PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening vergoedingen en bijdragen assurantiebemiddelingsbedrijf 2004 (RE 4) 2

Transcriptie

1 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 9 april 2004 num mer 20 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening vergoedingen en bijdragen assurantiebemiddelingsbedrijf 2004 (RE 4) 2 BEDRIJFSLICHAMEN 5 Productschap Diervoeder (PDV 2) 5

2 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie SOC1AAL:ECONOMISCHE RAAD RE 4 Verordening vergoedingen en bijdragen ass~irantiebemickeelingsbedrijf 2004 Verordening van de Sociaal-Econoni.ische Raad van 21 november 2003 tot vaststelling van vergoedingen en bijdragen assurantiebemiddelingsbednjf voor 2004 De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 3, derde en vierde lid, artikel 4, achtste lid, artikel 6, eerste lid, artikel 7, derde lid, artikel 20, tweede lid, artikel 21, zevende en tiende lid, artikel 21b, derde lid, artikel 27, twccdc lid, cn artikel 29, tweede lid, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf; Gelet op artikel 5 van de Delegatieverordcning Bestuurskatrier (RE 7/1994); Besluit: 5 1 Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. de raad: de Sociaal-Economische Raad; b. de wet: de Wet assurantieberniddelingsbedrijf (Stb. 1991,78; Stb. 1995, 179; Stb. 1998,446 en 448; Stb. 1999,582 en 583); c. ingeschrevene: persoon die is ingeschreven in het register van tussenpersonen, bedoeld in artikel 3 van de Wet assurantieberniddelingsbedfijf; d. gevolmachtigd agent: persoon die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf; e. levensverzekeraar: ieder die in Nederland het levensverzekeringsbedrijf, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub d, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Stb. 994, 252) uitoefent; f. schadcverzckcraar: ieder die in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub c, van de Wet toezicht vcrzekcringsbedrijf 1993 (Stb. 1994,252) uitoefent; g. overige verzekeraar: andere persoon die in Nederland voor eigen rekening het verzekeringsbedrijf uitoefent; h. bruto premie-inkomen: geboekte bnito premies uit hoofde van het in Nederland uitgeoefende directe bedrijf; voor levensverzekeraars nader te bepalen als de som van de desbetreffende periodieke premies en een tiende van de desbetreffende premies ineens. 5 2 Vergoedingen Artikel 2 l. De vergoeding van de kosten voor het verstrekken van informatie, bedoeld in artikel 3, derde lid, en artikel 20, tweede lid, van de wet, wordt vastgesteld op vier euro vijftig per inlichting. 2. De vergoeding van de kosten van de lijst van registerinschrijvingen als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de wet, wordt vastgesteld op 40 euro voor de uitgave in boekvorm, 85 euro voor de uitgave op CD-rom in ASCII formaat en 165 euro voor de uitgave in Dbase formaat.

