Toelichting op bodemonderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting op bodemonderzoek"

Transcriptie

1

2

3

4

5 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 1: Bijlage 1a: Toelichting op bodemonderzoek Kwaliteitsaspecten van het onderzoek, de toegepaste methoden en strategieën en betrouwbaarheid/garanties Betrouwbaarheid/garanties Bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van al dan niet verdachte bodemlagen. Hoewel Antea Group conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving handelt, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de verontreinigingssituatie af te geven op basis van de resultaten van een bodemonderzoek. Het vorenstaande betekent dat Antea Group op voorhand geen aansprakelijkheid accepteert ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Antea Group uitgevoerde bodemonderzoek neemt. In een voorkomend geval adviseren wij u altijd contact op te nemen met uw aanspreekpunt binnen Antea Group. In dit kader kan ook worden opgemerkt dat de voor het historisch onderzoek geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Voor het verkrijgen van historische informatie is Antea Group wel afhankelijk van deze bronnen, waardoor Antea Group niet kan instaan voor de juistheid en volledigheid van de verzamelde historische informatie. Certificatie/accreditatie Antea Group is gecertificeerd volgens NEN-ISO Ons bureau is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB). Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB-procescertificaat voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). Antea Group is volgens dit SIKBprocescertificaat gecertificeerd en erkend. Eventuele afwijkingen van de beoordelingsrichtlijn zijn in onderhavig rapport vermeld. In het colofon staan de namen en parafen van de veldmedewerkers die de kritische functies binnen het veldwerk hebben uitgevoerd. De naleving van de kwaliteitseisen en -procedures wordt periodiek getoetst door interne auditors en externe auditors, onder toezicht van de Raad voor Accreditatie. De onderzochte locatie is niet in eigendom van Antea Group of gerelateerde zusterbedrijven. De in het bodemonderzoek benodigde analyses van grond en grondwater laat Antea Group verrichten door een door de RvA geaccrediteerd laboratorium. Deze accreditatie garandeert dat bij de analyses consequent de juiste en vastgelegde procedures worden gehanteerd zodat de analyseresultaten een hoge betrouwbaarheid hebben. Voor de analyses geldt dat deze conform het Accreditatieschema (AS)3000 zijn uitgevoerd. Toepassing grond Het bodemonderzoek geeft inzicht in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in het kader van het gebruik en/of de bestemming van de onderzochte locatie. Indien echter grond van de locatie wordt afgevoerd voor toepassing elders, volstaan de resultaten van het verrichte bodemonderzoek mogelijk niet. Afhankelijk van de omvang van de af te voeren partij(en) grond en de eisen die door de acceptant of het bevoegd gezag ter plaatse van de nieuwe toepassingslocatie worden gesteld (bijvoorbeeld aanwezigheid van een bodemkwaliteitskaart met bijbehorend bodembeheerplan), dient de grond eventueel nog conform de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit te worden onderzocht. Asbest Met nadruk wordt vermeld dat onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem geen onderdeel uitmaakt van onderzoek dat door Antea Group volgens de NEN 5740 is uitgevoerd. Als tijdens het veldwerk in de bodem asbestverdachte materialen zijn opgemerkt, dan komt dit in de profielbeschrijvingen en de conclusies naar voren. Specifiek onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem dient volgens de NEN 5707 Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in de bodem (NNI, april 2003) te zijn uitgevoerd. Bodem

6 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 1b: Toelichting op toetsingskaders Toetsingskader Achtergrond-, streef-en interventiewaarden De resultaten zijn getoetst aan de actuele achtergrond-, streef- en interventiewaarden uit de Regeling bodemkwaliteit en de Circulaire bodemsanering per 1 juli Hiervoor is gebruik gemaakt van BoToVa-gevalideerde software. De achtergrond-/streef- en interventiewaarden zijn opgenomen in de bijlage. In de tekst zal de term 'verhoogd' worden gebruikt bij gehalten hoger dan de achtergrond- of streefwaarden en lager dan de interventiewaarden. De term 'sterk verhoogd' wordt gebruikt bij gehalten hoger dan de interventiewaarden. Tevens is bij de getoetste waarden een index opgenomen. Deze index is als volgt berekend: Index = (GSSD - AW) / (I - AW) Een negatieve waarde voor de index houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde lager is dan de achtergrondwaarde. Bij een index boven de 1 ligt de gestandaardiseerde meetwaarde boven de interventiewaarde. Een index tussen de 0 en 0,5 betekent dat de gestandaardiseerde meetwaarde (ver) onder de interventiewaarde ligt. Een index tussen de 0,5 en 1 houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde (dicht) bij de interventiewaarde ligt. Afhankelijk van de specifieke situatie geeft dit mogelijk aanleiding voor het uitsplitsen van een mengmonster en/ of het uitvoeren van een nader onderzoek. Hieronder wordt uitgebreider op de begrippen achtergrond-, streef-, tussen- en interventiewaarden en hun betekenis ingegaan. Bij de toetsing worden de gemeten gehalten aan de hand van geanalyseerde of geschatte gehalten organisch stof en lutum met BOTOVA-gevalideerde software omgerekend naar zogenaamde standaardbodemcondities (bodem met 10% organische stof en 25% lutum). Deze gestandaardiseerde meetwaarden worden vergeleken met de vaste normwaarden, zoals opgenomen in de bijlagen. De achtergrondwaarden (AW2000) zijn landelijk geldende waarden voor een multifunctionele bodemkwaliteit en geven de bovengrens aan voor wat in de dagelijkse praktijk 'schone grond' wordt genoemd. Deze achtergrondwaarden (bekend als AW2000) zijn vastgesteld op basis van gehalten zoals deze voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden. Dit omdat in dergelijke gronden geen belasting door lokale verontreinigingsbronnen aanwezig wordt geacht. De streefwaarde (S) geeft het concentratieniveau in grondwater aan waarboven wèl en waaronder géén sprake is van een aantoonbare verontreiniging. De interventiewaarde (I) geeft het concentratieniveau in de grond, waterbodem of grondwater aan waarboven de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant en dier heeft, in ernstige mate kunnen zijn verminderd. In het overheidsbeleid wordt gesproken van een geval van ernstige bodemverontreiniging, indien de gemiddelde concentratie aan één stof de interventiewaarde overschrijdt in tenminste 25 m 3 grond/slib of voor het grondwater in tenminste 100 m 3 bodemvolume. Over de hoeveelheid grond/slib of grondwater waarop een eventuele overschrijding van de interventiewaarde zich voordoet kan in een eerste onderzoek meestal nog geen betrouwbare uitspraak worden gedaan. Daarom kunnen op basis van de resultaten van dit eerste onderzoek dan ook geen conclusies worden getrokken ten aanzien van het wel of niet ernstig zijn van het verontreinigingsgeval. Een geval van ernstige bodemverontreiniging kan zich ook voordoen zonder dat de interventiewaarden worden overschreden. Als een verontreiniging zich zodanig in een ander milieucompartiment (bijv. het grondwater) of objecten (bijv. consumptiegewassen) verspreidt dat daar schadelijke effecten kunnen optreden, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Ook als het bij puntbronnen van verontreinigingen (bijv. op grond van berekeningen) waarschijnlijk is dat zonder maatregelen op korte termijn (binnen maximaal enkele maanden) een verontreiniging van genoemde 25 of 100 m 3 bodemvolume kan optreden, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De ernst en spoedeisendheid van het geval wordt vastgesteld in een nader onderzoek. Een nader onderzoek kan worden uitgevoerd als er een duidelijke indicatie bestaat dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. In het overheidsbeleid wordt als criterium voor het uitvoeren van een nader onderzoek, afhankelijk van de omstandigheden, uitgegaan van een concentratie, voor respectievelijk grond en grondwater, die ligt boven het gemiddelde van respectievelijk de interventie- Bodem

7 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht en achtergrondwaarde (T-waarde = (AW2000+I)/2) voor grond en de interventie- en streefwaarde (Twaarde = (S+I)/2) voor grondwater. De achtergrond- en interventiewaarden van de stoffen in de grond zijn om uiteenlopende redenen gedeeltelijk afhankelijk gesteld van de samenstelling van de grond, nl. het gehalte lutum (bodemdeeltjes < 2 m) en/of het gehalte organisch stof (humus). Wanneer het gehalte van een parameter beneden de voorgeschreven rapportagegrens van de AS3000 ligt mag er, conform de 'Wijziging Regeling bodemkwaliteit' en de 'Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013' voor de betreffende parameter van worden uitgegaan dat wordt voldaan aan de achtergrond- of streefwaarde. Voor somparameters geldt hetzelfde indien alle individuele componenten van die somparameter lager zijn dan de voorgeschreven rapportagegrens. Indien er voor één of meerdere individuele componenten een gemeten gehalte (zonder < teken) is of verhoogde rapportagegrenzen, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor één of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. Er kan onderbouwd worden geconcludeerd dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. In de 'Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013' is aangegeven dat de norm voor barium in grond tijdelijk is ingetrokken. Gebleken is namelijk dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 920 mg/kg d.s. (voor standaardbodem). Analyses op barium dienen wel nog te worden uitgevoerd, maar de resultaten hoeven dus niet meer getoetst te worden, tenzij een duidelijke antropogene bron aanwezig is. Bodem

8

9 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 2: Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen Bodem

10 Projectcode: Projectnaam: Verdeelstation te Zwijndrecht Boring: 01 Boring: (60) 60 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, zwak steenhoudend, sporen glas, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor (50) 50 groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, zwak steenhoudend, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor (40) 100 (30) 130 (40) 170 (80) Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen wortels, geen olie-water reactie, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, sterk siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, geen olie-water reactie, lichtgrijs, Edelmanboor (30) 280 Veen, mineraalarm, geen olie-water reactie, donkerbruin, Edelmanboor Boring: 03 Boring: (50) 50 groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, sporen stenen, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor (50) 50 groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, zwak steenhoudend, zwak glashoudend, sporen kolengruis, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor Boring: 05 Boring: (50) 50 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, sporen kolengruis, sporen glas, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor (50) 50 (50) groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, sporen stenen, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, geen olie-water reactie, donkerbruin, Edelmanboor (40) 140 (20) 160 (40) 200 Klei, sterk zandig, zwak humeus, sporen roest, geen olie-water reactie, donker grijsbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak roesthoudend, geen olie-water reactie, grijsbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, geen olie-water reactie, neutraalgrijs, Edelmanboor Schaal 1: 50 getekend volgens NEN 5104

11 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig uiterste olie-water reactie zand Zand, kleiïg Klei, sterk zandig p.i.d.-waarde >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster veen Veen, mineraalarm zwak humeus matig humeus volumering overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig peilbuis blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand bentoniet afdichting filter

12 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 3: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden Monsternummer Eenheid MM01 MM02 Boringnummer 01, 02, 04, 05 01, 06 Diepte (cm -mv.) ALGEMEEN Analysedatum Droge stof (%) 51,90 82,70 Lutum gehalte (% ds) * 21,6 * 8,2 Organische stof gehalte (% ds) * 3,7 * 2,8 Monsterconclusie Overschrijding achtergrondwaarde Overschrijding achtergrondwaarde METALEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Barium mg/kg ds (6) (6) Cadmium mg/kg ds 0,65 0,810 0,02 < 0,2 0,200-0,03 Kobalt mg/kg ds ,01 7,3 15,300 0,00 Koper mg/kg ds , ,11 Kwik mg/kg ds 0,21 0,230 0,00 0,13 0,170 0,00 Lood mg/kg ds , ,04 Molybdeen mg/kg ds < 1,5 1,100 0,00 < 1,5 1,100 0,00 Nikkel mg/kg ds , ,06 Zink mg/kg ds , ,01 PAK Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Anthraceen mg/kg ds 0,073 0,073 < 0,05 0,040 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,23 0,230 0,077 0,077 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,25 0,250 0,074 0,074 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,17 0,170 0,068 0,068 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,14 0,140 < 0,05 0,040 Chryseen mg/kg ds 0,28 0,280 0,1 0,100 Fenanthreen mg/kg ds 0,27 0,270 0,075 0,075 Fluorantheen mg/kg ds 0,51 0,510 0,16 0,160 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,21 0,210 < 0,05 0,040 Naftaleen mg/kg ds < 0,05 0,040 < 0,05 0,040 PAK 10 VROM (0,7) mg/kg ds 2,2 0 0,7 0 PAK 10 VROM mg/kg ds 0 2,200 0,02 0 0,690-0,02 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds (6) 5,2 18,600 (6) Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds ,01 < ,02 Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds 7,4 20 (6) < 5 13 (6) Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds 5,7 15,400 (6) 5,6 20 (6) Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds (6) < (6) Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds 7,8 21,100 (6) < 5 13 (6) Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds < 6 11 (6) < 6 15 (6) Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *:Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Bodem

13 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Monsternummer Eenheid MM01 MM02 Boringnummer 01, 02, 04, 05 01, 06 Diepte (cm -mv.) PCB`S Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index PCB (7) mg/kg ds 0, , PCB (som 7) mg/kg ds 0 0,052 0,03 0 0,023 0,00 PCB 101 mg/kg ds 0,0021 0,006 < 0,001 0,003 PCB 118 mg/kg ds 0,0013 0,004 < 0,001 0,003 PCB 138 mg/kg ds 0,0048 0,013 0,0012 0,004 PCB 153 mg/kg ds 0,0056 0,015 0,0014 0,005 PCB 180 mg/kg ds 0,004 0,011 0,0011 0,004 PCB 28 mg/kg ds < 0,001 0,002 < 0,001 0,003 PCB 52 mg/kg ds < 0,001 0,002 < 0,001 0,003 Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *:Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Bodem

14 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Monsternummer Eenheid MM03 Boringnummer 01, 06 Diepte (cm -mv.) ALGEMEEN Analysedatum Droge stof (%) 77,00 Lutum gehalte (% ds) * 15,9 Organische stof gehalte (% ds) * 3,7 Monsterconclusie Voldoet aan achtergrondwaarde METALEN Meetw GSSD Index Barium mg/kg ds (6) Cadmium mg/kg ds 0,23 0,310-0,02 Kobalt mg/kg ds ,00 Koper mg/kg ds ,09 Kwik mg/kg ds < 0,05 0,040 0,00 Lood mg/kg ds ,04 Molybdeen mg/kg ds < 1,5 1,100 0,00 Nikkel mg/kg ds ,22 Zink mg/kg ds ,07 PAK Meetw GSSD Index Anthraceen mg/kg ds < 0,05 0,040 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds < 0,05 0,040 Benzo(a)pyreen mg/kg ds < 0,05 0,040 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds < 0,05 0,040 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds < 0,05 0,040 Chryseen mg/kg ds < 0,05 0,040 Fenanthreen mg/kg ds < 0,05 0,040 Fluorantheen mg/kg ds < 0,05 0,040 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds < 0,05 0,040 Naftaleen mg/kg ds < 0,05 0,040 PAK 10 VROM (0,7) mg/kg ds < 0,35 0 PAK 10 VROM mg/kg ds 0 0,350-0,03 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 3 6 (6) Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds < ,03 Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds < 5 9 (6) Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds < 5 9 (6) Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds < (6) Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds 5 14 (6) Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds < 6 11 (6) Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *:Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Bodem

15 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Monsternummer Eenheid MM03 Boringnummer 01, 06 Diepte (cm -mv.) PCB`S Meetw GSSD Index PCB (7) mg/kg ds < 0, PCB (som 7) mg/kg ds 0 0,013-0,01 PCB 101 mg/kg ds < 0,001 0,002 PCB 118 mg/kg ds < 0,001 0,002 PCB 138 mg/kg ds < 0,001 0,002 PCB 153 mg/kg ds < 0,001 0,002 PCB 180 mg/kg ds < 0,001 0,002 PCB 28 mg/kg ds < 0,001 0,002 PCB 52 mg/kg ds < 0,001 0,002 Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *:Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Bodem

16 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 4: Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding normwaarden Monsternummer Eenheid Diepte (cm -mv.) ALGEMEEN Analysedatum Grondwaterstand cm 1,0 ph 7,5 EC ( µs/cm) 1380 Troebelheid (NTU) 6,0 Monsterconclusie Overschrijding streefwaarde METALEN Meetw GSSD Index Barium µg/l ,35 Cadmium µg/l < 0,2 0,100-0,05 Kobalt µg/l 3,8 3,800-0,20 Koper µg/l < 2 1-0,23 Kwik µg/l < 0,05 0,040-0,04 Lood µg/l < 2 1-0,23 Molybdeen µg/l 5,9 5,900 0,00 Nikkel µg/l 5,6 5,600-0,16 Zink µg/l ,07 AROMATISCHE VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Benzeen µg/l < 0,2 0,100 0,00 BTEX µg/l 1,6 1,600 (6) Ethylbenzeen µg/l 0,32 0,320-0,03 meta-/para-xyleen µg/l 0,91 0,910 ortho-xyleen µg/l 0,34 0,340 Styreen µg/l < 0,2 0,100-0,02 Tolueen µg/l < 0,2 0,100-0,01 Xylenen µg/l 1,3 0 Xylenen µg/l 0 1,300 0,02 PAK Meetw GSSD Index Naftaleen µg/l < 0,02 0,010 0,00 PAK 10 VROM Gemeten concentratie kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing Bodem

17 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Monsternummer Eenheid Diepte (cm -mv.) GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Meetw GSSD Index 1,1,1-Trichloorethaan µg/l < 0,1 0,100 0,00 1,1,2-Trichloorethaan µg/l < 0,1 0,100 0,00 1,1-Dichloorethaan µg/l < 0,2 0,100-0,01 1,1-Dichlooretheen µg/l < 0,1 0,100 0,01 1,1-Dichloorpropaan µg/l < 0,2 0,100 1,2-Dichloorethaan µg/l < 0,2 0,100-0,02 1,2-Dichloorpropaan µg/l < 0,2 0,100 1,3-Dichloorpropaan µg/l < 0,2 0, Dichloorethenen µg/l 0,14 0 cis + trans-1,2-dichlooretheen µg/l 0 0,140 0,01 cis-1,2-dichlooretheen µg/l < 0,1 0,100 CKW µg/l < 1,6 0 Dichloormethaan µg/l < 0,2 0,100 0,00 Dichloorpropaan µg/l 0 0,420 0,00 Dichloorpropanen µg/l 0,42 0 Per µg/l < 0,1 0,100 0,00 Tetra µg/l < 0,1 0,100 0,01 trans-1,2-dichlooretheen µg/l < 0,1 0,100 Tribroommethaan µg/l < 0,2 0,100 Trichlooretheen (Tri) µg/l < 0,2 0,100-0,05 Trichloormethaan µg/l < 0,2 0,100-0,01 Vinylchloride µg/l < 0,1 0,100 0,02 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Minerale olie C10 - C12 µg/l < 4 3 (6) Minerale olie C10 - C40 µg/l < ,03 Minerale olie C12 - C16 µg/l < 7 5 (6) Minerale olie C16 - C21 µg/l < 8 6 (6) Minerale olie C21 - C30 µg/l < (6) Minerale olie C30 - C35 µg/l < 8 6 (6) Minerale olie C35 - C40 µg/l < 8 6 (6) Stofgroep Gemeten concentratie kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing Bodem

