ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987*

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987*"

Transcriptie

1 ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987* In zaak 316/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Arbeidshof te Bergen, in het aldaar aanhangig geding tussen Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te Courcelles Marie-Christine Lebon en om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van verordening nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB 1968, L 257, biz. 2), en van verordening nr. 1251/70 van de Commissie van 29 juni 1970 met betrekking tot het recht van werknemers om verblijf te houden op het grondgebied van een Lid-Staat na er een betrekking te hebben vervuld (PB 1970, L 142, biz. 24), wijst HET HOF VAN JUSTITIE, samengesteld als volgt: Mackenzie Stuart, president, Y. Galmot, C. Kakouris, T. F. O'Higgins en F. Schockweiler, kamerpresidenten, T. Koopmans, O. Due, U. Everling, K. Bahlmann, J. C. Moitinho de Almeida en G. C. Rodríguez Iglesias, rechters, advocaat-generaal: C. O. Lenz griffier: H. A. Rühi, hoofdadministrateur gelet op de opmerkingen ingediend door: de regering van het Koninkrijk België, voor de schriftelijke procedure vertegenwoordigd door F. Behets Wydemans, directeur-generaal van het ministerie van Volksgezondheid en van het gezin, * Procestaai: Frans. 2832

2 OCMW TE COURCELLES / LEBON de regering van de Bondsrepubliek Duitsland, ter terechtzitting vertegenwoordigd door D. Knopp, advocaat te Keulen, de regering van het Koninkrijk der Nederlanden, voor de schriftelijke procedure vertegenwoordigd door I. Verkade, secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse zaken, de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. Griesmar, gezien het rapport ter terechtzitting en ten vervolge op de mondelinge behandeling op 19 november 1986, gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 14 januari 1987, het navolgende Arrest 1 Bij arrest van 18 oktober 1985, ingekomen ten Hove op 24 oktober daaraanvolgend, heeft het Arbeidshof te Bergen krachtens artikel 177 EEG-Verdrag vier prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van verordening nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB 1968, L 257, blz. 2), en van verordening nr. 1251/70 van de Commissie van 29 juni 1970 met betrekking tot het recht van werknemers om verblijf te houden op het grondgebied van een Lid-Staat na er een betrekking te hebben vervuld (PB 1970, L 142, blz. 24). 2 Deze vragen zijn gerezen in een geding betreffende het door M.-C. Lebon bij het Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te Courcelles (hierna: OCMW) ingediende verzoek om toekenning van het in de Belgische wet van 7 augustus 1974 voorziene bestaansminimum. 3 Lebon, van Franse nationaliteit, woont in België bij haar vader, die de Franse nationaliteit bezit en in België een ouderdomspensioen geniet. Blijkens de stukken heeft Lebon steeds in België gewoond, behalve in de periode , toen zij in Frankrijk werkte. 2833

3 4 Lebon ontving sinds 3 mei 1982 het bestaansminimum, dat echter bij besluit van het OCMW van 17 november 1982 werd ingetrokken, op grond dat niet vaststond dat betrokkene werkelijk werk zocht. In december 1982 werd Lebon opgenomen in een ziekenhuis te Namen en van 28 januari 1983 tot 28 oktober daaraanvolgend verpleegd te Luik. Zij was daar ondergebracht gedurende de week en keerde slechts op feestdagen en tijdens de weekends naar Courcelles terug. 5 Op 31 maart 1983 diende Lebon een nieuw verzoek om toekenning van het bestaansminimum in, dat door het OCMW te Courcelles werd afgewezen, op grond dat zij te Luik in een opvangtehuis verbleef. De Arbeidsrechtbank te Charleroi, waarbij beroep tegen dit besluit was ingesteld, oordeelde dat het OCMW te Courcelles territoriaal bevoegd was om van dat verzoek kennis te nemen. 6 In hoger beroep van het OCMW te Courcelles heeft het Arbeidshof te Bergen, van oordeel dat het OCMW te Luik bevoegd was, het noodzakelijk geacht het Hof de navolgende vragen te stellen : 1) Wanneer een onderdaan van een Lid-Staat van de Gemeenschap zich met zijn gezin op het grondgebied van een andere Lid-Staat heeft gevestigd en aldaar blijft wonen nadat hij in het genot van een rustpensioen is gekomen, behouden dan zijn bloedverwanten in neergaande lijn die bij hem hebben gewoond, het door verordening nr. 1612/68 erkende recht op gelijke behandeling, wanneer zij meerderjarig zijn geworden, niet langer te zijnen laste zijn en niet de hoedanigheid van werknemer hebben? 2) Zo ja, behouden zij dat recht ook wanneer zij niet langer bij de migrerende werknemer wonen en zijn teruggekeerd naar het land waarvan zij de nationaliteit hebben, en aldaar gedurende zekere tijd meer dan een jaar, dan wel meer dan twee jaar (zie artikel 5 van verordening nr. 1251/70) zelfstandig hebben gewoond? 3) Zo neen, vloeit de hoedanigheid van»familielid ten laste' voort uit een feitelijke situatie die in concreto moet worden beoordeeld, dan wel uit objectieve en van de wil van de betrokkene onafhankelijke omstandigheden, op grond waarvan hij genoodzaakt is een beroep te doen op ondersteuning door de werknemer? 4) Eveneens bij een ontkennend antwoord op de eerste vraag: wanneer de onderdaan van een Lid-Staat met een beroep op zijn hoedanigheid van werkne- 2834