3 Artikel 3 De vergoeding van dc kosten voor de afgifte van een verklaring van vakbekwaamheid, als bedoeld in artikel 4, achtste lid, of artikel 21, zevende lid, van de wet, wordt vastgesteld op 90 euro. Artikel 4 Het bedrag dat aan de raad moet worden voldaan terzake van de behandeling van een verzoek om inschrijving, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet, wordt vastgesteld op 90 euro. Artikel 5 De vergoeding voor het verstrekken van een nieuw bewijs van inschrijving, als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet, wordt vastgesteld op 22,50 euro. Artikel 6 Het bedrag dat aan de raad moet worden voldaan ter verkrijging van het bewijs van inschrijving van een volmacht, als bedoeld in artikel 21, tiende lid, en artikel 21b, derde lid, van de wet, wordt vastgesteld op 45 euro. Artikel 7 Het bedrag dat aan de raad moet worden voldaan ter verkrijging van de verklaring betreilende in Nederland uitgeoefende werkzaarnhcden, als bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de wet, wordt vastgesteld op 45 euro. 5 3 Bijdragen Artikel 8 1. Voor 2004 wordt geheven van een ingeschrevene in het register van tussenpersonen een bijdrage van 35 euro. 2. De verschuldigde bijdrage wordt jaarlijks geïnd en is volledig verschuldigd, ook bij inschrijving voor een deel van het jaar. Artikel 9 1. Voor 2004 wordt geheven van elke levensverzekeraar met een premie-inkomen van meer dan een miljoen euro een bijdrage volgens onderstaande bijdrageregeling: a. een basistarief van 225 euro en, voorzover van toepassing, b. een bedrag per vol miljoen euro premie-inkomen volgens de onderstaande schijventabel en gebaseerd op het bruto premie-inkomen behaald in 2002: premie-inkomensschijf bedrag per miljoen maximum van de euro premie-inkomen bijdrageschijf over ineer dan maar niet meer dan 2 miljoen l O miljoen 35,OO 280,OO 10 miljoen 50 miljoen 30,OO l..480,00 50 miljoen 250 miljoen 22, ,OO 250 miljoen 1.O00 miljoen 17, ,OO > 1.O00 miljoen 10,OO 2. Voor 2004 wordt geheven van elke schadeverzekeraar met een premie-inkomen van meer dan een ndjoen euro en van elke overige verzekeraar met een premie-mkomen van meer dan een miljoen euro een bijdrage volgens onderstaande bijdrageregeling: a. een basistarief van 225 euro en, voorzover van toepassing, b. een bedrag per vol miljoen euro premie-inkomen volgens de onderstaande schljventabel en gebaseerd op het bruto premie-inkomen behaald in 2002:

4 prenue-inkomensschijf bedrag per miljoen maximum van de euro premie-inkomen bijdrageschijf over meer dan maar niet meer dan 2 miljoen 10 miljoen 42,50 340,OO 10 miljoen 125 miljoen 32, , miljoen 250 miljoen 12,OO 5.577, miljoen 500 miljoen 6, ,50 > 500 miljoen 1,20 3. De verschuldigde bijdrage wordt jaarlijks geïnd. 4 Slotbepalingen Artikel 10 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 11 Deze verordening treedt in werking op 1 januari Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst wordt uitgegeven na 3 1 deccmber 2003, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari Artikel 13 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening vergoedingen en bijdragen assurantiebeiniddelingsbedrij f Den Haag, 2 1 november 2003 H.H.F. Wi-jffels voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Financiën bij beschikking van 29 rnaart 2004, nummer FM U. Toelichting Algemeen De Wet assurantieberniddelingsbedrijf schrijft voor dat de kosten die de raad maakt in verband met de uitvoering van de wet voor de helft worden gedragen door de tussenpersonen en voor de helft door verzekeraars. Aldus zijn de inkomsten voor de Dienst uitvoering Wet assurantieberniddelingsbedrijf van de raad voor de helft afkomstig van heffingen, te betalen door assurantietussenpersonen, waarvoor jaarlijks een vast bedrag wordt vastgesteld. De retributies voor verleende diensten worden toegerekend aan de tussenpersonen, omdat die voor het merendeel ook door hen worden afgenomen. De andere helft is afkomstig van dc verzekeraars. Daarbij geldt dat de levens- en overige verzekeraars elk weer de helft opbrengen. Omdat deze heffing is gerelateerd aan het behaalde premievolume in het aangewezen peiljaar, zijn ontwikkelingen in de verzckeringsmarkt mede

