereen met hetzelfde blok bezig is. (Zie achter les 1; of downloaden van

6 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 66 Indien u een pictogram wilt gebruiken om de lessen van bijvoorbeeld in de dagagenda op te nemen, dan kunt u gebruik maken van het logo van (zie achter les 1; of downloaden van Het is heel zinvol om met uw team af te spreken dat er in elke klas een speciaal prikbord voor komt te hangen. Hierop kunnen de producten uit de verschillende lessen een tijd lang blijven hangen. Opstekers kunnen er een plekje krijgen. Het symbool van het blok waar de klas mee bezig is kan er op hangen. En de woordkaarten met belangrijke begrippen uit dat blok kunnen zo een tijd lang zichtbaar in de klas aanwezig zijn. De leerkracht is de sleutel De sleutel van een vreedzame school is natuurlijk niet dit programma, maar is de leerkracht zelf. Hij of zij beïnvloedt de leerlingen met zijn of haar modelgedrag voortdurend. We noemen daarom achter elke les een aantal leerkrachtgedragingen die bevorderend werken op het laten landen van de inhoud van. Hieronder een overzicht van deze suggesties: - verwelkom de leerlingen elke dag persoonlijk aan de deur, en neem ook persoonlijk afscheid (aankijken; naam noemen; eventueel met hand geven) - schenk aandacht aan de afspraken die de leerlingen hebben bedacht - zeg dankjewel als een leerling inbreng heeft gehad - herhaal de regels regelmatig - geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden - stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week - besteed regelmatig aandacht aan het uitvoeren van de taken - geef opstekers waar dat kan - signaleer opstekers en complimenteer de gever ervan - benoem een afbreker wanneer u die signaleert maar maak er geen toestand van - benadruk het positieve van het bestaan van verschillende meningen - grijp direct in bij pesten; gebruik een oplossingsgerichte aanpak - stimuleer dat leerlingen plagen zelf oplossen door STOP! HOU OP! te zeggen - laat de leerlingen regelmatig samenwerken, en bouw het geleidelijk op - bespreek na het samenwerken niet alleen het product, maar ook het proces van samenwerken - stimuleer dat leerlingen goed luisteren naar elkaar - stimuleer dat leerlingen vragen stellen aan elkaar, bijvoorbeeld in een groepsgesprek - hang de poster ZO DOEN WIJ HET IN ONZE GROEP op een prominente plaats in de klas - refereer aan de poster, niet alleen als het niet goed gaat, maar vooral als het wel goed gaat - presenteer de poster aan de ouders of laat de leerlingen dat doen. Coöperatief leren in wil de klas een leefgemeenschap laten zijn waarin álle leerlingen met elkaar kunnen en willen samenwerken. maakt hiervoor gebruik van een interactieve onderwijsleermethode, waardoor leerlingen samen leren. Het blijkt nodig te zijn om samenwerken aan te leren, het gaat niet vanzelf. Veel leerkrachten hanteren een vorm van samenwerken of groepswerk. Het bezwaar daar-

7 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE van is dat bij ongestructureerd samenwerken sommige leerlingen een veel grotere inbreng hebben in het gezamenlijke product dan anderen. Om dat samenwerken zodanig aan te leren dat alle leerlingen een gelijkwaardige inbreng hebben, is in het programma een aantal coöperatieve werkvormen opgenomen. Deze werkvormen zijn ontleend aan Structureel Coöperatief Leren (Kagan, 2010), waarmee op een specifieke manier vormgegeven wordt aan samenwerken en interactie. Door de duidelijke en gestructureerde manier van werken leren leerlingen van elkaar en met elkaar en kunnen ze gezamenlijk een doel bereiken. Onderzoek wijst uit dat het werken met coöperatieve leerstrategieën een positieve invloed heeft op de sfeer in de groep, dat de leerprestaties verbeteren dat de persoonlijke en sociale vaardigheden van leerlingen verbeteren, en dat er een toename van begrip en empathie tussen verschillende groeperingen optreedt. Bij coöperatief leren werken leerlingen samen (met de hele klas, in tweetallen of teams van vier). Die samenwerking blijkt een positief effect te hebben als ze bepaalde kenmerken vertoont, weergeven door de afkorting GIPS: 1. Gelijke deelname: alle leerlingen participeren op basis van gelijkwaardigheid. De structuur zit zo in elkaar, dat ieder ongeveer in dezelfde mate meedoet. 2. Individuele aanspreekbaarheid: iedere leerling kan aangesproken worden op het product of op het proces. U kunt als leerkracht willekeurige leerlingen om een antwoord vragen. 3. Positieve wederzijdse afhankelijkheid: leerlingen zijn op een positieve manier van elkaar afhankelijk bij het uitvoeren van hun gezamenlijke opdracht. Ze zijn daarbij bereid om elkaar te steunen en te helpen, zodat iedereen in staat is om die opdracht uit te voeren en een bijdrage kan leveren aan het succesvol volbrengen van de opdracht. 4. Simultane interactie: bij het uitvoeren van de opdracht zijn de leerlingen waarneembaar actief betrokken. In de klas is zichtbaar welk percentage tegelijkertijd actief is. 67 Op deze manier kan niemand er een beetje bijhangen of overheersen. Er is een flink aantal didactische structuren uitgewerkt die voldoen aan deze vier basisprincipes (Kagan, 2010). Een didactische structuur is een gestructureerde coöperatieve werkvorm, waardoor op specifieke wijze vorm wordt gegeven aan de interactie tussen leerlingen. Inhoudelijk levert het gebruik van de structuur meer op dan de optelsom van de individuele inbreng. Het grote voordeel van het hanteren van deze structuren is dat ze zijn in te passen binnen de werkwijze van de school en dus ook goed hanteerbaar zijn bij het gebruik van verschillende methodes. In het basiscurriculum van hebben wij zes didactische structuren verwerkt. De didactische structuren dienen als handvat om verder vorm te geven aan de elementen samenwerken en interactie binnen. Ze bieden de leerkracht de mogelijkheid om leerlingen effectief en gelijkwaardig te leren samenwerken. In de eerste drie blokken worden steeds twee nieuwe didactische structuren aangeboden. In ieder volgend blok komen de aangeboden didactische structuren (hierna vanwege de leesbaarheid verder coöperatieve werkvormen genoemd) weer aan bod in verschillende variaties: - vanaf blok 1: Zoek Iemand Die en TafelRondje per Tweetal. - vanaf blok 2: TweePraat en In de Rij. - vanaf blok 3: Mix en Ruil en TweeGesprek op Tijd. In de inleiding van ieder blok staat kort beschreven welke coöperatieve werkvormen in dat blok aan bod komen, en is een kader opgenomen met daarin de stappen. De kaders zijn ook als losse bijlagen opgenomen in de Introductie op de map. In de lessen staan de toepassingen en variaties beschreven.

8 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE In dit blok worden dus twee nieuwe coöperatieve werkvormen aangeboden: Zoek Iemand Die (in twee variaties: een met en een zonder werkblad) en TafelRondje per Tweetal. Zie de kaders hieronder. 68 De coöperatieve werkvormen zijn met toestemming overgenomen van Bazalt en haar partners van het MI/SCL netwerk NL. Bronnen: - Kagan, S. & Kagan, M. (2010), Coöperatieve Leerstrategieën. Vlissingen: Bazalt - Kagan, S. (2007), Structureel Coöperatief Leren. Vlissingen: Bazalt - Kagan, S., Kagan, L., Kagan, M. & Kopmels, D. (2009), Bouwen aan Klasklimaat. Vlissingen: Bazalt Zoek Iemand Die (variant zonder werkblad) De leerlingen lopen door het lokaal en zoeken aan de hand van een opdracht van de leerkracht een klasgenoot 1. De leerkracht geeft een opdracht en geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerlingen lopen door het lokaal en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden. 3. De leerkracht creëert bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal. 4. De leerlingen praten kort over de opdracht. 5. De leerlingen nemen afscheid van elkaar op teken van de leerkracht. 6. Opnieuw stap 1 tot en met 4 aan de hand van een andere opdracht van de leerkracht. Maak bij een oneven aantal de groep er verantwoordelijk voor dat er iedere keer een andere leerling over is. 7. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen iets te vertellen van wat ze gehoord hebben. Zoek Iemand Die (met werkblad) De leerlingen lopen door het lokaal en zoeken een klasgenoot, die ze een vraag stellen van hun werkblad 1. De leerlingen krijgen een werkblad, de leerkracht bespreekt kort de vragen met de leerlingen. De leerkracht geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerlingen lopen door het lokaal en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden. 3. In tweetallen stelt leerling A een vraag van het werkblad aan leerling B. Leerling B vertelt. Leerling B noteert zijn of haar naam op het werkblad van leerling A bij de betreffende vraag. 4. De leerlingen wisselen van rol: nu mag leerling B een vraag stellen aan leerling A. 5. De leerlingen bedanken elkaar. Zij doen hun hand omhoog en zoeken een nieuwe partner. 6. Opnieuw stap 2 t/m 4 tot het werkblad compleet is (of tot de leerkracht een stiltesignaal geeft). 7. Wanneer het werkblad van een leerling volledig is ingevuld, gaat hij of zij zitten. Deze leerling kan door de anderen benaderd worden als vraagbaak. 8. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen iets te vertellen van wat ze gehoord hebben.

9 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE TafelRondje per Tweetal De leerlingen leveren in tweetallen om de beurt een (schriftelijke) bijdrage aan een opdracht Ieder tweetal heeft één blad papier en één pen. 1. De leerkracht stelt een open vraag waarop meerdere korte antwoorden mogelijk zijn. De leerkracht geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerkracht geeft kort denktijd. 3. De leerkracht geeft aan wie mag beginnen. 4. De leerling die het eerst aan de beurt is, schrijft één van zijn of haar antwoorden op. 5. De andere leerling krijgt nu de pen en het papier en schrijft één van zijn of haar antwoorden op. 6. De leerlingen blijven om de beurt werken aan de gezamenlijke opdracht. 7. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen een voorbeeld te noemen. Variant: tekenen, om en om een bijdrage aan een werkstuk. 69 Taal en woordenschat in Scholen dienen veel aandacht aan de basisvaardigheden, met name taalonderwijs, te schenken. Daarnaast wil een school echter ook graag tijd vrijmaken voor een aanbod op het terrein van sociale competentie en burgerschapsvorming. Het aardige is dat een school met aan beide doelen tegelijk werkt. De taal speelt een belangrijke rol in dit programma. We gaan er niet van uit dat leerlingen de taal die ze hiervoor nodig hebben zomaar vanzelf al bezitten. Met dit programma leren ze taal. Functionele taal, die niet los wordt aangeboden, maar in de context waarin het gebruikt wordt. Woorden en uitdrukkingen die horen tot het domein van de sociaalemotionele ontwikkeling en de opvoeding tot democratisch burger. Daarnaast oefenen de leerlingen ook met explorerende gesprekken, tweegesprekken, woordvelden en tal van andere talige werkvormen. Het meest expliciet is het uitbreiden van de woordenschat. Bij elke les worden de woorden genoemd die worden aangeleerd. De woordenschat die in De Vreedzame School aan de orde komt wordt aangeboden volgens de didactische principes zoals beschreven in Met woorden in de weer (Van den Nulft & Verhallen). Deze methode onderscheidt vier fasen in het woordenschatonderwijs: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. In het kort: - Voorbewerken: het creëren van de context, het activeren van voorkennis en leerlingen betrekken. - Semantiseren: het aanbieden, uitleggen en het toelichten van de betekenis(sen) van een woord. - Consolideren: het inoefenen en onthouden van de betekenis van het woord, inprenting in het geheugen. - Controleren: terugvragen om te checken of de te leren woorden ook werkelijk onthouden zijn. Van deze vier fasen hebben het voorbewerken, semantiseren en consolideren een duidelijke plaats in. In de Vreedzame Schoollessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel terrein. In elke les wordt aangesloten op de informele voorkennis van de kinderen (die op sociaalemotioneel gebied natuurlijk ruimschoots voorhanden is), de begrippen worden benoemd, en de woorden uitgelegd. Vervolgens worden de woorden in de lessen én daarbuiten functioneel gebruikt en herhaald zodat de consolidering plaatsvindt. Belangrijk voor de consolidatie van de aangeleerde woorden is om woorden enige tijd zichtbaar te laten zijn door ze in de klas op te hangen. Op een woordmuur, aan een lijntje, op het Vreedzame School-prikbord of waar dan ook. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze geleerd worden (en eventueel een tijdje erna) hangen. Wanneer u al werkt met woordenschatonderwijs dan kunt u de woorden van De Vreedzame School hierin integreren.