18 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 5: Normwaarden grond en grondwater Tabel: Achtergrondwaarden en interventiewaarden grond 9 (gehalten in mg/kg.d.s.) Stof 1. Metalen Antimoon 4,0* 22 Arseen Barium Cadmium 0,60 13 Chroom III Chroom VI - 78 Kobalt Koper Kwik (anorganisch) 0,15 36 Kwik (organisch) - 4 Lood Molybdeen 1,5* 190 Nikkel Zink Beryllium - 30 # Seleen # Tellurium # Thallium - 15 # Tin 6,5 900 # Vanadium # Zilver - 15 # 2. Overige organische stoffen Cyanide (vrij) 5 3,0 20 Cyanide (complex) 6 5,5 50 Thiocyanaat 6, Aromatische verbindingen Benzeen 0,20* 1,1 Ethylbenzeen 0,20* 110 Tolueen 0,20* 32 Xylenen (som) 1 0,45* 17 Styreen (vinylbenzeen) 0,25* 86 Fenol 0,25 14 Cresolen (som) 1 0,30* 13 Dodecylbenzeen 0,35* 1000 # Aromatische oplosmiddelen 1, 7 2,5* 200 # Dihydroxybenzenen (som) 12-8 # 4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) PAK s (totaal) (som 10) 1 1, Gechloreerde koolwaterstoffen A. (Vluchtige koolwaterstoffen) Monochlooretheen (Vinylchloride) 0,10* 0,1 2 Dichloormethaan 0,10 3,9 1,1-dichloorethaan 0,20* 15 1,2-dichloorethaan 0,20* 6,4 1,1-dichlooretheen 2 0,30* 0,3 1,2-dichlooretheen (som) 1 0,30* 1 Dichloorpropanen (som) 1 0,80* 2 Trichloormethaan (chloroform) 0,25* 5,6 1,1,1-trichloorethaan 0,25* 15 1,1,2-trichloorethaan 0,3* 10 Trichlooretheen (Tri) 0,25* 2,5 Tetrachloormethaan (Tetra) 0,3* 0,7 Tetrachlooretheen (Per) 0,15 8,8 B. Chloorbenzenen Monochloorbenzeen 0,2* 15 Dichloorbenzenen (som) 1 2,0* 19 Trichloorbenzenen (som) 1 0,015* 11 Tetrachloorbenzenen (som) 1 0,0090* 2,2 Pentachloorbenzenen 0,0025 6,7 Hexachloorbenzeen 0, C. Chloorfenolen Monochloorfenolen (som) 1 0,045 5,4 Dichloorfenolen (som) 1 0,20* 22 Trichloorfenolen (som) 1 0,0030* 22 Tetrachloorfenolen (som) 1 0,015* 21 Pentachloorfenol 0,0030* 12 Stof Achtergrondwaarde Interventiewaarde Achtergrondwaarde Interventiewaarde D. Polychloorbifenylen (PCB's) PCB s (som 7) 1 0,020 1 E. Overige gechloreerde koolwaterstoffen Monochlooranilinen (som) 1 0,20* 50 Dioxine (som TEQ) 1 0,000055* 0,00018 Chloornaftaleen (som) 1 0,070* 23 Dichlooranilinen - 50 # Trichlooranilinen - 10 # Tetrachlooranilinen - 30 # Pentachlooranilinen 0,15* 10 # 4-chloormethylfenolen 0,60* 15 # 6. Bestrijdingsmiddelen A. Organochloor-bestrijdingsmiddelen Chloordaan (som) 1 0, DDT (som) 1 0,20 1,7 DDE (som) 1 0,10 2,3 DDD (som) 1 0, Aldrin - 0,32 Drins (som) 1 0,015 4 α-endosulfan 0, α-hch 0, β-hch 0,0020 1,6 γ-hch (lindaan) 0,0030 1,2 Heptachloor 0, Heptachloorepoxide (som) 1 0, Hexachloorbutadieen 0,003* - organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen 0,40 - (som landbodem) C. Organotinbestrijdingsmiddelen Organotinverbindingen (som) 1, 10 0,15 2,5 tributyltin (TBT) 2, 10 0,065 - D. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden MCPA 0,55* 4 E. Overige bestrijdingsmiddelen Atrazine 0,035* 0,71 Carbaryl 0,15* 0,45 Carbofuran 13 0,017* 0,017 2 niet chloorhoudende bestrijdingsmiddelen 0,090* - Azinfosmethyl 0,0075* 2 # Maneb - 22 # 7. Overige stoffen Asbest Cyclohexanon 2,0* 150 Dimethyl ftalaat 11 0,045* 82 Diethyl ftalaat 11 0,045* 53 Di-isobutyl ftalaat 11 0,045* 17 Dibutyl ftalaat 11 0,070* 36 Butyl benzylftalaat 11 0,070* 48 Dihexyl ftalaat 11 0,070* 220 Di(2-ethylhexyl)ftalaat 11 0,045* 60 Minerale olie Pyridine 0,15* 11 Tetrahydrofuran 0,45 7 Tetrahydrothiofeen 1,5* 8,8 Tribroommethaan (bromoform) 0,20* 75 Acrylonitril 0,1* 0,1 # Butanol 2,0* 30 # 1,2 butylacetaat 2,0* 200 # Ethylacetaat 2,0* 75 # Diethyleen glycol 8,0 270 # Ethyleen glycol 5,0 100 # Formaldehyde 0,1* 0,1 # Isopropanol 0, # Methanol 3,0 30 # Methylethylketon 2,0* 35 # Methyl-tert-buthyl ether (MTBE) 0,20* 100 # Bodem

19 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Toelichting: * Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden. # Voor deze stof is geen interventiewaarde vastgesteld, het gehalte betreft een niveau voor ernstige verontreiniging (INEV). 1 Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit. Voor de berekening van de som TEQ voor dioxine wordt verwezen naar bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. Voor het optellen van meetwaarden beneden de bepalingsgrens wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. 2 De interventiewaarde voor grond voor deze stof is gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien de stof wordt aangetoond moeten de risico's nader worden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1-dichlooretheen in grond moet tevens het grondwater worden onderzocht. 3 Gewogen norm (concentratie serpentijn asbest + 10 x concentratie amfibool asbest). 4 De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Indien er sprake is van een verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld benzine of huisbrandolie) dan dient naast het alkaangehalte ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden. Met deze somparameter is om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische differentiatie worden bestudeerd. 5 Bij gehalten die de achtergrondwaarden overschrijden moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van uitdamping. Wanneer uitdamping naar binnenlucht zou kunnen optreden, moet bij overschrijding van de achtergrondwaarde worden gemeten in de bodemlucht en moet worden getoetst aan de TCL (Toxicologisch Toelaatbare Concentratie in Lucht). 6 Het gehalte cyanide-complex is gelijk aan het gehalte cyanide-totaal minus het gehalte cyanide-vrij, bepaald conform NEN-EN-ISO :2012, NEN-EN-ISO :2012 en NEN-ISO 17380:2006. Indien geen cyanide-vrij wordt verwacht, mag het gehalte cyanide-complex gelijk worden gesteld aan het gehalte cyanide-totaal (en hoeft dus alleen het gehalte cyanide-totaal te worden gemeten). 7 De achtergrondwaarde van deze somparameter gaat uit van de aanwezigheid van meerdere van de 16 componenten, die tot deze somparameter worden gerekend (zie bijlage N). De hoogte van de achtergrondwaarde is gebaseerd op de som van de bepalingsgrenzen vermenigvuldigd met 0,7. Sommige componenten zijn tevens individueel genormeerd. Binnen de somparameter mag de achtergrondwaarde van de individueel genormeerde componenten niet worden overschreden. Voor de componenten, die niet individueel zijn genormeerd, geldt per component een maximum gehalte van 0,45 mg/kg ds, voor de achtergrondwaarde. 8 De norm voor barium is tijdelijk ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien er sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 920 mg/kg. Deze voormalige interventiewaarde is op dezelfde manier onderbouwd als de interventiewaarde voor de meeste andere metalen en is voor barium inclusief een natuurlijk achtergrondgehalte van 190 mg/kg d.s. 9 Voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. 10 De eenheid voor organotinverbindingen is mg Sn/kg ds. 11 Het is onzeker of de achtergrondwaarden voor ftalaten meetbaar zijn. Toekomstige ervaringen moeten uitwijzen of sprake is van een knelpunt. 12 Onder dihydroxybenzenen (som) wordt verstaan: de som van catechol, resorcinol en hydrochinon 13 De maximale waarden bodemfunctieklasse wonen en industrie van deze stoffen zijn gelijk aan de interventiewaarden bodemsanering en zijn gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien de stof wordt aangetoond moeten de risico s nader worden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1-dichlooretheen moet tevens het grondwater worden onderzocht. Bodem

20 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Tabel: Streefwaarden en interventiewaarden grondwater 9 (concentraties in μg/l) Stof Streefwaarde 7 Ondiep (< 10 m -mv.) Diep (> 10 m -mv.) Interventiewaarde 1. Metalen Antimoon - 0,15* 20 Arseen 10 7,2 60 Barium Cadmium 0,4 0,06 6 Chroom 1 2,5 30 Kobalt 20 0,7* 100 Koper 15 1,3* 75 Kwik 0,05 0,01* 0,3 Lood 15 1,7* 75 Molybdeen 5 3,6 300 Nikkel 15 2,1* 75 Zink Beryllium - 0,05 15 # Seleen - 0, # Tellurium - 70 # Thallium - 2* 7 # Tin - 2,2* 50 # Vanadium - 1,2* 70 # Zilver - 40 # 2. Overige organische stoffen Chloride Cyanide (vrij) Cyanide (complex) Thiocyanaat Aromatische verbindingen Benzeen 0,2 30 Ethylbenzeen Tolueen Xylenen (som) 1 0,2 70 Styreen (vinylbenzeen) Fenol 0, Cresolen (som) 1 0,2 200 Dodecylbenzeen - 0,02 # Aromatische oplosmiddelen # Catechol (o-dihydroxybenzeen) 0, # Resorcinol (m-dihydroxybenzeen) 0,2 600 # Hydrochinon (p-dihydroxybenzeen) 0,2 800 # 4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) 5 Naftaleen 0,01* 70 Fenantreen 0,003* 5 Antraceen 0,0007* 5 Fluorantheen 0,003* 1 Chryseen 0,003* 0,2 Benzo(a)antraceen 0,0001* 0,5 Benzo(a)pyreen 0,0005* 0,05 Benzo(k)fluorantheen 0,0004* 0,05 Indeno(1,2,3cd)pyreen 0,0004* 0,05 Benzo(ghi)peryleen 0,0003* 0,05 5. Gechloreerde koolwaterstoffen A. (Vluchtige koolwaterstoffen) Monochlooretheen (Vinylchloride) 0,01* 5 Dichloormethaan 0,01* ,1-dichloorethaan ,2-dichloorethaan ,1-dichlooretheen 0,01* 10 1,2-dichlooretheen (som) 1 0,01* 20 Dichloorpropanen (som) 1 0,8* 80 Trichloormethaan (chloroform) ,1,1-trichloorethaan 0,01* 300 1,1,2-trichloorethaan 0,01* 130 Trichlooretheen (Tri) Tetrachloormethaan (Tetra) 0,01* 10 Tetrachlooretheen (Per) 0,01* 40 B. Chloorbenzenen 5 Monochloorbenzeen Dichloorbenzenen (som) Trichloorbenzenen (som) 1 0,01* 10 Tetrachloorbenzenen (som) 1 0,01* 2,5 Pentachloorbenzenen 0,003* 1 Hexachloorbenzeen 0,00009* 0,5 Stof Streefwaarde 7 Interventiewaarde C. Chloorfenolen 5 Monochloorfenolen (som) 1 0,3 100 Dichloorfenolen (som) 1 0,2 30 Trichloorfenolen (som) 1 0,03 10 Tetrachloorfenolen (som) 1 0,01 10 Pentachloorfenol 0,04 3 D. Polychloorbifenylen (PCB's) PCB s (som 7) 1 0,01* 0,01 E. Overige gechloreerde koolwaterstoffen Monochlooranilinen (som) 1-30 Chloornaftaleen (som) 1-6 Dichlooranilinen # Trichlooranilinen - 10 # Tetrachlooranilinen - 10 # Pentachlooranilinen - 1 # 4-chloormethylfenolen # Dioxine (som TEQ) 1-0, # 6. Bestrijdingsmiddelen A. Organochloor-bestrijdingsmiddelen Chloordaan (som) 1 0,00002* 0,2 DDT (som) DDE (som) DDD (som) DDT/DDE/DDD (som) 1 0,000004* 0,01 Aldrin 0,000009* - Dieldrin 0,0001* - Endrin 0,00004* - Drins (som) 1-0,1 α-endosulfan 0,0002* 5 α-hch 0,033 - β-hch 0,008* - γ-hch (lindaan) 0,009* - HCH-verbindingen (som) 1 0,05 1 Heptachloor 0,000005* 0,3 Heptachloorepoxide (som) 1 0,000005* 3 C. Organotinbestrijdingsmiddelen Organotinverbindingen (som) 1 0, ,016 0,7 D. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden MCPA 0,02 50 E. Overige bestrijdingsmiddelen Atrazine 0, Carbaryl 0, Carbofuran 0, Azinfosmethyl 0, # Maneb 0, ,1 # 7. Overige stoffen Cyclohexanon 0, Dimethyl ftalaat - - Diethyl ftalaat - - Di-isobutyl ftalaat - - Dibutyl ftalaat - - Butyl benzylftalaat - - Dihexyl ftalaat - - Di(2-ethylhexyl)ftalaat - - Ftalaten (som) 1 0,5 5 Minerale olie Pyridine 0,5 30 Tetrahydrofuran 0,5 300 Tetrahydrothiofeen 0, Tribroommethaan (bromoform) Acrylonitril 0,08 5 # Butanol # 1,2 butylacetaat # Ethylacetaat # Diethyleen glycol # Ethyleen glycol # Formaldehyde - 50 # Isopropanol # Methanol # Methylethylketon # Methyl-tert-buthyl ether (MTBE) # Bodem

21 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Toelichting: # Voor deze stof is geen interventiewaarde vastgesteld, de concentratie betreft een niveau voor ernstige verontreiniging (INEV). 1 Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit. Voor de berekening van de som TEQ voor dioxine wordt verwezen naar bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. Voor het optellen van meetwaarden beneden de bepalingsgrens wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. 4 De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Indien er sprake is van een verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld benzine of huisbrandolie) dan dient naast de alkaanconcentratie ook de concentratie aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden. Met deze somparameter is om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische differentiatie worden bestudeerd. 5 Voor grondwater zijn de effecten van PAK's, chloorbenzenen en chloorfenolen indirect, als fractie van de individuele interventiewaarde, optelbaar (dat wil zeggen 0,5 x interventiewaarde stof A heeft evenveel effect als 0,5 x interventiewaarde stof B). Dit betekent dat een somformule moet worden gebruikt om te beoordelen of van overschrijding van de interventiewaarde sprake is. Er is sprake van overschrijding van de interventiewaarde voor de som van een groep stoffen indien Σ(Ci/Ii) >1, waarbij Ci= gemeten concentratie van een stof uit de betreffende groep en Ii= interventiewaarde voor de betreffende stof uit de betreffende groep. 7 De streefwaarde grondwater voor een aantal stoffen (gemarkeerd met *) is lager dan of gelijk aan de vereiste rapportagegrens in bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. Voor het beoordelen van meetwaarden beneden de rapportagegrens, wordt verwezen naar bijlage G. 9 Voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. Bodem

22 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 6: Analysecertificaten Bodem

23 Antea Group T.a.v. A. Santos 4900 AA OOSTERHOUT Analysecertificaat Datum: Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie /1 Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Uw ordernummer Monster(s) ontvangen Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst. Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening: Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies. Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V. Ins. A. Veldhuizen Technical Manager Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) BNP Paribas S.A Fax +31 (0) VAT/BTW No. NL B01 info-env@eurofins.nlkvk No Site IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

24 Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix Certificaatnummer/Versie Cort van der Lindenstraat 8 te ZwijndrechtStartdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina Grond; Grond (AS3000) / /14:18 A,B,C 1/2 Analyse Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Eenheid Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Bodemkundige analyses S Droge stof % (m/m) S Organische stof % (m/m) ds Q Gloeirest % (m/m) ds S Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds Metalen S Barium (Ba) mg/kg ds S Cadmium (Cd) mg/kg ds 0.65 < S Kobalt (Co) mg/kg ds S Koper (Cu) mg/kg ds S Kwik (Hg) mg/kg ds <0.050 S Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1.5 <1.5 <1.5 S Nikkel (Ni) mg/kg ds S Lood (Pb) mg/kg ds S Zink (Zn) mg/kg ds Minerale olie Minerale olie (C10-C12) Minerale olie (C12-C16) Minerale olie (C16-C21) Minerale olie (C21-C30) Minerale olie (C30-C35) Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <3.0 mg/kg ds 7.4 <5.0 <5.0 mg/kg ds <5.0 mg/kg ds 12 <11 <11 mg/kg ds 7.8 < mg/kg ds <6.0 <6.0 <6.0 S Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds 48 <35 <35 Chromatogram olie (GC) Polychloorbifenylen, PCB Zie bijl. S PCB 28 mg/kg ds < < < S PCB 52 mg/kg ds < < < S PCB 101 mg/kg ds < < Nr Monsteromschrijving MM01 (0-50) MM02 (50-170) Datum monstername fins Analytico-nr. 21-Jul Jul MM03 ( ) 21-Jul Eurofins Analytico B.V. Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV). TESTEN RvA L010

25 Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix Certificaatnummer/Versie Cort van der Lindenstraat 8 te ZwijndrechtStartdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina Grond; Grond (AS3000) / /14:18 A,B,C 2/2 Analyse Eenheid S PCB 118 mg/kg ds < < S PCB 138 mg/kg ds < S PCB 153 mg/kg ds < S PCB 180 mg/kg ds < S PCB (som 7) (factor 0,7) Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK mg/kg ds S Naftaleen mg/kg ds <0.050 <0.050 <0.050 S Fenanthreen mg/kg ds <0.050 S Anthraceen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Fluorantheen mg/kg ds <0.050 S Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0.050 S Chryseen mg/kg ds <0.050 S Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0.14 <0.050 <0.050 S Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0.050 S Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds <0.050 S Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds 0.21 <0.050 <0.050 S PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds ) 1) Nr Monsteromschrijving MM01 (0-50) MM02 (50-170) Datum monstername fins Analytico-nr. 21-Jul Jul MM03 ( ) 21-Jul Eurofins Analytico B.V. Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Akkoord Pr.coörd. VA Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV). TESTEN RvA L010

26 Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat /1 Pagina 1/1 Eurofins AnalyBoornr Omschrijving Van Tot Barcode Monsteromschrijving MM01 (0-50) MM02 (50-170) MM03 ( ) Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

27 Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat /1 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

28 . Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat /1 Pagina 1/1 Analyse Methode Techniek Methode referentie Cryogeen malen AS3000 W0106 Voorbehandeling Cf. AS3000 Droge Stof W0104 Gravimetrie Cf. pb en gw. NEN-ISO Organische stof (gloeirest) W0109 Gravimetrie Cf. pb en cf. NEN 5754 Lutum (fractie < 2 µm) W0171 Sedimentatie Cf. pb en cf. NEN 5753 Barium (Ba) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Cadmium (Cd) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Kobalt (Co) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Koper (Cu) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Kwik (Hg) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Molybdeen (Mo) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Nikkel (Ni) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Lood (Pb) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Zink (Zn) W0423 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Minerale Olie (GC) (C10 - C40) W0202 GC-FID Cf. pb en cf. NEN 6978 Chromatogram MO (GC) W0202 GC-FID Eigen methode PCB (7) W0271 GC-MS Cf. pb en gw. NEN 6980 PAK (10 VROM) W0271 GC-MS Cf. pb en gw. NEN-ISO PAK som AS3000/AP04 W0271 GC-MS Cf. pb en gw. NEN-ISO Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

29 Chromatogram TPH/Mineral Oil Sample id.: Certificate no.: Sample description.: MM01 (0-50) C10_Interne_standaard C12 C16 C21 C30 C35 C40_Interne_standaard C10_Interne_standaard C12 C16 C21 C30 C35 C40_Interne_standaard

30 Antea Group T.a.v. A. Santos 4900 AA OOSTERHOUT Analysecertificaat Datum: Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie /1 Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Uw ordernummer Monster(s) ontvangen Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst. Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening: Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies. Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V. Ins. A. Veldhuizen Technical Manager Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) BNP Paribas S.A Fax +31 (0) VAT/BTW No. NL B01 info-env@eurofins.nl KvK No Site IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

31 Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix Projectcode Certificaatnummer/Versie /1 Cort van der Lindenstraat 8 te ZwijndrechtStartdatum Rapportagedatum /08:44 Bijlage A,B,C,D A. van Meel Pagina 1/2 Water; Water (AS3000) Energie Analyse Eenheid 1 Metalen S Barium (Ba) µg/l 250 S Cadmium (Cd) µg/l <0.20 S Kobalt (Co) µg/l 3.8 S Koper (Cu) µg/l <2.0 S Kwik (Hg) µg/l <0.050 S Molybdeen (Mo) µg/l 5.9 S Nikkel (Ni) µg/l 5.6 S Lood (Pb) µg/l <2.0 S Zink (Zn) µg/l 12 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen S Benzeen µg/l <0.20 S Tolueen µg/l <0.20 S Ethylbenzeen µg/l 0.32 S o-xyleen µg/l 0.34 S m,p-xyleen µg/l 0.91 S Xylenen (som) factor 0,7 µg/l 1.3 BTEX (som) µg/l S Naftaleen µg/l <0.020 S Styreen µg/l <0.20 Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen S Dichloormethaan µg/l <0.20 S Trichloormethaan µg/l <0.20 S Tetrachloormethaan µg/l <0.10 S Trichlooretheen µg/l <0.20 S Tetrachlooretheen µg/l <0.10 S 1,1-Dichloorethaan µg/l <0.20 S 1,2-Dichloorethaan µg/l <0.20 S 1,1,1-Trichloorethaan µg/l <0.10 S 1,1,2-Trichloorethaan µg/l <0.10 S cis 1,2-Dichlooretheen µg/l <0.10 Nr. Monsteromschrijving ( ) 29-Jul Datum monstername fins Analytico-nr. Eurofins Analytico B.V. Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV). TESTEN RvA L010

32 Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix Projectcode Certificaatnummer/Versie /1 Cort van der Lindenstraat 8 te ZwijndrechtStartdatum Rapportagedatum /08:44 Bijlage A,B,C,D A. van Meel Pagina 2/2 Water; Water (AS3000) Energie Analyse Eenheid 1 S trans 1,2-Dichlooretheen µg/l <0.10 CKW (som) µg/l <1.6 S Tribroommethaan µg/l <0.20 S Vinylchloride µg/l <0.10 S 1,1-Dichlooretheen µg/l <0.10 S 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/l 0.14 S 1,1-Dichloorpropaan µg/l <0.20 S 1,2-Dichloorpropaan µg/l <0.20 S 1,3-Dichloorpropaan µg/l <0.20 S Dichloorpropanen som factor 0.7 µg/l ) Minerale olie Minerale olie (C10-C12) Minerale olie (C12-C16) Minerale olie (C16-C21) Minerale olie (C21-C30) Minerale olie (C30-C35) Minerale olie (C35-C40) µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l <4.0 <7.0 <8.0 <15 <8.0 <8.0 S Minerale olie totaal (C10-C40) µg/l <50 Nr. Monsteromschrijving Datum monstername fins Analytico-nr ( ) 29-Jul Eurofins Analytico B.V. Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Akkoord Pr.coörd. VA Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV). TESTEN RvA L010

33 Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat /1 Pagina 1/1 Eurofins AnalyBoornr Omschrijving Van Tot Barcode Monsteromschrijving ( ) Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

34 Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat /1 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

