Toeleiding naar extra ondersteuning binnen het SWV PO De Kempen.

Transcriptie

1 Toeleiding naar extra ondersteuning binnen het SWV PO De Kempen. Drs. J. van den Born projectleider PO

2 Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten ondersteuningscontinuüm 4 3 Het fundament Handelingsgericht werken 5 4 De route naar ondersteuningstoewijzing De route naar ondersteuningstoewijzing Toetsing aanvraag toelaatbaarheidsverklaring De toelaatbaarheidsverklaring als wettig document Afspraken SWV omtrent de geldigheidsduur en de zwaarte van de toelaatbaarheidsverklaring 11 en de termijnen. 4.5 Bemensing van de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen Transitie van oud naar nieuw Informatie aan scholen en ouders 13 Bijlagen 1 Handelingsgericht werken in relatie tot basisondersteuning 14 2 Stroomschema s zorgplicht 17 3 Schematische weergave. Uitwerking route naar extra ondersteuning 23 4 Voorbeeld beschikking toelaatbaarheidsverklaring 27 5 Relevante wetteksten en referentiekader 30 6 Belangrijke zaken nog af te handelen 47 Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 2

3 1. Inleiding. In deze notitie wordt de toeleiding naar de extra ondersteuning beschreven zoals die van toepassing is binnen de Stichting Samenwerkingsverband PO De Kempen Deze notitie is tot stand gekomen op basis van: De uitgangspunten met betrekking tot het ondersteuningscontinuüm zoals die door het bestuur zijn in het ondersteuningsplan; De afspraken omtrent basisondersteuning zoals die zijn opgenomen in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband De wettelijke bepalingen en het Referentiekader Passend Onderwijs Op 6 juni heeft een werkgroep bestaande uit een vertegenwoordiging van het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs, onder leiding van de projectleider en een adviseur passend onderwijs van de PO-raad, gewerkt aan het tot stand komen van de bouwstenen voor het toekomstig beleid. Het is de intentie op deze notitie voor het zomerreces bestuurlijk te laten vaststellen. In deze notitie komen achtereenvolgens de volgende zaken aan bod: Uitgangspunten van het bestuur t.a.v. het ondersteuningscontinuüm De basis gevormd door het stappenplan handelingsgericht werken Handelingsgericht werken in relatie tot de afspraken in de basisondersteuning Toeleiding tot een arrangement, het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs Documentatie aan de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen inclusief de criteria die worden gehanteerd voor afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring De toelaatbaarheidsverklaring als wettig document De bemensing van de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen Beleid rugzakleerlingen in transitie naar een arrangement in de extra ondersteuning De Implementatie van het beleid Informatie aan scholen en ouders. Met dank aan de deelnemers: Peter Schutte Hans Maas Henk Jansen Jan Karsmakers Lieke Kessels John Kardol John van Assouw Theo Goossens Kees Kuijs (adviseur PO-raad) Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 3

4 2. Uitgangspunten ondersteuningscontinuüm In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan die uitgangpunten die door het bestuur zijn vastgesteld ten aanzien van de inrichting van het ondersteuningscontinuüm in relatie tot de toeleiding naar de extra ondersteuning, zijnde de lichte en de zware ondersteuning.. Het beleid dat in deze notitie is opgenomen moet voldoen aan de uitgangspunten die eerder door het bestuur zijn geformuleerd. De belangrijkste uitgangspunten zijn: - De bekostiging van de ondersteuning vindt plaats op basis van het leerlingenmodel; - De bekostiging van de extra ondersteuning is gekoppeld aan de leerling; - De onderwijsbehoeften van de leerling vormen de basis voor het toekennen van extra ondersteuning. Handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht werken beschrijven de processen om de onderwijsbehoeften te duiden. - Lichte ondersteuning behoort tot de verantwoordelijkheid van he bevoegd gezag; - Zware ondersteuning behoort tot de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband - In de extra ondersteuning ontvangen de leerlingen een arrangement uitgedrukt in expertise, aandacht en tijd, voorzieningen, aanpassingen in de ruimte en samenwerking met externe organisaties vanuit onderwijs en/of ketenpartners; - Elke afzonderlijk bevoegd gezag maakt met de eigen scholen afspraken over toekenning van middelen in de lichte ondersteuning - Elke bevoegd gezag maakt met de eigen scholen afspraken omtrent routes die van toepassing zijn voor een arrangement in de lichte ondersteuning dan wel een toelaatbaarheidsverklaring tot het speciaal basisonderwijs. Deze afspraken zijn op subregionaal niveau afgestemd; - De afgifte van een TLV voor het speciaal basisonderwijs door het samenwerkingsverband heeft het karakter van een administratieve formaliteit; - De commissie voor TLV geeft beschikkingen af voor arrangementen in de zware ondersteuning, de toelaatbaarheid tot het speciaal (basis) onderwijs. Deze commissie wordt bemenst door personen die ter zake deskundig zijn; - Voor de toeleiding tot het speciaal onderwijs hanteert het samenwerkingsverband tot de vigerende criteria voor de CVI REC 3 en 4;ondersteuning betekent dit dat er altijd sprake moet zijn van financiering van een arrangement of een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs. - Het samenwerkingsverband richt een commissie in van toelaatbaarheidsverklaring ten behoeve van zowel het speciaal basisonderwijs als het speciaal onderwijs. Deze commissie wordt bemenst door personen die ter zake deskundig zijn; - Toelaatbaarheidsverklaringen en besluiten omtrent arrangeren hebben het eerste jaar een geldigheidsduur tot ; - Beschikkingen LGF worden op basis van onderwijsbehoeften omgezet in een arrangement volgens nieuwe criteria; - Voor alle leerlingen die een doorlopende indicatie LGF hebben is voor het schooljaar de huidige inhoudelijke en financiële onderbouwing van het schooldeel gegarandeerd; Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 4

