Ervaringen vanuit het regionaal
|
|
- Lien Maas
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Home no. 3 Juni 2015 Juridische aspecten Eerdere edities Verenso.nl Ervaringen vanuit het regionaal Ervaringen vanuit het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorgtuctorg Drs. Jessica Edwards van Muijen, specialist ouderengeneeskunde, Cordaan te Amsterdam jessica_evm@live.nl Het tuchtrecht berust op de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Het betreffende hoofdstuk van deze wet is ingevoerd op 1 december 1997 (en verving daarmee de voormalige Medische Tuchtwet van 1928). Het tuchtrecht heeft als doel de kwaliteit van de beroepsbeoefening te bevorderen en te bewaken. De tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend door vijf regionale tuchtcolleges en in beroep door het centrale tuchtcollege. De vijf regionale colleges zijn gevestigd in Groningen, Zwolle, Amsterdam, Den Haag en Eindhoven. De woonplaats van de aangeklaagde persoon bepaalt welk college bevoegd is om de klacht te behandelen. Het centraal tuchtcollege is gevestigd in Den Haag. De leden-arts maken deel uit van één van de regionale tuchtcolleges, maar zijn aangesteld voor alle regionale tuchtcolleges. Als een lid-arts niet vrij staat tegenover de aangeklaagde arts of om andere redenen niet beschikbaar is, kan een lid-arts van een ander regionaal tuchtcollege gevraagd worden. Op deze wijze kan het beste gewaarborgd worden dat in het regionaal tuchtcollege een beroepsgenoot van de aangeklaagde arts zitting kan nemen.
2 De volgende personen en organisaties zijn gerechtigd om een klacht in te dienen: rechtstreeks belanghebbende, nabestaanden of naaste betrekkingen (bij de laatste twee moet uitgegaan worden van veronderstelde wil van de patiënt) degene die aan iemand die onder het tuchtrecht valt een opdracht heeft gegeven werkgever of bestuur van de instelling waar een vrijgevestigd arts werkzaam is hoofdinspecteur of regionale inspecteur voor de gezondheidszorg Het college toetst het handelen van de aangeklaagde hulpverlener aan de wettelijke normen zoals vastgelegd in de wet BIG: 1. enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij in die hoedanigheid behoort te betrachten ten opzichte van: o degene met betrekking tot wiens gezondheidstoestand hij bijstand verleent of zijn bijstand is ingeroepen; o degene die in nood verkerende, bijstand met betrekking tot zijn gezondheidstoestand behoeft; o de naaste betrekkingen van genoemde personen. 2. enig ander bedoeld handelen of nalaten in die hoedanigheid in strijd met het belang van een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg. De tuchtrechter heeft de vrijheid, maar ook de plicht, om de norm in te vullen met andere wettelijke bepalingen, zoals bijvoorbeeld de gedragsregels uit de Wet op de Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst (WGBO) en voor de beroepsgroep geldende richtlijnen en protocollen. In laatste instantie kan de tuchtrechter zelf een nieuwe norm formuleren. De tuchtprocedure start met het indienen van een klaagschrift door klager. Klager kan een klacht indienen tot tien jaar nadat het desbetreffende handelen of nalaten heeft plaatsgevonden. Nadat het college heeft onderzocht of het klaagschrift voldoet aan de eisen, wordt een kopie aan degene gestuurd over wie is geklaagd en gevraagd om schriftelijk te reageren. Dit is het verweerschrift. Zo nodig krijgt klager de gelegenheid schriftelijk te reageren op het verweerschrift (repliek) waarna degene waarover geklaagd is hierop nogmaals kan reageren (dupliek). Vervolgens stelt het college de klager en degene waarover geklaagd is in de gelegenheid mondeling te worden gehoord (vooronderzoek).
