~I/" ~s~,~ -2-G~ R,-_~1~8-~ ~I-\\----" /1\ /1 ' \1/ \ 'I, I I I I I 1. 1 v I,,1 :_- '\e .)\~~ \ CY',ek'

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "~I/" ~s~,~ -2-G~ R,-_~1~8-~ ~I-\\----" /1\ /1 ' \1/ \ 'I, I I I I I 1. 1 v I,,1 :_- '\e .)\~~ \ CY',ek'"

Transcriptie

1 ~,..l, ~/" '\e \ Mon.itoring natuurexperiment Dijktuin Tholen CY',ek' ~s~,~ -2-G~ R,-_~~8-~ resultaten 998 t/m 23 AJ.M. Meijer - -- \ \ i/ \ v " ",, :_- '>\ /\ / / ' - \\---' \\\, \/ \, i/...,/ ~-\\----".)\~~. ',',.,',., ~~ Bureau Waard~nb:~rg-bv Adviseurs voor ecologiè.ê mil!eu /, \ \ ',

2 ,-.... '..,.:.:""flllllll/u "". "~""" -Ó, PZOB-Pc484' -:. -. ênskd nito'i"ing!hatglirèxperiffient Dijktuin fhoièri te~;ulié "~--'..~._. '.'±~,-:~.:,-;.'~:;"~,-' '.:._j:~~.,; J,.,. - ': :

3 \. Monitoring natuurexperiment Dijktuin Tholen resultaten 998 t/m 23.AJ.M. Meijer,e ' Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu Postbus 365, 4 Al Culemborg Telefoon , Fax wbb@buwa.nl website: opdrachtgever: Rijkswaterstaat Directie Zeeland 8 november 24 rapport nr. 4-33

4 Status uitgave: eind rapport. Rapport nr.: 4-33 Datum uitgave: 22 november 24 Titel: Monitoring natuurexperiment Dijktuin Tholen Subtitel: resultaten 998 tjm 23 Samensteller: A.J.M. Meijer. / Aantal pagina's tekst: 2B Project nr.:. -69 en Naam en adres opdrachtgever: Rijkswaterstaat Directie Zeeland, Postbus 54,.433 KA Middelburg Referentie Akkoordvoor Paraaf: opdrachtgever: uitgave: Orderbon nr 32 d.d. 3 juli 2. Algemeen directeur Bureau Waardenburg bv. drs. H.w. Waardenburg Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uittoepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv: opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing.. Bureau Waardenburg bv / Rijkswateistaat Directie Zeeland Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport r;nag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie. microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schrif-telijke. toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het isvervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTKED gecertificeerd overeenkomstig BRL 999Ó:2oo / 5.9:2.. Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu. Postbus 365, 4 AJ Culemborg Telefoon , Fax B49 wbb@buwa.nl website: 2

5 3. ' le Voorwoord Op steenbekledingen van zeedijken wordt in de getijdenzone een bijzondere flora en fauna aangetroffen. Vooral de harde substraten langs de Oosterschelde herbergen vanouds soortenrijke levensgemeenschappen. Gebleken is dat de steenbekleding als substraat van invloed is op de begroeiing... t';adat vanaf 99 nieuwe inzichten' omtrent de begroeiingsmogelijkheden van dijkbekledingsmaterialen zijn verkregen in een eerste Dijktuin op Neeltje Jans, ontstond de behoefte de nleuwsteontwikkellngen te toetsen ophun waarde voor de begroeiing. Het idee voor een tweede Dijktuin was geboren. Dit tweede experiment is een initiatief van Rijkswaterstaat en het waterschap Zeeuwse Eilanden. Hetdoel is kennis te verkrijgen van de waterstaatkundige en ecologische waarde van de diverse bekledingen. Op grond van diverse overwegingen is het experiment gerealiseerd in997, langs de zuidkust van Tholen nabij Strijenham. n de periode 998 t/m 23 is een meerjarig monitoringprogramma uitgevoerd, waarin de verschillende proefvakken.elk jàafdfië mäál' tijrf'onderzocht: De' resultaten van 998 zijn gerapporteerd door het Rijksinstituut voor Kust en Zee/RKZ (Van Berchum, 999). n 999isde inventarisatie uitgevoerd door A.M. van Berchum (RKZ) en de rapportage door Bureau Waardenburg (Meijer, 2). n opdracht van Rijkswaterstaat Directie Zeeland is het onderzoek in de periode 2-23 voortgezet door Bureau Waardenburg. Om meer inzage te verkrijgen in de flora- en faunaontwikkelingen is een jaar meer onderzocht dan aarwankelijk beoogd werd. Gèzien het belang van de resultaten heeft het projectbureau Zeewèring~n' van. Rijkswaterstaat en de waterschappen in Zeeland dit extra onderzoek gefinancierd. n voorliggend rapport worden de. resultaten over de gehele periode geanalyseerd, waarmee het onderzoek' wordt afgesloten...

6 ,,-. e, le., -, nhoud, \ Voorwoord,, :, ; 3. - nleiding......,.;, 7 2 Onderzoeksmethodiek.,, :,. ;, 9 2. De proefvakken,~ : ~; ; :," ; Opnamedata.,,", : :9 2.3.Onderzoeksrnethode ; ; : 9 2.4' Data-opslag en bewerking ;...;.:, : 2.5.Beoordeling substraten ;.;, 3 3 Resultaten, :,,, 5 3. Mate van begroeiing, : : Aantal soorten : Presentie per soort ; ;,... ; 5 34 Presentie en bedekking van climaxsoorten ; ; Zonering en samenstelling van levensgemeenschappen, 7 4 Conclusies. : ;.',, : ; 2 5 Bronvermelding ~.:, ;.., 27. \ 'Tabe. Tabel2. Tabel3.. Tabel4. Tabel5. Percentage 'begroeide' Totaal aantal soorten waargenomen opnamen per proefvak per opnamedatum. per proefvak per opnamedatum. Presenties per proefvak, totaalonderzoeksperiode Ontwikkeling bedekking Fucusvesiculosus (Blaaswier). Presenties levensgemeenschappen per proefvak, per maand.' Figuur. Ontwikkeling percentage 'begroeide' opnamen per proefvak. Figuur 2. Ontwikkeling van' de soortenrijkdori per proefvak. Figuur 3A. Ontwikkeling presentie Fucus vesiculosus. Figuur 3B. Ontwikkeling gemiddelde bedekking Fucus vesiculosus. Figuur 4.. Ecologisch gewenste en ongewenste uitvoering van asfaltpenetraties. Bijlage Opnamedata transecten proefvakken Dijktuin Tholen. Bijlage 2a t/m 2g Samengevatte resultaten per jaar.. Bijlage 3a:t/m 3j Samengevatte resultaten per proefvak. 5

7 . nleiding Opsteenbekledingen van zeedijken wordt in de getijdenzone een bijzondere flora en fauna aangetroffen. Vooral de kust rond de Oosterschelde is vanouds zeer soort,enrijk. Om dit zo te houden is het noodzakelijk bij het beheer van de dijkglooiingen speciale aandacht te besteden aan het type steenbekleding. De steenbekleding is als hard substraat namelijk ván invloed op de begroeiing. Om de relatie tussen begroeiing en steenbekleding te onderzoeken, is in 99 een eerste Dijktuin aangelegd, op Neeltje Jans. Hier zijn tien proefvakken aangelegd, met materialen die toen relevant. waren. De onderzoeksresultaten zijn verwerkt in adviezen aan beheerders en fabrikanten van steenbekledingen. Het resultaat s dat er nieuwe steentypen zijn verscbenèn. en andere manieren van dijkbeheer. Daarop ontstond de behoefte de nieuwe ontwikkelingen te toetsen op hun waarde voor de begroeiing. Het idee voor een tweede Dijktuin was geboren. Dit tweede experiment is een initiatief van Rijkswaterstaat en het waterschap Zeeuwse Eilanden..Het doel is kennis te vergaren van de waterstaatkundige en ecologische waarde van de diverse bekledingen, terwijl er aanvankelijk ook een studie werd beoogd naar de milieukundige aspecten van de. constructies, Het milieukundig onderzoek is in beperkte vorm gerapporteerd in het kader van een evaluatie van het ontwerp en de uitvoering (Van den Burg & Everaars, 999). Op grond van diverse overwegingen ls het experiment gerealiseerd in 997, aan de zuidkust van Tholen. De keuze van de bekledingen in dit experiment is gebaseerd op wat fabrikanten aanboden en door dijkbeheerders werd toegepast. De volgende keuze is gemaakt:.. breuksteen, gepenetreerd met gietàsfalt; 2. breuksteen, gepenetreerd met gietasfalt en afgestrooid met lavasteen. 3. breuksteen,' gepenetreerd met colloïdaal beton; 4. Basalten ECOzuil; 5. Pit Poly Ecozuil; 6. Hydroblock ECO. Drie vakken grenzend aan de proefvakken zijn als permanente referentie gekozen, deze vakken bestaan uit respectievelijk basalt, Haringmanblokken en lessinese steen. / Over de monitoring van de begroeiing is jaarlijks tussentijds gerapporteerd (Van 7 Berchum, 999; Meijer, 2, 2, 2:2, 23). n voorliggend rapport worden de resultaten van een analyse over de geheleonderzoeksperiode beknopt gepresenteerd.

8 ." 2 Onderzoeksmethodiek 2. De proefvakken noordoost Binnen Dijktuin Tholen zijn zes proefvakken en drie referentievakken gelokaliseerd, van vak / nr.: naar zuidwest zijn deze als volgt gelegen: type substraat:. le,referentie basaltreferentie Haringmanblok breuksteen gepenetreerd met gietasfalt 2 breuksteen gepenetreerd met gietasfalt en afgestrooid met lavasteen 3 breuksteen gepenetreerd met colloïdaal beton 4 Basalton ECOzuil 5 Pit Poly Ecozuil 6 Hydroblock ECC referentte lessinesesteen Voor een nadere beschrijving van de vakken wordt verwezen naar Van Berchum (999). 2.2 Opnamedata De proefvakken t/m 6 zijn jaarlijks drie keer opgenomen (voorjaar, zomer, najaar), de referentievakken zijn jaarlijks één keer opgenomen (voorjaar). n bijlage zijn dé data weergegeven 2.3 Onderzoeksmethode Transectanalyse waarop de transectanalyses zijn uitgevoerd. n dit onderzoek is gebruik gemaakt van de zogenoemde transeetanalyse welke bij laagwater wordt uitgevoerd. Daartoe zijn in een lijntransect aaneensluitende opnamen van 5 x 5 cm gemaakt. Het transect is gelegen tussen de bovenzijde vande (steen)glooiing en de laagwaterlijn. Er is op deze wijze als het ware een dwarsdoorsnede gemaakt door de gehele getijdezone en de daarin voorkomende levensgemeenschappen. Per opname van 5 x 5, cm is de aanwezigheid van de verschillende.soorten organismen geïnventariseerd. De opnamegrootte van 5 x 5 cm voldoet voor de meeste soorten' aan het zogenoemde minimumareaal (Meijer & Van Beek, 988). Enkele soorten zijn dermate sporadisch aanwezig dat zij niet in het transect voorkomen, terwijl zij wel op het betreffende dijkvak aanwezig zijn. Dit blijkt uit naspeu ring buiten het feitelijke transect. Deze lage presentie. is met een aparte cod~ genoteerd 9 (x).