5 3. Het fundament. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op het handelingsgericht werken en de afspraken omtrent basisondersteuning zoals opgenomen in het ondersteuningsplan en in kaart gebracht aan de hand van het schoolondersteuningsprofiel van Q Handelingsgericht werken. Handelingsgericht werken (HGW) is een systematische manier van werken. Hierbij wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de onderwijsbehoeften van ieder kind. Deze behoeften worden geformuleerd door aan te geven wat een kind nodig heeft om een bepaald doel te bereiken. Hierbij wordt de aandacht gericht op wat het kind nodig heeft en niet zozeer op wat er mis is met een kind. Bij handelingsgericht werken zicht men zich niet alleen op kindkenmerken, maar ook op de kenmerken van de onderwijsleer- en de opvoedingssituatie. Het begrip afstemming staat hierbij centraal. Niet alleen afstemming op het kind, maar ook door rekening te houden met wensen, mogelijkheden en verwachtingen van school en ouders. Bij HGW staat de leerkrachtengedrag centraal in het zoeken van de afstemming, in het inspelen op de ( specifieke) onderwijsbehoeften van de leerlingen in de groep. Leerkrachten reflecteren op hun eigen werkconcept en vergroten hun competenties op het gebied van handelingsgericht werken. De schoolleider en de intern begeleider* reflecteren op het schoolbeleid in relatie tot de missie en de koers van de school en op het onderwijskundig leiderschap om tot duurzame verandering te komen in het werken en denken op school. De intern begeleider begeleidt en ondersteunt handelingsgericht op het verstevigen en vergroten van de handelingsbekwaamheid van de leerkrachten. Bij HGW worden leerlingen aangesproken op hun mogelijkheden en talenten en is het onderwijs gericht op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling. Om deze basisondersteuning goed te kunnen uitvoeren is op school aan een aantal voorwaarden voldaan, te weten: De school voert een actief veiligheidsbeleid. De school heeft ambitieuze normen voor te bereiken resultaten. Leraren zijn competent in het realiseren van passend onderwijs. ( pedagogisch, didactisch, organisatorisch en in het begeleiden van leerlingen). Leraren werken continu aan het vergroten van hun eigen deskundigheid. De school hanteert protocollen en procedures voor dyslexie, dyscalculie, het omgaan met gedragsproblemen en het medisch handelen. De school werkt met een vaste structuur voor OPP. De school heeft afspraken met de voorschool en met het voortgezet onderwijs over de overdracht van informatie. De school heeft afspraken over het informeren en betrekken van ouders. De school heeft een duidelijke visie op de ondersteuning van leerlingen. Interne procedures zijn vastgelegd en middelen worden effectief en efficiënt besteed. Een goede basisondersteuning veronderstelt dat leerkrachten de onderwijsbehoeften van leerlingen in beeld hebben en dat de schoolleiding stuurt op de bovengenoemde voorwaarden. * In plaats van intern begeleider kan ook kwaliteitsondersteuner worden gelezen. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 5

6 4 De route naar ondersteuningstoewijzing. 4.1 De route naar ondersteuningstoewijzing Als de basisvoorwaarden (handelingsgericht werken, basisarrangement van de inspectie, goede leerkrachten en beschikbare competenties om handelingsgericht te kunnen arrangeren) op orde zijn, geeft de route van ondersteuningstoewijzing vervolgens aan welke stappen er worden gezet in het proces van arrangeren, zowel op het niveau van de school als op het niveau van het samenwerkingsverband. Dit proces start bij het door een leerkracht signaleren van een ondersteuningsbehoefte bij een leerling en eindigt op het moment dat passende ondersteuning (onderwijs) voor deze leerling gerealiseerd is. Vanuit het samenwerkingsverband worden de stroomschema zorgplicht als uitgangspunt gehanteerd. Deze stroomschema s zijn opgenomen in bijlage 2. In bijlage 3 is schematisch een uitwerking opgenomen van de stappen die in de route naar ondersteuningstoewijzing kunnen worden gezet. Het gaat hierbij om: 1. Signaleren door de leerkracht handelingsgericht werken in de groep ( groepsbespreking) 2. Omschrijven van de onderwijs-behoefte ten behoeve van aanvullende ondersteuning in de groep/school 3. Schoolnabije ondersteuning in groep of school met een ondersteuningsteam en deskundigenadvies 4. Kiezen voor de speciale onderwijsvoorziening 5. Afgeven van de toelaatbaarheidsverklaring 6. Evalueren van het arrangement. 4.2 Toetsing aanvraag toelaatbaarheidsverklaring De toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven door de commissie die door het samenwerkingsverband daartoe is ingericht. Deze commissie toetst de aanvraag procedureel en in geval van een arrangement in de zware ondersteuning ook inhoudelijk. Hierbij hanteert de commissie de volgende indicatoren. Indicator 1: Aanvragende school. De aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring ( TLV) is afkomstig van een reguliere school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs ( niet zijnde een school voor speciaal onderwijs cluster 1 of 2) Waar de betreffende leerling staat ingeschreven, gelegen in het samenwerkingsverband waar de leerling woonachtig is; Waar de betreffende leerling is aangemeld, gelegen in het samenwerkingsverband waar de leerling woonachtig is; Waar de betreffende leerling is ingeschreven of aangemeld, buiten het samenwerkingsverband, waar de betreffende leerling woonachtig is. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 6

