INFORMATIENOTITIE AAN DE RAADSCOMMISSIE RUIMTE * *

Transcriptie

1 INFORMATIENOTITIE AAN DE RAADSCOMMISSIE RUIMTE Postregistratienummer * * Opmeer, d.d.: Raadsvergadering Onderwerp Informatienotitie raadscommissie Ruimte over uitgangspuntennota bestemmingsplan 'Herziening Aartswoud, De Weere en Gouwe 2018' Kennisnemen van Kennisnemen van de ruimtelijke uitgangspunten op basis waarvan een voorontwerp-bestemmingsplan wordt opgesteld. Kernboodschap Voor de kernen Aartswoud, De Weere en Gouwe zijn momenteel de regels van het bestemmingsplan Aartswoud, De Weere en Gouwe (hierna: AWG) van kracht. Dit plan telt ca. 500 adressen en is door de raad vastgesteld bij besluit van 20 april Na het instellen van beroep door 3 reclamanten is het plan uiteindelijk onherroepelijk geworden bij uitspraak van de Afdeling op 9 april De stand van zaken is, dat het plan dient te worden geactualiseerd. Dit vloeit voort uit artikel 9.1.4, lid 4 Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening. Voor een gebied waarvoor een bestemmingsplan geldt dat minder dan vijf jaar voor genoemd tijdstip onherroepelijk is geworden, wordt binnen tien jaar na de datum van het onherroepelijk worden van dat plan een nieuw bestemmingsplan vastgesteld overeenkomstig artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening dan wel een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 van die wet. De noodzakelijke vaststelling dient door de raad uiterlijk in dit geval plaats te vinden in april Is dit niet het geval of wordt deze termijn overschreden, dan vervalt de mogelijkheid om leges te heffen in geval van een aanvraag ter verkrijging van een omgevingsvergunning indien deze aanvraag betrekking heeft op het plangebied. Zulks staat eveneens omschreven in het bovengenoemd lid: Indien niet aan de verplichting, bedoeld in de eerste of tweede volzin, wordt voldaan is na afloop van bedoelde termijn artikel 3.1, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.

2 Deze mogelijke ongewenste situatie moet simpelweg worden voorkomen. Het opstellen van bestemmingsplannen met een groot plangebied en veel adressen is verder een complexe aangelegenheid. Deze complexiteit hangt samen met de Europese wetgeving, de toenemende nationale wetgeving (Omgevingswet!) en de zich voortdurende ontwikkelende rechtspraak. Ook doen zich maatschappelijke ontwikkelingen voor met een zekere ruimtelijke uitstraling (duurzame energieopwekking en windturbines). Het voorbereiden van een dergelijk plan vergt dus kennis van zaken en een zorgvuldige, weloverwogen aanpak. Na opdrachtverlening via aanbesteding is de gevraagde Nota van uitgangspunten opgeleverd. De voorliggende nota, het eerste deelproduct, is tot stand gekomen tussen de ambtelijke projectgroep en het stedenbouwkundig bureau RHO. Een oude bekende, want deze is ook bezig met het opstellen van de Herziening Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek In de nota wordt verder een standpunt ingenomen over thema s die binnen het plangebied een rol van betekenis spelen. Ook de locaties waarbinnen zich een ontwikkeling zou kunnen voordoen de komende 10 jaar zijn beschouwd. Deze thema's zijn afgestemd met het geldende gemeentelijke en provinciale beleid. Daar waar mogelijk zijn concrete aanbevelingen gedaan. In een enkel geval wordt volstaan met een meer algemene, richtinggevende uitspraak. Hieronder worden de thema s benoemd en op hoofdlijnen (uitgebreid) toegelicht. Voor details wordt verwezen naar de bijgevoegde Nota van uitgangspunten. Thema Agrarische bedrijvigheid Dit thema valt uiteen in een aantal deelonderwerpen. regeling agrarische bouwpercelen Er liggen binnen het plangebied meerdere agrarische bedrijven die ook in het vigerende plan een agrarisch bouwperceel hebben gekregen. De bouwvlakken uit het geldende bestemmingsplan AWG uit 2006 worden in beginsel overgenomen. Agrarische bebouwing dient verder zoveel mogelijk binnen het bouwvlak te worden