9 Verreweg de meeste soorten organismen die in de getijdezone voorkomen leiden een, vastzittend (sessiel) bestaan. De aanwezigheid van deze soorten kan dan ook volgens " traditonele vegetatiekundige methoden worden bepaald, waarbij iowel flora als fauna.... op dezelfde wijze worden behandeld. Slechts een gering aantal diersoorten in de getijdezone is dermate mobiel dat zij tijdelijk in de opnamen voorkomen. Va;' 'deze soorten is de aanwezigheid genoteerd, zonder nadere aanduiding van aantallen. De aanwezigheid' van' semi-mobiele soorten (zoals alikruiken) is volgens de vegetatiekundige 'schaal geschat om een onderscheid te kunnen maken in santalsklassen (zie Meijer & Van Beek, 988). _De presentie en de bedekking, van de afzonderlijke soorten organismen. is geschat met behulp van de door Braun Blanquet (964) ontwikkelde schattingsschaal welke is aangepast mede aan de hand van de verfijningen volgens Barkman, Doing & Segal (964). Presentie duidt op het aantal individuen in de opname. Bedekking duidt op de. oppervlakte die een soort volgens loodrechte projektie op hef substraat inneemt, uitgedrukt in x de soort komt slechtssporadischvoor, buiten het transect. in de opname komen slechtsenkele individuen voor. de individuen zijntalrijk, maar de bedekking bedraagtminder dan 5%. 2m de individuen zijn zeertalrijk, maar de bedekkingbedraagt minder dan 5%., 2a aantal individuen willekeurig, bedekking 5-2,5%. 2b aantal individuen willekeurig, bedekking 2,6-25%. 3 aantal individuen willekeurig, bedekking 26-5%. 4 aantal individuen willekeurig, bedekking 5-75%., 5.aantal individuen willekeurig, bedekking 76-%. o. de soort is aanwezig; aantallen zijn niet bepaald(betreft mobiele organismen). De hiervoor besproken methode is in 99 vastgelegd in het Standaardvoorschrift Getljdewaterenû.eewis, 99Q).,. Ī Determinatie en nomenclatuur Van de op het oog herkenbare soorten is in het veld direct de presentie/bedekking geschat, andere (kleinere) soorten zijn bemonsterd en later gedetermineerd niet een binoculair. Daarbij zijn microscopisch kleine soorten als groep genoemd (/)iatomeae, Edocarpaceae, Ulothrix/Urospora). Binnen een aantal geslachten kleinere wieren en dieren komen verschillende soorten voor welke slechts met tijdrovende determinaties of speciale technieken op soort gedetermineerd kunnen worden,. Van deze soorten is alleen de geslachtsriaam aangegeven (Enteromorpha sp., Porphyra sp.). Het tot op soort determineren van deze (veelal) micro-wieren valt buiten het kader.en budget van dit onderzoek.,, ' De determinaties van wiersoorten zijn in hoofdzaak uitgevoerd met behulp van tabellen en beschrijvingen volgens Stegenga & Mol (983).. Door Stegeriga et el; (997) is een nieuwe checklist voor wieren opgesteld, waarin verschillende soorten een nieuwe naamgeving hebben gekregen. Het gebruiken van deze checklist is aan te bevelen om internationaal volgens de meest recente nomenclatuur te percentage van het totaal oppervlak. ~r is gebruik gemaakt van de volgende schatlingsschaal:

10 .. le..' werken. Dit houdt echter in dat de vele opnamen die in eerdere onderzoeken in de Oosterschelde zijn gemaakt allen op naamgeving aangepast zouden moeten worden om de onderzoeksresultaten onderling te kunnen vergelijken. Deze aanpassing is in overleg met opdrachtgever nietuitgevoerd. 2.4 Data-opslag en bewerking Opslag basisgegevens' De inventarisatiegegevens zijn pertranseetanalyse in een basistabel (Excel) opgeslagen. Opname 'is bovenaan de glooiing gelegen, de opname met het hoogste nummer (rechts in de tabel) is gelegen onderaan de steenglooiing ten tijde van de inventariatie. De soorten zijn op alfabetische volgorde geplaatst, met wetenschappelijke naamgeving., Hieruit is per transect het aantal opnamen berekend waarin een soort is aangetroffen. De basistabellen zijn digtaal opgeslagen (archief Bureau Waardenburg en Rijkswaterstaat Directie Zeeland), Voor elk proefvak is een overzichtstabel gemaakt, waarin de transeetanalyses zijn samengevat Deze tabel is vervolgens gesorteerd naar opnamejaar ' (in dit rapport opgenomen in bijlage 2) en ook gesorteerd naar proefvak (zie bijlage 3). Vergelijkbaarheid gegevens Aangezien, de transecten vrijwel' dezelfde lengte hebben,' zijn in de loop van de onderzoeksperlede voor [de zes proefvakken vrijwel gelijke hoeveelheden opnamen gemaakt:',. asfaltpenetratie: 393 opnamen 2. asfaltpenetratie + lavasteen: ' 398 opnamen 3. betonpenetratie. 42 opnamen, 4. Basalton ECOzuil: 387 opnamen 5. Pit Poly Ecozuil: 6. Hydroblock ECO:.Beoordell ngsparameters 389 opnamen 379 opnamen Voorafgaand aan' de databewerking is een' keuze gemaakt voor een aantal te onderzoeken parameters, waarmee ecologische verschillen in de resultaten kunnen worden bepaald: - Begroeide oppervlakte, als algemene norm om, de geschiktheid van dijkbekledingsmateriaal als substraat aan te duiden. Hierbij wordt geen onderscheid. ' gemaakt naar soorten, noch naar bedekking; s er een soort aangetroffen dan scoort de betreffende opname.,, - Het aantal soorten per opname, het gemiddeld aantal soorten per proefvak, het totaal aantal soorten, als norm om de soorten rijkdom op het betreffende substraat aan te duiden: ' -,Presentie per soort: in hoeveel procent van een groep opnamen komt een soort voor, als norm voor de mate waarin een soort op het betreffende substraat voorkomt. Hierbij wordt niet gekeken naar de bedekking: is een soort in een opname aanwezig, ongeacht bedekking, dan scoort de betreffende opname.

11 - Bedekking per soort: met welke bedekking komt een bepaalde soort voor, als norm,voor de geschikheid van het betreffende substraat voor deze soort. Gezien de grote hoeveelheid basisgegevens betreft dit een selectie van soorten. Om gemiddelde bedekkingen te kunnen berekenen en ontwikkelingen grafisch te kunnen uitzetten, zijn voor de geselecteerde soorten de klasses uit de schattingsschaal vertaald naar waarden tussen en, min of meer overeenkomend met het klasse-gemiddelde (en met faktor '- verkleind), volgens onderstaand overzicht. De bedekking kan daarbij variëren tussen van (soort niet aanwezig)tjm ~ (bedekki~g maximaal). Toelichting: bijvoorbeeld 3 uit de schattingsschaal betekent bedekking tussen 25 % en 5%, het gemiddelde daarvan is 37,5%, dit is afgerond op 4% en geeft vervolgens de rekenwaarde 4, schattings-schaal rekenwaarde, x, r,3 l',5 2m,7 2a 2b Type levensgemeenschap en breedte van de afzonderlijke zones die de "levensgemeenschappen innemen, als norm voor de beoordeling van de mate van compleetheid van de ontwikkelde begroeiing. Het type levensgemeenschap is per opname van.5x5 ern bepaald aan de hand van de totale soortensamenstelling en. de dominerende soorten. Aangezien de' levensgemeenschappen in de meeste gevallen scherp begrensde zones innemen, soms gekoppeld aan veranderingen in het harde substraat; is het onderscheiden van de gemeenschappen per opname relatief eenvoudig. Computerbewerkingen zijn in' dit kader niet noodzakelijk. De gebruikte 'typologie van levensgemeenschappen is overgenomen Uit hetonderzoek van Bureau Waardenburg in de getijdezone van de Oostersehelde (Meijer & Van Beek, 988). De gebruikte codering voor de levensgemeenschappen is als volgt: Lichenes-gemeenschap - 2 Entophysalis-gemeenschap 3 Pelvetia-gemeenschap 4 Blidingia-gemeenschap 5 Cirripedia/ Littorinidae-gemeenschap '6 Enteromorpha-gemeerischap 7 Fucus spiralis~gemeenschap 8 Fucus vesiculosus-gemeenschap 9 Fucus serratus-gemeenschap' 2,. -, el

12 \.Ascophyllum-gemeenschap Cirripedia/ Littorinidae/Crassostrea/Mytilus-gemeenschap 2 Crassostrea-gerneenschap 3 Myiilus-gemeenschap 2.5 Beoordeling substraten. Bijde beoordeling van de substraten scoren de volgende aspecten positief:.. De begroeide oppervlakte is zo groot mogelijk. Oftewel hoe' groter het. aantal. 'begroeide' opnamen hoe hoger de 'score.,. 2. De. soortenrijkdom is zo groot mogelijk. Oftewel hoe groter het aantal soorten, hoe hoger de score.. 3. De bedekking van climaxsoorten. is groot. Oftewel hoe hoger de gemiddelde bedekking van de geselecteerde soorten, hoe hoger de score.' 4. Er is een complete zonering aanwezig van stabiele bruinwierlevensgemeenschappen op het grootste deel van de glooiing, of een soortenrijke fauna-gemeenschap met' een aspect van kleinere wieren. Boven de br:uinwierzone komen smalle zones voor van (van boven naar beneden) korstmossen, cyanobacteriën en klein darmwier. Om de verschillende substraten op bovengenoemde aspecten te kunnen beoordelen is de gemiddelde waarde van een aspect voor 'alle proefsubstraten tesamen over een aantal jaren berekend en vervolgens is nagegaan in welke mate een substraat onder of bo~en dit gemiddelde scoort. n een samen~attende tabel zijn de scores weergegeven, waarmee een eindoordeel mogelijk wordt. - '., 3

13 , '- 4.' ' - '

14 ., - 3 Resu taten. 3..Mate van begroeiing Per proefvak is per inventarisatie weergegeven in hoeveel. opnamen 'begroeiing' is aangetroffen, ongeacht het aantal soorten en ongeacht de bedekking van die soprt(exl.o",,>_> ~Li',,~~-'fc:4"!!!r~.!t~!'.~~~','".,;"".,,:,~,_.. ~;.~.~~.. _,~_;b,.,_.,-,_,,.-_,.~...,. :. <, Een bedekkingsscóre. x van slechts één só-ort telt al mee, waarmee de opname dus als 'begroeid' is beoordeeld, ook al lijkt er sprake van een kaal substraat. n tabel zijn de resultaten samengevat, in figuur grafisch weergegeven. Het jaar 998 is als pioniersfase beschouwd. De gemiddelde score van de zes,.... proefvakken over de periode 999 t/rn 23 bedraagt 79% begroeide opnamen. n tabel zijn de scores hoger dan dit gemiddelde met een kleur aangeduid. Hieruit blijkt dat proefvak Asfaltpenetratie beduidend lager scoort dan de overige proefvakken. De proefvakken 4 Basalton ECOzuil, 5 Pit Poly Ecozuil en 6 Hydroblock ECO scoren iets vaker hoger dan de andere vakken.. Deze beoordeling zegt nog niets over soortensamenstelling en bedekking, maar geeft wel aan dat proefvak 3.2 Aantal soorten afwijkt van de andere vakken. Per proefvak is per inventarisatie het totaal aantal waargenomen soorten berekend,. ongeacht de bedekking in de opnamen: Een bedekkingsscore xtelt al mee, ook al lijkt sprake van een kaal substraat. n tabel 2 zijn de resultaten.sarnengevat, in figuur 2 grafisch weergegeven. Het totaal aantal waargenomen soorten varieert tussen 26 en 32. Het totaal 'aantal soorten wordt door sporadisch voorkomende soorten bepaald,en geeft derhalve slechts een indicatie. Daarbij kan geconcludeerd worden dat het proefvak Asfaltpenetratie laagste totaal aantal soorten scoort, evenals het referentievak Basalt. n 998 en 999 is een sterke toename van het aantal soorten opgetreden, vanaf 2 vlakt de toename af. De gemiddelde score van de zes proefvakken over de periode 2() t/m 23 bedraagt 5 (4,6) soorten, n tabel 2 zijn de scores hoger dan dit gemiddelde' met een kleur aangeduid. Hieruit blijkt dat de proefvakken 2 Asfaltpenetratie met lavasteen, 3 Betonpenetratie vakken. en 4 Basalten ECOzuil vaker hoger scoren dan de andere' het 3..3 Presentie per soort De presentie (uitgedrukt als het aantal opnamen waarin een soort is aangetroffen, ongeacht zijn bedekking) is in de bijlagen 2 en 3 per proefvak weergegeven. Deze gegevens zijn gesommeerd in bijlage 4, n tabel 3 is een op totaalpresentie gesorteerde versie weergegeven. 5