4 OCMW TE COURCELLES / LEBON mer toegang wil krijgen tot en zich wil vestigen op het grondgebied van een andere Lid-Staat, is het dan voldoende dat hij zich beroept op zijn wil, zijn voornemen om deze hoedanigheid te verwerven? Dient hij van deze wil blijk te geven door ernstig en oprecht te pogen werk te vinden, of moet hem een werkaanbod zijn gedaan?" 7 Het Arbeidshof te Bergen heeft deze uitleggingsgegevens nodig om zich over de aansprakelijkheid van het OCMW te Courcelles te kunnen uitspreken. Dit OCMW zou artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 30 oktober 1974 niet zijn nagekomen, volgens hetwelk een OCMW dat een verzoek om toekenning van het bestaansminimum ontvangt, ten aanzien waarvan het zich niet bevoegd acht, gehouden is de aanvrager hiervan onmiddellijk in kennis te stellen en het verzoek binnen drie dagen door te zenden aan het bevoegde centrum. Het OCMW te Courcelles zou onrechtmatig hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de daaruit voortvloeiende schade. Het bestaan hiervan zou afhangen van de vraag, of Lebon recht had op het bestaansminimum. 8 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten, de betrokken gemeenschapsregeling en de door de regeringen en de Commissie ingediende opmerkingen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting. Deze elementen van het dossier worden hieronder slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof. Eerste vraag 9 De Commissie en de Nederlandse en de Duitse regering betogen, dat de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord. Huns inziens valt de bloedverwant in neergaande lijn die meerderjarig is geworden en niet ten laste komt van een onderdaan van een Lid-Staat die gebruik maakt van zijn recht krachtens artikel 48, lid 3, sub c, EEG-Verdrag en verordening nr. 1251/70 om op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden, niet onder genoemde verordening en heeft hij bijgevolg geen recht op de gelijkheid van behandeling, bedoeld in artikel 7 van verordening nr. 1612/68. io Er zij aan herinnerd, dat het beginsel van gelijke behandeling in de eerste plaats voortvloeit uit artikel 7 EEG-Verdrag, dat binnen de werkingssfeer van dit Verdrag en onverminderd de bijzondere bepalingen, daarin gesteld,... elke discriminatie op grond van nationaliteit" verbiedt. Gelijk het Hof in zijn arrest van 17 april 2835

