1 Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel"

Transcriptie

1 1 Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel 1.1 Inleiding Op 14 juli 1584 wordt het vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen Balthasar Gerards, die de Prins van Oranje om het leven had gebracht. Hij wordt als voorbeeld voor een ieder zeer rigoureus gestraft. Ingevolge het vonnis zal hij naar een schavot voor het stadhuis van Delft worden gevoerd, waarna eerst zijn rechterhand, waarmee hij het verraderlijke, moorddadige feit bedreven had, zal worden geschroeid en afgebrand met een gloeiend ijzer; vervolgens zal tot zes maal toe op verschillende plaatsen van het lichaam, waar het meest vlees zit, met gloeiende tangen het vlees uitgebrand en afgerukt worden. Hierna zal hij gevierendeeld worden, waarna zijn buik zal worden opengesneden, zijn hart zal worden uitgerukt en in zijn gezicht geworpen. Tot slot zal zijn hoofd worden afgehakt. Zijn ledematen worden, op in het vonnis aangegeven plaatsen, opgehangen en zijn hoofd wordt op een staak gespietst. 1 Op 15 april 2003 wijst de Rechtbank Amsterdam vonnis in een eveneens geruchtmakende moordzaak met een politiek oogmerk: de moord op de invloedrijke leider van een nieuwe politieke partij. Bij het bepalen van de hoogte van de straf neemt de rechtbank mede in aanmerking de geschokte rechtsorde, de brute wijze waarop het slachtoffer is omgebracht, de inbreuk op het democratisch proces en de generaal-preventieve werking die van deze straf dient uit te gaan. De rechtbank legt de veroordeelde een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaren op. 2 Het vonnis bevat geen indicatie van de wijze van tenuitvoerlegging van de straf. 1 Het vonnis is te raadplegen in het Gemeentearchief Delft, Oud Rechterlijk Archief, inv. nr. 46 (Eerste Crimineel Boeck ), folio 170 recto-171verso. 2 Rechtbank Amsterdam 15 april 2003, ECLI:NL:RBAMS:2003:AF7291. De veroordeling had overigens mede betrekking op een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en een vuurwapendelict. 1

2 Hoofdstuk 1 Zonder beide zaken gelijk te schakelen, springt het verschil in bestraffing in het oog. Een overeenkomst is er ook: in beide vonnissen wordt het oogmerk van generale preventie benadrukt, dat inhoudt dat met de bestraffing wordt beoogd anderen dan de dader te weerhouden van het plegen van strafbare feiten. In de uitwerking verschillen beide vonnissen echter aanzienlijk. Een aantal aspecten valt daarbij op. In de eerste plaats is het vonnis uit 1584, dat overigens ook naar de maatstaven van die tijd uitzonderlijk streng was, naar de opvattingen van de eenentwintigste eeuw van een ongekende wreedheid. In de tweede plaats, maar daarmee samenhangend, is het voorwerp van de bestraffing veranderd. In de zestiende eeuw was in ernstige zaken het lichaam en uiteindelijk het leven van de dader het voorwerp van de bestraffing, in de eenentwintigste eeuw is dat de vrijheid van de dader. 3 In de derde plaats beschrijft het vonnis uit 1584 gedetailleerd de wijze waarop het vonnis moet worden uitgevoerd. De rechter in 2003 volstaat met het aangeven van de duur van de gevangenisstraf, zonder dat hij een richtsnoer geeft voor de wijze van tenuitvoerlegging van de straf. Ten vierde valt het spiegelende karakter van de straf uit 1584 op: de rechterhand, waarmee het feit is gepleegd, dient het eerst te worden verminkt. Dat spiegelend karakter ontbreekt in de gevangenisstraf die in 2003 wordt opgelegd. Ten slotte is de straf die Balthasar Gerards diende te ondergaan toegespitst op een zo ruim mogelijke publieke uitwerking. Waar de gevangenisstraf doorgaans in de beslotenheid van een penitentiaire inrichting wordt ondergaan, is zowel het voltrekken van de doodstraf als het tentoonstellen van het stoffelijk overschot gericht op een zo groot mogelijke openbaarheid. Deze verschillen vormen een illustratie van de tijd- en cultuurgebondenheid van het sanctierecht. Zelfs als sprake is van een gedeeld strafdoel als generale preventie, kunnen de opgelegde sancties en de executie daarvan grote verschillen vertonen. In dit hoofdstuk zal de aandacht worden gericht op de theorievorming over en de geschiedenis van het sanctierecht. Beide onderwerpen lopen in elkaar over. De inrichting van het sanctiestelsel draagt de sporen van de op het moment van totstandkoming heersende strafrechtelijke stromingen. Voor een goed begrip van ons huidige sanctiestelsel dient te worden teruggegaan tot de tweede helft van de achttiende eeuw, waarin nieuwe denkbeelden over de inrichting van het strafrecht opkwamen, die de geest ademden van de Verlichting. De burger kwam in deze opvattingen meer centraal te staan en het verzet groeide tegen de nodeloos wrede strafpraktijken onder het Ancien Régime. 4 3 Zie over deze ontwikkeling: M. Foucault, Discipline, toezicht en straf, De geboorte van de gevangenis, Groningen: Historische Uitgeverij 1989 en voor een kritische reactie op de analyse van Foucault: P. Spierenburg, The prison experience, Disciplinary institutions and their inmates in early modern Europe, Amsterdam: University Press Zie ook A.G. Bosch, De ontwikkeling van het strafrecht in Nederland van 1795 tot heden, zesde druk, Nijmegen: Ars Aequi Libri