7 Indicator 2: Inhoudelijke voorbereiding dossier. a. De aanvraag is inhoudelijk voorbereid en voorzien van een advies door het ondersteuningsteam van de school. Het advies wordt gestaafd door een adequaat ingevuld groeidocument* en bestaat tenminste uit: 1. Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling en de lichamelijk/motorische ontwikkeling. 2. Beschrijving van de onderwijs ( -en opvoed)behoeften van de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling en de lichamelijk/motorische ontwikkeling. 3. Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale leefomgeving. 4. Beschrijving van de onderwijs(-en opvoed)behoeften van de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale leefomgeving. 5. Een juist en volledig ingevuld ontwikkelingsperspepctiefplan, bedoeld in artikel18a van de Wet op het Primair Onderwijsresp. 41a van de Wet op de expertisecentra, volgens het door het samenwerkingsverband hiertoe opgesteld model. 6. Relevante verslagen/afspraken uit eerder leerlingenbesprekingen. Het akkoord van de beide ouders/ verzorgers van de leerling op het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectiefplan ( dag- en handtekening). *Het groeidocument kan een apart format zijn zoals aangereikt door de PO-raad, of worden samengesteld uit informatie zoals die reeds beschikbaar in het leerlingenadministratiesysteem. Het groeidocument verwijst naar een bundeling van gedocumenteerde kwaliteitsuitdrukkingen. b. De aanvraag is voorzien van een beargumenteerde keuze voor een arrangement in het speciaal (basis)onderwijs, die tegemoet kan komen aan de beschreven onderwijs( - en opvoed)behoeften van de leerling. Hierbij gaat het niet om de met naam te noemen school, maar de soort voorziening met de specifieke ondersteuningskwaliteiten om een de onderwijs ( en opvoed) behoeften te voldoen. c. Bij advisering/ voorbereiding van de aanvraag zijn aantoonbaar een orthopedagoog en/of psycholoog en een medewerker van jeugdhulp of jeugdzorg betrokken geweest, zoals een kinderarts of een schoolmaatschappelijk werker. d. Als de wettelijk verplichte tweede deskundige is bij de advisering/voorbereiding een vertegenwoordiger van het speciaal basisonderwijs betrokken geweest, wanneer een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal basisonderwijs aan de orde is. e. Als de wettelijk verplichte tweede deskundige is bij de advisering/voorbereiding een vertegenwoordiger van het speciaal onderwijs met specifieke expertise op het gebied van de onderwijsbehoefte van de leerling, betrokken geweest, wanneer een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs( categorie 1,2 of 3) aan de orde is. f. Het positief advies van de tweede deskundige als bedoeld in lid d impliceert gelijktijdig een positieve beoordeling voor een toelaatbaarheidsverklaring van de betreffende leerling tot de voorgenomen school van aanmelding. g. Het positief advies van de tweede deskundige als bedoeld in lid e impliceert gelijktijdig een sterk positieve indicatie voor een toelaatbaarheidsverklaring van de betreffende leerling tot de voorgenomen school van aanmelding. h. De aanvraag is voorzien van een dag- en handtekening van zowel de ouders, de directeur van de verwijzende school, als de onder lid b bedoelde orthopedagoog of psycholoog als Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 7

8 de onder lid d en e bedoelde tweede deskundige. Bij een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs tekent eveneens de directeur van de SBO-voorziening. i. De aanvraag is voorzien van een advies over de duur van de plaatsing en eventuele terugplaatsingsmogelijkheden. j. Indien de aanvraag een aanvraag voor speciaal onderwijs betreft, is deze voorzien van een indicatie van de zwaarte van de ondersteuning uitgedrukt in een keuze voor bekostigingscategorie 1, 2 of 3. Indicator 3: Gevolgde route en fasering. De toelaatbaarheidscommissie stelt vast dat: a. De route van de ondersteuningstoewijzing, zoals beschreven in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, inclusief de daarbij behorende termijnen, in lijn met wettelijke verplichtingen en afspraken in het samenwerkingsverband, is gevolgd; b. De school werkt volgens de principes van handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren zoals omschreven in de afspraak over basisondersteuning van het samenwerkingsverband; c. De ouders/ verzorgers vanaf de aanvang van het traject zijn betrokken en hebben deelgenomen aan het overleg; d. De betreffende leerling vanaf de aanvang waar nodig bij het traject is betrokken; e. Het ondersteuningsteam beargumenteerd geen mogelijkheden ziet de leerling binnen de eigen school toereikend te ondersteunen binnen de basisondersteuning, waaronder in ieder geval is begrepen tijdelijke ondersteuning op de eigen school met behulp van expertise vanuit het samenwerkingsverband; f. Het ondersteuningsteam, na overleg met ouders, het eigen bestuur en het samenwerkingsverband, geen mogelijkheden ziet de leerling de noodzakelijke ondersteuning te geven op een andere school voor regulier basisonderwijs in het samenwerkingsverband; g. Het ondersteuningsteam van mening is dat het speciaal basisonderwijs en/of speciaal onderwijs ( niet zijnde een school voor speciaal onderwijs cluster 1 of 2) het meest passende arrangement is voor de leerling. Indicator 4: Rechtstreekse instroom. In het geval dat de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft op de zogenaamde rechtstreekse instroom kan een toelaatbaarheidsverklaring voor de gehele schoolloopbaan van de leerling ( zonder herindicatie) worden afgegeven. Voor de afgifte van een dergelijke TLV dient in ieder geval voldaan te worden aan de volgende voorwaarden: a. De aanvraag betreft een leerling die geen schoolervaring heeft opgedaan in het regulier basisonderwijs. b. De aanvraag is behandeld door het ondersteuningsteam van de school van aanmelding onder indicator 5 beschreven voorwaarden of is behandeld en geaccordeerd. c. De aanvraag heeft betrekking op een leerling, waarvan evident is dat zij de gehele schoolloopbaan aangewezen is op het speciaal onderwijs ( stabiele kindkenmerken/evidente ondersteuningsbehoefte). Onder deze zogenaamde EMB-leerlingen ( ernstig meervoudig beperkt) worden leerlingen verstaan met: 1. Een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking, vaak met moeilijk te lezen gedrag en ernstige sensomotorische problematiek ( zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan, of Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 8