10 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE De aan te bieden woorden in blok 1 van groep 4 zijn: 70 Woordenschat groep 4 - blok 1 de regel een regel gaat over wat mag en niet mag de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden de taak werk dat je moet doen de opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt mee eens je vindt dat iemand gelijk heeft samenwerken samen met hetzelfde bezig zijn pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen plagen iemand voor de grap een beetje boos maken Reeds eerder aangeboden woorden zijn: Woordenschat groep 3 - blok 1 de agenda een lijstje van wat we gaan doen de binnenkomer een leuk spelletje om de les mee te beginnen de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden de taak werk dat je moet doen de opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt mee eens je vindt dat iemand gelijk heeft plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

11 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Overzicht blok 1 We horen bij elkaar Doel: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Les 1 Leskern: Les 2 Leskern: Les 3 Leskern: Les 4 Leskern: Welkom in onze groep De leerlingen leren elkaar beter kennen. Ze maken enkele eerste afspraken over omgaan met elkaar. Regels in onze groep aangepaste les De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem heeft). Taken in onze groep (1) De leerlingen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de gang van zaken in de klas. Ze maken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas. Taken in onze groep (2) De leerlingen geven aan welke taken ze willen doen en met wie ze daarin willen samenwerken. 71 Les 5 Leskern: Les 6 Leskern: Les 7 Leskern: Opstekers en afbrekers Er wordt een verhaal verteld waarin veel afbrekers voorkomen. Bij iedere afbreker wordt een stukje van het hart afgescheurd. Vervolgens bedenken de kinderen zelf opstekers in plaats van afbrekers in het verhaal. Verschil van mening De leerlingen ervaren dat er gepraat kan worden over verschillen van mening tussen mensen en dat dit niet hoeft te betekenen dat je elkaar niet meer aardig vindt. En dat het op prijs gesteld wordt als je een eigen mening hebt, en daar voor uit durft te komen. Samenwerken in onze groep De leerlingen krijgen een opdracht om in tweetallen samen te werken, en reflecteren daar op. Les 8 Leskern: Samenwerken met een ander Leerlingen worden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet zo goed kennen. Samen voeren ze een klein toneelstukje op. Les 9 Leskern: Les 9A Leskern: Pesten en plagen aangepaste les Het verschil tussen pesten en plagen wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan en bedenken aan de hand van concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt. Je veilig voelen extra les Kinderen leren dat ze zelf actie kunnen ondernemen als ze zich ergens niet veilig voelen.

12 Les 10 Leskern: Samen afspraken maken De leerlingen maken de laatste omgangsafspraken voor in de groep, en zetten hun handtekening onder de poster. We beginnen de Opstekerkring.

13 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 Les 1 Welkom in onze groep! Doel blok 1: Leskern: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leerlingen leren elkaar beter kennen. Ze maken enkele eerste omgangsafspraken met elkaar. Agenda op bord Werkblad 1.1 Een groot vel papier (A3 of groter) Papier en potloden Logo Vreedzame School (achter deze les) Logo blok 1 (achter deze les) -bal Cd-speler met cd (muziekje waarop de leerlingen kunnen rondlopen) 73 Voorbereiding Hang een prikbord op voor de Vreedzame School (of ruim een prikbord leeg). Zet de agenda op het bord. Maak een kopie van het logo van blok 1 en het logo van (zie achter deze les), of download de logo s van de website: en druk ze (in kleur) af. Het is handig als iedere groep op school van tevoren over gelamineerde logo s van alle blokken beschikt. Hang het logo van en blok 1 op het prikbord of de klassedeur. Schrijf bovenaan een groot vel papier (A3 of groter): ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP en hang dat op in de klas. Kopieer voor alle leerlingen Werkblad 1.1. De werkbladen vindt u achter het tabblad Werkbladen. De nummering verwijst naar de les waar het werkblad wordt gebruikt (werkblad 1.1: het eerste werkblad in les 1). Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Zo willen we het in onze groep Elkaar beter leren kennen Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Ik ben en ik hou van Maak een kring. Gooi de Vreedzame School-bal naar een leerling. Vraag hem of haar om zijn of haar naam te zeggen, en waar hij of zij van houdt (of wat hij of zij leuk

14 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 74 vindt). Geef zelf het voorbeeld ( Ik ben Annemieke en ik hou van chocola ). Laat de leerling die begon een ander kiezen en de bal naar hem of haar gooien, enzovoort. Ga door totdat iedereen de kans heeft gehad om de beurt te krijgen. Als iemand niet wil, dan vraagt u om de bal door te gooien naar een ander. Vraag aan het eind even of de betreffende leerling nu wel wil (hoeft niet). Als het erop lijkt dat sommigen de bal voor de tweede keer krijgen, terwijl er kinderen zijn die nog geen beurt hebben gehad, vraag dan degenen die de bal nog niet hebben gehad hun hand op te steken. Variatie: Iedereen in de kring herhaalt de naam van de voorafgaande leerling én wat deze lekker vindt ( Sanne houdt van chocola ), en voegt dan toe wat hij of zij zelf lekker vindt (..en ik ben Ruben en ik hou van patat ). Wat gaan we leren? Een van de dingen die we in groep 4 (weer) gaan doen zijn de lessen van De Vreedzame School. Over hoe we het gezellig kunnen maken in de groep. Hoe we aardig kunnen zijn. Hoe we ruzies kunnen oplossen. Hoe we er allemaal voor kunnen zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft in de groep. De komende twee weken gaan we daar elke dag over praten (als u blok 1 tenminste in twee weken uitvoert). Het eerste blok van gaat over onze groep en heet We horen bij elkaar. In alle groepen praten de leerlingen over hun groep. En om dat te laten zien, hangen we in alle klassen het plaatje dat hoort bij blok 1 op. Dat plaatje hoort bij de lessen over We horen bij elkaar. Wat gaan we vandaag doen? Daarvoor kijken we naar de agenda op het bord. Hier staat een lijstje dingen van wat we gaan doen. Vraag een leerling op te zeggen wat er op de agenda staat. Vraag of iedereen akkoord is. Zo willen we het in onze groep We gaan er (weer) een fijne groep van maken dit jaar. Een groep waarin iedereen zich thuis voelt. Een groep waarin iedereen zich prettig voelt. Hoe gaan we dat doen? Hoe gaan we er samen voor zorgen dat groep 4 een leuke, gezellige groep wordt? Wie heeft een goed idee? Denk maar even na (geef leerlingen even denktijd). Laat ideeën noemen en schrijf dan goede, algemeen gedeelde suggesties op een poster (A3 of groter) om die de eerste weken te laten hangen: ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld: grapjes maken, niet pesten, veel lachen, aardig zijn, vrienden maken als je ruzie hebt gehad, elkaar helpen. Vertel dat we in de loop van de komende tijd nog wel meer dingen op de poster zullen schrijven. Over twee weken moet hij af zijn. Dan zetten we allemaal onze naam onder de poster. Dat betekent dan dat we ons best doen om ons aan deze afspraken te houden. Elkaar beter leren kennen We maken hierbij gebruik van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die. (Zie ook de inleiding over coöperatieve werkvormen achter het tabblad Introductie). Gebruik de benamingen voor de werkvormen opdat de leerlingen op een gegeven moment direct weten hoe een activiteit zal gaan, en er weinig uitleg nodig is. - Vertel de leerlingen dat ze Zoek Iemand Die gaan doen, om dingen te ontdekken over elkaar: - Deel Werkblad 1.1 uit, en laat de leerlingen even lezen. - Vertel dat u zo een muziekje opzet, dat de leerlingen dan door de klas mogen lopen, en dat, als u de muziek stopt ze een partner moeten zoeken. Demonstreer het aan elkaar koppelen met een andere leerling (een hand in de lucht, maatje zoeken, tweetal vormen door handen in de lucht tegen elkaar aan te tikken,

15 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 handen naar beneden en naast elkaar staan). - Zet een muziekje op. Tijdens de muziek mogen de leerlingen door de klas lopen. - Als de muziek stopt, staat iedere leerling stil. Laat ze een maatje zoeken. Creëer voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal, die leerling is de bofkont (maak de groep er verantwoordelijk voor dat er iedere ronde een andere bofkont is). - Laat ze in hun tweetal een van de vragen op het werkblad behandelen. Eerst vraagt A aan B, en dan andersom. - Besteed vervolgens aandacht aan afscheid nemen van elkaar door elkaar gedag te zeggen en start de muziek weer. - Herhaal de vorige stappen, tot er enkele leerlingen het werkblad vol hebben. - Stimuleer dat leerlingen verschillende partners kiezen door tussen de rondjes door opstekers te geven aan leerlingen die steeds een nieuw iemand zoeken. Let bijvoorbeeld ook op het mixen van meisjes en jongens. - Vervolgens gaan de leerlingen weer op hun plaats zitten. Bespreek wat leerlingen ontdekt hebben aan nieuwe dingen, hiervoor is de Vreedzame School-bal te gebruiken om beurten te geven. Bespreek ook het proces: wat lukte goed tijdens het samenwerken, welke tip is er voor de volgende keer? Vat samen: 75 Soms houd je van dezelfde dingen als een ander en soms van verschillende dingen. In sommige dingen lijk je op anderen en in andere dingen ben je soms juist heel anders. Allebei is goed. Het is leuk om op elkaar te lijken en het is leuk om te verschillen van elkaar. Wat hebben we geleerd? Dit was de eerste les over onze groep. We hebben al veel gedaan: we zijn begonnen met de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP en we hebben elkaar een beetje beter leren kennen door Zoek Iemand Die. Wat hebben jullie van deze les geleerd? Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Aap de leider na Leg uit dat u een beweging begint die de leerlingen moeten volgen. Als u wissel roept wisselt de leider. U kiest de leider die u opvolgt en die kiest weer de volgende enzovoort. Begin een beweging. U klapt in uw handen, de leerlingen klappen in hun handen. U knipt met uw vingers, de leerlingen knippen met hun vingers. U stampt met uw voet, schudt met uw hoofd, de leerlingen doen hetzelfde. Na een paar van deze bewegingen geeft u het leiderschap door aan de volgende. Roep een paar keer wissel zodat een aantal leerlingen de leider kan zijn.

16 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: 76 verwelkom de leerlingen elke dag aan de deur persoonlijk, en zeg hen ook persoonlijk gedag (aankijken; naam noemen; eventueel met hand geven) schenk aandacht aan de afspraken die de leerlingen hebben bedacht Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt in de klas. Hij wordt de komende weken voltooid en blijft dan in de klas hangen als een convenant waar de leerlingen en de leerkracht zich aan verbinden. Logo Blok 1 en logo van Hang het logo van Blok 1 en van op het Vreedzame Schoolprikbord, of op een andere goed zichtbare plek, zodat voor iedereen zichtbaar is dat er aan Blok 1 wordt gewerkt. Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. Foto s van de leerlingen Foto s van de leerlingen (laten) maken, uitvergroten en ophangen in de klas. De foto s worden leuker als er wat attributen beschikbaar zijn, bijvoorbeeld sjaals, hoeden, e.d. Zelfportretten van de leerlingen U kunt ook de leerlingen allemaal een zelfportret laten tekenen en die gedurende het eerste blok ophangen op het prikbord. Met leerlingen aankleding lokaal bespreken Praat met de leerlingen over hoe zij vinden dat het lokaal er uit moet zien als we ons allemaal prettig willen voelen in onze groep.

17 We horen bij elkaar

18

19

20

21 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Les 2 - aangepaste les Regels in onze groep Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen. De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem heeft). de regel, de grondwet, de afspraak Agenda Een lijstje met regels De grondwet van de school Illustratie DE REGEL en DE AFSPRAAK (achter deze les en in kleur te downloaden van het Download Center van de website) 81 Toelichting Met werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht worden. In hoofdstuk 8 van de handreiking Werken aan sociale veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een grondwet van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met elkaar blijken dus van belang.) Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto s) kan de basis worden gelegd om te werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in samenspraak met de leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog met elkaar doen. Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: Zo doen we het hier op school! En vormt een leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen de school. Om ervoor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen geleefd en beleefd gaat worden, moet deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken. Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet. In deze les staan we met de leerlingen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

22 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 82 In maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn onze afspraken. Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt, spreekt u de leerling hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden. Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker. Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, dan volgt er straf. Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht elkaar erop aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren. In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is: Geef regels waar nodig, maak afspraken waar mogelijk. Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een uitvoeriger bespreking van regels en afspraken. Voorbereiding Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels waar nodig aan te passen of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de leerlingen zich aan te houden hebben. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Hang de vaste pictogrammen voor de agenda op (zie achter les 1). Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Regels De grondwet van onze school Regels in onze groep Wat hebben we geleerd? Afsluiter

23 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Binnenkomer Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Als ik de baas was De leerlingen mogen fantaseren wat zij zouden doen als zij de baas waren. Geef een paar leerlingen de beurt en ga dan over naar een volgende vraag: Als ik juf of meester was, dan zou ik Als ik directeur van de school was Als ik baas van de speeltuin was Als ik burgemeester was 83 Wat gaan we leren? Haal op waar het blok en de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag hebben we het over de regels in onze groep. Regels gaan over wat mag en wat niet mag. Regels Regels heb je overal. Wie weet er een regel: - uit de vorige groep? - die er op straat is? - die er in de bibliotheek of het buurthuis is? - die er op school is? Vat samen: Regels zijn er om ervoor te zorgen dat alles goed gaat. Aan regels moet je je houden. Op school hebben we ook regels. de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag De grondwet van onze school Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: In onze school hebben we een grondwet, dat zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein, in de gangen, in de gymzaal, in de toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen en ouders bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo gedragen we ons hier! Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen. Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt kunt u de volgende activiteit doen: - Laat in groepjes gedrag laten bedenken bij de verschillende regels. - Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1. - Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2; enzovoort. Zo worden de regels door de leerlingen gevuld en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van uw groep. de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden Zo werd op een school bij de omgangsregel We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is in groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp.