3 Steeds vaker vindt het vooronderzoek direct plaats na ontvangst van het verweerschrift (waarmee de doorlooptijd bekort wordt). Zo mogelijk probeert degene die het vooronderzoek verricht, een minnelijke oplossing tot stand te brengen waarna de klacht vaak wordt ingetrokken. Het regionaal tuchtcollege bestaat uit een voorzitter (jurist), een lid-jurist en drie ledenberoepsgenoten. Het college wordt bijgestaan door een secretaris (een jurist). De voorzitter kan bepalen dat een zaak behandeld wordt door een klein college bestaande uit voorzitter, twee leden-beroepsgenoten en de secretaris. Als de klager niet-ontvankelijk is of de klacht is kennelijk ongegrond, wordt de klacht in raadkamer behandeld. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard als het klaagschrift niet voldoet aan de eisen (klacht en feiten worden niet vermeld; klager is niet rechtstreeks belanghebbende; klacht is verjaard; aangeklaagde staat niet in BIG-register). Ook ingetrokken klachten worden beoordeeld door het college op redenen van algemeen belang. Als de klager ontvankelijk lijkt en de klacht is niet kennelijk ongegrond, dan behandelt het college de klacht op een openbare zitting. Ter zitting krijgen de partijen gelegenheid hun standpunten nader toe te lichten en te antwoorden op vragen die de voorzitter en leden van het college aan hen stellen. Eventuele getuigen en/of deskundigen worden gehoord. Na sluiting van de zitting trekt het college zich terug voor beraadslaging in raadkamer waar o.a. toetsing aan de wettelijke normen zal plaatsvinden. Wanneer het college een klacht gegrond vindt, wordt aan de aangeklaagde een maatregel opgelegd. De volgende maatregelen kunnen worden opgelegd: een waarschuwing een berisping een geldboete van ten hoogste 4.500,00 een schorsing van inschrijving in het register van ten hoogste een jaar een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het beroep uit te oefenen doorhaling van de inschrijving in het register.
4 De maatregel wordt vermeld in het BIG-register met uitzondering van een waarschuwing. Een waarschuwing kan beschouwd worden als een zakelijke terechtwijzing die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken. Dit impliceert dat de andere maatregelen, te beginnen met de berisping, tot uitdrukking brengen dat niet alleen verwijtbaar, maar ook laakbaar is gehandeld. Dit zal verwoord worden in de motivering van de maatregel. Soms zou de tuchtrechter willen volstaan met een gegrondverklaring van de klacht zonder oplegging van een maatregel, maar de wet laat daar geen ruimte voor. Beide partijen kunnen tegen de eindbeslissing van een regionaal tuchtcollege beroep instellen bij het centraal tuchtcollege. De procedure verschilt van de regionale tuchtcolleges: hoger beroep kent geen re- en dupliek en geen mondeling vooronderzoek. En in beginsel worden alle zaken op een openbare zitting behandeld behalve als het betrekking heeft op (niet)-ontvankelijkheid. Cijfers De doorlooptijd van de klachtenprocedure (van inkomen klacht tot uitspraak) varieert per college maar was in 2013 gemiddeld 279 dagen. Dit houdt in dat een ingekomen klacht in 2013 vaak pas in 2014 wordt afgehandeld.
5 Aantal klachten gericht tegen verpleeghuisarts/specialist ouderengeneeskunde per college. Helaas wordt niet per beroepsgroep bijgehouden hoeveel klachten gegrond of ongegrond zijn verklaard. Ervaringen vanuit het tuchtcollege Sinds 2004 ben ik lid van het regionaal tuchtcollege gezondheidszorg. In eerste instantie alleen in Amsterdam, later ook in Den Haag en incidenteel in Zwolle en Eindhoven. In de loop van de tijd heb ik veel tuchtzaken langs zien komen. In elke klacht is wel een communicatieprobleem terug te vinden. Soms werd door de klager duidelijk ter zitting gesteld: als de arts eerlijk had verteld wat niet goed was gegaan, hadden we hier niet gezeten. Klagers stellen prijs op eerlijke antwoorden die tijdig gegeven worden. Verzekeraars stellen soms dat excuus aanbieden betekent dat je schuld erkent en daarmee aansprakelijk bent voor geleden schade. Maar een eerlijk verhaal zonder duidelijke schuldbekentenis met daaraan gekoppeld een erkenning dat het beter had gekund, is voor de meeste patiënten en/of nabestaanden vaak voldoende. Lang niet altijd is de klager echter in staat om uit te maken waar in het zorgproces het niet goed is gegaan. De wet gaat uit van individuele aansprakelijkheid maar in de werkelijkheid wordt steeds vaker samengewerkt in zogenaamde ketenzorg. Het komt regelmatig voor dat de klager zijn klacht tegen de verkeerde arts heeft gericht en dat de uitkomst van de procedure voor de klager niet bevredigend is. Dit speelt in ziekenhuizen, tijdens dienstwaarneming bij huisartsen maar ook in de verpleeghuizen. Het college kan vaststellen dat de aangeklaagde arts geen blaam treft maar kan nooit een uitspraak doen