35 . Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat /1 Pagina 1/1 Analyse Methode Techniek Methode referentie Aromaten (BTEXN) W0254 HS-GC-MS Cf. pb Xylenen som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb Barium (Ba) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Cadmium (Cd) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Cobalt (Co) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Koper (Cu) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Kwik (Hg) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Molybdeen (Mo) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Nikkel (Ni) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Lood (Pb) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Zink (Zn) W0421 ICP-MS Cf. pb en cf. NEN-EN-ISO Styreen W0254 HS-GC-MS Cf. pb VOCl (11) W0254 HS-GC-MS Cf. pb Tribroommethaan (Bromoform) W0254 HS-GC-MS Cf. pb Vinylchloride W0254 HS-GC-MS Cf. pb ,1-Dichlooretheen W0254 HS-GC-MS Cf. pb DiClEtheen som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb ,1-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb ,2-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb ,3-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb DiChlprop. som AS300 W0254 HS-GC-MS Cf. pb en gw. NEN EN ISO Minerale Olie (GC) (C10 - C40) W0215 LVI-GC-FID Cf. pb Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) info-env@eurofins.nl Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

36 Bijlage (D) opmerkingen aangaande de monstername en conserveringstermijn /1 Er zijn verschillen met de richtlijnen geconstateerd die de betrouwbaarheid van de resultaten van onderstaande monsters of analyses mogelijk hebben beinvloed. Pagina 1/1 Analyse Eurofins Analytico-nr. Bij ingangscontrole is gebleken dat de ph waarde niet voldoet aan de hiervoor gestelde eis. Vluchtige KWS (HS) (voorbehandeling) Eurofins Analytico B.V. Gildeweg NB Barneveld P.O. Box AL Barneveld NL Tel. +31 (0) Fax +31 (0) Site BNP Paribas S.A VAT/BTW No. NL B01 KvK No IBAN: NL71BNPA BIC: BNPANL2A Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

37 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 7: Foto's onderzoekslocatie Fotonummer: 1 Fotonummer: 2 Fotonummer: 3 Fotonummer: 4 Bodem

38 projectnr augustus 2014, revisie 00 CroonenBuro5 Cort van der Lindenstraat 8 te Zwijndrecht Bijlage 8: Tekening Bodem

39

40

41 Colofon Datum van uitgave: 10 februari 2015 Contactadres: Beneluxweg SJ OOSTERHOUT Postbus AA OOSTERHOUT Copyright 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

42 Akoestisch onderzoek 50 kv station Walburg te Zwijndrecht Projectnr februari 2015, revisie 01 Inhoud Blz. 1 Inleiding Beschrijving situatie en uitgangspunten Huidige situatie Wettelijk kader Rekenpunten Toekomstige situatie Modellering Resultaten onderzoek Zintuiglijke waarnemingen Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) Samenvatting en conclusie... 7 Bijlagen 1 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Meetresultaten Uitwerking metingen Invoergegevens rekenmodel Resultaten Figuur 1: Ligging bronnen en rekenpunten blad 1 van 7

43 Akoestisch onderzoek 50 kv station Walburg te Zwijndrecht Projectnr februari 2015, revisie 01 1 Inleiding In opdracht van Advin BV is een akoestisch onderzoek uitgevoerd bij het 50 kv verdeelstation Walburg dat ligt aan de Cort van der Lindenstraat 8 in Zwijndrecht. Het reeds bestaande 50 kv verdeelstation wordt in noordwestelijke richting uitgebreid. Deze uitbreiding past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Doel van het akoestisch onderzoek is om de nieuwe akoestische situatie inzichtelijk te maken en om op basis hiervan een goede ruimtelijke afweging te maken. Hiertoe is de geluidbelasting bepaald op een aantal beoordelingspunten ter plaatse van de dichtstbijzijnde woningen en de naastgelegen school. De berekende geluidbelasting is vervolgens vergeleken met de geluidnormstelling die past bij het gebiedstype "rustige woonwijk". De rapportage is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 2 beschrijft de activiteiten en de situering van de inrichting, de representatieve bedrijfssituatie en het wettelijk kader; De berekende geluidbelasting wordt in hoofdstuk 3 getoetst. In hoofdstuk 4 tenslotte staan de samenvatting en conclusie van het onderzoek. blad 2 van 7

44 Akoestisch onderzoek 50 kv station Walburg te Zwijndrecht Projectnr februari 2015, revisie 01 2 Beschrijving situatie en uitgangspunten 2.1 Huidige situatie Het 50 kv verdeelstation ligt aan de Cort van der Lindenstraat 8 in de wijk "Walburg" in Zwijndrecht. De omgeving van het verdeelstation kan worden omschreven als een woonwijk. In de directe omgeving bevinden zich huizen, flats en een school. Figuur 1: Ligging 50 kv verdeelstation Het verdeelstation is 24 uur per dag in werking. Het bestaat uit verschillende ruimtes. De akoestisch relevante ruimtes binnen het verdeelstation zijn de drie transformatorruimtes. Aan de oostzijde van het verdeelstation bevinden zich twee transformatorruimtes en aan de zuidwestzijde van het verdeelstation bevindt zich één transformatorruimte. Voor de ventilatie bevinden zich in de oostelijke transformatorruimtes roosters, die in verbinding staan met de buitenlucht. Hierdoor vindt geluiduitstraling naar buiten plaats. Ook via het rooster in de buitendeur van de transformatorruimte aan de zuidwestzijde vindt geluiduitstraling naar buiten plaats. Overdag rijdt een enkele auto van personeel van en naar het verdeelstation. In de directe omgeving van het verdeelstation wordt het omgevingsgeluid voornamelijk bepaald door verkeer in de nabijgelegen straten. Nabij de maatgevende woningen is het aandeel in het geluidniveau van het verdeelstation gering. Uit waarnemingen en geluidmetingen ter plaatse is gebleken dat het verdeelstation in de bestaande situatie niet als een relevante geluidbron moet worden gezien. 1 's Avonds en 's nachts zal de geluidbijdrage vanwege het verkeer minder zijn dan overdag. Tijdens het bezoek aan het verdeelstation op 28 juli 2014 was in de transformatorruimtes en buiten bij de roosters van de transformatorruimtes het tonale geluid als gevolg van de transformatoren duidelijk hoorbaar. Ter plaatse van de woningen is het (tonale) geluid afkomstig van het verdeelstation niet meer waargenomen. 1 Uit overdrachtsberekeningen voor de toekomstige situatie blijkt dit eens te meer (hoofdstuk 3) blad 3 van 7

45 Akoestisch onderzoek 50 kv station Walburg te Zwijndrecht Projectnr februari 2015, revisie Wettelijk kader Op basis van de categorie-indeling van de handreiking "Bedrijven en Milieuzonering" hoort bij het verdeelstation een richtafstand van 30 meter (vanwege het aspect geluid). Dit betekent dat er voor een goede ruimtelijke ordening een richtafstand bestaat van 30 meter tussen de grens van het terrein van het verdeelstation en woningen en scholen. Aan deze richtafstand wordt zowel in de huidige als toekomstige situatie niet voldaan. Om de afweging te maken of, ondanks dat niet aan de richtafstand wordt voldaan, toch sprake is van een goede ruimtelijke ordening, is voorliggend akoestisch onderzoek uitgevoerd (volgens stappenplan geluid uit de Handreiking). Ter plaatse van woningen en de school zijn de berekende geluidniveaus getoetst aan het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 45 db(a) etmaalwaarde behorende bij het omgevingstype rustige woonwijk. Vanwege de Omgevingsvergunning wordt te zijner tijd een melding Activiteitenbesluit ingediend dan wel een vergunningaanvraag ingevolge de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo). De geluidbelasting wordt dan getoetst aan de geluidvoorschriften uit het Activiteitenbesluit of aan de "Handreiking industrielawaai en vergunningverlening". 2.3 Rekenpunten Voor het akoestisch onderzoek zijn beoordelingspunten gehanteerd bij de geluidgevoelige bestemmingen (woningen en de school), zoals weergegeven in tabel 1. tabel 1: Overzicht beoordelingspunten Punt Adres Beschrijving 01 Talmaplantsoen 58 Woning van derden 02 Talmaplantsoen 50 Woning van derden 03 Cort van der Lindenstraat Woningen van derden (flat) 04 Talmaplantsoen 1 School 05 Talmaplantsoen 1 School 06 Cort van der Lindenstraat 5-11 Woningen van derden Het gebied tussen de beoordelingspunten en de inrichting bestaat voornamelijk uit gras en wegen. De situering van de inrichting en de beoordelingspunten zijn weergegeven in bijlage Toekomstige situatie In de toekomst wordt het verdeelstation uitgebreid in noordwestelijke richting. In de uitbreiding worden geen akoestisch relevante installaties geplaatst. In het bestaande deel blijven de transformatorruimtes op dezelfde plaats als in de huidige situatie. Hierdoor mag worden verwacht dat er in de toekomst geen toename is van geluid. 2.5 Modellering Op 28 juli 2014 zijn geluidmetingen uitgevoerd in de drie transformatorruimtes, buiten bij de roosters van de transformatorruimtes en ter plaatse van de flat aan de Cort van der Lindenstraat en de woning aan Talmaplantsoen 58. De metingen en berekeningen zijn uitgevoerd volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI II 1999). Voor de overdrachtsberekeningen is gebruik gemaakt van Geomilieu versie Voor de metingen is gebruik gemaakt van de in onderstaande tabel vermelde meetapparatuur. blad 4 van 7

46 Akoestisch onderzoek 50 kv station Walburg te Zwijndrecht Projectnr februari 2015, revisie 01 tabel 2: Meetapparatuur Benaming Specificatie Fabrikant Type Microfoon Half inch Brüel & Kjær 4189 Kalibratiebron - Brüel & Kjær 4231 Geluidmeter Modulaire precisie geluid analysator Brüel & Kjær 2260 Een overzicht van de uitgewerkte meetresultaten staat in bijlage 2. Het is niet de verwachting dat het aantal verkeersbewegingen in de toekomst als gevolg van de uitbreiding van het verdeelstation zal toenemen. Verder betreft het slechts een enkele auto van het personeel die ruimschoots voldoet aan de normstelling conform de "Circulaire geluidhinder veroorzaakt door wegverkeer van en naar de inrichting, ministerie van VROM, 29 februari 1996". Daarom zijn de enkele verkeersbewegingen van en naar het verdeelstation niet opgenomen in het rekenmodel. blad 5 van 7

47 Akoestisch onderzoek 50 kv station Walburg te Zwijndrecht Projectnr februari 2015, revisie 01 3 Resultaten onderzoek 3.1 Zintuiglijke waarnemingen In de drie transformatorruimtes en buiten bij de roosters van de transformatorruimtes was het tonale geluid als gevolg van de transformatoren duidelijk hoorbaar. Ter plaatse van de woningen is het tonale geluid niet meer waargenomen. Deze zintuiglijke waarnemingen komen overeen met de meetresultaten (zie bijlage 1). In de transformatorruimtes zijn tertsbanden 100 en 200 Hz aanzienlijk hoger dan de twee naastgelegen tertsbanden. Bij de woningen is dit niet meer het geval. 3.2 Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) In tabel 3 staat de vergelijking van de berekende langtijdgemiddeld beoordelingsniveaus (LAr,LT), met het in hoofdstuk 2 genoemde toetsingskader. Tevens zijn de resultaten in de bijlagen opgenomen. tabel 3: Toetsing LAr,LT in db(a) de representatieve bedrijfssituatie Berekeningspunt L dag L avond L nacht Berekende waarde Toetsingswaarde Berekende Waarde Toetsingswaarde Berekende waarde Toetsingswaarde 01 Talmaplantsoen (woning) 02 Talmaplantsoen (woning) 03 Cort van der Lindenstraat (flat) 04 Talmaplantsoen (school)* 05 Talmaplantsoen (school) 06 Cort van der Lindenstraat 5-11 (woningen) * Aangezien de school 's avonds en 's nachts gesloten is, zijn hiervoor geen rekenresultaten opgenomen Uit bovenstaande tabel blijkt dat op alle berekeningspunten wordt voldaan aan het toetsingskader genoemd in de handreiking "Bedrijven en Milieuzonering". Tevens wordt ook voldaan aan de geluidnormen opgenomen in het Activiteitenbesluit en de "Handreiking industrielawaai en vergunningverlening". Relevante piekgeluiden treden niet op en zijn daarom niet verder onderzocht. blad 6 van 7

48 Akoestisch onderzoek 50 kv station Walburg te Zwijndrecht Projectnr februari 2015, revisie 01 4 Samenvatting en conclusie Het bestaande 50 kv verdeelstation aan de Cort van der Lindenstraat in Zwijndrecht wordt uitgebreid. Deze uitbreiding past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. In zowel de bestaande als de nieuwe situatie van het verdeelstation wordt niet voldaan aan de richtafstand van 30 meter zoals aangegeven in de handreiking "Bedrijven en milieuzonering". Om de afweging te maken of, ondanks dat niet aan de richtafstand wordt voldaan, toch sprake is van een goede ruimtelijke ordening, is akoestisch onderzoek uitgevoerd. De akoestisch relevante ruimtes van het verdeelstation zijn de transformatorruimtes. Uit de geluidmetingen en zintuiglijke waarnemingen is gebleken dat er in de transformatorruimtes en buiten bij de roosters van de transformatorruimtes tonaal geluid aanwezig is. Ter plaatse van de woningen is dit tonale geluid niet meer zintuiglijk waargenomen of gemeten. Aangezien in de uitbreiding van het verdeelstation geen akoestisch relevante bronnen worden geplaatst en de transformatorruimtes op dezelfde plaats blijven als in de huidige situatie, wordt voor de toekomst geen hogere geluidbelasting ter plaatse van woningen of de school verwacht. Uit de rekenresultaten blijkt dat het geluidniveau ter plaatse van de woningen en de school in zowel de dag-, avond- als nachtperiode ten hoogste 22 db(a) bedraagt. Hiermee wordt voldaan aan de geluidnorm van 45 db(a) etmaalwaarde behorend bij het omgevingstype "rustige woonwijk". Hieruit kan geconcludeerd worden dat zowel in de huidige als de toekomstige situatie sprake is van een goed dan wel acceptabel woon- en leefklimaat/ een goede ruimtelijke ordening. De rekenresultaten voldoen ook aan de geluidnormen opgenomen in het Activiteitenbesluit en de "Handreiking industrielawaai en vergunningverlening". Hiermee zal het aspect geluid geen reden zijn om een melding in het kader van het Activiteitenbesluit dan wel een milieuvergunning te weigeren. blad 7 van 7

49 Bijlagen blad 1 van 1

50 Antea Group Bijlage 1: Meetresultaten Hz 31, Totaal 20 binnenniveau transformatorruimte zuidwestzijde 17,6-14,7 17,3 18,2 37,2 19,1 22,2 41,9 27,8 39,7 41,6 41,5 42, ,8 34,7 33,1 33,7 30,5 28,5 27,3 25,7 22,5 19, ,1 db(a) 21 binnenniveau transformatorruimte 2 (oostzijde) 18,1 15, ,3 25,9 45,7 27,8 29,8 45,4 33, ,7 49,7 46,9 40,9 41, ,6 39,9 40,7 41,5 39,9 39,5 31,1 25,4 18,4-55,7 db(a) 22 binnenniveau transformatorruimte 1 (oostzijde) ,2 21,3 26,5 44,6 28,4 33,4 53,4 36, ,1 35,3 37,1 36,1 32,2 32,5 35,7 35,5 35,8 37,8 37,5 31,9 31,2 25,8 21, ,1 db(a) 23 buiten rooster deur transformatorruimte zuidwestzijde 16,6 18,7 24,7 30,8 29,2 31,6 29,9 32,7 35,9 33,5 40,9 41,7 51,3 49,6 46, ,6 43,2 42,4 43,6 43,2 44,3 37,5 35,2 32, ,3 18,2 56,9 db(a) 24 buiten horizontale roosters oostzijde 14, ,5 26,9 40,9 27,4 31,9 43,1 32,2 35,4 35,1 33,2 36,8 36, ,1 34, ,2 34,2 33,2 31, ,3 21,2 16,9-48,9 db(a) 25 buiten voor bungalow Talmaplantsoen 58 11,5 18,3 24,7 27,5 27,9 29,9 27,8 27,7 27,2 26,6 28, ,3 34,5 35,2 35,8 34,4 34,1 34,6 31,6 30, ,5 23,5 22,4 15, ,0 db(a) 27 buiten voor flat Cort van der Lindenstraat - 13,6 22,2 24,4 30,4 26,2 28,5 30,1 30,5 30,6 30,3 30,8 32,3 33,1 33,7 34,9 34,9 35,4 37,1 35,7 32,8 29,7 28,1 25,8 21,3 16, ,7 db(a) Binnenniveau transformatorruimte zuidwestzijde Geluidniveau ter plaatse van woning Talmaplantsoen Geluidniveau db(a) , Frequentie (Hz) Totaal Geluidniveau db(a) , Frequentie (Hz) Totaal

51 Antea Group Bijlage 2 uitwerking metingen II3 GELUIDSAFSTRALENDE WAND Onderdeel : 50 kv Walburg Bronnaam : open roosters oostzijde MeetDatum : Meetduur : : : Type geluid : Continu Temperatuur [ C] : -- Windsnelheid [m/s] : -- Hoek windricht [ ] : -- RV [%] : -- Opp. meetvlak [m²] : 13,00 Meetafstand [m] : 0,20 Meetpunt db(a) 1 22,7 32,0 41,6 44,1 40,0 40,2 39,5 37,9 31,0 49,0 Gem.niv. Lp : 22,7 32,0 41,6 44,1 40,0 40,2 39,5 37,9 31,0 49,0 Achtergr. meetpunt db(a) 1* Achtergr : Frequentie [Hz] : db(a) Lp [db(a)] : 22,7 32,0 41,6 44,1 40,0 40,2 39,5 37,9 31,0 49,0 Achtergr [db(a)] : log(S) [db] : 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 11,1 Delta Lf [db] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 DI [db] : 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 Lw [db(a)] : 32,8 42,1 51,7 54,2 50,1 50,3 49,6 48,0 41,1 59,1 II3 GELUIDSAFSTRALENDE WAND Onderdeel : 50 kv Walburg Bronnaam : rooster deur westzijde MeetDatum : Meetduur : : : Type geluid : Continu Temperatuur [ C] : -- Windsnelheid [m/s] : -- Hoek windricht [ ] : -- RV [%] : -- Opp. meetvlak [m²] : 1,13 Meetafstand [m] : 0,20 Meetpunt db(a) 1 20,8 33,7 36,3 42,7 53,8 49,9 47,9 47,3 37,6 56,8 Gem.niv. Lp : 20,8 33,7 36,3 42,7 53,8 49,9 47,9 47,3 37,6 56,8 Achtergr. meetpunt db(a) 1* Achtergr : Frequentie [Hz] : db(a) Lp [db(a)] : 20,8 33,7 36,3 42,7 53,8 49,9 47,9 47,3 37,6 56,8 Achtergr [db(a)] : log(S) [db] : 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 Delta Lf [db] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 DI [db] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 Lw [db(a)] : 21,3 34,2 36,8 43,2 54,3 50,4 48,4 47,8 38,1 57,4 Source Explorer V :36:44

52 Antea Group Bijlage 3 Invoergegevens Model: RBS Groep: (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Hoogte Maaiveld Hdef. Type Richt. Hoek Cb(D) Cb(A) Cb(N) 1 rooster deur westzijde 0,30 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 0,00 0,00 0,00 2 open roosters oostzijde 0,10 0,00 Relatief Normale puntbron 0,00 360,00 0,00 0,00 0,00 Geomilieu V :53:50

53 Antea Group Bijlage 3 Invoergegevens Model: RBS Groep: (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam GeenRefl. GeenDemping GeenProces Lwr 31 Lwr 63 Lwr 125 Lwr 250 Lwr 500 Lwr 1k Lwr 2k Lwr 4k Lwr 8k 1 Ja Nee Nee 21,33 34,23 36,83 43,23 54,33 50,43 48,43 47,83 38,13 2 Nee Nee Nee 32,84 42,14 51,74 54,24 50,14 50,34 49,64 48,04 41,14 Geomilieu V :53:50

54 Antea Group Bijlage 3 Invoergegevens Model: RBS Groep: (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Lwr Totaal Red 31 Red 63 Red 125 Red 250 Red 500 Red 1k Red 2k Red 4k Red 8k 1 57,38 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0, ,10 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Geomilieu V :53:50

55 Antea Group Bijlage 3 Invoergegevens Model: RBS Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E 01 Talmaplantsoen 58 0,00 Relatief 1, Talmaplantsoen 50 0,00 Relatief 1, Cort van der Lindenstraat 0,00 Relatief 1,50 4,50 7,50 10,50 13,50 04 school 0,00 Relatief 1, school 0,00 Relatief 1, Cort van der Lindenstraat ,00 Relatief 1,50 5, Geomilieu V :54:44

56 Antea Group Bijlage 3 Invoergegevens Model: RBS Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Naam Hoogte F Gevel Ja Ja 03 16,50 Ja Ja Ja Ja Geomilieu V :54:44