5 1986 (zaak 59/85, Reed, Jurispr. 1986, blz e.v.) beklemtoonde, heeft dit beginsel voor wat het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap betreft, zijn specifieke uitdrukking gevonden in artikel 48 EEG-Verdrag, ten uitvoer gelegd door verordening nr. 1612/68, waarvan artikel 7, lid 2, bepaalt dat een werknemer die onderdaan is van een Lid-Staat, in de ontvangende Lid-Staat dezelfde sociale en fiscale voordelen als de nationale werknemers" geniet. n Het feit dat in een andere Lid-Staat werkzame werknemers/onderdanen van de Lid-Staten met betrekking tot de aan hun familieleden toegekende voordelen op dezelfde voet worden behandeld als de werknemers/onderdanen van die andere staat, draagt bij tot de integratie van de migrerende werknemers in het gastland overeenkomstig de doelstellingen van het vrije verkeer van werknemers. n De familieleden van de werknemer in de zin van artikel 10 van verordening nr. 1612/68 hebben echter slechts indirect aanspraak op de gelijkheid van behandeling die de werknemer zelf aan artikel 7 van verordening nr. 1612/68 ontleent. Sociale uitkeringen als het door de wetgeving van een Lid-Staat gewaarborgd inkomen voor bejaarden (zie het arrest van 12 juli 1984, zaak 261/83, Castelli, Jurispr. 1984, blz. 3199) of die op algemene wijze een bestaansminimum waarborgen, worden slechts aan de familieleden van de werknemer toegekend, indien zij ten aanzien van deze werknemer zijn te beschouwen als een sociaal voordeel in de zin van artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/ Wanneer dus een werknemer/onderdaan van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat een betrekking heeft vervuld en er gebruik heeft gemaakt van zijn recht op verblijf, kunnen zijn bloedverwanten in neergaande lijn die de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt en niet langer te zijnen laste komen, zich niet beroepen op het door het gemeenschapsrecht gewaarborgde recht op gelijke behandeling ten einde aanspraak te maken op een door de wetgeving van de ontvangende Lid-Staat voorziene sociale uitkering welke op algemene wijze een bestaansminimum waarborgt. Voor zover immers de werknemer niet meer opkomt voor het onderhoud van zijn bloedverwant in neergaande lijn, vormt die uitkering voor hem geen sociaal voordeel in de zin van artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/

6 OCMW TE COURCELLES / LEBON i4 Mitsdien moet op de eerste vraag worden geantwoord, dat wanneer een werknemer/onderdaan van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat een betrekking heeft vervuld en na het verkrijgen van een rustpensioen daar blijft wonen, zijn bloedverwanten in neergaande lijn geen recht op gelijke behandeling behouden met betrekking tot een door de wetgeving van de ontvangende Lid-Staat voorziene sociale uitkering welke op algemene wijze een bestaansminimum waarborgt, wanneer zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, niet meer ten laste van de werknemer komen en zelf niet de hoedanigheid van werknemer bezitten. is Gezien het antwoord op de eerste vraag, behoeft de tweede niet te worden beantwoord. De derde vraag ie Met de derde vraag wenst de nationale rechter in wezen te vernemen, of de hoedanigheid van familielid ten laste, bedoeld in artikel 10 van verordening nr. 1612/68, voortvloeit uit een feitelijke situatie ondersteuning door de werknemer, zonder dat daarbij van belang is, waarom een beroep op die steun wordt gedaan. i7 Volgens de Commissie vloeit de hoedanigheid van familielid ten laste voort uit een feitelijke situatie die in concreto moet worden beoordeeld. Deze hoedanigheid behoeft niet het gevolg te zijn van objectieve, van de wil van de betrokkene onafhankelijke omstandigheden, op grond waarvan deze genoodzaakt is een beroep te doen op ondersteuning door een ander. is Volgens de Nederlandse regering betekent de uitdrukking ten laste komen van", dat de werknemer geheel of grotendeels voorziet in het onderhoud" van de bloedverwant in neergaande lijn. Naar haar mening betekent het feit dat een bloedverwant in neergaande lijn om toekenning van het bestaansminimum verzoekt, dat hij niet meer ten laste van zijn bloedverwant in opgaande lijn komt en derhalve niet meer onder de definitie van artikel 10, lid 1, van verordening nr. 1612/68 valt. 2837

