Mens erger je niet: chemistry edition

Transcriptie

1 Mens erger je niet: chemistry edition Behandelde leerstof: Het spel gaat over het thema: gedrag van stoffen in water. Inhoud: Het spel Mens erger je niet: chemistry edition bevat: - 1 spelbord - 1 dobbelsteen - 4 rode pionnen - 4 blauwe pionnen - 4 gele pionnen - 4 groene pionnen - Vragenkaartjes Benodigdheden: - Periodiek systeem der elementen - Pen en papier - Rekenmachine Doel: Iedereen begint op het bolletje met dezelfde kleur als de pion. Wie het eerst zijn vier pionnen een complete ronde over het spelbord laat lopen en vervolgens naar het thuishonk brengt, is de winnaar. Spelregels: Het spel is geschikt voor vier personen. Iedere speler kiest een kleur en plaatst de vier pionnen op de vier vakjes van dezelfde kleur aan de rand van het spelbord. Je moet om de beurt met de dobbelsteen gooien, pas als je 6 gooit, mag je een pion op het spelbord plaatsen. Je mag meteen nog eens gooien een het aantal vakjes vooruit gaan dat je hebt gegooid. Daarna is de volgende speler aan de beurt, als deze speler geen 6 gooit, gaat je beurt over en is de volgende speler aan de beurt. Als je 6 gooit heb je twee keuzes: ofwel zet je een nieuwe pion op het spelbord ofwel ga je verder met de pion die al op het bord staat. Nu mag je nog een keer gooien en kiezen met welke pion je verder gaat. Als je op een vakje terechtkomt waar al een pion van een medespeler staat, dan wordt deze pion van het veld geslagen en moet deze terug gezet worden in de vier vakjes (van jouw kleur) in de hoek van het spelbord.

2 Als je op een blauw gekleurd vakje terecht komt, moet je een vragenkaart nemen. Degene die tegenover jou zit, moet de vraag voorlezen. Indien je een fout antwoordt geeft, moet je terug naar het bolletje van jouw kleur gaan (het bolletje waar je op start) en opnieuw beginnen met die pion. Als je de vraag juist beantwoord, mag je gewoon verder spelen. Om een pion thuis te brengen moet je op een vakje in de thuishonk terecht komen. Is het vakje waarop je eindigt bezet, dan kan je de pion niet thuisbrengen en moet je terug op het vakje gaan staan waar je stond. Gooi je meer ogen dan dat er vakjes over zijn, tel dan vanaf het einde terug. De speler die als eerste zijn vier pionnen op de vier vakjes van zijn thuishonk heeft, is de winnaar!

3 Vragenkaartjes: Heeft een polair molecule en symmetrische of asymmetrische bouw? Is een molecule bestaande uit C- en H-atomen polair of apolair? Waarin lossen polaire stoffen goed op? asymmetrisch apolair In polaire oplosmiddelen Waarin lossen apolaire stoffen goed op? Is en ionbinding polair of apolair? Wat betekent EN-waarde? In apolaire oplosmiddelen polair Geeft aan hoe sterk een atoom de neiging heeft om de bindingselektronen naar zich toe te trekken. Wat is ionisatie? Wat is dissociatie? Geef de verdunningsregel. Het proces waarbij sommige polaire atoomverbindingen ionen vormen wanneer ze oplossen in water. Het proces waarbij ionverbindingen in ionen splitsen wanneer ze oplossen in water. c1 V1 = c2 V2

4 Van welke factoren hangt de oplosbaarheid van stoffen in water af? Neemt de oplosbaarheid van vaste stoffen toe of af bij toenemende temperatuur? Neemt de oplosbaarheid van gassen toe of af bij toenemende temperatuur? Aard van het oplosmiddel, temperatuur, druk. De oplosbaarheid neemt toe bij toenemende temperatuur. De oplosbaarheid neemt af bij toenemende temperatuur. Neemt de oplosbaarheid van gassen toe of af bij toenemende druk? Wat geeft de concentratie aan van een oplossing? Geef de definitie van de massaconcentratie van een oplossing. De oplosbaarheid neemt toe bij toenemende druk. Geeft aan hoeveel opgeloste stof er in een bepaalde hoeveelheid oplossing aanwezig is. Is de verhouding van de massa opgeloste stof uitgedrukt in gram tot het volume van de oplossing uitgedrukt in liter. In welke eenheid wordt de massaconcentratie uitgedrukt? Wat is een elektrolyt? Wat is een niet-elektrolyt? in g/l. een samengestelde stof die in gesmolten toestand en/of opgelost in water vrije ionen vormen en in die toestand de elektrische stroom geleiden. Stoffen die bij het oplossen geen ionen vormen en dus de elektrische stroom niet geleiden.