geconcentreerd. Waar sprake is van bedrijfsbeëindiging wordt in beginsel, na vergunningverlening, de bestemming op de bestaande situatie afgestemd. neveninkomsten Bij agrarische bedrijven is niet zelden de behoefte aanwezig om naast de reguliere bedrijfsvoering andersoortige activiteiten te ontplooien. Doel hiervan is het genereren van extra inkomsten. De structuurvisie biedt ruimte aan agrarische bedrijven die zich met een nevenactiviteit richten op recreatie en toerisme. In het bestemmingsplan wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het kunnen uitoefenen van nevenactiviteiten zoals, kamperen bij de boer, Bed & Breakfast en ambachtelijke bedrijvigheid. functieverandering De algemene ontwikkeling, dat steeds meer agrarische bedrijven hun agrarische activiteiten permanent zullen beëindigen, zal zich naar verwachting ook de komende jaren nog voortzetten. Afhankelijk van de feitelijke situatie kan hier een woonbestemming of (andere) bedrijfsbestemming aan worden gegeven. Ook kunnen voor de overgebleven agrarische bedrijven wijzigingsbevoegdheden adviesnota pagina 2

3 worden opgenomen. Bij het opnemen van wijzigingsbevoegdheden ten behoeve van functieverandering kan overigens ook worden gedacht aan maatschappelijke functies. veehouderijen/stikstof Met het oog op de uitvoerbaarheid van het plan is het niet toegestaan dat de ammoniakemissie op natuurgebieden toeneemt. Althans, dit is de stand van zaken in de rechtspraak. In het bestemmingsplan wordt in geval van eventuele veehouderijen een soortgelijke regeling getroffen als in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Opmeer Deze regeling komt erop neer, dat de (functie)aanduiding veehouderij op de plankaart wordt geplaatst ter plaatse van dit bedrijf. De noodzaak om een planmer (rapport) op te stellen is met deze aanpak komen te vervallen. In voorkomende gevallen zal er op individueel niveau wellicht sprake kunnen zijn van maatwerk. Thema Wonen Qua bouwen maatvoeringregels worden de bestaande bouwvlakken zoveel mogelijk overgenomen in het nieuwe plan. Met het oog op flexibiliteit wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om buiten het bouwvlak te bouwen. Daarnaast geldt nog de wettelijke kruimelgevallenregeling ex Wabo. Op grond hiervan kan buiten het bouwvlak worden gebouwd. Voor de toepassing hiervan zijn beleidsregels opgesteld. De bestaande (gedifferentieerde) maatvoering regeling uit het vigerende plan wordt zoveel mogelijk gehandhaafd (meestal 1 bouwlaag met kap). Verder wordt via een afwijkingsbevoegdheid enige ruimte geboden voor afwijken van de bouwregels in het kader van verduurzamen (hoger/breder). De regeling die geldt voor woningsplitsing in het landelijk gebied wordt ook overgenomen: maximaal 2 woonheden in een stolp via een omgevingsvergunning. Deze regeling is bedoeld voor zowel de instandhouding van karakteristieke voormalige boerderijen als het vergroten van de leefbaarheid in de dorpen. De Gemeenschapsraad De Weere stelt in navolging hiervan om per stolp 3 of 4 wooneenheden mogelijk te maken. Echter dit is om diverse ruimtelijke redenen ongewenst. Iedere woning heeft immers recht op een bepaalde hoeveelheid vergunningsvrije bouwwerken op het achtererfgebied (max. 150 m²). Deze eventuele cumulatieve hoeveelheid (4 x 150m²) leidt ter plaatse tot een aanzienlijke verdichting van het gebied. Met eventuele negatieve gevolgen voor de openheid (verstoring doorzichten/zichtlijnen), welke dit gebied zo bijzonder maakt. Ook zal dit negatieve gevolgen hebben voor de parkeerdruk c.q. verkeersafwikkeling ter plaatse en dus de veiligheid. Denk aan het parkeren langs de openbare weg etc.. Thema Zorg Dit onderwerp wordt in de nota gesplitst in 4 deelonderwerpen. Hogere wetgeving -in dit geval het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor)- regelt dat mantelzorgwoningen onder bepaalde voorwaarden vergunningsvrij gebouwd mogen worden. Deze regeling wordt overgenomen in het plan. Indien zich een particulier initiatief voordoet, dan wordt dus verwezen naar de rijksregeling, welke voorrang geniet in de hiërarchie van de regelgeving ( hoog boven laag ). Gemeentelijke aanvullende regelgeving is dus vooralsnog niet noodzakelijk. Het fenomeen kangeroewoning, d.w.z. meerdere (bloed)verwante huishoudens in de woning met splitsing tot gevolg, ligt hier dicht tegenaan. Een aparte regeling hiervoor opnemen is weinig zinvol, omdat de rijksregeling voor mantelzorg in een zekere mate tegemoet komt aan dit thema. adviesnota pagina 3