15 n totaal zijn in çfit onderzoek 43 verschillende taxa (soorten en geslachten (in' geval van niet nader gedetermineerde organismen» aangetroffen, bezien over alle opnamen in '. zowel proefvakken als referentievakken. Gerangschikt naar presentieklasse is het aantal soorten als volgt: - komt voor in >5% van alle opnamen: - komt voor in26 t/m 5% van alle opnamen: - komt voor in > t/rn 25%van alle opnamen: - komt voor in >5tm % van alle opnamen: - komt voor in > Urn 5% van alle opnamen: - komt voor in ::;% van alle opnamen: taxon 8 taxa 6 taxa 5 taxa 8 taxa 5 taxa Dit betekent dat de helft van de 43 aangetroffen soorten in minder dan % van de opnámen voorkomt. De nadruk bij verdere uitwerking is gelegd op de soorten uit de eerste drie presentieklassen. Wanneer elke soort apart, beschouwd wordt, blijken de presentiepercentages vaak voor' meerdere proefvakken in dezelfde ordegrootte te liggen, terwijl er.voor een of meerdere proefvakken afwijkingen zijn. n tabel 3 zijn in de meest rechtse kolom de gemiddelde score van de proefvakken weergegeven. Met een kleur is vervolgens aangeduid in welke gevallen hoger dan gemiddeld gescoord is. Hieruit blijkt dat met name de proefvakken.t Asfaltpenetratie, 2 Asfaltpenetratie met lavasteen en 4 Basalton ECOzuil hoger scoren dan de andere proefvakken. Hoewel het totaal aantal soorten elkaar niet veel ontloopt, scoort de presentie van afzonderlijke soorten op deze vakken hoger. 3.4 Presentie en bedekking van cllmaxsoorten! Onder climaxsoorten worden hier verstaan soorten die indicatief zijn voor stabiele levensgemeenschappen die het eindresulaat van de natuurlijke successie zijn. Daarbij wordt grote waarde toegekend aan grote bruinwieren in combinatie met kleine rood-, groen- en bruinwieren. Binnen.de 43 waargenomen soorten vallen onder deze categorie: Fucus vesiculosus, Fucus spiralis, Fucus serratus, Ascophyllum nodosum, Gelidium pusillurn, Gigartina steata, Chondrus crisprus, Hildenbrandia prototypus, Lithothamnion lenormandii en Crassostrea gigas (als nieuw substraat). Daarnaast SActinia equina van belang als soort die vooral in holten in substraat wordt gevonden, n tabel 3 is aangeduid in welke proefvakken deze soorten meer dan gemiddeld zijn aangetroffen. Het blijkt dat alleen Fucus vesiculosus substantieel voorkomt, in mindere mate gevolgd... door Fucus spiralis. Beide soorten komen op alle proefvakken voor, waarbij de proefvakken 5 Pit Poly Ecozuil en 6 Hydroblock ECO lager scoren dan de andere.' proefvakken. Fucus serratus komt nauwelijks voor, alleen op de vakken, 2 en 3. Ascophyllum riodosurn is het meest gevonden op proefvak 2 en proefvak 4. Gelidium pusillurn scoort het meest op de proefvakken, 2 en 3. Gigartina is voornamelijk op proefvak 2 gevonden, Lithothamnion op proefvak 3.. Ī - 6

16 'l ~e, '4t.. _.. Actinia equina scoort opvallend veel hoger op de proefvakken 4, 5 en 6 en komt in verhouding weinig voor op proefvak 3. Crassostrea gigas komt in alle proefvakken voor, ~.-- "ma de hoogste presentie inproefvak 2. Uit bovengenoemde soorten is Fucus vesteulosus gekozen voor een nadere uitwerking van de basisgegevens o~dat van deze soort gedurende het onderzoek de meeste gegevens zijn verkregen. Per transect zijn de bedekkingscodes omgezet in' rekenwaarden (zie par. 2.4). Vervolgens is per opnamedatum de gemiddelde bedekking berekend. De uitkomsten zijn samengevat in tabel 4. Gemiddeld is Fucusvesiculosus in 'de zes proefvakken in de periode 999 tlm 23 in 8 (8,4) opnamen.gevonden. n tabel 4 zijn de scores hoger dan dit gemiddelde met een kleur aangeduid. Hieruit blijkt dat de proefvakken Asfaltpenetratie, 2 Asfaltpenetratie met lavasteen en 3 Betonpenetratie gedurende ook de laatste twee onderzoekslaren hoger. dan het gemiddelde, scoren; wat betreft aantal opnamen waarin Fucus vesiculosus voorkomt. De gemiddelde bedekking van Fucus.vesiculosus in de zes proefvakken in de, periode 999 t/m 23 bedraagt 3,6 (dit betekent in concreto een theoretische' gemiddelde bedekking van ca. 4% in de opnamen waarin de soort voorkomt). n tabel 4 zijn de scores hoger dan dit gemiddelde met een kleur aangeduid. Hieruit blijkt dat de proefvakken 2 Asfaltpenetratie met lavasteen, 3 Betoripenetratie en4 Basalton ECOzuil hoger scoren dan de andere vakken. Opvallend hoger scoort. n figuur 3A en 38 is de ontwikkeling is dat alleen 4 Basalton ECOzuil in23 van Fucus vesiculosus grafisch weergegeven. Uit figuur 3A blijkt dat het aantal opnamen in alle proefvakken afneemt; op de proefvakken 5 en 6 is de afname het sterkst. n deze proefvakken was de presentie gedurende de gehele onderzoeksperiode al lager., Wit figuur 3B blijkt-dat de bedekking op Asfaltpenetratie gedurende de gehele.onderzoeksperiode laag was, hoewel het.aantal opnamen (figuur 3A) relatief hoog lag. Voor alle proefvakken geldt dat de gemiddelde bedekking gedurende de laatste jaren afneemt. 3.5 Zon«:ring en samenstelling van levensgemeenschappen n par. 3.2 en 3.3 is gebleken dathet aantal soorten beperkt is gebleven, terwijl uit de,basisgegevens blijkt dat de b~dekking van veel soorten laag tot zeer laag genoemd worden. Het onderscheiden van levensgemeenschappen is weliswaar mogelijk, doch het rekenen met de uitkomsten en in beeld brengen van tussentijdse ontwikkelingen gaat gepaard met een schijnnauwkeurigheid. Besloten is daarom alleen de situatie zoals, aangetroffen in :23 te beoordelen. n tabel 5 is een overzicht gegeven van het aantal opnamen per levensgemeenschap, per proefvak. Wanneer als criterium genomen wordt dat tenminste vier levensgemeenschappen aanwezig moeten zijn, waarvan tenminste tj.,ee bruinwiergemeenschappen die tesamen tenminste acht opnamen innemen, dan scoren de proefvakken 2, 3 en 4 positief. Op 7 ' kan

17 proefvak is slechts bruinwiergemeenschap aanwezig. op proefvak 5 en 6 <;>ntbreken. deze gemeenschappen. Hieronder worden de resultaten van 23 per proefvak nader beschreven Vak Breuksteen gepenetreerd met gietasfalt n dit proefvak zijn op 6 juni 23, 9 'september 23 en december 23 respectievelijk 3,4 en 4 soorten waargenomen. n 22 schommelde het aantal van 4 tot 8 soorten. De diversiteit is derhalve niëttoegenomen. Verder moet opgemerkt worden dat de bedekking van de meeste soorten nog steeds marginaal is. Het in 2 voor het eerst aangetroffen roodwiertje Gelidium pusillum heeft zich in 22 onderaan de dijkglooiing kunnen handhaven in een zone van 8 à opnamen, met een bedekking van maximaal 25%. Verder zijn in dit proefvak in 23 wederom een aantal exemplaren van de paardeanemoon Actinia equina gevonden, i~ november is het aantal opnamen het hoogste..... De hoogste bedekking wordt ingenomen door Fucus vesiculosus, in een zestal opnamen. n tegenstelling tot 999 t/m 2 was er in 22 noch in 23 een duidelijk.. voorjaarsaspectvan Enteromorpha spp. aanwezig, Vak 2 Breuksteen gepenetreerd met gietasfalt en afgestrooid met lavasteen ' De toevoeging van een laagje met lavasteentjes kan wellicht een toename van het aantal f.. soorten tot gevolg hebben, omdat er meer aanhechtingsmogelijkheden voor wieren beschikbaar zijn. n dit proefvak zijn op 6 juni 23, 9 september 23..en december 23 respectlevetuk 5, 4 en 4 soorten waargenomen, n 22 schommelde het aantal tussen 7 en 9 soorten. De diversiteit is in 23 derhalve iets afgenomen.. Actinia equina komt op alle drie opnamedata in een brede zone voor, met enkele exemplaren per opname.. Gelidium pusillurn heeft zich in 23 goed kunnen handhaven en is enkele opnamen weer verder in bedekking toegenomen: in enkele opnamen zelfs met maximale bedekking van 4 (tot 75%) in november, De bedekkingen van Fucus spiralis en Fucus vesiculosus zijn i'n juni 23 hoog te' noemen, aanzienlijk hoger dan op het transect met breuksteen en gietasfalt. Ook in september en november 23 is de bedekking redelijk hoog (2b-3, Fucus spiralis enkele keer 4).. Net als in 999 t/m 22 bereikt Enteromorpha in 23 op dit substraat geen hoge bedekkingen. De overige soorten komen met minimale bedekkingen en aantallen voor. Ascophyllum nodosum komt in 23 in een brede zone voor, zij het met lage aantallen. Deze soort kan in de toekomst Vak 3 Breuksteen gepenetreerd met èolloïdaal beton wellicht een hogere bedekking gaan innemen. n dit proefvak zijn op 6 juni 23, 9 september 23 en december 23 respectievelijk 6, 5 en 6 soorten waargenomen. n 22 schommelde het aantal soorten van 7 tot 2 soorten. De diversiteit - -, is derhalve iets afgenomen. 8

18 ' '). - Fucus spiralis en Fucus vesteulosus hebben. zich' op alle drie opnamedata met (redelijk) hoge bedekking kunnen handhaven, wel is de bedekking van Fucus spiralis na juni. afgenomen. Net als. in 999 t/rn 22 valt in het najaar de zeer hoge bedekking vim Entophysalis,;, deusta op.., Enterómorpha spp. neemt in november een brede zone in. Gelidium pusilum is in dit proefvak in 23 op alle drie opnamedata in zeer geringe mate teruggevonden, Ook van Actinia equina zijn in verhouding tot de andere proefvakken weinig exemplaren aangetroffen., Vanaf september komt AscOphylium nodosum in een aantal opnamen voor, zij het met; geringe ~edekking. Wellicht kan deze soort in de toekomst een hogere bedekking gaan innemen. Vak 4 Basalten ECOzuil n dit proefvak zijn op 6 juni 23, 9 -septernber 23 en december 23 respectievelijk 4,3 en 5 soorten waargenomen. n 22 schommelde het aantal van 5 tot 6 soorten. De diversiteit is derhalve iets afgenomen. n 23 is de bedekking van Lichenesgeleidelljk toegenomen. n de bovenste opname is de bedekking in november toegenomen tot 3 (tot 25':5%). Actinia equina heeft zich in een brede zone kunnen handhaven. Fucus spiralis en, Fucus vesteulosus hebben zich na de lagere bedekkingen. van november 22 geleidelijk' hersteld, met maximale bedekkingen in september en november 23. Enteromorpha spp. komt ook in 23 niet in dit proefvak voor. Gelidium pusilum heeft zich in het Onderste deel van het transect kunnen handhaven, de bedekkingvarieert, Ook in dit proefvak heeft zich Ascophyllum nodosum gevestigd. De bedekking is nog.. \ " gering. Wellicht kan deze soort in de toekomst een hogere bedekking gaan innemen. De overige soorten komen met minimale bedekkingen en aantallen voor. '\ '., Vak 5 Pit Poly Ecozuil n dit proefvak zijn op 6 juni 23, 9 september 23 en december 23.~ respectievelijk3, 3 en 4 soorten waargenomen. n 22 lag het aantal op 4-5 soorten. De diversiteit is derhalve niet toegenomen. n de bovenste opnamen zijn Lichenes toegenomen. Actinia equina is in juni en november in een brede zone teruggevonden, zij hèt dat het aantal per opname gering ls.. n september 23 was deze soort in veel minder opnamen te vinden. Daarnaast heeft Gelidium pusillum zich in een smalle zone kunnen handhaven, waarbij de bedekking in november relatief hoog was. Verder speelt een blijvend lage bedekking van FUCl,JSvesteulosus gedurende geheel 23, na een terugval sinds het najaar van 2. Blidingia en Enteromcrpha spp. ontbreken net als in 22. De meeste soorten komen met minimale bedekkingen en aantallen voor. A met al maakt dit proefvak een kale indruk, Litlorinidae. Ascophyllum nodosum is nog niet opdit proefvak te vinden. 9 en Crassostrea gigas bepalen het aspect.

