Inspanningen, kosten en baten van de invoer van een autocontrolesysteem in de AGF handel en verwerkende industrie in België

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inspanningen, kosten en baten van de invoer van een autocontrolesysteem in de AGF handel en verwerkende industrie in België"

Transcriptie

1 Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar Inspanningen, kosten en baten van de invoer van een autocontrolesysteem in de AGF handel en verwerkende industrie in België Leen Van Hove Promotor: Prof. dr. ir. Liesbeth Jacxsens Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master of Science in de biowetenschappen: voedingsindustrie

2

3 Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar Inspanningen, kosten en baten van de invoer van een autocontrolesysteem in de AGF handel en verwerkende industrie in België Leen Van Hove Promotor: Prof. dr. ir. Liesbeth Jacxsens Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master of Science in de biowetenschappen: voedingsindustrie

4 Auteursrechtelijke bescherming De auteur en de promotor geven de toelating deze masterproef voor consultatie te stellen en delen van de masterproef te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze masterproef. The author and the promoter give the permission to use this thesis for consultation and to copy parts of it for personal use. Every other use is subject to the copyright laws, more specifically the source must be extensively specified when using the results from this thesis. Gent, 6 juni 2014 De promotor, Prof. dr. ir. Liesbeth Jacxsens De auteur, Leen Van Hove

5 Woord vooraf Eerst en vooral wil ik mijn oprechte dank betuigen aan mijn promotor, prof. dr. ir. Liesbeth Jacxsens om deze masterproef gedurende het hele jaar in goede banen te leiden. Ze hielp bij het opstellen van de vragenlijst en bij de experten discussie. Daarnaast zorgde ze voor een goede en overzichtelijke structuur in deze masterproef. Ook stelde ze bedrijven voor waarvan ik diepte-interviews kon afnemen. Zelfs het nalezen en verbeteren nam ze op zich. Daarnaast wil ik ir. Nele Cattoor bedanken voor de hulp bij het opstellen van de enquête, de experten discussie en de controle en verbetering van de online enquête. Ook Hannelore Vande Woude, werkzaam bij Dujardin Foods NV, wil ik graag bedanken voor haar tijd en inspanning voor de validatie van de vragenlijst. Een korte inleiding tot de wereld van SurveyMonkey voor de online plaatsing van de enquête kreeg ik van ir. Elien De Boeck, eveneens mijn dank hiervoor. Niet te vergeten, bedank ik graag alle bedrijven die tijd vrijmaakten voor het invullen van de online enquête. Ook de bedrijven die me steeds zeer vriendelijk verwelkomden gedurende de diepte-interviews, verdienen een woord van dank. Aan hen worden, zoals beloofd, de resultaten bekendgemaakt. Om af te sluiten, nog een speciaal woord van dank aan mijn ouders, Johan en Carine, voor de steun gedurende mijn opleiding en voor het nalezen van deze masterproef met een kritisch oog. Voor de ontspannende momenten tussen het schrijven door bedank ik graag mijn vrienden en vriend Sander, ook mijn leden van de Chiro wil ik niet vergeten te bedanken omdat zij me steeds zeer veel energie bezorgen. Zaffelare, juni 2014 Leen Van Hove

6 Abstract (Nederlands) In 2000 werd als reactie op het toenemend aantal voedselcrisissen in Europa, de White paper on food safety opgesteld. Naast de oprichting van de EFSA, legde het witboek de algemene fundamenten en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving vast. Om aan deze wetgeving te voldoen, werden FSMS opgesteld zoals BRC Global Standards for Food Safety en IFS Food Standards. Om aan het Koninklijk Besluit betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen van 14 november 2003 te voldoen, werden autocontrolegidsen opgesteld door sectororganisaties waardoor de implementatie van een autocontrolesysteem gemakkelijker zou moeten verlopen in de bedrijven. De Gids Autocontrole G014 voor aardappelen, groenten en fruit (AGF) handel en verwerkende industrie is hier een voorbeeld van. Vanuit de sectororganisatie kwam de vraag om te onderzoeken wat nu de invloed was van een autocontrolesysteem op de bedrijven. Zowel de inspanningen, kosten als baten werden onderzocht a.d.h.v. online enquêtes en diepte-interviews. Er kon besloten worden dat de geschatte inspanningen en kosten besteed aan de validatie van het ACS hoger liggen dan de geschatte inspanningen en kosten besteed aan de opbouw van het ACS. Ook verschilt de validatie van het ACS meer dan de opbouw van het ACS i.v.m. de commerciële systemen zoals BRC Food en IFS Food Standard. Wat betreft de baten van het autocontrolesysteem, geniet 71% van de respondenten van een verlaagde heffing van het FAVV, dit wordt gezien als één van de belangrijkste voordelen van de certificatie van een ACS. Ook wordt aangegeven dat het ACS voor continue verbetering in het bedrijf zorgt en 75% van de respondenten geeft aan dat de combinatie met commerciële systemen vlot verloopt. Kernwoorden: FSMS, autocontrolesysteem, G014-gids, vragenlijst, inspanningen, baten

7 Abstract (Engels) In 2000, the White paper on food safety is published in Europe in response to the increasing number of food crises. Besides the establishment of the EFSA, the White paper laid the foundations and general rules for food laws. Food Safety Management Systems (FSMS) such as BRC Global Standards for Food Safety and IFS Food Standards were set up to comply with this legislation. In order to comply with the Royal Decree on self-checking, notifiable and traceability in the food chain of November 14, 2003, self-checking guides were established by sector organisations in Belgium. The implementation of a self-checking system in the companies should be easier due to the guides. An example is the Guide Self-checking G014 for potatoes, fruit and vegetables trade and processing industry. The sector organisation asked to examine the influence of a self-checking system on the companies. Both efforts, costs and benefits were studied using online surveys and interviews. The estimated efforts and costs devoted to the validation of the self-checking system are higher than the estimated efforts and costs spent on the construction of the self-checking system. The validation also varies more than the construction of the self-checking system regarding to a FSMS based on voluntary standards such as BRC Food and IFS Food Standard. Regarding the benefits of the self-checking system, 71% of the respondents enjoys a reduced charge of the FASFC. This is one of the main benefits of the certification of self-checking systems. The system also ensures a continuous improvement in the company and 75% of the respondents indicates that the combination with the commercial systems is easy and well organised by control bodies. Keywords: FSMS, self-checking systems, G014-guide, questionnaire, efforts, profits

8 Inhoudsopgave Auteursrechtelijke bescherming... 4 Woord vooraf... 5 Abstract (Nederlands)... 6 Abstract (Engels)... 7 Inhoudsopgave... 1 Lijst met afkortingen... 3 Lijst met figuren en tabellen... 4 Inleiding Literatuurstudie Wettelijk kader van Food Safety Management Systems Wereldgezondheidsorganisatie en Codex Alimentarius Europees wettelijk kader Belgisch wettelijk kader Wettelijk kader in andere Europese landen Wettelijk kader in de Verenigde Staten Samenvatting van het wettelijk kader in verschillende landen Opbouw van een Food Safety Management System Good Practices PreRequisite Programs HACCP-systeem Managementsysteem Voedselveiligheidsmanagementsysteem G014 autocontrolesysteem als FSMS Global Food Safety Initiative Implementatie van Food Safety Management Systems Link naar commerciële voedselveiligheidssystemen BRC Global Standards for Food Safety IFS Food Standard De ISO groep en FSSC GLOBALG.A.P IKKB Standaard voor de Plantaardige Productie Standaard Comeos Food voor KMO G014 Autocontrolegids Overzicht van de commerciële systemen Materiaal en methoden Opstellen van de vragenlijst Experten discussie en validatie van de vragenlijst

9 2.3. Vragenlijst Online enquête Verwerving van respondenten voor de online enquête Dataverwerking Diepte-interviews Bedrijfsbezoeken Verwerking diepte-interviews Resultaten en bespreking Karakterisatie van de respondenten Indeling van de respondenten aan de hand van de uitgevoerde activiteiten Indeling van de respondenten aan de hand van het aantal werknemers Indeling van de respondenten aan de hand van de jaarlijkse omzet Indeling van de respondenten aan de hand van de behaalde certificaten Resultaten van de online enquête Inspanningen van het autocontrolesysteem Baten van het autocontrolesysteem Nadelen van het autocontrolesysteem Algemene opmerkingen of bedenkingen Vergelijking tussen verwerking, handel en verwerking + handel Tabel met modes van verwerking, handel en verwerking + handel Significante correlatie tussen verwerking, handel en verwerking + handel Vergelijking tussen micro-, kleine, middelgrote en grote ondernemingen Tabel met modes van micro-, kleine, middelgrote en grote ondernemingen Significante correlatie tussen micro-, kleine, middelgrote en grote ondernemingen Vergelijking tussen ondernemingen met een kleine, middelgrote en grote omzet Tabel met modes van kleine, middelgrote en grote omzet Significante correlatie tussen ondernemingen met een kleine, middelgrote en grote omzet Vergelijking tussen ondernemingen zonder ACS, met ACS en ACS + commerciële systemen Tabel met modes van ondernemingen zonder ACS, met ACS en ACS + commerciële systemen Significante correlatie tussen ondernemingen zonder ACS, met ACS en ACS + commerciële systemen Bijkomende inzichten vanuit de diepte-interviews Besluit Referentielijst Bijlage 1: Vragenlijst diepte-interviews Bijlage 2: Resultaten diepte-interviews

10 Lijst met afkortingen ACS Afssa Afsset AGF Anses BMELV BRC CCP CGF EFSA FAO FAVV FDA FSIS FSMS fte FVO GAP GDP GFSI GHKP GMP GP HACCP HDE HHS IFS IKKB ISO NVWA OCI PRP RASFF USDA WHO : autocontrolesysteem : Agence française de sécurité sanitaire des aliments : Agence française de sécurité sanitaire de l environnement et du travail : aardappelen, groenten en fruit : Agence nationale de sécurité sanitaire de l alimentation, de l environnement et du travail : Bundesministerium für Ernährung, Landwirtschaft und Verbraucherschutz : British Retail Consortium : Critical Control Point : Consumer Goods Forum : European Food Safety Authority : Food and Agriculture Organisation : Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen : US Food and Drug Administration : Food Safety and Inspection Service : Food Safety Management System : fulltime-equivalent : Food and Veterinary Office : Good Agricultural Practice : Good Distribution Practice : Global Food Safety Initiative : Good Housekeeping Practice : Good Manufacturing Practice : Good Practice : Hazard Analysis Critical Control Point : Hauptverband des Deutschen Einzelhandels : U.S. Department of Health and Human Services : International Food Standard : Integraal Keten Kwaliteit Beheerssteem : International Organisation for Standardisation : Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit : Onafhankelijke Certificerings- en keuringsinstelling : PreRequisite Program : Rapid Alarm System for Food and Feed : United States Department of Agriculture : World Health Organisation 3

11 Lijst met figuren en tabellen Figuur 1: Wetgevende en uitvoerende instanties in Europa en België...11 Figuur 2: Overzicht van een Food Safety Management System...16 Figuur 3: Type activiteiten uitgevoerd in de deelnemende bedrijven...33 Figuur 4: Indeling van de respondenten a.d.h.v. de uitgevoerde activiteiten...34 Figuur 5: Indeling van de respondenten a.d.h.v. het aantal werknemers in fte...35 Figuur 6a,b,c,d: Indeling van de respondenten a.d.h.v. de jaarlijkse omzet...36 Figuur 7: Certificaten waarover de bedrijven beschikken...37 Figuur 8: Indeling van de respondenten a.d.h.v. de behaalde certificaten...38 Figuur 9: Certificatie, validatie of implementatie van het ACS...38 Figuur 10: Operatoren met en zonder een gevalideerd ACS (naar AFSCA, 2013)...51 Tabel 1: Samenvatting van het wettelijk kader in verschillende landen...14 Tabel 2: Voorbeelden van eisen opgenomen in de checklist van G014 Autocontrolegids (naar Gids, 2014)...17 Tabel 3: Voedselveiligheidsinvesteringen en kosten, 2002 in EUR per fte (naar Gellynck et al., 2004)...19 Tabel 4: Traceerbaarheidsinvesteringen en bedrijfskosten, in % van de respondenten (naar Gellynck et al., 2004)...20 Tabel 5: Minimale audittijd in groenten- en fruitindustrie (in dagen) (naar IFS, 2013)...23 Tabel 6: Overzicht van de commerciële systemen Tabel 7: Overzicht van de vragenlijst...29 Tabel 8: Overzicht van de bedrijven waarin een diepte-interview werd afgenomen...32 Tabel 9: Representativiteit van de online enquête t.o.v. het aantal actieve bedrijven in de specifieke subsectoren...34 Tabel 10: De geschatte tijd voor de opbouw van het ACS Tabel 11: De geschatte kosten voor de opbouw van het ACS Tabel 12: De geschatte tijd voor de validatie van het ACS Tabel 13: De geschatte kosten voor de validatie van het ACS Tabel 14: Aantal personeel voor het onderhoud van het ACS Tabel 15: Geschatte aantal dagen per week voor het onderhoud van het ACS Tabel 16: Type activiteiten uitgevoerd in het bedrijf Tabel 17: Geschatte tijd per jaar besteedt aan externe diensten Tabel 18:Geschatte kosten per jaar besteedt aan externe diensten Tabel 19: Directe baten van het ACS

12 Tabel 20: Beschikt u over betere analyseresultaten van volgende parameters sinds de invoer van ACS? Tabel 21: Indirecte baten van het ACS Tabel 22: Nadelen van het ACS Tabel 23: Tabel met modes van verwerking, handel en verwerking + handel Tabel 24: p-waarden tussen verwerking, handel en verwerking + handel Tabel 25: Tabel met modes van micro-, kleine, middelgrote en grote ondernemingen Tabel 26: p-waarden tussen micro-, kleine, middelgrote en grote ondernemingen Tabel 27: Tabel met modes van kleine, middelgrote en grote omzet Tabel 28: p-waarden tussen ondernemingen met een kleine, middelgrote of grote omzet Tabel 29: Tabel met modes van ondernemingen zonder ACS, met ACS en ACS + commerciële systemen...68 Tabel 30: p-waarden tussen ondernemingen zonder ACS, met ACS en zowel ACS als commerciële systemen Tabel 31: Bijkomende inzichten vanuit diepte-interviews

13 Inleiding Een aantal voedselcrisissen in Europa tijdens de jaren 90 zoals de gekkekoeienziekte en de dioxinecrisis en recenter de uitbraak van de EHEC-bacterie in de lente van 2011 zorgden voor een afnemend vertrouwen van de consument in het voedselveiligheidsbeleid van de Europese Unie. Daarom werd besloten om een witboek over voedselveiligheid op te stellen waarin onder andere de algemene fundamenten en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving werden opgenomen (White paper, 2010). Om aan deze wetgeving te voldoen, werden in verschillende landen acties ondernomen door retailers, zo werd in Groot-Brittannië de BRC Global Standards for Food Safety opgesteld en als tegenhanger in Duitsland het IFS Food Standards. Deze Food Safety Management Systems (FSMS) werden opgesteld zodat de consument verzekerd wordt van voedselveilige producten. FSMS zijn opgebouwd uit Good Practices (GP), PreRequisite Programs (PRP), een Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP) systeem en een managementsysteem. Ook in België moest de wetgeving, vastgelegd in de White paper on food safety, geïmplementeerd worden. De nood aan een overkoepelende organisatie werd ingevuld door de oprichting van het Federaal Agentschap Voor Voedselveiligheid (FAVV). In 2005 werd het Koninklijk Besluit betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen van 14 november 2003 ingevoerd. Om aan deze wetgeving te voldoen, worden operatoren verplicht om over een autocontrolesysteem (ACS) te beschikken. Door het opstellen van autocontrolegidsen, specifiek per sector, wordt het voor de bedrijven eenvoudiger om een eigen autocontrolesysteem te implementeren. Zo ook werd de Gids Autocontrole G014 voor aardappelen, groenten en fruit (AGF) handel en verwerkende industrie in België opgesteld door de sectororganisaties Belgapom, Vegebe en Fresh Trade Belgium in samenwerking met Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. In januari 2007 werd een 1 ste versie goedgekeurd door het FAVV, waarna 3 jaar later ook een 2 de en in 2012 een 3 de versie goedgekeurd werden (Gids, 2014). De 18-delige AC-gids heeft als doelstelling een blauwdruk van een autocontrolesysteem weer te geven, het is een praktische handleiding die onmiddellijk kan toegepast worden in het bedrijf. Essentiële elementen in de gids zijn de gevarenanalyse, goede hygiënepraktijken, traceerbaarheid, meldingsplicht en een HACCP-systeem. In België is het dus verplicht om over een autocontrolesysteem te beschikken, het implementeren van een gids en de validatie ervan echter niet (Gids, 2014). Deze masterproef zal trachten een antwoord te geven op de vraag of de invoer van de Gids Autocontrole G014 en een autocontrolesysteem een positieve of negatieve invloed heeft op de bedrijven. Zowel de inspanningen, kosten als baten worden geanalyseerd. De inspanningen en kosten worden onderverdeeld in enerzijds de inspanningen voor de opbouw van het ACS en anderzijds de inspanningen voor het onderhoud van het ACS. De baten worden gesplitst in directe en indirecte baten. Alle onderdelen van de bevraging worden ook steeds vergeleken met de commerciële systemen zoals British Retail Consortium (BRC) Standard, International Food Standard (IFS) en International Organisation for Standardisation (ISO) Dit alles wordt uitgevoerd aan de hand van enquêtes, opgesteld 6