3 Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel 1.2 Ontwikkeling van het sanctiestelsel vanaf 1800 In 1764 verscheen van de hand van de Milanese rechtsgeleerde Cesare Beccaria het traktaat Dei delitti et delle pene ( Over misdaden en straffen ). 5 Beccaria verzet zich daarin tegen de willekeur en wreedheid van de strafpraktijk onder het Ancien Régime. Onderdeel van die strafpraktijk was een schavotcultuur, waarin sprake was van een openbaar schouwspel waarin het lichaam van de veroordeelde als object van het straffen werd gebruikt. 6 Deze straf kon bijvoorbeeld inhouden dat de veroordeelde werd gebrandmerkt, gegeseld of gedood. Zo werden in Amsterdam jaarlijks verschillende justitiedagen gehouden, waarop duizenden mensen zich rond de Dam verzamelden om getuige te zijn van de voltrekking van een aantal, vaak meer dan tien, schavotstraffen. 7 Vaak werd het gedode lichaam ter afschrikking publiekelijk tentoongesteld op galgenvelden. Tegen dergelijke wrede praktijken, maar ook tegen het betrekkelijk willekeurige en weinig rationele proces van straftoemeting onder het Ancien Régime, keerde Beccaria zich. Door een gebrek aan straftoemetingsregels had de rechter een grote mate van vrijheid de straf te bepalen. Die vrijheid bleek corruptie, regionale ongelijkheid en bevoordeling van de gegoede klassen in de hand te werken. Het traktaat van Beccaria vormt een pleidooi voor een strafrechtspleging die op rationele beginselen, zoals het gelijkheidsbeginsel, het legaliteitsbeginsel en de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, is gebaseerd. De wetgever zou de op te leggen straffen per delict al vooraf dienen te bepalen, zodat de straftoemetingsvrijheid aan de rechter zou worden ontnomen. De ideeën van Beccaria vinden weerklank in de wetboeken die eind achttiende en begin negentiende eeuw onder invloed van de idealen van de Verlichting tot stand kwamen. In de Franse Code Pénal van 1791 was de rechter slechts la bouche de la loi, die de door de wetgever per delict gefixeerde straf uitsprak. Ook in ons land werd gewerkt aan een codificatie van het strafrecht. In 1809 kwam het Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland tot stand. Hoewel ook dit wetboek was geïnspireerd op de Verlichtingsidealen die aan de Franse codificatie ten grondslag lagen, heeft het zijn eigen karakteristieken. Anders dan de Fransen, die een diepgeworteld wantrouwen koesterden jegens de rechters, had de Nederlandse wetgever vertrouwen in de wijze 5 Cesare Beccaria, Over misdaden en straffen, ingeleid, van aantekeningen voorzien en vertaald door J.M. Michiels, tweede uitgave, Antwerpen: Uitgeverij Kluwer Rechtswetenschappen Zie onder meer Foucault (1989) en S. van Ruller, Geschiedenis van de vrijheidsbeneming, in: E.R. Muller en P.C. Vegter (red.), Detentie. Gevangen in Nederland, tweede druk, Alphen aan den Rijn: Kluwer 2009, p , m.n. p Zie nader P. Spierenburg, The spectacle of suffering, Cambridge: Cambridge University Press Zie voor de aantallen terechtgestelden p. 82. Vgl. voorts A. Beijer en C.H. Brants, Openbare rituelen: van schavot tot strafproces, in: A. Beijer e.a. (red), Openbare strafrechtspleging, Deventer: Kluwer 2002, m.n. p