19 Vak 6 Hydroblock sco. n dit proefvak zijn op 6 juni 23; 9 september 23 en december 23 respectievelijk, 9 en 3 soorten waargenomen. n 22 varieerde het aantal tussen en 3 soorten. De diversiteit is derhalve zeker niet toegenomen Actinia equina en Gelidium pusilum hebben zich gehandhaafd,. zij het met zeer lage bedekkingen. zelfs met nauwelijks exemplaren in september 23. Crassostrea gigas heeft zeer hoge bedekkingen in de onderste opnamen in november 23. Ook hier is de bedekking van Fucus na de afname in november 2 zeer gering gebleven. Fucus spiralis is na mei 22 niet meer aangetroffen. Ook Fucus vesiculosus is sindsdien (nagenoeg) verdwenen... Blidiigia en Enteromorpha spp. ontbreken ook in 23,in alle drie opnamerondes. '. De meeste soorten komen nog met minimale bedekkingen en aantallen voor. A met al maakt dit proefvak een kale indruk, l.lttortnidae en Crassostrea gigas bepalen het aspect. Ascophyllum nodosumisnog niet op' dit proefvak te vinden. 2 r', e -

20 " ' 4' - " 4 Conclusies ", Situatie 23 n 23 is op vrijwel alle proefvakken het aantal soorten niet toegenomen of zelfs iets afgenomen ten opzichte van 22. Wat betreft diversiteit is er geen duidelijk verschil tussen de proefvakken te zien, het aantal soorten schommelt tussen 9 en 6: Dit aantal wordt door sporadisch voorkomende soorten bepaald, terwijl ook seizoensaspecten een. rol spelen. Voor de meeste soorten geldt datde bedekking van de afzonderlijke soorten beperkt is. Het aspect wordt veelal' door de grote bruinwieren, Enteromorpha sp. of Gelidium pusillum bepaald. Voor Gèlidiurn pusillum en Actinia equina geldt dat deze soorten zich in de meeste proefvakken in het referentievak blijvend gevestigd hebben. Beide soorten komen in 23 voor het eerst ook met basalt voor. Verder is gebleken' dat in de proefvakken 5 Pit Poly Ecozuil respectievelijk 6 Hydroblock ECO geen herstel van de bedekking met Fucus spiralis en Fucus vesiculosus is opgetreden, na deterugval van november 2. Deze beide proefvakken maken een tamelijk onbegroeide indruk (wierzonès ontbreken), het aspect wordt door Littorinidae en Crassostrea gigas bepaald. n de proefvakken 2 brèuksteen+gietasfalt-lavasteen. 3 breuksteen-colloïdaal beton en 4 Basalton ECOzuil is een geleidelijke toename van Ascophyllurn nodosum waar te nemen. De bedekking per opname is echter nog gering. Bij een geleidelijke toename in de toekomst kan deze soort wellicht een (co)dominante soort worden. Beoordeling proefvakken Op grond van de parameters zoals beschrévenln hoofdstuk3 iseen beoordeling van de, proefvakken gemaakt. ndien een proefvak hoger dan gemiddeld scoort krijgt het. proefvak een waarderingsscore. Daarbij is een wegingsfactor toegepast, zoals hieronder gemotiveerd. mate van begroeiing: aantal soorten: presentie per soort:., wegingsfactor, 'begroeid' zegt nog niets over aantal soorten en,bedekkingen. wegingsfactor 2, aantal soorten geeft wel een beeld van soortenrijkdom maar zegt nog niets over bedekking van soorten, noch over de soortensamenstelllng (pioniersoorten vs climaxsoorten). wegingsfactor 2, presentie is wel indicatief voor aantal opnamen waarin de soorten voorkomen, maar zegt nog niets over bedekking van soorten, presentie/bedekking kenmerkende soorten: wegingsfactor,, per soort kan een score behaald worden. Voor" Fucus vesiculosus wordt waarde gebruikt 2

21 omdat deze soort bij de volgende parameter wordt gebruikt. e ontwikkeling Fucus vesiculosus: wegingsfactor 2 voor score op criterium aantal opnamen en wegingsfactor 3 voor score op criterium gemiddelde bedekking. ' Hier worden hogere wegingen toegepast omd~t ( deze soort van groot' belang is voor de ontwikkeling van een stabiele soortenrijke. levensgemeenschap.. ontwikkeling zonering levensgemeenschappen: wegingsfactor 2,. een beter ontwikkelde zonering is immers indicatiefvoor hogere natuurwaarden..., De scores zijn in onderstaande tabel weergegeven: Beoordeling substraten' Q) Q).- ~ :::: :::: U >._ N UJ N ~ ~ U ~ Q) Q) ~ UJ U u r::: Q) r::: UJ Q) Q) r::: c... E c.. e-, ::ë ~ ~ r::: ~ ëi._ (ij (ij.. " ~ ~.~ ~ ~ Q) >.. rd.. OJ :: proefvak -> e-' N M '<t _.C'. criterium: Mate van begroeiing ( 3.), Aantal soorten ( 3.2) Presentie. per soort ( 3.3), 2 2' 2 Kenmerkende soort.( 3.4): Fucus vesteulosus Kenmerkende soort ( 3.4): Fucus spiralis Kenmerkende soort ( 3.4): Fucus serratus, Kenmerkende soort ( 3.4): Ascophyllurn nodosurn Kenmerkende soort ( 3.4): Gelidium pusillum. Kenmerkende soort ( 3.4): Actinia equina Kenmerkende' soort ( 3.4): Crassostrea gigas Ontwikkeling Fucus vesiculosus ( 3.4): aantal opnamen Ontwikkeling Fucus vesiculosus ( 3.4): gem. bedekking Levensgemeenschappen (zie par. 3.5) totaal scores Uit deze tabel blijkt datde proefvakken 2~3 en 4 aanzienlijk hoger scoren dan de andere drie proefvakken. De proefvakken 5 en 6 scoren in vergelijking met de andere vakken zeer laag. 22 r::: Q) Q). Ī tjl

22 . 4t Discussie De resultaten kunnen jaarlijks wat betreft de voorjaarsopnamen vergeleken worden met de referentievakken met Haringmanblokken, basalt respectievelijk lessinese steen. Wat betreft mate Van begroeiing (zie tabel ) scoren de proefvakken gemiddeld genomen tot en met 2 lager dan de referentievakken. n 22 en 23 zijn er geen grote verschillen in aantal begroeide opnamen. Aangezien het begrip 'begroeid' al geldt bij een bedekkingsscore x, zegt dit nog niet veel. Zo geven de vakken 5 en 6 een vrijwel kale aanblik in vergelijking met de referentievakken, slechts de aanwezigheid van alikruiken, zeepokken en/of paardenanemoon leiden tot' 'begroeid'. Wat betreft aantal soorten (zie tabel 2) komen de proefvakken vanaf 2 op eenzelfde aantalsniveau als de referentievakken. Het referentievak lessinese steen heeft de eerste jaren een duidelijk hoger aantal soorten. n 22 en 23 neemt dit echter vrij sterk af.... Ditverschijnsel doet zich in iets mindere mate ook op de aangrenzende proefvakken 5 en 6 voor. Wat betreft presentie per soort (zie tabel 3) en wat betreft nadere beoordeling van de geselecteerdesoorten (zie par. 3.4) komen enkele soorten meer of juist minder op een/meer van de referentievakken voor: Actinia equina, Gelidium pusilum en Crassostrea gigas komen nauwelijks op.referentievak Haringmanblokken voor, 'Enterómorpha spp. is weinig op lessinese steen gevonden, terwijl Hildenbrandia prototypus en Lithotharnnlon lenormandii juist veel vaker op lessinese steen zijn aangetroffen, Fucus vesiculosus komt aanzienlijk vaker in de proefvakken voor. Asdophyllum nodosum is alleen in hetreferentievak Lessinese steen aspectbepalend. De afwijking van Haringmanblokken kan mogelijk uitde weinige holten van het substraat, verklaard worden. De afwijkingen op lessinese steen zijn vooral indicatief voor het.! climaxstadium dat al jaren!n dit referentievak bereikt is: Wat betreft zonering en samenstelling van de levensgemeenschappen zijn er duidelijke verschillen tussen de proefvakken en de referentievakken (zie tabel 5), de zonering van de proefvakken, 2, 3 en 4 lijkt enigszins op die van de referentievakken Haringmanblokken en basalt. De zonering van de proefvakken 5 en 6 wijkt daar sterk van af en wijkt tevens sterk af van die op het aangrenzende referentievak lessinese 'steen. Dit laatste referentievak is het enige vak waar Ascophyllum nodosum in een brede zone de levensgemeenschap domineert. Uit de verschillende tabellen blijkt een achteruitgang in soortenaantal, presentie en bedekking in de laatste twee onderzoeksjaren op de proefvakken 5 en 6. Opvallend is dat eenzelfde terugval is opgetreden ophet aangrenzende referentievak lessinese steen. n Van Berehum (999, pag. 8) wordt gesteld dat er in de uitgangssituatie t vóór de aanleg van de proefvakken in het oostelijk deel grote bruinwieren aspectbepalend (visueel dominant) waren, naar. het westen namen fauna-gedomineerde levensgemeenschappen het aspect over. Variatie in het dijkbekledingsmateriaal (substraat) gaf geen aanleiding tot deze gradiënt. Variatie in het watermilieu werd door Van Berchum als oorzaak voor deze gradiënt gesuggereerd. Na de ontwikkeling gedurende de eerste jaren na de aanleg, waarbij zich op alle vakken in ieder geval.'tijdelijk wiergemeenschappen ontwikkelden, laat zich anno 23 eenzelfde gradiënt 23

23 zien. Zoals hierboven aangegeven valt de terugval op de proefvakken 5 en 6 samen met 'die op het referentievak Eindbeoordeling substraten Lessinese steen. Met de kanttekening zoals hiervoor onder discussie is gemaakt, kunnen de zes, substraten onderling vergeleken worden. Op grond van de beoordeling met weegfactoren, zoals hiervoor gemaakt is; scorende referentievakken 2 Asfaltpenetratie met lavasteen, 3 Betonpenetratie en 4 Basalton ECOzuil duidelijk veel hoger dan de andere substraten. Ter controle isgeëxerceerd met andere weegfactoren (hogere of lagere waarderingen per criterium), waaruit gebleken is dat men ook dan deze eind beoordeling Adviezen verkrijgt. n figuur 4 zijn vier verschillende uitvoeringen van breuksteen met gietasfalt schematisch weergegeven. Op grond van eerdere studies is in het verleden aanbevolen, terughoudend om te gaan met gietasfalt en dan alleen in combinatie met breuksteen (Van Berchum & Meijer, 2; Van Berchum & Meijer, 997; Meijer; 995; Meijer & Van Beek, 988). Aanbevolen werd geenszins 'vol en zat' te penetreren, zie figuur 4A/B. Uit dit monitoringonderzoek blijkt dat dit substraat (proefvak ') op een aantal beoordelingscriteria lager scoort dan andere substraten. Het alternatief van asfaltpenetratie met een afstrooiing van lavasteen (proefvak 2, zie figuur 4C) blijkt op verschillende beoordelingscritèria positief uit te werken. Hierbij geldt als algemeen advies dat hoe meer onregelmatigheid hoe meer holten er ontstaan waarin, tal van organismen zich kunnen vestigen. Voorkomen moet worden dat er vol en zat gepenetreerd wordt, n figuur 4D is de uit ecologisch oogpunt meest wenselijke, uitvoering van dit alternatief aangegeven. Wat betreft betonpenetratie (proefvak 3) geldt dat hier, nauwelijks andere.praktljkervanngen bekend zijn. Eerder is aanbevolen dit substraat toe te passen (o.a. Meijer, 995), doch vanuit technisch oogpunt werd aan de duurzaamheid getwijfeld. Ook hier geldtdat voorkomen moetworden dat het onderliggende substraat vol en zat.gepenetreerd wordt. Qua beoordelingscriteria scoort dit substraat hoog, zodat verdere praktijktoepassing Basalton ECOzuil (proefvak aanbevolen wordt. 4) scoort eveneens goed op meerdere beoordelingscriteria. De holten tussen de elementen kunnen levensgebied vormen voor tal van organismen zoals paarden anemoon en alikruiken. De ruwe toplaag geeft vestigingsmogelijkheden voor wiersoorten. De substraten Pit Poly, Ecozuil (proefvak 5) en Hydroblock ECO (proefvak 6) scoren beduidend lager dan het vergelijkbare substraat Basalton ECOzuil. Een gedeeltelijke verklaring kan liggen in een gradiënt in het watermilieu ter plaatse (zie hijrvoor onder discussie), maar dit valt niet nader te onderbouwen. Opvallend blijft dat de begroeiing op de aangrenzende vakken (proefvak 4 Basalton ECOzuil en referentievak Lessinese steen) beter ontwikkeld is. Geconcludeerd kan worden dat Wat betreft de Pit Poly Ecozuil en de Hydroblock ECO enerzijds wellicht de hoeveelheid holten en anderzijds. Ī -,24