14 in samenwerking met Belgapom, Vegebe en Fresh Trade Belgium en prof. dr. ir. Liesbeth Jacxsens. Ten eerste wordt er gebruik gemaakt van een online-enquête via SurveyMonkey waarbij voornamelijk gewerkt wordt met een Likert-schaal. De meeste resultaten van de onlineenquête worden statisch verwerkt via SPSS Statistics 20, een aantal vragen worden enkel kwalitatief besproken. Daarnaast worden er ook 10 diepte-interviews uitgevoerd in AGF-bedrijven als extra ondersteuning bij de antwoorden van de online-enquête. Voorafgaand aan de enquêtes vindt steeds een korte anonieme identificatie van de bedrijven plaats. Zo kunnen, bij de bespreking van de resultaten, de respondenten onderverdeeld worden naargelang de uitgevoerde activiteiten, het aantal werknemers, de jaarlijkse omzet en de behaalde certificaten in de bedrijven. Schematisch overzicht van de masterproef: Literatuurstudie Wettelijk kader, opbouw en implementatie van FSMS - Autocontrolesysteem Opstellen vragenlijst versie 1 Experten discussie Verfijning van de vragenlijst Validatie vragenlijst Online enquête Diepte-interviews Dataverwerking Besluiten 7

15 1. Literatuurstudie 1.1. Wettelijk kader van Food Safety Management Systems Wereldgezondheidsorganisatie en Codex Alimentarius The World Health Organization (WHO) of de Wereldgezondheidsorganisatie is de leidende en coördinerende organisatie voor de gezondheid binnen de Verenigde Naties (VN). Ze is opgericht in 1948 en momenteel gegrondvest in Genève (WHO, 2013). Het hoofddoel van de WHO bestaat erin om de gezondheid op wereldvlak zo hoog mogelijk te brengen. Gezondheid wordt door het WHO gezien als een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en afwezigheid van ziekte. Bovendien schrijft het WHO alle universele aspecten van gezondheidszorg uit, begeleidt activiteiten in kader van gezondheidszorg en klasseert aandoeningen en geneesmiddelen (Zorg, 2013). Voedingsmiddelen worden al eeuwen geconsumeerd maar in de afgelopen jaren steeg de hoeveelheid internationaal verhandeld voedsel zo sterk dat nationale en regionale wetgeving niet meer voldoende was. Internationale normen, richtlijnen en gedragscodes dienden opgesteld te worden om misbruik en ziekten veroorzaakt door verhandeld voedsel te beperken of te vermijden. De Codex Alimentarius, of de voedselcode, is opgesteld in 1962 door the Food and Agriculture Organisation of the United Nations (FAO) en de WHO, en waarborgt veilig en kwalitatief goed voedsel voor iedereen, overal ter wereld. De voedselcode omvat alle voedingsstandaarden, zowel algemene als productspecifieke, welke uitgewerkt worden door de Codex Alimentarius Commission. Het is een wereldwijde referentie voor voedselproducenten en verwerkers, nationale overheden dewelke wetgeving opstellen (bv. het FOD Volksgezondheid in België), nationale agentschappen dewelke voedingscontroles uitvoeren (bv. het FAVV in België), de internationale handel en tot slot de consument. 186 landen in de wereld waaronder België, Nederland, Frankrijk en Duitsland maar ook bijvoorbeeld Nigeria, Pakistan en Bolivia zijn Codex-leden. Doordat de voedselcode zo wijdverspreid zijn intrede heeft gemaakt, is de invloed op de volksgezondheid en de levensmiddelenhandel enorm hoog (Codex, 2013) Europees wettelijk kader Na een aantal voedselcrisissen in Europa, waaronder de dioxinecrisis in België en de Boviene spongiforme encefalopathie (BSE) problemen in het Verenigd Koninkrijk, daalde het vertrouwen van de consument in het voedselveiligheidsbeleid van de Europese Unie. Als reactie hierop werd in 2000 de White paper on food safety of het witboek over voedselveiligheid opgesteld door de Commissie van Europese Gemeenschappen. Hierin wordt een nieuwe, meer preventieve methode beschreven om voedselveiligheid op een uiterst hoog niveau te brengen. Om dergelijk niveau te bereiken wordt een voorstel gedaan om een onafhankelijke Europese Voedselautoriteit op te richten. Daarnaast wordt de wetgeving omtrent alle onderdelen van de productie van riek tot bord verbeterd en geharmoniseerd. Uit ervaring van de inspectiedienst van de Commissie bleek echter dat de manier waarop de wetgeving wordt toegepast in de verschillende lidstaten sterk verschilt. 8

16 Daarom werd voorgesteld om een communautair kader voor de opzet en werking van nationale controlesystemen op te stellen. Op die manier kan de consument overal in de Gemeenschap op gelijke voedselveiligheid rekenen (White paper, 2000). Samengevat wordt de basisverantwoordelijkheid voor voedselveilige producten bij de bedrijven, producenten en leveranciers gelegd, een hoog niveau van bescherming van de consument wordt verzekerd en zowel op nationaal als Europees niveau worden regelmatig controles uitgevoerd. Bovendien wordt er veel belang gehecht aan traceerbaarheid van producten doorheen de hele voedselketen zodat wanneer een probleem optreedt, er snel kan ingegrepen worden (White paper, 2010). De verordening (EG) Nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden vormt het uitgangspunt van de levensmiddelenwetgeving in de Europese Unie. In elk stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen en diervoeders moet deze verordening toegepast worden, dat geldt ook voor de primaire productie (Jacxsens et al., 2012). Deze verordening wordt ook wel de General Food Law genoemd en bestaat dus uit drie delen: 1. Algemene fundamenten en voorschriften van de wetgeving van levensmiddelen 2. De oprichting van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid of de European Food Safety Authority (EFSA) 3. Invoer van een systeem voor snelle waarschuwing, crisismanagement en noodsituaties, het Rapid Alarm System for Food and Feed (RASFF) De levensmiddelenwetgeving is gebaseerd op risicoanalyse aangezien een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid van mens en dier centraal staan. Daarnaast staan de belangen van de consument centraal en indien risico s vastgesteld worden, zal de consument hiervan op de hoogte gebracht worden. Traceerbaarheid wordt ook opgenomen in de algemene fundamenten en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, niet enkel traceerbaarheid van levensmiddelen en diervoeders maar ook van voedselproducerende dieren en alle andere substanties die aangewend worden in een levensmiddel of diervoeder wordt bij wet verplicht. Zoals eerder vermeld moet de verordening in elk stadium van de productie, verwerking en distributie toegepast worden, dit geldt dus ook voor traceerbaarheid. Ook meldingsplicht komt aan bod, dit wanneer een operator vaststelt dat een ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd levensmiddel niet voldoet aan de veiligheidseisen (Jacxsens et al., 2012). De European Food Safety Authority (EFSA) zorgt voor een integrale voedselveiligheid, zowel door wetenschappelijk advies te verschaffen aan risicomanagers als door wetenschappelijke en technische ondersteuning aan te bieden (Houins, 2007). Melding van risico s naar de consument toe wordt ook door de EFSA uitgevoerd (EFSA, 2013). 9

17 Tevens wordt een systeem opgezet om voedsel- en voedercontrole-instanties te voorzien van informatie omtrent maatregelen die genomen werden met betrekking tot ernstige risico s ontdekt in verband met levensmiddelen of diervoeders, the Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF). Deze uitwisseling van informatie helpt lidstaten om sneller en op een gecoördineerde manier te handelen bij het optreden van een bedreiging voor de gezondheid veroorzaakt door voedsel of voeder. Dit netwerk bestaat uit de lidstaten, de Commissie en de Autoriteit waarin de Commissie verantwoordelijk is voor het beheer van het systeem. Ze ontvangen alle meldingen van de leden van het netwerk, voeren controles uit en spelen de informatie door naar andere lidstaten, de Autoriteit of derde landen naar waar de producten uitgevoerd werden (RASFF, 2014) Belgisch wettelijk kader In België werd naast de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) opgericht in 2002 met als doel de in de EU vastgelegde wetgeving omtrent levensmiddelen en diervoeders te implementeren op nationaal niveau door onder andere het vastleggen van normen voor de operatoren. Daarnaast voert het FAVV controles, inspecties, audits en staalnames uit in bedrijven in alle stadia van de voedselketen en staan ze in voor de communicatie met de consument. Het FAVV staat onder beheer van het Food and Veterinary Office (FVO), dit is een bewakingsorgaan van de Europese Commissie (Houins, 2007). Het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen werd in januari 2005 in België ingevoerd. Het besluit bevat verschillende hoofdstukken, niet enkel autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid komen aan bod, ook worden er delen gewijd aan identificatie en registratie van producten, delegatie, Het besluit moet toegepast worden in elk stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen (KB Autocontrole, 2011). Sindsdien is de producent verplicht een autocontrolesysteem in te bouwen in het bedrijf (Houins, 2007). Zowel het FAVV als onafhankelijke certificerings- en keuringsinstellingen (OCI) die hiertoe geaccrediteerd zijn kunnen validaties en certificaties van het autocontrolesysteem uitvoeren (KB Autocontrole, 2011). Autocontrolegidsen, opgesteld door sectororganisaties en goedgekeurd door het FAVV, kunnen aangewend worden door operatoren, hierdoor wordt het voor bedrijven eenvoudiger om een eigen autocontrolesysteem te implementeren. Op die manier zal het bedrijf voldoen aan het Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, traceerbaarheid en meldingsplicht in de voedselketen. De gidsen dienen ook als leidraad voor audits (KB autocontrole, 2011). Reeds verschillende gidsen werden opgesteld per sector, de lijst met goedgekeurde gidsen is terug te vinden op volgende link: _01_03_R-Goedgekeurdegidsen_ennogVT.pdf (FAVV, 2013). Ondertussen zijn er 33 gidsen goedgekeurd waaronder ook de Gids Autocontrole G014 voor de handel en verwerking van aardappelen, groeten en fruit (Gids, 2014). 10

18 In figuur 1 wordt een overzicht van de wetgevende en uitvoerende instanties in Europa en in België. Codex Alimentarius Wetgevend Uitvoerend Europees Europese Commissie Food and Veterinary Office (FVO) Nationaal FOD Volksgezondheid Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) wetgeving controles Operatoren Figuur 1: Wetgevende en uitvoerende instanties in Europa en België Wettelijk kader in andere Europese landen Hieronder volgen enkele voorbeelden hoe andere EU-lidstaten toezicht houden op de veiligheid van de voedselketen. De organisatie om aan de verordening (EG) Nr. 178/2002 te voldoen, is niet overal gelijk Nederland De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) beschermt de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en de veiligheid van voedsel en consumentenproducten, en houdt rekening met de natuurwetgeving. Bedrijven die levensmiddelen produceren of verwerken worden frequent gecontroleerd door de NVWA. Het aantal inspecties is afhankelijk van het soort bedrijf, de risico s en in hoeverre het bedrijf de regels naleeft. Controleurs kunnen ofwel een audit van het HACCP-systeem uitvoeren aan de hand van inspectielijsten, ofwel een aantal systeeminspecties van specifieke onderdelen van het HACCP-systeem volbrengen. Audits worden steeds aangekondigd, dit in tegenstelling tot inspecties, die totaal onverwacht uitgevoerd worden en waarbij weigering strafbaar is. Bepaalde controletaken kunnen eventueel doorgegeven worden aan een controleorgaan onafhankelijk van de NVWA (VWA, 2013). Daarnaast beoordeelt de NVWA zelfcontrolesystemen op hun functioneren en betrouwbaarheid. Zelfcontrolesystemen zijn private systemen die niet verplicht toegepast moeten worden in bedrijven. Het voordeel is echter wel dat wanneer een systeem over 11

19 voldoende zekerheid beschikt, het aantal inspecties door de NVWA vermindert, zo ook beïnvloeden ze de diepgang en tijdsbesteding tijdens de inspectie. Zelfcontrolesystemen worden na overleg met de sector en een initiële audit door de NVWA al dan niet goedgekeurd. De geaccepteerde zelfcontrolesystemen worden gepubliceerd door de NVWA. Zo zijn er voor de levensmiddelensector onder andere zelfcontrolesystemen van RiskPlaza en Stichting Certificatie Voedselveiligheid. In 2013 werd als laatste Zekerheid in Veilig Voedsel van het KBBL Inspectie B.V. toegevoegd aan de lijst (VWA, 2013). Dit systeem is gebaseerd op een jaarlijkse onaangekondigde controle door het KBBL waarbij elk aspect van de geldende Hygiënecode en de wetgeving gecontroleerd wordt. Wanneer bedrijven op elk onderdeel een score hoger dan 80% behalen, ontvangen ze het certificaat Zekerheid in Veilig Voedsel en komen ze op de website van KBBL. Zo kan het bedrijf genieten van een verminderd toezicht door de NVWA (KBBL, 2013). De manier van toezicht door de NVWA is echter wel sterk afhankelijk van het zelfcontrolesysteem dat toegepast wordt (VWA, 2013) Frankrijk L Agence nationale de sécurité sanitaire de l alimentation, de l environnement et du travail (Anses) of het nationaal agentschap voor de veiligheid van voedsel, milieu en arbeid is de Franse nationale instantie die verantwoordelijk is voor de voedselveiligheid. Het agentschap is in 2010 ontstaan door een fusie van l Agence française de sécurité sanitaire des aliments (Afssa) en l Agence française de sécurité sanitaire de l environnement et du travail (Afsset). Er zijn vijf richtsnoeren en prioriteiten binnen Anses namelijk milieu, werkgezondheid, voeding, dierengezondheid en welzijn en plantengezondheid (Anses, 2013). Franse operatoren implementeren hygiënemaatregelen vanaf de primaire productie tot de levering van levensmiddelen aan de consument. Zo wordt kwaliteit en veiligheid van levensmiddelen en de naleving van de wetgeving gegarandeerd aan de consument. De hygiënemaatregelen worden door een aantal inspecties getoetst, gerealiseerd door een inspectie- en controleafdeling van Anses. Ook de producenten en distributeurs kunnen controles uitvoeren. Daarnaast neemt het agentschap nog andere taken op zich zoals toezicht op de blootstelling van vervuilende (voedings)stoffen en de analyse van mogelijke bijwerkingen (Anses, 2010) Duitsland Das Bundesministerium für Ernährung, Landwirtschaft und Verbraucherschutz (BMELV) of het Ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en Consumentenbescherming was voor 2001 het Ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en Bosbouw maar sinds het BSE-schandaal of beter gekend als de gekkekoeienziekte werd bosbouw vervangen door de bescherming van de consument. Het BMELV is verantwoordelijk voor veilig voedsel in Duitsland, daarnaast helpt het BMELV bij de ontwikkeling van duidelijke consumentenrechten en beschermen ze de agrarische sector (BMELV, 2013). De verantwoordelijkheid voor de juiste samenstelling, kenmerken en etikettering van levensmiddelen ligt in de eerste plaats bij de betrokken operatoren. Ze zijn verplicht om veiligheid en kwaliteit van hun producten te garanderen en te documenteren door gebruik te 12

20 maken van controlemechanismen binnen het bedrijf. Ook worden controles en bemonsteringen uitgevoerd door derden om de veiligheid van levensmiddelen na te gaan. Het aantal controles wordt bepaald door het risiconiveau waarin een bepaalde operator zich bevindt. De controles worden gerealiseerd door de deelstaten, elke deelstaat beschikt over een bevoegd ministerie welke een monitoringsplan opstelt dat uitgevoerd wordt door de voedselcontrole in de stedelijke en landelijke regio s. Das Bundesamt für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit of het federale bureau van consumentenbescherming en voedselveiligheid biedt hierbij coördinerende en adviserende hulp. Ook op nationaal niveau zijn er een aantal systemen zoals voedselmonitoring, het nationale monitoringsplan (BÜP) en het meerjarig nationaal controleplan (BMELV, 2013) Wettelijk kader in de Verenigde Staten Het voedselveiligheidsbeleid in de VS wordt geregeld door verschillende organisaties waarin the United States Department of Agriculture (USDA) en the U.S. Department of Health and Human Services (HHS) een belangrijke rol spelen. Het USDA is verantwoordelijk voor het beleid van akkerbouw, veeteelt en voeding. Opmerkelijk is dat ze eveneens pogen om plattelandsgemeenschappen in stand te houden en honger uit de wereld te helpen (USDA, 2013). Eén van de 17 agentschappen binnen het USDA is de Food Safety and Inspection Service (FSIS), verantwoordelijk voor veilige, gezonde, correct geëtiketteerde en verpakte vleeswaren, gevogelte en eiproducten. Doordat het systeem zich richt op de preventie van recalls door controles uit te voeren bij producenten en fabrikanten van FSIS gerelateerde levensmiddelen, beschikt het over een goede betrouwbaarheid en zijn de resultaten lovend. Daarnaast bouwen ze aan een datasysteem dat de consument waarschuwt voor veranderende en opduikende voedingstrends door efficiënt gebruik te maken van betrouwbare data. The Public Health Information System zal ervoor zorgen dat veranderingen en kwetsbaarheden in de voedingsketen sneller opgemerkt worden door het FSIS (FSIS, 2009). De US Food and Drug Administration (FDA) staat onder leiding van het HHS. Om de vier jaar wordt er een Food Code uitgebracht die zorgt voor de bescherming van de volksgezondheid en die een zekerheid geeft naar de consument toe dat het voedsel in de winkelrekken veilig en eerlijk is. Het FDA schrijft ook specifieke inspectiegidsen uit over tal van onderwerpen zoals een allergenen inspectiegids. Deze begeleidende documenten bieden tijdens inspecties hulp aan het personeel van het FDA doordat ze de wetgeving van het FDA weergeven (FDA, 2013). Het FSIS en het FDA bewaken beide de voedselveiligheid in de VS maar ze beschikken over verschillende methoden om inspecties en controles uit te voeren. 13