4 Los van de mantelzorg is het de vraag wanneer in geval van zorg aan huis de bestemming Maatschappelijke doeleinden of juist Woondoeleinden op zijn plek is. Dit is een technische vraag, maar zolang de zorgcomponent ondergeschikt blijft aan de woonfunctie past dit binnen de reguliere woonbestemming. Op basis van jurisprudentie kan worden bepaald wanneer er nog sprake is van zelfstandige bewoning en een reguliere woonbestemming dus gerechtvaardigd is. In de rechtspraak zijn 3 criteria ontwikkeld waaraan getoetst wordt. (Kleinschalige) zorgwoningen worden over het algemeen vanuit juridisch planologisch oogpunt als wonen beoordeeld, indien: - De bewoners gezamenlijk één huishouden voeren. - Er een vaste samenstelling en structuur. - Het wonen centraal staat; eventuele zorg en begeleiding is daaraan ondergeschikt. Hiermee wordt dus aangesloten op de regeling in het conceptplan Herziening H.O.S Gezien de maatschappelijke vraag naar zorgboerderijen tenslotte wordt in de herziening van het bestemmingsplan AWG een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om onder voorwaarden de functie van een (beëindigd) agrarisch bedrijf te kunnen wijzigen in een zorgboerderij (dus niet bij recht toestaan). Erfbebouwingsreqeling Wat betreft erfbebouwing (van het eventuele aanwezige achtererf) is sinds 2014 vergunningsvrij veel mogelijk. De regeling die in het nieuwe Besluit omgevingsrecht vanaf 1 november geldt voor o.a. bijgebouwen wordt opgenomen. Onderdelen als maximale bouwhoogte en maximaal te bebouwen oppervlakte (m²) is hiermee bepaald. Maatwerk wordt geleverd door in het plan een afwijkingsregeling op te nemen voor beperkte gewenste kleine afwijkingen. Voor de volledigheid is als bijlage toegevoegd Bijlage II, artikel 2 van het Bor. In deze bijlage zijn in geel enkele belangrijke thema s gemarkeerd. In de presentatie kan deze bijlage worden toegelicht indien gewenst. Thema Beroepen en bedrijven aan huis In geval van de bestemming Wonen is de discussie immer actueel in hoeverre lichte bedrijvigheid toegestaan is binnen deze bestemming. Aansluiting wordt gezocht bij het plan Landelijk Gebied Opmeer alsmede Herziening HOS Beide bevatten een traditionele regeling, welke steun vindt in de rechtspraak (max. 40% van oppervlakte van hoofd- en bijgebouw, geen zware bedrijvigheid etc.). Voor het vestigen van een huisgebonden kapsalon bijvoorbeeld, een bedrijf aan huis trouwens, hoeft tevoren geen vergunning te worden verkregen. Wel dient men zich te houden aan de gestelde voorwaarden. Met betrekking tot eventuele internethandel vanuit huis geldt, dat een fysieke inloopmogelijkheid met toonzaal en afhaalpunten niet wordt toegestaan. Thema Niet agrarische bedrijvigheid (bestemming: Bedrijven) Ook andere vormen dan agrarische bedrijvigheid komen voor in het plangebied. Het gaat om bijvoorbeeld een autobedrijf, bouwbedrijven, een sloopbedrijf en een interieurconfectieatelier. In het nieuwe bestemmingsplan worden de bedrijven als zodanig bestemd (-B-) tot en met categorie 2. Een en ander op basis van de bekende VNG-lijst. Voor zover aanwezig worden bedrijven in een hogere categorie specifiek aangeduid. Indien een bedrijf overweegt te stoppen en er is een bedrijfswoning aanwezig, dan zal een passende ruimtelijke oplossing via de maatwerkbenadering worden gehanteerd. adviesnota pagina 4