6 over artsen die niet zijn aangeklaagd ook al is duidelijk dat bij een van die artsen een klacht meer kans van slagen heeft. In de verpleeghuizen geldt bovendien dat de verzorging/verpleging een belangrijke rol speelt in het totaal van de zorgverlening. Soms is de klager ontevreden over de verleende zorg (wondbehandeling, geven van eten/drinken) maar gaat de klacht naar de arts die verantwoordelijk wordt gehouden voor de slechte uitkomst. Ook komt met enige regelmaat voor dat de klager heeft aangegeven bij de zorg dat het niet goed ging met zijn naaste. Vervolgens wordt door de verzorging/verpleging de arts te laat (of zelfs niet) betrokken bij de patiënt maar dient de naaste een klacht in tegen de arts over een te laat ingezette behandeling. In de verpleeghuizen kan de arts ook (mede) verantwoordelijk gehouden worden voor de kwaliteit van de zorgverlening waarbij geklaagd wordt over slecht gekwalificeerd personeel of een gebrekkige organisatie. Zoals klacht 1 laat zien wordt de arts daarvoor niet verantwoordelijk gehouden (als al sprake is van personeels- of organisatieproblemen) als het eigen handelen hier niet onder geleden heeft. Bij klacht 2 ontbreekt structuur bij de verpleging waar de arts te weinig op stuurt en teveel op mening van anderen vaart. Dit leidt wel tot de constatering dat de arts in gebreke is gebleven bij de zorg voor de patiënt. Als de arts bekend is met personeels- of organisatieproblemen, moet hij/zij laten zien dat hiermee rekening is gehouden met het opstellen van het beleid. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in het geven van duidelijke opdrachten, duidelijke instructies achterlaten wanneer contact met arts op te nemen of vaker controles laten doen. Het wel of niet insturen naar het ziekenhuis is met enige regelmaat één van de onderdelen van een klacht of wordt zijdeling benoemd. Het valt op dat de klager dan benoemt dat in het ziekenhuis werd gesteld dat de behandeling in het verpleeghuis niet goed was geweest. Meestal blijkt tijdens beoordeling van de klacht dat dit genuanceerder ligt en dat de arts de juiste afwegingen heeft gemaakt (zie klacht 3). Om klachten te weerleggen is het van het grootste belang dat de arts goed vastlegt wat de vraag was, welk onderzoek heeft plaatsgevonden, welke overwegingen speelden en wat met de patiënt c.q. familie is besproken. Zonder goede verslaglegging moet het
7 college afgaan op wat de klager stelt en wat in de zorgrapportage vermeld staat. Als de arts niets heeft genoteerd, kan het college besluiten dat klager te weinig informatie heeft ontvangen (zie klacht 4). Casuïstiek Ik heb uit de uitspraken van 2014 vier tuchtzaken geselecteerd die bovenstaande punten illustreren. De tekst van de uitspraken heb ik niet integraal overgenomen maar is beperkt tot de kern van de klacht en uitspraak. Op staan uitspraken van 2007 tot 1 januari 2010 per college. Opwww.tuchtrecht.overheid.nl staan uitspraken van alle colleges vanaf 1 januari Klacht 1 De arts wordt, kort samengevat, verweten dat: 1. hij controle mist over de vele mensen werkzaam in het verpleeghuis; 2. de decubituswond van patiënt niet goed is verzorgd en dat patiënt niet tijdig is gekeerd; 3. de hoeveelheid eten en drinken die patiënt heeft binnengekregen niet goed is bijgehouden; 4. hij werkt in het verpleeghuis met ongeschoold personeel. De klacht omvat een viertal verwijten. Hieronder zal op elk klachtonderdeel afzonderlijk worden ingegaan. Ad 1. Ten aanzien van het eerste verwijt, dat de arts controle mist over de vele mensen werkzaam in het verpleeghuis, oordeelt het college als volgt. Uit de overgelegde stukken blijkt dat er wel degelijk sprake is geweest van een goede samenwerking tussen de arts en het overige personeel, met name met de verpleegkundig specialist met wie hij nauw samenwerkt. Voor de opname van patiënt heeft de verpleegkundig specialist overleg gehad met de zorgcoördinator en de transferverpleegkundige in het ziekenhuis en was de diëtiste al ingelicht. Daar de arts direct na opname van patiënt enige dagen afwezig was - vanwege persoonlijke redenen, heeft de verpleegkundig specialist de opname van patiënt begeleid en de controle