9 2. Een matige tot lichte verstandelijke beperking en een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke beperkingen, of; 3. Moeilijk te reguleren gedragsproblematiek ( ASS/ hechtingsproblematiek) als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen, in combinatie met een matig tot lichte verstandelijke beperking. Indicator 5: Observatieplaatsingen. ( moet nog beleid op worden gemaakt) In het geval de aanvraag een toelaatbaarheidsverklaring voor een observatieplaatsing op in het speciaal (basis)onderwijs betreft, dient voldaan te zijn aan de volgende aanvullende voorwaarden: a. De aanvraag si voorzien van de voor de observatievoorziening relevante observatievragen; b. De aanvraag is voorzien van een, met de observatievoorziening afgestemde, observatietermijn; c. De aanvraag si voorzien van een, met de observatievoorziening afgestemde, afspraak over evaluatie na afloop van de observatietermijn; d. De aanvraag is voorzien van een afspraak over een eventuele terugplaatsing op de verwijzende school, na afloop van de observatietermijn. Indicator 6: TLV-verlenging. In het geval de aanvraag de verlenging van een reeds bestaande toelaatbaarheidsverklaring betreft dient de aanvraag enkel vergezeld te gaan van: a. De ( tussentijdse en eind-) evaluatieresultaten van het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling. b. Een door aanwezige partijen ondertekend verslag van het eindevaluatiegesprek met het ondersteuningsteam van de betreffende school voor speciaal (basis)onderwijs en de ouders van de leerling, waarin opgenomen een motivatie voor verlenging. c. Een bijgesteld ontwikkelingsperspectief, waarbij de ouders door middel van dag- en handtekening instemming hebben verleend op het handelingsdeel. NB. Indien vanaf 1 januari 2015 ook gewerkt wordt met arrangementen moeten de indicatoren hierop worden bijgesteld. 4.3 De toelaatbaarheidsverklaring als wettig document. Er bestaan verschillende categorieën toelaatbaarheidsverklaring SBO en categorie 1, 2 en 3 voor het SO. Scholen cluster 3 en 4 hebben vanaf een toelaatbaarheidsverklaring nodig om leerlingen te mogen inschrijven. De toelaatbaarheidsverklaring bevat een aantal specifieke gegevens die uitgewisseld dienen te worden met BRON. Deze gegevens worden uitgewisseld met BRON via een bericht van een leerlingenadministratiesysteem. Dit bericht wordt door DUO gecontroleerd. In de toelaatbaarheidsverklaring moeten in ieder geval de volgende gegevens worden opgenomen, te weten: Datum ingang toelaatbaarheidsverklaring. Dit betreft de startdatum ( dd/mm/jjjj) waarop de toelaatbaarheidsverklaring geldigheid krijgt; Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 9

10 De bekostigingscategorie. Dit betreft het overeengekomen bekostigingsniveau van de ondersteuning. Voor de registratie van de bekostigingscategorie in BRON kan gekozen worden uit de waarden laag, midden en hoog. Dit correspondeert met de bekostigingscategorieën 1, 2 en 3, zoals genoemd in het Besluit bekostiging WEC. Daarbij staat 1 gelijk aan laag, 2 gelijk aan midden en 3 gelijk aan hoog. Het beschikkingsnummer. Dit betreft het unieke nummer van de toelaatbaarheidsverklaring; Datum einde toelaatbaarheidsverklaring. Dit betreft de laatste datum ( dd/mm/jjjj, jjjj) waarop de toelaatbaarheidsverklaring nog geldig is; Een toelaatbaarheidsverklaring wordt voor minimaal één schooljaar afgegeven door het samenwerkingsverband. Als de toelaatbaarheidsverklaring in de loop van een schooljaar wordt afgegeven, moet deze ook in het schooljaar daarna nog geldig zijn. Instellingen voor (voortgezet) speciaal onderwijs cluster 1 en 2 kennen geen toelaatbaarheidsverklaringen. Samengevat leidt dit tot het volgende format: Afgegeven door PO 3009 * Leerling ( conform Gemeentelijk Basisadministratie Personen Achternaam, voorvoegsels ** Voornamen ( voluit) ** Straat en huisnummer ** Postcode ** Woonplaats Geslacht Man-vrouw * Geboortedatum dd/mm/jjjj * Burgerservicenummer * Aanvragende school Brinnummer vestiging Toelaatbaarheid Schoolsoort Bekostigingscategorie Laag, Midden, Hoog * Geldigheid toelaatbaarheidsverklaring Datum ingang TLV dd/mm/jjjj * Datum einde TLV dd/mm/jjjj * Beschikkingsnummer toelaatbaarheidsverklaring Beschikkingsnummer PO * Getekend namens het samenwerkingsverband Naam Handtekening Functie Datum afgifte *Verplichte velden voor uitwisseling met BRON ** Verplichte velden voor uitwisseling met BRON als BSN onbekend is Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 10

11 In bijlage 4 is een voorbeeld beschikking opgenomen. 4.4 Afspraken SWV omtrent de geldigheidsduur en de zwaarte van de toelaatbaarheidsverklaring en de termijnen. Binnen het samenwerkingsverband zijn enkele nadere afspraken van toepassing, te weten: De geldigheidsduur van een toelaatbaarheidsverklaring bedraagt minimaal 1 schooljaar en maximaal 3 schooljaren; Voor kinderen met ernstige stabiele kindkenmerken wordt een beschikking afgegeven voor de gehele schoolloopbaan ( zie pg. 11, indicator 4) Het advies ten aanzien van de geldigheidsduur van de toelaatbaarheidsverklaring maakt deel uit van de aanvraag en wordt opgenomen in het groeidocument; Het samenwerkingsverband hanteert maximaal de wettelijke termijn van 6 weken voor afgifte beschikking. Het streven is echter om na ontvangst van den complete aanvraag binnen een termijn van 3 weken beschikking af te geven. Ouders en school ontvangen binnen een week na besluit schriftelijk bericht; Vooralsnog worden de criteria van de CVI tot gehanteerd in de beoordeling van de zwaarte van de categorie SO. Dit houdt in dat: o SO categorie 1 ( laag) van toepassing is op ZMLK, LZ en cluster4; o SO categorie 2 ( midden) van toepassing is op LG o SO categorie 3 ( hoog) van toepassing is op MG 4.5 Bemensing commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen. In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen de toetsing bij een aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring voor het SBO of voor het SO of een arrangement in de zware ondersteuning. Het proces voor een toelaatbaarheidsverklaring SBO wordt in principe in het voortraject voorbereid en afgerond. Indien ouders, directeur van de basisschool, de directeur van de speciale school voor basisonderwijs en een deskundige het groeidocument ondertekenen volgt op het niveau van het samenwerkingsverband een administratieve toetsing van de aanvraag, zoals verwoord in paragraaf.4.2. De directeur van het samenwerkingsverband ondertekend namens het bestuur de beschikking. Indien er sprake is van een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring SO of een arrangement in de zware ondersteuning wordt eveneens een groeidocument opgesteld, welk wordt ondertekend door de ouders, de directeur van de basisschool en twee deskundigen. De commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen zal deze aanvraag zowel procedureel als inhoudelijk toetsen. De commissie bestaat uit een onafhankelijk voorzitter, een secretaris en twee deskundigen ( orthopedagoog, psychloog, schoolarts, maatschappelijk werker, jeugdhulpverlener etc.). Gezien de mogelijkheden tot bezwaar en beroep is het verstandig om onafhankelijke besluitvorming te garanderen. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 11