21 Samenvatting van het wettelijk kader in verschillende landen Tabel 1: Samenvatting van het wettelijk kader in verschillende landen Land België (zie ) Nederland (zie ) Frankrijk (zie ) Duitsland (zie ) Verenigde Staten (zie ) Organisatie(s) verantwoordelijk voor de controle van voedselveiligheid Autocontrolesysteem Controles uitgevoerd door FAVV Verplicht FAVV of OCI s NVWA Niet verplicht NVWA of onafhankelijk controleorgaan Anses Niet erkend Inspectie- en controleafdeling van Anses BMELV Niet erkend Deelstaten USDA, HHS, FSIS, FDA, Niet erkend FSIS, FDA, 14

22 1.2. Opbouw van een Food Safety Management System Good Practices De basis van een Food Safety Management System (FSMS) zijn de Good Practices (GP) of goede praktijken (Figuur 2). Algemeen betekent goede praktijk de activiteit van kwaliteitsborging welke garandeert dat levensmiddelen over een voldoende hygiëne en veiligheid beschikken. In diverse Codes of Practice zijn goede praktijken beschreven, deze worden opgesteld door producentenorganisaties, importeurs- en detailhandelarenconsortia en overheidsinstanties welke de consument vertegenwoordigen. Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in de Codex Alimentarius (Raspor, 2008). Goede praktijken in de voedingssector kunnen onderverdeeld worden in drie groepen. Een eerste categorie staat bekend onder de naam Good Manufacturing Practice (GMP). De doelstelling is om de verschillende gevaren voor voedselveiligheid te beheersen, het zijn dus de basisvereisten in de agrovoedingsketen. Een bedrijf moet aan 13 GMP-maatregelen voldoen, deze beslaan zowel milieu, proces en product als personeel en zijn vastgelegd in de Codex Alimentarius. Reiniging en desinfectie, ongediertebestrijding, water- en luchtkwaliteit en temperatuurscontrole zijn voorbeelden van GMP s die uitgewerkt en geïmplementeerd moeten worden (Jacxsens, 2012). Het is ook een onderdeel van de kwaliteitsborging. Door de duidelijk vastgelegde beginselen en het succes van GMP, zijn er andere goede praktijken in verband met voeding ontstaan zoals Good Agricultural Practice (GAP) gericht op landbouwpraktijken en Good Distribution Practice (GDP) waarin richtlijnen voor distributie van levensmiddelen en andere producten, geconsumeerd door de mens, zoals medicijnen vermeld staan. Als laatste zou er nog een 4 de categorie, de Good Housekeeping Practice (GHKP) kunnen toegevoegd worden. In de klassieke voedselketenstrategie worden consumenten niet opgenomen, hoewel de consument een integraal deel zou moeten uitmaken van voedselveiligheidssystemen aangezien ze de brug vormen tussen retail en consumptie. Een groot aantal voedselinfecties worden namelijk opgelopen door een verkeerd gebruik van voedingsmiddelen door de consument (Raspor, 2008) PreRequisite Programs PreRequisite Programs (PRP) vormt samen met GMP de basis voor een FSMS (Figuur 2). De Codex omschrijft PRP als praktijken en voorwaarden die nodig zijn voorafgaand aan en tijdens de uitvoering van een HACCP-plan en die essentieel zijn voor de garantie van voedselveiligheid. Watermanagement, persoonlijke hygiëne, ongediertebestrijding en grondstoffencontrole zijn voorbeelden van PRP s of basisvoorwaardenprogramma s. De 14 PRP s vormen een basis voor een functionerend HACCP-systeem maar worden niet in een HACCP-plan opgenomen. Er is echter een groot verschil tussen een PRP en een Critical Control Point (CCP) dat opgenomen is in een HACCP-plan. Een CCP is opgesteld om een voedselveiligheidsgevaar dat reeds vastgesteld is, onder controle te houden terwijl een PRP wordt opgesteld om een voedselveiligheidsgevaar te voorkomen. Daarnaast zijn PRP s voor alle bedrijven identiek, een HACCP-plan daarentegen is bedrijfsspecifiek (FSIS, 2013). 15

23 HACCP-systeem Daarnaast moet er in een FSMS ook een Hazard Analysis Critical Control Point (HACCP) systeem geïmplementeerd worden (Figuur 2), de beginselen hiervan zijn vastgelegd in de Codex Alimentarius. Met een HACCP-plan worden biologische, chemische en fysische gevaren geïdentificeerd, geëvalueerd en gecontroleerd in elke stap van het productieproces (Eeckhout, 2013). Vanaf het moment dat een fout optreedt in het proces kan er onmiddellijk ingegrepen worden zodat het verlies van grote hoeveelheden product vermeden wordt en de volksgezondheid niet in gevaar komt (Jacxsens, 2012). Het is een 7-stappenplan waarvan de in handel- en verwerkende voedingsbedrijven bij wet verplicht is, dit is zowel opgenomen in Verordening (EG) nr. 852/2004 als in het KB van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen (HACCP, 2010). HACCP is een belangrijk onderdeel van de moderne FSMS zodanig dat ontwerp, implementatie, controle en beheer van het systeem noodzakelijk is voor de productie van veilige levensmiddelen (Wallace, 2014). In de sector Primaire productie volstaan GAP en PRP, er moet dus geen HACCP-systeem toegepast worden (Jacxsens, 2012) Managementsysteem Om van een Food Safety System over te gaan naar een Food Safety Management System is er nood aan een elementair managementsysteem (Figuur 2). Het kan beschouwd worden als een reeks coördinerende activiteiten om een organisatie te sturen en te controleren in het bekomen van continue verbetering. Documentatie, taakverdeling en supervisie zijn onderdelen van een managementsysteem. Door een volledig gedocumenteerd managementsysteem toe te passen kan zowel aan de eisen van de klant als aan de eisen van de organisatie voldaan worden. Klanten dienen vertrouwen in het bedrijf op te bouwen, dit wordt verwezenlijkt wanneer consequent voldaan wordt aan de eisen en verwachtingen van de klant in verband met de geleverde producten (QM, 2012) Voedselveiligheidsmanagementsysteem Een FSMS bestaat dus uit GP s, PRP s, een HACCP- en een managementsysteem zoals weergegeven in figuur 2. Een FSMS is voor een bedrijf van groot belang om voedselveilige producten op een efficiënte wijze te kunnen produceren. Basis Food Safety System Food Safety Management System Good Practices (zie ) PreRequisite Programs (zie ) HACCPsysteem (zie ) Managementsysteem (zie ) Figuur 2: Overzicht van een Food Safety Management System 16

24 G014 autocontrolesysteem als FSMS Het autocontrolesysteem G014 is een FSMS waarin GP s, PRP s, een HACCP- en een managementsysteem opgenomen zijn. In de checklist van het autocontrolesysteem, opgesteld door het FAVV, worden al deze onderdelen opgenomen onderverdeeld in sleutelelementen. In tabel 2 worden de 3 sleutelelementen weergegeven, elk sleutelelement vormt een onderdeel van het FSMS. Zo kunnen de eisen onder sleutelelement I samengevat worden onder de eisen van een managementsysteem. Sleutelelement II staat voor de GMP s en PRP s en het sleutelelement III impliceert het HACCP-systeem (Gids, 2014). Tabel 2: Voorbeelden van eisen opgenomen in de checklist van G014 Autocontrolegids (naar Gids, 2014) Sleutelelement I: Beheerssysteem voedselveiligheid (zie ) - Algemene eisen in verband met documentatie, uitvoeren en in stand houden van het voedselveiligheidsbeheerssysteem - Taakverdeling, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het bedrijf vastleggen en weergeven in een organigram - Vastleggen van grondstoffen- en eindproductspecificaties - Het uitvoeren van interne audits en controles - Aanwezigheid van een traceerbaarheidssysteem van ontvangen en geleverde levensmiddelen en het verband hiertussen waarbij alle registratie gedurende minimum 2 jaar bewaard dient te worden Sleutelelement II: Goede frabicagepraktijken, goede distributiepraktijken GMP s en PRP s (zie en ) - Omgeving van de gebouwen en het bedrijf zodat contaminatie vermeden kan worden - Inrichting van de lokalen zodat levensmiddelen op een veilige en correcte wijze kunnen geproduceerd worden - Accommodatie voor het personeel die voldaan dient te zijn aan de voedselveiligheidsnormen - Waterkwaliteits- en afvalbeheer - Ongediertebestrijding - Persoonlijke hygiëne en aangepaste beschermkledij - Opleiding van het personeel Sleutelelement III: Gevarenanalyse en kritieke controlepunten Managementsysteem HACCPsysteem (zie ) - Samenstelling van het HACCP-team - Omschrijving en identificatie van beoogd gebruik van het product - Opmaken en bevestiging ter plaatse van een stroomschema van het productieproces - Lijst samenstellen van alle mogelijke gevaren en een gevarenanalyse uitvoeren - Kritische controlepunten vastleggen en de grenzen hierop bepalen 17

25 Global Food Safety Initiative The Consumer Goods Forum (CGF), vroeger het CIES, is samengesteld uit CEO s en bedrijfsleiding van meer dan 400 retailers, fabrikanten, dienstverleners en andere belanghebbenden uit meer dan 70 landen. De diversiteit van de industrie op vlak van omvang, productiecategorie en geografie wordt door het groot aantal deelnemers weerspiegeld (CGF, 2013). In 2000 stelde het CGF vast dat er nood was aan een organisatie die zorgt voor een continue verbetering van voedselveiligheidsstandaarden. Er waren namelijk een aantal ernstige recalls opgedoken op het einde van de 20 ste eeuw waardoor de voedingsindustrie in een negatief daglicht kwam te staan. Bovendien werd ook vastgesteld dat audits niet steeds voldeden aan internationale certificatie en accreditatie wat resulteerde in onvergelijkbare resultaten (GFSI, 2013). The Global Food Safety Initiative (GFSI) werd opgericht als non-profit organisatie met een zeer duidelijke doelstelling: voedselveiligheidsstandaarden onderwerpen aan continue verbetering om het vertrouwen van de consument in de agrovoedingsketen te blijven behouden. Er wordt gestreefd naar gelijkwaardigheid tussen voedselveiligheidsstandaarden, daarnaast worden kosten beheerst door het vermijden van overbodigheden en het verbeteren van de werkefficiëntie. Ook wordt een internationaal platform voor belanghebbenden voorzien om samenwerking te optimaliseren, kennis uit te wisselen en netwerken op te bouwen. GFSI is geen voedselveiligheidsstandaard op zichzelf, noch voert het accreditatie- of certificatieactiviteiten uit. Ze erkennen een aantal standaarden die voldoen aan internationaal erkende voedselveiligheidscriteria die vastgelegd zijn in de GFSI leidraad. Certificatie tegen deze standaarden is mogelijk door een externe audit te laten uitvoeren (GFSI, 2013). GFSI erkende voedselveiligheidsstandaarden zijn (GFSI, 2013): - IFS PACsecure, Version 1 - Global Aquaculture Alliance Seafood Processing Standard Issue 2 - August GLOBALG.A.P. Integrated Farm Assurance Scheme version 4 and Produce Safety Standard version 4 - FSSC October 2011 Issue - Global Red Meat Standard (GRMS) 4th Edition Version CanadaGAP Scheme Version 6 Options B and C and Program Management Manual Version 3 - SQF CODE 7TH EDITION LEVEL 2 - BRC GLOBAL STANDARD FOR FOOD SAFETY ISSUE 6 - BRC/IOP GLOBAL STANDARD FOR PACKAGING AND PACKAGING MATERIALS ISSUE 4 - IFS Food Standard Version 6 18

26 1.3. Implementatie van Food Safety Management Systems De implementatie van een FSMS brengt kosten met zich mee, zo voerde Gellynck in 17 voedingsbedrijven in België interviews uit naar de investeringen en kosten gerelateerd met voedselveiligheid (Tabel 3). Er werd een onderscheid gemaakt tussen kleine bedrijven met minder dan 20 werknemers, middelgrote bedrijven met een werknemersaantal tussen 20 en 100 en grote ondernemingen met meer dan 100 werknemers. Het vermogen om te voldoen aan nieuwe wettelijke voorschriften verschilt per bedrijf. Deze verschillen komen tot stand door diverse aspecten: - In sectoren die gekenmerkt worden door hogere voedselveiligheidsrisico s (microbiële besmetting), zoals de zuivel-, vlees- of vissector worden er meer inspanningen genomen omtrent voedselveiligheid dan in andere levensmiddelensectoren zoals de chocolade- of de suikerwarensector. - In kleinere ondernemingen worden er meer inspanningen voor voedselveiligheid gemaakt dan in grotere. Dit hang samen met het feit dat grotere bedrijven meer kunnen profiteren van schaalvoordelen. - Wanneer kwaliteitsfilosofie in het bedrijf aanwezig is, zal de aandacht voor kwaliteit in het algemeen en voedselveiligheid in het bijzonder veel groter zijn dan in bedrijven waar dit niet het geval is. De aanwezigheid van kwaliteitsfilosofie is vaak in verband te brengen met het type consumenten waarvoor het bedrijf werkt. Winkelketens beschikken vaker over kwaliteitsfilosofie dan horeca of kleinere, traditionele winkels (Gellynck et al., 2004). Tabel 3: Voedselveiligheidsinvesteringen en kosten, 2002 in EUR per fte (naar Gellynck et al., 2004) Type bedrijf GMP/GHP HACCP Audits Investeringen Totaal Grote Min Max Middelgrote Min Max Kleine Min Max Totaal Min Max De kosten voor de implementatie van GMP s/ghp s en een HACCP-systeem liggen hoger dan de kosten voor auditing en certificering. Dit kan verklaard worden doordat er bij de implementatie van GMP s/ghp s en een HACCP-systeem bedrijfsprocessen geanalyseerd moeten worden, alternatieven moeten ontwikkeld worden en deze veranderingen moeten vervolgens geïmplementeerd worden (Trienekens et al., 2008). 19

27 Op de binnenlandse markt blijven sommige bedrijven levensmiddelen produceren ondanks het feit dat ze niet voldoen aan de voorschriften met betrekking tot de voedselveiligheid, bijvoorbeeld door de afwezigheid van een HACCP-plan. Dergelijke bedrijven maken niet de nodige investeringen en werken dus met andere kostenstructuren. De geïnterviewde levensmiddelenbedrijven beweren dat er op de internationale markt verschillen in kostenstructuren met betrekking tot voedselveiligheid zijn als gevolg van verschillen in de manier waarop voedselbedrijven gecontroleerd en bestraft worden (Gellynck et al., 2004). In 2002 werd een enquête afgenomen bij 50 bedrijven waarbij de kosten en de investeringen van het traceerbaarheidssysteem onderzocht werden (Tabel 4). Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen kleine (minder dan 100 werknemers), middelgrote (tussen 100 en 500 werknemers) en grote (meer dan 500 werknemers) bedrijven. Voedselveiligheid en het voldoen aan de sectornormen zijn de twee belangrijkste drijfveren voor het invoeren van producttraceerbaarheid. Er is echter wel nood aan financiële middelen en de integratie in de huidige bedrijfsprocessen verloopt niet steeds eenvoudig (Gellynck et al., 2004). Tabel 4: Traceerbaarheidsinvesteringen en bedrijfskosten, in % van de respondenten (naar Gellynck et al., 2004) Type bedrijf Investeringen in Bedrijfskosten in Geen < >250 Geen < >250 Grote Middelgrote Kleine Totaal Kosten gebonden aan voedselveiligheid in het algemeen en traceerbaarheidskosten in het bijzonder verschillen sterk van land tot land. De kosten zijn vooral afhankelijk van de bedrijfsgrootte, de activiteiten die plaatsvinden in het bedrijf en de bedrijfsfilosofie (Gellynck et al., 2004). 20