24 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen met foto s die bij de regels opgehangen worden. 84 de afspraak iets wat je elkaar belooft om te gaan doen Regels in onze groep Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die in deze groep gelden. Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet kunt u ervoor kiezen om de regels te hangen onder de basisregel waar ze vanaf geleid zijn. Bijvoorbeeld: Uw regel We gaan bij pauzes in kleine groepjes naar buiten hangt u onder de schoolregel We zorgen ervoor dat het rustig is in de school Of de regel Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui! hangt onder de basisregel We zorgen goed voor onze spullen Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen: - haalbaar - in korte zinnen geformuleerd - concreet, ondubbelzinnig. Bied de regels één voor één aan. Maak iedere regel concreet door: - uit te leggen wat de reden is van de regel - visueel te maken (schrijven of pictogrammen) - het voor te doen of voor te laten doen (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje, één voor één. Regels zijn iets anders dan afspraken. Schrijf het woord afspraak op het bord. Een afspraak is iets wat je elkaar belooft om te doen. Je belooft elkaar dat je je aan de afspraak houdt. Regels zijn gemaakt door de leerkrachten. Afspraken maken we samen in de groep. Laat eventueel de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK zien. De afspraken schrijven we op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Er staan er al een paar op. De komende dagen komen er vast nog afspraken bij. Wat hebben we geleerd? Dit was een les over regels in de groep. Wat hebben jullie in deze les geleerd? Waarom zijn er regels? En een doordenker: waarom schrijven we de regels niet op de afsprakenposter? Omdat daarop afspraken staan en die hebben we zelf bedacht. Afsluiter Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Vind de afspraak Een leerling gaat de klas uit. De groep spreekt af dat ze straks allemaal een zin zeggen met een dierennaam erin (bijvoorbeeld: Ik speel graag met mijn hond). De leerling komt terug in de klas, en mag de Vreedzame Schoolbal naar iemand in de groep gooien. Die zegt dus een zin met een dierennaam erin. En gooit de bal weer terug. Zo gooit de leerling die de klas uit is geweest de bal een paar keer naar steeds een andere leerling, totdat hij denkt dat hij de afspraak die gemaakt is weet. Mogelijke afspraken zijn: een zin met een plant erin

25 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 een zin met een kleur erin een zin met een voornaam erin een zin met een gevoel erin Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in praktijk brengt. 85 Leerkracht: Herhaal de regels regelmatig. Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden. Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels eventueel opnieuw geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen houden. Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week. Woordmuur In de Vreedzame Schoollessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel terrein. Belangrijk voor de consolidatie is om aangeleerde woorden enige tijd zichtbaar te laten zijn door ze in de klas op te hangen. Geef de woorden die in de lessen worden aangeboden een plaatsje op het Vreedzame Schoolprikbord. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze aangeleerd worden hangen. Wanneer u al werkt met een woordmuur e.d. dan kunt u de woorden ook daar ophangen en in het bestaande woordenschatonderwijs integreren. U kunt ook gebruikmaken van de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK (te downloaden van het Download Center van de website). De woorden die na deze les opgehangen worden, zijn: de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag de afspraak iets wat je elkaar belooft om te gaan doen de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden

26 De regel De afspraak

27 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 Les 3 Taken in onze groep (1) Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de gang van zaken in de klas. Ze maken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas. de taak Agenda op bord Een groot vel of een zijbord dat even niet uitgewist hoeft te worden. Papier en potloden 87 Toelichting Met de Vreedzame School willen we de leerlingen helpen en stimuleren om verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Een manier om dat te doen is hen mee te laten denken over het reilen en zeilen van de groep. In de meeste groepen worden wel klassentaken uitgevoerd door leerlingen: planten water geven, bord schoonmaken enzovoort. Deze taken zijn meestal alleen op uitvoerend niveau. De leerkracht bepaalt welke taken er zijn. Het is een soort corvee. De bedoeling van les 3 en 4 is om de verantwoordelijkheid van leerlingen meer op het niveau van beheer en organisatie te krijgen. We willen dat leerlingen meedenken en meebeslissen. Om dat te bereiken worden leerlingen, naast het uitvoeren van de taken, ook verantwoordelijk voor het bedenken, verdelen en organiseren van taken. Zie de Inleiding op blok 1 voor een uitvoeriger bespreking van gemeenschapstaken in de groep. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Welke taken doe je thuis Takenlijst maken Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Ga staan, ga zitten. Ik ga een paar taken opnoemen. Schrijf op het bord het woord taak. Een taak is een klusje dat je moet doen. Je bent er verantwoordelijk voor. Ga staan als je deze taken leuk vindt de taak werk dat je moet doen

28 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES de klas vegen - helpen met afwassen - planten water geven - voor je kleine broertje of zusje zorgen - de telefoon aannemen - helpen met koken - schriften uitdelen - enzovoort. Wat gaan we leren? Haal op dat dit blok gaat over een gezellige groep. Neem het doel van deze les door. Bespreek met de groep dat er allerlei soorten werkjes te doen zijn om er een gezellige groep van te maken. Zo n werkje heet een taak. Als je die taken allemaal verdeelt, doet iedereen een beetje. We gaan zorgen dat iedereen in de groep een taakje kan doen. Loop de agenda na. Welke taken doe je thuis? Vertel: thuis moet er ook van alles gebeuren, net als in de klas. Er moet bijvoorbeeld gekookt worden. Wie doet dat? (Geef een paar leerlingen een beurt.) De auto moet wel eens gewassen worden. Wie doet dat? Ook leerlingen hebben thuis meestal taken. Wie kan iets noemen wat hij of zij thuis moet doen? Schrijf op het bord: welke taken doe jij thuis? Laat de leerlingen tweetallen vormen door een opdracht te geven: Zoek iemand met wie je deze week (of vorige week) niet zoveel gespeeld hebt (variant van Zoek Iemand Die uit les 1). De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. Creëer bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal (de bofkont). Laat de leerlingen in tweetallen op uw signaal praten over welke taken ze thuis doen, geef ze daarvoor ongeveer een minuut de tijd. Laat per tweetal een voorbeeld geven. Takenlijst maken Vertel nu dat we in de groep allemaal een taak krijgen zodat we samen zorgen dat het goed loopt in onze klas. Vraag: Wat moet er allemaal gebeuren in de klas? Kunnen jullie een paar taken noemen die in de klas gedaan moeten worden? Laat de leerlingen een aantal voorbeelden geven. Vertel de groep dat ze samen verschillende taken voor in de klas gaan bedenken met behulp van TafelRondje per Tweetal: - Maak tweetallen: ieder tweetal aan een tafel met één papier en één potlood. - Demonstreer met een leerling de werkwijze van TafelRondje per Tweetal: om de beurt een taak bedenken en opschrijven. - Laat de leerlingen vervolgens lijstjes met taken maken. De kleinste leerling per tweetal mag beginnen. Terwijl ze schrijven noemen de leerlingen de taak die ze schrijven. Wees er attent op dat de leerlingen vaart houden in het wisselen. - Inventariseer na afloop door van elk tweetal de grootste leerling een taak te laten noemen. Maak een verzamellijst op het bord. Er mogen alleen nieuwe taken genoemd worden (dit bevordert het luisteren naar elkaar). Geef de groep een opsteker voor hun ideeën. Vertel dat de volgende les gaat over het verdelen van de taken.

29 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 Wat hebben we geleerd? We hebben een takenlijst gemaakt. Wie kan zeggen waarom we dat gedaan hebben? Vat samen: We hebben een takenlijst gemaakt. Denk alvast na welke taken je zelf zou willen doen. Je mag ook nog nieuwe taken erbij bedenken. Morgen gaan we kijken wie welke taak wil gaan doen. 89 Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Welke taak is dit? Een leerling beeldt een taak uit zonder de concrete hulpmiddelen daarbij te gebruiken. Het kan een taak in de groep zijn of een taak die je thuis kunt hebben. De groep moet raden. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: laat de takenlijst hangen; zo kunnen leerlingen zien wat er op staat en bedenken welke taak ze zelf willen doen vraag of leerlingen nog nieuwe taken bedacht hebben en schrijf die erbij stimuleer de leerlingen na te denken over wat ze zouden willen doen Woordmuur Het woord dat na deze les opgehangen wordt, is: de taak werk dat je moet doen

30

31 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 Les 4 Taken in onze groep (2) Doel blok 1: Leskern: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen geven aan welke taken ze willen doen en met wie ze daarin willen samenwerken. Agenda op bord Takenlijst Leeg blad voor iedere leerling Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Werkblad Voorbereiding Kopieer werkblad 4.1 voor alle leerlingen. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda - Binnenkomer - Wat gaan we leren? - Wie krijgt welke taak? - Wat hebben we geleerd? - Afsluiter Binnenkomer Vestig de aandacht van de groep op de Takenlijst. U leest de Takenlijst nog een keer voor en verheldert waar nodig de taken. Alle leerlingen krijgen werkblad 4.1. Ze schrijven eerst zelf op bij welke taak ze ingedeeld zouden willen worden. Daarna gaan ze op zoek naar leerlingen die met hen die taak zouden willen uitvoeren, met behulp van Zoek Iemand Die: - De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. - De leerlingen kijken samen of er een of meer taken zijn die ze allebei hebben opgeschreven. - Zo ja, dan mogen ze hun eigen naam op het werkblad van de ander schrijven achter die taak. - De leerlingen bedanken elkaar. Zij doen hun hand omhoog en zoeken een nieuwe partner om een tweetal mee te maken. - Herhalen van voorgaande stappen. Stimuleer dat leerlingen kiezen voor taken die hen aanspreken en niet voor wat anderen kiezen. De leerlingen stoppen op een teken van de leerkracht. De werkbladen worden gebruikt bij het lesonderdeel Wie krijgt welke taak?

32 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 Wat gaan we leren? Wijs op de agenda en vertel dat we de taken van de Takenlijst vandaag gaan verdelen. Vraag of leerlingen nog iets willen veranderen aan deze agenda of aan de Takenlijst. 92 Wie krijgt welke taak? Noem iedere taak van de takenlijst op en vraag wie dit zou willen doen (zie werkblad 4.1 van de binnenkomer). Zeg dat ze meer dan één taak mogen kiezen. Schrijf de namen erbij op de takenlijst. Zijn er meer leerlingen voor een taak, dan komen er meer namen bij. Zijn er taken waar niemand zich voor opgeeft, biedt die dan na het doorlopen van de lijst nog een keer aan. Zijn er leerlingen die zich niet opgegeven hebben, vraag hen dan wat ze willen doen. Bij de taken waar meer leerlingen bij staan, moet nu gekozen worden wie het gaat doen. Sommige taken zijn misschien geschikt om met een taakgroepje te doen die onderling organiseert hoe ze de taak uitvoeren. Als de taken verdeeld zijn, bespreek dan wat er nodig is aan organisatie. Wie doet welke taak, hoe vaak, wanneer. Vat samen: We hebben nu allemaal een taak in de klas. De taken komen op het takenbord. Daarop kun je zien wie welke taak heeft. Na een tijdje gaan we van taak wisselen. Spreek een moment af waarop de uitvoering van de taken geëvalueerd wordt, bijvoorbeeld op een vrijdagmiddag. Laat de taken niet versloffen maar houdt het levend. Taken kunnen bijgesteld worden, er kan tussendoor gewisseld worden, er kunnen nieuwe bedacht worden enzovoort. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Taken raden Een leerling gaat de klas uit. De achterblijvers kiezen een taak van het takenbord uit. Degene die hem is, moet vragen stellen om te raden welke taak het is, maar je mag niet rechtstreeks naar de taak vragen. De anderen mogen alleen met ja of nee antwoorden. Als de leerling te direct naar de taak vraagt ( bord schoonmaken ) zeg je: zeg ik niet. Als het te makkelijk is, kunt u een limiet aan het aantal vragen stellen. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: besteed regelmatig aandacht aan het uitvoeren van de taken herinner leerlingen in het begin eventueel aan hun taak maar doe dit niet te lang bepaal wanneer de taken rouleren en hoe dat gebeurt

33 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 Takenbord Vanaf deze les hangt er een takenbord of -lijst in de klas, waarop de taken van de leerlingen te zien zijn. Het takenbord kan bestaan uit een verduurzaamde takenlijst zoals die door de leerkracht ingevuld is. Als er gekozen wordt voor een rouleersysteem kunt u ook een flexibel takenbord maken, bijvoorbeeld een draaischijf: twee grote cirkels van karton, waarop op de bovenste cirkel de taken staan, en op de onderste namen van de leerlingen. In de bovenste zijn uitsparingen gemaakt waardoor de namen van de leerlingen te lezen zijn. 93 Taken bespreken Bepaal een moment waarop de uitvoering van de taken geëvalueerd wordt, bijvoorbeeld op vrijdagmiddag. Besteed aandacht aan het uitvoeren van de taken. Is iedereen tevreden over de manier waarop de taken worden uitgevoerd? Is iedereen tevreden over de eigen taak? Is er voldoende medewerking van de anderen? Laat de taken niet versloffen, maar hou het levend. Taken kunnen bijgesteld worden, er kan tussendoor gewisseld worden, er kunnen ook nieuwe bedacht worden. Leg uit dat u graag wilt dat iedereen elkaar kan aanspreken op wat goed gaat en wat beter kan. Dat is geen klikken. Probeer het wel zo vriendelijk mogelijk te zeggen, zodat de ander er ook iets mee kan doen. Zeg het ook wanneer iets goed gaat! Taken rouleren Dit kan eenvoudigweg gebeuren door bijvoorbeeld een flexibel takenbord, zoals hierboven. Iedereen komt een keer voor alle taken aan de beurt. U kunt er ook voor kiezen kinderen opnieuw te laten solliciteren op een taak. Hou er dan rekening mee welke kinderen hun eerste keus al gehonoreerd hebben gezien en welke niet.