5 Thema Horeca In het plangebied zijn een beperkt aantal horecalocaties aanwezig. Uitgangspunt is, dat geen nieuwe horecagelegenheden bij recht worden toegestaan. Met het oog op de aanwezige locaties wordt in het plan verder een moderne horecaregeling opgenomen. Deze regeling komt neer op het hanteren van categorieën, te weten: van categorie 1 naar categorie 5, waarbij categorie 1 lichte horeca omvat en categorie 5 zware horeca. Dit komt neer op flexibiliteit, want is maximaal klasse 5 toegestaan op een locatie ( logies ), dan is categorie 4 automatisch eveneens impliciet toegestaan ( horeca met vermaak ) of nog lichter. Dit betekent ook een verbreding van het aanbod. Op aanvraag kan ondergeschikte horeca ook bij wijksteunpunten worden toegestaan indien gewenst. Thema Evenementen Een periodiek terugkerend evenement op eenzelfde plek in de openbare ruimte moet worden geregeld in een bestemmingsplan, zegt de rechtspraak. Een omwonende moet dus op het moment van de planvaststelling inzicht hebben in zaken als aard, aantal, duur, geluidsniveaus, bezoekersaantallen en andere hiermee verbonden zaken. Dit alles vergt vooraf dus veel onderzoek. Op basis van de evenementenkalender wordt bekeken in hoeverre dit alles aan de orde is. Op basis hiervan zal in het voorontwerp een regeling worden opgenomen c.q. die de eventuele evenementen mogelijk maakt en de voorwaarden waaronder. Thema Functiewijziging via herbestemming Er zijn een aantal maatschappelijke functies in het plangebied: de St. Lambertuskerk, de basisschool Petrus Canisius en het St. Theresiahuis in de Weere en de basisschool de Dubbele Punt en de Kerk c.q. cultureel centrum de Stompe Toren in Aartswoud. Gedurende de komende 10 jaar is het mogelijk dat deze gebouwen of andere niet-maatschappelijke panden vrijkomen. Een eventuele andere bestemming kan dan worden geregeld door een wijzigingsbestemmingsplan op te stellen. Hiervoor wordt in dit voorleggende plan een juridische grondslag gecreëerd ex artikel 3.6, lid 1a Wro. Deze systematiek (lees: flexibiliteit) gaat tenslotte ook gelden voor situaties waarin sprake is van de bestemming Horeca, Wonen, Bedrijven etc.. Overigens zal natuurlijk met de inwerkingtreding van de Omgevingswet tezijnertijd natuurlijk het omgevingsplan gaan gelden als instrument. Thema Huisvesting specifieke doelgroepen Huisvesting van arbeidsmigranten (in hoofdzaak agrarische seizoenarbeiders) vindt momenteel binnen de gemeente op meerdere manieren plaats, zowel in kleinschalige vorm in bestaande woningen als in grootschalige vorm. In het nieuwe bestemmingsplan dient het cruciale begrip huishouden juridisch nader te worden gedefinieerd. Voor zover huisvesting van arbeidsmigranten in strijd is met het bestemmingsplan kan dit met een in het bestemmingsplan op te nemen afwijkingsbevoegdheid (omgevingsvergunning) worden toegestaan. Hiervoor kunnen dan criteria worden opgesteld. In verband met de regeluniformiteit wordt aansluiting gezocht bij de regeling, welke opgenomen is in het bestemmingsplan Herziening HOS Voor alle duidelijkheid: asielzoekers met een verblijfsvergunning (statushouders/coa) krijgen via gemeenten passende woonruimte aangeboden. Dit gebeurt via sociale huurwoningen van woningcorporaties. De huisvesting van statushouders leidt dus niet tot een specifieke planregeling. adviesnota pagina 5

6 Thema Verkeer, parkeren, waardevol groen en water Een erftoegangsweg is een weg die bedoeld is om verkeer uit te wisselen, zowel op wegvakken als op kruispunten. Het is de laagste van de drie wegcategorieën die onderscheiden worden binnen Duurzaam Veilig. De hoogste categorie is de stroomweg. Er tussenin ligt de gebiedsontsluitingsweg die de erftoegangswegen verbindt met de stroomwegen. In het plangebied aanwezige gebiedsontsluitingswegen krijgen de bestemming Verkeer. De zogenaamde erftoegangswegen worden daarentegen voorzien van de bestemming Verkeer en verblijf. In beide gevallen worden de regels zodanig geformuleerd, dat parkeren binnen deze bestemmingen mogelijk