8 uitgevoerd op de afspraken met de paramedici en verpleging, waaronder ook controle op de afspraken met betrekking tot de medicatie van patiënt. Ook vanaf het moment dat de arts weer aanwezig was (vanaf 24 oktober) is niet gebleken dat hij zelf onvoldoende overzicht had over de behandeling van patiënt noch dat hij enige controle miste over het overige verpleeghuispersoneel dat betrokken was bij de behandeling van patiënt. Dit eerste klachtonderdeel wordt dan ook verworpen. Ad. 2 Ten aanzien van het tweede verwijt, dat de decubituswond van patiënt niet goed is verzorgd en dat patiënt niet tijdig is gekeerd, constateert het college dat blijkens het zorgdossier de verzorging regelmatig heeft gezorgd voor wisselliggingen van patiënt. Daar patiënt vaak spontaan terug op zijn rug draaide, is door de ergotherapeut getracht patiënt zodanig in een bepaalde houding te stabiliseren teneinde herstel van de decubituswond te bewerkstelligen. Nu tevens uit de verslaglegging blijkt dat de verpleging de vacuümpomp-therapie op juiste wijze heeft gecontroleerd, dat de decubituswond adequaat werd verzorgd en dat geregeld fysiotherapie werd gegeven aan patiënt, dient ook dit verwijt te worden afgewezen. Ad. 3 Het derde klachtonderdeel betreft het verwijt dat de hoeveelheid eten en drinken die patiënt heeft binnengekregen niet goed is bijgehouden. Het college stelt vast dat patiënt tijdens zijn opname in het verpleeghuis volledige sondevoeding kreeg. Nu derhalve moet worden aangenomen dat patiënt op deze wijze voldoende vocht en voedsel heeft binnengekregen, wordt ook dit verwijt verworpen. Ad.4 Het vierde, en laatste, klachtonderdeel betreft het verwijt dat de arts in het verpleeghuis werkt met ongeschoold personeel. Verpleeghuispersoneel is over het algemeen lager geschoold dan ziekenhuispersoneel. Het college heeft geen aanwijzingen gevonden dat het personeel in het onderhavige verpleeghuis niet geschoold was dan wel onvoldoende kundig ten aanzien van zijn verzorgingstaak. Er was wellicht, net als in de overige verpleeghuizen in Nederland, sprake van een krappe personeelsbezetting, maar niet is gebleken dat het aanwezige verzorgend personeel onvoldoende zorg heeft besteed aan patiënt. Eenmalig heeft een incident plaatsgevonden met betrekking tot diksap dat aan patiënt was gegeven, maar
9 hier is vervolgens wel adequaat op gereageerd. Het college komt tot de conclusie dat de arts ook omtrent dit klachtonderdeel geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klager ging in hoger beroep waarbij het centraal tuchtcollege geen andere gezichtspunten dan het regionaal college zag. Klacht 2 Klager stelt zich op het standpunt dat verweerder (arts-assistent niet in opleiding) heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij in zijn hoedanigheid van arts had behoren te betrachten. Er is te laat bloed geprikt en er is onvoldoende onderzoek gedaan. Verweerder heeft steeds negatief gereageerd op het verzoek van klager en de overige familieleden om bloed te prikken. Verweerder en de verpleging gaven echter steeds aan dat er sprake was van psychische klachten en niet van lichamelijke klachten. Patiënte werd gedwongen te lopen op advies van verweerder terwijl zij dat niet kon en zij werd hard aangepakt. Klager heeft er diverse keren op gewezen dat het erop leek dat patiënte was uitgedroogd. Verweerder heeft deze opmerkingen naast zich neergelegd. Patiënte is op 12 juni 2013 overleden. Volgens klager was het mogelijk geweest dat patiënte nog wel had kunnen herstellen als in een eerder stadium de lichamelijke problemen door verweerder waren onderkend. Het college stelt vast dat er op de afdeling sprake was van een onvoldoende duidelijke structuur. Zo kan worden vastgesteld dat een systematische werkwijze op de afdeling ontbrak. Er was geen sprake van het structureel bijhouden van de tensie bij patiënte of het bijhouden van de vochtbalans toen zij ziek was. Evenmin was sprake van een structureel bijhouden van het eet- en drinkpatroon van patiënte. Dit terwijl bij de opname was vastgesteld dat patiënte een slechte eter was en ongeveer 20 kg zou zijn afgevallen in de twee jaar voorafgaand aan de opname. Van het houden van een multidisciplinair overleg is evenmin gebleken. Verweerder heeft enkel telefonisch overleg gevoerd met zijn supervisor, de specialist ouderengeneeskunde. Bovendien heeft het college geconstateerd dat er geen duidelijke afspraken werden gemaakt op de afdeling over de wijze van begeleiding van patiënte en over de documentatie daarvan. Verweerder kreeg enkel mondeling de informatie over patiënte. Deze organisatie als geheel kan echter verweerder in beginsel niet worden toegerekend. Wel is het college van oordeel dat verweerder zich zeer reactief heeft opgesteld, waar hij bekend was met