28 1.4. Link naar commerciële voedselveiligheidssystemen GFSI erkent een aantal standaarden die voldoen aan de door hen opgestelde eisen. Leveranciers kunnen hierdoor genieten van het concept Eenmaal gecertificeerd, overal geaccepteerd. Vele internationale en nationale retailers en leveranciers erkennen de certificaten verkregen uit een audit van een GFSI goedgekeurde voedselveiligheidsstandaard (GFSI, 2013) BRC Global Standards for Food Safety Het British Retail Consortium (BRC) is een organisatie van Britse detailhandelaren dewelke in 1998 de BRC Global Standards for Food Safety opstelden. Deze BRC-standaard, vaak BRC Food genoemd, garandeert de standaardisatie van kwaliteit en veiligheid en zorgt ervoor dat operatoren aan hun wettelijke verplichtingen voldoen. Bovendien bieden ze bescherming voor de eindgebruiker (BRC, 2013). Er zijn een aantal baten verbonden aan het implementeren van het BRC-systeem, zo zou het aantal voedselveiligheidsaudits dalen en kunnen technologen de focus leggen op andere gebieden zoals productontwikkeling en specifieke kwaliteitsproblemen. Bovendien kan eender welke certificatie-instelling die tegen de Europese norm EN45011 (ISO/IEC Guide 65) geaccrediteerd is, een audit van BRC Food uitvoeren (Alcumus, 2013). De BRC-standaard is nu vaak een fundamentele eis van toonaangevende retailers zodat er kan gesproken worden van preferred supplier of verbeterde klantencontracten bij de implementatie van BRC Food. Ook dit is een voordeel en zal één van de hoofdredenen zijn waarom een bedrijf het BRC-systeem invoert (BRC, 2013). Om een BRC Food-certificaat te ontvangen dient het bedrijf door een onafhankelijke certificatie-instelling geaudit te worden. Gedurende de audit zal de auditor voornamelijk het productieproces volgen en inspecteren, documentatie in verband met CCP s opvragen, kennis van het personeel toetsen, traceerbaarheid testen, Na elke audit wordt een volledig schriftelijk rapport opgesteld zodat het bedrijf en de (potentiële) klanten een overzicht krijgen van de prestaties van het bedrijf tegenover de eisen van de BRC-standaard. Punten die niet voldoen aan de norm worden als non-conformiteiten aangeduid, afhankelijk van de ernst worden ze onderverdeeld in kritiek, groot of klein. Op basis van het aantal en de soort nonconformiteiten beslist de certificatie-instelling om het bedrijf al dan niet te certificeren voor BRC Food. Wanneer één of meer kritische, 3 of meer grote of 30 of meer kleine non-conformiteiten vastgesteld zijn, wordt het certificaat niet uitgereikt (BRC, 2013). De auditduur is afhankelijk van het aantal werknemers, de grootte van het bedrijf en het aantal HACCP-plannen. Een aantal correctiefactoren zoals de complexiteit en arbeidsintensiteit van het productieproces en het aantal productielijnen kunnen de auditduur doen verhogen of verlagen (CERT-ID, 2012). De minimale audittijd bedraagt 2 tot 2,5 dagen. Levensmiddelen worden in 3 groepen onderverdeeld naargelang de productrisico s en de duur van productieproces. Op basis hiervan wordt de auditfrequentie voor BRC Food in een bedrijf bepaald. Deze audits worden minimaal om de 6 maanden en maximaal om het jaar uitgevoerd (BRC, 2013). 21

29 IFS Food Standard The International Food Standard (IFS) is ontwikkeld door de Duitse organisatie van distributeurs van voedingsmiddelen Hauptverband des Deutschen Einzelhandels (HDE) (IFS, 2010). De standaard kan toegepast worden in verwerkende bedrijven of wanneer een gevaar voor contaminatie van de producten optreedt tijdens de primaire verpakking. Retailers en groothandelaars van levensmiddelen kunnen door middel van deze standaard op systematisch en uniforme wijze geëvalueerd worden (Standards, 2011). De externe audit van de IFS Food Standaard kent zeer veel gelijkenissen met die van de BRCstandaard, zo wordt het personeel van verschillende afdelingen ondervraagd. Ook wordt nagegaan in hoeverre de vereisten van de IFS-standaard overeenkomen met de bedrijfsstructuur en werking. De auditor bepaalt de aard en de betekenis van elke afwijking of non-conformiteit. Er zijn 4 mogelijke scores die toegekend kunnen worden voorgesteld met letters van A tot en met D. A betekent een volledige overeenkomst met de vereisten vastgelegd in de standaard, B staat voor een bijna volledig overeenkomst met een kleine afwijking. Bij het toekennen van C is slechts een klein deel van de eisen toegepast en D betekent dat de vereisten totaal niet uitgevoerd zijn in het bedrijf. Non-conformiteiten, vereisten die een B, C of D kregen, worden vermeld in het voorlopige auditrapport, een actieplan wordt ook in het rapport opgenomen dat als basis dient voor het opstellen van corrigerende maatregelen voor de vastgestelde afwijkingen en non-conformiteiten. De toekenning van het certificaat is afhankelijk van de resultaten van de audit en op het eventuele actieplan (IFS, 2013). Er wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende audits. Tijdens een initiële audit worden zowel de documentatie als de processen van het volledige bedrijf geaudit. Wanneer er non-conformiteiten opgemerkt worden tijdens een audit, wordt er een vervolgaudit binnen de 6 maanden uitgevoerd waarbij de nadruk gelegd wordt op de acties die ondernomen werden om de grote non-conformiteiten in de hand te houden of te vermijden. Op het certificaat wordt vermeld wanneer een volgende audit zal plaatsvinden, ook bij deze audit wordt het volledige bedrijf gecontroleerd. Alle criteria van de IFS-standaard worden gecontroleerd met extra aandacht voor de afwijkingen en gebreken die vastgesteld zijn tijdens de initiële audit, eveneens de effectiviteit en uitvoering van de corrigerende acties worden gecontroleerd. Daarnaast worden de preventieve maatregelen die vastgelegd zijn in het actieplan ook nagegaan op hun doeltreffendheid (IFS, 2013). In een vaste cyclus van één jaar wordt het bedrijf geaudit, het certificaat heeft dan ook een geldigheidsduur van 1 jaar, dit in tegenstelling tot vele andere certificatienormen. Indien echter wijzigingen zijn gebeurd in het productieproces of nieuwe producten geproduceerd worden, is het noodzakelijk om een audit van het volledige bedrijf te laten uitvoeren (IFS, 2013). De auditduur is onder andere afhankelijk van: het aantal werknemers de geproduceerde levensmiddelen de processtappen 22

30 In tabel 5 worden een aantal processtappen in de groenten- en fruitindustrie weergegeven waarbij één auditdag overeenkomt met 8 werkuren. Duidelijk op te merken is het recht evenredig verband tussen het aantal auditdagen en het aantal werknemers in het bedrijf. Er is echter steeds een minimale audittijd van 1 dag. Wanneer een bedrijf verschillende processtappen combineert zoals bijv. het versnijden van groenten en het invriezen ervan, blijft de audittijd ongeveer gelijk dan wanneer slechts één processtap uitgevoerd wordt. Opmerkelijk is ook de langere audittijd bij processen waarin een hittebehandeling toegepast wordt, de audittijd ligt hier hoger omdat deze stappen meer controle vergen (IFS, 2013). Tabel 5: Minimale audittijd in groenten- en fruitindustrie (in dagen) (naar IFS, 2013) Processtappen Microonderneming (<10) Kleine onderneming (10 50) Middelgrote onderneming (50 250) Grote onderneming (> 250) Invriezen incl. opslag ,75 2 of meer MAP verpakken 1 1,25-1,5 1,5-1,75 1,75 of meer Snijden, mengen, vullen, Invriezen incl. opslag + snijden, mengen, Pasteurisatie, UHT, aseptisch afvullen, ,75 1,75 of meer of meer 1,25 1,5-1,75 1, of meer Sterilisatie (bv. Blikje) 1,25 1,5-1,75 1, of meer De ISO groep en FSSC The Foundation for Food Safety Certification (FSSC) ontwikkelde de ISO groep, FSSC en PAS 220. De ISO groep bevat een aantal normen die elk gericht zijn op verschillende aspecten van het beheer van voedselveiligheid. ISO 22000:2005 is een onderdeel van deze groep en geeft de eisen voor een voedselveiligheidssyteem weer wanneer een bedrijf in de voedselketen in staat moet zijn om gevaren onder controle te houden om te waarborgen dat de geproduceerde levensmiddelen veilig zijn op het moment van consumptie. Deze voedselveiligheidsnorm kan wereldwijd toegepast worden in de levensmiddelensector. Ook transportbedrijven, koelhuizen en schoonmaakbedrijven vallen hieronder (ISO, 2009). De norm past de ISO 9001-principes toe op HACCP en als structuur poogt de norm de verschillende onderdelen van ISO 9001 te volgen wat een voordeel is voor bedrijven die reeds over een ISO 9001-certificaat beschikken. ISO 22000:2005 heeft vele tegenstanders, dit omdat de norm weinig consequent is en er een onvoldoende borging van de product- 23

31 aansprakelijkheid is (Amelior, 2011). Goede fabricage- en distributiepraktijken worden ook niet opgenomen in de standaard. De omgeving van het bedrijf, lay-out en productflow, inrichting van de lokalen, uitrusting, onderhoud, risico voor chemische, fysische, chemische en (micro)biologische productcontaminatie, verpakkingen, voorraadbeheer, vallen hieronder (Gids, 2014). De norm is bovendien ontoepasbaar in de landbouwsector (Amelior, 2011). ISO :2009 specificeert normen voor het implementeren en onderhouden van basisvoorwaardenprogramma s of PRP s die in staat zijn voedselveiligheidsgevaren te beheersen. Er zijn een aantal gedetailleerde eisen waar specifiek aandacht aan besteed wordt in relatie met de ISO 22000:2005 zoals de infrastructuur van gebouwen en bijhorende nutsvoorzieningen, aanvoer van lucht, water en energie, geschiktheid van apparatuur en toegankelijkheid voor reiniging, Het gebrek van goede fabricage- en distributiepraktijken in de ISO 22000:2005-standaard kan hiermee opgevuld worden. Ook deze ISO-standaard is van op alle producerende levensmiddelenbedrijven (ISO, 2013). De FSSC standaard bevat een volledig certificatieschema voor voedselveiligheidssystemen en combineert de eisen van ISO 22000:2005 met deze van PASS 220:2008, dit zijn basisvoorwaardenprogramma s over voedselveiligheid. Fabrikanten die reeds voor ISO gecertificeerd zijn, hebben slechts een herziening van de technische specificaties voor sector PRP s nodig om het certificaat van FSSC te ontvangen. Bedrijven die kwaliteit willen integreren in hun managementsysteem dienen de eisen van ISO 9001 te volgen. De FSSC standaard is in tegenstelling tot ISO enkel toepasbaar in bedrijven die levensmiddelen produceren, voornamelijk dan productie van dierlijke producten, bederfelijke plantaardige producten, producten met een lange houdbaarheid en de verpakking van levensmiddelen (FSSC, 2013). De FSSC standaard heeft als doel om wereldwijd het toonaangevende, onafhankelijke, ISO-gebaseerd en GSFI-geaccepteerd voedselveiligheidscertificatieschema te worden voor de hele productieketen in de voedingsindustrie (FSSC, 2013) GLOBALG.A.P. G.A.P. staat voor Good Agricultural Practice en GLOBALG.A.P. is de wereldwijde standaard die het verzekert. De standaard is opgesteld met als belangrijkste doelstelling om over de hele wereld veilige, duurzame en kwaliteitsvolle agrarische producten te vervaardigen. De minimumnormen waaraan producten moeten voldoen om aanvaard te worden door grootwarenhuizen worden vastgelegd. Ook het welzijn van de werknemers en dieren zijn van belang net als de bescherming van schaarse middelen. Zowel aangekondigde als onaangekondigde boerderij-inspecties en -audits worden uitgevoerd gedurende het hele jaar door een onafhankelijke controle-instanties (OCI s). Ze zijn verantwoordelijk voor de inspectie van de producenten, het uitvoeren van evaluaties en het bijwerken van de online databank. (Global, 2013). 24

32 IKKB Standaard voor de Plantaardige Productie Integraal Keten Kwaliteit Beheerssysteem (IKKB) is één systeem van voedselveiligheid, kwaliteitscontrole en traceerbaarheid doorheen de volledige plantaardige keten. De IKKB Standaard voor de Plantaardige Productie is specifiek voor de landbouw en wordt beheerd door Vegaplan, een vzw opgesteld uit vertegenwoordigers van verschillende sectoren zoals handel, verwerkende industrie en ook landbouworganisaties (BDB, 2012). Deze standaard wordt toegepast in combinatie met de Sectorgids Autocontrole voor de Primaire Plantaardige Productie. Bovenop de eisen van het FAVV die vastgelegd zijn in de sectorgids, bevat de IKKB Standaard vereisten omtrent milieu en veiligheid en vereisten als gevolg van interprofessionele afspraken. Wanneer een landbouwer de IKKB Standaard toepast, ontvangt hij dus zowel een certificaat voor de IKKB Standaard als voor de sectorgids. De IKKB Standaard heeft als voordeel dat de landbouwer in orde is voor zijn afnemer die lid is van het Overlegplatform voor de Verwerking van en handel in de Plantaardige Grondstoffen en producten (OVPG) (IKKB, 2010). De van de IKKB Standaard wordt gecontroleerd door een door Vegaplan erkende en geaccrediteerde certificeringsinstelling, door BELAC of door een buitenlandse accreditatieinstelling die behoort tot het multilaterale agreement (MLA). Zowel initiële, aanvullende, uitbreidings-, opvolgings- als onaangekondigde audits worden uitgevoerd. Minstens één keer per jaar dient de landbouwer zelf een controle te verwezenlijken die gebaseerd is op de checklist (IKKB, 2010) Standaard Comeos Food voor KMO Voor kleine bedrijven is het niet vanzelfsprekend om zich tegen BRC Food of IFS Food Standard te certificeren. Comeos, een organisatie die de Belgische handel en diensten vertegenwoordigt en leden heeft in 18 verschillende sectoren, stelde om die reden de Standaard Comeos Food voor KMO op, gebaseerd op de BRC-standaard. De standaard wordt toegepast in kleine levensmiddelenbedrijven vooral in subsectoren die niet over een sectorale autocontrolegids beschikken. Voedselkwaliteit en veiligheid staan in deze standaard centraal. Er moet een HACCP-plan aanwezig zijn, ook worden voorwaarden voor de omgeving van de productiesite opgesomd en maatregelen om de productiekwaliteit en het productieproces te beheersen worden weergegeven (Comeos, 2013). Interne audits kunnen door het bedrijf uitgevoerd worden ter voorbereiding op de audit van een door Comeos erkende certificatie-instelling. De externe audit is echter een gestandaardiseerde en vereenvoudigde versie in vergelijking met de audits van BRC Food of IFS Food Standard waardoor de Standaard Comeos Food voordelig is voor KMO s (Comeos, 2013). 25

33 G014 Autocontrolegids De Gids Autocontrole G014 is bestemd voor de aardappel, groenten en fruit (AGF) verwerkende bedrijven zoals aardappelschilbedrijven, bedrijven voor aardappelverwerking, groente- en fruitconserven, diepvriesgroenten en 4 e gamma producten. Maar ze is ook van voor de AGF-handel zoals handel in aardappelen, groenten en fruit alsook veilingen. De AC-gids werd opgesteld door Belgapom, Vegebe en Fresh Trade Belgium in samenwerking met Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Eventuele gebruikers zijn dus leden van de federatie Belgapom, Vegebe en Fresh Trade Belgium alsook niet-leden met overeenkomstige productieactiviteiten in dezelfde sector, bijv. de veilingen. Voor kleine bedrijven zijn er een aantal versoepelingen in de AC-gids terug te vinden. Een eerste versie werd goedgekeurd door het FAVV in 2007, in 2010 werd ook een 2 de versie geaccepteerd met tot slot in 2012 een laatste goedgekeurde versie (Gids, 2014). De gids G014 geeft de uitvoering van een autocontrolesysteem weer zodat hij eenvoudig kan toegepast worden in de sector. Zowel gevarenanalyse, goede hygiënepraktijken, traceerbaarheid, meldingsplicht als een HACCP-systeem zijn opgenomen in de AC-gids. In België is het bij wet verplicht om over een autocontrolesysteem te beschikken, de implementatie van een autocontrolegids is echter niet bij wet verplicht (Gids, 2014). Daarnaast wordt de AC-gids ook gebruikt als referentiedocument bij audits door erkende derde certificerings- en keuringsinstellingen (OCI s) of door FAVV auditoren. Ze maken gebruik van checklists, gebaseerd op wettelijke documenten, waardoor inspecties uniform en objectief verlopen. Ook een leidraad wordt aangewend om hulp te bieden bij het interpreteren van de eisen die gecontroleerd moeten worden gedurende een audit (FAVV, 2013). Audits uitgevoerd door OCI s ter certificatie van het autocontrolesysteem worden jaarlijks uitgevoerd. De audittijd geeft de effectieve tijd weer van de audit; voorbereiding, documentenevaluatie, rapportage, voorafgaandelijke bezoeken en administratieve handelingen vallen hier niet onder. Bij de initiële en hercertificatie audit wordt er een onderscheid gemaakt tussen verschillende ACS-types. Maar de auditduur blijft ook afhankelijk van de grootte van het bedrijf, het aantal productielijnen of het verschillend aantal geproduceerde goederen, het aantal werknemers, Een verkorte auditduur kan bekomen worden wanneer het bedrijf over verschillende vestigingen beschikt waarvan het autocontrolesysteem geheel of gedeeltelijk overkoepelend is (Gids, 2014). Bij ACS-type 2 voor zowel AGF-verwerking als handel, dit zijn bedrijven van de sector transformatie en grootdistributie die niet onder het MB van 24/10/05 vallen voor zowel AGFverwerking als handel, bedraagt de gemiddelde auditduur 1,5 dagen ofwel 12 uur wanneer 1 producttype of dus 1 HACCP-plan gecontroleerd dient te worden. Wanneer een bedrijf slechts beperkte activiteiten uitvoert zoals de opslag van levensmiddelen maar niet onder het MB versoepelingen valt, verkort de auditduur tot 1 dag (Gids, 2014). 26