5 van invloed op de vast te stellen tarieven. In de praktijk betekende dit dat het bereiken van evenwicht tot stand werd gebracht door geconstateerde verschillen over een aantal kalenderjaren te compenseren. Langs die weg konden relatief hoge of lage tariefswijzigingen per heffingsjaar vermeden worden. De Minister van Financiën heeft aangekondigd de Wet assurantieberniddelingsbedrijf in 2004 te zullen intrekken gelijktijdig met het inwerkingtreden van de Wet financiële dienstverlening. De uitvoering van die wet zal niet aan de Sociaal-Economische Raad worden opgedragen. In het jaar 2004 dienen dus de uit voorgaande jaren nog resterende verschillen te worden verrekend om recht te doen aan de doelstelling van de wet de uitvoeringskosten gelijkelijk over tussenpersonen en verzekeraars te verdelen. Artikelsgewijs Artikel 2, tweede lid Met inachtneming van het vorenstaande zijn de tarieven voor de retributies ongewijzigd gebleven. Artikel 8, eerste lid Door het beëindigen van de mogelijkheid om over een aantal jaren te compenseren is cen relatief hoge tariefswijziging vereist. De nominale bijdrage van de tussenpersonen dient aanzienli-jk te worden verhoogd om het vereiste evenwicht te bereiken. Dit wordt mede veroorzaakt door een lichte daling van het aantal ingeschreven tussenpersonen in de afgelopen j aren. Artikel 9, tweede lid Om te voldoen aan het uitgangspunt van gelijke verdeling van de lasten over de verschillende categorieën verzekeraars is de tabel voor de levensverzekeraars aangepast met een kostendaling. Voor de schade- en overige verzekeraars is de tabel aangepast met een lichte kostenstijging. Den Haag, 21 november 2003 H.H.F. Wijffels voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Diervoeder PD V 2 Wijziging I1 Verordening PD V Diervoeders 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 12 november 2003 tot wijziging van Verordening PDV diervoeders Het bestuur van het Productschap Diervoeder; Gelet op de artikelen 93, 96 en 100 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, de artikelen 2, 3 en 4 van de Instellingsverordening akkerbouwproductschappen 1997 dan wel het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen zodra dit in werking is getreden; in aanmerking nemende Richtlijn lEG van 17 juni 2003 tot wijziging van Richtlijn EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeder en Richtlijn 2003/100/EG van de Commissie van 31 oktober 2003 tot wijziging van bijlage 1 bij Richtlijn lEG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding; Besluit:

6 De Verordening PDV diervoeders 2003 wordt als volgt gewijzigd: In artikel 5:1, tweede lid, wordt bij "het productschap" een voetnoot geplaatst, luidende: 1 De daadwerkelijke indiening van de dossiers geschiedt bij het Bureau Registratie Diergeneesmiddelen. In Bijlage IX bij Hoofdstuk 8, ongewenste stoffen komen de ongewenste stof l. Arseen, 2. Lood, 3. Fluor, 7. Aflatoxine B,, 9. Vrij gossypol, 22. Endosulfan en 27. Dioxine als volgt te luiden: 1. Arseen (') Ongewenste stoffen Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren (2) Voedermiddelen. met uitzondering van: - gemalen grasmeel. luzememeel en klavermeet alsmede al dan niet gemelasseerde gedroonde suikerbietpulp - palmpitschilfers - fosfaten en koolzure algenkalk - calciumcarbonaat - magnesiumoxide - diervoeders verkregen door verwerking van vis of andere zeedieren - gemalen gedroogd zeewier en voedermiddelen op basis van zeewier Volledige diervoeders, met uitzondering van: - volledig visvoeder en volledige diervoeders voor pelsdieren Aanvullende diervoeders met uibondering van: - mineralenmengsels Maximumgehalte in mglkg (ppm) van de voedermiddelen respectievelijk mengvoeders, herleid tot een vochtgehalte van 12% 2. Lood Voedermiddelen met uitzondering van: - groenvoeder - fosfaten en koolzure algenkalk - calciumcarbonaat - gist Volledige diervoeders Aanvullende diervoeders, met uitzondering van: - mineralenmengsels