12 4.6 Transitie van oud naar nieuw. Feit is dat er momenteel leerlingen met een CVI-beschikking in het SO zitten, leerlingen met een PCLbeschikking in het SBO zitten, leerlingen met een LGF-indicatie ondersteuning krijgen binnen de basisschool en zich tegelijkertijd nieuwe aanmeldingen voordoen. Deze complexe situatie vraagt om eenduidige besluiten die zijn gebaseerd op het principe: Het oude systeem wordt gehandhaafd tot het nieuwe systeem is ingevoerd. Dit betekent dat: Nog niet bij alle scholen een beroep kan worden gedaan op een goed ingevuld OPP; Nog geen van de scholen werkt met een groeidocument Het groeidocument nog in het leerlingenadministratiesysteem moet worden geïncorporeerd; Er voor nog neen nieuwe criteria zijn op grond waarvan een arrangement in de lichte of zware ondersteuning kan worden afgegeven; De periode tot de huidige CVI-criteria worden gebruikt naast de nieuwe criteria voor arrangeren; De SO-voorzieningen worden bekostigd voor ambulante begeleiding op het niveau van de teldatum Dit betekent dat de schoolverlaters nog een bijdrage leveren aan de bekostiging van het volume ondersteuning SO schooljaar ; Ambulante begeleiding SO in de huidige vorm niet meer wordt toegepast, maar maatwerk in ondersteuning aan de orde is. Overwegende het bovenstaande in relatie tot de uitgangspunten van het ondersteuningscontinuüm en de wetgeving is het verstandig de volgende richtlijnen te hanteren: 1. In de periode september 2014 vindt een inventarisatie plaats van de huidige kwaliteit van aan te leveren OPP s, zodat indien noodzakelijk maatregelen kunnen worden genomen om dit op orde te brengen; 2. In de periode september 2014 tot januari 2015 worden de scholen ondersteund in de invoering van het groeidocument, zowel technisch als inhoudelijk en procedureel; 3. In de periode september 2014 januari 2015 worden de criteria opgesteld voor arrangementen zware ondersteuning en plaatsing in het SO; 4. Vanaf augustus 2014 tot januari 2015 zijn de huidige criteria van de CVI geldend voor de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring SO en een arrangement in de zware ondersteuning. Deze toelaatbaarheidsverklaringen hebben van rechtswege een geldigheidsduur tot De aanvraag wordt gerealiseerd op basis van de huidige procedure 5. Vanaf januari 2015 tot aan augustus 2015 worden naast de criteria van de CVI de nieuwe criteria van het samenwerkingsverband gebruikt voor de afgifte van de toelaatbaarheidsverklaring, waarbij de criteria van de CVI leidend zijn; 6. Vanaf worden op basis van evaluatie nieuwe criteria gebruikt voor afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor een arrangement, plaatsing SBO en SO; 7. De leerlingen waarvan na LGF-beschikking afloopt komen tot aan in aanmerking voor herindicatie op basis van de criteria van de CVI. Wel moet in het handelingsdeel van het OPP worden opgenomen welke ondersteuning door de basisschool wordt gerealiseerd en welke bijdrage het SO hierbij levert. Vanaf januari 2015 wordt door de scholen het groeidocument gehanteerd en worden de criteria van de CVI naast de nieuwe criteria gebruikt. Voor deze leerlingen wort een beschikking afgegeven tot maximaal Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 12

13 8. Nieuwe aanvragen voor een arrangement in de zware ondersteuning die tussen en worden ontvangen zijn tot aan gedocumenteerd volgens de richtlijnen van de CVI. Na wordt de aanvraag gedaan aan de hand van een groeidocument. De beschikkingen zijn maximaal geldig tot ; 9. Voor de bekostiging van de arrangementen in de zware ondersteuning van nieuwe leerlingen na geldt dat aan de basisschool een bedrag wordt overgedragen conform de bekostigingscategorieën SO waarbij de bekostiging van het AB-deel in mindering wordt gebracht. Dit betekent concreet: Categorie SO Jonger dan 8 Minus AB Ouder dan 8 Minus AB Cat. 1 ( LZ, ZML en cluster 4) Cat. 2 (LG) Cat. 3 (MG) De SO-voorziening ontvang vanuit het samenwerkingsverband tot slechts middelen voor ondersteuning indien de beschikbare middelen voor inzet in de basisscholen aantoonbaar uitputtend zijn gebruikt. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat het SO op basis van de teldatum voldoende middelen ontvangt om ondersteuning te verlenen aan kinderen die al geïndiceerd zijn en de nieuwe leerlingen die in aanmerking komen voor ondersteuning. Vanaf start het nieuwe systeem van arrangeren en worden de arrangementen opnieuw financieel gewaardeerd. 4.7 Informatie aan scholen en ouders. Nadat het bestuur besluiten heeft genomen over de inhoud van deze notitie is het gewenst acties te ondernemen om betrokkenen adequaat te informeren. Dit houdt in dat spoedig na het zomerreces intern begeleider en schoolleiders worden uitgenodigd om kennis te nemen van de wettelijke bepalingen en de afspraken binnen het samenwerkingsverband. Dit kan eventueel plaats vinden op het niveau van de sub-regio s rondom de SBO-voorzieningen, omdat zij dan ook in de gelegenheid zijn om de SBO-inkleuring toe te lichten. Daarnaast is het gepast de informatie bondig te vatten in een brochure die kan worden verspreid aan leerkrachten, ouders, samenwerkende gemeenten en jeugdhulp- en jeugdzorginstellingen. Digitale beschikbaarheid van deze brochure is noodzakelijk opdat elke school deze op de eigen website kan plaatsen. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 13