34 Bij ACS-type 3 voor zowel AGF-verwerking als -handel, dit zijn bedrijven van de sector transformatie en grootdistributie die wel onder het MB versoepelingen vallen, is de gemiddelde auditduur 1 dag. Ook hier in de veronderstelling dat 1 producttype en dus 1 HACCP-plan gecontroleerd moet worden. Handelsbedrijven met beperkte activiteiten die onder het MB versoepelingen vallen en voor traders die enkel economisch in het bezit zijn van goederen wordt een audittijd van een halve dag vooropgesteld (Gids, 2014). Wanneer zware tekortkomingen opgemerkt worden, beslist de certificatie-instelling wanneer een opvolgingsaudit zal plaatsvinden, afhankelijk van de omvang en het aantal nonconformiteiten (Gids, 2014) Overzicht van de commerciële systemen Tabel 6: Overzicht van de commerciële systemen Commerciële systemen Beheerder Scope Keten GFSI erkend BRC Food (zie ) BRC Voedselveiligheid en -kwaliteit Handel en verwerking IFS Food Standard (zie ) HDE Voedselveiligheid en -kwaliteit Handel en verwerking FSSC (zie ) FSSC Voedselveiligheid Handel en verwerking GLOBALG.A.P. (zie ) G.A.P. Voedselveiligheid en -kwaliteit Primaire productie IKKB Standaard voor de Plantaardige Productie (zie ) Vegaplan Voedselveiligheid en -kwaliteit Primaire productie x Standaard Comeos Food voor KMO s (zie ) Comeos Voedselveiligheid en -kwaliteit Handel en verwerking x G014 Autocontrolegids (zie ) Belgapom, Vegebe en Fresh Trade Belgium Voedselveiligheid en -kwaliteit AGF Handel en verwerking x 27

35 2. Materiaal en methoden Voor een algemeen overzicht van de masterproef wordt verwezen naar het schematisch overzicht gegeven in de inleiding Opstellen van de vragenlijst Versie 1 van de vragenlijst werd opgesteld in september en oktober 2013 in samenwerking met Belgapom, Vegebe en Fresh Trade Belgium en prof. dr. ir. Liesbeth Jacxsens. Aan de hand van opgedane ervaring werd besloten dat twee grote punten onderzocht dienden te worden: als eerste de inspanningen voor het tot stand brengen van het autocontrolesysteem (ACS) en ten tweede de baten van het ACS. Bij alle vragen worden zowel de tijd als de kosten besteed aan de implementatie van het ACS onderzocht. Ook wordt er nagegaan of er telkens een opmerkelijk verschil is in vergelijking met commerciële systemen zoals BRC en IFS. Er wordt zowel een vragenlijst opgesteld voor de online enquête waarbij voornamelijk gewerkt wordt met de Likertschaal als een vragenlijst voor de diepte-interviews waarbij gewerkt wordt met open antwoordmogelijkheden Experten discussie en validatie van de vragenlijst Nadat een eerste versie opgesteld werd, volgde in november 2013 een experten discussie ter controle van de vragenlijst en om te verifiëren of alle te onderzoeken onderdelen aan bod komen. De indeling van de Likertschaal bij de online enquête werd ook bepaald. Deze experten discussie werd uitgevoerd door prof. dr. ir. Liesbeth Jacxsens en ir. Nele Cattoor. Ook werd er een validatie van de vragenlijst uitgevoerd om na te gaan of de vragenlijst verstaanbaar opgesteld was en op een correcte en eenvoudige wijze kon ingevuld worden door de deelnemende bedrijven. Hannelore Vande Woude, werkzaam bij Dujardin Foods NV, voerde de validatie uit. Als belangrijkste opmerking werd gegeven dat er bij de inspanningen van het ACS een duidelijk onderscheid diende gemaakt te worden tussen de opbouw van het ACS en het onderhoud van het ACS. II.1. werd daarom vervangen door Opbouw van het ACS en II.2. werd vervangen door Onderhoud van het ACS. De opbouw van het ACS werd dan verder onderverdeeld in II.1.1. Investeringen met betrekking tot de opbouw van het ACS en II.1.2. Validatie van het ACS. Bij het onderhoud werd dan onderscheid gemaakt tussen II.2.1. Intern onderhoud, uitgevoerd door het bedrijf zelf, en II.2.2. Extern onderhoud, door het bedrijf uitbesteed. Op die manier wordt een goede onderverdeling gemaakt tussen de inspanningen bij het tot stand brengen van het autocontrolesysteem en de inspanningen die jaarlijks terugkeren. Daarnaast werden een aantal nadelen van het autocontrolesysteem aangehaald, zo werd er een 3 de grote punt aan de vragenlijst toegevoegd namelijk IV. Nadelen van het ACS. Als laatste werd er ook nog op gewezen dat de vraag of er algemene opmerkingen of bedenkingen zijn, nuttige informatie naar voor kan brengen. De vragenlijst werd dan ook met deze vraag afgesloten. 28

36 2.3. Vragenlijst De vragenlijst bestaat uit 4 grote delen (Tabel 7). Als eerste komt een korte, anonieme identificatie van het bedrijf aan bod. Hierdoor kan bij de verwerking van de resultaten een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende groepen van bedrijven. Zo worden de respondenten verdeeld naar de uitgevoerde activiteiten, het aantal werknemers in fte, de jaarlijkse omzet en de behaalde certificaten. Vervolgens komen de inspanningen voor de opbouw en het onderhoud van het autocontrolesysteem aan bod, zowel de geschatte kosten als de geschatte tijd worden telkens onderzocht. De inspanningen worden opgesplitst zodat kan nagegaan worden hoeveel kosten en tijd de implementatie initieel gevergd heeft en nog jaarlijks vergen. Als derde komen de baten aan bod, opgesplitst in directe en indirecte. Directe baten hebben betrekking op de financiële voordelen van het ACS, eventuele verbeterde resultaten van controles die uitgevoerd worden of het principe van preferred supplier. Indirecte baten worden onderzocht om onderliggende voordelen te achterhalen. Als laatste worden eventuele nadelen kort ondervraagd. Telkens wordt nagegaan wat het verschil is met commerciële systemen zoals BRC en IFS, dit om het autocontrolesysteem G014 praktisch te kunnen vergelijken met commerciële systemen. Tabel 7: Overzicht van de vragenlijst (het aantal vragen per onderdeel worden tussen de haakjes vermeld) I. Identificatie van het bedrijf (7) Welke activiteiten vinden er plaats binnen uw bedrijf? Hoeveel werknemers zijn er in dienst in uw bedrijf (fte)? Wat is de jaarlijkse omzet (EUR)? Over welke certificaten beschikt je bedrijf? II. Inspanningen voor de opbouw en het onderhoud van het ACS (19) II.1. Opbouw van het ACS (8) II.1.1. Investeringen met betrekking tot de opbouw van het ACS (4) II.1.2. Validatie van het ACS (4) II.2. Onderhoud van het ACS (11) II.2.1. Intern (door het bedrijf zelf uitgevoerd) (7) II.2.2. Extern (door het bedrijf uitbesteed) (4) III. Baten van het autocontrolesysteem (13) III.1. Directe baten (10) III.1.1. Financiële voordelen (2) III.1.2. Preferred supplier (1) III.1.3. Behaalde resultaten (6) III.1.4. Controles van het FAVV (1) III.2. Indirecte baten (3) IV. Nadelen van het autocontrolesysteem (4) 29

37 Twee versies van de vragenlijst werden opgesteld, één voor de online plaatsing en één voor de diepte-interviews. Bij de online enquête wordt er voornamelijk gebruik gemaakt van de Likertschaal, geïntroduceerd door Rensis Likert in 1932 waarbij respondenten hun niveau van overeenkomst dienen aan te duiden. De Likertschaal is gemakkelijk op te stellen en aan te passen, de numerieke meetresultaten kunnen direct gebruikt worden voor verdere statistische verwerking en de metingen zijn betrouwbaar (Qing, 2013). Er wordt gewerkt met een 5-punten Likertschaal waarbij een getal tussen 1 en 5 dient aangeduid te worden waarbij elk getal staat voor een bepaalde waarde, afhankelijk van de gestelde vraag. De indeling voor de geschatte kosten van de opbouw, validatie en extern onderhoud van het ACS verschillen van elkaar (Tabel 10, 12 en 17). Uit opgedane ervaring vanuit de sectororganisatie kon vastgesteld worden dat de geschatte kosten voor de validatie van het ACS het hoogste zouden liggen, vandaar dat bij deze vraag gewerkt wordt met Geen, EUR, EUR, EUR en Meer dan EUR. De geschatte kosten voor de opbouw van het ACS liggen lager, hierbij wordt er gebruikt gemaakt van een andere verdeling, namelijk Geen, EUR, EUR, EUR en Meer dan EUR. Als laatste zouden de geschatte kosten voor het extern onderhoud van het ACS nog lager moeten liggen, het gaat hier echter wel over jaarlijkse kosten en de indeling is als volgt: Geen, EUR, EUR, EUR en Meer dan EUR. Bij de enquête voor de diepte-interviews wordt gewerkt met open antwoordmogelijkheden om extra inzicht te krijgen, deze vragenlijst is terug te vinden in bijlage Online enquête Verwerving van respondenten voor de online enquête De online enquête werd via SurveyMonkey aangemaakt in december 2013 onder de naam Evaluatie van G014 autocontrolegids AGF Verwerkende industrie en Handel. In het voorwoord wordt een korte uitleg gegeven omtrent het invullen van de enquête op een correcte manier. Op elke pagina komt een nieuw onderdeel aan bod van de enquête waardoor er een goede en duidelijke structuur verkregen werd tijdens het invullen. Alle aardappel-, groenten- en fruitverwerkende bedrijven en -handel die lid zijn van de federaties Belgapom, Vegebe en Fresh Trade Belgium werden in januari 2014 door Vegebe gecontacteerd via mail met de vraag om de online enquête in verband met de evaluatie van de G014 autocontrolegids in te vullen. Op het einde van januari en midden februari werd telkens een herinneringsmail gestuurd. Midden maart 2014 werd de vragenlijst afgesloten en alle antwoorden werden verzameld in een online database. In totaal vulden 38 respondenten de enquête correct en volledig in. 30

38 Dataverwerking Nadat de enquête afgesloten werd, werden de resultaten geanalyseerd en geëxtraheerd vanuit SurveyMonkey. De enquête werd door 58 respondenten gestart, na een controle op de volledigheid werd geconstateerd dat slechts 38 hiervan de enquête compleet invulden. De 20 respondenten die de enquête slechts voor een deel invulden, werden uit de resultaten gefilterd aangezien zij geen volledig beeld gaven aan de resultaten. De vragen waarop statistische verwerking kon toegepast worden, worden in de tabellen 10 t.e.m. 21 met uitzondering van tabel 16, genummerd. In totaal wordt er op 39 vragen een statistische verwerking uitgevoerd, voor deze vragen worden frequentietabellen opgesteld en verwerkt via SPSS Statistics 20 om de significante correlatie tussen bepaalde antwoorden te onderzoeken. Enkele vragen vereisten geen statistiek en worden enkel kwalitatief besproken Diepte-interviews Bedrijfsbezoeken Daarnaast werden een aantal diepte-interviews uitgevoerd in kleine en grote bedrijven. Onder kleine bedrijven worden zowel micro-ondernemingen met minder dan 10 werknemers als kleine ondernemingen met 10 tot 50 werknemers gerekend. Grote bedrijven worden gezien als middelgrote, nl. met een personeelsploeg tussen de 50 en 250 en grote ondernemingen met meer dan 250 werknemers. Daarnaast wordt er een onderscheid gemaakt tussen handel en verwerkende bedrijven. In tabel 8 is een overzicht van de verschillende bedrijven weergegeven Verwerking diepte-interviews De resultaten van de diepte-interviews worden gebruikt ter confirmatie van de online enquête. Deze worden enkel kwalitatief besproken, hierop wordt dus geen statistische verwerking uitgevoerd. 31

39 Tabel 8: Overzicht van de bedrijven waarin een diepte-interview werd afgenomen Kleine bedrijven Grote bedrijven ACS Niet ACS ACS Handel (a) Bell aroma Van Laethem John Postweg Vlezenbeek (c) Aardappelen Valcke Valcke Mark Ketelstraat Moorsele be (d) Special Fruit NV Van Tichelt Greet Europastraat Meer (e) Veiling Haspengouw CVBA Houben Christel Industriezone Schurhovenveld 3110 Sint-Truiden ouw.be (b) Roussel-Lietaer BVBA Vandevelde Jelle Ieperstraat Moorsele (f) Veiling Hoogstraten CVBA Van Olmen Bart Loenhoutseweg Hoogstraten (g) Agristo NV Anseeuw Joke Waterstraat Harelbeke Verwerking (h) Allgro NV Bert Els Polbroek Sint-Lievens-Houtem (i) Dujardin Foods NV Vande Woude Hannelore Zwevezeelsestraat Koolskamp rdin-foods.com (j) Legumex Trade NV Van De Gehuchte Ann Drevendaal Sint-Katelijne-Waver Ann.Van.De.Gehuchte@univeg.c om 32

40 3. Resultaten en bespreking 3.1. Karakterisatie van de respondenten Indeling van de respondenten aan de hand van de uitgevoerde activiteiten De online enquête werd door 38 bedrijven volledig en op een correcte manier ingevuld. Hiervan voeren 14 bedrijven of 37% van de respondenten activiteiten uit in de groenten- en fruithandel. Daarnaast worden groenten- en fruitverwerkende activiteiten door 13 bedrijven of 34% volbracht. Ook een groot aantal, namelijk 12 bedrijven of 32%, doen aan aardappelverwerking. 4 e gamma producten, dit zijn gewassen, versneden en verpakte aardappelen, groenten en fruit, worden door 5 ondernemingen of 13% van de respondenten vervaardigd. Een kleiner aantal bedrijven voert activiteiten uit zoals aardappelhandel en aardappelschiller (Figuur 3). Hieruit volgt dat er een aantal bedrijven zijn, namelijk 8 of 21%, waar 2 of meer verschillende types activiteiten uitgevoerd worden. Zo doen sommige bedrijven zowel aan aardappelverwerking als aan aardappelhandel of worden er zowel 4 de gamma producten geproduceerd als groenten- en fruitverwerkende activiteiten uitgevoerd. Type activiteiten uitgevoerd in de deelnemende bedrijven (n = 38) Aardappelhandel 2 Handel in de pootaardappelen 0 Aardappelverwerking 12 Aardappelschiller 1 Groenten- en fruithandel 14 Groenten- en fruitverwerking 13 4e gamma Aantal bedrijven Figuur 3: Type activiteiten uitgevoerd in de deelnemende bedrijven (n = 38) Om na te gaan wat de representativiteit van de online enquête is, worden de respondenten vergeleken met de beschikbare gegevens van de aardappelen, groenten en fruit verwerkende industrie en handel. Het bekomen van een gegevens is niet eenvoudig en werd verkregen door een schatting opgesteld door ir. Nele Cattoor, werkzaam bij Belgapom/Vegebe. Uit tabel 9 blijkt dat de meeste subsectoren goed vertegenwoordigd worden met uitzondering van de aardappelhandel en de aardappelschillers. Op deze 2 sectoren na zijn de respondenten van de online enquête behoorlijk representatief. 33

41 Tabel 9: Representativiteit van de online enquête t.o.v. het aantal actieve bedrijven in de specifieke subsectoren Sector Aantal ingevulde online enquêtes Aantal geschatte bedrijven door de sectororganisatie Aardappelhandel 2 (3%) 80 Handel in de pootaardappelen 0 (0%) 2 Aardappelverwerking 12 (100%) 12 Aardappelschiller 1 (5%) 20 Groenten- en fruithandel 14 (16%) 90 Groenten- en fruitverwerking 13 (93%) 14 4 e gamma 5 (50%) 10 De autocontolegids maakt een onderscheid tussen verwerking en handel. Tot de verwerking behoren de aardappelschilbedrijven, aardappelverwerking, groenten- en fruitverwerkende bedrijven zoals producenten van groente- en fruitconserven, diepvriesgroenten en fruit en 4 de gamma producenten (Gids, 2014). Alle verwerkende bedrijven samen, d.i. aardappelverwerking, aardappelschiller, groenten- en fruitverwerking en 4 de gamma, zijn goed voor 22 bedrijven of 58% van de respondenten (Figuur 4). Tot de handel behoren de ongesneden aardappelhandel, handel in groenten en fruit alsook de handel in gedroogde vruchten, (aard)noten en gedroogde kruiden als nevenactiviteit. Hierbij behoren ook de activiteiten van de veilingen. Ook de handel in poot- en plantgoed wordt hierbij gerekend maar de productie of teelt hiervan maakt deel uit van de schakel primaire productie. De levensmiddelen ondergaan dus geen verwerkende stap, met uitzondering van een beperkte snijstap zoals kop-staart verwijdering bij wortelen of het op maat snijden van prei. Ook het spoelen, wassen, sorteren, triëren en verpakken behoren tot handelsactiviteiten (Gids, 2014). Alle handelsbedrijven samen, d.i. aardappelhandel, handel in de pootaardappelen en groenten- en fruithandel, zijn goed voor 11 bedrijven of 29% van de respondenten (Figuur 4). Daarnaast zijn er een aantal bedrijven die zowel verwerkende als handelsactiviteiten uitvoeren, dit gaat over 5 bedrijven of 13% van de respondenten (Figuur 4). Indeling van de respondenten a.d.h.v. de uitgevoerde activiteiten (n = 38) Verwerking + handel 13% Handel 29% Verwerking 58% Figuur 4: Indeling van de respondenten a.d.h.v. de uitgevoerde activiteiten (n = 38) 34