4 Hoofdstuk 1 waarop de rechter van discretionaire bevoegdheden gebruik zou maken. 8 De rechter kreeg dan ook een ruime mate van straftoemetingsvrijheid, al was die wel aan bepaalde beperkingen gebonden (art. 56 e.v. Crimineel Wetboek). Het wetboek was niet in alle opzichten verlicht te noemen. Het kende twee doodstraffen (het zwaard en de strop). Op initiatief van Koning Lodewijk Napoleon verdween de mogelijkheid van het tentoonstellen van het lichaam van de ter dood veroordeelde. Deze wijziging illustreert de toenemende weerstand tegen de openbaarheid en het lijfelijke karakter van de strafvoltrekking. Die weerstand zou het aanzien van het sanctiestelsel in de komende eeuw ingrijpend veranderen. Het Crimineel Wetboek kende vier schavotstraffen (geseling en brandmerken, (louter) geselen, het zwaaien met het zwaard boven het hoofd en het te pronk staan). Daarnaast bevatte het Crimineel Wetboek een voorziening voor de gevangenisstraf van een bepaalde duur, die ten hoogste twintig jaren kon bedragen. De andere straffen waren: verbanning, geldboete, verklaring van eerloosheid, verklaring van onbekwaamheid en de vervallenverklaring van ambten, posten of bedieningen (art. 25 Crimineel Wetboek). Het Crimineel Wetboek was geen lang leven beschoren. Als gevolg van de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk werd de Franse Code Pénal van 1810 in de loop van 1811 ook in Nederland van kracht. In verschillende opzichten betekende deze wijziging een teruggang. De straftoemetingsvrijheid van de rechter was veel beperkter dan onder het Crimineel Wetboek; de strafsoort was in de regel per delict bepaald, tenzij een wettelijke strafverminderingsgrond van toepassing was. Als de rechter al de keuze had de omvang van de straf te bepalen, was hij veelal gebonden aan bijzondere minimumstraffen. De doodstraf bleef gehandhaafd, zij het dat de meer gruwelijke vormen van tenuitvoerlegging in de regel werden vervangen door de typisch Franse guillotine. Het strafstelsel kende onterende straffen, die zelfstandig konden worden opgelegd dan wel werden gekoppeld aan andere straffen. Zo was bepaald dat een veroordeelde, voordat deze een gevangenisstraf zou ondergaan, gedurende een uur aan de kaak werd gesteld. Dat betekende dat hij op een publieke plaats werd tentoongesteld, met vermelding van naam, adres, beroep, delict en straf (art. 22 Code Pénal 1810). Ook de verbanning en de degradation civique, die een ontzegging van velerlei rechten inhield, waren gerubriceerd als onterende straffen. De Code Pénal kende verder de volgende vrijheidsstraffen: (levenslange of tijdelijke) dwangarbeid, het wegvoeren naar een oord van ballingschap en het tuchthuis. Naast deze straffen kon in bij wet aangegeven gevallen de algemene verbeurdverklaring worden uitgesproken, wat inhield dat alle goederen van de veroordeelde aan de Staat vervielen. De tot levenslange dwangarbeid veroordeelde verloor zelfs al zijn burgerrechten ( mort civile ). Ten slotte kende de Code Pénal in bepaalde zaken de mogelijkheid de veroordeelde onder bijzonder politietoezicht te 8 W.C. van Binsbergen, Algemeen karakter van het crimineel wetboek voor het Koningrijk Holland, Utrecht: De Vroede 1950, p

5 Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel stellen, een geldboete op te leggen dan wel de verbeurdverklaring van bepaalde goederen uit te spreken. Ten opzichte van het Crimineel Wetboek ontbrak de openbare geseling als straf. Hoewel de inwerkingtreding van de Code Pénal het gevolg was van de kortstondige inlijving bij Frankrijk, bleef dit wetboek van kracht tot 1886, het jaar waarin ons Wetboek van Strafrecht in werking trad. De discussie over een nieuw wetboek werd vertraagd doordat de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden het niet eens konden worden over de vraag of het wetboek vooral op het Crimineel Wetboek dan wel op de Franse Code Pénal moest worden gebaseerd. Dit gebrek aan daadkracht liet onverlet dat in de jaren na de Franse terugtocht in 1813 belangrijke wijzigingen in het strafstelsel werden doorgevoerd. De algemene verbeurdverklaring, het bijzonder politietoezicht en de levenslange dwangarbeid werden al in 1813 uit het strafstelsel geschrapt. De maximumduur van van de vrijheidsstraf bedroeg twintig jaren. Niet altijd schoot de veroordeelde met het verhollandsen van het strafstelsel veel op. Zo werd de doodstraf niet meer voltrokken door middel van de Franse guillotine, maar door gebruikmaking van de Nederlandse strop (of het zwaard) en bij vrouwen door verwurging aan een paal. Een lijfstraf als de geseling en het zwaaien met het zwaard boven het hoofd werden in ere hersteld. Het strafstelsel kende ook het brandmerk en het schavot. Het afschaffen van de kaak vormde een schrale troost. Het desbetreffende besluit werd smalend het Gesel- en Worgbesluit genoemd. 9 In de loop van de negentiende eeuw voltrokken zich ontwikkelingen die voor de vormgeving van het huidige strafstelsel bepalend zijn geweest. Ten gevolge van voortgaande civilisatie groeide de weerstand tegen lijfstraffen als zodanig en de publieke voltrekking daarvan in het bijzonder. Geleidelijk maakte het lichaam van de veroordeelde als object van bestraffing plaats voor diens vrijheid. De vrijheidsstraffen werden daarmee belangrijker. De tenuitvoerlegging van de straffen onttrok zich bovendien steeds meer aan de waarneming van het publiek. Bij Wet van 29 juni 1854, Stb. 102, werden de schavot- en lijfstraffen, inclusief het brandmerken, afgeschaft. Het aantal feiten dat met de doodstraf werd bedreigd, werd teruggebracht en de tenuitvoerlegging ervan werd beperkt tot de strop. Op 31 oktober 1860 werd in Maastricht de laatste ter dood veroordeelde opgehangen. Bij Wet van 17 september 1870, Stb. 162, werd de doodstraf zelf ten grave gedragen. In plaats daarvan kon voor een aantal feiten levenslange tuchthuisstraf worden opgelegd, voor andere feiten dan wel in geval van verzachtende omstandigheden een tijdelijke tuchthuisstraf van minimaal vijf jaren. Volgens de wetgever was sprake van eene onder de beschaafde volkeren zich vestigende gemeene overtuiging dat de doodstraf in den normalen maatschappelijken toestand geen regt van bestaan meer heeft. 10 Zo werd de lichamelijke bestraffing uit het strafstelsel verbannen en vervangen door vrijheidsbeneming. Ook verdween de publieke strafvoltrekking uit het stadsbeeld. 9 Besluit van 11 december 1813, nr. 1, Stb. 1813, Kamerstukken II 1869/70, Bijlagen vel 208, p