34

35 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Les 5 Opstekers en afbrekers Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Er wordt een verhaal verteld waarin veel afbrekers voorkomen. Bij iedere afbreker wordt een stukje van het hart afgescheurd. Vervolgens bedenken de kinderen zelf opstekers in plaats van afbrekers in het verhaal. de afbreker, de opsteker Agenda op bord Poster ZO WILLEN WE HET ONZE GROEP Twee of drie stiften met een heldere kleur Twee grote harten van karton (een rode en een witte) Per tweetal een blaadje (A5-formaat), een onderlegger (bijvoorbeeld een boek) en een potlood 95 Voorbereiding Knip twee grote harten uit een rood en een wit karton en schrijf daarop Dit ben ik. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Afbrekers en Opstekers Dit ben ik 1 Dit ben ik 2 Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Een hart in de kring Maak een kring. Laat een groot hart de kring rondgaan. Vraag aan iedereen om het hart vast te houden en de naam van een vriend(in) te noemen en iets wat hij of zij leuk vindt aan die vriend(in). Wat gaan we leren? Pak de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP erbij, over een groep waar iedereen zich thuis kan voelen. Bekijk wat er op staat. Vandaag gaan we het hebben over opstekers en afbrekers. Schrijf de woorden opsteker en afbreker op het bord. Weten we al wat die woorden betekenen? Anders komen we dat zo dadelijk te weten als we naar een verhaaltje gaan luisteren. Staat er al iets over opstekers en afbrekers op ZO

36 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 WILLEN WE HET IN ONZE GROEP? Zo nee, dan gaan we dat er na deze les bijschrijven. De les van vandaag gaat erover wat er met je gebeurt als iemand niet aardig voor je is, of juist wel. Vestig de aandacht op de agenda. Loop de agenda door, en vraag of iedereen akkoord is. 96 de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt Afbrekers en opstekers Soms zeggen we onaardige dingen tegen elkaar. Bijvoorbeeld: wat heb jij een rare trui aan. Wat gebeurt er met je als iemand dat tegen je zegt? (Je wordt boos of verdrietig. Je wilt die trui niet meer aan. Je vindt die ander niet meer aardig, enzovoort.) Zo n onaardige, onvriendelijke, negatieve opmerking noemen we een afbreker. Wijs op het woord afbreker op het bord of op de woordkaart. Vraag naar twee of drie voorbeelden van afbrekers. Schrijf ze niet op het bord. Dat zou als versterking voor dergelijk taalgebruik kunnen werken. Hoe voel je je bij zo n afbreker? Als leerlingen in de groep dit soort dingen vaak tegen elkaar zeggen, hoe is het dan om in zo n groep te zitten? Willen we het zo in onze groep? Dit ben ik! 1 We gaan eens kijken wat er met je gebeurt als je afbrekers krijgt. Laat het rode hart met Dit ben ik! omhoog houden door een helper. Lees het verhaal hieronder voor. Na elke afbreker die de figuur in het verhaal ontvangt, scheurt u (of uw helper) een stukje van het hart af, en laat het op de grond vallen. Op het einde van het verhaal, dat u enigszins dramatisch vertelt, is het hart helemaal in stukken. Attentie, attentie! Oproep aan alle politieagenten. Max is helemaal verdiept in een spelletje Road Block. Max, ga je mee? roept zijn vader. We zoeken een rode sportwagen. Sluit de wegen af! Max, ga je nou mee of niet? roept vader. Maar Max hoort hem niet. Hij is erg goed in Road Block. Max! Nu staat zijn vader in de kamer. Ben je doof? Sufkop! Jij luistert ook nooit! (SCHEUR EEN STUKJE VAN HET HART AF). We gingen voetbalschoenen kopen. O ja, dat is waar ook. Max gaat vanmiddag naar een andere voetbalclub en hij moet eerst voetbalschoenen kopen. In de winkel wijst Max een mooi paar schoenen aan. Maar ze zijn wel duur. Die zijn voor jou te duur, zegt zijn vader, Laat eerst maar eens zien wat je er van terecht brengt. (SCHEUR). Hij wijst een ander paar aan. Die zijn goed genoeg voor jou, zegt hij. (SCHEUR) In de kleedkamer van de voetbalclub trekt Max zijn nieuwe voetbalschoenen aan. Wat voor schoenen heb jij daar? vraagt een jongetje naast hem. Puma s, zegt Max. Heb je geeneens Nikes, zegt het jongetje. Puma s zijn voor oma s. (SCHEUR) Op het veld speelt niemand de bal naar Max omdat hij nieuw is. (SCHEUR) Maar hij krijgt de bal toch en schiet dan gelijk op het doel. Naast. Niet zelf schieten oen, overspelen roept een vader langs de lijn. (SCHEUR) Dan wordt het 0-1 voor de tegenpartij. Zootje koekebakkers! roept een andere vader tegen ze. (SCHEUR) Na de wedstrijd rijdt Max met zijn vader naar huis. Ik kan er niks van, zegt Max sip. Nee, je kunt er nog niet veel van, zegt zijn vader. (SCHEUR) Maar ik vind het wel leuk, zegt Max. Nou, als het niet beter wordt ga je er vanaf, zegt zijn vader. (LAATSTE STUKJE HART IN SNIPPERS).

37 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Nabespreking: Hoe denk je dat Max zich nu voelt? Waarom? Hoe zal het met hem gaan als hij elke dag zo behandeld wordt? Het is leuker als iemand iets aardigs tegen je zegt. En het is niet zo moeilijk om zelf iets aardigs tegen iemand te zeggen. Dat noemen we een opsteker. Wijs op het woord opsteker op het bord. Een opsteker is iets aardigs dat je tegen iemand zegt. Wie weet er een opsteker? Schrijf de opstekers van de leerlingen wel op het bord. Hoe voel je je bij dit soort woorden? Hoe zou het in de groep zijn als we elkaar veel opstekers geven? de opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt 97 Dit ben ik! 2 We gaan eens kijken hoe Max zich zou voelen als hij opstekers kreeg in plaats van afbrekers. Laat het tweede (witte) hart omhoog houden. Een nieuw hart voor Max met nieuwe kansen. Vertel de leerlingen dat u het verhaal nog een keer gaat vertellen, maar dat u deze keer wilt dat zij opstekers bedenken voor Max, in de plaats van al die afbrekers. Elke opsteker die de leerlingen noemen accepteert u. Vraag er een paar en kleur dan telkens een stukje van het hart met verschillende kleuren of plak er stickers op. Attentie, attentie! Oproep aan alle politieagenten. Max is helemaal verdiept in een spelletje Road Block. Max, ga je mee? roept zijn vader. We zoeken een rode sportwagen. Sluit de wegen af! Max, ga je nou mee of niet? roept vader. Maar Max hoort hem niet. Hij is erg goed in Road Block. Max! Nu staat zijn vader in de kamer en hij zegt:. We gaan voetbalschoenen kopen. (BEDENK EERST ALS VOORBEELD ZELF EEN POSI- TIEVE OPMERKING. VRAAG EVENTUEEL ALTERNATIEVEN EN VERSIER HET HART.) O ja, dat is waar ook. Max gaat vanmiddag naar een andere voetbalclub en hij moet eerst voetbalschoenen kopen. In de winkel wijst Max een mooi paar schoenen aan. Maar ze zijn duur. Zijn vader zegt:. (OPSTEKER maar ze zijn echt te duur!- EN VERSIER HET HART) Hij wijst een ander paar aan en zegt:. (OPSTEKER EN VERSIER HET HART) In de kleedkamer van de voetbalclub trekt Max zijn nieuwe voetbalschoenen aan. Wat voor schoenen heb jij daar? vraagt een jongetje naast hem. Puma s, zegt Max. Dan zegt het jongetje:. (OPSTEKER + VERSIEREN) Omdat Max nieuw is, weten de andere jongens niet hoe hij speelt. Tijdens de wedstrijd (VUL IN HOE ZE OP EEN POSITIEVE MANIER DAAR- MEE OM GAAN + VERSIER) Als Max in balbezit komt, schiet hij gelijk op het doel. Naast. Een vader langs de lijn roept dan:. (OPSTEKER) Dan wordt het 0-1 voor de tegenpartij. Een andere vader roept:. (OPSTEKER) Na de wedstrijd rijdt Max met zijn vader naar huis. Ik kan er niks van, zegt Max sip. Zijn vader zegt:. (OPSTEKER + VERSIEREN) Ik vind het wel leuk, zegt Max. Zijn vader antwoordt:. (OPSTEKER + VERSIEREN) Nabespreking: Hoe denk je dat Max zich voelt na deze dag? Hoe zal het met hem gaan als hij elke dag zo behandeld wordt?

38 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Wat hebben we geleerd? Wat hebben we deze les geleerd over opstekers en afbrekers? Vat samen: 98 Van afbrekers ga je je verdrietig en klein voelen. Van opstekers word je vrolijk en voel je je goed. Dit verhaal laat ons zien hoe belangrijk het is om geen afbrekers te gebruiken, maar opstekers. We pakken de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP erbij. Is er iets uit deze les waarover jullie een afspraak willen maken? Bijvoorbeeld: we geven elkaar geen afbrekers en wel opstekers. Schrijf het erbij. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Opstekers voor elkaar Leerlingen zitten in de kring. Vraag één leerling even buiten de kring te komen. Hij of zij doet haar ogen dicht, of draait zich om. Laat de Vreedzame School-bal rondgaan. Laat de leerling buiten de kring af en toe STOP roepen. Wie dan de bal in zijn of haar hand heeft, krijgt een opsteker van de groep (vraag: Wie heeft er een opsteker voor.? ). Als de groep niets weet, geef je er zelf één. Doe dit totdat ongeveer vijf leerlingen aan de beurt zijn geweest. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: geef opstekers waar dat kan en bedank leerlingen voor hun inbreng signaleer opstekers en complimenteer de gever ervan benoem een afbreker wanneer u die signaleert maar maak er geen toestand van; het gaat om bewustwording en niet om bestraffing Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen worden zijn: de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt de opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt bijgewerkt met een uitspraak over je eigen mening op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als de situatie zich voordoet.

39 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. De Gouden Knoop Aan het begin van de ochtend geeft u één leerling, ongemerkt voor de anderen, de Gouden Knoop. De leerling die de Gouden Knoop heeft (of een Gouden Sleutel of iets anders) doet extra zijn of haar best op het geven van opstekers. Aan het eind van de ochtend of de dag raden de leerlingen wie vandaag de Gouden Knoop had. 99 Leerling van de Dag of Week Stel de leerling van de dag (of week) in. Gebruik een speciaal fotolijstje, waarin de foto van de leerling van de week komt. Deze leerling staat letterlijk in het zonnetje die week. Verzamel opstekers over hem of haar. Geef hem of haar een speciale behandeling. Wie is wie? De groep schrijft van drie leerlingen op wat zo leuk is aan hen, waarom dat leuk is, wat iemand leuk maakt, wat iemand voor leuke dingen doet, enzovoort (opstekers dus). Ieder heeft dus drie briefjes met de naam van een leerling en de kwaliteiten. Verzamel de briefjes, en schrijf alle kwaliteiten van de drie leerlingen onder elkaar op het bord, zonder de naam erbij te schrijven. Laat de groep raden wie bij welke lijst hoort. Geef ieder zijn of haar lijst mee naar huis (om thuis te laten zien). Maak een rooster (bijvoorbeeld elke vrijdagmiddag drie leerlingen aan de beurt). Brievenbus in de klas Hang een brievenbus in de klas, en vertel dat wij allemaal vanaf nu een brief kunnen sturen naar iemand anders in de groep. Dat kan een opsteker zijn (bijvoorbeeld: ik vond dat we zo goed hebben samengewerkt bij rekenen ), maar kan ook een vraag zijn (bijvoorbeeld: ik snap niet waarom dat gedaan heeft ). Spreek af dat u aan het eind van de week de bus leegt, en dat u altijd eerst overlegt met de briefschrijver wat er verder mee gebeurt (bespreken in de groep, bijvoorbeeld). Buttons Maak een paar buttons met bijvoorbeeld een opgestoken duim. Leerlingen die een positieve bijdrage aan de groep hebben geleverd, mogen een dag die button dragen.