57 Antea Group Bijlage 4 Resultaten LArLT Rapport: Resultatentabel Model: RBS LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: direct Groepsreductie: Nee Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Li 01_A Talmaplantsoen 58 1,50 22,3 22,3 22,3 32,3 22,7 02_A Talmaplantsoen 50 1,50 14,5 14,5 14,5 24,5 17,5 03_A Cort van der Lindenstraat 1,50 18,6 18,6 18,6 28,6 21,4 03_B Cort van der Lindenstraat 4,50 21,3 21,3 21,3 31,3 21,3 03_C Cort van der Lindenstraat 7,50 21,2 21,2 21,2 31,2 21,2 03_D Cort van der Lindenstraat 10,50 21,1 21,1 21,1 31,1 21,1 03_E Cort van der Lindenstraat 13,50 20,8 20,8 20,8 30,8 20,8 03_F Cort van der Lindenstraat 16,50 20,6 20,6 20,6 30,6 20,6 04_A school 1,50 15,6 15,6 15,6 25,6 19,4 05_A school 1,50 16,0 16,0 16,0 26,0 18,6 06_A Cort van der Lindenstraat ,50 16,2 16,2 16,2 26,2 19,8 06_B Cort van der Lindenstraat ,00 18,9 18,9 18,9 28,9 19,2 Alle getoonde db-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V :48:37

58

59 EMV WALBURG De magneetvelden rond station Walburg te Zwijndrecht Stedin Document nr.: Datum:

60 Projectnaam: EMV Walburg DNV GL - Energy Rapport titel: De magneetvelden rond station Walburg te Zwijndrecht KEMA Nederland B.V. Postbus 9035 Klant: Stedin, Energieweg 20, 2627 AZ Delft 6800 ET ARNHEM Contactpersoon: W. van Belzen Datum: Project nr.: Tel: Unit: PMT/POL/ KvK Document nr.: Taak en doelstelling: Meting van de blootstelling aan magneetvelden rond station Walburg te Zwijndrecht BELANGRIJKE MEDEDELING EN DISCLAIMER Dit document is auteursrechtelijk beschermd en mag alleen aan derden beschikbaar worden gesteld in zijn geheel en voorzien van deze mededeling en disclaimer. Dit document noch een gedeelte ervan mag openbaar worden gemaakt in het kader van een openbare aanbieding of prospectus dan wel een beursnotering of een circulaire of mededeling op de beurs, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de DNV GL entiteit die dit document heeft opgesteld ( DNV GL ). Indien en voor zover de wet dat toelaat, is noch DNV GL noch enige groepsmaatschappij ( de Groep ) verantwoordelijk op grond van een contract, onrechtmatige daad, nalatigheid daarbij inbegrepen, of op enige andere wijze, jegens derden (daarvan uitgezonderd de Klant). Geen van de Groep deel uitmakende entiteit is aansprakelijk voor enig verlies of schade hoe dan ook geleden als gevolg van enig handelen, nalaten of verzuim (ontstaan door onachtzaamheid of anderszins) door DNV GL, de Groep or diens medewerkers, onderaannemers dan wel agenten. De inhoud van dit document vormt één geheel met de aannames en voorbehouden die daarin zijn opgenomen dan wel in hetzelfde verband anderszins zijn gecommuniceerd. Dit document bevat mogelijk technische detailinformatie die uitsluitend bedoeld is voor personen met de relevante expertise. Dit document is samengesteld op basis van informatie beschikbaar ten tijde van het opstellen ervan. Het is niet uitgesloten dat dergelijke informatie daarna verandert of is veranderd. Behalve indien en voor zover een opdracht tot het verifiëren van informatie en gegevens uitdrukkelijk met de Klant is overeengekomen, is DNV GL op geen enkele wijze verantwoordelijk in verband met onjuiste informatie of gegevens die zij van haar Klant of een derde heeft ontvangen, dan wel voor de gevolgen van dergelijke onjuiste informatie of gegevens, die al dan niet in dit document is opgenomen of waarnaar in dit document wordt verwezen. Reference to part of this report which may lead to misinterpretation is not permissible. Rev. Datum Reden voor uitgave Auteur Beoordeeld Goedgekeurd First issue C.L.W. Lagendijk G.E.Tap A. Van der wal DNV GL Doc nr Blz. 2

61 Inhoud 1 SAMENVATTING INLEIDING ADVIES VAN NEDERLANDSE OVERHEID Advies van GGD 4 4 EFFECTEN VAN BLOOTSTELLING Acute effecten: basis voor richtlijnen en adviezen Effecten van langdurige blootstelling: basis voor voorzorg 4 5 OMSCHRIJVING VAN HET PROJECT RESULTATEN BEPALING MAGNEETVELDCONTOUREN De huidige magneetveldcontouren (bestaande situatie) De magneetveldcontouren van de schakeleenheid Bepaling magneetveldcontouren van de (extra) kabels, De totale magneetveldcontour (nieuwe situatie) 9 7 CONCLUSIES REFERENTIES BIJLAGE A MEETGEGEVENS A1 Situatie Walburg (zonder uitbreiding) 14 A2 Meting magneetvelden bij schakeleenheid Middelharnis 17 A3 De bekabeling rond het station 19 DNV GL Document nr Blz. i

62 1 SAMENVATTING Stedin is voornemens station Walburg te Zwijndrecht te voorzien van een nieuwe schakeleenheid. Deze schakeleenheid wordt geplaatst in een uitbouw van het huidige station op de plaats waar vroeger hoogspanningsmasten stonden. DNV GL heeft voor Stedin onderzocht wat deze uitbreiding betekent voor de blootstelling aan magneetvelden rondom het station. In het kader van het voorzorgbeleid aangaande blootstelling aan magneetvelden is het wenselijk dat op plaatsen waar kinderen gedurende een lange tijd van het jaar langdurig aanwezig zijn de jaargemiddelde magnetische veldsterkte lager is dan 0,4 microtesla. Alle gemeten velden en verwachtte velden voldoen ruimschoots aan de grenswaarden van 100 microtesla die door de Nederlandse overheid wordt gehanteerd. De bestaande kabels in de grond zijn grotendeels verantwoordelijk voor het magneetveld buiten het terrein van het station. De 0,4 microtesla-contouren buiten het terrein van het station (met uitbreiding) bestrijken geen gebieden waar kinderen gedurende langere perioden vrijwel dagelijks langdurig aanwezig zullen zijn. De magneetvelden als gevolg van station Walburg zullen na uitbreiding met de schakeleenheid niet noemenswaardig toenemen. Foto1: Station Walburg DNV GL Document nr Blz. 1

63 2 INLEIDING Stedin is netbeheerder voor de levering van gas en elektriciteit in Zuid-Holland en Utrecht. Om de elektriciteitsvoorziening in Zwijndrecht in de toekomst op peil te houden gaat Stedin het bestaande station Walburg in Zwijndrecht uitbreiden met een schakeleenheid. Deze schakeleenheid wordt aan het station aangebouwd op de plaats waar vroeger hoogspanningsmasten stonden. Het terrein rond het station Walburg dient daarvoor vergroot/veranderd te worden. Stedin voert gesprekken met de gemeente Zwijndrecht over de oriëntatie van het terrein. Tijdens die gesprekken werden door de gemeente vragen gesteld over de blootstelling aan magnetische velden en de effecten op mensen en apparatuur van die blootstelling. Stedin heeft DNV GL (voorheen KEMA Nederland BV) gevraagd om de magnetische velden van het bestaande station in kaart te brengen en aan te geven wat de uitbreiding van het station betekent voor de blootstelling aan magneetvelden rond het station. Dit rapport bevat de resultaten van de metingen van de op dit moment aanwezige (jaargemiddelde) magneetvelden rond het station Walburg. Tevens is een indicatie gegeven van de magneetvelden die aanwezig kunnen zijn wanneer het station wordt uitgebreid met de schakeleenheid. Daarbij is ook het mogelijk effect op personen en op apparatuur aangegeven. 3 ADVIES VAN NEDERLANDSE OVERHEID Magnetische velden ontstaan overal waar elektrische stroom loopt. Dat is dus niet alleen het geval bij de elektriciteitsvoorziening (hoogspanningslijnen, kabels en distributiestations), maar ook bij het gebruik van elektrische apparaten thuis en op het werk. Om mensen te beschermen tegen effecten van sterke magnetische velden gelden er richtlijnen en advieswaarden voor de blootstelling aan die velden. Deze waarden zijn opgesteld op basis van een grote hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek naar de mogelijke effecten en de blootstelling. In Nederland geldt voor blootstelling aan magnetische velden van de elektriciteitsvoorziening: advies voor algemene bevolking: maximale veldsterkte 100 microtesla, conform EU-aanbeveling richtlijn voor blootstelling op werkplekken: maximale veldsterkte 1000 microtesla, conform EUrichtlijn voor beroepsmatige blootstelling. Nederland volgt hiermee de Europese richtlijnen en adviezen. Daarnaast heeft de Nederlandse overheid besloten om vanwege de onduidelijkheden die er zijn over een mogelijke samenhang tussen het wonen bij bovengrondse hoogspanningslijnen en de kans op kinderleukemie een voorzorgbeleid te hanteren. Zij adviseert te voorkomen dat kinderen langdurig boven 0,4 microtesla worden blootgesteld in nieuwe situaties bij een combinatie van: bovengrondse hoogspanningslijnen en gevoelige bestemmingen: woningen, scholen en kinderopvangplaatsen en gebieden waar kinderen gedurende langere perioden vrijwel dagelijks langdurig aanwezig zullen zijn. Er wordt in Nederland dus niet alleen naar de maximale veldsterkte van 100 microtesla gekeken maar ook naar de langdurig gemiddelde veldsterkte (bijvoorbeeld gemiddeld over een heel jaar). DNV GL Document nr Blz. 2

64 Een en ander betekent dat altijd het basisadvies van toepassing is: de blootstelling mag nooit boven de 100 microtesla komen. Voor nieuwe situaties is, op die locaties waar kinderen langdurig kunnen verblijven nabij hoogspanningslijnen, ook het voorzorg advies van toepassing: de jaargemiddelde blootstelling mag niet boven de 0,4 microtesla komen. Dat betekent dat in nieuwe situaties de magnetische veldsterkte gedurende enige tijd wel hoger mag zijn dan 0,4 microtesla, zolang het gemiddelde over een jaar maar lager is dan 0,4 microtesla. Voor de bepaling van de 0,4 microtesla waarde gaan de rekenmethoden uit van een hoogte van 1 meter boven het maaiveld. Het voorzorgadvies van de overheid geldt dus niet bij andere bronnen van de elektriciteitsvoorziening, zoals bij ondergrondse kabels en bij schakelstations. De reden hiervoor is dat het niet duidelijk is of de magnetische velden de oorzaak zijn van de in het onderzoek gevonden aanwijzingen voor een samenhang tussen het wonen bij hoogspanningslijnen en kans op leukemie bij kinderen. Toch is er door de overheid voor de nieuw te bouwen schakelstations die deel uitmaken van de nieuwe hoogspanningsverbinding Randstad 380kV wel een rekenmethode opgesteld [2]. Deze methode geeft ook aan hoe de magneetvelden van ondergrondse (hoogspannings)kabels moeten worden berekend. Hoewel formeel dus niet van toepassing, heeft DNV GL op verzoek van Stedin de situatie op de bouwlocatie getoetst aan het voorzorgadvies. Het voorzorgadvies gaat uit van de belasting van de kabels. Voor station Walburg is bij de bepaling van de contouren van dit station dan ook uitgegaan van de jaargemiddelde belasting van de kabels rond het station. Samenvatting advies van de overheid: Basisadvies Geldt voor alle situaties Algemene bevolking 100 microtesla Maximale veldsterkte, op ieder moment EU aanbeveling Werkenden* 1000 microtesla Voorzorgadvies Maximale veldsterkte, op ieder moment EU richtlijn Geldt voor nieuwe situaties + bovengrondse lijnen + langdurige blootstelling van kinderen Bovengrondse lijnen 0,4 microtesla Langdurig gemiddelde veldsterkte, gemiddelde over 24 uur per dag gedurende 1 jaar Advies ministerie I&M * de tijd die werkenden in deze velden mogen doorbrengen is beperkt tot werktijd DNV GL Document nr Blz. 3

65 3.1 Advies van GGD GGD-en in Nederland volgen in de meeste gevallen het standpunt van het voormalige Landelijke Centrum Medische Milieukunde (LCM). Het LCM adviseert uit voorzorg langdurig verblijf van kinderen in een magnetisch veld dat gemiddeld hoger is dan 0,4 microtesla zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden. Het LCM-voorzorg advies lijkt daarmee op dat van de overheid, maar gaat een stap verder: het advies geldt bij àlle bronnen van de elektriciteitsvoorziening, niet alleen bij nieuwe situaties bij hoogspanningslijnen. Ook dit LCM-voorzorgadvies voor kinderen gaat uit van een langdurig gemiddelde blootstelling: op plaatsen waar kinderen langdurig verblijven mag de veldsterkte tijdelijk wel hoger zijn dan 0,4 microtesla, zolang de gemiddelde veldsterkte in een jaar maar lager is dan 0,4 microtesla en de veldsterkte nooit hoger is dan 100 microtesla. 4 EFFECTEN VAN BLOOTSTELLING 4.1 Acute effecten: basis voor richtlijnen en adviezen Er is veel onderzoek verricht naar de direct optredende effecten van magnetische velden van de elektriciteitsvoorziening op het lichaam. Uit deze onderzoeken blijkt dat directe effecten pas kunnen optreden boven 1000 microtesla, dus bij veldsterkten die tien keer zo hoog zijn als voor blootstelling van de bevolking is toegestaan (maximaal 100 microtesla, op ieder moment). Dit betekent dat direct optredende effecten door blootstelling aan magnetische velden van het schakelstation en de kabels niet kunnen voorkomen: rondom het station en de kabels moet de veldsterkte immers altijd lager zijn dan 100 microtesla. 4.2 Effecten van langdurige blootstelling: basis voor voorzorg Er wordt ook al tientallen jaren veel onderzoek gedaan naar effecten van langdurige blootstelling aan magnetische velden in de woon- en werkomgeving, bij veldsterkten die veel lager zijn dan de maximale grenswaarde van 100 microtesla. Hierbij wordt gekeken naar het kunnen optreden van een uiteenlopende reeks van ziekten en aandoeningen, variërend van het voelen van tintelingen tot kanker en neurodegeneratieve ziekten. In deze onderzoeken zijn er aanwijzingen gevonden dat het wonen bij bovengrondse hoogspanningslijnen kan samenhangen met een grotere kans op leukemie bij kinderen (niet bij volwassenen). Hiervan zou sprake zijn binnen het gebied rond de lijnen waar de veldsterkte langdurig gemiddeld hoger is dan 0,4 microtesla. Het is echter niet duidelijk wat hiervan de oorzaak is: zijn het de magnetische velden van de lijnen of is het iets anders? Het is mogelijk dat de samenhang het gevolg is van iets anders dat met bovengrondse hoogspanningslijnen samenhangt, of dat dit het gevolg is van de manier van onderzoeken, of gewoon toeval. Uit onderzoek naar de oorzaak is geen biologische verklaring gevonden voor de gevonden samenhang. Recente wetenschappelijke onderzoeken vinden in de buurt van hoogspanningslijnen geen verhoogde kans op kinderleukemie meer. De Gezondheidsraad is DNV GL Document nr Blz. 4

66 recent gevraagd de wetenschappelijke kennis opnieuw te duiden waarbij de recente onderzoeken worden meegenomen. Voor andere ziekten en aandoeningen bij mensen die wonen bij hoogspanningslijnen zijn er òf geen aanwijzingen gevonden, òf de resultaten spreken elkaar tegen (soms wel een samenhang, soms niet). Onderzoek naar magnetische velden van andere elektriciteitsvoorzieningen (zoals ondergrondse kabels en schakel- of transformatorstations) heeft geen aanwijzingen voor een samenhang met ziekten of aandoeningen opgeleverd. De wetenschappelijke onduidelijkheden die er zijn voor effecten van langdurige blootstelling aan magnetische velden, leiden ertoe dat internationale adviesorganisaties hun grenswaarden uitsluitend baseren op directe effecten. DNV GL Document nr Blz. 5

67 5 OMSCHRIJVING VAN HET PROJECT De manier waarop specifieke magneetveldzone van bovengrondse hoogspanningslijnen waar het magnetische veld gemiddeld over een jaar boven de 0,4 microtesla ligt kan worden berekend, is vastgelegd in een handreiking die door het RIVM wordt beheerd. Het is echter vrijwel onmogelijk om de onzekere wetenschappelijke aanwijzingen en de aannames bij de berekeningen van de magneetveldzones bij hoogspanningslijnen te vertalen naar een zonebepaling voor het station Walburg. De gekozen methode in dit rapport wijkt dan ook sterk af van het overheidsbeleid rond hoogspanningslijnen en de uitkomsten zijn daarom alleen indicatief. Echter, voor de bepaling van de magneetveldcontouren rond een 50kV station worden een aantal conservatieve aannames gedaan zodat verwacht mag worden dat de aangegeven magneetveldcontouren altijd groter zal zijn dan de werkelijk optredende magneetveldcontouren. Om een inschatting te maken wat de toekomstige magneetveldcontouren zou kunnen worden, zijn op station Walburg en de directe omgeving metingen uitgevoerd van de op dit moment aanwezige magnetische velden. Ook is aan een gelijkwaardige schakeleenheid gemeten wat de verdeling is van de magneetvelden rond de schakeleenheid. Deze gelijkwaardige schakeleenheid is gevonden in het station Middelharnis. Voor de bepaling van de jaargemiddelde veldsterkte van station Walburg is het opgenomen vermogen opgevraagd over de dag waarover de meting plaatsvond en is het opgenomen vermogen opgevraagd over het gehele afgelopen jaar. Voor de bepaling van de jaargemiddelde magnetische veldsterkte is de gemeten magnetische veldsterkte vermenigvuldigd met de verhouding tussen het gemiddelde vermogen over het afgelopen jaar en het vermogen op het moment van de meting. Op dezelfde wijze is de jaargemiddelde magnetische veldsterkte nabij de schakeleenheid bepaald. De jaargemiddelde magnetische veldsterkte nabij de schakeleenheid is gelijk aan de gemeten magnetische veldsterkte (nabij de schakeleenheid) vermenigvuldigd met de verhouding tussen het gemiddeld vermogen over het afgelopen jaar voor het station Walburg en het vermogen op het moment van de meting van de schakeleenheid van Middelharnis. De magneetveldzone van de kabels die van de transformatoren buiten het gebouw naar de schakeleenheid lopen is bepaald aan de hand van een berekening. Hierbij is de belastbaarheid van de transformatoren als uitgangspunt gekozen. De methode die in dit rapport is toegepast, bestaat uit op het optellen van de gemeten magnetische velden van de bestaande omgeving bij de te verwachten magnetische velden rond een nieuw te bouwen schakeleenheid en de bijbehorende kabels. Op basis van deze optelling is het gebied bepaald waar de jaargemiddelde veldsterkte hoger zal zijn dan 0.4 microtesla. Dit geeft een ruwe maar conservatieve inschatting van de magneetveldcontouren waar de jaargemiddelde blootstelling hoger kan zijn dan 0,4 microtesla. De werkelijke magneetveldcontouren zal in de praktijk kleiner zijn en dus dichter bij het gebouw liggen. DNV GL Document nr Blz. 6

68 6 RESULTATEN BEPALING MAGNEETVELDCONTOUREN 6.1 De huidige magneetveldcontouren (bestaande situatie) De gemeten jaargemiddelde magnetische veldsterkte rond het station Walburg is weergegeven in de bijlage A1. De contouren van het gebied waar de jaargemiddelde veldsterkte meer is dan 0,4 microtesla is weergeven in figuur 5.1. N Speeltuintje Figuur 6.1: De huidige magnetische veldsterkte-contour van 0,4 microtesla rond station Walburg. Binnen de rode lijnen en tussen de rode lijnen en het station is de gemeten jaargemiddelde magnetische veldsterkte groter dan 0,4 microtesla. Uit de meetwaarden en de theoretische belastbaarheid van het station kan ook worden geconcludeerd dat nergens buiten het terrein de magneetvelden sterker kunnen zijn dan het wettelijk maximum niveau van 100 microtesla 6.2 De magneetveldcontouren van de schakeleenheid Aan de hand van de metingen van de veldsterkte rond de schakeleenheid in Middelharnis is geschat dat de jaargemiddelde 0,4 microteslacontour maximaal 2 meter buiten de schakeleenheid zal reiken. Gezien DNV GL Document nr Blz. 7

69 de opstelling van de schakeleenheid binnen het gebouw zullen de 0,4 microteslacontouren van de schakeleenheid binnen het gebouw blijven en heeft het magneetveld nagenoeg geen invloed op de magneetveldcontouren buiten het terrein van het station. In figuur 5.2 zijn de magneetveldcontouren van de schakeleenheid ingetekend binnen de nieuw te bouwen uitbreiding. Figuur 6.2 De contouren van de schakeleenheid binnen het station. De contouren van de schakeleenheid zullen niet buiten de muren reiken van het gebouw. 6.3 Bepaling magneetveldcontouren van de (extra) kabels, In verband met het fundament van de nieuwe schakeleenheid worden de bestaande transformatoren op de nieuwe schakeleenheid aangesloten via kabels die om het gebouw lopen. In de oude situatie lopen de kabels binnen het gebouw. De berekende 0,4 microtesla magneetveldcontour van deze kabel is 3,7 meter vanaf het midden boven de kabel (zie figuur 6.3.): Op een afstand van 3,7 meter of meer van de kabel is de magnetische veldsterkte minder dan 0,4 microtesla. DNV GL Document nr Blz. 8