24 . - vermoedelijk de toplaag van kalksteen minder geschikt zijn voor begroeiing. Bij de 'toplaag is het watervasthoudend vermogen van belang. Op de Basalton ECOzuil is een toplaag-van lavasteen aangebracht. Een ~itvoering van de Pit Poly Ecozuil en dé Hydroblock ECO met een toplaag van lavasteen zou wellicht betere begroeiings-.mogelijkheden bieden, dit zou in de praktijk getest kunnen worden.. 25

25 ,, 26,, ' ",,,,',',, '... '.., / - " ',',,,, ' \,,

26 . " 5 Bronvermelding ~.. Berchum, AM, van & AlM. Meijer, 2. Ecologisch advies voor de toepassing van asfaltconstructies in de getijdenzone. Gerelateerd aan dijkbekledingen van natuursteen en beton. Uitgave Rijksinstituut voor Kust en Zee. Werkdocument.,. RKZ/ AB/2.84.x. Berchum, A.M. van, 999. Experiment Dijktuin Tholen. Tussentijdse rapportage blomonitorlng 998; Rijkswaterstaat directie Zeeland. Werkdocument RKZ/ AB-99.89x. Berchum, AM. van & AlM. Meijer, 997. Hardsubstraat-evensgemeenschappen in de getijdezone van de Oostersehelde. Toestand en vergelijking met Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee. Rapport RKZ Burg, A van den & J.e. Everaars Proefvak ecologische dijkbekledingen Dijktuin. Evaluatie van het ontwerp en de. uitvoering. Rijkswaterstaat' Dienst Weg- en Waterbouwkunde en waterschap ZeeuwséEilanden. Rapport nr. W~DWW Leewis. R.J., 99. Standaardvoorschrift Getijdewateren. Litoraal. Rijkswaterstaat, dienst Getijdewateren, Den Haag... 'Meijen AlM., 2,2,22, 2Ó3. Monitoring' riatuurexperiment'dijktuin Tholen. Tussentijdse rapportages resultaten 999, 2, 2, 22 respectievelijk 23. Werkdocumenten Bureau Waardenburg bv, Culemborg. Meijer, AlM., 995. Aangroei en ontwikkeling van levensgemeenschappen op. aangepasteen nieuw aangelegde dijkglooiingen in de getijdezone van de Oosterschelde. Resultaten inventarisatie 988 Urn 994. Bureau-Waardenburg bv, Culemborg. Rapport nr " Meijer, AJ.M. & AC. van Beek, 988. De levensgemeenschappen op harde substraten.in dé getijdezone van de Oostersehelde. 'typologie, kartering, relaties met substraat, oppervlakteberekeningen, gevolgen van dijkaanpassingen. Bureau Waardenburg bv,. Culemborg. Rapport nr. 88.5, Stegenga, H. &. Mol, '983. ~ora van de Nederlandse zeewieren. Uitgave Koninklijke Natuurhistorische Vereniging, uitgave nr. 33. Stegenga, H.,. Mol, W.F. Prud'hornrne van Reine & G.M. Lokhorst, 997. Checklist of. the marine algae of the Netherlands. Gorteria Supplement 4:57 pp. Rijksherbarium/- Hortus Botanicus, Universiteit Leiden: SBN

27 ~ e, "',,; 28 " '. \..,

28 -. - Tabel. Percentage 'begroeide' opnamen per proefvak per opnamedatum. c: c: Q) : Q) Q) E... Q) n Q) n - btl :.j:j :::J - Q)... : :::J U c: c : ~ > : N UJ ";:: !!:! N "Vi n : U ~ n : Q) Q)... w u u Q) al c: Q) c: UJ...J Q) Q) Q) Q) c E >.. Q) :.j:j :.j:j.... c: +-' :.j:j c: c: : c: Q) Q) ra : a.. +-' n "' Q) '+- '+- Q) : +-' >,... Q) Q) n n Q) '+- '+- : :. co ë: '+- Q) Q) ~ N M "<:t {) \ % 84% 62% 8% 8% 8% 8% 8% % % 74% 75% 7% 64%- 64% 98-62% 7% 82% 7% 7% 7% % 6% 82% 86% 9% 82% 67% 67% % % 73% 64% 68% 59% 57% 99-62% 68% 87% 67% 67% 7% -5 88% 78% 74% 65% 87% 73% 7% 76% % -8 59% 65% 78% 68% 62% 7% - 59% 65% 9% 73% 73% 76% -4 9% % 77% 87%- % 86% 77% 86% % -8 5% 7% 96% 77% 86% 86% - 45% 7% 87% 86% 9% 9% % 9% 64% 82% 74% 9% 9% 86% 96% % 82% 83% 95% 95% 86% 2-64% 77% 75% 9% 9% 9% % 9% 62% 8% 86% 9% % 9% % % 8% 95% 9% % % % 8% % 9% 95% 9% gemiddelde score proefvakken in de periode 999 t/rn 23: 79%

29 Tabel2. Totaal aantal soorten waargenomen per proefvak per opnamedatum. l.a c: c: v m... v v V E V 'S b.o... :.p m 'S u c: ~ N LU 'Vi N c: ïil m ~... U ~ 'C J:; v LU U U V --l m m v... :r: co c: v c: LU v c: V V v >-.s v E.. :.p :.p :.p.e-... c:... "... c: c: c: ïil c... - ïil ïil.9 ~ v v ~ c-, v v s; :r: v v ~ m..c co... lc) V) v v..- N ~.. ~ [ ,_ l totaalaantal gemiddeldescoreproefvakkeninde periode2 t/rn23: 4,7soorten.

30 ē Tabel3, Presenties per proefvak, totaal onderzoeksperiade , periode totaal totaal totaal totaal totaal totaal totaal totaal totaal totaal gem. proefvak referentie referentie referentie totaal proefsubstraat Haringman basalt asfalt- asfalt met beton- Basalton Pit Poly Hydroblock Lessinese vakken penetratie lavasteen penetratie Ecozuil Ecozuil Eco aantal opnamen aantal "begroeid" % "begroeid" (d.w.z.,. soort aanwezig, ongeacht bedekking) 94% 83% 64% 75% 85% 8% 8% 8% 99% 8% afkorting Wetenseh. Naam Nederlandse naam Cirripedi Cirripedia zeepokken 34% 72% 7% 67% 49% 63% 53% 55% 6% 58% 59% Fucu vesi Fucus vesiculosus Blaaswier 28% 29% 54% 6% 54% 49% 42% 34% 4% 44% 49% Lilt orea Liltorina liltorea Gewone alikruik 4% 32% 34% 53% 2% 54% 59% 53% 42% 45%,~ Lipu mari Lipuria maritima (insect) 2% 49% 42"'" 56% 4'4% 4% 34% 3% 39% 4% 4% Lilt alis Liltorina liltoralis Stompe alikruik 9% 28% 28% 47% J 26% 46% 3% 3% 36% 33% 35% Acti equi Actinia equina Paardenanemoon 3% 3% 7% 3% 9% 44% 44% 44% ' 43% 29% 32"/. Crasgiga Crassostrea gigas Japanse oester 4% 6% 36% 43% 3% 29% 24% 26% 3% 29% 3% Amphi/lso Amphipodallsopoda amfipoden en isopoden 28% 38% 7%, 32"'" 3% 5% J 2% % 29% 28% 26% Ente spec Enteromorpha spec. darmwier 29% 26% 5% 38% 4$% 6% 6% % 8% 27% 29% Lilt saxa Littorina saxatilis Scherpe alikruik 48% 2% 22% 28% 38% 46% 2% 24% 3% Fucu spir Fucus spiralis Kleine zee-eik 8% 28% 26% 29% 23% 29% 6% 2"/. 8% 22% 22"'" Geli pusi Gelidium pusillum (roodwier) 8% 3% 28% 42% 5% 22"'" 4% 4% 3% 8% 2% Myti edul Mytilus edulis Mossel 7% 27% 2"'" 6% 3% 7% 4% 7% 32% 2% % Ento deus Entopysalis deusta cyanobacterieën 22% 3% 23ok'"' 6% % L~ 2% % 4% Porp spec Porphyra spec. purperwier 2% 23% 2% 3% 8% 2"'" 7% 5% 3% % % Pseu mari Pseudendoclonium marinum (groenwiertje) 3% % - 6% 5/ 27% 24% _J 5% % 5% Carcmaen Carcinus meanas Strandkrab 3% 5% 8% r 2% l, 6% 8% 5% 5% 6% % 9% Lichenes Lichenes korstmossen 3% 22% % 4% 2% g% 8% 6% 24% 9% 5% Asco nodo Ascophyllum nodosm Knotswier % 3% 2% r 8% 5% 2"'" 2% / 4% g% 6% BlidlEnte Blidingia spec. klein darmwier 7% g% 3% 4% 4% 5% 4% 3% g% 7% 7% Ulva spec Ulva spec. Zeesla 3% 4% 2% % 5% % % 5% 7% Giga stel Gigartina steata Kernwier % 4% 2% 4% 2"/. 6% 4% 5% Hild prot Hildenbrandia prototypus Wijnrood korstwier 7% % 2% - / 2"/. % 3% 4% 2% Lith leno Lithothamnion lenormandii Kalkkorstwier % 3% % % 3%,3% % 2% 4% 3% Chloromier microsc. groenw. 7% % % 2% 7% % 4% - 3% 3% Fucu serr Fucus serratus Gezaagde zee-eik g% - 3% 6% 2% % 4% Actinaria Actinaria slibanemoon 9% 3% - 3%,3% % 2% 2"/. % Diatomeae Diatomeae kiezelwieren % % 2% % % % - - 2"/. 4% Hydr ulva Hydrobia ulvae Brakwaterhoorntje,4% % 4% 4%,3% - % 2% UlotlUros Ulothrix spec.lurospora spec. (groenwiertjes) % % 2% 3% % 2"/. Elachista Elachista fucicola Dwergwier 2% - % 3%,3% - % % % Rail spec Rallsia spec. Zwart korstwier - % 3% 4% / 2"/. Chon cris Chondrus crispus ers mos % % 2"/. - 4% % 2% Pras stip Prasiola stipitata Groen kroeswier 3%,3% -,5% 2"/. Metri seni Metridium senile Zeeanjelier 3% -,4% 3% Hydrozoa Hydrozoa hydroïdpoliepen %,3%,2% % Placophor Placophora keverslak 2"/.,% Poly spec PolysiphOnia spec. buiswier % -,% % Bryozoa Bryozoa mosdiertjes,3%,3%,3%,%,3% Bryospec Bryopsis spec. vederwier -,3%,4%,33% Dumo cont Dumontia contorta Schroefwier %,4% Peta fase Petalonia fascia Dunsteetje %,4% - Pilalilt Pilayella liltoralis (bruinwiertje),3% -,4%,32% totaal aantal taxa