7 3. Fluor Ongewenste stoffen Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren (2) Voedermiddelen. met uitzondering van: - diervoeders verkregen door verwerking van dieren, met uitzondering van reewaterschaaldieren zoals krill - fosfaten en zeewaterschaaldieren zoals krill - calciumcarbonaat - magnesiumoxide - koolzure algenkalk Vollediae diervoeders, met uitzondering van: - VollediFie diervoeders voor runderen. schapen en geiten - in lactatie - andere volledi~e diervoeders voor varkens volledige diervoeders voor pluimvee - volledige diervoeders voor kuikens Mineralenmengsels voor runderen. schapen en neiten Andere aanvullende diervoeders Maximumgehalte in mglkg (ppm) van de voedermiddelen respectievelijk mengvoeders, herleid tot een vochtgehalte van 12% 7. Aflatoxine B' Alle voedermiddelen Volledige diervoeders voor runderen, schapen en geiten. met uitzondering van: - volledige diervoeders voor melkvee - volledige diervoeders voor kalveren en tammeren Volledige diervoeders voor varkens en pluimvee (met uitzonderinn van ionne dieren) Andere volledige diervoeders Aanvullende diervoeders voor runderen. schapen en geiten, (met uitzondering van aanvullende diervoeders voor melkvee, kalveren en lammeren) Aanvullende diervoeders voor varkens en pluimvee (met uitzondering van ionge dieren) Andere aanvullende diervoeders l 9. Vrij gossypol Voedermiddelen. met uitzondering van: - katoenzaad - katoenzaadkoeken en katoenzaadmeel Volledine diervoeders, met uitzondering van: - volledige diervoeders voor runderen. schapen en geiten - volledige diervoeders voor riluimvee (behalve legpluimvee) en kalveren - volledige diervoeders voor koniinen en varkens (behalve biggen} 22. Endosulfan (som van alfa- en beta-isomeren en van endosulfansulfaat. uitgedrukt in endosulfan) Alle diervoeders, met uitzonder in^ van: - maïs en daarvan afgeleide producten - oliehoudende zaden en daarvan afgeleide producten - volledig visvoeder

8 Ongewenste stoffen Producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren Aaximumgehalte in mglkg ppm) van de foedermiddeien espectievelijk nengvoeders. herleid tot een rochtgehalte van 12% 27. Dioxine (som van de polychloordibenzo-paradioxinen (PCDD's} en de polychloordibenzofuranen (PCDF's ). uitgedrukt in door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vastgestelde toxische eauivalenten. waarbii gebruik wordt Qemaakt van de WHO- TEF's (toxischeequivalentiefactoren van 1997) PCDDIF Alle voedermiddelen van plantaardige oorcorona inclusief plantaardige oliën en nevenproducten Mineralen zoals bedoeld in de biilage bii Richtliin 96/25/EG betreffende het verkeer en het gebruik van voedermiddefen Kaoliniethoudende klei, calciumsulfaatdihydraat. vermiculiet, natroliet-fonoliet. synthetische calciumaluminaten en clinoptiloliet van sedimentaire oorsprong. behorende tot de groep "bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen", die ziin toegelaten krachtens artikel 4 van Richtliin lEEG Dierlijk vet, inclusief melkvet en eivet 3.75 ng WHO-PCDDIFrEQh (536) 3,75 nn WHO-PCDDIF- TEWkg (5.6) Andere van landdieren afkomstige producten, inclusief melk. melkproducten, eieren en producten afkomstig van eieren Visolie 0.75 nq WHO-PCDDIF- TEQIkcl Vis. andere zeedieren en de (neven)producten daarvan, met uitzondering van visolie en viseiwithydrolysaten die meer dan 20% vet bevatten (') 1,25 nq WHO-PCDDIF- TEQIkn (5.61 Mengvoeder, met uitzondering van voeders voor pelsdieren en gezelschapsdieren. en van visvoer Visvoer Voeders voor gezelschapsdieren Viseiwithydrolvsaten die meer dan 20% vet bevatten 0.75 ng WHO-PCDDIF- TEQ/k!q (5,6) 2.25 ng WHO-PCDDIF- TEWQ 2,25 ng WHO-PCDDIF- TEQlka De lidstaten mogen ook een maximumgehalte aan fluor voorschrijven van 1,25 % van het fosforgehalte. Gehalte aan fluor per 1 % fosfor. Verse vis die direct wordt geleverd en zonder verdere verwerking voor de productie van voeders voor pelsdieren wordt gebruikt, is van het maximumgehalte vrijgesteld, en voor verse vis die voor rechtstreekse voeding van gezelschapsdieren, dierentuindieren en circusdieren wordt gebruikt, geldt een maximumgehalte van 4,O ng WHO-PCDDIF-TEQkg product. De producten, verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van deze pelsdieren (pelsdieren, gezelschapsdieren, dierentuindieren en circusdieren) mogen niet in de voedselketen komen en het vervoederen ervan aan landbouwhuisdieren die voor de productie van Yoedingsmiddelen gehouden, vetgemest of gefokt worden, is verboden. De maximumniveaus betreffen het totale gehalte aan arseen. Op verzoek van de bevoegde autonteiten moet de yerantwoordelijke exploitant een analyse verrichten om aan te tonen dat het gehalte aan anorganisch arseen lager is dan 2 ppm. Deze analyse is van bijzonder belang mor de zeewiersoort Hizikia fusifoime.