6 Hoofdstuk Vrijheidsbeneming als straf In de loop van de negentiende eeuw werd vrijheidsbeneming de belangrijkste strafsoort. Deze strafvorm was niet nieuw. Ook het Crimineel Wetboek en de Code Pénal 1810 kenden vormen van vrijheidsbeneming. In 1596 was in Amsterdam het eerste tuchthuis op het Europese continent geopend. Maar in de tuchthuizen was vrijheidsbeneming eerder middel dan doel: het verblijf werd vooral dienstbaar gemaakt aan de disciplinering van de veroordeelde. In de loop van de achttiende en de negentiende eeuw won de vrijheidsbenemende straf aan terrein. Wel was de wijze van tenuitvoerlegging een punt van zorg. De Engelse filantroop John Howard had in 1777 verslag gedaan van de erbarmelijke omstandigheden in de gevangenissen in Europa. Gedetineerden verbleven veelal hongerig en zonder selectie in koude, stinkende donkere en vochtige lokalen. De sterfte aan besmettelijke ziekten was hoog. In de overvolle ruimtes kwamen gokken, geweld, misbruik en drank regelmatig voor. 11 De omstandigheden in de Nederlandse tuchthuizen staken volgens Howard gunstig af tegen de situatie in het buitenland, maar dat neemt niet weg dat ook nog in de eerste helft van de negentiende eeuw de omstandigheden verontrustend te noemen waren. 12 Gedetineerden gaven elkaar niet alleen besmettelijke ziekten door, maar ook criminele gewoonten. Gemeenschappelijke opsluiting zou losbandig gedrag in de hand werken. Geleidelijk ontwikkelde zich, mede onder invloed van de genoemde John Howard, een voorkeur voor een stelsel van eenzame opsluiting. Vooral in Engeland en de Verenigde Staten werd met deze nieuwe wijze van tenuitvoerlegging geëxperimenteerd. Deze zou een oplossing kunnen bieden voor de behoefte aan orde en discipline in de gevangenissen. Eenzame opsluiting zou een goede basis vormen voor zelfinzicht en inkeer van de gedetineerde. Daarvoor was het noodzakelijk dat de gedetineerde niet onderhevig zou zijn aan de kwalijke invloeden van zijn medegedetineerden. De mogelijkheid van inkeer was voor velen ook uit religieus oogpunt van belang. Dat gold bijvoorbeeld voor de Quakers, een godsdienstig genootschap dat de nadruk legt op het innerlijk leven en de overtuiging dat juist in de stilte God tot de mens spreekt. Deze Quakers stonden aan de basis van de meest ingrijpende variant van de eenzame opsluiting, die het Pennsylvania (of Philadelphia)-stelsel is gaan heten. Deze hield in dat gedetineerden dag en nacht in afzondering verbleven. De enige lectuur was de Bijbel. Bezoek en communicatie binnen de inrichting waren uitgesloten en zelfs het luchten geschiedde in eenzaam 11 J. Howard, The state of the prisons in England and Wales, Londen: William Eyres Anders dan de titel doet vermoeden, bevat het boek ook de weerslag van reizen van de auteur naar buitenlandse gevangenissen. De Republiek der Nederlanden wordt besproken op p Zie voor een uitvoerige beschrijving: H. Franke, Twee eeuwen gevangen. Misdaad en straf in Nederland, Utrecht: Het Spectrum 1990, hoofdstuk II. Zie ook A. Hallema, Geschiedenis van het gevangeniswezen, hoofdzakelijk in Nederland, s-gravenhage: Staatsdrukkerij en uitgeverijbedrijf 1958 en J.W. Eggink, De geschiedenis van het Nederlandse gevangeniswezen, Assen: Van Gorcum & Comp. N.V