31 Tabel 4. Ontwikkeling bedekking Fucus vesteulosus (Blaaswier). "-. c c c c f:j f:j <Ll <Ll <Ll <Ll E E ~ ~ <Ll <Ll <Ll <Ll eo bl) <Ll <Ll :p :p ~ f:j :p :::: :::: ~ :::: :::: U U C c C C lil f:j f:j f:j f:j N N u.j u.j ';:: ';::,._,._ N N ~ ~,._,._ 'Vi 'Vi ~ ~ ~ f:j f:j f:j u u <Ll <Ll <Ll <Ll u.j u.j U U U U <Ll <Ll.... C C <Ll <Ll C C u.j u.j...j...j <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll C C E E Q. Q. >. c-, :: :: <Ll <Ll :p :p :p :p Q... c c :p :p c c c c lil lil e e c c <Ll <Ll lil lil lil lil Cl.. Cl..,._,._ ~ ~ c -c <Ll <Ll <Ll <Ll ~ f:j >. >....,._ <Ll V V ~ ~... ~ f:j ~ ~ f:j.... co co ::: ::: ~ ~,._ <Ll,._ <Ll <Ll ~,._ '<""" '<""" N N M M '<t '<t.(l.(l \ \ ~ ~ -c -c -c -c -c -c -c -c -c <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll..c......c C C C C C C C C C Q. Q. Q. Q. Q. Q. Q. Q. Q. E E E E E E E E E <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll <Ll C bl) c bj c bl) c eo c bj c bj c bl) c eo c bj , 3 7,3 ', ' 6,9 9 7, 9 7,6 --s- 7,5 6' 9, 4' 2, ,3 7,5 5,5 6,8 5,8 4,8 99-, 6,4 2 8, 9 8, 8,5 9 8, -5 7,4 7 3,9 8,8 3,2 58 dt 6,6 9 4,8 6 3;5 6, ,2 2 2,5 2dJ.. - 8,4 2 2,9 2,3,5 lru 8!lJit ,9 6 4,8 9 2, 3 4,5 6,4 2,6 4 4, ,5 3 5,6 3 7,5 8 7, 5,9 4, - 8, 3 4,7 2 5,7 ~4,2 7, ~O, ,5 7 7,4 7 5,4 2 6, 7,7. 7 7, 5 2,2 5, 2, ,4 : 4,3...JJ- 5,5 7 7,6 4, 2,3 2- _.!L.,9 2,3 7 2,3 6 Li&. 5,7 2, ,3 7,2 7, 8 2,9 : 3,4 6 2, 5,3, 3-9 :b,3 8 2,8 2,8 6 4,9,, 3-2,6 -L 2,2 9 3, ,3 2, gemiddeld aantal opnamen waarin Fucus vesiculosus voorkomt in de periode 999 t/rn 23: 8,4 [gerntddelde bedekking in de proefvakken in de periode 999 t/m 23: 3,6

32 - Tabel5. - e le Presenties levensgemeenschappen per proefvak, per maand. ( aanta opnamen waarin gescoord), Opnamedatum (jjmm) c c c C Q) Q) Q) <l Q) Q) Q) E +-' Q) 2 V +-' Q) Q) - Q) V Q) Q) V Q) V b{) +-' :;:::l <l :;:::l ::l ::l U C <l ::l ~ ~ ::l U <l ::l ~ ~ ::l U C ra > <l N LU N > LU > N LU 'e <l.....!s N 'Vi.....!S N.....!S N V... +-,.... U,:,,! V +-' u,:,,!... +-' u,:,,! <l +-' +-' +-' <l Q) Q) +-' LU U U Q) Q) Q) Q) +-' LU U U Q) +-' LU U u cc c Q) C LU _J c Q) C LU C -Q) C Q) c Q) c Q) c LU..2 Q) Q) Q) E Q.. c-, : Q) Q) E Q.. >. : Q) E Q.. >...c :;:::l :;:::l Q.. C +-' ' :;:::l Q.. C +-' Q.. C +-' c c +-' +-' ra... +-' +-' c ra... +-' +-' ra ~ ~ ~ ~ -a ~ ra ra... -a ra ra... -a +-' V +-' >. '+- '+- +-' V +-' >. '+- '+- +-' V +-' >. V V Q) <l Q) V V Q) <l V V Q) <l ~ ~ <l <l..c cc ë: '+- <l <l..c cc s; <l <l..c cc ë: Proefvak Q) Q) Q) ('ol M "<:t L(\ \... e-' ('ol M "<:t L(\ \ e-' ('ol M "<:t L(\ \ Levensgemeenschap Korstmossen Cyanobacterieën Groefwier 4 Klein darmwier 5 Zeepokken/alikruiken Darmwieren Kleine zee-eik Blaaswier Gezaagde zee-eik Knotswier 7 Zeep./alikr.lJap, oest/mossel 2 Japanse oester Mossel totaal begroeid

33 e Figuur. Ontwikkeling percentage 'begroeide' opnamen per proefvak % 9% 8% 7% referentie Haringman 6% referentie Basalt r:: () - asfaltpenetratie :: - 2 asfalt met lavasteen 5% - 3 beton penetratie «i op' r:: - 4 Basalton Eeozuil 4% 3% - ~ Pit Poly Eeozuil - 6 Hydrobloek Eeo referentie Lessinese 2% % % opname

34 e e ~iguur2. Ontwikkeling van de soortenrijkdom per proefvak. 3r ~ 25"ar _J referentie Haringman referentie Basalt ~ asfaltpenetratie ~ 2 asfalt met lavasteen - 3 beton penetratie ~ 4 Basalton Eeozuil ~ 5 Pit Poly Eeozuil ~ 6 Hydrobloek Eeo.. referentie Lessinese opname

35 Figuur 3A. Ontwikkeling presentie Fucus vesteulosus 2 b.o 'N ;: : :3 V :::: V..2 :s v 'iii > V :::: v 8 :::: U- : 'l: 6 ;: : E... C Co 4 referentie Haringman referentie basalt... asfaltpenetratie... 2 asfalt met lavasteen ~ 3 beton penetratie... 4 Basalton Ecozuil... 5 Pit Poly Ecozuil... 6 Hydrobloek Eco referentie Lessinese.9 c 2 O+---~----~--~~--~----~---r----~--~----~--~----~--~----~--~----~ ~ ~ datum

36 e Figuur 38. Ontwikkeling gemiddelde bedekking Fucus vesiculosus 9~----~--~ ~ ~ 8 U? :s U..2 :s v iii 6 G) > U :s v :s LL. 5 c ls > b.o c ~4 G) " G) -'l G) ~3 " :E E G) b. 2 referentie Haringman referentie basalt ~ asfaltpenetratie ~ 2 asfalt met lavasteen 3 betonpenetratie ~ 4 Basalton Ecozuil ~ 5 Pit Poly Ecozuil ~ 6 Hydroblock Eco À referentie Lessinese o.~~--~~--~~--~~~~~~~~~~~~~;:~~ ~ datum

37 !. \ ' Ecologisch ongewenste uitvoering van asfaltpenetraties ' ", Ecologisch gewenste ultvoering asfaltpenetraties ", A breuksteen over basaltglooiing. " gepenetreerd ":let asfalt: vol en zat :..ot-. bloot oppervlak, breuksteen B. breuksteen over basaltglooiing. ' ~ bloot oppervlak gepenetreerd met asfalt: nlet vol en zat breuksteen.,-' ~ r Gerealiseerde uitvoering van' asfaltpenetratie àfgestrooid met lavasteen in Dijktuin Tholen ' (proefvak 2) Ecologisch gewenste uitvoering van asfaltpenetraties afgestrooid met ", lavasteen L 'C. breuksteen over basaltglooiing.. gepenetreerd met asfalt: vol en zat,'.._..: bloot oppervlak. breuksteen CXCCD lavasteen D. breuksteen over basaltglöoiing, gepenetrèerd met asfalt: ', deels vol en zat, atgestroold Figuur 4. Ecologisch gewenste en ongewenste uitvoering-van asfaltpenetraties...._ bloot oppervlak " breuksteen' = lavasteen,, \

Inventarisatie begroeiing schone koppen 2005

Inventarisatie begroeiing schone koppen 2005 Inventarisatie begroeiing schone koppen 2005 dijkbekledingsmaterialen met gietasfalt in de getijdenzone van de Oosterschelde A.J.M. Meijer P. Schouten Inventarisatie begroeiing schone koppen 2005 dijkbekledingsmaterialen

Nadere informatie

Notitie begroeiing proefvakken kanaaldijk bij Hansweert (getijdenzone) situatie oktober 2012

Notitie begroeiing proefvakken kanaaldijk bij Hansweert (getijdenzone) situatie oktober 2012 u. Notitie begroeiing proefvakken kanaaldijk bij Hansweert (getijdenzone) situatie oktober 2012 Inleiding Op verzoek van PL Meininger van Projectbureau Zeeweringen is door A.J.M. Meijer van Bureau Waardenburg

Nadere informatie

Ecologische ontwikkeling jaar 1: mei 2014-mei 2015 K. Didderen A.J.M. Meijer

Ecologische ontwikkeling jaar 1: mei 2014-mei 2015 K. Didderen A.J.M. Meijer Proefvlak Eco-Hillblock Ecologische ontwikkeling jaar 1: mei 2014-mei 2015 K. Didderen A.J.M. Meijer Proefvlak Eco-Hillblock Ecologische ontwikkeling jaar 1: mei 2014-mei 2015 drs. K. Didderen, drs. A.J.M.

Nadere informatie

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk Tussenrapportage: de ontwikkeling in 2010 Concept Meetadviesdienst Zeeland Grontmij Nederland B.V.

Nadere informatie

Notitie begroeiing zeedijk Westkapelle (getijdenzone) situatie oktober 2012

Notitie begroeiing zeedijk Westkapelle (getijdenzone) situatie oktober 2012 Notitie begroeiing zeedijk Westkapelle (getijdenzone) situatie oktober 2012 Inleiding Op verzoek van P.L. Meininger van Projectbureau Zeeweringen is door A.J.M. Meijer van Bureau Waardenburg een veld bezoek

Nadere informatie

Rapportage Overlagingsconstructie met schone koppen in de Oosterschelde. Notitie over de effecten van Schone koppen op wierbegroeiingen.

Rapportage Overlagingsconstructie met schone koppen in de Oosterschelde. Notitie over de effecten van Schone koppen op wierbegroeiingen. Rapportage Overlagingsconstructie met schone koppen in de Oosterschelde Notitie over de effecten van Schone koppen op wierbegroeiingen. R. Jentink, Rijkswaterstaat Meetinformatiedienst Zeeland, 2005 1

Nadere informatie

Synthese en vergelijking van de wierzone met voorgaande perioden A.J.M. Meijer K. Didderen

Synthese en vergelijking van de wierzone met voorgaande perioden A.J.M. Meijer K. Didderen Inventarisatie getijdenzone zeedijken Oosterschelde 2012 Synthese en vergelijking van de wierzone met voorgaande perioden A.J.M. Meijer K. Didderen Inventarisatie getijdenzone zeedijken Oosterschelde

Nadere informatie

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk De ontwikkeling in de jaren 2008-2010 Eindrapport Meetadviesdienst Zeeland Grontmij Nederland B.V.