70 Figuur 6.3: De sterkte van het magneetveld (op 1 meter boven de grond) van de kabels tussen de transformatoren en de schakeleenheid. Dwarsdoorsnede indien de kabel 1 meter onder maaiveld ligt. Indien de kabel op 1 meter afstand van de buitenmuur van het station gelegd wordt zal de magneetveldcontour 4,7 meter buiten de muur reiken. 6.4 De totale magneetveldcontour (nieuwe situatie) Om een inschatting te maken van de jaargemiddelde veldsterkte bij aanwezigheid van de schakeleenheid zijn de gemeten en berekende jaargemiddelde veldsterkten bij elkaar opgeteld. In figuur 6.4 is de situatie geschetst zoals de magneetveldcontouren eruit zullen zien indien de nieuwe schakeleenheid aan de noordwestzijde worden aangebouwd en de kabels van de transformatoren via de zuid- en oostzijde naar de schakeleenheid lopen. Bij de bepaling van de zone ten gevolge van de extra kabels die van de transformatoren naar de schakeleenheid lopen, is als uitgangspunt gekozen dat beide transformatoren in bedrijf zijn. Tijdens de meting is gebleken dat de eerste transformator nauwelijks belast was waardoor rond deze transformator geen zone meetbaar was. Indien de eerste transformator nauwelijks belast is, zullen de magneetveldcontouren rond de kabel aan de zuidzijde verminderen en zullen de magneetveldcontouren niet verder reiken als beschreven in figuur 6.5. Deze figuur beschrijft de meest waarschijnlijke eindsituatie. In de figuren 6.4 en 6.5 is duidelijk te zien dat de magneetveldcontouren alleen een overlap hebben met de bosjes, de stoep en de straat ten noordoosten van het station en geen gebieden bestrijken waar kinderen gedurende langere perioden vrijwel dagelijks langdurig aanwezig zullen zijn. Speeltuinen vallen niet onder de definitie van een gebied waar kinderen langdurig zullen verblijven zoals de overheid dat hanteert in het beleid voor hoogspanningslijnen. Maar ook het speeltuintje ten noordoosten van het station zal buiten de 0,4 microteslacontour blijven. De kleine plekken rond het transformatorhuisje en op de weg ten zuiden van het station worden niet direct beïnvloed door het station en zijn het gevolg van de bekabeling in de straat en de transformator in het huisje aan de weg. De magneetvelden als gevolg van station Walburg zullen na uitbreiding met de schakeleenheid niet noemenswaardig toenemen. DNV GL Document nr Blz. 9

71 Speeltuintje Figuur 6.4: De verwachtte magnetische veldsterkte-contour van 0,4 microtesla van Walburg indien deze voorzien is van de uitbreiding met de schakeleenheid. Binnen de contour en de buitenmuur van het station (en het transformatorhuisje) zal de jaargemiddelde veldsterkte hoger zijn dan 0,4 microtesla DNV GL Document nr Blz. 10

72 Figuur 6.5: Nieuwe situatie met 1 transformator in bedrijf. De verwachtte magnetische veldsterkte-contour van 0,4 microtesla van Walburg indien deze voorzien is van de uitbreiding met de schakeleenheid. Binnen de contour en de buitenmuur van het station (en het transformatorhuisje) zal de jaargemiddelde veldsterkte hoger zijn dan 0,4 microtesla DNV GL Document nr Blz. 11

73 7 CONCLUSIES Alle gemeten en verwachtte magneetvelden voldoen ruimschoots aan de grenswaarden van 100 microtesla die door de Nederlandse overheid wordt gehanteerd. De bestaande hoogspanningskabels in de grond zijn grotendeels verantwoordelijk voor het magneetveld buiten het terrein van het station. De 0,4 microtesla-contouren buiten het terrein van het station (met uitbreiding) bestrijken geen gebieden waar kinderen gedurende langere perioden vrijwel dagelijks langdurig aanwezig zullen zijn. De magneetvelden rond station Walburg, veroorzaakt door de HS-installatie, zullen na uitbreiding met de schakeleenheid niet noemenswaardig toenemen. DNV GL Document nr Blz. 12

74 8 REFERENTIES [1] Handreiking voor het berekenen van de specifieke magneetveldzone bij bovengrondse hoogspanningslijnen (G. Kelfkens en M.J.M. Pruppers). RIVM, versie 3.0, 25 juni 2009 [2] Afspraken over de berekening van de magneetveldzone bij ondergrondse kabels en hoogspanningsstations behorende tot de Randstad 380 kv verbinding, RIVM, 3 november 2011 (op te vragen bij het RIVM via hoogspanningslijnen@rivm.nl) [3] Ministerie van VROM, Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen. Brief van staatssecretaris Van Geel. SAS/ , oktober 2005 [4] Ministerie van VROM, Verduidelijking van het advies met betrekking tot hoogspanningslijnen. Brief van Minister Cramer, 4 november DGM\ DNV GL Document nr Blz. 13

75 BIJLAGE A MEETGEGEVENS A1 Situatie Walburg (zonder uitbreiding) Figuur A1: bovenaanzicht van bestaand station Walburg met daarin de meetlijnen. DNV GL Document nr Blz. 14

76 d [m] lijn Tabel A1: De jaargemiddelde veldsterkte (uitgedrukt in nanotesla) over de aangegeven meetlijnen (zie figuura1). De gele getallen zijn groter dan 0,4 microtesla. DNV GL Document nr Blz. 15

77 Figuur A2: De 0,4 ut magneetveldcontourlijnen rond station Walburg zonder uitbreiding, DNV GL Document nr Blz. 16

78 A2 Meting magneetvelden bij schakeleenheid Middelharnis figuur A3: Meetlijnen schakeleenheid Middelharnis DNV GL Document nr Blz. 17

79 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4, ,2 73, ,5 51,7 51,7 57, ,7 75, ,8 55, , ,2 63,2 65, ,7 80, ,2 60, ,4 73,9 61,6 56, ,2 73,9 66,5 61, , , , , ,6 78, Tabel A3:. De jaargemiddelde veldsterkte gecorrigeerd voor de gemiddelde jaarbelasting van Walburg (uitgedrukt in nanotesla) rond schakeleenheid Middelharnis over de aangegeven meetlijnen (zie figuur A2). De gele getallen zijn groter dan 0,4 microtesla. DNV GL Document nr Blz. 18

80 figuur A4: De 0,4 ut magneetveldcontourlijnen rond de schakeleenheid indien gesitueerd op station Walburg. A3 De bekabeling rond het station Figuur A5 Bekabeling oude situatie Bekabeling nieuwe situatie DNV GL Document nr Blz. 19

81 ABOUT DNV GL Driven by our purpose of safeguarding life, property and the environment, DNV GL enables organizations to advance the safety and sustainability of their business. We provide classification and technical assurance along with software and independent expert advisory services to the maritime, oil and gas, and energy industries. We also provide certification services to customers across a wide range of industries. Operating in more than 100 countries, our 16,000 professionals are dedicated to helping our customers make the world safer, smarter and greener.

82 Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht Afwatering 5 0 Stedin Netbeheer Versie 1, Tenzij anders overeengekomen zijn op dit rapport de auteursrechten conform DNR-voorwaarden van toepassing.

83 Afwatering Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht versie 1 Colofon TITEL Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht Subtitel Afwatering OPDRACHTGEVER STEDIN Netbeheer B.V. Energieweg 20, Delft Contactpersoon Dhr. W. van Belzen UITGAVE Revisie Definitief Datum Auteurs Dhr. H. Edel / Dhr. B. Boersma Dhr. M.J.M. Poirters Goedgekeurd door Dhr. R. Miltenburg Project ENW ADVIN Advin Postbus AK Hoofddorp T (088)

84 Afwatering Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht versie 1 Inhoudsopgave 1 INLEIDING 4 2 TERREINPLAN 5 3 UITGANGSPUNTEN 6 4 ADVIES 7 5 CONCLUSIE 7 3

85 Afwatering Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht versie 1 1Inleiding In verband met de plaatsing van een nieuwe 50kV schakelinstallatie voor de nieuwe verbinding met het station aan de Merwehaven in Dordrecht dient het transformator- verdeelstation aan de Cort van der Lindenstraat te Zwijndrecht te worden uitgebreid. Het transformator- verdeelstation Walburg is gelegen tussen de Cort van der Lindenstraat en Burgemeester Slobbelaan in de wijk Walburg. Het transformator- verdeelstation Walburg wordt via 2 inritten ontsloten op de Cort van der Lindenstraat. De uitbreiding vindt aansluitend aan het bestaande gebouw plaats binnen de gronden die eerder ook in gebruik waren door het transformator- en verdeelstation toen er nog bovengrondse leidingen naar het gebouw gingen. De uitbreiding wordt zo uitgevoerd dat het er uit ziet als onderdeel van het bestaande gebouw. Figuur 1: Bestaande situatie De geplande uitbreiding heeft gevolgen op de afwatering van het gebouw en het omliggend terrein. In deze rapportage wordt beschreven wat de eisen zijn met betrekking tot de afwatering en hoe aan de gestelde eisen voldaan kan worden. Hierbij is gekeken naar de randvoorwaarden en uitgangspunten die betrekking hebben op het project. 4

86 Afwatering Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht versie 1 2Terreinplan De bestaande verharding watert af op een systeem van kolken en transportleidingen. Aangezien er geen oppervlaktewater in de direct nabijheid is, wordt aangenomen dat het terrein op het gemeentelijk rioolstelsel loost. Figuur 2: links de bestaande situatie, rechts de nieuwe perceelgrens. Voor de exacte maatvoering zie tekening IIH C G03 - OLO 5

87 Afwatering Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht versie 1 3Uitgangspunten Waterschap Het projectgebied bevindt zich is het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta. Dit waterschap heeft de beleidsregels in document Nota toetsingskaders en beleidsregels voor het watersysteem d.d beschreven. Bij een verhardingstoename van meer dan 500 m² dient de toename volledig te worden gecompenseerd. Op maandag 14 juli 2014 is telefonisch overleg gevoerd met de heer Rik van Benschop van waterschap Hollandse Delta. In dit overleg is door het waterschap bevestigd dat geen voorzieningen hoeven te worden getroffen mits de toename van het verhard oppervlak minder is dan 500 m². Waterwingebied Het projectgebied bevindt zich in een boring vrije zone van een waterwingebied. Voor de afwatering van het projectgebied heeft dit geen verdere invloed. In het project dient er extra aandacht te zijn voor werkzaamheden die meer dan 2½ meter onder het maaiveld niveau worden uitgevoerd (bijvoorbeeld paalfunderingen). NB de diepte van de bouwput zal ca. 2,2m minus maaiveld zijn. In het kader van de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland zal ten behoeve van de paalfundering een vergunning aangevraagd dienen te worden. Gemeente Nieuwe verharde oppervlakken dienen in principe af te wateren naar het oppervlakte water. Hierbij wordt een afweging gemaakt of dit rendabel is. Als het dichtstbijzijnde oppervlaktewater meer dan 100 meter van de projectlocatie is, mag worden aangesloten op het gemeentelijk stelsel. Hemel- en afvalwater dienen gescheiden aangeboden te worden. Project Het project bestaat uit de uitbreiding van het huidige 50kV Station Walburg te Zwijndrecht en de bijbehorende verharding rondom het gebouw. Uitgaande van tekening IIH C G04 - OLO, bestaat de uitbreiding van het 50kV Station uit: De uitbreiding van het huidige 50kV Station Walburg (B.V.O.: 290 m²); het gedeeltelijk verharden van het omringende terrein ten behoeve van verkeersbewegingen (170 m²). De hemelwaterafvoer van de uitbreiding dient aangesloten worden op de afvoer van het bestaande gebouw. Het is niet bekend of dit op een gescheiden of gemengd stelsel is aangesloten. 6

88 Afwatering Uitbreiding 50kV Station Walburg te Zwijndrecht versie 1 4Advies Door in het verdere ontwerpproces met enkele zaken rekening te houden kan de uitbreiding met een minimale impact op het grond- en oppervlaktewater worden uitgevoerd. 1. De nieuwe terreinverharding in de vorm van een verharde strook rondom de geplande uitbreiding met een oppervlakte van 170m2, kan in elke gewenste verharding uitgevoerd worden. In overleg met het waterschap is overeengekomen dat geen aanvullende voorzieningen hoeven te worden getroffen mits de toename van het verhard oppervlak minder is dan 500 m². In de nieuwe situatie hebben we te maken met een verhardingstoename van minder dan 500 m², te weten 290m2 dakoppervlakte + 170m2 verharding = 460m2. Eventueel kan er gekozen worden voor een in een later stadium nader te bepalen type halfverharding. Hierdoor zal er minder water afstromen en wordt het oppervlaktewater/ gemeentelijk stelsel minder belast. De definitieve keuze zal in overleg met Stedin Netbeheer BV. pragmatisch Gekozen worden. 2. De hemelwaterafvoer van het dak dient aangesloten te worden op de bestaande hemelwaterafvoer van het bestaande 50 kv Station. Het dichtstbijzijnde oppervlaktewater ligt op circa 100 meter afstand. Tussen het oppervlaktewater en het projectgebied ligt bebouwing of een doorgaande weg. Conform het Gemeentelijk rioleringsplan Zwijndrecht d.d is het niet rendabel om het afstromende water naar het oppervlaktewater af te laten wateren. 5Conclusie Waterschap: Door het toepassen van een verharding voor het terreinoppervlak (170m2) in combinatie met het dakoppervlak (290 m²), is de totale verhardingstoename 460m2. Er is geen verdere voorziening benodigd volgens de Nota toetsingskaders en beleidsregels voor het watersysteem van waterschap Hollandse Delta. Waterwingebied: Het projectgebied bevindt zich in een boring vrije zone van een waterwingebied. In het project dient er extra aandacht te zijn voor werkzaamheden die meer dan 2½ meter onder het maaiveld niveau worden uitgevoerd (bijvoorbeeld paalfunderingen). In het kader van de Provinciale Milieuverordening Zuid- Holland zal ten behoeve van de paalfundering een vergunning aangevraagd dienen te worden bij waterschap Hollandse Delta. Project: De HWA van het dakvlak dient aangesloten te worden op het bestaande rioleringsstelsel van het huidige 50kV Station Walburg. 7

89 Ecologische quickscan Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht STEDIN Netbeheer BV Versie B, 4 maart 2015

90 Colofon TITEL Ecologische quickscan Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht OPDRACHTGEVER STEDIN Netbeheer BV Energieweg 20, Delft Contactpersoon Dhr. W. van Belzen UITGAVE Revisie Versie B Datum Auteur(s) S.M. Hof Goedgekeurd door J.C. de Bijl Project ENW Uitbreiding Station Walburg, Zwijndrecht ADVIN Advin Postbus AK Hoofddorp T (088) Tenzij anders overeengekomen zijn op dit rapport de auteursrechten conform DNR-voorwaarden van toepassing.

91 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Inhoudsopgave 1 INLEIDING Aanleiding Doel Leeswijzer 5 2 WET- EN REGELGEVING Flora en faunawet Verbodsbepalingen Algemene maatregel van Bestuur (AmvB) Gedragscodes Bescherming van gebieden Natuurbeschermingswet Natuurnetwerk Nederland 9 3 WERKWIJZE 10 4 OMSCHRIJVING PLANGEBIED Aanwezige ecotopen Afstand tot beschermde gebieden 12 5 RESULTATEN BESCHERMDE SOORTEN Vaatplanten Zoogdieren Muizen (ware muizen, woel- en spitsmuizen) Marterachtigen Eekhoorn Vleermuizen Vogels Amfibieën en vissen Reptielen Libellen en dagvlinders Overige ongewervelden 15 6 INGREEP 16 ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 3 van 24

92 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 7 TOETSING AAN WET- EN REGELGEVING Zoogdieren Muizen, marterachtigen en eekhoorn Vleermuizen Vogels Overige soortgroepen Gebiedsbescherming 18 8 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Vleermuizen Vogels Samenvatting 19 9 BRONNEN Literatuur Websites 21 BIJLAGE 1: FOTO-IMPRESSIE PLANGEBIED 22 BIJLAGE 2: VOGELSOORTEN MET JAARROND BESCHERMDE NESTEN 24 ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 4 van 24

93 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 1 Inleiding 1.1 Aanleiding STEDIN Netbeheer BV is van plan om aan de Cort van der Lindenstraat in Zwijndrecht het bestaande 50kV Station Walburg uit te breiden. Hiertoe worden werkzaamheden uitgevoerd aan de noordzijde van het station en wordt een deel van het aangrenzende grasland tijdelijk gebruikt als werkplaats. Volgens nationale en internationale regelgeving is het daarbij verplicht om voordat de ingreep plaatsvindt onderzoek te doen naar het eventuele voorkomen van beschermde flora en fauna. Om dergelijk soortgericht veldonderzoek goed te kunnen plannen en uitvoeren is het noodzakelijk te weten welke flora en fauna (potentieel) voorkomen in het plangebied. Naast het effect op beschermde soorten kan het ook nodig zijn om onderzoek te verrichten naar de eventuele negatieve effecten van de ingreep op de kwaliteit van beschermde gebieden in de omgeving. Over deze punten rapporteert deze quickscan. 1.2 Doel Door middel van deze quickscan worden de volgende vragen beantwoord: Welke, middels de Flora- en faunawet beschermde flora en fauna komen (potentieel) voor in het plangebied? Welke negatieve effecten kan de (potentieel) aanwezige flora en fauna ondervinden van de ingreep? Houdt, gelet op de mogelijke negatieve effecten, het uitvoeren van de ingreep een overtreding van de Flora- en faunawet in? Naar welke soorten en functies dient eventueel aanvullend onderzoek plaats te vinden? Zijn negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand uit te sluiten of is hiervoor een nadere toetsing nodig? 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de relevante wet- en regelgeving toegelicht. In hoofdstuk 3 worden werkwijze en inspanning beschreven, terwijl in hoofdstuk 4 een beschrijving van het plangebied volgt. In hoofdstuk 5 worden de resultaten van de flora- en faunainventarisatie gepresenteerd. De ingreep wordt in hoofdstuk 6 omschreven. In hoofdstuk 7 worden vervolgens de mogelijke effecten van de ingreep gerelateerd aan de (potentiële) flora en fauna en getoetst aan de Flora- en faunawet. Ook wordt ingeschat of negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand uitgesloten kunnen worden. In hoofdstuk 8 zijn de conclusies en aanbevelingen opgenomen. Tevens is een korte bronnenlijst opgenomen (hoofdstuk 9). ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 5 van 24

94 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 2 Wet- en regelgeving 2.1 Flora en faunawet De Flora- en faunawet is de soortgerichte implementatie van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn en bundelt de bepalingen die voorheen in verschillende wetten waren opgenomen: Vogelwet 1936, Jachtwet, Natuurbeschermingswet (hoofdstuk V: soortenbescherming), Nuttige Dierenwet 1914 en Wet Bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten. De Flora- en faunawet beschermt in beginsel soorten. Activiteiten waarbij schade wordt gedaan aan beschermde dieren of planten zijn verboden, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het nee, tenzij -principe). Het is dan ook altijd zaak om, waar mogelijk, activiteiten uit te voeren zonder schade aan beschermde dieren en planten aan te brengen. De wet erkent de intrinsieke waarde van in het wild levende dieren. In de wet is dan ook een zorgplicht opgenomen: iedereen moet 'voldoende zorg' in acht nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten (niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving Verbodsbepalingen De Flora- en faunawet kent, naast de zorgplicht, een aantal verbodsbepaling welke relevant zijn voor de onderhavige toetsing: Artikel 8 Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12 Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen Algemene maatregel van Bestuur (AmvB) Op 23 februari 2005 is de AmvB art. 75 van de Flora- en faunawet in werking getreden. In dit besluit is een vrijstelling voor specifieke activiteiten en soorten geregeld. Tevens introduceert de AmvB de gedragscode. Binnen de soorten die beschermd worden door de Flora- en faunawet zijn drie beschermingsniveaus te onderscheiden; tabel 1 t/m 3. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 6 van 24

95 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Tabel 1 Voor soorten die zijn opgenomen in Tabel 1 geldt een algehele vrijstelling wanneer de werkzaamheden vallen onder: bestendig beheer en onderhoud, ook in landbouw en bosbouw; bestendig gebruik; ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Er dient een ontheffing te worden aangevraagd wanneer de werkzaamheden niet onder een van deze categorieën vallen en er een (te verwachten) negatief effect op de soorten uit Tabel 1 is. Deze aanvraag wordt door bevoegd gezag onderworpen aan een lichte toets. Daarbij wordt getoetst of de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in het geding is, en of de activiteit een redelijk doel dient. Tabel 2 De soorten zoals opgenomen in Tabel 2 zijn strenger beschermd. Hierbij geldt een vrijstelling mits gewerkt wordt volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Vallen de werkzaamheden niet onder de bij Tabel 1 genoemde categorieën of wordt niet gewerkt volgens een gedragscode, dan moet een ontheffing aangevraagd worden. Deze aanvraag wordt, net als voor de soorten van Tabel 1 geldt, onderworpen aan een lichte toets. Tabel 3 De soorten uit Tabel 3 zijn de zwaarst beschermde soorten. Ook wanneer werkzaamheden vallen onder een van de bij Tabel 1 genoemde categorieën, geldt niet zonder meer een vrijstelling. Alleen bij bestendig beheer en onderhoud is een vrijstelling mogelijk wanneer gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode. Werkzaamheden die in een van de andere categorieën vallen en welke negatieve effecten op beschermde soorten (kunnen) hebben, zijn ontheffingsplichting. Voor het verstrekken van een ontheffing wordt deze onderworpen aan een zware toets wanneer: er geen andere bevredigende oplossing voor de geplande activiteit is; de geplande activiteit geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; er sprake is van een in of bij de wet genoemd belang. Bij soorten van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn moet tevens sprake zijn van een van de volgende door de Habitatrichtlijn erkende belangen: dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten; bescherming van flora en fauna; openbare veiligheid. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 7 van 24