7 Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel heid. Het accent in de bestraffing verschoof hier van het lichaam naar de vrijheid van de veroordeelde, waarbij in het bijzonder werd gestreefd naar een gunstige uitwerking van de straf op de innerlijke mens ofwel de ziel van de veroordeelde. 13 Deze vorm van eenzame opsluiting vormt een radicale illustratie van het miskennen van het sociale karakter van de mens. Als reactie op deze meest vergaande vorm van opsluiting kwam in de staat New York een alternatief stelsel tot stand, dat het Auburn-stelsel wordt genoemd. Deels kwam dit voort uit de gedachte dat volstrekt eenzame opsluiting inhumaan was. Bovendien dachten de voorstanders van dit stelsel dat zij hetzelfde konden bereiken op een goedkopere manier. Het Auburn-stelsel hield in dat gedetineerden gedurende de nacht werden afgezonderd, maar overdag samen aten, werkten en werden gelucht. Daarbij gold een zwijgplicht. Elke vorm van communicatie, ook het uitwisselen van blikken, was verboden, op straffe van sancties als zweepslagen en kromsluiting in de boeien. Een derde gevangenisstelsel dat in de negentiende eeuw tot ontwikkeling kwam, was het Ierse of progressieve gevangenisstelsel. Dit stelsel oogt veel moderner. Het stelsel ging uit van een puntensysteem, waarin de gedetineerde meer graden van vrijheid kon verdienen. De gedetineerde bracht eerst een aantal maanden in eenzame opsluiting door, waarna hij werd geplaatst in een regime waarin hij overdag met andere gedetineerden arbeid verrichtte. Ook was voorzien in een tussenstadium, een soort overgangshuis of halfopen detentiesituatie, waarin de gedetineerden konden wennen aan de vrijheid. Doorliep de gedetineerde ook dit stadium goed, dan werd hij voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Vanaf 1840 ontspon zich in het Nederlandse parlement een discussie over de invoering van het cellulaire stelsel. Van het cellulaire stelsel werd veel verwacht, maar ook bestond onzekerheid over de effecten van langdurige eenzame opsluiting. Ook het Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen (de latere reclassering) toonde zich voorstander van de invoering van het cellulaire stelsel. Dat zou als voordeel hebben dat het de criminele besmetting als gevolg van de tenuitvoerlegging in gemeenschap kon voorkomen en de veroordeelde tot zelfinkeer zou kunnen brengen. In 1851 voorzag de wetgever in de bevoegdheid van de rechter bij gevangenisstraffen van ten hoogste een jaar te bepalen dat maximaal de helft van de straf door middel van eenzame opsluiting zou worden ten uitvoer gelegd. 14 De keuze viel op het stelsel van Pennsylvania, met afzondering van de gedetineerde gedurende dag en nacht. Dat stelsel bood volgens de voorstanders de mogelijkheid streng te straffen zonder de excessen van de lijfstraffen en zonder de veroordeelde bloot te stellen aan de immorele aspecten van het toenmalige gevangenisleven in gemeenschap. 15 Wel werd dit systeem in zoverre gematigd, dat een gedetineerde ten minste zes maal daags zou worden 13 Zie ook Van Ruller (2009), p Art. 2 van de Wet van 28 juni 1851, Stb. 1851, Van Ruller (2009), p

8 Hoofdstuk 1 bezocht (art. 6 van de Wet van 1851). Spoedig werden de grenzen opgerekt, waardoor eenzame opsluiting voor een langere periode mogelijk werd. 16 De tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf werd in de loop van de negentiende eeuw steeds minder in gemeenschap ondergaan. 1.4 Het sanctiestelsel van het Wetboek van Strafrecht van 1881 Aan de totstandkoming van het Wetboek van Strafrecht van 1881, dat in 1886 in werking trad, gingen uitvoerige bespiegelingen over het sanctiestelsel vooraf. Het huidige stelsel vindt zijn basis in de keuzes die toen zijn gemaakt. 17 Het sanctiestelsel van 1881 kende de volgende karakteristieken: (1) relatief mild, (2) overzichtelijk, (3) met een centrale rol voor de vrijheidsstraf; (4) een nadruk op straffen en niet op maatregelen en (5) een belangrijke rol voor de strafrechter, onder meer tot uitdrukking komend in straftoemetingsvrijheid. Op deze vijf aspecten gaan wij hieronder in. (1) Relatief mild De wetgever koos voor een sober sanctiestelsel, dat ontdaan was van uitwassen uit het verleden, zoals de lijfstraffen. De strafwet kende evenmin onterende straffen. Volgens minister Modderman onteerde het misdrijf, niet de straf. 18 Het relatief milde karakter van het sanctiestelsel sloot overigens aan bij een traditie van een, in vergelijking met andere landen, gematigd strafrechtelijk klimaat in ons land. 19 De keuze voor een beperkt aantal straffen kwam in de eerste plaats voort uit de overtuiging dat bepaalde straffen niet in een beschaafd strafstelsel thuishoren. Naast de lijfstraffen keerde ook de doodstraf in het Wetboek niet terug, hoewel sommige parlementariërs reanimatie van deze straf bepleitten. Minister Modderman verweerde zich tegen deze pleidooien met argumenten van deels principiële aard juridisch en godsdienstig en deels met overwegingen van effectiviteit. Volgens hem was de afschrikwekkende werking van de doodstraf beperkt, was deze niet nodig voor het onschadelijk maken van misdadigers vanwege het alternatief van de levenslange gevangenisstraf, werd met deze straf de proportionaliteit uit het oog verloren, was deze onherstelbaar en kon deze op theologische gronden niet worden ondersteund. 20 Ook deportatie werd bewust uit het strafstelsel geweerd. 16 Wet van 29 juni 1854, Stb. 1854, 102 (tot twee jaar) en Wet van 24 juli 1871, Stb. 1871, Zie ook G.J.M. Corstens en J.P. Balkema, Het straffenarsenaal, in: Gedenkboek Honderd jaar Wetboek van Strafrecht, Arnhem: Gouda Quint 1986, p H.J. Smidt, Geschiedenis van het wetboek van strafrecht, tweede druk, Haarlem: Tjeenk Willink 1891, p Zie daarover ook W.F. van Hattum, Non bis in idem, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2012, p. 257 e.v., m.n Zie voor de discussie over de doodstraf: Smidt (1891), p