is. De parkeerbepaling, zoals opgenomen in de gemeentelijke bouwverordening, mag gelet op recente wetgeving niet meer worden gebruik. Dit betekent, dat een parkeerregeling in het bestemmingsplan moet worden opgenomen. Hiervoor is een nieuwe standaardbepaling ontwikkeld die wordt opgenomen in dit bestemmingsplan. Er is verder een nieuwe gemeentelijke generieke parkeernota in de maak. Deze wordt verwerkt in de planregels. Aanwezig structureel groen, dit is een grotere oppervlakte die van betekenis is voor de ruimtelijke structuur de bestemming Groen. Hierbij wordt aangesloten op het gemeentelijke groenbeleidsplan. De waardevolle houtopstanden (bijvoorbeeld: boom) en standplaatsen worden in het bestemmingsplan voorzien van een beschermende regeling (via een (dubbel)bestemming). Hiermee is de Groeninventarisatie uit 2008 verwerkt in het plan. Een eventuele waterpartij die een niet-ondergeschikte functie vervult, wordt met de bestemming Water bestemd. Is deze wel ondergeschikt van aard, dan wordt binnen de regels de mogelijkheid opgenomen voor een waterloop (binnen o.a. Verkeer). Binnen de regels moet een omgevingsvergunningsplicht voor het dempen worden opgenomen. Thema Archeologie, cultuurhistorie en karakteristieke panden (waaronder stolpen) De archeologische beleidsadvieskaart Opmeer maakt deel uit van de door de raad vastgestelde Erfgoedverordening Opmeer. Op de beleidskaart is via gekleurde vlakken aangegeven waar archeologische resten kunnen worden verwacht (in hoge of minder hoge mate). In het plangebied zijn gebieden gelegen waarvan mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn. Voor de bescherming van archeologische waardevolle gebieden zal daarom een regeling (dubbelbestemming) worden opgenomen met daarbij de waardering op de kaart 1 t/m 5 (lage-hoge verwachting). Voor zogenaamde bodembeschermingsgebieden, dit zijn gebieden met bijzondere aardkundige waarden zoals oude kreekruggen, wordt een dubbelbestemming (Bodembeschermingsgebied) opgenomen. Hierbinnen geldt een vergunning voor het afgraven en egaliseren van de bodem. Sommige (delen van) gebouwen zijn als karakteristiek gekwalificeerd. Als het specifiek gaat om een stolpboerderij, dan kan deze stolp eveneens bescherming genieten. Om dit te realiseren worden deze gebouwen beschermd met een aanduiding karakteristiek en/of de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stolp' (een gebouw kan dus theoretisch 2 aanduidingen verkrijgen). De karakteristiek van deze panden wordt concreet beschermd doordat de oppervlakte, goothoogte en dakhelling ten minste en ten hoogste de bestaande oppervlakte, goothoogte en dakhelling moeten zijn. Tevens is sloop van (delen van het) karakteristieke gebouw en/of de stolp alleen mogelijk met adviesnota pagina 6

7 een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. Verdwijnt het gebouw, dan dient de betreffende aanduiding (juridisch) te worden verwijderd van de kaart via een procedure. Thema Recreatie Ten aanzien van het thema recreatie zijn specifiek voor het plangebied twee onderwerpen van belang: de realisatie van kampeerboerderijen en de vaarroutes bij Gouwe. Voor de stolpboerderijen waarvan de agrarische functie is beëindigd wordt een regeling opgenomen (lees: wijzigingsbevoegdheid). Hierdoor kan de stolp kan worden gebruikt als kampeerboerderij (met eventueel inpandige appartementen). In het op te stellen bestemmingsplan wordt een specifieke regeling opgenomen voor de vaarroutes in plangebied. Hierbij wordt aangesloten bij de regeling zoals opgenomen in het plan Landelijk Gebied. De hoofdwaterlopen krijgen de bestemming Water. Het in standhouden en ontwikkelen van vaar- en schaatsroutes wordt opgenomen bij de bestemmingsomschrijving van de bestemming Water. De doorvaarthoogte- en breedte van bruggen wordt afgestemd op deze functies. Thema Duurzaamheid Wat betreft duurzame energiewinning geldt, dat de gemeente staat afwijzend tegenover de bouw van