14 Bijlage 1 Handelingsgericht werken in relatie tot basisondersteuning. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 14

15 Handelingsgericht werken. Voor handelingsgericht werken gelden zes uitgangspunten, te weten: 1. De basis- en onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en/of de ouders staan centraal; 2. De werkwijze is systematisch en transparant; 3. De werkwijze is doelgericht en de adviezen zijn haalbaar; 4. Er wordt gewerkt vanuit een trans-actioneel referentiekader. Dat betekent dat alle betrokkenen constructief samenwerken; 5. Positieve aspecten van kinderen, ouders, leerkrachten en begeleiders zijn van groot belang 6. Er wordt oplossingsgericht gewerkt. Bij HGW is de samenwerking met ouders erg belangrijk. Zij worden als ervaringsdeskundigen betrokken bij de ondersteuning aan hun kind. Ouders kennen de behoeften van hun kind. De onderwijsdeskundigheid van de leerkracht en de ervaringsdeskundigheid van de ouders zijn de basis voor een intensieve samenwerking tussen school, ouders en kind. Er is bij HGW uiteraard ook aandacht voor de ondersteuningsbehoeften van de ouders. Ook zij kunnen vragen hebben of behoeften aan informatie, advies en/of begeleiding. De cyclus van handelingsgericht werken is een hulpmiddel om de ondersteuning op groeps-en individueel niveau concreet te maken. Op groepsniveau benoemt de leerkracht de onderwijsbehoeften van de leerlingen in zijn groep en documenteert dit in een groepsplan. De leerkracht doet dit ook op individueel niveau voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Voor de leerkracht betekent dit: 5 Signaleren; het signaleren van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben 6 Analyseren; het benoemen van de onderwijsbehoeften van leerlingen 7 Plannen; de leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften clusteren en een groepsplan opstellen 8 Realiseren; het groepsplan in de praktijk uitvoeren. HGW in relatie tot de basisondersteuning In het samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt over basisondersteuning. Deze afspraken zijn opgenomen in het schoolondersteuningsprofiel om een uitdrukking te krijgen van de kwaliteit van de basisondersteuning. In het SOP vinden we specifiek de volgende aspecten terug die van gerelateerd zijn aan het handelingsgericht werken. Concreet kunnen de volgende zaken worden genoemd Stap HGW Indicator 1. signaleren De school gebruikt een samenhangend leerlingvolgsysteem. De leraren signaleren op basis van gegevens vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben. De school gebruikt de ervaringsdeskundigheid van ouders. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 15

16 2. analyseren De school analyseert systematisch de resultaten van haar leerlingen. De leraren gaan in gesprek met leerlingen waarbij dat nodig is de mogelijkheden en ondersteunings-behoeften na. 3. Plannen De leraren stellen op basis van alle gegevens groepsplannen op. Groepsplannen worden aangepast op basis van de toetsgegevens observaties en evaluaties. 4. Realiseren De leraren zorgen voor een veilig klimaat in de school. De leraren stemmen de leerstof het aanbod en de materialen die zij gebruiken. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen tussen leerlingen. De leraren stemmen instructie en verwerking af op de verschillen tussen de leerlingen De leraren werken met doorgaande leerlijnen. De leraren geven effectieve instructie. De leraren voeren de groepsplannen systematisch uit. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 16

17 Bijlage 2 Stroomschema s zorgplicht Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 17

18 Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 18

19 Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 19

20 Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 20

21 Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 21

22 Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 22

23 Bijlage 3 Schematische weergave. Uitwerking route naar extra ondersteuning Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 23

24 Stappen in de route 1. Signaleren door de leerkracht handelingsgericht werken in de groep ( groepsbespreking) 2. Omschrijven van de onderwijsbehoefte ten behoeve van aanvullende ondersteuning in de groep/school 3. Schoolnabije ondersteuning in groep of school met ondersteuningsteam en deskundigenadvies Activiteit in de betreffende stap Belangrijk is, dat leerkrachten in staat zijn te signaleren wanneer de ontwikkeling van een leerling stagneert binnen de basisvoorwaarden van ondersteuningstoewijzing. Op dat moment start de route van ondersteuningstoewijzing, op basis van handelingsgericht werken (HGW) in de klas. Uiteraard betrekt een leerkracht op dit moment ook de ouders van de betreffende leerling bij het proces: zij werken constructief samen om een oplossing te vinden. Signaleren vindt onder andere plaats op basis van: - methode- en niet methoden gebonden toetsen; - observatie in de klas: - gesprek met de leerling. Op het moment dat de leerkracht handelingsverlegen is, gaat hij of zij in gesprek met de IB-er (of andere functionaris) van de school. Deze functionaris maakt in eerste instantie een gedegen analyse van de situatie (leerkracht-overstijgend) en geeft vervolgens advies over een mogelijke aanpak. Er worden afspraken gemaakt over terugkoppeling en het betrekken van ouders bij het traject. Deze functionaris is tevens verantwoordelijk voor professionele dossiervorming en heeft daarmee de rol van trajectbegeleider en regievoerder in het arrangeerproces op school. Er wordt een start gemaakt met het opstellen van een groeidocument. Indien zowel school en ouders niet kunnen aansluiten op de onderwijs- ( en opvoed)behoeften van de leerling, wordt de hulp van het ondersteuningsteam ingeroepen. Tot dit ondersteuningsteam behoren, naast leerkracht, ouders en doorgaans de IB er ook een onderwijsspecialist ( orthopedagoog, psychloog), consulent SBO voor vragen in de lichte ondersteuning of een trajectbegeleider SO voor vragen in de zware ondersteuning. Daarnaast sluit indien er eveneens vragen zijn in of om de opvoedingssituatie of omtrent fysieke ondersteuning, een medewerker aan vanuit de jeugdhulp. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan schoolmaatschappelijk werker of jeugdverpleegkundige. De directeur van de school is eindverantwoordelijk voor het arrangeer-proces. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 24

