VOORSTEL. Portefeuille: J.Ph. Engelvaart. No. I/ Dronten, 10 maart Vaststelling bestemmingsplan "Buitengebied (D4000)"

Transcriptie

1 Portefeuille: J.Ph. Engelvaart No. I/ Dronten, 10 maart 2015 Vaststelling "Buitengebied (D4000)" Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: I. De zienswijzen van de volgende instanties / personen ontvankelijk en geheel gegrond te verklaren: a. Schrama Boomkwekerij, de heer L. Schrama, Professor Zuurlaan 10 te Biddinghuizen (zienswijze 1); b. De heer A. en mevrouw D. van Wijhe, Hondweg 27 te Dronten (zienswijze 2); c. De heer G. Scholten, Elandweg 45 te Swifterbant (zienswijze 3); d. Stalbouw.nl, de heer E. van den Hengel, Industrieweg 22c te Maartensdijk (zienswijze 4); e. Reddyn B.V., de heer J.R. Meijers, Postbus 50 te Duiven (zienswijze 5); f. De heer W. en mevrouw A. Haverkort, Boudewijnlaan 14 te Dronten (zienswijze 6); g. De heer D.L. Tamminga, Biddingweg 7 te Swifterbant (zienswijze 9); h. De heer W. en mevrouw M.A.A. van Damme-Mineur, Lisdoddeweg 21 te Dronten (zienswijze 10); i. Fa. Gebr. Van der Vliet, de heer W. van der Vliet, Kokkelweg 30 te Biddinghuizen (zienswijze 11); j. Rotij Grondontwikkeling Oost bv, postbus 252 te Rijssen (zienswijze 15); k. ROlin Advies Achterhoek, mevrouw L.E. Brouwer, Steenderenseweg 19 te Hengelo namens de heer J.R. Brouwer, Zeebiesweg 37 te Biddinghuizen (zienswijze 17); l. De heer E.P. Bakker, Wisentweg 34 te Swifterbant (zienswijze 20); m. Mts. Bastiaansen-Knook, de heer L.C.J.M. Bastiaansen, Bremerbergweg 22 te Biddinghuizen (zienswijze 27); n. Agrifirm exlan, de heer L. Polinder, Postbus 200 te Veghel namens de heer R.M.G.H. Bruggink, Ketelweg 23 te Dronten (zienswijze 28); o. Vereecken, de heren P. en L. Vereecken, Ottolanderlaan 12 te Dronten (zienswijze 36); p. Vennootschap Leenders, Wisentweg 41 te Swifterbant (zienswijze 39); q. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer E. van Dalen, Elandweg 55 te Swifterbant (zienswijze 45); r. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer P. Boudeling, Rivierduinweg 8 te Swifterbant (zienswijze 48); s. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer W.M. van Dalen, Biddingweg 13 te Swifterbant (zienswijze 57); t. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer C.P. Maas, Ellerweg 25 te Biddinghuizen (zienswijze 59); u. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens de heer K. Buiert, Roggebotweg 24 te Dronten (zienswijze 61); v. Vof Van Nieuwenhuijzen/Vermeulen, mevrouw M.L. van Nieuwenhuijzen, Elandweg 19 te Swifterbant (zienswijze 64);

2 w. Waterschap Zuiderzeeland, mevrouw J.P. Borneman, postbus 229 te Lelystad (zienswijze 66). II. III. De zienswijzen van de volgende instanties / personen ontvankelijk en deels gegrond en deels ongegrond te verklaren: a. Overwijk Bestemmingsplan- en milieuadvies, de heer S.F. Overwijk, Wierumerwei 6 te Hantumhuizen namens Entrainement Engwerda, Professor Zuurlaan 5a te Biddinghuizen (zienswijze 8); b. LTO Noord, mevrouw M. Lenssink, postbus 649 te Haarlem (zienswijze 16); c. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens gebroeders G. en A. van Veelen, Vleetweg 4 te Biddinghuizen (zienswijze 31); d. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens melkveebedrijf De Vree, Stobbenweg 38 te Dronten (zienswijze 35); e. DUURT-PMC, de heer D.R. Zuidema, Spijksterriet 25 te Groningen namens de heer C. van Woerden, Palingweg 15 te Biddinghuizen (zienswijze 42); f. DUURT-PMC, de heer D.R. Zuidema, Spijksterriet 25 te Groningen namens de heer W. van Tilburg, Hoekwantweg 19 te Biddinghuizen (zienswijze 43); g. Gedeputeerde Staten van Flevoland, postbus 55 te Lelystad (zienswijze 49); h. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer A.H. Broeze, Wisentweg 19 te Dronten (zienswijze 52); i. De heer en mevrouw Van Dongen Ottevanger, Stobbenweg 18 te Dronten (zienswijze 54); j. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer E.J. Goedegebuure, Vuursteenweg 24 te Swifterbant (zienswijze 55); k. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer T. Schreuder, Vuursteenweg 22 te Swifterbant (zienswijze 56); l. M. van Eekelen, Ellerweg 9 te Dronten (zienswijze 62); m. TenneT TSO B.V., de heer C. de Jong, postbus 718 te Arnhem (zienswijze 65). De zienswijze van de volgende instanties / personen ontvankelijk en geheel ongegrond te verklaren: a. Rombou, de heer S. Elgersma, Postbus 240 te Zwolle namens de heer Groessen, Stobbenweg 8 te Dronten (zienswijze 7); b. Rombou, de heer S. Elgersma, postbus 240 te Zwolle namens de heer Van Schie, Spieringweg 2 te Dronten (zienswijze 12); c. Rombou, de heer S. Elgersma, postbus 240 te Zwolle namens de heer J. Steenbekkers, Rendierweg 7 te Dronten (zienswijze 13); d. Rombou, de heer S. Elgersma, postbus 240 te Zwolle namens de heer Tap, Rietweg 25 te Dronten (zienswijze 14); e. Maatschap Boks, de heer E. Boks, Zeebiesweg 32 te Biddinghuizen (zienswijze 18); f. Familie Graumans e.a., Abbertweg 3 te Dronten (zienswijze 19); g. De heer J.J.C. Mul, Kubbeweg 15 te Biddinghuizen (zienswijze 21); h. Rombou, de heer S. Elgersma, postbus 240 te Zwolle namens de heer J.A.M. Smink, Harderringweg 3 te Biddinghuizen (zienswijze 22); i. Rombou, de heer S. Elgersma, postbus 240 te Zwolle namens de heer R. Custers, Harderringweg 17 te Biddinghuizen (zienswijze 23); j. Rombou, de heer S. Elgersma, postbus 240 te Zwolle namens de heer Hillebrand, Vuursteenweg 21 te Swifterbant (zienswijze 24); k. ZWAAN buitensport, de heer J. Zwaan, Smidshamer 14 te Dronten (zienswijze 25); l. Maatschap HHM en/of RW Schlepers, de heer H.H.M. Schlepers, Ansjovisweg 22 te Dronten (zienswijze 26); m. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens Landbouwbedrijf Jan Bakker, Hondweg 20 te Dronten (zienswijze 29); n. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens maatschap Bos van Olst, Oudebosweg 34 te Dronten (zienswijze 30); - 2 -

3 o. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens familie Wijhe-Seelt en de heer J. Bakker, Hondweg 27 te Dronten (zienswijze 32); p. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens melkveebedrijf de Haringhoeve, Haringweg 29 te Dronten (zienswijze 33); q. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens Landbouwbedrijf Jan Bakker, Hondweg 25 te Dronten (zienswijze 34); r. NFO en F. Rijk, de heer F. Rijk, Ottolanderlaan 7 te Dronten (zienswijze 37); s. De heer K. Bos, Boudewijnlaan 22 te Dronten (zienswijze 38); t. DUURT-PMC, de heer D.R. Zuidema, Spijksterriet 25 te Groningen namens de heer E. Rienks, Haringweg 37 te Dronten (zienswijze 40); u. Stalbouw.nl, de heer J.H.A. Verweij, Industrieweg 22c te Maartensdijk namens de heer J.C.C. Mul, Kubbeweg 15 te Biddinghuizen (zienswijze 41); v. Dommerholt Advocaten, J.G.J. van den Bergh, Postbus 225 te Heerenveen namens de eigenaren van perceel Bremerbergweg 9 te Biddinghuizen, kadastraal bekend gemeente Dronten, sectie D, nummer 1589 en 1588 (zienswijze 44); w. DLV Plant, de heer Th. Van der Gulik, Weeresteinstraat 10 te Hillegom namens maatschap Breg, Zeebiesweg 38 te Biddinghuizen (zienswijze 46); x. VanWestreenen, de heer J.G.P. van Schaik, Anthonie Fokkerstraat 1a te Barneveld namens de heer K. Salomons, Olsterweg 11 te Dronten (zienswijze 47); y. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens Schuring VOF, Kuilweg 8 te Biddinghuizen (zienswijze 50); z. Familie Van der Beek, Abbertweg 5 te Dronten (zienswijze 51); aa. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer J.F. van Dalen, Elandweg 71 te Swifterbant (zienswijze 53); bb. Countus accountants + adviseurs b.v., de heer A.J. Albers, Postbus 1 te Markelo namens de heer E.P. Bakker, Wisentweg 34 te Swifterbant (zienswijze 58); cc. Ekwadraat bv, mevrouw K. Cnossen, postbus 827 te Leeuwarden namens maatschap Hotsma, Karekietweg 2 te Biddinghuizen (zienswijze 60); dd. Stal Sabbé, mevrouw B. van Zutphen Sabbé, Abbertweg 4 te Dronten (zienswijze 63). IV. De ingediende zienswijzen te beantwoorden conform de bij het vaststellingsbesluit behorende bijlage 1: Reactienota zienswijzen Buitengebied (D4000) d.d. 27 februari 2015, hoofdstuk 5; V. Het Buitengebied (9100) (plan ID: NL.IMRO.0303.D4000-VA01) en de ondergrond o_ NL.IMRO.0303.D4000-VA01.dwg op grond van artikel 3.8 lid 1 sub e van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen, alsmede de ambtshalve wijzigingen, verwoord in bijlage 1: Reactienota zienswijzen Buitengebied (D4000 d.d. 27 februari 2015, gewijzigd vast te stellen; VI. Het MER buitengebied op grond van artikel 7.2 lid 1 sub b van de Wet Milieubeheer vast te stellen; VII. Het groepsrisico in het kader van de externe veiligheid binnen het plangebied te aanvaarden conform de verantwoordingsparagraaf behorende als bijlage 4 bij de toelichting van het ; VIII. Geen exploitatieplan voor het onder V genoemde vast te stellen. INHOUD INLEIDING In het kader van het bepaalde in artikel 3.8 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) lag het ontwerp Buitengebied (9100) vanaf 27 maart tot en met 8 mei 2014 ter - 3 -

4 inzage met de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze. De volgende stap in de procedure van het is vaststelling door de gemeenteraad. Hierbij bieden wij u het Buitengebied (D4000) ter vaststelling aan. Gedurende de ter visie termijn voor het indienen van zienswijzen zijn zesenzestig zienswijzen ontvangen op het ontwerp. Het voorstel aan de gemeenteraad is de zienswijzen ontvankelijk, deels gegrond en deels ongegrond te verklaren en het gewijzigd vast te stellen. Zie bijgevoegde Reactienota zienswijzen Bestemmingsplan Buitengebied (D4000) d.d. 27 februari 2015 voor de zienswijzen, de overwegingen en het voorstel wat met de zienswijze te doen. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het ter inzage gelegd voor beroep en/of voorlopige voorziening bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS). Wat vooraf ging De stappen die aan de fase van vaststelling vooraf zijn gegaan: 27 januari 2011 Gemeenteraad stelt Kaderstellende notitie herziening Buitengebied vast. 23 februari 2012 Gemeenteraad stemt in met uitwerking van het amendement over het aspect Bedrijf uit de kaderstellende notitie; 3 oktober 2012 Bekendmaking kennisgeving MilieuEffectRapport: ter inzage legging Notitie Reikwijdte en Detailniveau Buitengebied t/m 14 november 2012; Maart 2013 Memo aan gemeenteraadsleden over beperking veehouderij in herziening Buitengebied (13Bij.114); 27 maart 2013 Publicatie Beperking veehouderij in herziening buitengebied ; 15 mei 2013 Memo aan gemeenteraadsleden over het voorontwerp Buitengebied; 16 mei tot en met Ter inzage periode voorontwerp inclusief MER; 26 juni november 2013 Gemeenteraad stemt in met aanpassing en aanvulling bestemming Bedrijf en toepassing van de mogelijkheden uit de Wet plattelandswoning; 9 december 2013 Brief aan gemeenteraadsleden over voortgang Buitengebied (9100) (U ); 27 maart tot en met Ter inzage periode ontwerp inclusief MER; 8 mei januari 2015 Gemeenteraad stemt in met aanpassing kaders betreffende veehouderij buiten de herziening te laten en erfvergroting van agrarische erven > 2,5 3,5 ha met maatwerk. ARGUMENTEN Besluitpunt I t/m V Voor de motivering van de besluitpunten I tot en met V verwijzen wij u naar de inhoud van bijgaand concept vaststellingsbesluit met bijbehorende bijlage 1. Besluitpunt VI Voor het is een MER opgesteld, omdat de Kaderstellende notitie herziening Buitengebied onderdelen bevat waardoor het plan m.e.r.