40

41 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Les 6 Verschil van mening Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen ervaren dat er gepraat kan worden over verschillen van mening tussen mensen en dat dit niet hoeft te betekenen dat je elkaar niet meer aardig vindt. En dat het op prijs gesteld wordt als je een eigen mening hebt, en daar voor uit durft te komen. de mening, mee eens Agenda op bord CD en cd-speler (muziek) Drie bordjes: MEE EENS, NIET MEE EENS, WEET NIET De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP 101 Voorbereiding Zet de muziek klaar. Maak de drie bordjes met de tekst MEE EENS, NIET MEE EENS, WEET NIET, op stevig papier. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Meningen Wat is mijn mening? Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Vandaag doen we een variant van Zoek Iemand Die als Binnenkomer, om zoveel mogelijk andere leerlingen te ontmoeten in de groep. We maken in deze les geen gebruik van een werkblad. Zet een muziekje op waar leerlingen lekker op rond kunnen lopen door de klas. Als de muziek stopt, staat iedere leerling stil. Noem vervolgens een Zoek Iemand Die-opdracht zoals: Zoek iemand die ongeveer dezelfde kleur haar heeft als jij. Leerlingen vormen vervolgens tweetallen (handen omhoog, aan elkaar koppelen). Nodig leerlingen die overblijven uit om zich aan te sluiten bij een tweetal. Maak de groep er verantwoordelijk voor dat niet steeds dezelfde leerling overblijft. Leerlingen nemen weer afscheid van elkaar en de muziek start weer. Herhaal de vorige stappen met opdrachten als: Zoek iemand die - van hetzelfde eten houdt als jij

42 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES van een andere sport houdt als jij - een hekel heeft aan hetzelfde als jij - ongeveer hetzelfde goed kan. Stimuleer dat leerlingen verschillende partners kiezen door tussen de rondjes door opstekers te geven over leerlingen die dat goed doen. Laat bij de laatste ronde ieder tweetal een zin aanvullen ter afsluiting, bijvoorbeeld: wij kunnen goed. de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt Wat gaan we leren? Vertel dat we weer een les gaan doen over onze groep. Vraag even terug wat we de vorige les hebben gedaan. Opstekers en afbrekers. Vandaag gaan we kijken naar wat jullie vinden van allerlei dingen. Wat jullie mening is over allerlei dingen. Schrijf het woord mening op het bord of laat de woordkaart zien. Je mening is wat je van iets vindt. Loop de agenda door, en vraag of iedereen het ermee eens is. mee eens als je dezelfde mening hebt als een ander ben je het eens met elkaar Meningen Maak het woord mening duidelijk aan de hand van concrete voorbeelden. Vertel: We gaan het hebben over wat jullie vinden van allerlei dingen. Wat vinden jullie bijvoorbeeld van de kleur paars: - wie vindt paars de mooiste kleur? - wie vindt paars een beetje mooi? - wie vindt paars een lelijke kleur? Herhaal dit met andere kleuren. Jullie hebben allemaal verschillende meningen over wat een mooie kleur is en wat een lelijke kleur is en wat de allermooiste kleur is. Een mening is wat je ergens van vindt. Niet iedereen vindt hetzelfde. De een vindt rood mooi, de ander niet. Dan heb je een verschillende mening. Heeft een van de twee gelijk? Laat daarover nadenken en laat verschillende antwoorden komen door meteen al naar verschillende meningen te vragen: Wie vindt dat ook? Wie heeft een andere mening? Vraag de leerlingen of katten leuke knuffeldieren zijn. Hand omhoog als je dat vindt. Zeg dat alle leerlingen die hun hand omhoog staken het ermee eens zijn. Dat zij denken dat katten leuke knuffeldieren zijn. Laat ze het bordje MEE EENS zien en lees het voor. Zeg: Als je dezelfde mening hebt, dan ben je het met elkaar eens. Vraag wie niet vindt dat katten leuke knuffeldieren zijn. Laat het bord NIET MEE EENS zien. Zeg dat de leerlingen die vinden dat katten geen leuke knuffeldieren zijn, een andere mening hebben dan de leerlingen die dat wel vinden. Ze zijn het er niet mee eens. Laat het bord WEET NIET zien. Vraag of er leerlingen zijn die niet weten of katten leuke knuffeldieren zijn. Misschien hebben deze leerlingen later daar wel een mening over maar op dit moment, weten ze niet zo goed wat ze daarvan moeten denken. Ze hebben er geen mening over. Ze weten het niet. Plak de drie bordjes aan de muur in drie verschillende hoeken van het lokaal. Wat is mijn mening? Vertel de leerlingen dat u een uitspraak gaat voorlezen. Als je het er mee eens bent, ga dan onder het bordje MEE EENS staan. Als je het er niet mee eens bent, ga je onder het bordje NIET MEE EENS staan. Als het niet zeker weet, ga je onder het bordje WEET NIET staan. Lees de volgende uitspraak voor (of bedenk zelf iets wat speelt in de groep): Vanille-ijs is lekkerder dan chocolade-ijs.

43 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Laat de leerlingen hun positie innemen. Vraag: Wie wil er iets zeggen over zijn of haar mening? Vraag aan leerlingen die bij WEET NIET staan: Zijn X en Y het eens met elkaar? Ja, ze hebben dezelfde mening. Zijn Q en Z het eens met elkaar? Nee, ze hebben verschillende meningen. Zijn er ook vrienden die verschillende meningen hebben? Kan dat zomaar? Ja, dat kan zomaar, je kunt vrienden zijn en toch verschillende meningen hebben. Wie heeft er nu gelijk, de leerlingen die het ermee eens zijn, of de leerlingen die het er niet mee eens zijn? Niemand heeft gelijk of ongelijk. Ieder heeft zijn eigen mening. Herhaal dit met andere uitspraken, zoals: - In de klas mag je geen petje op hebben. - Leerlingen mogen vanaf 7 jaar zelf weten hoe laat ze naar bed gaan. Nagesprek: Een paar mogelijke vragen: Wist je meteen waar je ging staan? Of moest je nadenken? Wat vind je van de leerlingen die op een andere plek stonden dan jij? Wat vind je van de leerlingen die op dezelfde plaats stonden als jij? Was er iemand die later dacht: ik wil toch ergens anders staan? 103 Wat hebben we geleerd? Wat heb je met dit spel nu geleerd over meningen? Vat samen: Een mening is wat je ergens van vindt. Soms hebben mensen dezelfde mening als jij en soms niet. Toch kun je dan vrienden zijn, ook al ben je het niet overal over eens. Bedenk samen met de leerlingen of ze iets over meningen op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP willen hebben, bijvoorbeeld: Iedereen mag zijn eigen mening hebben. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Waar of niet waar Een leerling vertelt drie dingen over zichzelf: twee waar, en één niet waar. Bijvoorbeeld: ik ben geboren in Marokko, speel piano, en we hebben drie parkieten thuis. Ga de kring langs, en laat iedereen raden wat niet waar is. Dan vertelt de leerling welke klasgenoten het goed geraden hebben, en mag een volgende leerling.

44 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: 104 benoem de komende tijd verschillende meningen die er zijn in de groep vraag leerlingen naar hun mening, als het te pas komt benadruk het positieve van het bestaan van verschillende meningen Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen worden, zijn: de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt mee eens als je dezelfde mening hebt als een ander ben je het eens met elkaar De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt bijgewerkt met een uitspraak over je eigen mening op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als de situatie zich voordoet. Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. Verdraagzaamheid Benut gelegenheden die zich eventueel voordoen waarbij verdraagzaamheid of het gebrek er aan een rol speelt. Het kan om kleine dingen gaan (geduld hebben bij iemand die iets langzamer doet dan jij), maar het kan ook om grote dingen gaan (islamitische gewoonten bij leerlingen in je groep).

45 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Les 7 Samenwerken in onze groep Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materiaal: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen krijgen een opdracht om in tweetallen samen te werken, en reflecteren daar op. samenwerken Agenda Materialen om slingers mee te maken: gekleurd papier, crêpepapier, lijm, scharen, draad, niettang, viltstiften, lovertjes enzovoort Werkblad Toelichting In dit blok werken we aan een positieve groep waarin leerlingen goed met elkaar kunnen samenwerken. Om dit te stimuleren geven we deze les over samenwerken. Het is de bedoeling van deze les dat de leerlingen samenwerking oefenen door iets creatiefs te maken. U kunt de suggestie in deze les overnemen of hier zelf invulling aan geven. In dat geval gebruikt u van deze les alleen Wat hebben we geleerd?. De les kan in de tijd van de crea-les worden gegeven. Voorbereiding Leg creatief materiaal klaar. Kopieer voor iedere leerling werkblad 7.1. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Samen slingers maken Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Voorwerp zoeken Een leerling gaat de klas uit. De rest van de groep spreekt een voorwerp af dat hij of zij moet zoeken als hij of zij binnenkomt. Als de leerling weer binnenkomt, klapt de groep in de handen om hem of haar te helpen het voorwerp te vinden: steeds harder klappen als de leerling er dichterbij komt en zacht(er) klappen als hij of zij er

46 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 verder vandaan is. Herhaal dit nog één of twee keer. Bespreek: hoe werkte de groep samen in dit spel? 106 samenwerken samen met hetzelfde bezig zijn Wat gaan we leren? Deze les gaat over samenwerken. Schrijf dat woord op het bord of laat de woordkaart zien. Welke twee woorden zitten daarin? Wie heeft pas met een ander samengewerkt? Wat voor werk deed je toen? En hoe deed je dat samen? Is samenwerken hetzelfde als helpen? Samenwerken is met één of meer anderen werken aan hetzelfde. Loop de agenda van de les vervolgens na en vraag of iedereen het ermee eens is. Samen slingers maken Vandaag gaan we samen slingers maken voor feestdagen in de groep. We doen dat in tweetallen. Bespreek voor welke feesten we de slingers gaan maken. Verjaardagen natuurlijk, maar misschien bedenken de leerlingen ook andere feesten waarvoor ze slingers willen maken. Maak willekeurige tweetallen, door gebruik te maken van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die: - Geef de leerlingen de volgende opdracht: Zoek iemand wiens kleren er anders uitzien dan die van jou. - De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. Creëer bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal (de bofkont). Laat de leerlingen een taakverdeling afspreken, afhankelijk van het soort slinger dat ze maken. Hieronder een paar suggesties voor het soort slinger: Vlaggetjes Een simpele slinger die je voor ieder feest kunt gebruiken is de slinger met vlaggetjes. Ieder tweetal kan samen één slinger maken. Ze moeten afspreken in welke volgorde de vlaggetjes komen te hangen, of er een patroon in komt, enzovoort. Je hebt er gekleurd papier voor nodig, en touw, schaar, niettang, stiften, lijm en andere leuke knutselspulletjes om de vlaggetjes mee te versieren (bijvoorbeeld watten, lovertjes of verf). 1. Vouw gekleurd papier dubbel. 2. Knip er vanaf de vouw een driehoek uit, zodat je een dubbelgevouwen driehoek hebt. Dit is de bovenkant van je vlaggetje. 3. Versier alle vlaggetjes. 4. Leg, als alle vlaggetjes af zijn, het touw tussen een vlaggetje, onder de vouw. 5. Doe er één of twee nietjes in of plak de twee helften aan elkaar. 6. Hang zo alle vlaggetjes aan het touw. NB: Je kunt ook enkel papier gebruiken en één rand van de driehoek om een stuk touw heen vouwen en nieten. Schakelslinger 1. Van dik gekleurd papier knip je stroken van ongeveer 2 cm breed en 12 à 14 cm. lang. 2. Plak de stroken in een rondje en zorg er voor dat je dan steeds door een ander rondje van de slinger de volgende vast maakt. 3. Spreek met elkaar af wat voor kleurenpatroon je maakt in je slinger.