10 deze nalatigheden en bovendien zelf heeft nagelaten zich er deugdelijk van te vergewissen of de problematiek van patiënte toch een lichamelijke oorzaak zou kunnen hebben. Het had immers wel op de weg van verweerder gelegen hierop alert te zijn, mede nu uit het dossier blijkt dat bij patiënte sprake was van slecht eten en drinken, waarvoor ook een lichamelijke oorzaak te duiden is. Verweerder heeft zich te veel laten leiden door de opmerkingen van derden aangaande het gedrag van patiënte en heeft nagelaten het dossier van patiënte zelfstandig te bestuderen en te interpreteren. Het college overweegt dat ook het ontbreken van voldoende structuur verweerder niet ontslaat van het doen van deugdelijk algemeen onderzoek en het bestuderen van het dossier alsmede het geven van duidelijke instructie over de wijze waarop het eet- en drinkpatroon moet worden bijgehouden. Het nalaten daarvan leidt ertoe dat naar het oordeel van het college de maatregel van waarschuwing dient te worden opgelegd. Daarbij wordt aangetekend dat een waarschuwing een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken. Het college meent dat het ontbreken van structuur en duidelijke afspraken binnen de organisatie als zodanig niet aan verweerder kunnen worden toegerekend. Klacht 3 Klager verwijt verweerster, zakelijk weergegeven, dat zij nalatig is geweest en een verkeerde diagnose heeft gesteld. Klager heeft sterk moeten aandringen op het insturen van zijn vader naar het ziekenhuis. Daar kreeg patiënt vocht en antibiotica per infuus. Volgens het ziekenhuis was patiënt anders overleden. Verweerster heeft aangevoerd dat bij patiënt de juiste diagnose is gesteld en in het ziekenhuis het beleid is voortgezet zoals in verpleeghuis was ingezet. Zij oordeelde de toestand van patiënt als kritiek, maar wilde hem toch niet insturen omdat vervoer stress geeft en juist overlijden kon veroorzaken. Het college is van oordeel dat deze door verweerster gemaakte afweging te rechtvaardigen is. Weliswaar is aannemelijk dat op aandringen van klager de collega van verweerster is geraadpleegd en dat daarna alsnog is besloten om patiënt naar het ziekenhuis te vervoeren, maar dat betekent niet dat de aanvankelijk andere overweging
11 onjuist is geweest, en ook niet dat verweerster een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Of iemand in het ziekenhuis het beleid van verweerster heeft bekritiseerd en of dat met enig gezag kon worden gedaan, is niet te rijmen met het verweer, dat in het overleg met het ziekenhuis juist kritische vragen werden gesteld over het voornemen tot overplaatsing van de vader van klager. Voorts wordt overwogen dat verweerster geen verkeerde diagnose heeft gesteld, nu ook in het ziekenhuis is bevestigd dat het bij patiënt om een lager luchtwegprobleem ging, waar een eventueel myocardinfarct een bijkomend probleem was geweest. Het college merkt overigens op dat het zich niet aan de indruk kan onttrekken dat in de communicatie tussen klager en verweerster zaken fout zijn gegaan. Een betere uitleg van de door verweerster gemaakte afweging had de voorkeur verdiend, juist omdat klager kennelijk en begrijpelijk ernstig bezorgd was over de toestand van zijn vader. De conclusie van het voorgaande is niettemin dat de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond is en zonder verder onderzoek in raadkamer zal worden afgewezen. Verweerster kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg worden gemaakt. Klacht 3 Klaagster verwijt arts dat haar man vermoedelijk door ondeskundig handelen is overleden en dat de arts hem ten onrechte niet heeft doorgestuurd naar het ziekenhuis. Klaagster stelt geen toestemming te hebben gegeven om de behandeling te staken. 5.3 De arts heeft dit beleid op 10 januari 2013 met de afdelingsarts besproken en de afdelingsarts heeft vervolgens telefonisch met klaagster gesproken. De arts heeft van de afdelingsarts vernomen dat klaagster met het beleid instemde. De partijen verschillen van mening over de precieze inhoud van het telefoongesprek tussen klaagster en de afdelingsarts. Het college kan niet vaststellen wat er in het telefoongesprek is gezegd. Aannemelijk is, mede gezien de aantekening in het dossier, dat er een beleid is voorgesteld en dat klaagster daarmee akkoord ging. Ook is aannemelijk dat het ging om het tussen de afdelingsarts en de arts besproken beleid, zoals in het dossier vlak daarboven is genoteerd. Niet is duidelijk geworden of het - al dan niet - insturen van