-plichtig is: ruimte voor veehouderijlocaties. Het is kaderstellend voor activiteiten die zijn genoemd in het Besluit m.e.r. Daarnaast is sprake van m.e.r.-plicht, omdat volgens de Natuurbeschermingswet 1998 een Passende Beoordeling verplicht is. Een passende beoordeling is noodzakelijk, omdat de mogelijkheden voor de veehouderij significant negatieve effecten op Natura 2000 gebieden niet zijn uit te sluiten. In het MER zijn verschillende scenario s/alternatieven uitgewerkt. Het voorkeursalternatief is in het (voor)ontwerp opgenomen. De milieugevolgen van deze - 4 -

5 scenario s/alternatieven, ingebrachte reacties, zienswijzen en adviezen worden meegewogen bij de vaststelling van het. In het kader hiervan stemde u op 22 januari 2015 ermee in om veehouderij buiten de herziening te laten (B ). Hieraan hebben de conclusies uit het MER bijgedragen. Besluitpunt VII In het plangebied van onderhavig ligt een aantal ondergrondse hogedrukaardgasleidingen. Ten behoeve van dit moeten de externe veiligheidsrisico s (plaatsgebonden risico en groepsrisico) van deze buisleidingen worden beschouwd, omdat de leidingen gebruikt worden voor transport van gevaarlijke stoffen. De basis hiervoor vormt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). De effecten van onderhavig op de externe veiligheid ten gevolge van dit transport zijn onderzocht en verwoord in het rapport Bestemmingsplan Buitengebied Dronten, Externeveiligheidsberekening hogedruk-aardgasleidingen, Toetsing aan Besluit externe veiligheid buisleidingen. Revisie 01, 1 maart 2013, Save, bijlage 3 van het. Conform artikel 12 van het Bevb moet voor elk ruimtelijk besluit binnen het invloedsgebied van buisleidingen de verantwoording van het groepsrisico worden ingevuld. Voor de verantwoording van het groepsrisico is een rapportage opgesteld: Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Buitengebied (9100) Gemeente Dronten. Definitief. 8 januari Deze rapportage is opgenomen in bijlage 4 bij de toelichting van het. In de rapportage wordt geconcludeerd dat het groepsrisico niet toeneemt als gevolg van het Buitengebied. Het groepsrisico ligt zowel in de huidige situatie als de toekomstige situatie beneden de oriëntatiewaarde. Deze rapportage is onderdeel van het ontwerp. Brandweer Flevoland diende geen zienswijze in op dit. Besluitpunt VIII: Wanneer een een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan mogelijk maakt en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient op basis van artikel van de Wro (tegelijkertijd met de vaststelling van een ) een exploitatieplan te worden vastgesteld. Onder een aangewezen bouwplan wordt krachtens artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) onder andere de bouw van één of meer woningen of andere hoofdgebouwen, de uitbreiding van een gebouw met ten minste m² bruto vloeroppervlakte, of de bouw van ten minste m² bruto vloeroppervlakte aan kassen verstaan. Het exploitatieplan is in deze situatie de basis voor het doorberekenen van de verhaalbare kosten die de gemeente maakt om de aangewezen bouwplannen mogelijk te maken. Op basis van artikel van het Bro worden daartoe onder andere gerekend de kosten van de aanleg van voorzieningen, de kosten voor het opstellen van gemeentelijke plannen en andere door het gemeentelijk apparaat te verrichten werkzaamheden ten behoeve van de