5 Geef de definitie van een sterk elektrolyt. Geef de definitie van een zwak elektrolyt. Wat is een gehydrateerd ion? Het zijn stoffen waarvan het gedeelte dat oplost in water volledig in ionen splitst. Ze geleiden daardoor de elektrische stroom zeer goed. Het zijn stoffen waarvan het gedeelte dat oplost in water weinig of niet in ionen splitst. Ze geleiden daardoor de elektrische stroom slecht.. Een ion dat omringt is door watermoleculen. Zuren die volledig ioniseren zijn sterke/zwakke elektrolyten? Zuren die gedeeltelijk ioniseren zijn sterke/zwakke elektrolyten? Hydroxiden splitsen volledig in ionen wanneer ze oplossen in water. Zijn hydroxiden sterke/zwakke elektrolyten? Sterke elektrolyten Zwakke elektrolyten Hydroxiden zijn sterke elektrolyten. Zouten splitsen volledig in ionen wanneer ze oplossen in water. Zijn het sterke/zwakke elektrolyten? In welke eenheid wordt de molaire concentratie uitgedrukt. Wat is een dipoolmolecule? Zouten zijn sterke elektrolyten. In mol/l. Een molecule met een positieve en negatieve pool.

6 Is een molecule met een dipoolkarakter een polair of apolair molecule? Waarom is water een zeer goed oplosmiddel voor ionverbindingen? Waarom lost olie niet op in water? Een polair molecule. Water is een polaire stof. Alle ionverbindingen zijn polair. Polaire stoffen lossen goed op in polaire oplosmiddelen. water is een polaire stof en olie is een apolaire stof. Apolaire stoffen lossen niet op in polaire oplosmiddelen, wel in apolaire oplosmiddelen. Van een liter suikerwater met c = 1,00 mol/l gieten we 100ml weg. Het overblijvende gedeelte heeft dan een concentratie van: a) Groter dan 1,00 mol/l b) Kleiner dan 1,00 mol/l c) Gelijk aan 1,00 mol/l d) Gelijk aan 0,90 mol/ C: gelijk aan 1,00 mol/l. Wat gebeurt er microscopisch wanneer je hexaan in water brengt? Er is geen aantrekkingskracht tussen polaire watermoleculen en apolaire hexaanmoleculen. De moleculen mengen niet. Gegeven: structuur van CS2. Zal CS2 goed of slecht oplossen in water? Verklaar. (Teken de structuur van CS2 over op een blad zodat degene die moet antwoorden het antwoord niet kan zien). CS2 zal slecht oplossen in water. Apolaire stoffen lossen slecht op in het polaire water. Verklaar waarom NaCl een polaire stof is. Keukenzout (NaCl) is polair omdat het opbouwd is uit tegengesteld geladen ionen. Het is een ioverbinding en ionverbindingen zijn polair. Worden polaire of apolaire stoffen aangetrokken tot een geladen voorwerp? Polaire stoffen worden aangetrokken tot een geladen voorwerp. Gegeven: structuur van HCl. Welk atoom trekt de bindingselektronen het meest naar zich toe? (Teken de structuur van CS2 over op een blad zodat degene die moet antwoorden het antwoord niet kan zien). EN(H)=2,1 EN(Cl)=3,0. Cl trekt de bindingselektronen het meest naar zich toe EN(Cl) > EN(H)