42 Indeling van de respondenten aan de hand van het aantal werknemers De verdeling van de bedrijven naargelang het aantal werknemers in fulltime-equivalent (fte) is gebaseerd op de Commission Recommendation 2003/361/EC. Evenveel microondernemingen met minder dan 10 werknemers als kleine ondernemingen met 10 tot 50 werknemers namen deel, telkens goed voor 8 respondenten of 21%. 13 bedrijven of 34% hebben 50 tot 250 werknemers en worden aangeduid als middelgrote bedrijven. Ook 9 grote ondernemingen met meer dan 250 werknemers vulden de online enquête in, goed voor 24% van de respondenten (Figuur 5). Bij de verdere analyse van de resultaten zullen de respondenten ingedeeld worden volgens bovenstaande groepen naargelang het aantal werknemers in het bedrijf in fte. Indeling van de respondenten a.d.h.v. het aantal wernemerks in fte (n = 38) Micro-onderneming 21% Grote onderneming 24% Kleine onderneming 21% Middelgrote onderneming 34% Figuur 5: Indeling van de respondenten a.d.h.v. het aantal werknemers in fte (n = 38) Indeling van de respondenten aan de hand van de jaarlijkse omzet De jaarlijkse omzet bedraagt voor 14 bedrijven of 37% meer dan , 9 bedrijven of 24% heeft een jaarlijkse omzet tussen en en 10 bedrijven of 26% draait een jaarlijkse omzet tussen en (Figuur 6a). Wanneer enkel naar de verwerkende industrie gekeken wordt, hebben 10 bedrijven of 45% een omzet hoger dan (Figuur 6b). Bij de handel hebben 5 bedrijven of 46% van de respondenten een omzet tussen en (Figuur 6c). Bij de bedrijven met zowel verwerkende als handelsactiviteiten, heeft 1 bedrijf of 20% een omzet hoger dan en 4 bedrijven of 80% een omzet tussen en Hier is geen enkel bedrijf met een omzet lager dan (Figuur 6d). 35

43 a. Jaarlijkse omzet van de bedrijven (n = 38) % % % Minder dan % Meer dan % % b. Jaarlijkse omzet in de verwerkende industrie (n = 22) 4% 5% 5% 45% c. Jaarlijkse omzet in de handel (n = 11) 9% 9% 27% d. Jaarlijkse omzet in de verwerkende industrie en de handel (n = 5) 20% 23% 9% 18% 46% 80% Figuur 6a,b,c,d: Indeling van de respondenten a.d.h.v. de jaarlijkse omzet Voor de verdere verwerking van de resultaten worden de bedrijven opgesplitst in 3 groepen i.p.v. in 6 groepen zodat er meer vertegenwoordiging is in alle groepen. Alle bedrijven met een omzet hoger dan behoren tot de groep met een grote omzet, in totaal is dit 37% van de respondenten of 14 bedrijven. De tweede groep met een middelgrote omzet tussen en , bestaat uit 19 bedrijven of 50% van de respondenten. De bedrijven met een jaarlijkse omzet lager dan behoren tot de groep met een kleine omzet, deze groep bevat 5 bedrijven of 13% van de respondenten (Figuur 6e). e. Indeling van de respondenten a.d.h.v. de jaarlijkse omzet (n = 38) Kleine omzet 13% Grote omzet 37% Middelgrote omzet 50% Figuur 6e: Indeling van de respondenten a.d.h.v. de jaarlijkse omzet (n = 38) 36

44 Indeling van de respondenten aan de hand van de behaalde certificaten Van de 38 deelnemende bedrijven beschikken 32 of 84% van de respondenten over een ACS-certificaat, 6 bedrijven of 16% zijn dus niet ACS gecertificeerd of gevalideerd (Figuur 7). Een autocontrolesysteem in de AGF handel en verwerkende industrie is bij wet verplicht, doch echter verplicht het FAVV de bedrijven niet om over een gecertificeerd of gevalideerd autocontrolesysteem te beschikken. Het FAVV moedigt de erkenning wel sterk aan door onder andere een korting op de heffing en een verlaagde controlefrequentie bij bedrijven met een ACS-certificaat. Enkel exporteurs van vers fruit, groenten en aardappelen naar de landen Japan en Rusland worden door het FAVV verplicht om over een certificaat autocontrole te beschikken (Gids, 2014). Ook vele bedrijven beschikken over een IFS- en/of BRC-certificaat, respectievelijk 28 of 74% en 20 of 53%. Een kleinere groep beschikt over GMP+-, ISO- en/of bio-certificaat. Bij overige werden QS, HACCP voeding en het halal-certificaat vermeld (Figuur 7). Van de deelnemende bedrijven beschikken 28 bedrijven of 74% over meer dan één certificaat. Enkel deze bedrijven kunnen een vergelijking maken tussen het ACS en de commerciële systemen. Certificaten waarover de bedrijven beschikken (n = 38) ACS 32 IFS 28 BRC 20 GMP+ 8 ISO Bio 7 7 Overige Aantal bedrijven Figuur 7: Certificaten waarover de bedrijven beschikken (n = 38) De respondenten worden in drie groepen opgedeeld naargelang de certificaten waarover ze beschikken. Een eerste groep van 28 bedrijven of 74% van de respondenten beschikt zowel over het ACS-certificaat als over één of meerdere certificaten van commerciële systemen zoals BRC Food, IFS Food Standards, GMP+, 4 bedrijven of 11% hebben enkel een ACScertificaat en behoren tot de tweede groep. De laatste groep bevat de bedrijven zonder ACScertificaat, hierin zijn 6 bedrijven of 16% van de respondenten terug te vinden. In deze groep zijn er 4 bedrijven of 11% van de respondenten die enkel over één of meerdere certificaten van commerciële systemen beschikken. Van de 38 deelnemende bedrijven zijn er slechts 2 bedrijven of 5% van de respondenten zonder certificaat. Deze bedrijven voeren activiteiten uit in de aardappelsector en het gaat telkens over een micro-onderneming (Figuur 8). 37

45 Figuur 8: Indeling van de respondenten a.d.h.v. de behaalde certificaten (n = 38) 76% van de respondenten of 29 ondernemingen lieten het ACS certificeren door een door het FAVV erkende en door Belac geaccrediteerde certificerings- en keuringsinstelling (OCI). Dit is een derde partij welke het kwaliteitssysteem van organisaties evalueert en certificeert naargelang de opgestelde normen van het kwaliteitssysteem (FAVV, 2013). Daarentegen lieten 3 bedrijven of 8% het ACS valideren door het FAVV en 6 ondernemingen of 16% van de respondenten hebben het autocontrolesysteem enkel geïmplementeerd, hier werd niet formeel gevalideerd of gecertificeerd (Figuur 9). Certificatie, validatie of implementatie van het ACS (n = 38) Geïmplementeerd 16% Gevalideerd door het FAVV 8% Gecertificeerd door OCI 76% Figuur 9: Certificatie, validatie of implementatie van het ACS (n = 38) 30 van de 32 ACS-certificeerde bedrijven zijn voor alle uitgevoerde activiteiten ACSgecertificeerd. Activiteiten die niet gecertificeerd zijn, zijn o.a. secundaire verwerking (bijv. het verwerken tot conserven) en de opslag van diepvriesproducten. Dit zal vooral een implicatie hebben op de jaarlijkse bijdragen van het bedrijf aan het FAVV. 38

46 3.2. Resultaten van de online enquête Overzicht van de resultaten van de online enquête: Inspanningen van het autocontrolesysteem Inspanningen met betrekking tot de opbouw van het ACS Inspanningen met betrekking tot de validatie van het ACS Inspanningen met betrekking tot het onderhoud van het ACS Intern onderhoud Extern onderhoud Baten van het autocontrolesysteem Directe baten van het ACS Indirecte baten van het ACS Nadelen van het autocontrolesysteem Algemene opmerkingen of bedenkingen Inspanningen van het autocontrolesysteem De inspanningen van het autocontrolesysteem worden zoals te zien in bovenstaand overzicht, verdeeld in 3 onderdelen. Als eerste komt de opbouw van het ACS aan bod, dit betreft het ontwikkelen en het implementeren van het ACS in het bedrijf. Vervolgens is er de validatie van het ACS, hierbij wordt het ACS geldig verklaard. Als 3 de en laatste punt is er het onderhoud van het ACS, van zodra het ACS loopt, dient het minimaal jaarlijks geverifieerd te worden Inspanningen met betrekking tot de opbouw van het ACS De geschatte tijd en kosten voor de opbouw van het ACS wordt onderverdeeld in 4 onderdelen namelijk gebouwen en infrastructuur, software en registratie, apparatuur en machines en consultancy/externe opleiding. De tijd besteed aan aanpassing aan gebouwen en infrastructuur wordt door 12 respondenten op geen geschat, 9 en 10 respondenten geven aan dat ze respectievelijk 1 tot 5 maanden en 6 tot 11 maanden besteed hebben aan aanpassingen aan gebouwen en infrastructuur. Voor de software en registratie geven 15 respondenten aan dat ze 1 tot 5 maanden nodig hadden om alles in orde te brengen. Doch 11 respondenten hebben hier geen tijd aan besteed. Bij de geschatte tijd voor apparatuur en machines geven evenveel, namelijk 12, respondenten aan dat ze geen en 1 tot 5 maanden nodig hadden. Daarnaast zijn er 9 respondenten die 6 tot 11 maanden gespendeerd hebben aan apparatuur en machines. Als laatste beweren 19 bedrijven dat ze 1 tot 5 maanden tijd besteed hebben aan consultancy/externe opleiding. 7 en 8 bedrijven geven aan dat ze respectievelijk geen en 6 tot 11 maanden gespendeerd hebben aan consultancy/externe opleiding (Tabel 10). Wanneer de geschatte tijd voor de opbouw van het ACS vergeleken wordt met de geschatte tijd voor de opbouw van commerciële systemen geeft gemiddeld 87% van de respondenten aan dat er geen opmerkelijk verschil is. Dit geldt zowel voor gebouwen en infrastructuur, software en registratie, apparatuur en machines en consultancy/externe opleiding (Tabel 10). 39

47 Tabel 10: De geschatte tijd voor de opbouw van het ACS (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) 1. Gebouwen: infrastructureel, zonering Geen 1 5 maanden (n = 38) 6 11 maanden maanden Meer dan 18 maanden Software en registratie Apparatuur vb. koeling, metaaldetectie, traceersystemen 4. Consultancy, externe opleiding Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Helemaal Niet Neutraal Wel Helemaal wel niet Gebouwen: infrastructureel, zonering % Software en registratie Apparatuur vb. koeling, metaaldetectie, traceersystemen Consultancy, externe opleiding % % % Uit tabel 11 is af te leiden dat voor de aanpassing aan gebouwen en infrastructuur, software en registratie en apparatuur en machines, respectievelijk 15, 17 en 18 respondenten aangeven dat ze geen kosten gemaakt hebben. Voor diezelfde 3 onderdelen geven respectievelijk 10, 14 en 10 respondenten aan dat ze tot EUR besteed hebben. Daarnaast geven 18 respondenten aan dat ze aan consultancy/externe opleiding tot EUR besteed hebben. 14 bedrijven beweren daarentegen geen kosten gemaakt te hebben aan consultancy/externe opleiding. Net zoals de tijd voor de opbouw van het ACS en commerciële systemen niet verschilt, verschillen de kosten voor de opbouw van het ACS en de kosten voor de opbouw van commerciële systemen ook niet. Gemiddeld 82% van de respondenten geeft dit aan, ook hier geldt dit zowel voor gebouwen en infrastructuur, software en registratie, apparatuur en machines als consultancy/externe opleiding (Tabel 11). 40

48 Tabel 11: De geschatte kosten voor de opbouw van het ACS (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) 5. Gebouwen: infrastructureel, zonering(*) 6. Software en registratie Geen EUR (n = 38) EUR EUR Meer dan EUR Apparatuur vb. koeling, metaaldetectie, traceersystemen 8. Consultancy, externe opleiding Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Helemaal Niet Neutraal Wel Helemaal wel niet Gebouwen: infrastructureel, zonering % Software en registratie Apparatuur vb. koeling, metaaldetectie, traceersystemen Consultancy, externe opleiding 82% % % (*)Deze vraag werd slechts door 37 respondenten beantwoord Inspanningen met betrekking tot de validatie van het ACS Volgens de Codex Alimentarius is validatie het verkrijgen van bewijs dat een controlemaatregel of een combinatie van controlemaatregelen, indien correct geïmplementeerd, in staat is/zijn een gevaar te controleren (Codex, 2013). De validatie van het ACS wordt tevens in 4 onderdelen gesplitst, met als eerste de aanpassing en uitwerking van procedures naar ACSeisen, dan de implementatie van het ACS in de praktijk, vervolgens interne opleiding van het personeel en als laatste testen ter validatie, zo bijvoorbeeld labowerk, kalibraties, metingen, van processen. Zo wordt bewijs verkregen dat het autocontrolesysteem de gevaren controleert en klaar is voor gebruik. Respectievelijk 25, 19, 19 en 16 respondenten geven aan dat ze 1 tot 5 maanden besteden aan de verschillende factoren van validatie. Een kleiner aantal respondenten, namelijk 5, 8, 7 en 8 geven aan dat ze aan respectievelijk aanpassing en uitwerking van procedures naar ACSeisen, implementatie van het ACS, interne opleiding van het personeel en testen ter validatie 6 tot 11 maanden spenderen (Tabel 12). 41

49 In vergelijking met tabel 10, ligt de tijd besteed aan de validatie van het ACS gemiddeld hoger dan de tijd besteed aan de opbouw van het ACS. Bij de geschatte tijd voor de validatie is er nog steeds veel gelijkenis tussen ACS en commerciële systemen, gemiddeld 69% respondenten beweert dit. Dit is zowel van bij de uitwerking en aanpassing van procedures naar ACS-eisen, implementatie van het ACS in de praktijk, interne opleiding van het personeel als testen ter validatie (Tabel 12). Het percentage ligt echter wel lager dan bij de geschatte tijd voor de opbouw. Er is dus meer inspanning nodig voor de validatie van het ACS t.o.v. de opbouw van het ACS in vergelijking met de commerciële systemen. Tabel 12: De geschatte tijd voor de validatie van het ACS (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) (n = 38) Geen 1 5 maanden 6 11 maanden maanden Continu 9. Aanpassing en uitwerking van procedures naar ACS 10. Implementatie van het autocontrolesysteem 11. Interne opleiding van het personeel(*) Testen ter validatie Aanpassing en uitwerking van procedures naar ACS Implementatie van het autocontrole-systeem Interne opleiding van het personeel Testen ter validatie Helemaal niet Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Niet Neutraal Wel Helemaal wel % % % % (*)Deze vraag werd slechts door 37 respondenten beantwoord. 42

50 In tabel 13 worden de geschatte kosten voor de validatie van het ACS weergegeven. Van de 38 respondenten geven 21, 18, 20 en 23 respondenten aan dat ze tot EUR besteedden aan respectievelijk aanpassing en uitwerking van procedures naar ACS-eisen, implementatie van het ACS, interne opleiding van het personeel en testen ter validatie. Daarnaast geven respectievelijk 15, 17, 16 en 14 respondenten aan dat ze geen kosten maken aan de factoren voor de validatie van het ACS. Bij de vergelijking van de kosten voor de opbouw (Tabel 11) en de kosten voor de validatie van het ACS, kan besloten worden dat de kosten voor de validatie iets hoger liggen dan de kosten voor de opbouw. Gemiddeld 73% van de respondenten zegt dat er geen merkwaardig verschil is tussen de geschatte kosten voor de validatie van het ACS en de geschatte kosten voor de validatie van commerciële systemen. Dit is van voor de aanpassing en uitwerking van procedures naar ACS-eisen, implementatie van het ACS in de praktijk, interne opleiding van het personeel en testen ter validatie (Tabel 13). Ook hier ligt het percentage van de geschatte kosten van de validatie lager dan de geschatte kosten van de opbouw. Hieruit kan besloten worden dat de validatie van het ACS meer verschilt dan de opbouw van het ACS in vergelijking met commerciële systemen. Tabel 13: De geschatte kosten voor de validatie van het ACS (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) 13. Aanpassingen en uitwerking van procedures naar ACS 14. Implementatie van het ACS 15. Interne opleiding van het personeel Geen EUR (n = 38) EUR EUR Meer dan EUR Testen ter validatie Aanpassing en uitwerking van procedures naar ACS Implementatie van het autocontrole-systeem Interne opleiding van het personeel Testen ter validatie Helemaal niet Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Niet Neutraal Wel Helemaal wel % % % % 43

51 Inspanningen met betrekking tot het onderhoud van het ACS Intern onderhoud Het onderhoud van het ACS kan opgesplitst worden in intern en extern onderhoud. Het intern onderhoud wordt door het bedrijf zelf uitgevoerd. Uit de online enquête volgt dat 41% van de respondenten 1 bediende aanstellen voor het intern onderhoud van het ACS, evenveel respondenten geven aan dat 2 bedienden instaan voor het intern onderhoud. Het aantal bedienden verschilt helemaal niet tot niet in vergelijking met de commerciële systemen, dit geeft 82% van de respondenten aan (Tabel 14). 44% van de ondernemingen heeft geen arbeider tewerkgesteld voor de onderhoud van het ACS. Daarnaast hebben 19% van de respondenten 1 arbeider in dienst voor het onderhoud van het ACS en ook 19% van de respondenten hebben 4 of meer arbeiders tewerkgesteld voor het onderhoud. 88% geeft aan dat het aantal arbeiders voor het intern onderhoud van ACS niet verschilt met het aantal arbeiders voor het intern onderhoud van de commerciële systemen (Tabel 14). Tabel 14: Aantal personeel voor het onderhoud van het ACS (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) (n = 38) Geen of meer 17. Bedienden(*) % 41% 18. Arbeiders(**) % 19% 19% Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Helemaal niet Niet Neutraal Wel Helemaal wel Bedienden % Arbeiders(***) % (*)Deze vraag werd slechts door 37 respondenten beantwoord. (**)Deze vraag werd slechts door 36 respondenten beantwoord. (***)Deze vraag werd slechts door 26 respondenten beantwoord. Het aantal dagen per week voor het intern onderhoud van het ACS door bedienden wordt door 62% geschat op 1 dag per week. Ook dit verschilt helemaal niet tot niet met de commerciële systemen volgens 79% van de respondenten (Tabel 15). Aangezien 44% van de bedrijven geen arbeider in dienst stelt voor de onderhoud van het ACS, is er voor 43% van de respondenten geen tijd die besteed wordt door arbeiders voor het intern onderhoud van het ACS. Bij 26% van de respondenten wordt er door arbeiders 1 dag per week 44