Nadere informatie

Biomonitoring van levensgemeenschappen op harde substraten in de getijdezone van Oosterschelde en Westerschelde, resultaten 1989

Biomonitoring van levensgemeenschappen op harde substraten in de getijdezone van Oosterschelde en Westerschelde, resultaten 1989 Biomonitoring van levensgemeenschappen op harde substraten in de getijdezone van Oosterschelde en Westerschelde, resultaten 1989 AJ.M. Meijer bureau waardenburg bv postbus 365 4100 aj culemborg augustus

Nadere informatie

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten

De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten bij Ellewoutsdijk Tussenrapportage: de ontwikkeling in 2008 Definitief M.J. de Kluijver en T.J. Vanagt Grontmij AquaSense

Nadere informatie

Robert Jentink juli

Robert Jentink juli Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Zeeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg Contactpersoon Telefoon Robert Jentink 0118-622290 Datum Bijlage(n)

Nadere informatie

WIERAANGROEI OP ECO-HILLBLOCKS MET OPEN BETONSTRUCTUUR

WIERAANGROEI OP ECO-HILLBLOCKS MET OPEN BETONSTRUCTUUR WIERAANGROEI OP ECO-HILLBLOCKS MET OPEN BETONSTRUCTUUR DEELONDERZOEK AAN HALVE KOPPEN IN OOSTERSCHELDE BIJ YERSEKE Tim van Oijen HZ University of Applied Sciences, Delta Academy Onderzoeksgroep Building

Nadere informatie

Verslag wierenexcursie 16 april 2018, Strijenham, haventje en restanten oesterput. Foto s: DirkJan en Kirsten Dekker Tekst: DirkJan Dekker

Verslag wierenexcursie 16 april 2018, Strijenham, haventje en restanten oesterput. Foto s: DirkJan en Kirsten Dekker Tekst: DirkJan Dekker Foto s: DirkJan en Kirsten Dekker Tekst: DirkJan Dekker De aanleiding voor deze excursie was een tekst in het Zeeboek: De enige vindplaats van Hauwwier in Nederland is bij Strijenham, Tholen. Echter, de

Nadere informatie

Verslag wierenexcursie 23 februari 2019, Strijenham: Hauwwier bij de kleine strekdam? Foto s: DirkJan en Kirsten Dekker Tekst: DirkJan Dekker

Verslag wierenexcursie 23 februari 2019, Strijenham: Hauwwier bij de kleine strekdam? Foto s: DirkJan en Kirsten Dekker Tekst: DirkJan Dekker Foto s: DirkJan en Kirsten Dekker Tekst: DirkJan Dekker In de Flora van de Nederlandse Zeewieren (H. Stegenga, I. Mol) van 1983 staat over Hauwwier: Al vele jaren uitsluitend bekend van een strekdam bij

Nadere informatie

Directie Zeeland \ \ Datum bijlage(n) Kenmerk

Directie Zeeland \ \ Datum bijlage(n) Kenmerk Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Directie Zeeland \ \ Rijkswaterstaat PoideriDijkvak Westkappelse Zeedijk (Noord en Zuid) dp 169 - dp 225 Piet Hengst Vvo Provoost

Nadere informatie

Van: Jan Willem Slager Aan: Leden projectbureau

Van: Jan Willem Slager Aan: Leden projectbureau Van: Jan Willem Slager Aan: Leden projectbureau overleg Onderwerp: (actie projectbureau overleg 9901.4) concept Aanvulling Milieu-inventarisatie Zeeweringen Westerschelde. Bijgevoegde notitie is opgesteld

Nadere informatie

Wat impressies van de Plaat van Oude Tonge en de bezochte strekdam

Wat impressies van de Plaat van Oude Tonge en de bezochte strekdam Foto's: Kirsten Dekker, DirkJan Dekker, Laatste aanpassing op 16 maart 2017 Koel zonnig weer, af en toe licht mistig weer, 10 ºC. De strekdam bestaat uit grof grind, met hier en daar een klein poeltje.

Nadere informatie

Directie Zeeland ~'- ",~p' \' ",..:"J. Doorkiesnummer /265. Bijlage(n) Uw kenmerk

Directie Zeeland ~'- ,~p' \' ,..:J. Doorkiesnummer /265. Bijlage(n) Uw kenmerk " \, c, \\.. > '.,.\ I. Ministerie van Verkeer en Waterstaat ~;QD-~ --8--.os~~ DOOD DRijkswaterstaat ' Directie Zeeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg ~'- ~ ",~p'

Nadere informatie

Waar liggen de oude oesterputten?

Waar liggen de oude oesterputten? Foto's: George Grootens en DirkJan Dekker Tekst: DirkJan Dekker Waar liggen de oude oesterputten? Op Zuid Beveland, langs de Oude Zeedijk tussen Kattendijke en Wemeldinge. Bij het blauwe vlaggetje ligt

Nadere informatie

BEGROEIING VAN STORTMATERIALEN ONDER WATER

BEGROEIING VAN STORTMATERIALEN ONDER WATER BEGROEIING VAN STORTMATERIALEN ONDER WATER Rob Leewis Foto s: Ron Offermans Arjan Gittenberger Joop Stalenburg Ouwerkerk 26 november 2014 ALS JE EEN VOORWERP IN HET WATER GOOIT, RAAKT HET (in principe)

Nadere informatie

Controle Toetsrapport

Controle Toetsrapport Controle Toetsrapport Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland PoiderIDijkvak Kruiningenpolder p. CZ> lj. RO5t Toetsng uitgevoerd door Anco van den

Nadere informatie

Doorkiesnummer 313. Bijlage(n) Uw kenmerk PZDT-M-98680inv. Product DIJKBEKL*NATUUR

Doorkiesnummer 313. Bijlage(n) Uw kenmerk PZDT-M-98680inv. Product DIJKBEKL*NATUUR Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. J.W. Slager Postbus 114 4460AC GOES cc A. Kamsteeg (RIKZ Den Haag) M. van Boetzelaer (Bouwdienst) J. Cocsen (directie Zeeland) T. Bult (RIKZ) P. Meininger (RIKZ) Contactpersoon

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring van de ontwikkeling van de begroeiing van de palen in het minipalenbos aan de Nieuwe Waterweg in 2007.

Resultaten van de monitoring van de ontwikkeling van de begroeiing van de palen in het minipalenbos aan de Nieuwe Waterweg in 2007. Resultaten van de monitoring van de ontwikkeling van de begroeiing van de palen in het minipalenbos aan de Nieuwe Waterweg in 2007. Resultaten van de monitoring van de ontwikkeling van de begroeiing van

Nadere informatie

Het excursiegebied ligt aan de oostkant van De Zeester, de ondiepe poel heeft een uitgang naar de Oosterschelde.

Het excursiegebied ligt aan de oostkant van De Zeester, de ondiepe poel heeft een uitgang naar de Oosterschelde. Foto's: Kirsten Dekker, DirkJan Dekker Tekst: DirkJan Dekker Het was bewolkt weer, met een stevige wind, 15 ºC. Waar moesten we zijn? Zie op het kaartje bij de groene vlag. Parkeren kon op het terrein

Nadere informatie

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer: Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Nederlands Instituut voor Ecologie

Nederlands Instituut voor Ecologie Nederlands Instituut voor Ecologie VERSPREIDING VAN ABUNDANTE MACRO-ALGEN IN HET VEERSE MEER 2009 P.H. van Avesaath, A. Engelberts, O.J.A. van Hoesel & H. Hummel Monitor Taskforce Publication Series 2009-7

Nadere informatie

Aan Bas Notenboom Leo Wisse Roy vd Voort Simon Vereeke Jan Willem Beijer

Aan Bas Notenboom Leo Wisse Roy vd Voort Simon Vereeke Jan Willem Beijer Betreft Proefvakken open colloïdaal beton Werkgroep Kennis Aan Bas Notenboom Leo Wisse Roy vd Voort Simon Vereeke Jan Willem Beijer (Zie ook protocol proefvak; intern PbZ) Doel en opzet proef De proef

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen, Wouter Suykerbuyk, 19 september 2009 31 augustus 2 september 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 7 november 2014 ONS KENMERK: 14-577/1405584/LieAn UW KENMERK: VPL 213937 PROJECTLEIDER: INVENTARISATIE: G.

Nadere informatie

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:

Nadere informatie

Groefwier in de Oosterschelde

Groefwier in de Oosterschelde Groefwier in de Oosterschelde Resultaten transplantatieproeven 2014-2015 K. Didderen A.J.M. Meijer Ecologie & landschap Groefwier in de Oosterschelde Resultaten transplantatieproeven 2014-2015 K. Didderen

Nadere informatie

Handhaven oostelijke loswal Schelphoek (dijkpaal 75)

Handhaven oostelijke loswal Schelphoek (dijkpaal 75) {, I 1.. Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Aan Simon Vereeke Pol van de Rest Bas van Liere Van Projectbureau Datum Februari 2008 Zeeweringen Doorkiesnummer Bijlagen

Nadere informatie

Determineren van wieren en aanleggen van een wierenherbarium

Determineren van wieren en aanleggen van een wierenherbarium Determineren van wieren en aanleggen van een wierenherbarium Wierendag - Strandwerkgroep Oostende, 13 november 2010 Nathal Severijns 11/12/2010 1 Aanleggen van een wierenherbarium 1. De wieren op papier

Nadere informatie

Rijkswaterstaat. Directie 1eeland 10 NOV 200S. Doorkiesnummer / 296. Bijlage(n) Uw kenmerk

Rijkswaterstaat. Directie 1eeland 10 NOV 200S. Doorkiesnummer / 296. Bijlage(n) Uw kenmerk Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Directie 1eeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg 10 NOV 200S [~.~~~"'T!,-..L"".~,"'~-. U...Z""F. EW-E"".R""IN...G...

Nadere informatie

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R-11258 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 10 oktober 2011 075686597:A - Definitief

Nadere informatie

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk ,. Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Anna Jacobapolder eh Willempolder. op Sint-Philipsland Piet Hengst Vvo Provoost

Nadere informatie

Nummer (P:tfG~V Doorkiesnummer Bijlage(n)

Nummer (P:tfG~V Doorkiesnummer Bijlage(n) '1:, i, Verslag CONCEPT Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland -rq-oo-o% Deelnemers Hans Janssen, Dick de Wilde, Hans vd Meulen, Jan van Westen, Maarten

Nadere informatie

In deze memo worden de resultaten van het eerste groeiseizoen beschreven.

In deze memo worden de resultaten van het eerste groeiseizoen beschreven. , Rijkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vegetatie proefvakken Burgh en Westlandpolder het eerste jaar (009) memo PIa Waterschap Zeeuwse Eilanden Kanaalweg 1 Middelburg PIa Postadres: Postbus

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dick de Wilde

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dick de Wilde Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Projectbureau Zeeweringen Betreft Stormschade kreukelberm Westkapelle Afschrift aan WG Kennis, pb-overleg,

Nadere informatie

Verslag wierenexcursie 10 september 2018, Viane. Tekst en foto s: DirkJan Dekker. Waar ligt Viane?

Verslag wierenexcursie 10 september 2018, Viane. Tekst en foto s: DirkJan Dekker. Waar ligt Viane? Tekst en foto s: DirkJan Dekker Waar ligt Viane? Volg vanuit Bruinisse de N59 richting Zierikzee. Sla bij de stoplichten van Nieuwerkerk linksaf richting de Oosterschelde en rijd door tot aan de Oosterscheldeweg.

Nadere informatie

Onderzoek naar de aanwezigheid en locatie van holle ruimten onder de bestaande dijkbekleding van de Gorishoekse Nol

Onderzoek naar de aanwezigheid en locatie van holle ruimten onder de bestaande dijkbekleding van de Gorishoekse Nol Rapport Onderzoek naar de aanwezigheid en locatie van holle ruimten onder de bestaande dijkbekleding van de Gorishoekse Nol Opdrachtgever: Waterschap Scheldestromen / Projectbureau Zeeweringen Kenmerk

Nadere informatie

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Dr. G. van der Laan Doelstelling III van de offerte van 24 maart luidt: Het verkrijgen van inzicht terzake van de bestuurdersbenoemingen na januari 2004

Nadere informatie

...c. re 'i.,\.> Q) AANTEKENEN. Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d.

...c. re 'i.,\.> Q) AANTEKENEN. Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d. 1..- re 'i.,\.> - > ~...c..0 :J :Jṟe Z ~' :J 0..0 "'0 cre Directie Zuidwest AANTEKENEN Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d. Bosch Postbus 114 4460 A GOES....J

Nadere informatie

Enige achtergrond informatie i.v.rn. overleg op 11 juli a.s. bij de provincie.

Enige achtergrond informatie i.v.rn. overleg op 11 juli a.s. bij de provincie. \. Memo Aan W. Vinke H. vd Bosch Van Piet Hengst Datum 7 juli 2000 Onderwerp Overlaging Kruispolder Enige achtergrond informatie i.v.rn. overleg op 11 juli a.s. bij de provincie. Algemeen Overlagingen

Nadere informatie

Rijkswaterstaat. Directie Zeeland 13 APR Doorkiesnummer /2290. Bijlage(n) Uw kenmerk

Rijkswaterstaat. Directie Zeeland 13 APR Doorkiesnummer /2290. Bijlage(n) Uw kenmerk Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Directie Zeeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg 13 APR 2006 Contactpersoon C. Joosse/R. Jentink Datum 23-01-2006

Nadere informatie

Praktijktest antifouling op touwen

Praktijktest antifouling op touwen Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

Monitoring van de effecten van de MOT olieverontreiniging in januari 2007 op de levensgemeenschappen van het intergetijdengebied in het Beer- en

Monitoring van de effecten van de MOT olieverontreiniging in januari 2007 op de levensgemeenschappen van het intergetijdengebied in het Beer- en Monitoring van de effecten van de MOT olieverontreiniging in januari 2007 op de levensgemeenschappen van het intergetijdengebied in het Beer- en Calandkanaal in 2007. Monitoring van de effecten van de

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Directie Zeeland [1 3 APR Doorkiesnummer /2290. Bijlage(n) Uw kenmerk

Directie Zeeland [1 3 APR Doorkiesnummer /2290. Bijlage(n) Uw kenmerk t2_ OQj_ B_ a6oêj{, Ministerie van Verkeer en Waterstaat DDDDDRijkswaterstaat Directie Zeeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg [1 3 APR 2006 Contactpersoon C. Joosse/R.