9 Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel (2) Overzichtelijk In de tweede plaats berustte het beperken van het aantal straffen op de wens de onderlinge vergelijkbaarheid van straffen te bevorderen. Die vergelijkbaarheid achtte de wetgever van belang voor het in acht nemen van een goede verhouding tussen de opgelegde straf en de ernst van het feit. 21 Het strafstelsel kende slechts drie hoofdstraffen: gevangenisstraf, hechtenis en geldboete. Gevangenisstraf was met name bedoeld voor opzettelijk begane misdrijven, terwijl hechtenis en geldboete waren bestemd voor overtredingen en culpoze misdrijven. De hoofdstraffen konden niet worden gecombineerd, omdat de aard van vrijheidsbeneming en de geldboete volgens de ontwerpers van de memorie van toelichting zodanig van elkaar verschilde, dat gezamenlijke oplegging niet verdedigbaar zou zijn. 22 Het uitgangspunt van eenvoud en overzichtelijkheid werd echter niet in alle opzichten consequent doorgevoerd. Naast de hoofdstraffen kon de rechter bijkomende straffen opleggen, die dit beeld van eenvoud en onderlinge vergelijkbaarheid verstoorden. Als bijkomende straffen kon de rechter in voorkomende gevallen kiezen uit de ontzetting van bepaalde rechten, verbeurdverklaring, plaatsing in een rijkswerkinrichting en openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Zij konden slechts in combinatie met een hoofdstraf worden opgelegd. (3) De vrijheidsstraf als centrale straf In het sanctiestelsel van 1881 nam de vrijheidsstraf een centrale plaats in. Het vertrouwen in deze straf hing samen met het geloof in het stelsel van cellulaire tenuitvoerlegging. Volgens minister Modderman ging de discussie niet meer over de afweging of de tenuitvoerlegging cellulair dan wel in gemeenschap diende plaats te vinden, maar alleen nog over de vraag wat de voorkeur verdiende: volledige cellulaire tenuitvoerlegging of een progressief stelsel. Alleen al omdat een progressief stelsel slechts geschikt zou zijn voor straffen van vijf jaren of meer, viel dit stelsel volgens de regering af. 23 Ook was de regering van mening dat het wenselijk was de gedetineerde langer af te zonderen dan in het progressieve stelsel gebruikelijk was. Ingevolge art. 11 van het Wetboek van Strafrecht van 1881 werden gevangenisstraffen van vijf jaren of minder geheel en gevangenisstraffen van langere duur gedurende de eerste vijf jaren in afzondering ondergaan. De minister achtte het gevaarlijk verder te gaan dan vijf jaren, omdat onduidelijk was welke uitwerkingen een zeer langdurige opsluiting op lichaam en geest zou hebben. In het algemeen werd een cellulaire tenuitvoerlegging als zwaarder beschouwd dan een tenuitvoerlegging in gemeenschap. Wel zou de gedetineerde kunnen verzoeken langer dan vijf jaren in afzondering te verblijven. Met het wettelijk systeem verdween de beslissingsbevoegdheid van de rechter om al dan niet de cellulaire tenuitvoerlegging te bevelen; voortaan 21 Smidt (1891), p Smidt (1891), p Smidt (1891), p