bouwplannen. Daarnaast kan een exploitatieplan vereist zijn, indien aanvullende eisen en regels gesteld moeten worden. Het onderhavige heeft een conserverend karakter, waarbij de bestaande situatie als uitgangspunt geldt en met inachtneming van de actuele bouw- en gebruiksregels en verplichte sectorale toetsen wordt vastgelegd. In het gebied worden slechts beperkte bouwmogelijkheden geboden, welke kunnen worden aangemerkt als aangewezen, bouwplan zoals bedoeld in artikel Bro. Voor de hierboven genoemde bouwmogelijkheden geldt dat dit gedeeltelijk bouwmogelijkheden betreft die reeds mogelijk waren op basis van het vigerende. Artikel van de Invoeringswet Wro bepaalt dat voor deze bouwplannen de grondexploitatieregeling buiten toepassing blijft. Hiervoor kan dus geen exploitatieplan worden vastgesteld. Het betreft in alle gevallen particulier initiatief, waaraan in beginsel nagenoeg geen kosten voor de gemeente zijn verbonden. De mogelijk gemaakte uitbreidingen van gebouwen in het, vallen onder de definitie van bouwplan. Hierdoor dienen ook kosten voor bovenwijkse voorzieningen naar rato van profijt te worden verhaald op deze uitbreidingen

6 Hierbij dient te worden afgevraagd of, en zo ja in hoeverre, de grondeigenaar meer profijt ondervindt van de genoemde bovenwijkse voorzieningen als gevolg van de toegestane uitbreiding van gebouwen (bouwplan). Dit zal marginaal zijn. De gemeentelijke plan- en apparaatskosten kosten zullen overigens door middel van leges verhaald worden op initiatiefnemers. Ten aanzien van de door dit nieuw mogelijk gemaakte bouwplannen is in de Wro en het Bro vanaf 1 november 2010 een regeling opgenomen, waardoor bij relatief beperkte bouwmogelijkheden kan worden afgeweken van de plicht om een exploitatieplan vast te stellen. Deze kruimelgevallenregeling maakt het mogelijk om als gemeenteraad af te zien van het vaststellen van een exploitatieplan, indien de te verhalen kosten niet in verhouding staan tot de kosten verbonden aan het maken van een exploitatieplan. Het gaat dan om situaties waarbij de verhaalbare kosten lager zijn dan , er geen fysieke werken als kostenpost worden opgevoerd maar alleen apparaatskosten of de verhaalbare kosten alleen betrekking hebben op aansluiting op de openbare ruimte of aansluiting op nutsvoorzieningen (artikel 6.2.1a Bro). Gezien het feit dat alle in onderhavig opgenomen bouwplannen onder deze regeling vallen, zal de gemeenteraad bij vaststelling van het worden gevraagd om geen exploitatieplan vast te stellen. Wanneer particulieren de bij wijzigingsbevoegdheid geboden mogelijkheden wensen te benutten, zal met de belanghebbende aanvrager een anterieure exploitatieovereenkomst worden gesloten, zoals bedoeld in artikel 6.4a van de Wro. Daarmee kan onder andere worden voorkomen dat de gemeenschap de planschadekosten moet betalen die gemaakt worden in het belang van de aanvrager. Mochten er andere kosten zijn, die voor kostenverhaal in aanmerking komen, zal dit eveneens middels een anterieure exploitatieovereenkomst op de initiatiefnemer worden verhaald. In deze overeenkomst kunnen, indien nodig, ook aanvullende eisen gesteld worden. PROCEDURE Traject Voorbereiding Voorontwerp Ontwerp Vastgesteld April 2015 Onherroepelijk Vanwege het bepaalde in artikel Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt het besluit tot vaststelling van het zes weken na de vaststelling bekendgemaakt. Indien de provincie een reactieve aanwijzing indient wordt de termijn van zes weken met een week verleend (artikel Wro). Vervolgens ligt het plan voor zes weken ter visie voor beroep en/of voorlopige voorziening bij de Raad van State. Het college R. Kool mr. A.B.L. de Jonge secretaris burgemeester - 6 -