7 i9 De Duitse regering heeft ter terechtzitting betoogd, dat de hoedanigheid van familielid ten laste niet enkel veronderstelt dat men niet zelf in zijn onderhoud kan voorzien, maar ook dat men recht op levensonderhoud vanwege de werknemer heeft. 20 Vooreerst zij erop gewezen, dat wanneer een familielid ten laste van een migrerend werknemer om toekenning van het bestaansminimum verzoekt, dit niet kan afdoen aan zijn hoedanigheid van familielid ten laste. Anders zou de betrokkene door de toekenning van het bestaansminimum zijn hoedanigheid van familielid ten laste kunnen verliezen, hetgeen grond zou opleveren hetzij voor intrekking van dat bestaansminimum, hetzij zelfs voor verlies van het verblijfsrecht. Een dergelijke oplossing zou het voor het familielid ten laste in de praktijk onmogelijk maken het bestaansminimum aan te vragen, en daardoor afbreuk doen aan de aan de migrerende werknemer toegekende gelijkheid van behandeling. Bij de beoordeling van de hoedanigheid van familielid ten laste dient de toekenning van het bestaansminimum dus buiten beschouwing te blijven. 2i In de tweede plaats zij opgemerkt, dat de hoedanigheid van familielid ten laste evenmin een recht op levensonderhoud onderstelt. Anders zou de familiehereniging afhangen van de nationale wettelijke regelingen, die van staat tot staat verschillen, hetgeen eenvormige toepassing van het gemeenschapsrecht onmogelijk zou maken. 22 Artikel 10, leden 1 en 2, van verordening nr. 1612/68 moet aldus worden uitgelegd, dat de hoedanigheid van familielid ten laste voortvloeit uit een feitelijke situatie. Het gaat om een familielid dat door de werknemer wordt ondersteund, waarbij niet van belang is, waarom op die steun een beroep wordt gedaan en of de betrokkene in staat is om door betaalde arbeid zelf in zijn onderhoud te voorzien. 23 Deze uitlegging vloeit logisch voort uit het beginsel, dat de bepalingen waarin het vrije verkeer van werknemers een der grondslagen van de Gemeenschap verankerd ligt, ruim moeten worden uitgelegd (zie laatstelijk het arrest van 3 juni 1986, zaak 139/75, Kempf, Jurispr. 1986, blz. 1741, 1746). Zij vindt ook steun in de tekst van de betrokken bepaling, waarvan de Duitse (Unterhalt ge- 2838

8 OCMW TE COURCELLES / LEBON währen) en de Griekse versie (efóson synthreítai) in dit opzicht bijzonder duidelijk zijn. 24 Mitsdien moet op de derde vraag worden geantwoord, dat de hoedanigheid van familielid ten laste, bedoeld in artikel 10, leden 1 en 2, van verordening nr. 1612/68 voortvloeit uit een feitelijke situatie ondersteuning door de werknemer, waarbij niet van belang is, waarom op die steun een beroep wordt gedaan. De vierde vraag 25 Uit de samenhang blijkt, dat deze vraag er in wezen toe strekt te vernemen, of de in artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/68 bedoelde gelijkheid van behandeling met betrekking tot sociale en fiscale voordelen ook toekomt aan personen die zich verplaatsen om werk te zoeken. 26 Opgemerkt zij, dat het recht op gelijke behandeling met betrekking tot sociale en fiscale voordelen enkel voor werknemers geldt. Personen die zich verplaatsen om werk te zoeken, hebben overeenkomstig artikel 48 EEG-Verdrag en de artikelen 2 en 5 van verordening nr. 1612/68 slechts aanspraak op gelijkheid van behandeling voor wat de toegang tot arbeid betreft. 27 Mitsdien moet op de vierde vraag worden geantwoord, dat de in artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/68 bedoelde gelijkheid van behandeling met betrekking tot sociale en fiscale voordelen slechts toekomt aan werknemers en niet aan onderdanen van de Lid-Staten die zich verplaatsen om werk te zoeken. Kosten 28 De kosten door de Belgische, de Nederlandse en de Duitse regering en de Commissie wegens indiening hunner opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. 2839

9 HET HOF VAN JUSTITIE, uitspraak doende op de door het Arbeidshof te Bergen bij arrest van 18 oktober 1985 gestelde vragen, verklaart voor recht: 1) De bloedverwanten in neergaande lijn die leefden onder het dak van een werknemer/onderdaan van een Lid-Staat die op het grondgebied van een andere Lid- Staat een betrekking heeft vervuld en na het verkrijgen van een rustpensioen daar blijft wonen, behouden geen recht op gelijke behandeling met betrekking tot een door de wetgeving van de ontvangende Lid-Staat voorziene sociale uitkering welke op algemene wijze een bestaansminimum waarborgt, wanneer zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, niet meer ten laste van de werknemer komen en zelf niet de hoedanigheid van werknemer bezitten. 2) De hoedanigheid van familielid ten laste, bedoeld in artikel 10, leden 1 en 2, van verordening nr. 1612/68, vloeit voort uit een feitelijke situatie ondersteuning door de werknemer, waarbij niet van belang is, waarom op die steun een beroep wordt gedaan. 3) De in artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/68 bedoelde gelijkheid van behandeling met betrekking tot sociale en fiscale voordelen komt slechts aan werknemers toe en niet aan onderdanen van de Lid-Staten die zich verplaatsen om werk te zoeken. Mackenzie Stuart Galmot Kakouris O'Higgins Schockweiler Koopmans Due Everling Bahlmann Moitinho de Almeida Rodríguez Iglesias Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 18 juni De griffier P. Heim De president A. J. Mackenzie Stuart 2840