10 Hoofdstuk 1 was afzondering gedurende de eerste vijf jaren voorgeschreven. Een uitzondering werd gemaakt voor jeugdigen onder de veertien jaren, ouderen boven de zestig jaren en voor gedetineerden die daarvoor na geneeskundig onderzoek ongeschikt werden bevonden (art. 12). Als zwaarste straf koos de wetgever voor de levenslange gevangenisstraf, zij het met bloedend hart, omdat minister Modderman meende dat deze straf in beginsel niet deugde. 24 Uit een oogpunt van bescherming van de samenleving kon zij echter volgens hem niet worden gemist, terwijl altijd de mogelijkheid van gratie zou blijven bestaan. In het strafstelsel koos de wetgever vol overtuiging voor de vrijheidsstraf als centrale strafsoort. De oplegging van geldboetes bij misdrijven van enige importantie werd ontmoedigd door onrealistisch lage boetemaxima te stellen, waardoor de rechter wel moest grijpen naar de vrijheidsstraf. Tegen de achtergrond van de cellulaire opsluiting valt een modern element in het strafstelsel op: de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.). Deze had tot doel de moeilijke overgang van de detentie naar de vrijheid voor veroordeelden tot een enigszins langdurige gevangenisstraf te verlichten. Het werd ook als een algemeen maatschappelijk belang gevoeld vermoedelijk ook vanwege kostenoverwegingen dat de minister van justitie kon beslissen een vrijheidsstraf in te korten zonder gevaar voor de openbare orde en veiligheid. 25 Wel was, mede na kritiek, gekozen voor een voorzichtige proef: v.i. kon eerst plaatsvinden nadat de veroordeelde drie kwart van zijn straftijd en ten minste drie jaren in de gevangenis had doorgebracht (art. 15). De voorwaardelijk in vrijheid gestelde die zich slecht gedraagt of in strijd handelde met de gestelde voorwaarden, kon worden aangehouden, waarna de v.i. kon worden herroepen (art. 16). (4) Eensporig: de straf In de kern betrof het sanctiestelsel van 1881 een strafstelsel. Als enige maatregel was de plaatsing in een krankzinnigengesticht opgenomen, die tegenwoordig onder de noemer van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis in art. 37 Sr is geregeld. Deze keuze berustte op doelmatigheidsoverwegingen: het werd praktisch geacht de rechter de bevoegdheid te geven de plaatsing te gelasten als hij toch over de zaak oordeelde. Een principiële keuze voor de maatregel als aparte sanctiesoort lag hieraan niet ten grondslag. 26 (5) Prominente rol voor de strafrechter Tot 1881 was sprake van een stelsel waarbij hoge minimumstraffen op bepaalde feiten waren gesteld, die slechts in geval van verzachtende omstandigheden dan wel door de toepassing van gratie konden worden verminderd. Het nieuwe wetboek kende de rechter een grotere mate van straftoemetings 24 Smidt (1891), p Smidt (1891), p D. van der Landen, Straf en maatregel. Een onderzoek naar het onderscheid tussen straf en maatregel in het strafrecht, Arnhem: Gouda Quint 1992, p

De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw.

De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw. De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw. Mei 2004 Simone van Esch ANR 304542 Universiteit van Tilburg Inhoud 1.0 Inleiding 2.0 Gevangenisstelsels in de 18 e eeuw. 2.1 Het

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 914 Initiatiefnota van het lid Helder tot wijziging van de samenloopregeling in het Wetboek van Strafrecht Nr. 2 INITIATIEFNOTA 1. Inleiding

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

De geschiedenis van misdaad en berechting

De geschiedenis van misdaad en berechting Gevangenismuseum Module 4 Lange Leo vertelt over: De geschiedenis van misdaad en berechting Lespakket basisonderwijs; groep 5 en 6 Werkbladen voor de leerling Misdaad en berechting door de eeuwen heen

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 464 Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

Samenvatting en concluderende opmerkingen

Samenvatting en concluderende opmerkingen Samenvatting en concluderende opmerkingen In deze studie is nagegaan voor welke strafbare feiten in Frankrijk, België, Duitsland alsmede Engeland en Wales bijzondere strafminima zijn geformuleerd, in welke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Vak Detentierecht Samenvatting Nederlands Detentierecht * * RECHTEN, JAAR 4

Vak Detentierecht Samenvatting Nederlands Detentierecht * * RECHTEN, JAAR 4 Vak Detentierecht Samenvatting 10-10-99 *8200236* RECHTEN, JAAR 4 JoHo Samenvattingen JoHo biedt een compleet pakket samenvattingen aan. In dé studentenwinkels van Nederland vind je bijvoorbeeld uitgebreide

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

2. Straf: de bedoeling en de werkelijkheid blz De bedoeling 2.2. De werkelijkheid

2. Straf: de bedoeling en de werkelijkheid blz De bedoeling 2.2. De werkelijkheid Inhoudsopgave 1. Misdaad en straf blz. 3 2. Straf: de bedoeling en de werkelijkheid blz. 4 2.1. De bedoeling 2.2. De werkelijkheid 3. Vrijheid na detentie blz. 5 3.1. Recidive, eens een boef altijd een

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer 6 Berechting Z.C. Driessen en R.F. Meijer In 2015 deed de rechter 102.000 misdrijfzaken af, 20% minder dan in 2007 en 5% meer dan in 2014. Vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven vormden

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf 30-03-2016 1 De levenslange gevangenisstraf Lezing voor het Fries Juridisch Genootschap Mw. mr. dr. Wiene van Hattum 29 maart 2016 Huishoudelijk 2 Kennismaking: Universitair docent strafrecht en RUG Voorzitter

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt.