9 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, punt 27 van onderdeel B van deze verordening treedt in werking met ingang van 1 maart Den Haag, 12 november 2003 Th.A.M. Meijer voorzitter J. den Hartog secretaris Goedgekeurd door de Rcstuurskan~er van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 maart 2004 en door de Minister van Landbouw, Natuur er1 Voedselkwaliteit bij beschikking van 23 februari 2004, nr. TRCJU2003/ TOELICHTING Onderdeel A formaliseert de wijze waarop de vergunningverlening voor toevoegingsrniddekn in Nederland sinds 2001 geschiedt. Met de opheffing van het Bureau Product Registratie van het productschap worden de vergunningsaanvragen en bijbehorende dossiers bij het Bureau Registratie Diergeneesmiddelen ingediend. Aangezien het productschap in het kader van de diervoederrichtlijnen de implementerende instantie is, blijft deze bevoegdheid en de daaraan gekoppelde retributie in de Verordening Diervoeders staan, totdat de Kaderwet Diervoeders in werking treedt. Met Richtlijn 2003/57/EG van 17 juni 2003 tot wijziging van Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding is de lijst van producten waarvoor een maximumgehalte aan dioxine wordt voorgeschreven uitgebreid met enkele toevoegingsmiddelen, behorende tot de groep "bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen" alsmede met viseiwithydrolysaten. Richtlijn 2003/100/EG van de Commissie van 31 oktober 2003 tot wijziging van bijlage? bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding wijzigt het maximumgehalte van een zestal ongewenste stoffen en de producten waarvoor deze maximumgehalten gelden. Onderdeel B wijzigt de verordening overeenkomstig deze twee richtlijnen. Aangezien de verordening heeft vmrgehangen, betrekking hebbend op Richtlijn UEG en niet op Richtlijn 2003/100!EG (publicatiedatum 1 november 2003), maar belang wordt gehecht aan snelle implementatie van laatstgenoemde richtlijn, stelt het bestuur deze verordening met verwijzing naar artikel 100 Wbo vast. Den Haag, 12 november 2003 Th.A.M. Meijer voorzitter J. den Hartog secretaris

10 Wettelijk voorgeschreven uit ga ve van de Sociaal- Economische Raad met mededelingen, verordenin - gen en be slui ten van de pu bliek rech te lij ke bedrijfsorganisatie (pbo). Verschijnt wekelijks. ISSN Redactie: Bezuiden houtseweg 60 Postbus LK Den Haag Telefoon: Tele fax: pboblad@ser.nl De SER heeft een eigen website op het Internet. Deze is te vinden op Opgave abonnementen, op zeg gin gen en adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk bij de abonnementenadmini stratie van de SER. Abonnementsprijs 136,13 per jaar, losse nummers 3,40.