52 gespendeerd aan het intern onderhoud van het ACS. In vergelijking met commerciële systemen, verschilt dit voor 80% niet opmerkelijk (Tabel 15). Tabel 15: Geschatte aantal dagen per week voor het onderhoud van het ACS (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) (n = 38) Geen 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen of meer 19. Bedienden(*) % 20. Arbeiders(**) % 26% Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Helemaal niet Niet Neutraal Wel Helemaal wel Bedienden % Arbeiders(***) % (*)Deze vraag werd slechts door 37 respondenten beantwoord. (**)Deze vraag werd slechts door 35 respondenten beantwoord. (***)Deze vraag werd slechts door 25 respondenten beantwoord. In bijna alle bedrijven worden controles op producten, interne audits, klachtenregistratie en onderzoek en non-conformiteiten registratie en onderzoek uitgevoerd. Gemiddeld gaat het over 96% van de respondenten (Tabel 16). Wat de tijdsbesteding per week voor de controle op producten, zowel grondstoffen, halffabricaten als eindproducten, betreft is deze zeer gevarieerd. De meeste bedrijven, namelijk 9 of 31% van de respondenten, voeren dagelijks controles uit. Ook vele respondenten, namelijk 7 of 24%, geven aan dat ze een continue controle van de producten toepassen. De interne audits nemen gemiddeld minder tijd in beslag dan de controles op producten, 20 of 80% van de respondenten besteden minder dan 5 uur per week aan interne audits. Procescontroles worden in de meeste bedrijven continu uitgevoerd, het gaat over 11 bedrijven of 35% van de respondenten. Daarnaast geven de meeste bedrijven aan dat ze minder dan 5 uur per week spenderen aan klachtenregistratie en onderzoek en non-conformiteiten registratie en onderzoek. Het gaat respectievelijk over 42% en 59% van de respondenten (Tabel 16). Bij de vergelijking van de type activiteiten voor het intern onderhoud van het ACS en de type activiteiten voor het intern onderhoud van commerciële systemen, is gemiddeld 81% van de respondenten van mening dat er helemaal geen of geen opmerkelijk verschil vast te stellen is (Tabel 16). 45

53 Tabel 16: Type activiteiten uitgevoerd in het bedrijf (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) Controles op producten (grondstoffen, halffabricaten en eindproducten)(*) Tijdsbesteding per week (n = 29) (n = 38) Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (***) (n = 28) Ja Helemaal niet Niet Neutraal Wel Helemaal wel % 82% 5h: 4 bedrijven 6 8h: 3 bedrijven 1 2 dag(en): 6 bedrijven Dagelijks: 9 bedrijven Continu: 7 bedrijven Interne audits Tijdsbesteding per week (n = 25) 95% 78% 5h: 20 bedrijven 6 8h: 0 bedrijven 1 2 dag(en): 2 bedrijven Dagelijks: 1 bedrijf Continu: 2 bedrijven Procescontroles(*) Tijdsbesteding per week (n = 31) Klachtenregistratie en - onderzoek Tijdsbesteding per week (n = 24) Non-conformiteiten registratie en onderzoek(**) Tijdsbesteding per week (n = 27) 95% 82% 5h: 8 bedrijven 6 8h: 1 bedrijf 1 2 dag(en): 4 bedrijven Dagelijks: 7 bedrijven Continu:11 bedrijven % 82% 5h: 10 bedrijven 6 8h: 2 bedrijven 1 2 dag(en): 5 bedrijven Dagelijks: 3 bedrijven Continu: 4 bedrijven % 82% 5h: 16 bedrijven 6 8h: 2 bedrijven 1 2 dag(en): 4 bedrijven (*)Deze vraag werd slechts door 37 respondenten beantwoord. (**)Deze vraag werd slechts door 35 respondenten beantwoord. Dagelijks: 2 bedrijven Continu: 3 bedrijven (***)Het verschil met commerciële systemen werd bij interne audits slechts door 27 respondenten ingevuld. 46

54 Extern onderhoud Het extern onderhoud van het ACS wordt opgesplitst in 4 delen met name opleiding van het personeel, consultancy, pre audits en audit door OCI s en klanten en het technisch onderhoud. Voor de opleiding van het personeel, pre audits en audits door OCI s en klanten en het technisch onderhoud geven respectievelijk 24, 15 en 17 respondenten aan dat ze gemiddeld 1 dag per jaar besteden aan de externe diensten. Voor het technisch onderhoud, zijn er 11 respondenten die 4 dagen of meer per jaar investeren, dit zijn voornamelijk bedrijven die beschikken over zowel een ACS-certificaat als een certificaat van commerciële systemen. Daarentegen duiden 22 respondenten aan dat ze geen tijd investeren in consultancy. 12 respondenten besteden 1 dag per jaar aan consultancy (Tabel 17). Gemiddeld 80% van de respondenten geeft aan dat ze geen opmerkelijk verschil waarnemen tussen de geschatte tijd voor het extern onderhoud van het ACS in vergelijking met de geschatte tijd voor het extern onderhoud van commerciële systemen. Dit geldt zowel voor de opleiding van het personeel, consultancy, pre audits en audits door OCI s en klanten en het technisch onderhoud (Tabel 17). Tabel 17: Geschatte tijd per jaar besteedt aan externe diensten (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) (n = 38) Geen 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen of meer 21. Opleiding van het personeel(*) Consultancy(*) Pre audits en audits door OCI s, klanten, (*) Technisch onderhoud: Koelinstallaties, software, kalibraties, Opleiding van het personeel Helemaal niet Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Niet Neutraal Wel Helemaal wel % Consultancy % Pre audits en audits door OCI s, klanten, % Technisch onderhoud: Koelinstallaties, software, kalibraties, 82% (*)Deze vraag werd slechts door 37 respondenten beantwoord. 47

55 Voor de opleiding van het personeel en consultancy geven respectievelijk 18 en 16 respondenten tot EUR uit, daarnaast maken respectievelijk 8 en 15 respondenten geen kosten aan de opleiding van het personeel en consultancy. Bij 12 respondenten worden er geen kosten gemaakt voor pre audits en audits door OCI s en klanten en geven 11 respondenten tot EUR uit. Het technisch onderhoud kost voor 11 respondenten meer dan EUR, 10 respondenten spenderen er tot EUR aan, terwijl 7 respondenten tot EUR en 8 respondenten tot uitgeven aan het technisch onderhoud (Tabel 18). Bij de vergelijking van de geschatte kosten voor het extern onderhoud van het ACS met de geschatte kosten voor het extern onderhoud van commerciële systemen, is 73% van de respondenten van mening dat er geen opmerkelijk verschil is tussen beide. Dit is eveneens van voor de opleiding van het personeel, consultancy, pre audits en audits door OCI s en klanten en het technisch onderhoud (Tabel 18). Tabel 18:Geschatte kosten per jaar besteedt aan externe diensten (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) Geen EUR (n = 38) EUR EUR Meer dan EUR 25. Opleiding van het personeel Consultancy Pre audits en audits door OCI s, klanten, Technisch onderhoud: Koelinstallaties, software, kalibraties, Opleiding van het personeel Helemaal niet Is er een opmerkelijk verschil in vergelijking met de commerciële systemen? (n = 28) Niet Neutraal Wel Helemaal wel % Consultancy % Pre audits en audits door OCI s, klanten, % Technisch onderhoud: Koelinstallaties, software, kalibraties, 75% 48

56 Baten van het autocontrolesysteem Directe baten van het ACS Jaarlijks wordt door de bedrijven een heffing aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) betaald. Bedrijven die beschikken over een gevalideerd of een gecertificeerd autocontrolesysteem kunnen genieten van een verlaagde heffing. Bij certificatie door OCI s wordt de informatie omtrent het ACS van het bedrijf automatisch doorgegeven aan het FAVV. Hiermee wordt rekening gehouden bij het berekenen van het bedrag van de heffing. Algemeen bedraagt de vermindering 75% van het basisbedrag van de heffing. Indien het bedrijf geen audit laat uitvoeren of de audit ongunstig verklaard wordt, heeft ze geen recht op een vermindering van de heffing (FAVV, 2013). 71% of 27 respondenten geniet na auditing van het autocontrolesysteem van een verlaagde heffing van het FAVV. 6 van de 38 respondenten beschikken niet over een ACS-certificaat en kunnen dus geen verlaagde heffing ontvangen. Er zijn dus 5 bedrijven die wel over een ACS-certificaat beschikken maar niet genieten van een verlaagde heffing. De verlaging van de heffing is zeer uiteenlopend met een minimum van 100 euro per jaar bij een micro-onderneming en een maximum van euro per jaar bij een middelgrote en grote onderneming. Uit de online enquête blijkt dat het ACS niet zorgt voor verbeterde klantencontracten, er is dus geen sprake van een preferred supplier volgens 21 of 60% van de respondenten. Bij de vergelijking met de commerciële systemen zijn de meningen verdeeld, 25% van de bedrijven merken helemaal geen verschil tussen het ACS en commerciële systemen terwijl er ook velen, namelijk 43% van de respondenten, een duidelijk verschil merken naar klanten toe (Tabel 19). In tabel 19 is ook te zien dat 23 van de 36 bedrijven of 64% aangeven dat ze helemaal geen tot geen verschil merken tussen het aantal incidenten voor en na de invoer van het ACS. Ook bij de invoer van de commerciële systemen blijken deze geen positieve invloed te hebben op het aantal incidenten, dit geeft 68% van de respondenten aan. Dit besluit kan ook genomen worden voor het aantal klachten van klanten, zowel het ACS als commerciële systemen hebben er weinig effect op. Volgens 56% van de respondenten heeft het autocontrolesysteem geen invloed op het aantal klachten van klanten, 39% staat hier neutraal tegenover. 64% geeft aan dat er geen opmerkelijk verschil is met de commerciële systemen (Tabel 19). In tabel 19 wordt ook weergegeven of er minder opmerkingen van het FAVV zijn na een audit of inspectie. 47% van de bedrijven geeft aan dat er niet minder opmerkingen zijn, 31% staat hier neutraal tegenover en 22% geeft aan dat er wel minder opmerkingen zijn. 54% van de respondenten beweert dat er geen opmerkelijk verschil merkbaar is in vergelijking met de commerciële systemen, 36% staat hier neutraal tegenover. Als laatste geven 14 of 39% van de respondenten aan dat ze minder controles krijgen van het FAVV sinds de invoer van het autocontrolesysteem, dit is duidelijk een belangrijk voordeel. Toch beweert 42% van de respondenten dat er niet minder controles van het FAVV zijn, dit kan verklaard worden doordat de bedrijven zonder ACS-certificaat ook de vraag invulden en 49

57 dus nog niet genieten van een verminderde controlefrequentie (Tabel 19). In vergelijking met de commerciële systemen geeft toch 44% van de respondenten aan dat er geen opmerkelijk verschil is in vergelijking met de commerciële systemen (Tabel 19). Tabel 19: Directe baten van het ACS (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) 29. Verbeterde klantencontracten Opmerkelijk verschil met commerciële systemen 30. Verschil tussen het aantal incidenten voor en na de invoer van het ACS Opmerkelijk verschil met commerciële systemen 31. Minder klachten van klanten Opmerkelijk verschil met commerciële systemen 32. Minder opmerkingen door het FAVV na audit of inspectie Opmerkelijk verschil met commerciële systemen 33. Minder controles per jaar door het FAVV Opmerkelijk verschil met commerciële systemen n Helemaal niet Niet Neutraal Wel Helemaal wel % % 43% % % % 39% % % 31% 22% % 36% % 39% % In het activiteitenverslag van 2012 van het FAVV wordt vermeld dat de resultaten van de inspectie van het FAVV opmerkelijk gunstiger zijn in de inrichtingen met een gevalideerd ACS. In figuur 10 is te zien dat bij 92,6% van de operatoren met een gevalideerd ACS geen maatregelen worden opgelegd door het FAVV, terwijl dat bij de operatoren met geen gevalideerd ACS slechts 70,4% is (AFSCA, 2013). 50

58 Figuur 10: Operatoren met en zonder een gevalideerd ACS (naar AFSCA, 2013) Uit tabel 20 is af te leiden dat zowel voor pathogenen, bedervers als hygiëne indicatoren geen verbeterde analyseresultaten volgen uit de implementatie van het ACS, dit volgens respectievelijk 53%, 51% en 51% van de ondernemingen. Ook vele bedrijven stonden er neutraal tegenover, dit kan te verklaren zijn doordat niet alle bedrijven analyses uitvoeren. Deze antwoordmogelijkheid kon niet gegeven worden en hierdoor moesten de bedrijven neutraal aanduiden. Uit de vraag of er een opmerkelijk verschil is met commerciële systeem blijkt echter dat ook deze geen grote impact hebben op de analyseresultaten. 71% van de respondenten geeft dit aan voor zowel pathogenen als bedervers en 75% van de respondenten voor hygiëne indicatoren (Tabel 20). Tabel 20: Beschikt u over betere analyseresultaten van volgende parameters sinds de invoer van ACS? (mode is aangeduid in vet; verschil in aantal respondenten aangezien slechts 28 bedrijven over zowel een ACS-certificaat beschikken als over een certificaat van commerciële systemen) 34. Pathogenen zoals Salmonella spp. en Listeria monocytogenes Opmerkelijk verschil met commerciële systemen 35. Bedervers zoals melkzuurbacteriën en totaal kiemgetal (TKG) Opmerkelijk verschil met commerciële systemen 36. Hygiëne indicatoren zoals E. coli Opmerkelijk verschil met commerciële systemen n Helemaal niet Niet Neutraal Wel Helemaal wel % % % % % % 51

FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen

FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen PB 07 FAQ (G-017) REV 0 2011-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen Van toepassing vanaf: 15-02-2011 Opgesteld door:

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 0 2009-2/6 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED De bedoeling van dit document is de vaak gestelde vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande gids voor het ontwikkelen

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 0 2012-1/7 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 11-06-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Vincent

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 1 2012-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 18-12-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Vincent

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN - FAVV - Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN - FAVV - Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN - FAVV - 1 BP 2018-2020 Strategische thema s een efficiënte en doeltreffende organisatie van het toezicht op de voedselketen met het oog op haar

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector PB 07 FAQ (G-032) REV 2-2018 - 1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole vissector Van toepassing vanaf: 17-08-2018 Naam functie / dienst Datum Handtekening

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 07 FAQ (G-023) REV 0 2007-2/9 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED De bedoeling van dit document is de vaak gestelde vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande de gids voor de invoering

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 1 2009-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf: 15-04-2011

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 1 2009-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie PB 07 FAQ (G-005) REV 0 2010-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie Van toepassing vanaf: 15-07-2010 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 2 2009-1/11 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 0 2010-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

Invoering van kwaliteitszorgsystemen : licence for export?

Invoering van kwaliteitszorgsystemen : licence for export? Invoering van kwaliteitszorgsystemen : licence for export? Liesbeth Jacxsens Agro ABC Liesbeth.Jacxsens@agroabc.eu Voorstelling Agro ABC Wetenschappelijke kennis inzake kwaliteitszorgsystemen en risicobeoordeling

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie PB 07 FAQ (G-005) REV 1 2010-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie Van toepassing vanaf: 18-03-2010 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 3 2009-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 2 2009-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-019) REV 4 2018-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor het ontwikkelen van autocontrolesystemen bij de productie van voedingsmiddelen in de sectoren:

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie PB 07 FAQ (G-022) REV 0 2011-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie Van toepassing

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie PB 07 FAQ (G-005) REV 2 2010-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie Van toepassing vanaf: 11/10/2013 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

1. Doel 1/6. De standaarden aangeduid met * zijn eveneens GFSI goedgekeurd. Hiertoe werd een tabel uitgewerkt die in bijlage is opgenomen.

1. Doel 1/6. De standaarden aangeduid met * zijn eveneens GFSI goedgekeurd. Hiertoe werd een tabel uitgewerkt die in bijlage is opgenomen. Concordantietabellen tussen de generieke autocontrolechecklist van het FAVV, actuele commerciële standaarden en twee autocontrolegidsen uit de verwerkende sector (G-014 en G-019) 1. Doel In bijgevoegde

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie PB 07 FAQ (G-022) REV 1 2011-1/5 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie Van toepassing

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie PB 07 FAQ (G-022) REV2 2014-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie Van toepassing

Nadere informatie

Codex vanuit het perspectief van het bedrijfsleven

Codex vanuit het perspectief van het bedrijfsleven Codex vanuit het perspectief van het bedrijfsleven Presentatie voor de Nederlandse Vereniging Levensmiddelenrecht 6 december 2017. Paul Besseling - Précon Food Management. Focus op: General Principles

Nadere informatie

1. kwaliteitssystemen en voedselveiligheid 2. organiseren 3. projecten. 1 Kwaliteitssystemen & voedselveiligheid

1. kwaliteitssystemen en voedselveiligheid 2. organiseren 3. projecten. 1 Kwaliteitssystemen & voedselveiligheid nr Tekst 0 Home Thielen Consult is de partner voor bedrijven en organisaties in de voedselketen. Samen met onze klanten bouwen wij aan veilig en eerlijk voedsel. We begeleiden onze klanten en organiseren

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie PB 07 FAQ (G-026 B2B) REV0 2014-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie PB 07 FAQ (G-026 B2B) REV0 2014-1/7 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Nadere informatie

Minimumeisen didactische leskeukens met de nadruk op voedselveiligheid. Laatste nieuwe wetgeving

Minimumeisen didactische leskeukens met de nadruk op voedselveiligheid. Laatste nieuwe wetgeving Minimumeisen didactische leskeukens met de nadruk op voedselveiligheid Laatste nieuwe wetgeving VISIE VAN HET FAVV OP DIDACTISCHE LESKEUKENS Didactische leskeukens = klaslokalen of laboratoria waar beginselen

Nadere informatie

Voedselveiligheid. Michael Gore, Quality Point

Voedselveiligheid. Michael Gore, Quality Point Business Club international - Food Voedselveiligheid 23/02/2010 Michael Gore, Quality Point Kwaliteit garanderen van uw producten is geen evidentie en vraagt een dagelijkse motivatie van uw medewerkers.