96 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Vogels Met ingang van 26 augustus 2009 heeft het Ministerie van LNV (nu EZ) een nieuw beleid ten aanzien van broedvogels ingezet. Verblijfplaatsen van broedvogels zijn door de Flora- en faunawet beschermd. De Flora- en faunawet kent hierbij geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat bovendien om individuele broedgevallen. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest. Deze eenmalig te gebruiken nesten vallen onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet in de periode dat deze daadwerkelijk gebruikt worden. Van een beperkt aantal vogels is de nestlocatie het gehele jaar beschermd door de Flora- en faunawet (Bijlage 2). Het betreft dan vogels die: het gehele jaar door gebruik maken van hun nestlocatie als vaste rust- en/ of verblijfplaatsen; erg honkvast en al dan niet koloniebroeders zijn. Deze soorten keren ieder jaar naar dezelfde nestlocaties terug. De voorwaarden waaraan deze nestlocaties moeten voldoen zijn erg specifiek en vaak slechts in beperkte mate in het landschap beschikbaar; jaar in jaar uit van hetzelfde nest gebruik maken en zelf niet of nauwelijks in staat zijn om een eigen nest te bouwen. Indien een jaarrond beschermd nest is aangetroffen moet altijd een omgevingscheck uitgevoerd worden. Een deskundige dient dan te onderzoeken of er voor de soort in de omgeving voldoende plekken en materiaal aanwezig zijn om zelf een vervangende locatie te vinden en een vervangend nest te maken. Indien dit niet mogelijk is dient een vervangende nestlocatie aangeboden te worden. Voor het verwijderden van een nest dient altijd een ontheffing aangevraagd te worden. Ontheffing kan alleen verkregen worden op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Wettelijke belangen zijn: bescherming van flora en fauna; veiligheid van het luchtverkeer; volksgezondheid of openbare veiligheid Gedragscodes Werken volgens een gedragscode kan (soms) een vrijstelling voor soorten op Tabel 2 en Tabel 3 geven. Hiervoor dient gewerkt te worden volgens een door de minister vastgestelde gedragscode. Een overzicht van goedgekeurde gedragscodes is te vinden op: ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 8 van 24

97 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B awet/overzicht-gedragscodes 2.2 Bescherming van gebieden Natuurbeschermingswet 1998 In Nederland zijn de bescherming van natuurgebieden en de daarin voorkomende natuurwaarden geregeld in de Natuurbeschermingswet Onder deze wetgeving vallen zowel de Natura gebieden als de Beschermde Natuurmonumenten. Natura 2000-gebieden zijn gebieden welke aangewezen zijn op grond van de Vogelrichtlijn, de Habitatrichtlijn of beide. Zowel Natura gebieden als Beschermde Natuurmonumenten zijn geselecteerd en als te beschermen gebieden aangewezen op grond van in deze gebieden voorkomende bijzondere natuurwaarden. Deze natuurwaarden mogen niet worden aangetast. De Provincie is het bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet Voor meer informatie over de Natuurbeschermingswet 1998 en het toetsingskader wordt verwezen naar de website van de Rijksoverheid ( Natuurnetwerk Nederland Natuurnetwerk Nederland (NNN) betreft de nieuwe naam voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het NNN bestaat uit planologisch beschermde gebieden die zijn aangewezen teneinde ecologische verbindingen te realiseren tussen belangrijke natuurgebieden. Deze natuurgebieden en de verbindingen daartussen vormen samen een ecologisch netwerk. De wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN mogen niet door een ingreep worden aangetast. Alle (mogelijke) effecten van een voorgenomen ingreep moeten daarop dan ook worden getoetst. De provincie waarbinnen het plangebied valt geeft invulling aan het NNN en is daartoe het Bevoegd Gezag. Voor meer informatie over het Natuurnetwerk Nederland en het toetsingskader wordt verwezen naar de website van de Rijksoverheid. ( ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 9 van 24

98 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 3 Werkwijze De volgende methoden werden bij het onderzoek gebruikt: 1) Op werd plangebied 50kV Station Walburg Zwijndrecht door S.M. Hof bezocht. Daarbij werden de in het plangebied aanwezige ruimtelijke structuren en ecotopen geïnventariseerd. Tijdens het veldbezoek werden de volgende instrumenten gebruikt: verrekijker; zaklamp; fotocamera. 2) Door middel van literatuuronderzoek werd onderzocht welke beschermde flora en fauna in de ruime omgeving van het plangebied recentelijk zijn waargenomen. Hierbij werd gebruik gemaakt van de databases Quickscanhulp.nl, aangevuld met gegevens uit relevante recente verspreidingsatlassen en actuele websites (zie hoofdstuk 9). Daarnaast werd de ligging van het plangebied ten opzichte van nabijgelegen beschermde gebieden onderzocht. 3) Aan de hand van het veldbezoek en het literatuuronderzoek werd op grond van expert judgement een inschatting gemaakt van de beschermde flora en fauna met bijbehorende functies die in het plangebied (kunnen) voorkomen. 4) In samenspraak met de opdrachtgever werd de ingreep in kaart gebracht en omschreven. 5) Op grond van de beschreven ingreep werd een inschatting gemaakt van de redelijkerwijs te verwachten negatieve effecten op de (potentieel) aanwezige beschermde soorten en functies. 6) Vervolgens werden de mogelijke negatieve effecten getoetst aan de Flora- en faunawet. 7) Ten slotte werd bepaald of negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand zijn uit te sluiten of dat hiervoor nog een aanvullende toetsing noodzakelijk is. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 10 van 24

99 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 4 Omschrijving plangebied Het plangebied is gelegen aan de Cort van der Lindestraat te Zwijndrecht, in de provincie Zuid- Holland. In Figuur 1 is de begrenzing van het plangebied weergegeven. Figuur 1. Ligging van het plangebied, met de begrenzing in rood aangegeven. Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 11 van 24

100 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 4.1 Aanwezige ecotopen In de directe omgeving van het plangebied zijn de volgende ecotopen aanwezig (zie ook Bijlage 1): gebouw met aluminium wanden; verruigd grasland; gazon; laag opgaand plantsoen; bomenrijen. 4.2 Afstand tot beschermde gebieden Het plangebied ligt op 390 m van het Natuurnetwerk Nederland. De Natura 2000-gebieden die het dichtste bij het plangebied liggen zijn Biesbosch en Boezems Kinderdijk. Deze gebieden liggen op een afstand van respectievelijk circa 6,0 km en circa 5,5 km van het plangebied. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 12 van 24

101 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 5 Resultaten beschermde soorten Op grond van de aanwezige ecotopen is een inschatting gemaakt van de beschermde flora en fauna die mogelijk in de drie deelgebieden voorkomen. Omdat onderhavige activiteit in de categorie ruimtelijke ontwikkeling valt, wordt in dit hoofdstuk van soorten uit Tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet een beoordeling gemaakt. Voor soorten uit Tabel 1 geldt een algehele vrijstelling, waarbij wel rekening gehouden dient te worden met de zorgplicht. 5.1 Vaatplanten Op een afstand van 0-1 km van het plangebied zijn recente waarnemingen beschikbaar van de volgende beschermde soorten: daslook (Allium ursinum), gele helmbloem (Pseudofumaria lutea), klein glaskruid (Parietaria judaica), steenbreekvaren (Asplenium trichomanes), tongvaren (Asplenium scolopendrium) en zwartsteel (Asplenium adiantum-nigrum). Tijdens het veldbezoek werden geen beschermde vaatplanten aangetroffen. Ook de bovengenoemde soorten ontbraken, ook al waren deze ten tijde van het veldbezoek of in bloei (gele helmbloem en klein glaskruid) of vegetatief goed te herkennen (steenbreekvaren, zwartsteel en tongvaren). Daslook komt voor in bossen en parken en wordt in het plangebied zelf niet verwacht. 5.2 Zoogdieren Muizen (ware muizen, woel- en spitsmuizen) De verspreidingsgebieden van grote bosmuis (Apodemus flavicollis), veldspitsmuis (Crocidura leucodon) en eikelmuis (Eliomys quercinus) liggen buiten het plangebied (respectievelijk in Zuid- Limburg, Achterhoek en Oost-Groningen, in Twente en Zeeuws-Vlaanderen, en in Zuid-Limburg) (Broekhuizen et al., 1992, Regelink & Bosch, 2007). Voor de noordse woelmuis (Microtus oeconomus) geldt dat deze soort een zeer natte, kruidenrijke vegetatie behoeft. De waterspitsmuis (Neomys fodiens) is gebonden aan schone wateren. Omdat in of in de directe omgeving van het plangebied geen water voorkomt is aanwezigheid van noordse woelmuis en waterspitmuis redelijkerwijs uit te sluiten Marterachtigen In het plangebied werden geen sporen van marters aangetroffen. Het is dan ook uitgesloten dat in het plangebied verblijfplaatsen voor steenmarter (Martes foina) of boommarter (Martes martes)voorkomen. Ook werden geen sporen van de das (Meles meles) aangetroffen. De das heeft dan ook geen verblijfplaats of essentieel foerageergebied in het plangebied Eekhoorn In het plangebied werden geen nesten van de eekhoorn (Sciurus vulgaris) aangetroffen. Daarnaast zijn binnen het plangebied of de directe omgeving daarvan geen geschikte habitats voor eekhoorn aanwezig. De kans is derhalve redelijkerwijs uitgesloten dat deze soort in het plangebied aanwezig is. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 13 van 24

102 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Vleermuizen De directe omgeving van het plangebied is geschikt als leefgebied voor enkele soorten vleermuizen. Het plangebied zelf is geschikt als foerageergebied. Op grond van de geringe omvang van het plangebied is de kans klein dat het plangebied een essentieel foerageergebied betreft. Binnen het plangebied zijn geen geschikte locaties voor vaste rust- en/ of verblijfplaatsen voor zowel gebouw- als boombewonende vleermuizen. Vaste rust- en/ of verblijfplaatsen worden dan ook niet verwacht. In de directe omgeving van het plangebied kunnen wel vaste rust- en/ of verblijfplaatsen aanwezig zijn. Zo bevatten de gebouwen ten westen van het plangebied enkele spouwmuren, hebben de flatgebouwen aan de oostzijde geschikte gevels, en staan ten noorden van het plangebied twee grote wilgen (Salix sp.) met potenties voor zomer- en/of paarverblijfplaatsen. In het plangebied kunnen derhalve de volgende soorten worden verwacht: gewone dwergvleermuis (Pipistrelllus pipistrellus), ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) en laatvlieger (Eptesicus serotinus). In Tabel 1 is weergegeven welke functies van bovengenoemde soorten mogelijk voorkomen. Tabel 1. De potentieel voorkomende soorten vleermuizen en functies in het plangebied en directe omgeving. Zomerverblijfplaats Kraamverblijfplaats Paarverblijfplaats Winterverblijfplaats Vliegroute Foerageergebied gewone dwergvleermuis O O O O O O/P ruige dwergvleermuis O O O O O/P laatvlieger O O O O O/P P plangebied O omgeving 5.3 Vogels Voor vogelsoorten met vaste rust- en/of verblijfplaatsen zijn binnen het plangebied geen geschikte habitats aanwezig. Wel kunnen zangvogels die in tuinen en stedelijk gebied broeden (zoals merel (Turdus merula), koolmees (Parus major) en winterkoning (Troglodytes troglodytes)) in de directe omgeving van het plangebied aanwezig zijn. 5.4 Amfibieën en vissen Binnen het plangebied en de directe omgeving ervan is geen water aanwezig. Het voorkomen van beschermde amfibieën en vissen is daarom redelijkerwijs uit te sluiten. 5.5 Reptielen Op grond van het ontbreken van geschikte ecotopen in het plangebied (zoals schrale vegetatie met voldoende rustige, zonnige plekken) kan het voorkomen van reptielen redelijkerwijs worden uitgesloten. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 14 van 24

103 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 5.6 Libellen en dagvlinders In het plangebied komen geen voedselarme wateren of vegetaties voor die geschikt zijn als leefgebied voor libellen en dagvlinders. Het voorkomen van beschermde libellen en dagvlinders kan daarom redelijkerwijs worden uitgesloten. 5.7 Overige ongewervelden In verband met het ontbreken van voor overige ongewervelden geschikte ecotopen (oude eiken, schoon water, veensloten, vennen) in het plangebied kan het voorkomen van beschermde overige ongewervelden redelijkerwijs worden uitgesloten. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 15 van 24

104 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 6 Ingreep Het bestaande pand wordt uitgebreid met een aanbouw aan de noordzijde. Het aangrenzende gazon wordt tijdelijk gebruikt voor opslag van bouwmaterialen en tijdelijke gebouwen als bouwketen en mobiele toiletunits. De Flora- en faunawet hanteert een aantal belangen waaronder een ingreep kan vallen. Onderhavige ingreep valt onder de volgende belangen: j. de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 16 van 24

105 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 7 Toetsing aan wet- en regelgeving Op grond van de resultaten van het veldbezoek, het literatuuronderzoek en de te verwachten effecten van de ingreep is een toetsing aan de Flora- en faunawet uitgevoerd. Uit deze toetsing volgt welke negatieve effecten verwacht kunnen worden en welke soorten daarbij betrokken zijn. Ook geeft de toetsing aan of aanvullend onderzoek dan wel een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is vereist. Voorts is onderzocht of negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand kunnen worden uitgesloten of dat hiervoor nog aanvullend onderzoek nodig is. 7.1 Zoogdieren Muizen (ware muizen, woel- en spitsmuizen), marterachtigen en eekhoorn Uit de resultaten blijkt dat het voorkomen van beschermde soorten uit deze soortgroepen redelijkerwijs uitgesloten kan worden. Daarmee is ook een negatief effect op deze soorten redelijkerwijs uit te sluiten. De ingreep houdt voor deze soortgroepen dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet in Vleermuizen Uit de resultaten blijkt dat drie soorten vleermuizen binnen het plangebied kunnen voorkomen. Het plangebied heeft alleen functie voor deze dieren als foerageergebied. In Tabel 2 is weergegeven op welke potentieel voorkomende combinatie van soorten en functies in de directe omgeving van het plangebied mogelijk negatieve effecten te verwachten zijn. Tabel 2. De potentieel voorkomende soorten vleermuizen en functies. Zomerverblijfplaats Kraamverblijfplaats Paarverblijfplaats Winterverblijfplaats Vliegroute Foerageergebied gewone dwergvleermuis O O O O O O P ruige dwergvleermuis O O O O O P laatvlieger O O O O O P P plangebied mogelijk negatief O omgeving niet negatief ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 17 van 24

106 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Uit Tabel 2 volgt dat negatieve effecten op vleermuizen binnen het plangebied zijn uitgesloten. Het plangebied is te klein om als essentieel foerageergebied te fungeren. Omdat in de directe omgeving mogelijk vaste rust- en/of verblijfplaatsen voorkomen (in spouwmuren, gevels en grote wilgen in het gazon), is het van belang dat hiermee tijdens de werkzaamheden rekening wordt gehouden. Wanneer overdag gewerkt wordt zijn negatieve effecten op de omgeving uit te sluiten. Wanneer binnen de actieve periode van vleermuizen (half maart-eind oktober) in de nacht kunstmatige verlichting wordt gebruikt, moet ervoor worden gezorgd dat de bomen (met name de twee wilgen) en de gevels van de gebouwen in de buurt niet door dit kunstlicht worden verlicht. Wanneer deze bomen en/of gevels wel worden verlicht zijn negatieve effecten op vleermuizen niet uit te sluiten. 7.2 Vogels Binnen het plangebied zijn geen jaarrond beschermde nesten van vogelsoorten met vaste rust- en/of verblijfplaatsen aanwezig. Werkzaamheden die uitgevoerd worden tijdens het broedseizoen kunnen leiden tot verstoring van broedgevallen van algemene vogelsoorten uit met name het stedelijk gebied. Omdat alle vogels tijdens het broeden zijn beschermd, kunnen werkzaamheden tijdens het broedseizoen leiden tot een overtreding van de Flora- en faunawet. 7.3 Overige soortgroepen Uit de resultaten blijkt dat het voorkomen van beschermde soorten uit de soortgroepen vaatplanten, kleine grondgebonden zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen en overige ongewervelden redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Daarmee is ook een negatief effect op deze soorten redelijkerwijs uit te sluiten. De ingreep leidt derhalve niet tot een overtreding van de Flora- en faunawet voor soorten uit deze soortgroepen. 7.4 Gebiedsbescherming De Natura 2000-gebieden die het dichtste bij het plangebied liggen zijn Biesbosch en Boezems Kinderdijk. Deze gebieden liggen op een afstand van respectievelijk circa 6,0 km en circa 5,5 km van het plangebied. Door menselijke invloeden in het tussenliggende gebied (veroorzaakt door bijvoorbeeld stedelijk gebied en grote wegen) zijn negatieve effecten door geluidsverstoring of visuele verstoring als gevolg van de ingreep op Natura 2000-gebieden uitgesloten. De ingreep draagt voorts niet bij aan verreikende effecten, zoals stikstofdepositie of verdroging. In de omgeving van het plangebied zijn geen Beschermde Natuurmonumenten aanwezig. Vervolgstappen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 zijn voor dit project dan ook niet nodig. Het plangebied ligt niet in Natuurnetwerk Nederland (NNN). Een negatief effect op de functionaliteit van de dichtstbijzijnde NNN-zone kan redelijkerwijs worden uitgesloten. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 18 van 24

107 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 8 Conclusies en aanbevelingen Uit de toetsing van de resultaten van het onderzoek aan de Flora- en faunawet blijkt dat bij uitvoering van de ingreep mogelijk negatieve effecten te verwachten zijn op: vleermuizen; vogels. Op de overige soortgroepen wordt geen negatief effect op beschermde soorten (of functies) verwacht. Op grond van de ligging van het plangebied ten opzichte van beschermde gebieden en de aard van de ingreep worden geen significant negatieve effecten verwacht op de kwaliteit van beschermde gebieden. 8.1 Vleermuizen De directe omgeving maakt mogelijk deel uit van de functionele leefomgeving (mogelijke verblijfplaatsen in spouwmuren van nabij gelegen gebouwen en in twee grote wilgen met holtes en spleten, vliegroutes en foerageergebied) van vleermuizen. Bij werkzaamheden waarbij kunstlicht wordt gebruikt kunnen deze functies verstoord worden. Om negatieve effecten op deze functies te voorkomen dient daarom in de periode half maart eind oktober niet met kunstlicht te worden gewekt. Is dit wel het geval dan dient aanlichting van de bomen en gevels (zie Bijlage 1) te worden voorkomen. Een ecoloog dient in dat geval aan te geven hoe de verlichting moet worden opgesteld. 8.2 Vogels Voor de mogelijk aanwezige algemene soorten broedvogels geldt dat de werkzaamheden buiten het broedseizoen uitgevoerd dienen te worden. Voor het broedseizoen stelt de wet geen vaste begin- of einddatum. Normaal gesproken loopt het broedseizoen voor de meeste vogelsoorten van 15 maart tot 15 juli. Wanneer niet buiten het broedseizoen gewerkt kan worden moet het plangebied voorafgaande aan de werkzaamheden door een deskundige op het gebied van beschermde soorten onderzocht worden op de aanwezigheid van broedgevallen. Ook is het dan aan te raden het aanwezige snoeiafval en de vegetatie binnen het werkterrein (ruim) voor het broedseizoen te verwijderen, teneinde de kans op broedgevallen binnen het plangebied te beperken. Het is niet mogelijk ontheffing te verkrijgen voor het verstoren van broedende vogels. 8.3 Samenvatting In algemene zin kan redelijkerwijs worden gesteld dat op grond van de mogelijke effecten de uitvoering van de ingreep waarschijnlijk niet door de Flora- en faunawet wordt verhinderd, mits rekening wordt gehouden met broedvogels en de werkzaamheden buiten de periode half maart eind oktober worden uitgevoerd. Is dit laatste niet het geval dan moet voorkomen worden dat bomen en gevels worden aangelicht door kunstlicht. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 19 van 24

108 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Bij start van de werkzaamheden in het broedseizoen dient een ecoloog het terrein controleren op de aanwezigheid van broedvogels. Wij adviseren echter de werkzaamheden voor het broedseizoen te starten of buiten het broedseizoen uit te voeren. Wanneer bouwverlichting nodig is dient een ecoloog aan te geven hoe deze moet worden opgesteld. Effecten op beschermde gebieden zijn niet aan de orde ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 20 van 24

109 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B 9 Bronnen 9.1 Literatuur Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk & J.B.M. Thissen, Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Creemers, C.M. & J.C.W. van Delft, De amfibieën en reptielen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Dietz, C., O. von Helversen & D. Nill, Vleermuizen. Alle soorten van Europa en Noord-West Afrika. Tirion Natuur. Floron, Nieuwe Atlas van de Nederlandse Flora. KNNV Uitgeverij, Zeist. Heusden, W.R.M. & S.J. Vreugdenhil, Handreiking Flora- en faunawet. Voor werkzaamheden en activiteiten in het kader van bestendig gebruik, bestendig beheer en onderhoud en ruimtelijke inrichting en ontwikkeling. Rapport, Dienst Landelijk Gebied, Utrecht. Haarsma, A-J., Protocol vleermuizen en natte infrastructuur. Een voorstel. Rapport Batweter onderzoek en advies, Heemstede. Limpens, H., J. Regelink & R. Koelman, Cursus vleermuizen en planologie. Cursusmap, Zoogdiervereniging. Ministerie van EL&I, Buiten aan het Werk. Houd tijdig rekening met beschermde planten en dieren! Brochure. [ ( )]. Regelink, J.R. & T. Bosch, Grote bosmuis in Winterswijk. Zoogdier 18 (2): Websites ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 21 van 24