25 De vervolgstap is afhankelijk van welk soort arrangement vanuit het ondersteuningsteam geadviseerd wordt: - afgestemd aanbod; ertise vanuit de aanbodkant; aar speciaal (basis)onderwijs. 4. Speciale onderwijsvoorziening Op het moment dat duidelijk is dat aan de onderwijs- ( en opvoed)behoefte van een leerling het best tegemoet kan worden gekomen in het speciaal (basis)onderwijs wordt in eerste instantie een deskundige van de beoogde SBO- of so-school uitgenodigd op de school. Deze persoon kan tevens dienen als de tweede deskundige als bedoeld in de regelgeving. In het voornemen tot plaatsing in het SBO of so is de inhoud van het OPP leidend. Hierbij wordt het best passend arrangement gekozen. De voorkeur van ouders en het schoolondersteuningsprofiel voor de gewenste voorziening worden meegenomen bij het vinden van de juiste plek.. Met de tweede deskundige worden de mogelijkheden doorgesproken in termen van duur en intensiviteit van het arrangement. Daarbij komt aan de orde op welke wijze de SBO- of so-school met haar specifieke expertise invulling kan geven aan het benodigde arrangement. Gekeken wordt naar de mogelijkheden om een arrangement zo flexibel mogelijk vorm te geven, bijvoorbeeld een aantal dagdelen plaatsing in plaats van een volledige onderwijsplek. Tenslotte wordt uitgebreid stilgestaan bij het ontwikkelingsperspectief van de leerling, en de mogelijkheden die dit perspectief op termijn biedt voor terugplaatsing in het regulier onderwijs. Het ontwikkelingsperspectiefplan wordt opgesteld. 5. Afgeven toelaatbaarheidsverklaring ( TLV) Als stap 4 is afgerond wordt in geval van een plaatsing SBO, plaatsing SO of een arrangement in de zware ondersteuning bij het samenwerkingsverband een toelaatbarheidsverklaring of een arrangementsbeschikking aangevraagd. In geval van een voorgenomen plaatsing SBO wordt na ondertekening van het groeidocument door de ouders, de directeur van de basisschool en de directeur van de speciale school voor basisonderwijs de TLV door het SWV afgegeven. Na een procedurele toets is de afgifte slechts een administratieve handeling. Indien een plaatsing in het SO aan de orde is wordt eveneens een groeidocument aangeleverd dat is ondertekend door de ouders, de directeur van de Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 25

26 basisschool en de trajectbegeleider vanuit het SO. De commissie voor toelaatbarheidsverklaringen stelt vast of de aangeleverde documentatie procedureel en inhoudelijk voldoet aan de criteria van het SWV en of de leerling is aangewezen op een plaats in het speciaal onderwijs. 6. Evaluatie arrangement Mede afhankelijk van de termijn waarvoor de toelaatbaarheidsverklaring is afgegeven of voor een arrangement is beschikt vindt in ieder geval jaarlijks een evaluatie plaats om het arrangement indien gewent bij te stellen. Bij deze evaluatie zijn in ieder geval de verwijzende basisschool, de speciale ( basis)school en de ouders betrokken. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 26

27 Bijlage 4 Voorbeeld beschikking toelaatbaarheidsverklaring Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 27

28 Beschikking inzake toelaatbaarheidsverklaring van de Stichting Samenwerkingsverband PO De Kempen Postbus, postcode, bezoekadres en telefoon: De directie van de.. school Veldhoven: Beschikkingsnummer: datum PO Geachte directie, Hierbij treft u een toelaatbaarheidsverklaring aan van de Commissie voor Toelaatbaarheidverklaringen ( conform artikel 18a Wpo) ingesteld door de Stichting Samenwerkingsverband PO De Kempen Naam leerling Roepnaam Geboortedatum Datum ontvangst aanvraag Datum ontvangst ouderformulier Deskundigenrapportages (+ data ontvangst) Naam school De commissie is het volgende gebleken: Korte beschrijving van de motivatie tot aanvraag TLV Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 28

29 Beoordeling van de aanvraag. Op grond van de aangereikte informatie is CTLV van mening dat naam leerling, toelaatbaar is tot o het speciaal basisonderwijs o het speciaal onderwijs categorie 1 o het speciaal onderwijs categorie 2 o het speciaal onderwijs categorie 3 LZ ZML REC4 LG MG Deze toelaatbaarheidsdverklaring is geldig vanaf dd/mm/jjjj tot en met 31/07/jjjj Wilt u uw kind geplaatst zien op een school voor speciaal (basis) onderwijs dan dient u uw kind binnen 10 maanden na datum afgifte van deze beschikking aan te melden bij de betreffende school voor speciaal (basis) onderwijs. Belanghebbenden die het met deze beslissing niet eens zijn, kunnen daartegen binnen zes weken na verzending van deze beschikking schriftelijk bezwaar maken bij het bestuur van het samenwerkingsverband, onder vermelding van het beschikkingsnummer, de datum van deze beschikking en de redenen waarom men bezwaar maakt. Het adres van het bestuur staat vermeld op deze brief. Het bestuur vraagt vervolgens advies bij de Bezwaaradviescommissie zoals die is ingericht bij de Stichting Onderwijsgeschillen. De stukken die de CTLV heeft ontvangen ten behoeve van de dossiervorming worden geretourneerd aan de rechtmatige eigenaar dan wel de verzender van deze stukken. De CTLV verzoekt de eigenaar deze gegevens volledig beschikbaar te houden voor de CTLV gedurende de bezwaarschriftperiode van 6 weken na dagtekening van deze beschikking. Een afschrift van deze beschikking is verzonden aan: Aldus afgegeven te plaats en datum. Hoogachtend, Voorzitter CTLV SWV De Kempen ATTENTIE Bij aanmelding bij de school voor speciaal (basis)onderwijs dient u deze beschikking te overleggen. Bewaar deze beschikking zorgvuldig. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 29