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie PB 07 FAQ (G-002) REV 2 2012-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie Van toepassing vanaf: 09-09-2013 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

CONCORDANTIETABEL B HANDEL

CONCORDANTIETABEL B HANDEL CONCDANTIETABEL B HANDEL Concordantietabel tussen generieke autocontrole van het FAVV AGF en: 1) BRC Global - Food (v.4), 2) BRC Global Storage and (August 2006) 3) International Food (v.4), 4) (June 2006),

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 3 2009-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 1 2010-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen Referentie PCCB/S4/1220694 Datum

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen Referentie PCCB/S4/1220694 Datum

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 22 MAART 2013. - Ministerieel besluit betreffende de van de toepassingsmodaliteiten van de en de traceerbaarheid

Nadere informatie

code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5

code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5 code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5 Versie Datum De Staatssecretaris van Wijzigingen ten opzichte van eerdere versie Vaststelling Economische Zaken 02 05-09-2017 De

Nadere informatie

(G.I.4.2.) Zijn de taken / verantwoordelijkheden / bevoegdheden vastgelegd? KB 14-11-2003, art. 3, 1 VO 852/2004, art. 3

(G.I.4.2.) Zijn de taken / verantwoordelijkheden / bevoegdheden vastgelegd? KB 14-11-2003, art. 3, 1 VO 852/2004, art. 3 Documentatie Implementatie Besluit Na corr. Actie Volgnummer PB 03 - CL 16 - REV 2-2008 - 1/8 SPECIFIEKE CHECKLIST VOOR DE VALIDATIE VAN HET AUTOCONTROLESYSTEEM IN DE BROOD- EN BANKETBAKKERIJEN (SECTOR

Nadere informatie

PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties

PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 2019/1222/PCCB PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 3 2010-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan

Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan Wetgeving KB 14-11-2003 Koninklijk besluit betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen KB 27-04-2007 Koninklijk

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-018) REV 1 2009-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Generische autocontrolegids voor slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor de vervaardiging van

Nadere informatie

PB00-P13-REV Procedure: Vragen over autocontrole van op het terrein

PB00-P13-REV Procedure: Vragen over autocontrole van op het terrein Procedure: Vragen over autocontrole van op het terrein Van toepassing vanaf: 21/03/2006 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED Deze procedure heeft tot doelstelling vragen in verband met autocontrole afkomstig

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders PB 07 FAQ (G-001) REV 2 2011-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders Van toepassing vanaf: 24-08-2012 Opgesteld door: DG Controlebeleid Jacques

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Auditreferentiëlen - De relatie tussen de sectoriële gidsen en de privé auditreferentiëlen

Auditreferentiëlen - De relatie tussen de sectoriële gidsen en de privé auditreferentiëlen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Auditreferentiëlen - De relatie tussen de sectoriële gidsen en de privé auditreferentiëlen Bornem 15-10-09 Jacques Inghelram Cel Validatie Gidsen

Nadere informatie

General Food Law. T&T, meldplicht en aansprakelijkheid definitieve interpretatie EU. d.d. 25 en 27 januari 2005. Anneke van de Kamp

General Food Law. T&T, meldplicht en aansprakelijkheid definitieve interpretatie EU. d.d. 25 en 27 januari 2005. Anneke van de Kamp General Food Law T&T, meldplicht en aansprakelijkheid definitieve interpretatie EU d.d. 25 en 27 januari 2005 Anneke van de Kamp Afdelingshoofd Voedsel en Voeding Hoofdproductschap Akkerbouw Inhoud Wat

Nadere informatie

HACCP & ALLERGENEN. Voorlichtingscel FAVV

HACCP & ALLERGENEN. Voorlichtingscel FAVV HACCP & ALLERGENEN Voorlichtingscel FAVV Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Opgericht in 2000 Bevoegdheden: Voedselveiligheid Dierengezondheid Plantenbescherming Van riek tot vork

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: Aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: Aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 3 4 201709-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: Aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie PB 07 FAQ (G-002) REV 3 2014-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie Van toepassing vanaf : 22/10/2014 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector PB 07 FAQ (G-023) REV 3 2007-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector Van toepassing vanaf: 10-09-2010

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 00 P 09 - REV 2 2005-2/13 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED Via deze procedure wordt er door het FAVV nagegaan of het onderzochte bedrijf voldoet aan de geldende wetgeving inzake de wettelijk opgelegde

Nadere informatie

FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid

FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid Versie 1 dd 2016-01-28 Van toepassing vanaf: 11/04/2016 Opgesteld door:

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN

PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN PB 00 P 11 REV 0 2005 1/6 PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN Van toepassing vanaf : 1-01-06 Opgesteld door : DG Controlebeleid Ir. A.

Nadere informatie

IEC 3026 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [3026] v.1

IEC 3026 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [3026] v.1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen LCE : Datum : Verantwoordelijke controleur : Operator : VEN : Adres : IEC 326 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [326] v.1 C: conform NC: Niet-conform

Nadere informatie

DIS 2439 Inspectie autocontrole voor de horeca [2439] v2

DIS 2439 Inspectie autocontrole voor de horeca [2439] v2 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... DIS 2439 Inspectie autocontrole voor de horeca [2439] v2 C : conform NC : niet-conform

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 07 FAQ (G-006) REV 1 2009-2/8 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED De bedoeling van dit document is de vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande de Generische autocontrolegids voor

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector PB 07 FAQ (G-023) REV 1 2007-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector Van toepassing vanaf: 30-10-2009

Nadere informatie

Technische specificatie 2017/1116/PCCB. Kwalificatie auditoren

Technische specificatie 2017/1116/PCCB. Kwalificatie auditoren FAVV Federaal Agentschap voor de voedselveiligheid 2017 / 1116 / PCCB Technische specificatie 2017/1116/PCCB Kwalificatie auditoren Versie 2 d.d. 2017-09-20 In toepassing vanaf 6-11-17 Verantwoordelijke

Nadere informatie

SPECIFIEKE CHECKLIST VOOR DE VALIDATIE VAN HET AUTOCONTROLESYSTEEM IN DE BROOD- EN BANKETBAKKERIJEN (SECTOR DISTRIBUTIE)

SPECIFIEKE CHECKLIST VOOR DE VALIDATIE VAN HET AUTOCONTROLESYSTEEM IN DE BROOD- EN BANKETBAKKERIJEN (SECTOR DISTRIBUTIE) Documentatie Implementatie Besluit Na corr. Actie Volgnummer Referentie Wetgeving PB 03 - CL 15 - REV 2-2008 -1/7 SPECIFIEKE CHECKLIST VOOR DE VALIDATIE VAN HET AUTOCONTROLESYSTEEM IN DE BROOD- EN BANKETBAKKERIJEN

Nadere informatie

IKKB Standaard: Vereisten m.b.t. voedselveiligheid, traceerbaarheid en milieu: wetgeving en inter-professionele afspraken

IKKB Standaard: Vereisten m.b.t. voedselveiligheid, traceerbaarheid en milieu: wetgeving en inter-professionele afspraken FAQ 2007 Wat is het verschil tussen de IKKB Standaard en de Sectorgids Autocontrole? De Sectorgids Autocontrole voor de Primaire Plantaardige Productie is een hulpmiddel dat toelaat het KB van 14/11/2003

Nadere informatie

Richtlijnen voor non-conformiteiten in het kader van de audits

Richtlijnen voor non-conformiteiten in het kader van de audits PB 00 L 01 - REV 2 2005-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Richtlijnen voor non-conformiteiten in het kader van de audits Van toepassing vanaf: 01-08-2010 Opgesteld door: Gecontroleerd

Nadere informatie

Introductie LRQA 2003

Introductie LRQA 2003 ! Introductie ! Lloyd s Register Quality Assurance(LRQA) " Onderdeel van de Lloyd s Register group " Wereldwijd marktleider in certificatie " + 1 300 assessors " + 33 000 certificaten " Geaccrediteerd

Nadere informatie

ACTIVITEITENVERSLAG 2014 PUBLICATIE VAN DE

ACTIVITEITENVERSLAG 2014 PUBLICATIE VAN DE ACTIVITEITENVERSLAG 2014 PUBLICATIE VAN DE INSPECTIERESULTATEN Herman Diricks 30 juni 2015 Gedelegeerd bestuurder 1 ACTIVITEITENVERSLAG 2014 2015 : website + Feiten en Cijfers 2 Het FAVV ten DIENSTE van

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

De NVG, 40 jaar jong

De NVG, 40 jaar jong De NVG, 40 jaar jong Dier boven mens? 75 % van de Amerikaanse huisdiereigenaren besteden niet minder geld aan hun huisdier; 26 % vindt de gezondheid huisdier belangrijker dan van zichzelf; 34 % geeft

Nadere informatie

IEC 3026 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [3026] v1

IEC 3026 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [3026] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : IEC 326 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [326] v1 C: conform NC: Niet-conform NA: niet van toepassing H: hoofdstuk

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Referentie PCCB/S3/CDP/5200333 Datum

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-018) REV 4 2016-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Generische autocontrolegids voor slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor de vervaardiging van

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 4 2010-1/11 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector PB 07 FAQ (G-023) REV 4 2007-1/11 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de HORECA sector Van toepassing vanaf: 25-02-2011

Nadere informatie

Gearchiveerd op 01/07/2012

Gearchiveerd op 01/07/2012 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... IEC 2473 CHECKLIST VOOR OPERATOREN DIE PRODUCTEN VOOR HUMANE CONSUMPTIE ONDERWORPEN AAN

Nadere informatie

Activiteitenverslag FAVV 2016

Activiteitenverslag FAVV 2016 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Activiteitenverslag FAVV 2016 Herman Diricks Gedelegeerd bestuurder 28/06/2017 Activiteitenverslag 2016 Website + Feiten & Cijfers (papieren versie)

Nadere informatie

FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid

FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ Versoepelingen in het kader van autocontrole en traceerbaarheid Versie 3 dd 2017-07-20 Van toepassing vanaf: 18-08-17 Opgesteld door: DG

Nadere informatie

FAQ OCI. 4) Zijn er modelcertificaten ter beschikking voor de controleorganismen?

FAQ OCI. 4) Zijn er modelcertificaten ter beschikking voor de controleorganismen? PB 07 FAQ INTERNET REV 0 2007-1/7 FAQ OCI 1) Worden de auditoren van de CI s erkend door het FAVV? 2) Dient de vereiste van twee jaar ervaring voor auditoren die audits in een bepaalde sector willen uitvoeren,

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders PB 07 FAQ (G-001) REV 3 2011-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders Van toepassing vanaf: 25-04-2013 Opgesteld door: DG Controlebeleid Jacques

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen: ACTIVITEITENVERSLAG 2015 Yasmine Ghafir Raadgevend Comité 24/5/2016 Activiteitenverslag 2015 website + klassieke Feiten en cijfers 2 1. Het FAVV

Nadere informatie

Levensmiddelenhygiëne, autocontrole en traceerbaarheid: wij helpen u op weg. Informatiebrochure voor werkgevers

Levensmiddelenhygiëne, autocontrole en traceerbaarheid: wij helpen u op weg. Informatiebrochure voor werkgevers Levensmiddelenhygiëne, autocontrole en traceerbaarheid: wij helpen u op weg Informatiebrochure voor werkgevers Levensmiddelenhygiëne, autocontrole en traceerbaarheid: wij helpen u op weg 1. Hygiënisch

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering

FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering PB 07 FAQ (G-038) REV 1 2 2013-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering Van toepassing vanaf: 13/09/2013 Opgesteld

Nadere informatie

IKKB Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie: relatie met de sectorgids en meerwaarde voor de landbouwer

IKKB Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie: relatie met de sectorgids en meerwaarde voor de landbouwer François Huyghe Voorzitter Vegaplan.be IKKB Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie: relatie met de sectorgids en meerwaarde voor de landbouwer Inhoud Inleiding Wettelijke actie Sectorgids autocontrole

Nadere informatie

Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan inkoop van consumptiegerede producten

Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan inkoop van consumptiegerede producten Contact info@vwa.nl 65 Titel Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan inkoop van consumptiegerede producten Inleiding Volgens de Algemene Levensmiddelenverordening

Nadere informatie

DIS 2439 Inspectie autocontrole voor de horeca [2439] v3

DIS 2439 Inspectie autocontrole voor de horeca [2439] v3 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... DIS 2439 Inspectie autocontrole voor de horeca [2439] v3 C : conform NC : niet-conform

Nadere informatie

PB 00 L 01 - REV /8

PB 00 L 01 - REV /8 PB 00 L 01 - REV 0 2005-1/8 PB 00 L 01 - REV 0 2005-2/8 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED Een audit is een methodisch en onafhankelijk onderzoek met als doel na te gaan of de activiteiten en resultaten

Nadere informatie

Tracking & Tracing: gevolgen van de GFL voor uienverpakkers en exporteurs 14 december 2004 Inge Neessen en Irma Schönherr

Tracking & Tracing: gevolgen van de GFL voor uienverpakkers en exporteurs 14 december 2004 Inge Neessen en Irma Schönherr Tracking & Tracing: gevolgen van de GFL voor uienverpakkers en exporteurs 14 december 2004 Inge Neessen en Irma Schönherr Onderzoek en communicatie Tracking en Tracing AGF branche Aangevraagd door Frugi

Nadere informatie

Het Kamer van Koophandelsnummer van de VWA voor Unilever Nederland is

Het Kamer van Koophandelsnummer van de VWA voor Unilever Nederland is Unilever Nederland Nassaukade 5 3071 JL Rotterdam Postbus 160 3000 AD Rotterdam Telefoon +31 (0)10 4394911 Fax +31 (0)10 Datum Telefoonnummer 03-08-2016 +31 (0) 10 439 3927 Betreft Voedselveiligheid Specificaties

Nadere informatie

Melden en Traceren van onveilige diervoeders

Melden en Traceren van onveilige diervoeders Melden en Traceren van onveilige diervoeders informatieblad 70 / 3 januari 2005 Wat verandert er in 2005? Vanaf 1 januari 2005 is de Algemene Levensmiddelen Verordening (General Food Law) van kracht. Daarmee

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren PB 07 FAQ (G-039) REV 0 2012-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren Van toepassing

Nadere informatie

Gearchiveerd op 01/01/2017

Gearchiveerd op 01/01/2017 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... DIS 2439 Inspectie autocontrole voor de horeca [2439] v5 C : conform NC : niet-conform

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen

Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen Referentie PCCB/S3/EME/574427 Datum 04/06/2013 Huidige versie 2.0 Van toepassing vanaf Datum van

Nadere informatie

DIS 2445 Inspectie autocontrole brood-en banket bakkerij [2445] v4

DIS 2445 Inspectie autocontrole brood-en banket bakkerij [2445] v4 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... DIS 2445 Inspectie autocontrole brood-en banket bakkerij [2445] v4 C : conform NC : niet-conform

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit Referentie PCCB/S1/LSW/1352788 Datum 03/03/2016

Nadere informatie

Food Compass de onafhankelijke residumonitoring van de groenten en fruitsector in Nederland

Food Compass de onafhankelijke residumonitoring van de groenten en fruitsector in Nederland Food Compass de onafhankelijke residumonitoring van de groenten en fruitsector in Nederland Jerre de Blok, Coördinator Food Compass VMT symposium Chemische contaminanten in voeding, 15 september 2015 Inhoud

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende versleping van de diervoeders Huidige versie Referenties PCCB/S1/626741 Datum 15/03/2011 Trefwoorden Kruisverontreiniging,

Nadere informatie

Deze zijn niet verplicht, maar zijn wel een goed idee! Het betreffen hier dus optionele documenten.

Deze zijn niet verplicht, maar zijn wel een goed idee! Het betreffen hier dus optionele documenten. Inleiding 0/0/09 De nieuwe kwaliteitsmap bouwt verder op de bekende blauwe HACCP-map, geïntroduceerd bij alle Keurslagers in 994, en biedt de kans om nog veel verder te gaan. Het biedt een handleiding

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 00 P 03 - REV 3 2005-2/14 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED Via deze procedure wordt er door het FAVV nagegaan of het onderzochte bedrijf voldoet aan de geldende wetgeving inzake de wettelijk opgelegde

Nadere informatie

FAVV Activiteitenverslag 2018 De zorgen van de consument onder de loep

FAVV Activiteitenverslag 2018 De zorgen van de consument onder de loep FAVV Activiteitenverslag 2018 De zorgen van de consument onder de loep Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 oktober 2009 (5.0) (OR. en) 4299/09 ADD AGRILEG 82 DEEG 93 NOTA I/A-PUNT - ADDENDUM van: de Groep veterinaire deskundigen (volksgezondheid) aan: het Coreper/de Raad

Nadere informatie