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* ARREST VAN 22. 9. 1988 ZAAK 236/87 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* In zaak 236/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landessozialgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * ARREST VAN 7.7.1992 ZAAK C-369/90 ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * In zaak C-369/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Tribunal Superior de Justicia de Cantabria

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 *

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * ARREST VAN 24.11.1993 GEVOEGDE ZAKEN C-267/91 EN C-268/91 ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * In de gevoegde zaken C-267/91 en C-268/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* ARREST VAN 11. 6. 1987 ZAAK 30/85 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* In zaak 30/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Raad van Beroep te Amsterdam,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * ALDEWERELD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * In zaak C-60/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EE G-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * ARREST VAN 7. 2. 1991 ZAAK C-227/89 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * In zaak C-227/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sozialgericht Stuttgart,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1991 * ANTONISSEN ARREST VAN HET HOF 26 februari 1991 * In zaak C-292/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Queen's Bench Division, te Londen,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * In zaak 139/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * ARREST VAN 13.3.1997 ZAAK C-131/95 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * In zaak C-131/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 30 september 1987 *

ARREST VAN HET HOF 30 september 1987 * ARREST VAN HET HOF 30 september 1987 * In zaak 12/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Verwaltungsgericht Stuttgart, in het aldaar aanhangig geding tussen Meryem

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 *

BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 * BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 * In zaak 69/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Verwaltungsgericht Frankfurt/Main, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 16 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF 16 juni 1987* COMMISSIE / ITALIË ARREST VAN HET HOF 16 juni 1987* In zaak 118/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door S. Fabro, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * ARREST VAN 9. 11. 1995 ZAAK C-475/93 ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * In zaak C-475/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Speyer (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* In zaak C-26/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * ARREST VAN 27. 9. 1988 ZAAK 18/87 ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * In zaak 18/87, Commissie vao de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. Sack, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * TELLERUP / DADDY'S DANCE HALL ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * In zaak 324/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Deense Højesteret, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 * ARREST VAN 15.3.1994 ZAAK C-45/93 ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 * In zaak C-45/93, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door B. Rodríguez Galindo, lid van haar juridische dienst,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 21 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF 21 juni 1988* ARREST VAN 21. 6. 1988 ZAAK 39/86 ARREST VAN HET HOF 21 juni 1988* In zaak 39/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Verwaltungsgericht Hannover, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * THE QUEEN/ TREASURY EN COMMISSIONERS OF INLAND REVENUE, EX PARTE DAILY MAIL AND GENERAL TRUST PLC ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * In zaak 81/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * ARREST VAN 7. 7. 1994 ZAAK C-130/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * In zaak C-130/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hof van Beroep te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * In zaak 235/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. F. Buhl als gemachtigde, bijgestaan door M. Mees, advocaat

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 maart 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 maart 1989 * ECHTERNACH E. A. / MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 maart 1989 * In de gevoegde zaken 389 en 390/87, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 11 JULI 1991»

ARREST VAN HET HOF 11 JULI 1991» ARREST VAN HET HOF 11 JULI 1991» In de gevoegde zaken C-87/90, C-88/90 en C-89/90, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Raad van Beroep te VHertogenbosch, in de aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' In zaak C-48/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sø- og Handelsret i København, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988* KALFEUS / SCHRÖDER ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988* In zaak 189/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 In zaak 24/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 2 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 2 februari 1988 * ARREST VAN HET HOF 2 februari 1988 * In zaak 24/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Luik, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * In zaak C-484/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Luxemburgse Conseil d'état, in het aldaar aanhangig geding tussen P.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 15 januari 1986 *