110 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Bijlage 1: Foto-impressie plangebied Figuur 2. Het plangebied. Figuur 3. Gebouwen met potenties voor vleermuizen ten noordwesten van het plangebied. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 22 van 24

111 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Figuur 4. Wilgen met potenties voor vleermuizen ten noordoosten van het plangebied. Figuur 5. Het bestaande pand zonder potenties voor vleermuizen. Op de achtergrond flatgebouwen met potenties voor vleermuizen, gelegen ten oosten van het plangebied. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 23 van 24

112 Ecologische quickscan, Uitbreiding 50kV Station Walburg, Zwijndrecht versie B Bijlage 2: Vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten Het Ministerie van LNV (nu: EZ) heeft in augustus 2009 de lijst met vogelsoorten waarvan de nesten het hele jaar door beschermd zijn aangepast. Met ingang van 26 augustus 2009 geldt een jaarronde bescherming van nestplaatsen van: Boomvalk (Falco subbuteo) Buizerd (Buteo buteo) Gierzwaluw (Apus apus) Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) Havik (Accipiter gentilis) Huismus (Passer domesticus) Kerkuil (Tyto alba) Oehoe (Bubo bubo) Ooievaar (Ciconia ciconia) Ransuil (Asio otus) Roek (Corvus frugilegus) Slechtvalk (Falco peregrinus) Sperwer (Accipiter nisus) Steenuil (Athene noctua) Wespendief (Pernis apivorus) Zwarte wouw (Milvus migrans). Meer informatie over deze lijst en de bescherming van nestplaatsen van vogels door de Flora- en faunawet is te vinden op de website van het ministerie van EZ. ADVIN ADVISEURS EN INGENIEURS Pagina 24 van 24

113 Notitie vooroverlegreacties Notitie vooroverlegreacties concept-ontwerp-bestemmingsplan 2e herziening Wijk Walburg, locatie transformator- en verdeelstation Cort van der Lindenstraat, gemeente Zwijndrecht. Het concept-ontwerp-bestemmingsplan 2e herziening Wijk Walburg, locatie transformatoren verdeelstation Cort van der Lindenstraat, gemeente Zwijndrecht is toegezonden aan de bestuurlijke overlegpartners voor een reactie conform het bepaalde van artikel Besluit ruimtelijke ordening (Bro) met het verzoek om een reactie te geven op het plan. De bestuurlijke overlegpartners hebben van 12 augustus 2015 tot en met 21 september 2015 de mogelijkheid gekregen om te reageren op het concept-ontwerpbestemmingsplan. Er zijn twee reacties binnengekomen. De reacties zijn hieronder samengevat. 1. Waterschap Hollandse Delta Geen aanleiding tot opmerkingen. 2. Omgevingsdienst Haaglanden De Omgevingsdienst Haaglanden adviseert om de dubbelstemming 'milieubeschermingsgebied voor grondwater' op te nemen in het bestemmingsplan. Gemeentelijk standpunt: In het bestemmingsplan zal een gebiedsaanduiding 'milieuzone grondwaterbeschermingsgebied' opgenomen worden waarmee de gevraagde bescherming wordt geregeld. 3. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Geen reactie ontvangen. 4. Provincie Zuid-Holland Geen reactie ontvangen. Conclusie Naar aanleiding van de vooroverlegreacties wordt de toelichting, regels en verbeelding van het bestemmingsplan aangepast worden.

Interventiewaarden en maximale waarden gebruiksklassen landbodem en waterbodem

Interventiewaarden en maximale waarden gebruiksklassen landbodem en waterbodem Interventiewaarden en maximale waarden gebruiksklassen landbodem en waterbodem Interventiewaarden Gebruikswaarden landbodem Gebruikswaarden waterbodem Stof Grond Grondwater Waterbodem Achtergrondwaarde

Nadere informatie

Bijlage 1: Colofon

Bijlage 1: Colofon Bijlage 1: Colofon Bijlage 2: Profielbeschrijving en zintuiglijke waarnemingen Bijlage 3: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden Bijlage 4: Analyseresultaten grondwatermonster

Nadere informatie

Tabellen met achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie uit bijlage B, hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit.

Tabellen met achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie uit bijlage B, hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit. Tabellen met achtergrond en maximale voor grond en baggerspecie uit bijlage B, hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit. Tabel 1 geeft de norm voor toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem,

Nadere informatie

(< 10 m-mv) (> 10 m-mv) (> 10 m -mv) (µg/l) (µg/l) (µg/l) (mg/kg d.s.) (µg/l) Antimoon 0,09 0, Arseen ,

(< 10 m-mv) (> 10 m-mv) (> 10 m -mv) (µg/l) (µg/l) (µg/l) (mg/kg d.s.) (µg/l) Antimoon 0,09 0, Arseen , Tabel 1 Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater 9 Gehalten in grond zijn weergegeven voor standaardbodem (10% organische stof en 25% lutum) Stofnaam Streefwaarde Landelijke achtergrond

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: bo14347 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 125 Hier bevindt zich Kadastraal object SOEST G 9311 Nieuweweg 6A, SOEST CC-BY

Nadere informatie

BIJLAGE - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: bo4242 m 25 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal : 25 Hier bevindt zich Kadastraal object AMERSFOORT G 2496 Kortenaerstraat, 384 TL AMERSFOORT

Nadere informatie

Analysecertificaat. Infrasoil - Veenendaal T.a.v. H. Liesveld Postbus NK VEENENDAAL. Datum:

Analysecertificaat. Infrasoil - Veenendaal T.a.v. H. Liesveld Postbus NK VEENENDAAL. Datum: Infrasoil - Veenendaal T.a.v. H. Liesveld Postbus 49 39 NK VEENENDAAL Analysecertificaat Datum: 1-9-214 Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: offerte baarn 0 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500 Hier bevindt zich Kadastraal object BAARN M 3189 August Janssenweg

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: 1333 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 125 Hier bevindt zich Kadastraal object BAARN K 1263 Smutslaan 8, 3743 CG BAARN

Nadere informatie

P Hengelo - Torenlaan 62 Sportpark Slangenbeek P

P Hengelo - Torenlaan 62 Sportpark Slangenbeek P BOOT Org. Ingenieursburo T.a.v. E. Janssen Postbus 59 39 AM VEENENDAAL Analysecertificaat Datum: 5-Jul-217 Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie

Nadere informatie

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE DHV B.V. BIJLAGE 1 Regionale tekening Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE21259-1 - DHV B.V. BIJLAGE 2 Situatietekening met boringen en peilbuis Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat

Nadere informatie

Milieutechniek ZVS Eemnes BV BO Baarn, Wildenburglaan 1. Boring: 101. Boring: 102. Boring: 103. Boring: 104. Boring: 105.

Milieutechniek ZVS Eemnes BV BO Baarn, Wildenburglaan 1. Boring: 101. Boring: 102. Boring: 103. Boring: 104. Boring: 105. BO435 Milieutechniek ZVS Eemnes BV Boring: Boring: 2 5 8 5 5 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinbeige, Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk puinhoudend, bruin, 5 5 gras Zand, matig fijn, zwak

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: bo15196 0 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500 Hier bevindt zich Kadastraal object AMERSFOORT H 4538 Frans Halsstraat,

Nadere informatie

BO14168. Milieutechniek ZVS Eemnes BV. Amersfoort, Heiligenbergerwerg 113. Boring: 301. Boring: 302. Datum: 05-11-2014

BO14168. Milieutechniek ZVS Eemnes BV. Amersfoort, Heiligenbergerwerg 113. Boring: 301. Boring: 302. Datum: 05-11-2014 BO14168 Milieutechniek ZVS Eemnes BV Boring: 301 Datum: 05-11-2014 Boring: 302 Datum: 05-11-2014 0 1 0 tuin Zand, matig fijn, zwak humeus, zwak grindig, donkerbruin, Edelmanboor 0 1 0 40 tuin Zand, matig

Nadere informatie

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster MM1 (bg) MM2 (og) Certificaatcode 2014057040 2014057040 Boring(en) 2, 3, 5, P1 2, P1 Traject (m -mv) 0,00-0,50

Nadere informatie

Bestemmingsplan Singel 1 Vreeland

Bestemmingsplan Singel 1 Vreeland Gemeente Stichtse Vecht Bestemmingsplan Singel 1 Vreeland Bijlagen bij toelichting Juli 2018 NL.IMRO.1904.BPSingel1VLD-VG01 Kenmerk 1904-06-TB01 Projectnummer 1904-06 Toelichting Inhoudsopgave Bijlage

Nadere informatie

Bijlage 1. Regionale situatie met aanduiding onderzoekslocatie Nunspeterweg 15 te Elburg Projectnummer: 162294/AM 183200 183700 184200 184700 185200 185700 186200 /. LOKATIE 492000 492500 493000 493500

Nadere informatie

Happy Duck Wasplein Industrieweg AD DUIVENDRECHT

Happy Duck Wasplein Industrieweg AD DUIVENDRECHT Happy Duck Wasplein Industrieweg 9 1115 AD DUIVENDRECHT Eemnes, 16 mei 217 Ref: AF/53br17/21838 Betreft : Resultaten slibmonster uit OBA Werk : Duivendrecht, Industrieweg 9 Projectnr. : PK17136 Geachte

Nadere informatie

Onderwerp: Aanvullend bodemonderzoek Winkel, 28 oktober 2014 Werfplein 5 te Zwartewaal Onze referentie:

Onderwerp: Aanvullend bodemonderzoek Winkel, 28 oktober 2014 Werfplein 5 te Zwartewaal Onze referentie: Bilfinger Industrial Services Werfplein 5 Zwartewaal Onderwerp: Aanvullend bodemonderzoek Winkel, 28 oktober 2014 Werfplein 5 te Zwartewaal Onze referentie: 051002522 Geachte heer van Ruitenburg, Hierbij

Nadere informatie

m BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE 1 blad 1 van 1 Onderzoekslocatie Onderdeel : Locatiekaart Schaal : 1:25.000 (Bron: Topografische kaart van Nederland) Projectnummer : 2017.0030 Opdrachtgever : De heer

Nadere informatie

Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van het actualiserend onderzoek aan de Johannes Keizerhof te Handel.

Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van het actualiserend onderzoek aan de Johannes Keizerhof te Handel. Gemeente Gemert-Bakel, T.a.v. de heer M. Emonds, Postbus 1, 542 DA GEMERT. Onze ref: PH-16332 Uw ref: Betreft: Actualiserend onderzoek Johannes Keizershof Handel Asten, 18 mei 216 Geachte heer M. Emonds,

Nadere informatie

BIJLAGE - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart m 25 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal : 25 Hier bevindt zich Kadastraal object BUNSCHOTEN M 974 Kerkepad, EEMDIJK De auteursrechten en databankenrechten

Nadere informatie

BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE 1 blad 1 van 1 Onderzoekslocatie Onderdeel : Locatiekaart Schaal : 1:25.000 (Bron: Topografische kaart van Nederland) Projectnummer : 2016.0200 Opdrachtgever : De heer A.

Nadere informatie

Rapport. Verkennend bodemonderzoek Oude Kerkstraat ong. te Dussen

Rapport. Verkennend bodemonderzoek Oude Kerkstraat ong. te Dussen Rapport Verkennend bodemonderzoek Oude Kerkstraat ong. te Dussen definitief revisie 00 15 december 2017 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 2 2 Vooronderzoek 3 2.1 Algemeen 3 2.2 Terreinbeschrijving 3 2.3

Nadere informatie

Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van het actualiserend bodemonderzoek aan de Teutonenhof te Gemert.

Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van het actualiserend bodemonderzoek aan de Teutonenhof te Gemert. Dhr. P. van Schijndel, Asten, 18 maart 216 Onze ref: PH-16178 Uw ref: Betreft: Actualiserend bodemonderzoek Teutonenhof Geachte heer van Schijndel, Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van

Nadere informatie

Het Zand 3811 GC AMERSFOORT. plaatse van. met onder meer een loodgehalte. het NEN. pakket. Beoordeling NVT Voldoet Troebel T 0547

Het Zand 3811 GC AMERSFOORT. plaatse van. met onder meer een loodgehalte. het NEN. pakket. Beoordeling NVT Voldoet Troebel T 0547 mro B.V. De heer H. van Veldhuisen Het Zand 30 3811 GC AMERSFOORT Laren, 27 juli 2017 Ooldselaan 12a 7245 PR Laren T 0547 261 888 info@vdpoelmilieu.nl www.vdpoelmilieu.nl BANK: NL16 TRIO 0391171747 BTW:

Nadere informatie

Toelichting op bodemonderzoek

Toelichting op bodemonderzoek projectnr. 270316-42 juni 2015, revisie 00 Gemeente Tilburg Grondwateronderzoek Volkstuinvereniging Hoflaan Bijlage 1: Bijlage 1a: Toelichting op bodemonderzoek Kwaliteitsaspecten van het onderzoek, de

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Diverse locaties te Schermerhorn Projectnummer:

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Diverse locaties te Schermerhorn Projectnummer: Verkennend bodemonderzoek conform NEN 574 Diverse locaties te Schermerhorn Projectnummer: 512315 Opdrachtgever: Opdrachtnemer/Rapporteur: Auteur: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 25 17

Nadere informatie

Bijlage 20 bij besluit 2015/1273-V1 V&V

Bijlage 20 bij besluit 2015/1273-V1 V&V Bijlage 2 bij besluit 215/1273-V1 V&V BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE 1 blad 1 van 1 Onderzoekslocatie Onderdeel : Locatiekaart Schaal : 1:25. (Bron: Topografische kaart van Nederland) Projectnummer

Nadere informatie

Rapport. Verkennend bodemonderzoek Sportlaan 1a te Bodegraven. Kenmerk ODMH: projectnummer revisie 01 1 maart 2018

Rapport. Verkennend bodemonderzoek Sportlaan 1a te Bodegraven. Kenmerk ODMH: projectnummer revisie 01 1 maart 2018 Verkennend bodemonderzoek Sportlaan 1a te Bodegraven revisie 1 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 2 Vooronderzoek 2 2.1 Algemeen 2 2.2 Conclusie vooronderzoek en hypothese 2 3 Verrichte werkzaamheden 3

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Afbeelding: Regionale situatie BIJLAGE 2 - Boorlocaties - BIJLAGE 3 - Veldwerkgegevens - BO1529 Milieutechniek ZVS Eemnes BV Boring: 1 Datum: 15-6-215 Boring: 2 Datum:

Nadere informatie

801/288 Mi!ieutechlliek lvs Eemnes B V 7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In opdracht van de heer J. Bruinekool heeft Milieutechniek ZYS Eemnes BY in september 20 II een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Analysecertificaat. Milieutechniek Rouwmaat b.v. T.a.v. Nico Looman Postbus AB GROENLO. Datum:

Analysecertificaat. Milieutechniek Rouwmaat b.v. T.a.v. Nico Looman Postbus AB GROENLO. Datum: Milieutechniek Rouwmaat b.v. T.a.v. Nico Looman Postbus 74 7140 AB GROENLO Analysecertificaat Datum: 27-05-2014 Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie

Nadere informatie

BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE 1 blad 1 van 1 Onderzoekslocatie Onderdeel Schaal Projectnummer Opdrachtgever : : : : Locatiekaart 1:25.000 (Bron: Topografische kaart van Nederland) 2015.0552 De heer B.

Nadere informatie

Meerpolder Berkel en Rodenrijs Locatie 74. Verkennend bodemonderzoek

Meerpolder Berkel en Rodenrijs Locatie 74. Verkennend bodemonderzoek Meerpolder Berkel en Rodenrijs Locatie 74 Verkennend bodemonderzoek projectnummer 41225 revisie 9 mei 217 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 2 Vooronderzoek 2 2.1 Terreinbeschrijving 2 2.2 Conclusie vooronderzoek

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de Prinsenstraat (ongenummerd) te Zundert

Inspectie van de bodem middels verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de Prinsenstraat (ongenummerd) te Zundert Inspectie van de bodem middels verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de Prinsenstraat (ongenummerd) te Zundert Rapport 46275, 24 juni 24 Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Cluster Projecten en Vastgoed

Nadere informatie

BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE 1 blad 1 van 1 Onderzoekslocatie Onderdeel : Locatiekaart Schaal : 1:25.000 (Bron: Topografische kaart van Nederland) Projectnummer : 2016.0387 Opdrachtgever : De heer H.

Nadere informatie

BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE blad van Onderzoekslocatie Onderdeel : Locatiekaart Schaal : :25. (Bron: Topografische kaart van Nederland) Projectnummer : 27.33 Opdrachtgever : Cremerhoeve VOF BIJLAGE

Nadere informatie

ES1609/002 VLA 5496 Vlaams Brabant

ES1609/002 VLA 5496 Vlaams Brabant Envirosoil NV T.a.v. Koen Batsleer Siemenslaan 13 B-82 Oostkamp BELGIË Analysecertificaat Datum: 12-Oct-216 Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: boofferte 0 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500 Hier bevindt zich Kadastraal object HILVERSUM O 1422 Nieuwe Havenweg

Nadere informatie

Tekeningen O-1 Overzichtstekening met ligging locatie S-1 Situatietekening met boringen en peilbuis

Tekeningen O-1 Overzichtstekening met ligging locatie S-1 Situatietekening met boringen en peilbuis Rapport Verkennend bodemonderzoek Lange Dreef 17 te Hagestein Projectnr. 402541 April 2015, revisie 00 Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Vooronderzoek... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Terreinbeschrijving... 3 2.3

Nadere informatie

443 Blad 2 van 4 Met betrekking tot de kwaliteitsaspecten, toegepaste methoden en betrouwbaarheid/garanties van het onderzoek wordt verwezen naar bijl

443 Blad 2 van 4 Met betrekking tot de kwaliteitsaspecten, toegepaste methoden en betrouwbaarheid/garanties van het onderzoek wordt verwezen naar bijl CroonenBuro5 Postbus 4 49 AA Oosterhout Beneluxweg 25 Postbus 4 49 AA Oosterhout T 62-487 F 62-454 www.anteagroup.nl datum juli 25 uw kenmerk 2533 ons kenmerk 443 onderwerp Rapport verkennend bodemonderzoek

Nadere informatie

Tekeningen Overzichtstekening met ligging locatie Situatietekening met boringen en peilbuis

Tekeningen Overzichtstekening met ligging locatie Situatietekening met boringen en peilbuis Rapport Verkennend bodemonderzoek Polarisstraat 37 te Dongen Projectnr. 239852-26 april 2013, revisie 00 Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Vooronderzoek... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Terreinbeschrijving... 3

Nadere informatie

Gemeente Maasdriel p/a Omgevingsdienst Regio Rivierenland tav mevr E.H.M. (Elise) Timmerman postbus HG Tiel

Gemeente Maasdriel p/a Omgevingsdienst Regio Rivierenland tav mevr E.H.M. (Elise) Timmerman postbus HG Tiel Gemeente Maasdriel p/a Omgevingsdienst Regio Rivierenland tav mevr E.H.M. (Elise) Timmerman postbus 6267 4000 HG Tiel betreft : bodemonderzoek Meikersstraat ong. referentie: 14-2161 pagina: 1/3 Geldermalsen,

Nadere informatie

Tekeningen Situatietekening met boringen en peilbuis

Tekeningen Situatietekening met boringen en peilbuis Rapport Verkennend bodemonderzoek St. Jacobsstraat 1a te Galder Projectnr. 246859-04 10 december 2012, revisie 00 Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Vooronderzoek... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Terreinbeschrijving...

Nadere informatie

Gemeente Voorst T.a.v. de heer N. Wisselink Postbus HA Twello

Gemeente Voorst T.a.v. de heer N. Wisselink Postbus HA Twello DE KLINKER MILIEU Onderdeel van Wissels Groep Verlengde Ooyerhoekseweg 9 7207 BJ Zutphen Tel. (0575) 51 72 98 IBAN NL21INGB0659597411 K.v.K. 08046310 B.T.W. nr. NL 8083.56.872.B.01 info@deklinker.com www.deklinker.com

Nadere informatie

BIJLAGE 3 BOORSTATEN Bijlage 3 Boring: 01 Boring: 02 0 1 0 braak Veen, zwak zandig, sporen puin, sporen kolengruis, donkerbruin, Edelmanboor 0 1 0 10 braak Zand, lichtgrijs, Edelmanboor, Cunetzand Zand,

Nadere informatie

Bijlage 5 Briefrapport resultaten bodemsanering (fase 2)

Bijlage 5 Briefrapport resultaten bodemsanering (fase 2) Bijlage 5 Briefrapport resultaten bodemsanering (fase 2) Wijngaard, ontwerp 385 Gemeente Huizen t.a.v. de heer W. Menzel Postbus 5 1270 AA HUIZEN Eemnes, 21 februari 2018 Ref: AV/53br18/21938 Betreft

Nadere informatie

Tekeningen Overzichtstekening met ligging locatie Situatietekening met boringen, asbestgaten en peilbuis

Tekeningen Overzichtstekening met ligging locatie Situatietekening met boringen, asbestgaten en peilbuis Rapport Verkennend bodem- en asbestonderzoek Pastoor Dirvenstraat 9 te Dongen Projectnr. 239852-46 29 juni 2015, revisie 00 Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Vooronderzoek... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Terreinbeschrijving...