12 patiënt naar een ziekenhuis in zijn algemeenheid is besproken dan wel alleen is gesproken over het niet meer dialyseren in het ziekenhuis, zoals klaagster stelt. Wat hiervan ook zij, de arts mocht, gelet ook op het ver gevorderde stadium van de opleiding van de afdelingsarts tot specialist, in beginsel afgaan op haar weergave van het gesprek met klaagster. 5.4 Gelet op de precaire gezondheidstoestand van patiënt, de onzekerheid over de oorzaak van de dehydratie, het bij de opname in 2011 afgesproken actieve behandelbeleid en de beperkingen van een telefoongesprek in vergelijking met een persoonlijk gesprek had het wel op de weg van de arts gelegen ervoor te zorgen dat of hij of de afdelingsarts persoonlijk met klaagster zou spreken. De arts stelt ook zelf dat hij, als medisch eindverantwoordelijke, klaagster zelf persoonlijk wilde spreken. Volgens hem heeft hij dit gedaan in de middag van 10 januari 2013, toen hij klaagster trof op de afdeling, en stemde klaagster met het voorgestelde beleid in. 5.5 De stelling van klaagster is echter dat zij die dag arts niet heeft gezien of gesproken. Volgens klaagster had zij de arts alleen ten tijde van de opname van patiënt in het verpleeghuis persoonlijk gesproken, maar niet op of rond 10 januari Het dossier bevat geen melding van een gesprek tussen de arts en klaagster. Gezien de tegen over elkaar staande stellingen van de partijen op dit punt en het ontbreken van een aantekening in het dossier is niet komen vast te staan dat het door de arts genoemde gesprek heeft plaatsgevonden. Daardoor is ook niet komen vast te staan dat de voor- en nadelen van een eventuele ziekenhuisopname uitdrukkelijk zijn besproken en dat klaagster een goede afweging heeft kunnen maken. Dat is de arts tuchtrechtelijk te verwijten. 5.6 Tegen de door en onder verantwoordelijkheid van de arts gegeven behandelingen - kenbaar uit de stellingen van partijen en het dossier - heeft het college geen bezwaar. Wel is de vraag of in het verpleeghuis een precieze controle van de vochtbalans mogelijk was, omdat wel de hoeveelheid toegediend vocht kon worden bepaald, maar de hoeveelheid uitgescheiden vocht werd geschat. Dit aspect van de behandeling zou een van de overwegingen zijn geweest bij het nemen van een beslissing over het al dan niet insturen van patiënt naar een ziekenhuis.
13 5.7 Het door klaagster gestelde oorzakelijk verband tussen de behandeling en het overlijden van patiënt kan het college kan niet bevestigen. 5.8 Het bovenstaande in onderlinge samenhang beoordelend is de klacht gedeeltelijk gegrond. Gelet op alle feiten en omstandigheden acht het college de hierna te noemen maatregel passend. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg beslist als volgt: legt op de maatregel van: WAARSCHUWING. Conclusie en adviezen Het aantal klachten tegen specialisten ouderengeneeskunde varieert per jaar, maar lijkt in ernst toe te nemen. Communicatie is in ons vak essentieel zowel met het verplegend personeel als met patiënt en/of vertegenwoordiger. In het algemeen zijn patiënten en vertegenwoordigers meer geïnformeerd over ziektes doordat informatie laagdrempelig via internet beschikbaar is. Dit geeft tegelijkertijd het gevaar dat informatie verkeerd geïnterpreteerd wordt. Het blijft dus belangrijk om regelmatig met patiënt en/of vertegenwoordiger in gesprek te gaan. Dit hoort in ieder geval tweemaal per jaar te gebeuren maar bij intercurrente ziektes is het raadzaam om zelf goede uitleg te geven en dit niet te snel aan verplegend personeel over te laten. Klagers vertellen met enige regelmaat dat zij bij verplegend personeel hadden aangegeven een arts te willen spreken. Deze signalen komen lang niet altijd bij de arts terecht waardoor klagers denken dat de arts hen niet wil spreken. Dossiervoering is belangrijk om klachten te kunnen weerleggen. Hierbij is alleen de notitie familie gesproken niet voldoende. Uit de aantekeningen moet duidelijk blijken wat het beleid was waarnaar verwezen wordt als genoteerd is dat familie is geïnformeerd. Het is sterk aan te raden om bij de tuchtprocedure bijstand te vragen van een jurist. Zij beoordelen de klacht op een andere objectievere wijze dan de arts en/of zijn collega s zelf kunnen.
14 Tot slot Recent is een tweede specialist ouderengeneeskunde toegevoegd aan het tuchtcollege van Amsterdam omdat de belasting voor één arts te groot werd. Ik hoop op een kentering in het aantal klachten, maar vrees dat deze hoop ijdel is gezien de personele problematiek in de verpleeghuizen en de toenemende mondigheid van patiënten en vertegenwoordigers. Ik kan alleen alle artsen wijzen op het belang van goede communicatie en uitleg aan patiënten en hun vertegenwoordigers. Literatuur Wet op Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG).
Tuchtrecht in de gezondheidszorg
Tuchtrecht in de gezondheidszorg mr. C.W.M. Hillenaar, plv. secretaris Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven naam s-hertogenbosch, 1 februari 2018 Nederlandse Vereniging van Intensive
Nadere informatieTuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag
Tuchtrecht Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger
Nadere informatieC E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist
Nadere informatieTuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm
Tuchtrecht Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger beroep Soort klachten Geen of
Nadere informatieKlachten over uw zorg?