7 Heeft een apolair molecule en symmetrische of asymmetrische bouw? Symmetrisch Gegeven: structuur van CO2 Is CO2 een polair of apolair molecule? Verklaar.(Teken de structuur van CS2 over op een blad zodat degene die moet antwoorden het antwoord niet kan zien). Apolair symmetrische structuur Verklaar waarom white spirit en olijfolie apolaire stoffen zijn. Beide zijn samengesteld uit verbindingen die hoofzakelijk C- en H-atomen bevatten. Moleculen die opgebouwd zijn uit C- en H- atomen zijn apolair. Gegeven: structuur van pentaan. Is pentaan een polair of apolair molecule? (Teken de structuur van pentaan over op een blad zodat degene die moet antwoorden het antwoord niet kan zien). Apolair Moleculen die opgebouwd zijn uit C- en H-atomen zijn apolair. Gegeven: structuur van Br2. Is Br2 een polair of apolair molecule? (Teken de structuur van Br2 over op een blad zodat degene die moet antwoorden het antwoord niet kan zien). Apolair symmetrische structuur Gegeven: structuur van HF. Is HF een polair of apolair molecule? (Teken de structuur van HF over op een blad zodat degene die moet antwoorden het antwoord niet kan zien). Polair symmetrische structuur EN = 4,0-2,1 = 1,9 Is suiker een polaire of apolaire stof? Verklaar? Ik heb een oplossing van 250 ml HCl die 1,25 mol HCl bevat, gemaakt. Wat is de concentratie van deze oplossing? Schrijf de dissociatievergelijking van MgSO4 bij het oplossen in water. polair want het lost goed op in water. c = n 1,25 mol = V 0,250 l = 5 mol/l MgSO4 Mg 2+ + SO4 2-

8 Ik wil een 100ml Fe(NO3)2 oplossing maken van 1,5 mol/l. Hoeveel gram Fe(NO3)2 moet ik hiervoor afwegen van? Geef de ionisatievergelijking van H2SO4 bij het oplossen in water. Geef de ionisatievergelijking van Al2O3. Antw: c = n V en n=m M M = 179,8 g/mol n = 0,100 0,15 = 0,15 mol m = 179,8 0,15 = 26,97 g Er moet 26,97 g afgewogen worden. H2SO4 2H + + SO4 2- Al2O3 2Al O 2- Ik wil een 250 ml NaOH oplossing maken van 0,5 mol/l. Hoeveel gram NaOH moet ik hiervoor afwegen? Je beschikt over 100 ml NaCl 1,0 mol/l oplossing maar voor een proefje heb je 100 ml NaCl 0,1 mol/l oplossing nodig. Hoe moet je deze oplossing verdunnen? Bereken de molaire massa van Ba(OH)2. c = n V en n=m M M = 40 g/mol n = 0,5 0,250= 0,125 mol m = 0, = 5 g Er moet 5 gram afgewogen worden. c1 V1=c2 V2 1,0mol/l V1=0,1mol/l 0,1l V1= 0,1mol/l 0,1l 1,0mol/l = 0,01 l = 10ml Je moet 10 ml NaCl 1,0mol/l aanlengen tot 100 ml. M= 171,3 g/mol Bereken de molaire massa van HNO3. Bereken de molaire massa van Al2(SO4)3. Schrijf de dissociatievergelijking van MgCl2 bij het oplossen in water. M= 63 g/mol M= 342,3 g/mol MgCl2 Mg Cl -

9 Je lost 1,84 g AgNO3 op in 250 ml water. Wat is de concentratie van deze oplossing? Hoeveel KNO3 moet ik afwegen als ik een oplossing van 500 ml KNO3 1 mol/l wil maken? Krijgt een plastieken buis een positieve of negatieve lading door wrijving? c = n V en n=m M M= 169,9 g/mol n = 1,84 = 0,0108 mol 169,9 c = 0,0108 = 0,043 mol/l 0,250 De concentratie van deze oplossing is 0,043 mol/l. c = n V en n=m M M = 101,1 g/mol n = 1 0,500 = 0,500 mol m = 0,5 101,1 = 50,55 g Er moet 50,55 g KNO3 afgewogen worden. Negatieve lading Juist of fout: water is een voorbeeld van een dipoolmolecule? Juist of fout + verklaar: waterstofbruggen ontstaan tussen de zuurstofatomen van twee naburige waterstofmoleculen? Stijgt de EN-waarde in een groep van onder naar boven of in een periode van onder naar boven? Juist Fout: waterstofbruggen ontstaan tussen een zuurtstof- en waterstofatoom. Binnen een groep stijgt de EN-waarde van onder naar boven. Vul in: hoe groter de ENwaarde hoe.. de kracht waarmee het element elektronen aantrekt. Juist of fout: Binnen eenzelfde periode in het PSE stijgt de EN-waarde van links naar rechts. Vul in: In een binding tussen 2 verschillende atomen worden de bindingselektronen meer aangetrokken door het element met de.. ENwaarde. Groter Juist grootste