30 Bijlage 5 Relevantie wetteksten en referentiekader Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 30

31 Onderwerp Vormgeving zorgplicht Wettekst en referentiekader Wettekst: artikel 18a lid 8 sub a Wp/ artikel 40 lid 4 Wpo Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd, vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Referentiekader pag. 6 Zorgplicht is geheel van maatregelen Kernelementen van de nieuwe wet zijn de zorgplicht, de niet vrijblijvende samenwerking tussen schoolbesturen en budgetfinanciering. Het geheel van maatregelen dat betrekking heeft op de onderwijsondersteuning van zittende en nieuwe leerlingen (aanmelding, inschrijving en toelating) vat de wetgever samen in het juridisch begrip zorgplicht. De zorgplicht ligt bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer het onderwijs kunnen doorlopen. Als een school geen passende onderwijsplek kan bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden geplaatst. Niet vrijblijvende samenwerking Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten alle scholen voor regulier en

32 Basisondersteuning (voortgezet) speciaal onderwijs binnen een samenwerkingsverband met elkaar samenwerken. Deze samenwerking is niet vrijblijvend. Doel is om gezamenlijk een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio te bieden, zodanig dat leerlingen al dan niet met extra ondersteuning - een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. Wettekst: artikel 18a lid 8 sub a Wpo 8. Het ondersteuningsplan omvat in elk geval: a. de wijze waarop wordt voldaan aan het tweede lid, tweede volzin, waaronder tevens zijn begrepen de basisondersteuningsvoorzieningen die op alle vestigingen van scholen in het samenwerkingsverband aanwezig zijn, (...) artikel 18a lid 2 Wpo Een samenwerkingsverband omvat alle binnen een gebied als bedoeld in het derde lid gelegen vestigingen van scholen, scholen voor speciaal onderwijs en scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voor zover daaraan speciaal onderwijs wordt verzorgd, behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra, met uitzondering van vestigingen waarvoor het bevoegd gezag is aangesloten bij een landelijk samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen, bedoeld in de vorige volzin, te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 32

33 Referentiekader pag. 11, Basisondersteuning Het begrip basisondersteuning staat niet in de wet. Nadere definiëring is daarom noodzakelijk. Ouders moeten weten wat zij tenminste van iedere school in de regio mogen verwachten als het om onderwijsondersteuning gaat. Daarmee wordt ook duidelijk welke bekwaamheidseisen aan het personeel kunnen worden gesteld. Een verbreding van interventies in de onderwijs-ondersteuningsstructuur binnen de school heeft immers consequenties voor het handelen van professionals. De competenties en bevoegdheden die nodig zijn om meer onderwijsondersteuning binnen de school te organiseren moeten binnen de school (al dan niet met inzet van anderen) beschikbaar zijn. Het is de opdracht voor scholen en schoolbesturen om tot een continuüm van onderwijsondersteuning te komen. Basisondersteuning vormt hiervoor het fundament, zodat vervolgens de gezamenlijke besturen tot een efficiënte en transparante verdeling van onderwijs-ondersteuningsmiddelen komen. Basisondersteuning kan verschillen per samenwerkingsverband, maar wordt binnen één samenwerkingsverband eenduidig geformuleerd. Het is aan de schoolbesturen en het samenwerkingsverband om het ambitieniveau gezamenlijk te bepalen en in beleid te operationaliseren. We omschrijven basisondersteuning als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijs-ondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. We gaan hierna op de vier aspecten van basisondersteuning in. Preventieve en licht curatieve interventies Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 33

34 Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deelt uit van de basisondersteuning. In de beschrijving van basisondersteuning worden vervolgens ten minste afspraken vastgelegd over lichte curatieve interventies: een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie (conform de protocollen); onderwijsprogramma s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van ondersteuning voor leerlingen op basis van IQ alleen wordt vermeden; fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben; (ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. een protocol voor medische handelingen; de curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met ketenpartners kan bieden; Bovengenoemde interventies zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en moeten de continuïteit in de schoolloopbaan van een leerling ondersteunen. Voor alle genoemde interventies geldt dat een diagnose behulpzaam is voor het inzetten van handelingsgerichte aanpak. Er wordt geen indicatie afgegeven die recht geeft op extra (leerlinggebonden) financiering. Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 34

35 Ondersteuningsstructuur Het tweede aspect van basisondersteuning is de inrichting van de ondersteuningsstructuur. In het ondersteuningsprofiel van de school wordt in ieder geval aangegeven wat de expertise is van het (ondersteunings)team voor wat betreft preventieve en (licht) curatieve interventies en hoe die zichtbaar worden in onderwijsorganisatie van de school. Ook wordt aangegeven hoe de specifieke expertise van samenwerkende scholen wordt benut en met welke ketenpartners wordt samengewerkt. Planmatig werken Het derde aspect van basisondersteuning is planmatig werken. De indicatoren Zorg en begeleiding, zoals die door de onderwijsinspectie in het toezichtkader voor po en vo zijn vastgelegd, vormen hiervoor het uitgangspunt. Extra ondersteuning Kwaliteit van de ondersteuning Kwaliteit is het vierde aspect van basisondersteuning. Criterium hiervoor is het landelijk vastgestelde toezichtkader van de onderwijsinspectie waarin een minimumnorm voor basiskwaliteit wordt genoemd: de leerprestaties (po) en opbrengsten (vo) van de school zijn tenminste voldoende en daarnaast voldoen het Onderwijsleerproces of de Zorg en begeleiding aan de gestelde norm. Wettekst: artikel 18a lid 2 Wpo Een samenwerkingsverband omvat alle binnen een gebied als bedoeld in het derde lid gelegen vestigingen van scholen, scholen voor speciaal onderwijs en scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voor zover daaraan speciaal onderwijs wordt verzorgd, behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de Procedure toeleiding ( vastgesteld ) Pagina 35