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. Ministerie van Justitie t.a.v. Mr. drs J.T.J.Struyker Boudier Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 16 augustus 2007 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5475995/07/6 onderwerp conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

1. Vrijheid, rechten en plichten blz Wat mag en moet jij?

1. Vrijheid, rechten en plichten blz Wat mag en moet jij? Inhoudsopgave 1. Vrijheid, rechten en plichten blz. 3 1.1. Wat mag en moet jij? 2. Regels en wetten. 2.1. Wetboeken 2.2. Regels voor de rechter blz. 4 2.3. Het Wetboek van Strafrecht blz. 5 3. Het Nederlandse

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk door een scholier 1573 woorden 23 januari 2002 5,8 206 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Het gevangeniswezen. Hoe gaat het er in de gevangenissen

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/113667

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 365 Wet van 7 september 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de

Nadere informatie

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz Inhoudsopgave 1. Democratie blz. 3 2. De staatsinrichting van Nederland blz. 4 2.1. Het kabinet en het parlement 3. De Grondwet blz. 6 3.1. De Grondrechten 4. Europa blz. 7 Afsluitende opdracht De Klassengrondwet

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken Vonnisnummer/ Griffienummer 1988/2018 Repertoriumnummer / Europees 2018/2551 Datum van uitspraak 7 november 2018 Naam van de beklaagde V. S. Systeemnummer parket 17CP16424 Rolnummer 18L001556 Notitienummer

Nadere informatie

De voorwaardelijke invrijheidstelling en de calculerende rechter *

De voorwaardelijke invrijheidstelling en de calculerende rechter * De voorwaardelijke invrijheidstelling en de calculerende rechter * Pauline Schuyt Inleiding Op 1 juli 2008 traden de nieuwe artikelen 15 tot en met 15l Wetboek van Strafrecht (Sr) in werking. Hiermee werd

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 17-01-2018 Verwerkt op 17-01-2018 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Tevens per internetconsultatie Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de heer W.M.J. de Wildt Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

U heeft de Nederlandse Orde van Advocaten verzocht te adviseren over bovengenoemd conceptwetsvoorstel.

U heeft de Nederlandse Orde van Advocaten verzocht te adviseren over bovengenoemd conceptwetsvoorstel. r - 7- Minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heer mr. LW. Opstelten ~ Postbus 20301 1 t f 1 2500 EH Den Haag Den Haa~g, ~3 ~hei 2~Ç1 Doorkiesnummer: 1 Faxnummer: E-mail: Betreft: Conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

De minimumstraf. Een verkennende studie naar het voorkomen van minimumstraffen in Frankrijk, België, Duitsland, Engeland en Wales.

De minimumstraf. Een verkennende studie naar het voorkomen van minimumstraffen in Frankrijk, België, Duitsland, Engeland en Wales. De minimumstraf Een verkennende studie naar het voorkomen van minimumstraffen in Frankrijk, België, Duitsland, Engeland en Wales. Prof. Dr. Anton M. van Kalmthout Prof. Mr. Peter J.P. Tak Voorwoord Het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 292 Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, en enkele andere wetten in verband met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 378 Besluit van 25 augustus 1999, houdende eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van bedrijfsleiders en beheerders (Besluit eisen zedelijk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN...

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN... INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN... xxiii HOOFDSTUK 1. INLEIDING...1 1. Nederlandse gedetineerden in het buitenland...1 2. Buitenlandse gedetineerden in Nederland...2 3. Internationale geldigheid van

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Rapport TOCH WEER ACHTER DE TRALIES

Rapport TOCH WEER ACHTER DE TRALIES Rapport TOCH WEER ACHTER DE TRALIES Rapport over een klacht over de Afdeling Internationale Rechtshulp Strafzaken (AIRS) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Openbaar Ministerie (OM) te

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht Titel XIV. Misdrijven tegen de zeden Artikel 239 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:

Nadere informatie

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing 3.2 De bevoegdheid van de officier van justitie tot het geven van een gedragsaanwijzing 3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing Zoals in het voorgaande aan de orde kwam, kunnen bepaalde tot ernstige

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2013 No. 2 Landsverordening van de 13 e december 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht IN NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Sint

Nadere informatie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 206 (R2127) Wijziging van enkele rijkswetten op het gebied van Justitie en Veiligheid in verband met gewijzigde regelgeving en enige andere

Nadere informatie

Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. De instellingen. Meer informatie. Justitie in de praktijk. U bent veroordeeld

Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. De instellingen. Meer informatie. Justitie in de praktijk. U bent veroordeeld Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk U bent veroordeeld U BENT STRAFRECHTELIJK VEROORDEELD De rechter heeft zich over uw zaak uitgesproken

Nadere informatie

Berechting. A.Th.J. Eggen

Berechting. A.Th.J. Eggen 6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel

Nadere informatie

2012 no. 24 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 27 april 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba

2012 no. 24 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 27 april 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba 2012 no. 24 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 27 april 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba Uitgegeven, 13 juni 2012 De minister van Justitie en Onderwijs,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 16 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598 ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 03-06-2003 Datum publicatie 09-07-2003 Zaaknummer 06/080083-03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Betoog Nederlands Doodstraf

Betoog Nederlands Doodstraf Betoog Nederlands Doodstraf Betoog door een scholier 1733 woorden 20 december 2003 7,5 59 keer beoordeeld Vak Nederlands De doodstraf "Met een handkar werd een lading stenen en kiezels naar een braakliggend

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.

Nadere informatie