47 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Letterslinger Je kunt met letters een uitroep maken, zoals: HARTELIJK GEFELICITEERD; LANG LEVE DE JARIGE. We kunnen ook van de naam van iedere leerling in de groep een letterslinger maken zodat hij ingevoegd kan worden in een verjaardagsslinger. Je hebt er gekleurd karton, schaar en touw voor nodig. 1. Knip van gekleurd papier de letters die je nodig hebt. Spreek af wie welke letters maakt. 2. Versier of kleur de letters. 3. Niet ze vast aan het touw. 107 Muizentrapslingers Je hebt lange stroken crêpe papier nodig en lijm. De stroken moeten vrij lang zijn en een breedte hebben tussen de 7 en 10 centimeter. 1. Je vouwt van twee stroken crêpe papier een muizentrapje (kaboutertrapje). 2. Dan plak je de uiteinden aan elkaar vast zodat het niet los kan gaan. 3. Nu kun je ze een beetje uitrekken en aan de muur hangen. Als je een wat langere slinger wilt, kun je makkelijk wat meer muizentrapjes aan elkaar plakken. Wat hebben we geleerd? We hebben in deze les samen iets gemaakt. We hebben samengewerkt. Hoe ging dat: - hoe verliep de samenwerking? - waren jullie het steeds eens met elkaar? - waren jullie het wel eens oneens? - hoe is dat opgelost? - heb je iets van de ander geleerd? Vat samen: Als je samenwerkt, kun je niet altijd je eigen zin doen. Je moet naar elkaar luisteren. Maar soms worden dingen mooier als je ze samen doet. En het is soms leuker dan in je eentje werken. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Vaak en nooit Geef de leerlingen werkblad 7.1 Vertel dat u wilt weten welke leerlingen vaak samen met elkaar spelen of werken of praten en welke leerlingen weinig of nooit met elkaar spelen, werken of praten. Het is de bedoeling dat ze in ieder hokje één naam van een medeleerling schrijven en telkens een andere naam. Er komen dus zes namen op het werkblad. Lees de zinnen op het blad met hen. Zorg dat iedereen begrijpt wat met vaak en (bijna) nooit bedoeld wordt. Laat zo nodig een leerling een voorbeeld geven. Haal de werkbladen op. Het is de bedoeling dat u aan de hand van deze werkbladen voor de volgende les tweetallen van leerlingen samenstelt die weinig met elkaar omgaan.

48 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: 108 laat de leerlingen regelmatig samenwerken; bouw het geleidelijk op: start met tweetallen, dan drietallen, en dan viertallen observeer de leerlingen als ze in groepjes samenwerken bespreek na het samenwerken niet alleen het product, maar ook het proces van samenwerken Woordmuur Het woord dat na deze les opgehangen wordt, is: samenwerken samen met hetzelfde bezig zijn Tweetallen maken voor de volgende les Stel aan de hand van de werkbladen uit les 7 voor de volgende les tweetallen samen van leerlingen die weinig met elkaar omgaan. Iedere leerling heeft drie namen opgegeven van medeleerlingen waarmee ze weinig werken, spelen of praten. Gebruik deze gegevens om de tweetallen samen te stellen. Probeer zoveel mogelijk jongen/ meisje-combinaties te maken. Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. De placemat-oefening: Groepjes van vier leerlingen. Elke groep krijgt een groot vel papier. In het midden tekent een leerling een rechthoek, vervolgens trekken de leerlingen uit elke hoek van de rechthoek een lijn naar de hoek van het papier. U geeft een opdracht. Bijvoorbeeld: noem 5 dingen die nodig zijn om het in de klas nog gezelliger te maken. Individueel: de leerlingen schrijven ieder in hun vakje hun ideeën op. Vervolgens proberen de groepsleden tot een gezamenlijk antwoord te komen. Leerlingen beargumenteren hun keuze en staan open voor de inbreng van de anderen. Het gemeenschappelijke antwoord wordt ingevuld in de gemeenschappelijke rechthoek in het midden van de placemat. Klassikale uitwisseling: U wijst willekeurig een groepslid aan en vraagt kort enkele groepjes naar hun antwoord. En u vraagt steeds naar de samenwerking: - hoe verliep de samenwerking? - heb je iets van een ander geleerd? - hoe kwamen jullie tot overeenstemming? - waren er problemen? - hoe zijn die opgelost?

49 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Wissel van samenstelling Wissel groepjes vaak van samenstelling. Laat ze steeds met nieuwe leerlingen samenwerken. Dit bevordert hun vaardigheden. Manieren om groepen samen te stellen zijn onder andere: - voor groepen van vier: neem een kaartspel en laat ieder een kaart pakken; azen bij elkaar, heren bij elkaar, enzovoort - alle namen in een hoed, en pak er drie uit (groep 1 is Fayed, Zouhir en Bouchra; ) - fluister de naam van een dier in het oor van elke leerling; vraag een het geluid van dat dier na te doen; alle honden bij elkaar, enzovoort. 109

50

51 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Les 8 Samenwerken met een ander Doel blok 1: Leskern: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leerlingen worden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet zo goed kennen. Samen voeren ze een klein toneelstukje op. Agenda op bord De ingevulde Werkbladen 7.1 van les 7 Boek met de bekende sprookjes De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP 111 Toelichting In de vorige les hebben leerlingen in een groep samengewerkt aan een creatief project. In deze les gaan ze nog een keer samenwerken, maar nu in tweetallen en met iemand die ze niet zo goed kennen. De bedoeling hiervan is om leerlingen te leren dat je ook kunt samenwerken met iemand die je zelf niet hebt uitgekozen. Immers, in een democratische samenleving moet je ook wel eens iets doen met mensen die niet tot je familie, vrienden of kennissen behoren. Voorbereiding Stel aan de hand van de werkbladen uit les 7 van tevoren tweetallen samen van leerlingen die weinig met elkaar omgaan. Iedere leerling heeft drie namen opgegeven van medeleerlingen waarmee ze weinig werken, spelen of praten. Gebruik deze gegevens om de tweetallen samen te stellen. Probeer zoveel mogelijk jongen/meisje-combinaties te maken. Kies een of twee sprookjes uit, en bedenk daaruit een aantal scènes die door de tweetallen gerepeteerd en gespeeld moeten worden. Bedenk scènes waarin de tweetallen interactie hebben met elkaar. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Toneelspelen Wat hebben we geleerd? Afsluiter

52 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Het liefst Stel de leerlingen vragen over het liefst, bijvoorbeeld: - wat doe je het liefst op woensdagmiddag? - met wie speel je het liefst op straat? - bij wie zou je het liefst eens thuis willen spelen? - met wie kijk je het liefst tv? - wat eet je het liefst als je jarig bent? - wie vind je thuis het liefst? Geef bij iedere vraag een paar leerlingen de beurt. Wat gaan we leren? Vertel dat we vandaag weer gaan samenwerken. Herinner de leerlingen aan de vorige samenwerkles. Toen hebben we in tweetallen samengewerkt. Vandaag gaan we weer in tweetallen samenwerken. Ik heb de tweetallen al ingedeeld. Weten jullie nog dat jullie hebben opgeschreven met wie je vaak werkt, speelt en praat en met wie bijna nooit? Ik heb nu tweetallen gemaakt van leerlingen die weinig of nooit met elkaar spelen, werken of praten. Die gaan vandaag iets doen met elkaar. Wie kan bedenken waarom ik dat zo gedaan heb? Laat de leerlingen hierover een explorerend gesprek voeren. Een explorerend gesprek is een gesprek waarbij niet van te voren vaststaat wat het goede antwoord is. Eigen ideeën, ervaringen, eigen meningen en argumenten zijn belangrijk. Geef daarom niet meteen aan wie het goede antwoord geeft. Vat het antwoord kort samen of zeg alleen m-m, ja, of dank je wel. Geef verschillende leerlingen een beurt, vraag naar verschillende ideeën. Haal daarna de goede elementen uit de antwoorden en vertel dat het belangrijk is dat je ook eens kunt samenwerken met iemand die je niet zo goed kent. Toneelspelen Lees een bekend sprookje (nog eens) voor. Geef de tweetallen de opdracht scènes uit het sprookje zonder woorden uit te beelden. Het moet een scène zijn waarin twee personen iets met elkaar moeten doen, bijvoorbeeld: - Assepoester moet hard werken van haar stiefmoeder - Assepoester wordt uitgelachen door haar stiefzus - Assepoester wordt door de prins ten dans gevraagd - Assepoester danst met de prins als de klok 12 uur slaat - Assepoester springt in de koets met de koetsier die op haar wacht - Assepoester past het glazenmuiltje dat de prins aan haar voet schuift. Meerdere tweetallen kunnen dezelfde scène voorbereiden. Laat de tweetallen hun voorbereide act uitspelen. Het mag niet te kort duren. Er moet interactie zijn tussen de twee. Beiden nemen er aan deel. Laat raden wat er uitgebeeld werd. Laat bij het raden ook verwoorden wat ze precies deden. De acteurs vertellen zo nodig wat ze deden. Als niet alle tweetallen aan bod komen en als er tijd is, kunt u dit met een ander sprookje herhalen.

53 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Wat hebben we geleerd? Deze les ging ook over samenwerken. Je hebt nu samengewerkt met iemand die je niet zelf uitgekozen hebt. Hoe ging dat? - hebben jullie allebei kunnen zeggen wat je wou? - was het samenwerken met iemand die je niet zo goed kent anders dan samenwerken met een vriendje? wat was er anders aan? - wat was leuk aan het samenwerken? - wat was moeilijk aan het samenwerken? - hoe zorg je dat je goed samenwerkt? Vat samen: 113 Samenwerken doen we in onze groep niet alleen met je eigen vriendjes maar ook met iemand anders. Pak de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP erbij en vraag aan de groep of er wat over samenwerken op zou moeten staan, bijvoorbeeld: - als je samenwerkt, mag je allebei dingen bedenken - bij samenwerken is niemand de baas. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Gekke gezichten trekken Vraag de leerlingen wie een gek gezicht kan trekken. Of vraag hun gezichten zo groot mogelijk te maken (ogen opensperren, mond wijd open, tong eruit, aan oren trekken) en daarna zo klein mogelijk te maken. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: laat de leerlingen regelmatig samenwerken met iemand die ze niet zo goed kennen

54 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Suggesties voor toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. 114 Uitbeelden in tweetallen Als de les succesvol was, kunt u het uitbeelden in tweetallen er een tijdje in houden. Bijvoorbeeld als activiteit tussen de lessen door. Of als afsluiter van een dag. Stel dan wel als voorwaarde dat twee leerlingen hun act goed samen voorbereiden want het gaat ons om de samenwerking. U kunt ook als voorwaarde stellen dat je je act doet met één van de leerlingen die je opgeschreven hebt op Werkblad 7.1 onder (bijna) nooit. Of dat je iemand kiest die nog niet aan de beurt is geweest.

55 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Les 9 - aangepaste les Pesten en plagen Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen. Het verschil tussen pesten en plagen wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan en bedenken aan de hand van concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt. pesten, plagen Agenda op bord Illustratie STOP! HOU OP! (achter deze les) Illustraties PLAGEN en PESTEN (achter deze les en in kleur te downloaden van het Download Center van de website) Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Cd-speler met cd (muziekje waar leerlingen op rond kunnen lopen) 115 Toelichting In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht. Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over pesten terwijl het in werkelijkheid plagen is. Het verschil met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen immers dat iedereen zich veilig voelt. Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager erop heeft aangesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen. In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester: Zorg dat het pesten ophoudt. Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden. Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we ervoor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we pesten niet! Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte pestaanpak (OPA) worden ingezet. Deze aanpak staat beschreven in de handreiking Werken aan sociale veiligheid (hoofdstuk 12).

56 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan. Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking. Het is belangrijk om deze begrippen voor uzelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. Dus eigenlijk hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken. Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist beeld krijgen van de situatie. Het volgende schema kan hierbij helpen: Plagen Pesten Conflict Ruzie Waar gaat het om? Aan elkaar gewaagd. Eenmalig Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevolgen voor het welzijn van gepeste kind. Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen. Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden). Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen. Ingrijpen. Oplossingsgerichte pestaanpak. Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie. Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen. Vervolgens mediatie. Voorbereiding Zet de muziek klaar. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of je groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Pesten is geen plagen Wat kun je doen? Wat hebben we geleerd? Afsluiter