Nadere informatie

BIJLAGEN Analyserapport ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 5 394 AG Rotterdam Tel.: +3 () 23 47 Fax: +3 () 46 3 34 www.alcontrol.nl VERHOEVEN MILIEUTECHN.BV C. Seekles Postbus 2225

Nadere informatie

Onderwerp: Aanvullend bodemonderzoek Winkel, 6 september 2012 Kooiweg 5 te Castricum Onze referentie:

Onderwerp: Aanvullend bodemonderzoek Winkel, 6 september 2012 Kooiweg 5 te Castricum Onze referentie: Dhr. R. Koole Kon. Wilhelminalaan 11 1901 DM Castricum Onderwerp: Aanvullend bodemonderzoek Winkel, 6 september 2012 Kooiweg 5 te Castricum Onze referentie: 051002036 Geachte heer Koole, Op de bovenstaande

Nadere informatie

Meco Groep T.a.v. de heer J. Kooij Postbus AK HUIZEN

Meco Groep T.a.v. de heer J. Kooij Postbus AK HUIZEN Meco Groep T.a.v. de heer J. Kooij Postbus 449 1270 AK HUIZEN Ref: JM/53br14/21625 Eemnes, 2 juni 2016 Betreft Werk Project Locatie : Aanvullend grondwateronderzoek : Verlengde Houtsnip te Soest : BO16088

Nadere informatie

Achterstraat 28 Hoeksestraat 5 (1) Herinrichtingslocatie (2) Verontreiniging met koper (grond) (3) Verontreiniging met cadmium en zink (grondwater) BIJLAGE 3 BOORSTATEN Bijlage 3 Boring:

Nadere informatie

Hierbij ontvangt u de rapportage van het bodemonderzoek ter plaatse van de aan te leggen Parkeergarage Ravel te Amsterdam.

Hierbij ontvangt u de rapportage van het bodemonderzoek ter plaatse van de aan te leggen Parkeergarage Ravel te Amsterdam. Castor (Cross Towers) BV T.a.v. de heer J. Snijders Suikersilo-Oost 32 1165 MS HALFWEG Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Alkmaar, 22 maart 216 GM-34882 34882 Betreft Bodemonderzoek Parkeergarage

Nadere informatie

Tekeningen Situatietekening met boringen en peilbuizen

Tekeningen Situatietekening met boringen en peilbuizen Rapport Verkennend bodemonderzoek Koningsweg 22 te Geldermalsen Projectnr. 266266.2 17 februari 215, revisie Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Vooronderzoek... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Terreinbeschrijving...

Nadere informatie

Colofon. Datum van uitgave: 18 september Contactadres: Tolhuisweg DV HEERENVEEN Postbus AA HEERENVEEN

Colofon. Datum van uitgave: 18 september Contactadres: Tolhuisweg DV HEERENVEEN Postbus AA HEERENVEEN Colofon Datum van uitgave: 18 september 2015 Contactadres: Tolhuisweg 57 8443 DV HEERENVEEN Postbus 24 8440 AA HEERENVEEN Copyright 2015 Antea Nederland B.V. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

Tekeningen S-1 Situatietekening met boringen en peilbuizen

Tekeningen S-1 Situatietekening met boringen en peilbuizen Rapport Verkennend bodemonderzoek voormalige school Rembrandtlaan 44 te Bleiswijk Projectnr. 26722 25 maart 214, revisie Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Vooronderzoek... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Terreinbeschrijving...

Nadere informatie

Buro SRO. Boxmeer, 28 april resultaten herbemonstering grondwater peilbuis A01 Project: definitief, versie D1.

Buro SRO. Boxmeer, 28 april resultaten herbemonstering grondwater peilbuis A01 Project: definitief, versie D1. Buro SRO Boxmeer, 28 april 2017 Betreft: resultaten herbemonstering grondwater peilbuis A01 Project: 3192.001 Status: definitief, versie D1 Geachte mevrouw Hierbij ontvangt u de resultaten betreffende

Nadere informatie

O.G. Mij. Th. G. van den Bosch B.V. LEGENDA. voormalige zinkput. drain pompput. grens monstername wand ontgravingscontour

O.G. Mij. Th. G. van den Bosch B.V. LEGENDA. voormalige zinkput. drain pompput. grens monstername wand ontgravingscontour W1 W2 CP3 onv. CP1 voormalige zinkput W1 B11 3,5 W2 onv. CP2 CP4 N W1 W2 3,5 W1 B11 N LEGENDA N drain pompput grens monstername wand ontgravingscontour ontgravingsdiepte (m-mv) monster putwand monster

Nadere informatie

Bijlage 2 Briefrapport nader bodemonderzoek (zware metalen)

Bijlage 2 Briefrapport nader bodemonderzoek (zware metalen) Bijlage Briefrapport nader bodemonderzoek (zware metalen) Wijngaard, ontwerp 44 Gemeente Huizen T.a.v. de heer W. Menzel Postbus 5 7 AA Huizen PJ Milieu BV Nijverheidsstraat 386 RJ Nijkerk Telefoon: 33-4585

Nadere informatie

Rapport Verkennend bodemonderzoek paden bij Aalsmeerderdijk 400 te Aalsmeerderbrug

Rapport Verkennend bodemonderzoek paden bij Aalsmeerderdijk 400 te Aalsmeerderbrug Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Veldwerk... 3 2.1 Verrichte veldwerkzaamheden... 3 2.2 Resultaten veldwerk... 3 3 Laboratoriumonderzoek... 5 3.1 Uitgevoerd laboratoriumonderzoek... 5 3.2 Toetsingskader...

Nadere informatie

Betreft: resultaten aanvullend bodemonderzoek 1/2

Betreft: resultaten aanvullend bodemonderzoek 1/2 Kruse Milieu BV Bezoekadres: Huyerenseweg 33 7678 SC Geesteren Internet: info@krusegroep.nl www.krusegroep.nl De heer D.W. Kooiker Schapendijk 4 7715 PT Punthorst Postadres: Postbus 51 7650 AB Tubbergen

Nadere informatie

Rapport. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Keenseweg te Etten-Leur

Rapport. Verkennend bodem- en asbestonderzoek Keenseweg te Etten-Leur Verkennend bodem- en asbestonderzoek Keenseweg te Etten-Leur definitief revisie 16 november 216 16 november 216 revisie Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 2 2 Vooronderzoek 3 2.1 Algemeen 3 2.2 Terreinbeschrijving

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek conform NEN Locatie: St. Maartensweg te Sint Maartensbrug. Projectnummer: C

Verkennend bodemonderzoek conform NEN Locatie: St. Maartensweg te Sint Maartensbrug. Projectnummer: C B i j l a g e 2 : B o d e m o n d e r z o e k e n B o d e m A d v i e s Verkennend bodemonderzoek conform NEN 574 Locatie: St. Maartensweg te Sint Maartensbrug Projectnummer: 5 1977C Opdrachtgever: Gemeente

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Verkennend bodemonderzoek Conform NEN 5740 Auteur: Dhr. Ing. T.M.W. van Breugel Controle: Dhr. J.P.G.M. van Rozendaal Veldwerk: Dhr. Ing. T. van Breugel Dhr. J.P.G.M. van Rozendaal Opdrachtgever: Van Gessel

Nadere informatie

Milieukundig rapport. Verkennend bodemonderzoek afsluiterschema S-7259 Wouwseweg te Halsteren. GNIP A1521 Ossendrecht-Tholen-Halsteren

Milieukundig rapport. Verkennend bodemonderzoek afsluiterschema S-7259 Wouwseweg te Halsteren. GNIP A1521 Ossendrecht-Tholen-Halsteren Milieukundig rapport Verkennend bodemonderzoek afsluiterschema S-7259 Wouwseweg te Halsteren projectnummer 270492 definitief revisie 00 3 november 2016 GNIP A1521 Ossendrecht-Tholen-Halsteren Inhoudsopgave

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Bram Streeflandweg 3b4 noord te Renkum

Verkennend bodemonderzoek Bram Streeflandweg 3b4 noord te Renkum Verkennend bodemonderzoek Bram Streeflandweg 3b4 noord te Renkum Gemeente Renkum Projectnummer: P2296.01 Datum: 20 augustus 2015 Versie: definitief Verkennend bodemonderzoek Bram Streeflandweg 3b4 noord

Nadere informatie

BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE 1 blad 1 van 1 Onderzoekslocatie Onderdeel Schaal Projectnummer Opdrachtgever : : : : Locatiekaart 1:25. (Bron: Topografische kaart van Nederland) 216.25 Maatschap Langelaan

Nadere informatie

CroonenBuro5 Postbus AA Oosterhout Beneluxweg 125 Postbus AA Oosterhout T F datum 11 april 2

CroonenBuro5 Postbus AA Oosterhout Beneluxweg 125 Postbus AA Oosterhout T F datum 11 april 2 CroonenBuro5 Postbus 4 49 AA Oosterhout Beneluxweg 125 Postbus 4 49 AA Oosterhout T 162-487 F 162-451141 www.anteagroup.nl datum 11 april 217 uw kenmerk ons kenmerk 414944 onderwerp Rapport verkennend

Nadere informatie

Tekeningen Situatietekening met gaten, boringen en peilbuizen

Tekeningen Situatietekening met gaten, boringen en peilbuizen Verkennend bodemonderzoek Schapenzandweg 13 te Diepenveen Projectnr. 26296 mei 214, revisie Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Vooronderzoek... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Terreinbeschrijving... 3 2.3 Voormalig-

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Daalderweg, bocht Zuidelijke Randweg

Verkennend bodemonderzoek Daalderweg, bocht Zuidelijke Randweg projectnr. 27539-3 oktober 214, revisie 1 27539Rap.doc Gemeenste Zaanstad Verkennend bodemonderzoek Daalderweg, bocht Zuidelijke Randweg in Zaandam Inhoud Blz. 1 Inleiding 2 2 Veldwerk 4 2.1 Uitgevoerd

Nadere informatie

Colofon. Datum van uitgave: 18 september Contactadres: Tolhuisweg DV HEERENVEEN Postbus AA HEERENVEEN

Colofon. Datum van uitgave: 18 september Contactadres: Tolhuisweg DV HEERENVEEN Postbus AA HEERENVEEN Colofon Datum van uitgave: 18 september 2015 Contactadres: Tolhuisweg 57 8443 DV HEERENVEEN Postbus 24 8440 AA HEERENVEEN Copyright 2015 Antea Nederland B.V. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat /1

Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat /1 Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2016045132/1 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771

Nadere informatie

Hierbij doe ik u het verslag toekomen van het uitgevoerde actualisatie bodemonderzoek op de bovengenoemde locatie.

Hierbij doe ik u het verslag toekomen van het uitgevoerde actualisatie bodemonderzoek op de bovengenoemde locatie. Gemeente Moerdijk Afdeling Ruimtelijke & Maatschappelijke Ontwikkeling T.a.v. Dhr. L. Willems Postbus 4 4760 AA Zevenbergen Ons kenmerk :.r Beh. door : R.A.C. Hereijgers Datum : 7 maart 07 Betreft : Actualisatie

Nadere informatie

Bijlage 1 Topografische ligging Onderzoekslocatie locatie Winkelcentrum De Vlieger te Zoetermeer projectnummer 10.10.3079.2243 schaal n.v.t datum november-10 Bijlage 2 Situatietekening Bijlage 3 Boorstaten

Nadere informatie

Partijkeuring Azewijnsestraat Gendringen Depot 1 / Achterhoeks Padvast 0-6 mm

Partijkeuring Azewijnsestraat Gendringen Depot 1 / Achterhoeks Padvast 0-6 mm Partijkeuring Azewijnsestraat Gendringen Depot 1 / Achterhoeks Padvast 0-6 mm Partijkeuring conform: BRL1000, protocol 1001, versie 2.1, 12-12-2013 Opdrachtgever: Contactpersoon: Opdrachtnemer: Contactpersoon:

Nadere informatie

Mochten er van uw kant nog vragen zijn, dan vernemen wij dat graag. Langs deze weg willen wij u bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen.

Mochten er van uw kant nog vragen zijn, dan vernemen wij dat graag. Langs deze weg willen wij u bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen. T 0541-295599 F 0541-294549 E info@terra-agribusiness.nl www.terra-agribusiness.nl Ootmarsum, 20 maart 2015 Pardijs, J. t.a.v. Dhr. Pardijs Beckenstraat 1 7233 PC Vierakker Betreft: Aanvullend wateronderzoek

Nadere informatie

Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van het onderzoek naar zware metalen aan de JF Kennedylaan 5 te Valkenswaard.

Hierbij willen wij u de resultaten doen toekomen van het onderzoek naar zware metalen aan de JF Kennedylaan 5 te Valkenswaard. Tilburgs Truck Parts, T.a.v. de heer F. Tilburgs, Dorpsstraat 19, 5556 VL Valkenswaard. Onze ref: Uw ref: Betreft: BB-1727 metalen Kennedylaan Asten, 21 maart 217 Geachte heer Tilburgs, Hierbij willen

Nadere informatie

Op basis van deze resultaten kan bevoegd gezag een definitief oordeel vellen over de uitkomsten van de uitgevoerde onderzoeken.

Op basis van deze resultaten kan bevoegd gezag een definitief oordeel vellen over de uitkomsten van de uitgevoerde onderzoeken. Portaal Vastgoed Ontwikkeling t.a.v. mevrouw Bloeme Benjamins Postbus 375 3900 AJ Veenendaal kenmerk: 09/200202/EB Amsterdam, 25 februari 2009 onderwerp: rapportage nader bodemonderzoek Nic. Beetsstraat

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Noordervaart 41 te Stompetoren

Verkennend bodemonderzoek Noordervaart 41 te Stompetoren Verkennend bodemonderzoek Noordervaart 41 te Stompetoren 3996/15 Bouwbedrijf Rotteveel Zuidervaart 133 1847 LK ZUIDSCHERMER 17 februari 2015-5- 3996/15rap00.doc te Stompetoren Inhoud Blz. 1 Inleiding 2

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Verkennend bodemonderzoek Conform NEN 5740 Auteur: Dhr. Ing. T.M.W. van Breugel Controle: Dhr. Mr. Ing. O.L.H. Verhagen Mevr. Bc. L.J.T.H. van den Broek Veldwerk: Dhr. B. Brouwer Opdrachtgever: KuiperCompagnons

Nadere informatie

~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ BIJLAGE 3 BOORSTATEN Bijlage 3 Boring: 01 Boring: 02 0 0 braak Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, lichtbruin, Edelmanboor 0 0 5 15 tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, beige, Edelmanboor,

Nadere informatie

BIJLAGE I LOCATIEKAART 0 2,5 5 7,5 10 12,5 BIJLAGE 3 BOORSTATEN Bijlage 3 Boring: 01 Boring: 02 0 1 0 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, sporen kolengruis, donker beigebruin,

Nadere informatie

BIJLAGEN Analyserapport ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 ()1 231 47 Fax: +31 ()1 416 3 34 www.alcontrol.nl VERHOEVEN MILIEUTECHN.BV M. Verschoor Postbus

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Locatie: Dennenstraat, beukenstraat, Plantage te Beverwijk Projectnummer:

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Locatie: Dennenstraat, beukenstraat, Plantage te Beverwijk Projectnummer: Bodem Belang BV Korfwaterweg 27 1755 LC Petten Tel: 224 531 274 info@bodembelang.nl www.bodembelang.nl ONDERINGEN MILIEUONDERZOEK ANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE Verkennend bodemonderzoek conform

Nadere informatie

Datum: dinsdag 9 februari 2016 Kenmerk: NAP00315\160202_112230_BRIEF Uw kenmerk: zinkspot Ermelo. Geachte heer Savelkoel,

Datum: dinsdag 9 februari 2016 Kenmerk: NAP00315\160202_112230_BRIEF Uw kenmerk: zinkspot Ermelo. Geachte heer Savelkoel, Nijhuis Apeldoorn BV t.a.v. de heer R. Savelkoel Postbus 623 7300 AP Apeldoorn Datum: dinsdag 9 februari 2016 Kenmerk: NAP00315\160202_112230_BRIEF Uw kenmerk: zinkspot Ermelo Geachte heer Savelkoel, Hierbij

Nadere informatie

Hoste Milieutechniek BV. Postbus AD Boskoop telefoon: fax: Verkennend bodemonderzoek

Hoste Milieutechniek BV. Postbus AD Boskoop telefoon: fax: Verkennend bodemonderzoek Hoste Milieutechniek BV Postbus 177 2770 AD Boskoop telefoon: 0172-211356 fax: 0172-210610 email: info@hoste.nl Verkennend bodemonderzoek in het kader van de voorgenomen sloop en nieuwbouw van een clubgebouw

Nadere informatie

Pieter Oosterhout Architecten T.a.v. mevrouw G. Offerein Dorpssingel BE BEUNINGEN. Swalmen, 5 februari 2015

Pieter Oosterhout Architecten T.a.v. mevrouw G. Offerein Dorpssingel BE BEUNINGEN. Swalmen, 5 februari 2015 Pieter Oosterhout Architecten T.a.v. mevrouw G. Offerein Dorpssingel 2 664 BE BEUNINGEN Swalmen, 5 februari 25 Betreft: Status: Project: rapportage aanvullend bodemonderzoek definitief, versie D 42229

Nadere informatie

1. Aanleiding en doel

1. Aanleiding en doel Gemeente Beverwijk Postbus 450 1940 AL BEVERWIJK Monitorweg 29 1322 BK Almere Postbus 10044 1301 AA ALMERE T (036) 530 80 00 F (036) 533 81 89 info.nl@anteagroup.com www.anteagroup.nl datum 4 november

Nadere informatie

Overzicht monitoringreeks

Overzicht monitoringreeks Bijlage 1: Overzicht monitoringreeks Tabel: analyseresultaten (concentraties in µg/l) Monster Minerale olie Benzeen Tolueen Ethylbenzeen Xylenen (Olie vluchtig) CP3 (3,0-5,0) 14-08-01 0,3 0,2 05-05-04

Nadere informatie

Rapport Verkennend bodemonderzoek Dorpsstraat 175 te Warmenhuizen

Rapport Verkennend bodemonderzoek Dorpsstraat 175 te Warmenhuizen Inhoud blz. 1 Inleiding... 2 2 Veldwerk... 4 2.1 Verrichte veldwerkzaamheden... 4 2.2 Resultaten veldwerk... 5 3 Laboratoriumonderzoek... 6 3.1 Uitgevoerd laboratoriumonderzoek... 6 3.2 Toetsingskader...

Nadere informatie

Bestemmingsplan Sanering glastuinbouw Blindeweg 1 Tinte Bijlagen bij de Toelichting

Bestemmingsplan Sanering glastuinbouw Blindeweg 1 Tinte Bijlagen bij de Toelichting Bestemmingsplan Sanering glastuinbouw Blindeweg 1 Tinte Bijlagen bij de Toelichting 1. Reactie Waterschap overleg artikel 3.1.1 Bro 2. Aanbiedingsformulier overleg artikel 3.1.1 Bro provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Verkennend bodemonderzoek Bandijk 7 te Terwolde Project 2013.0235 projectnummer 2013.0235 project Bandijk 7 te Terwolde opdrachtgever Fokko Agteres Advies en Ruimtelijke Ordening versie 1.0 datum 6 januari

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek aan de Lindenlaan 86 te Huizen

Verkennend bodemonderzoek aan de Lindenlaan 86 te Huizen Verkennend bodemonderzoek aan de Lindenlaan 86 te Huizen Opdrachtgever : Koop & Partners Architecten Havenstraat 285 1271 GD HUIZEN Contactpersoon : De heer M. de Rooij Tel : 035-7200002 Projectnummer

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Verkennend bodemonderzoek Conform NEN 5740 Auteur: Dhr. Ing. T.M.W. van Breugel Controle: Dhr. Mr. Ing. O.L.H. Verhagen Veldwerk: Dhr. B. de Koning Opdrachtgever: Familie Monteiro Haegens Nistelrodesedijk

Nadere informatie

Gelria Beheer T.a.v. de heer A. Pondes Klaasbos SZ LICHTENVOORDE

Gelria Beheer T.a.v. de heer A. Pondes Klaasbos SZ LICHTENVOORDE DE KLINKER MILIEU Onderdeel van Wissels Groep Verlengde Ooyerhoekseweg 9 7207 BJ Zutphen Tel. (0575) 51 72 98 IBAN: NL21INGB0659597411 K.v.K. 08046310 B.T.W. nr. NL 8083.56.872.B.01 info@deklinker.com

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Locatie: Dorpsweg 15 te Callantsoog Projectnummer:

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Locatie: Dorpsweg 15 te Callantsoog Projectnummer: Bodem Belang BV Korfwaterweg 27 1755 LC Petten Tel: 0224 531 274 info@bodembelang.nl ONDERINGEN MILIEUONDERZOEK ANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Locatie:

Nadere informatie

Gemeente Vlaardingen tav dhr E. Warnaar sectie Voorbereiding & Realisatie Postbus EB Vlaardingen

Gemeente Vlaardingen tav dhr E. Warnaar sectie Voorbereiding & Realisatie Postbus EB Vlaardingen Gemeente Vlaardingen tav dhr E. Warnaar sectie Voorbereiding & Realisatie Postbus 1002 3130 EB Vlaardingen betreft : aanvullend grondonderzoek (nikkel) Vijfsluizen referentie: 16-2009N pagina: 1/3 Geldermalsen,

Nadere informatie

BIJLAGE I LOCATIEKAART BIJLAGE 1 blad 1 van 1 Onderzoekslocatie Onderdeel : Locatiekaart Schaal : 1:25. (Bron: Topografische kaart van Nederland) Projectnummer : 217.6 Opdrachtgever : Van Dun Advies B.V.

Nadere informatie

H. Mark MSc

H. Mark MSc VERKENNEND BODEMONDERZOEK Hessenweg 2 Hierden kenmerk PJ Milieu BV: 166511A opdrachtgever: de heer E. Smink te Hierden datum rapport: 31 oktober 216 kenmerk: status: 166511A Definitief uitgevoerd door:

Nadere informatie