ARREST VAN HET HOF 15 januari 1986 * PINNA /CAISSE D'ALLOCATIONS FAMILIALES DE LA SAVOIE ARREST VAN HET HOF 15 januari 1986 * In zaak 41/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Franse Cour de cassation,

Nadere informatie

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 )

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 ) Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61987J0207 - NL Avis juridique important 61987J0207 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 14 JULI 1988. - GERD

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * COMMISSIE / FRANKRIJK ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * In zaak 50/87, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. F. Buhl, juridisch adviseur van de Commissie, als gemachtigde,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 24 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 24 februari 1988 * ARREST VAN HET HOF 24 februari 1988 * In zaak 260/86, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door Ph. Combescot, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * RYDERGÅRD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * In zaak C-215/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van Regeringsrätten (Zweden), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 21 november 1991*

ARREST VAN HET HOF 21 november 1991* ARREST VAN HET HOF 21 november 1991* In zaak C-269/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar aanhangig geding tussen Hauptzollamt

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 20 september 1988*

ARREST VAN HET HOF 20 september 1988* ARREST VAN HET HOF 20 september 1988* In zaak 302/86, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur R. Wainwright en J. Christoffersen, lid van haar juridische

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1987 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1987 * ARREST VAN 9. 7. 1987 GEVOEGDE ZAKEN 27 TOT EN MET 29/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1987 * In de gevoegde zaken 27 tot 29/86, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * In zaak C-206/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal administratif de Châlons-en-Champagne (Frankrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * ARREST VAN 12. 11. 1992 ZAAK C-163/91 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * In zaak C-163/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29.2. 1996 ZAAK C-215/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-215/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * O'FLYNN ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * In zaak C-237/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Social Security Commissioner (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 *

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 * ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 * In zaak 151/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Court of Appeal of England and "Wales, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

1 van 5 20/11/2008 15:04 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 61992J0313 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 2 JUNI 1994. - STRAFZAAK TEGEN VAN SWIETEN BV. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 * ALAMI BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 * In zaak C-23/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Hof van Cassatie (België), in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * In zaak 268/83, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 19 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF 19 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF 19 mei 1993 * In zaak C-320/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Correctionele Rechtbank te Luik (België), in de aldaar dienende strafzaak

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * In zaak C-143/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29. 2. 1996 ZAAK C-110/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-110/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 26 OKTOBER 1995. S. E. KLAUS TEGEN BESTUUR VAN DE NIEUWE ALGEMENE BEDRIJFSVERENIGING. VERZOEK OM EEN

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 *

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * ARREST VAN 28.9. 1994 ZAAK C-28/93 ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * In zaak C-28/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Kantongerecht te 's-gravenhage,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 *

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * COMITATO DI COORDINAMENTO PER LA DIFESA DELLA CAVA E. A. ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * In zaak C-236/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de president van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * ARREST VAN 1. 7. 1999 ZAAK C-173/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * In zaak C-173/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 * In zaak C-169/03, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Regeringsrätt (Zweden), in het aldaar aanhangige geding tussen Florian

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF 2 augustus 1993 * ARREST VAN 2. 8.1993 ZAAK C-107/92 ARREST VAN HET HOF 2 augustus 1993 * In zaak C-107/92, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A. Aresu en R. Pellicer, leden van haar juridische

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 mei 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 16 mei 1989 * In zaak 382/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de cour d'appel te Parijs (Negende correctionele kamer), in de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1988* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1988* In de gevoegde zaken 123 en 330/87, betreffende twee verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel

Nadere informatie

A. VERHOLEN EN ANDEREN TEGEN SOCIALE VERZEKERINGSBANK AMSTERDAM. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: RAAD VAN BEROEP'S-HERTOGENBOSCH - NEDERLAND.

A. VERHOLEN EN ANDEREN TEGEN SOCIALE VERZEKERINGSBANK AMSTERDAM. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: RAAD VAN BEROEP'S-HERTOGENBOSCH - NEDERLAND. ARREST VAN HET HOF VAN 11 JULI 1991. A. VERHOLEN EN ANDEREN TEGEN SOCIALE VERZEKERINGSBANK AMSTERDAM. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: RAAD VAN BEROEP'S-HERTOGENBOSCH - NEDERLAND. GELIJKE BEHANDELING

Nadere informatie