57 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Binnenkomer Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Zoek Iemand Die Vandaag doen we een variant van Zoek Iemand Die als binnenkomer: Zet een muziekje op waar leerlingen lekker op rond kunnen lopen door de klas. Als de muziek stopt, staat iedere leerling stil. Noem vervolgens een Zoek Iemand Die-opdracht zoals: Zoek iemand die ongeveer van hetzelfde speelgoed houdt als jij. Leerlingen vormen vervolgens tweetallen. Nodig leerlingen die overblijven uit om zich aan te sluiten bij een tweetal. Leerlingen nemen weer afscheid van elkaar en de muziek start weer. Vraag de leerlingen wie een nieuwe Zoek-Iemand-Die-opdracht weet en herhaal de vorige stappen met een paar opdrachten vanuit de leerlingen. Stimuleer dat leerlingen verschillende partners kiezen door tussen de rondjes door opstekers te geven over leerlingen die dat goed doen. Laat bij de laatste ronde ieder tweetal een zin aanvullen ter afsluiting, bijvoorbeeld: Wij houden van 117 Wat gaan we leren? Haal samen met de leerlingen op waar we het tot nu toe in dit blok over gehad hebben. Samenwerken, opstekers geven, elkaars mening respecteren, de regels van de groep, je veilig voelen, de afspraken van ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP, taken verdelen. We willen een fijne groep, waar iedereen zich prettig en veilig voelt. We horen bij elkaar. Een van de dingen die we niet willen is dat er gepest wordt. Verwijs naar de regel uit de grondwet die gaat over veiligheid op school. Op onze school willen we voorkomen dat er gepest wordt, maar soms komt het toch voor. In deze les bekijken we wat je dan kunt doen. Loop de agenda na en vraag of iedereen het ermee eens is. Pesten is geen plagen Vertel dat er weleens leerlingen bij u komen die roepen: Juf, ze pesten me. Dan vraagt u altijd: Is het pesten of is het plagen? Vraag de leerlingen of ze het verschil weten tussen pesten en plagen. Verzamel een aantal antwoorden zoals: - Pesten is erger. - Pesten is gemeen, plagen niet. - Pesten is met z n allen tegen één. - Om plagen kun je lachen, om pesten niet. - Als je het plagen niet leuk vindt, zeg je: STOP! HOU OP! - Plagen houdt weer op; als het doorgaat, is het pesten. Laat de illustraties PLAGEN en PESTEN zien. Laat kinderen benoemen wat er in het lege wolkje van de illustratie PLAGEN zou kunnen staan. Wat zeggen we in onze groep weleens om elkaar te plagen? Herinner de leerlingen eraan dat je bij plagen STOP! HOU OP! kunt zeggen als je het niet leuk vindt. Als de plager dan niet ophoudt, wordt het pesten. Laat de illustratie PLAGEN / STOP! HOU OP! JUF [?] zien. Bespreek het stappenplan: Hang het stappenplan eventueel bij de afsprakenposter of op het Vreedzame Schoolprikbord. Benoem dat stap 3 geen klikken is. plagen iemand voor de grap een beetje boos maken pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen

58 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Stappenplan Pesten 1. Stop! Hou op! 2. Loop weg 3. Vertel het de juf, ouders, vriend(in) 118 Wat kun je doen? Schets een pestsituatie. Neem een situatie die op school zou kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld: In de pauze krijgt Yassin in de gang altijd een schouderduw van Bram als de juf het niet ziet. Sommige leerlingen lachen erom. Er staan anderen bij die het zien, maar niemand doet iets. Voer een explorerend gesprek (een gesprek waarbij niet van tevoren vaststaat wat het goede antwoord is). Wat kun je doen als je dat ziet? Laat de leerlingen bedenken wat ze zouden kunnen doen als ze dit zien. Vraag door, zoals: Waarom doen die leerlingen dat dan niet? Is dat geen klikken? Zou Yassin zelf wat kunnen doen? Laat de leerlingen ook iets bedenken dat het gepeste kind zou kunnen doen. Vraag dóór, zoals: Maar Yassin is veel kleiner dan Bram. Als Yassin het vertelt, wordt Bram misschien boos op hem. Probeer samen een aantal acties te formuleren die de andere kinderen in deze situatie zouden kunnen uitvoeren om het pesten te laten stoppen. Schets een andere pestsituatie (die misschien andere leerlingen in de groep aanspreekt), bijvoorbeeld: Je vriendinnen roddelen alsmaar over Esmee, een meisje in de groep. Op het schoolplein praten ze over haar en lachen. Esmee doet alsof ze het niet merkt. Vraag: Wat kun je doen? Laat leerlingen bedenken wat ze als potentiële meeloper (want het is je vriend(in) die pest) zou kunnen doen. Vraag dóór, zoals: Maar dan is ze misschien jouw vriendin niet meer. Zou Esmee zelf wat kunnen doen? Laat de leerlingen ook bedenken wat het gepeste kind zou kunnen doen. Probeer samen weer een aantal acties te formuleren die de kinderen zouden kunnen uitvoeren om het pesten te laten stoppen. U kunt eventueel zelf toevoegen als kinderen dit niet zelf noemen: - Met je gezicht laten zien dat je afkeurt wat de pester doet. - Niet lachen om de pester. - Zeggen: Dit vind ik niet leuk! - Het gepeste kind wegroepen. - Het gepeste kind meenemen, weg van de pester(s). - Als er iets wordt afgepakt, zeggen: Geef terug! - Tegen het gepeste kind zeggen: Trek je er niks van aan! - Samen met iemand anders bij het gepeste kind gaan staan. - Achteraf het gepeste kind troosten zodat het zich toch gesteund voelt. Vat samen: Iemand pesten is gemeen. Als je ziet dat iemand gepest wordt, doe je niet mee. Je probeert het te stoppen. Of je vertelt het aan de juf (dat is geen klikken).

59 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Wat hebben we geleerd? Naar aanleiding van de antwoorden die de leerlingen gegeven hebben, bedenken we één of enkele zinnen voor de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld: - We pesten niet in onze groep. - We doen niet mee met pesten. Benoem tot slot dat ieder kind dat last heeft van pesten naar elke leerkracht kan gaan om dit te vertellen. Hier op school willen we dat het voor iedereen veilig is! Wijs nog eens naar de regel van de grondwet. Zodra je je niet veilig voelt, kun je altijd naar een leerkracht gaan om dit te melden. Alle juffen en meesters zullen dit heel serieus nemen en samen met jou bekijken wat er nodig is om je je weer veilig te doen voelen. Dit noemen we geen klikken. Je kunt er ook altijd met een vriend of vriendin over praten of met je ouders. Vraag eventueel naar wie de leerlingen zouden toegaan als ze gepest worden. Het helpt om hierover al nagedacht te hebben voor het moment dat het nodig is. En het geeft u veel informatie over de relaties van de kinderen onderling. Als kinderen het niet kunnen aangeven, kunt u hen aanmoedigen hierover nog eens na te denken. 119 Afsluiter Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Volg het geluid Een kind maakt een geluid met zijn of haar handen, voeten of mond en dan doet iedereen het na. Ga het rondje af zodat iedereen een geluid maakt dat de anderen nadoen. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in praktijk brengt. Woordmuur De woorden met illustraties die na deze les opgehangen kunnen worden, zijn: plagen iemand voor de grap een beetje boos maken pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen

60 Plagen Pesten Stop! Hou op

61 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Bijlage STOP! HOU OP! Maak voor deze les gebruik van handpoppen, bijvoorbeeld Aap en Tijger. Aap en Tijger zijn te vinden in groep 1, 2 en 3 STOP! HOU OP! Tijger komt bij Aap en zegt: Aap, ze pesten me. Aap vraagt wat er gebeurd is, en Tijger noemt een plagerijtje van het soort waarmee leerlingen ook vaak bij de juf komen (bijvoorbeeld ze roepen steeds tijgertje, reigertje! ). Aap: Ha, ha, dat doen ze zo vaak. Tijger: Ik vind het niet leuk. Aap: Dan moet je zeggen: STOP! HOU OP!. Tijger: Ik ga naar de juf en dan zeg ik juf, ze pesten me. Aap: Ik zeg: STOP! HOU OP!. Nou dag hoor. (aap weg) Tijger: Wat doen jullie als je geplaagd wordt? Laat de leerlingen antwoorden op de vraag van Tijger. Tenslotte vraagt Tijger aan juf: Wat vindt u er nou van?. Juf antwoordt dat je het best eerst zelf kunt zeggen dat ze moeten ophouden. Misschien denken ze wel dat het een leuk grapje is. Zeg maar, net als aap: STOP! HOU OP!. Daar komt Aap weer aan. Aap: Tijger, je bent net een zebra, met al die strepen. Tijger : Ik ben geen zebra, ik ben een tijger. Aap: Niet, je bent een zebra. Zebra, zebra. Tijger: Juf, ze pesten me. Juf: (fluistert) Wat zou je nou zeggen? Tijger: O ja. Aap: Zebra, zebra. Tijger: STOP! HOU OP! (met flinke stemverheffing) Aap houdt verbaasd op. Nu gaan de leerlingen het oefenen, met Aap. Laat Aap iets vervelends bij uzelf doen. Zeg: niet doen, Aap, niet doen. Aap gaat door. Zeg dan hard: STOP! HOU OP!. Nu houdt Aap op. Laat Aap iets vervelends doen bij een leerling, bijvoorbeeld aan de haren trekken, aan de oren trekken, op de andere schouder tikken. Hij lacht er hard bij. Pas als de leerling STOP! HOU OP! zegt, houdt Aap op. Let op toon en stemvolume van de leerlingen. Stimuleer dat de leerlingen een assertieve maar geen agressieve houding aannemen. 121 Oefenen STOP! HOU OP! (Zoek Iemand Die) Laat de leerlingen tweetallen vormen door een opdracht te geven: zoek iemand met wie je deze week (of vorige week) niet zoveel gespeeld hebt. De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. Laat de leerlingen in tweetallen op uw startsignaal oefenen. De kleinste van het tweetal begint: die tikt de ander een paar keer op de schouder, de ander zegt stevig STOP! HOU OP!, de eerste leerling stopt. De grootste van het tweetal mag daarna: die trekt een paar keer een gek gezicht naar de andere leerling. Na STOP! HOU OP!, stopt de leerling met het trekken van gezichten. Dit kunt u ook nog een keer laten oefenen in andere tweetallen: zoek nog iemand met wie je deze week niet zoveel gespeeld hebt. En daarna weer oefenen. Vat samen: Plagen kan leuk zijn of niet. Als je het niet leuk vindt, zeg je: STOP! HOU OP!

62

63 STOP! HOU OP!

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

18. Extra lessen over veiligheid en pesten

18. Extra lessen over veiligheid en pesten 18. Extra lessen over veiligheid en pesten 18.1 Inleiding Zoals eerder aangegeven, Indien er sprake is van pesten zal de eerste stap moeten zijn om na te gaan of de preventieve kant op orde is en of het

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES

Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat. Leerlingen voelen zich mede verantwoordelijk

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Les 12 Drie petjes Doel blok 2: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Met behulp van Aap en Tijger maken

Nadere informatie

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leskern: Het verschil tussen pesten

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken

Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken Les 13 We maken het weer goed! Doel blok 2: Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leskern: Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken Woordenschat: goedmaken,

Nadere informatie

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame School (1999) toenemende gedragsproblematiek in scholen grensoverschrijdend

Nadere informatie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Nieuwsbrief De Vreedzame School Nieuwsbrief De Vreedzame School Algemeen Onze school werkt met het programma van de Vreedzame School. Dit programma wil een bijdrage leveren aan een positief sociaal klimaat en de vorming van actieve en

Nadere informatie

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Het

Nadere informatie

Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES

Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De

Nadere informatie

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap Congres Leve het jonge kind! 2011 Deelsessie Democraatjes in de dop? Mirjam van der Ven, Eduniek Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame

Nadere informatie

") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers!

) Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2A ") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! Opstekers! Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materiaal:

Nadere informatie

Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Het

Nadere informatie

Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES

Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leskern: We maken afspraken over

Nadere informatie

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen,

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen, VSO / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4A ^ 4a Wie doet wal? Voorbeeldles VSO/Blok 1 We horen bij elkaar Les 4 a+b: Wie doet wat? Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen

Nadere informatie

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Les 24 Ik hou van.. Doel blok 4: De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Leskern: De leerlingen onderzoeken het begrip houden van

Nadere informatie

8a De 'Los het op!-kaarf

8a De 'Los het op!-kaarf MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 2 WE LOSSEN RUZIES ZELF OP LES8A 8a De 'Los het op!-kaarf Voorbeeldles SO/Mïdden/Bovenbouw/Blok 2 We lossen ruzies zelf op Les 8 a+b: De "Los het op!-kaart' Doel blok 2: Leerlingen

Nadere informatie

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij.

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij. Les 29 Helpen Doel blok 5: Leskern: Materialen: Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij. De leerlingen leren met behulp van een parabel het verschil

Nadere informatie

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Ons uitgangspunt is het welbevinden en positief gedrag van leerlingen te bevorderen. Wij gaan uit van: Goed gedrag kun je leren Om dit te bereiken werken

Nadere informatie

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag Voor een veilige school Goed Gedrag Handleiding en lessen Goed Gedrag Bij deze handleiding hoort de usb-kaart Goed Gedrag Inhoudsopgave Woord vooraf... 2 De twintig kijkplaten... 4 De twintig posters...