Klachten over uw zorg? Het tuchtrecht heeft als doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg te bewaken en te bevorderen, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig
Nadere informatieReglement Klachtencommissie SCEN
Reglement Klachtencommissie SCEN Organisatie/Auteur: KNMG, SCEN, september 2016 1 Toepasselijkheid, doel en uitvoering klachtprocedure Artikel 1. Toepasselijkheid reglement De bepalingen van dit reglement
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen
G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft
Nadere informatieWijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling
Wijziging tuchtrecht stichting TBNG 2013 Tuchtrechtspraak Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Definitiebepaling Tuchtrechtspraak van de Stichting Tuchtrecht Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg, hierna
Nadere informatieDe verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht)
De verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht) -mr. dr. Wilma Duijst, forensisch arts en rechterplaatsvervanger rechtbank Gelderland -mr. Alex Smit, voorzitter
Nadere informatieA, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar
Nadere informatieDe bedrijfsarts in de beklaagdenbank Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht
Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht Judith van Haersma Buma Bijscholing NVAB Kring Zuid-West 26 november 2009, Bergen op Zoom - cijfers 2008( regionaal) 1347 totaal afgehandelde klachten; 470 klachten
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatie16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018
17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,
Nadere informatieInhoud. Bijlage: - klachtformulier - ook als WORD-invuldocument te downloaden via de website:www.agro.nl/vtc
Inhoud 1. Veterinair Tuchtrecht 2. Over wie kan worden geklaagd 3. Waarover kan worden geklaagd 4. Bespreek uw klacht 5. Wie kan een klacht indienen 6. De Klachtambtenaar 7. Hoe dient u een klacht in 8.
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 21 januari 2009 ingekomen klacht
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van
G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende
Nadere informatie16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeslissing in de zaak onder nummer C van:
c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieU heeft een klacht? De beroepscode en het tuchtrecht van de NVO
U heeft een klacht? De beroepscode en het tuchtrecht van de NVO De NVO wie zijn wij? De NVO is de beroepsvereniging van ruim 7.000 universitair opgeleide pedagogen en onderwijskundigen. Ons doel is de
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2018-137 ECLI:NL:TGZRSGR:2018:182 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-137 Datum uitspraak: 20 november 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Nadere informatieRep.nr. G2018/64 18 december 2018 Def. 236 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN. Beslissing op de klacht van:
1 Rep.nr. G2018/64 18 december 2018 Def. 236 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Beslissing op de klacht van: A, klaagster, wonende te B, tegen C, werkzaam als specialist ouderengeneeskunde
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatieCR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht
Nadere informatieKamer voor het notariaat in het ressort Den Haag
13-14 ECLI:NL:TNOKSGR:2013:10 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 13-14 Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag Beslissing d.d. 11 september 2013 inzake de klacht onder
Nadere informatieReglement Tuchtrechtspraak
Reglement Tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN
Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding
Nadere informatie1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.
Hoofdstuk 3 De klachtencommissie Artikel 5 Klachtencommissie 1. De deelnemende Raden van Bestuur brengen de klachtenbehandeling onder bij de door hen ingestelde Klachtencommissie Verzorging en Verpleging
Nadere informatiePostbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.
Postbus 2122, 6020 AC Budel T. 06-12 82 30 70 E. geschilleninstantie@kab-klachten.nl W. www.geschilleninstantiekab.nl Geschilleninstantie KAB Referentie: 2018-004 UITSPRAAK Inzake De heer van H. Wonende
Nadere informatieJuridische valkuilen rond een tuchtklacht
Juridische valkuilen rond een tuchtklacht VIA, 16 juni 2014 mr. Hilde van der Meer Adviseur gezondheidsrecht KNMG Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk
Nadere informatieReglement tuchtrechtspraak
Reglement tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode
Nadere informatie1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank
2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,
Nadere informatieRAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:
11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A
Nadere informatieBeslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2018-139 ECLI:NL:TGZRSGR:2019:13 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-139 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de
Nadere informatieBij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.
Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
187/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:34 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 187/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 februari 2019 naar aanleiding
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 oktober 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C verpleegkundige
Nadere informatie16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg
Nadere informatieDe Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.
Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar
Nadere informatie17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018
17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019
18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBespreking uitspraak tuchtrecht Wie mag er een klacht indienen?
Home no. 1 Februari 2017 Eerdere edities Verenso.nl Bespreking uitspraak tuchtrecht Wie mag er een klacht indienen? Roy Knuiman rknuiman@verenso.nl In deze editie van het Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde
Nadere informatieBeweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.
Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
G2017/124 ECLI:NL:TGZRGRO:2018:9 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2017/124 Rep.nr. G2017/124 13 maart 2018 Def. 032 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE
Nadere informatieReglement van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vanaf 1 april 2019.
1 Reglement van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vanaf 1 april 2019. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft in het belang van een behoorlijke rechtspleging het navolgende
Nadere informatieEchtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.
18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer
Nadere informatieMeetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.
Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van
Nadere informatieRaad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM
Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Klagers waren met het makelaarskantoor van de verkoper in onderhandeling over de aankoop van twee percelen
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht
UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2016-203 ECLI:NL:TGZRSGR:2017:72 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-203 Datum uitspraak: 9 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 7 mei 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster gemachtigde mr. J. Broeders
Nadere informatie17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018
17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatie16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.137Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieHET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN
18181 ECLI:NL:TGZREIN:2019:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 18181 Uitspraak: 13 juni 2019 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE
Nadere informatieBeroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk?
Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beelden uit Nederland. dr. H. van Dartel Ethicus, (np) verpleegkundige Voormalig voorzitter CE VenVN opzet Achtergrond en inzet van de beroepscode
Nadere informatie18.076Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018
18.076Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.001T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.001T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatiestichting tuchtrechtspraak nap
REGLEMENT TUCHTRECHT VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK NAP TUCHTRECHTSPRAAK VAN TOEPASSING OP DE GEREGISTREERDE THERAPEUTEN BIJ DE NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PSYCHOTHERAPIE Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van X B.V., gevestigd te [plaats1], vertegenwoordigd door [A], K
Nadere informatieOntvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.
Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Klager heeft van de gemeente een vergunning verkregen voor de aanleg van een uitrit op zijn perceel. Nadat beklaagde,
Nadere informatie18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019
18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatie16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016
16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieGeschillencommissie Huisartsenzorg West
Geschillencommissie Huisartsenzorg West Referentie: 201703/ms UITSPRAAK Inzake Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats] klaagster tegen Mevrouw [verweerster], huisarts gevestigd te [plaats] verweerster
Nadere informatieKlachtenreglement Helios Solutions
Klachtenreglement Helios Solutions Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. cliënt : een jeugdige; een ouder; een
Nadere informatieUITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita
107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het
Nadere informatieTUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) HUISHOUDELIJK REGLEMENT. 1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:
TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder: - reglement: het Reglement Tuchtraad Financiële
Nadere informatie16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector
Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.
Nadere informatie16.038T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016
16.038T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieUitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN
Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 12 november 2014 binnengekomen klacht van: [A] wonende te [B]
Nadere informatie16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieUitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.
1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor
Nadere informatieKlachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. zorgaanbieder : Recacare; b. raad van bestuur
Nadere informatieREGLEMENT TUCHTRECHT VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPAAK VAN DE NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PSYCHOTHERAPIE
REGLEMENT TUCHTRECHT VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPAAK VAN DE NEDERLANDSE ASSOCIATIE VOOR PSYCHOTHERAPIE Begrippen - NAP: de Nederlandse Associatie voor Psychotherapie. - Tuchtstichting: de stichting Tuchtrechtspraak
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/320 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/320 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatie16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatieKlachtenreglement Sagènn Diensten Versie januari 2015
Klachtenreglement Sagènn Diensten Versie januari 2015 Sagènn Diensten B.V. - 2015 1 Klachtenreglement Sagènn Leeswijzer Het klachtenreglement Sagènn Diensten is onderverdeeld in 5 hoofdstukken. In hoofdstuk
Nadere informatie2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatieC, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,
272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding
Nadere informatieREGLEMENT VOOR DE TUCHTRECHTSPRAAK. van TCZ inhoudende. Tuchtrecht Complementaire Zorg
REGLEMENT VOOR DE TUCHTRECHTSPRAAK van TCZ inhoudende Tuchtrecht Complementaire Zorg Reglement TCZ - 3 juni 2019 1 INHOUDSOPGAVE pag. 3. HOOFDSTUK 1: Definities 4. HOOFDSTUK 2: Algemene bepalingen Artikel
Nadere informatieBeslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ in de zaak T
Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ in de zaak 16.028T Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige
Nadere informatieADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers
107205 ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers tegen de heer F, directeur mevrouw G, intern begeleider (ib er) mevrouw H, leerkracht,
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 081.99 ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatie2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, verweerster in het incidenteel beroep, klaagster in eerste aanleg,
Nadere informatieCENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2013-259 ECLI:NL:TGZRSGR:2014:86 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2013-259 Datum uitspraak: 12 augustus 2014 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 25 mei 2009 binnengekomen
2009/168 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2009/168 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen
Nadere informatie