windturbines en windmolens. D.w.z. de gemeente werkt niet mee aan de realisatie van grote windturbines in de gemeente. In het kader van bestemmingsplanprocedures wordt wel apart een afweging gemaakt over de aanvaardbaarheid van (andere) vormen van duurzame energiewinning. De gemeente wil graag dat er duurzaam wordt gebouwd, maar stelt het niet verplicht. Sterker: de wijze van bouwen betreft een kwestie van uitvoering en voorschriften hieromtrent dienen in beginsel niet in een (publiekrechtelijk) bestemmingsplan te worden opgenomen. Wel sluit de gemeente privaatrechtelijk contracten af met de ontwikkelaars van nieuwe plannen. In de toelichting van het op te stellen bestemmingsplan voor de kernen A.W.G. zal in algemene, signalerende aandacht worden besteed aan het onderwerp duurzaam bouwen. Het onderwerp leidt niet tot specifieke regelingen. Thema Overig Voor de Oosterboekelweg 52 ( Boranka ) wordt een wijzigingsbevoegdheid te worden opgenomen waarbij de bestemming Bedrijf onder voorwaarden kan worden gewijzigd naar de bestemming Wonen met de mogelijkheid voor maximaal 3 vrijstaande woningen. De omvang van de drie kavels is in verhouding met de omgeving. Deze locatie is in de Structuurvisie aangeduid met een witte cirkel. Het betreft een vervallen campingwinkel. Inmiddels is het gebruik van het café aan Ooster Boekelweg 48 ( Verlaat ) duurzaam gestaakt. Om eventueel de bestemming te kunnen wijzigen naar Wonen wordt een bevoegdheid opgenomen. In de Weere bestaat de wens om op locatie bij de school een trapveldje te realiseren alsmede een voetpad bij de Driestedenweg. Het initiatief voor het trapveldje en het voet/fietspad zijn op dit moment blijkens navraag nog niet concreet genoeg om eventueel mee te kunnen nemen in de planvorming. In een later stadium zal worden bezien of de voorstellen, mits concreet genoeg, alsnog kunnen worden meegenomen en kunnen worden voorzien van een planologisch-juridische vertaling. adviesnota pagina 7

8 Consequenties Na behandeling door uw raadscommissie wordt de nota voorgelegd aan de raad ter kennisname. Kanttekening Overigens is het niet zo, dat deze uitgangspuntennota spreekwoordelijk in beton gegoten is. Hiermee wordt bedoeld, dat in een later stadium nog uitgangspunten kunnen worden bijgesteld/genuanceerd. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer zich een nieuwe situatie aandient waarmee vooraf geen rekening kon worden gehouden en waarin het beleid evenredig nadelig uitwerkt in de praktijk. Vervolg Na instemming wordt het voorontwerp-bestemmingsplan opgesteld. Dit voorontwerp wordt aangeboden aan uw commissie. Waarna een inspraakperiode ingevolge de gemeentelijke inspraakverordening aanvangt. Dan wordt het ontwerp-bestemmingsplan opgesteld en ter inzage gelegd (na accordering B&W). Na de verwerking van de zienswijzen wordt het ontwerp tenslotte voorgelegd aan de raad ter vaststelling ex artikel 3.8 Wro. Communicatie Bureau RHO, de opsteller van de nota, verzorgd op 29 november een presentatie aan uw commissie. Uitvoering -instemmen raadscommissie met uitgangspuntennota op 29 november 2016; -opstellen voorontwerp-bestemmingsplan; -presentatie voorontwerp aan gezamenlijke dorpsraden; -presentatie voorontwerp aan raadscommissie Ruimte; -start ter inzage voorontwerp (inspraak) en inloopmogelijkheid met infobrief; -verwerken inspraak- en wettelijke vooroverlegreacties / opstellen ontwerp-bestemmingsplan; -ter inzage ontwerp (zienswijzen); -zienswijze beantwoorden/aanpassen ontwerp; -vaststellingsbesluit raad in 2018; -beroepsfase. Bijlagen 1) Nota van Uitgangspunten (opmerkingen n.a.v. het dorpsradenoverleg zijn blauw gemarkeerd). 2) Verslag gesprek dorpsraden 3) Bijlage II, artikel 2 van het Bor ( Categorieën gevallen waarin voor bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten geen omgevingsvergunning is vereist ). Dit is een overzicht van de vergunningsvrije bouwwerken. Burgemeester en wethouders Opmeer adviesnota pagina 8