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

Aantal pagina's 10. Doorkiesnummer (088) Wrijvingscoëfficiënten van C-Fix-, basalt en betonzuilen

Aantal pagina's 10. Doorkiesnummer (088) Wrijvingscoëfficiënten van C-Fix-, basalt en betonzuilen Memo Van Dr. G. Wolters Aantal pagina's 10 Doorkiesnummer (088) 33 58 318 E-mail guido.wolters @deltares.nl Onderwerp Wrijvingsproeven Wrijvingscoëfficiënten van C-Fix-, basalt en betonzuilen 1 Algemeen

Nadere informatie

Verdiepen van het Achterwaterschap i.c.m. realisatie natuurdoelen in de Hoge Boezem van de Overwaard bij Kinderdijk

Verdiepen van het Achterwaterschap i.c.m. realisatie natuurdoelen in de Hoge Boezem van de Overwaard bij Kinderdijk Status: versie 27-01-2016 Verdiepen van het Achterwaterschap i.c.m. realisatie natuurdoelen in de Hoge Boezem van de Overwaard bij Kinderdijk Nota van Beantwoording zienswijzen en ambtshalve wijzigingen

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

/2290 t ==I'J''MK:~~~~~~~; Bijlage(n) ~I"""""'''rt c: DIJ5-..i..),,-Os:: L32~"){) 1 OIRCULA TIE MAP. UW kenmerk r.-..._-..

/2290 t ==I'J''MK:~~~~~~~; Bijlage(n) ~I'''rt c: DIJ5-..i..),,-Os:: L32~){) 1 OIRCULA TIE MAP. UW kenmerk r.-..._-.. Ministerie van Verkeer en Waterstaat.!: I,. /DDDDDRijkswaterstaat Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg Contactpersoon C. Joosse/R. Jentink Datum 05-09-05 Ons kenmerk ~ t,

Nadere informatie

Advies toepassen van waterbouwasfalt op Oesterdam

Advies toepassen van waterbouwasfalt op Oesterdam memo Advies toepassen van waterbouwasfalt op Oesterdam Pia Waterschap Eilanden Kanaalweg 1 Zeeuwse Middelburg Pia Postadres: Postbus 1000 4330 zw Middelburg T (0118) 62 13 70 F (0118) 62 1993 www.zeeweringen.nl

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

(Na)zorg bewust meten

(Na)zorg bewust meten 26 Het volgen van uitbehandelde patiënten levert waardevolle inzichten op (Na)zorg bewust meten Tekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief

Nadere informatie

tb cbe, Î./.X:) L, Ons kenmerk ~ (_\ J N'\. \J (2/ ~u.\ ~""&). Onderwerp

tb cbe, Î./.X:) L, Ons kenmerk ~ (_\ J N'\. \J (2/ ~u.\ ~&). Onderwerp Ministerie van Verkeer en Waterstaat i 7 DEC 2004 Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Joris Perquin Postbus 4460 5 \et:o Contactpersoon Ing. E. Parée Datum tb cbe, Î./.X:)

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 26-28 augustus 2008 - Wim Giesen, 30 augustus 2008 25-28 augustus 2008 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 27-30 april 2009 - Wim Giesen, Paul Giesen & Kris Giesen, 4 mei 2009 27-30 april 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord

Nadere informatie

o..cä"t}er~~e \...? ~-'J'\' e_

o..cät}er~~e \...? ~-'J'\' e_ Ad Beaufort Hans van der Sande Simon Vereeke Gert Jan Wijkhuizen memo Bekledingskeuze Oostelijke Sloehavendam/Kaloot (dp 0 t/m dp 29) o..cä"t}er~~e \...? ~-'J'\' e_ Inleiding Het Projectbureau Zeeweringen

Nadere informatie

Voorbeeld Performance Monitor

Voorbeeld Performance Monitor Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)

Nadere informatie

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving NOTITIE Gemeente Nijmegen Mevr. T. Martens Postbus 9105 6500 HG Nijmegen DATUM: 15 november 2011 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: pm G771/11.0016099 G. Hoefsloot G. Hoefsloot STATUS: versie

Nadere informatie

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 R.M. Koelman Juli 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging

Nadere informatie

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk PZDT_M_04084

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk PZDT_M_04084 Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Leendert-Abraham- en Oud Noord- Bevelandpolder Piet Hengst Vvo Provoost Toetsing

Nadere informatie

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort NOTITIE Cultuurland Advies Dhr. T. Melenhorst Postbus 20 8180 AA Heerde DATUM: 20 september 2011 ONS KENMERK: 11-386/11.13133/JanBu UW KENMERK: telefonische gunning 16 juni 2011 AUTEUR: PROJECTLEIDER:

Nadere informatie

Natuurlijke Klein zeegraspopulaties in de Oosterschelde in 2014

Natuurlijke Klein zeegraspopulaties in de Oosterschelde in 2014 Natuurlijke Klein zeegraspopulaties in de Oosterschelde in 2014 Marieke van Katwijk, Ecoscience Nijmegen Brigitta van Tussenbroek 29 augustus 1 september 2014 Tussen 29 augustus en 1 september 2014 is

Nadere informatie

Beschrijving Het betreft de controle van de toetsing van de Sloehaven en de Schorerpolder

Beschrijving Het betreft de controle van de toetsing van de Sloehaven en de Schorerpolder Ministerie van Verkeer en Waterstaat Controle Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Toetsing Projectbureau Zeeweringen Polder/Dijkvak Sloehaven en Schorerpolder Toetsing uitgevoerd Vvo Provoost Doorkiesnummer

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 7 juli 2009 29 juni-3 juli 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen

Nadere informatie

Waterbodemsanering Biesbosch

Waterbodemsanering Biesbosch Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 21-04-2015 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: 15-143/15.02500/DirKr D.B.

Nadere informatie

Waarneming effect bodemberoering op de Klaverbank

Waarneming effect bodemberoering op de Klaverbank NOTITIE Waarneming effect bodemberoering op de Klaverbank DATUM: 7 juli 2017 AUTEURS: Lengkeek, W., J.W.P Coolen, O.G. Bos, J.H. Bergsma, F. Driessen & M. Spierenburg BEELDMATERIAAL: MOGELIJK GEMAAKT DOOR:

Nadere informatie

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen

Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen - Verslag Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Deelnemers H. Simons (Het Zeeuwse Landschap) C. de Groot (Het Zeeuwse Landschap) M. Berrevoets (provincie Zeeland) A. Beaufort (Waterschap

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Kort overzicht. Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken

Kort overzicht. Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken Kort overzicht plan PZST-P-01144com Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken Begin 2002 vindt de aanbesteding plaats van de verbetering van het dijkvak Mosselbanken. De uitvoering hiervan

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg. Bezonningsonderzoek

Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg. Bezonningsonderzoek Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg Bezonningsonderzoek Rapportnummer O 15450-2-RA-001 d.d. 14 februari 2014 Bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburg Bezonningsonderzoek opdrachtgever G e m e e n t e D e

Nadere informatie

Ontwikkeling Vleermuisverblijf Lindostraat, Utrecht. M. Boonman

Ontwikkeling Vleermuisverblijf Lindostraat, Utrecht. M. Boonman Ontwikkeling Vleermuisverblijf Lindostraat, Utrecht M. Boonman Ontwikkeling Vleermuisverblijf Lindostraat, Utrecht M. Boonman opdrachtgever: Sint Dominicus bv 26 augustus 2010 rapport nr. 10-126 Status

Nadere informatie

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 29-214 Datum: 27 juli 215 Versie: 1.1 In opdracht van: Opgesteld door: Hendrik Bijker Wecycle Laura Golsteijn Marisa Vieira Dit rapport is geschreven

Nadere informatie

Proefvak ecologische dijkbekledlngen Dijktuin II Evaluatie van het ontv^erp en ae uitvoering

Proefvak ecologische dijkbekledlngen Dijktuin II Evaluatie van het ontv^erp en ae uitvoering project oevers Proefvak ecologische dijkbekledlngen Dijktuin II Evaluatie van het ontv^erp en ae uitvoering Rapportnummer: W-DWW-99-012 Rijkwaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde A. Van den Burg J.C.

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch Ecologie & landschap NOTITIE Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch DATUM: 18 april 2018 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 18-0049/18.03871/MarBo

Nadere informatie

Inleiding Z ng eewi Z eren 1 DirkJan Dekker 8 maart 2017

Inleiding Z ng eewi Z eren 1 DirkJan Dekker 8 maart 2017 Inleiding Zeewieren 1 DirkJan Dekker 8 maart 2017 1: Zeewieren, wat zijn dat? Het zijn macroalgen, levend in zee: roodalgen, bruinalgen en groenalgen. Zij leven langs kusten, en in ondiepe zeeën over de

Nadere informatie

Onderzoek effect vleermuisvriendelijke verlichting, Zevenaar Hans Hollander en Marcel Schillemans

Onderzoek effect vleermuisvriendelijke verlichting, Zevenaar Hans Hollander en Marcel Schillemans Onderzoek effect vleermuisvriendelijke verlichting, Zevenaar Hans Hollander en Marcel Schillemans 2014.42 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Gemeente Zevenaar Onderzoek

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk cp.lu9" N\:î0LrtJr,:p ",._.._. ~,."._;'_~,.~._:""'" 'J,"" j

Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk cp.lu9 N\:î0LrtJr,:p ,._.._. ~,.._;'_~,.~._:' 'J, j Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Westkappelse Zeedijk Walcheren Piet Hengst Vvo Provoost Toetsing uitgevoerd door

Nadere informatie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie In het schooljaar 2014-2015 is de vernieuwde versie van Veilig leren lezen de kimversie

Nadere informatie

voor dijkvakken die voor verbetering in aanmerking komen.

voor dijkvakken die voor verbetering in aanmerking komen. ~, \ van: datum: betreft: Johanson. 16-01-97/25-01-97. Vaststellen uitgangspuntén dijkvakken die voor verbetering in aanmerking komen en gevolgen hiervan voor het dijkvak te Borssele. Wijziging uitgangpunten

Nadere informatie

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 1 Taalresultaten Giessenlanden Toetsresultaten basisscholen 2014-2015 en 2015-2016 Rotterdam, juni 2016 CED-Groep: Ellen

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Middelburg, juni 2016 Colofon ZB 2016 Samenstelling José van den Boomgaard Ankie Smit Esther van Sprundel ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330

Nadere informatie

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6 MEMO Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Onderwerp Evaluatie Spoedaanpak - ontwikkeling verkeersprestatie (VP) per project Datum 27 januari 212 Projectnummer 7211112 Status Definitief

Nadere informatie

STEK Wonen t.a.v. mevr. F. Siderius Postbus AC Lisse. maak in TRIAS brief aan en koppel dit document aan deze brief

STEK Wonen t.a.v. mevr. F. Siderius Postbus AC Lisse. maak in TRIAS brief aan en koppel dit document aan deze brief Ecologie & landschap NOTITIE STEK Wonen t.a.v. mevr. F. Siderius Postbus126 2160 AC Lisse DATUM: 29 mei 2015 ONS KENMERK: maak in TRIAS brief aan en koppel dit document aan deze brief UW KENMERK: email

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Waardekaarten Borssele Karin van der Reijden Rapport C002/15 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever: W. van Broekhoven Postbus 59 8320 AB URK Publicatiedatum:

Nadere informatie

Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en LISA vergeleken

Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en LISA vergeleken Duizenden Duizenden Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en vergeleken Zowel het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als het Landelijk InformatieSysteem Arbeidsplaatsen en vestigingen ()

Nadere informatie

Transportrisicoberekening N348 ter hoogte van Lemelerveld, gemeente Dalfsen

Transportrisicoberekening N348 ter hoogte van Lemelerveld, gemeente Dalfsen Tebodin Netherlands B.V. Jan Tinbergenstraat 101 7559 SP Hengelo Postbus 233 7550 AE Hengelo Telefoon 074 249 64 96 Fax 074 242 57 12 hengelo@tebodin.nl www.tebodin.com Opdrachtgever: Gemeente Dalfsen

Nadere informatie