Nadere informatie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Nieuwsbrief De Vreedzame School Nieuwsbrief De Vreedzame School Blok 1 We horen bij elkaar Algemeen Onze school werkt met het programma van de Vreedzame School. Dit programma wil een bijdrage leveren aan een positief sociaal klimaat

Nadere informatie

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN Afspraak 1. Maak samen met de kinderen afspraken over wat zelfstandig gedaan mag worden met betrekking tot naar de wc gaan, handen wassen, drinken, eten, de

Nadere informatie

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant 7 Sleutels tot succes Sleutel 1: Didactische structuren Sleutel 2: Teams Sleutel 3: Management Sleutel

Nadere informatie

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Document leerlingenraad Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Inhoud: 1. wat verstaan we onder een leerlingenraad? 2. opzet en organisatie van een leerlingenraad a. samenstelling van

Nadere informatie

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd. Op onze school werken we al nu alweer enkele jaren met Coöperatief Leren volgens Kagan & Kagan. Het is ons antwoord op de vraag vorm en inhoud te geven aan het NIEUWE LEREN. We doen dit in alle groepen

Nadere informatie

Pestbeleid op school

Pestbeleid op school Pestbeleid op school Pesten wordt niet aangepakt en opgelost door projecten. Het vereist attitudeverandering. Een zaligmakende oplossing voor pestproblemen bestaat helaas niet. Bob van der Meer Natuurlijk

Nadere informatie

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt

Nadere informatie

Serooskerkestraat maandag 1 september uur - alle groepen

Serooskerkestraat maandag 1 september uur - alle groepen Communicatie Dit schooljaar zal er wat veranderen met de verschijningsfrequentie van de nieuwsbrief van De Evenaar. Steeds meer groepsgebonden informatie wordt door de leerkrachten via digiduif aan de

Nadere informatie

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni Pestprotocol Algemeen Het klimaat en de sfeer van de school zijn van grote invloed op de ontwikkeling van het kind. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat op prijs.

Nadere informatie

Een Vreedzame school:

Een Vreedzame school: Een Vreedzame school: Een school met een hart en educatieve partners! Peter te Riele peterteriele@hotmail.com Maandag 3 juni 2013 19.30 21.30 uur ouders school opvoeding onderwijs ouders school opvoeding

Nadere informatie

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Plagen en

Nadere informatie

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Pedagogisch kader kindercentra 4 13 jaar Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Introductie voor de groepsleiding Is kinderinspraak belangrijk? Denken vanuit de groep is logisch en praktisch, maar toch

Nadere informatie

BURG. DE RUITERSCHOOL

BURG. DE RUITERSCHOOL BURG. DE RUITERSCHOOL Pestprotocol Een samenvatting van dit protocol hangt zichtbaar in de school. Dit protocol is vastgesteld op 14 maart 2013 Vastgesteld door team Burg. De Ruiterschool: 4 maart 2013

Nadere informatie

reglement Leerlingenraad Daltonschool De Dorendal

reglement Leerlingenraad Daltonschool De Dorendal reglement Leerlingenraad Daltonschool De Dorendal Dit is een eerste opzet van het reglement van de Dorendal. Op 7 februari 2013 zal de leerlingenraad voor het eerst bij elkaar komen en dit reglement bespreken.

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2014 Gedragsprotocol de Boomgaard I. Doel van dit gedragsprotocol: Alle kinderen van De Boomgaard moeten zich veilig voelen, zodat

Nadere informatie

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS Reina Bos en Henk Versteeg 0 Inhoudsopgave: 1. Pesten op school: Hoe gaan wij er mee om? 2. Algemene voorwaarden 3. Hoe willen wij daar op De Balans mee omgaan? 4. Uitgangspunten

Nadere informatie

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula 1 Inhoudsopgave 1. Positief pedagogisch klimaat 2. Kernwaarden 3. Afspraken op de drie niveaus 4. PPK weken 2 1. Positief pedagogisch klimaat De afgelopen

Nadere informatie

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Dit gedrags- en pestprotocol hebben wij opgesteld met als doel dat alle kinderen zich in hun basisschoolperiode vrij en veilig kunnen voelen. Zo zorgen wij dat

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem

Nadere informatie

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Vijf basiskenmerken van coöperatief leren: 1. Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig

Nadere informatie

De ZOPA (Zuidooster Oplossingsgerichte Pest Aanpak) Iedereen in actie! 1. Sfeer. 2. Pesten 3. Structureel gepest

De ZOPA (Zuidooster Oplossingsgerichte Pest Aanpak) Iedereen in actie! 1. Sfeer. 2. Pesten 3. Structureel gepest 1. Sfeer De ZOPA (Zuidooster Oplossingsgerichte Pest Aanpak) Iedereen in actie! 2. Pesten 3. Structureel gepest Een gezonde sociaal emotionele ontwikkeling doormaken is ieder kind gegund. Hiervoor is sturing

Nadere informatie

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren Binnen en buitenkring - onderwerp bedenken - nadenken over de organisatie Interpersoonlijk: Klasbouwer, Sociale vaardigheden oefenen en informatie uitwisselen, denkvaardigheden De kring Binnen buiten kring

Nadere informatie

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden Inleiding: Hoe gaan we om met pesten en agressief gedrag? Wij beseffen dat het klimaat van de school grote invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat

Nadere informatie

Van gedragsregulering naar opvoeding

Van gedragsregulering naar opvoeding Van gedragsregulering naar opvoeding Over het voorkomen en aanpakken van ongewenst gedrag Gebruikelijke benadering van gedragsproblemen: een kindgerichte blik (factoren in het kind) Leidt tot classificatie

Nadere informatie

Les 9a Gevoelens in een doos

Les 9a Gevoelens in een doos VSO / BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES9A Les 9a Gevoelens in een doos Doel blok 3: Leerlingen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen.

Nadere informatie

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In het thema In elke hoek een boek! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de

Nadere informatie

Workshop Warme Relaties

Workshop Warme Relaties Welkom Workshop Warme Relaties Speerpunt 1 van het Utrechts Kwaliteitskader (UKK) Presentatie door: Nicoline Stufkens (CED groep) Woensdag 16 oktober 2013 Vooruitkijken naar de inhouden van de workshop

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

Kinderen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen.

Kinderen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen. ONDERBOUW/BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES 11A Les 11a Bang Voorbeeldles SO/Onderbouw/Blok 3 We zijn aardig voor elkaar Les 11 a+b: Bang Doei blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Kinderen zijn

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Stijgen/Dalen: Eén persoon (bv. de leerkracht) stelt een gesloten vraag. Is het antwoord (op jou) van toepassing; ga je staan => stijgen. Is het niet (bij jou)

Nadere informatie

Beleid Kanjertraining

Beleid Kanjertraining Beleid Kanjertraining Inleiding Op de Gertrudisschool werken we sinds januari 2012 met de kanjertraining. Voor u ligt het beleidsstuk Kanjertraining. We hopen dat het zicht geeft op wat we doen op school

Nadere informatie

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Pauwenburg 2, 8226 TA Lelystad tel: 0320 258025 www.3sprong.net - school@3sprong.net Pestprotocol Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat

Nadere informatie

Les 13a Zoek de verschillen

Les 13a Zoek de verschillen ZORGONDERWIJS / MG / BLOK 4 WE ZIJN ALLEMAAL ANDERS LES 13A Les 13a Zoek de verschillen Voorbeeldles SO/Zorgonderwijs/MG/Blok 4 We zijn allemaal anders Les 13 a+b: Zoek de verschillen Doel blok 4: Leerlingen

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame School (1999) toenemende gedragsproblematiek in scholen grensoverschrijdend

Nadere informatie

nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01

nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01 nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01 Wilt u meer over de inhoud weten die op deze nieuwsbriefspecial staat? Kom dan gerust even langs op school. *Vreedzame school We hebben de eerste weken

Nadere informatie

Pestprotocol SBO De Lings

Pestprotocol SBO De Lings Pestprotocol SBO De Lings Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun Lings-periode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen en het gevoel hebben dat ook zij

Nadere informatie

Structuren. Coöperatief leren

Structuren. Coöperatief leren Structuren Coöperatief leren Mix En Koppel 1. Leerlingen mixen (muziek) 2. Leerlingen zoeken een maatje, stellen een vraag die past bij de kaart. 3. Maatje antwoordt, lln. bedankt of coacht. 4. Wissel

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Het doel van het pestprotocol is: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD Pestprotocol obs de Bongerd Pesten is een probleem dat in alle geledingen van de maatschappij voorkomt. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem

Nadere informatie

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 2 Samenwerken Deze les gaat over helpen, geholpen worden en samenwerken.

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 2 Samenwerken Deze les gaat over helpen, geholpen worden en samenwerken. Thema 1 De groep? Dat zijn wij! overzicht van de lessen De groep? Dat zijn wij! In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 1 Hier zijn we weer! In deze eerste les na de zomervakantie

Nadere informatie

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet?

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet? RKBS DE ARENBERG December 2015 Scholing 8 december Ja dan krijg je een lijst en denk je.uhm hier ken ik niet eens de helft van. De kunst is dan om daar kansen en mogelijkheden in te zien en niet je handdoek

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

Het Mozaïek-kinderprotocol tegen pesten (voor kinderen van groep 3 t/m 8)

Het Mozaïek-kinderprotocol tegen pesten (voor kinderen van groep 3 t/m 8) Het Mozaïek-kinderprotocol tegen pesten (voor kinderen van groep 3 t/m 8) 1. Wat is pesten: Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons op Het Mozaïek. Het is een probleem dat wij niet willen

Nadere informatie

PESTPROTOCOL DE SCHELP

PESTPROTOCOL DE SCHELP PESTPROTOCOL DE SCHELP Pestprotocol De Schelp Dit pestprotocol heeft als doel voor de De Schelp: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door

Nadere informatie

De Viertakt van Verhallen

De Viertakt van Verhallen De Viertakt van Verhallen Waarom werken met de Viertakt van Verhallen? Vooral in groep 3 leren de kinderen veel nieuwe woorden. Niet alleen tijdens het lezen, maar ook gewoon tijdens de lessen. Het is

Nadere informatie

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Het kinderprotocol Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Slot 1. Het kinderprotocol: Op de Flamingoschool vinden we het erg

Nadere informatie

PREVENTIEPLAN PESTBELEID

PREVENTIEPLAN PESTBELEID PREVENTIEPLAN PESTBELEID Waar kinderen samen zijn wordt geplaagd, wordt wel eens gepest. Pesten komt helaas op iedere school voor. Het is een probleem dat zich niet gemakkelijk laat oplossen. Pesten speelt

Nadere informatie

NAR NETJES AARDIG RUSTIG

NAR NETJES AARDIG RUSTIG NAR NETJES AARDIG RUSTIG Zó zijn onze manieren Pedagogisch Klimaat Gabriëlschool Kader In het kader van handelingsgericht werken en optimaliseren van het pedagogisch klimaat, is het van belang dat ons

Nadere informatie

Omgangsprotocol. We werken aan een positief klimaat, adequate sociale omgang en duidelijke regels.

Omgangsprotocol. We werken aan een positief klimaat, adequate sociale omgang en duidelijke regels. Omgangsprotocol We werken aan een positief klimaat, adequate sociale omgang en duidelijke regels. Vanaf school 2008-2009 werken we met de uitgangspunten van het project de Vreedzame School. Dit project

Nadere informatie

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk groepsfase performing VOORBEREIDING Lesdoel Nodig Kwink van de Week Een sterke groep Ik weet wat ruzie is. - Velletjes papier in verschillende kleuren (bij Oriëntatie) - Downloads: De Grote Kink met de

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Toekomst Een interview houden Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een interview houden Thema: Toekomst Leerstijlvariant: BEKIJK - DENK - DOE - ERVAAR Beschrijving

Nadere informatie

Laetare Actueel November 2018

Laetare Actueel November 2018 Laetare Actueel November 2018 Verslag ouderavond Vreedzame School 16 oktober Zoals u weet is de Laetare dit schooljaar, na een proefperiode voor de zomervakantie, begonnen met de sociaalemotionele methode

Nadere informatie

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 Vijf minuten actief met kleuters Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 5 minuten... Doel Na deze workshop: Heb je geleerd hoe je korte beweegactiviteiten kunt toepassen bij groep 1 en 2. Weet je hoe je

Nadere informatie

Ouderavond De Vreedzame School

Ouderavond De Vreedzame School Ouderavond De Vreedzame School www.onderwijsmaakjesamen.nl 1 www.onderwijsmaakjesamen.nl 2 Agenda Binnenkomer De vreedzame school Voorbeelden uit blokken Zelf ervaren in de klas Afsluiter www.onderwijsmaakjesamen.nl

Nadere informatie

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart) Handleiding No Blame Stappenplan No Blame Stap 1 Gesprek met het slachtoffer Stap 2 Organiseer een bijeenkomst met de steungroep Stap 3 Uitleg probleem Stap 4 Deel de verantwoordelijkheid Stap 5 Ideeën

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: Anti-pestprotocol Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Wij vinden dit ontzettend vervelend, want ieder kind dat gepest wordt is er één teveel. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen? Lesplan theaterlezen Wil je aan de slag met theaterlezen? Dit lesplan laat zien hoe je dat kunt doen. Je geeft vier lessen van elk ongeveer een half uur. Elke les heeft een ander aandachtspunt. Zo help

Nadere informatie

Zoals wij u beloofd hebben komt alle informatie over de Gouden Weken in deze nieuwsbrief. Groep 1/2

Zoals wij u beloofd hebben komt alle informatie over de Gouden Weken in deze nieuwsbrief. Groep 1/2 *SINT JOSEPH* BASISSCHOOL ROZENHOUTSTRAAT 3 072-5715314 1704 CD HEERHUGOWAARD NOORD Beste ouders, Nieuwsbrief 2 Maandag 12 september 2016. Zoals wij u beloofd hebben komt alle informatie over de Gouden

Nadere informatie