(P)RUP BRUGSTRAAT HAACHT

Transcriptie

1 (P)RUP BRUGSTRAAT HAACHT (GEDEELTELIJKE HERZIENING) PLAN-MER SCREENINGSNOTA (deel II kaartenbundel) Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening Januari 2017 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL: SCRPL-nr.: SCRPL16251

2 Gemeente Haacht (p)rup BRUGSTRAAT HAACHT (GEDEELTELIJKE HERZIENING) Onderzoek naar plan-mer-plicht Ontheffingsaanvraag DEEL II: KAARTENBUNDEL Initiatiefnemer: Gemeente Haacht Wespelaarsesteenweg Haacht Uitvoering: Interleuven Brouwersstraat Leuven Deel II: kaartenbundel januari /42

3 INHOUDSOPGAVE KAART 1: SITUERING GEMEENTE HAACHT... 5 KAART 2: SITUERING PLANGEBIED BINNEN HAACHT (NIVEAU GEMEENTE)... 6 KAART 3: SITUERING PLANGEBIED BINNEN HAACHT (NIVEAU DEELGEMEENTE TOPOGRAFISCHE KAART)... 7 KAART 4: SITUERING PLANGEBIED BINNEN HAACHT (NIVEAU DEELGEMEENTE LUCHTFOTO)... 8 KAART 5: AFBAKENING PLANGEBIED (LUCHTFOTO)... 9 KAART 6: AFBAKENING PLANGEBIED (GRB) KAART 7: GEWESTPLAN KAART 8: GRAFISCH PLAN PRUP PERMANENT WONEN OP CAMPINGS EN WEEKENDVERBLIJVEN DEELRUP 7 BRUGSTRAAT (HAACHT) KAART 9: GRAFISCH PLAN GEMEENTELIJKE HERZIENING PRUP PERMANENT WONEN OP CAMPINGS EN WEEKENDVERBLIJVEN DEELRUP 7 BRUGSTRAAT (HAACHT) KAART 10: BODEMKAART KAART 11: EROSIEGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 12: POTENTIËLE EROSIEKAART KAART 13: HELLINGENKAART KAART 14: DHM HOOGTEKAART KAART 15: BODEMGEBRUIK KAART 16: KAART VOOR OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 17: RECENT OVERSTROOMDE GEBIEDEN KAART 18: NATUURLIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (NOG) KAART 19: MOGELIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (MOG) KAART 20: WATERLOPEN KAART 21: INFILTRATIEGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 22: GRONDWATERKWETSBAARHEID KAART 23: GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 24: ZONERINGSPLAN VMM KAART 25: BESCHERMINGSZONES VAN WATERWINNINGSGEBIED KAART 26: BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART KAART 27: VOGEL- EN HABITATRICHTLIJNGEBIEDEN KAART 28: GEBIEDEN VAN VEN EN IVON KAART 29: LANDSCHAPSATLAS (+ INVENTARIS BOUWKUNDIG ERFGOED) KAART 30: ATLAS DER BUURTWEGEN KAART 31: FIJN STOF (PM10 DAGGEMIDDELDE) KAART 32: FIJN STOF (PM10 JAARGEMIDDELDE) KAART 33: GELUIDSKAART WEGEN VAN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE DAG (LDEN) KAART 34: GELUIDSKAART WEGEN VAN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE NACHT (LNIGHT) BIJLAGE I: BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN Fusiegemeentegrenzen Deelgemeentegrenzen Gewestgrens Provinciegrens Arrondissementgrens Gewestplan Kadaster Orthofoto s Topografische kaart Deel II: kaartenbundel januari /42

4 1.10. Atlas Buurtwegen Atlas woonuitbreidingsgebieden (WUG) HAG Stations NMBS Spoorwegen Watertoets Beschermingszones van de grondwaterwinningen Vlaams Hydrografische Atlas Wateroppervlakken Atlas van de Waterlopen Bodem Landschap Fietsroutenetwerken Habitatrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden Vlaams Ecologisch Netwerk Biologische waarderingskaart fauna en flora Geluid Lucht GRB Zoneringsplan VMM: Deel II: kaartenbundel januari /42

5 KAART 1: SITUERING GEMEENTE HAACHT Deel II: kaartenbundel januari /42

6 KAART 2: SITUERING PLANGEBIED BINNEN HAACHT (NIVEAU GEMEENTE) Deel II: kaartenbundel januari /42

7 KAART 3: SITUERING PLANGEBIED BINNEN HAACHT (NIVEAU DEELGEMEENTE TOPOGRAFISCHE KAART) Deel II: kaartenbundel januari /42

8 KAART 4: SITUERING PLANGEBIED BINNEN HAACHT (NIVEAU DEELGEMEENTE LUCHTFOTO) Deel II: kaartenbundel januari /42

9 KAART 5: AFBAKENING PLANGEBIED (LUCHTFOTO) Deel II: kaartenbundel januari /42

10 KAART 6: AFBAKENING PLANGEBIED (GRB) Deel II: kaartenbundel januari /42

11 KAART 7: GEWESTPLAN Deel II: kaartenbundel januari /42

12 KAART 8: GRAFISCH PLAN PRUP PERMANENT WONEN OP CAMPINGS EN WEEKENDVERBLIJVEN DEELRUP 7 BRUGSTRAAT (HAACHT) Deel II: kaartenbundel januari /42

13 KAART 9: GRAFISCH PLAN GEMEENTELIJKE HERZIENING PRUP PERMANENT WONEN OP CAMPINGS EN WEEKENDVERBLIJVEN DEELRUP 7 BRUGSTRAAT (HAACHT) Deel II: kaartenbundel januari /42

14 KAART 10: BODEMKAART Deel II: kaartenbundel januari /42

15 KAART 11: EROSIEGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel januari /42

16 KAART 12: POTENTIËLE EROSIEKAART Deel II: kaartenbundel januari /42

17 KAART 13: HELLINGENKAART Deel II: kaartenbundel januari /42

18 KAART 14: DHM HOOGTEKAART Deel II: kaartenbundel januari /42

19 KAART 15: BODEMGEBRUIK Deel II: kaartenbundel januari /42

20 KAART 16: KAART VOOR OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel januari /42

21 KAART 17: RECENT OVERSTROOMDE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel januari /42

22 KAART 18: NATUURLIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (NOG) Deel II: kaartenbundel januari /42

23 KAART 19: MOGELIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (MOG) Deel II: kaartenbundel januari /42

24 KAART 20: WATERLOPEN Deel II: kaartenbundel januari /42

25 KAART 21: INFILTRATIEGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel januari /42

26 KAART 22: GRONDWATERKWETSBAARHEID Deel II: kaartenbundel januari /42

27 KAART 23: GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel januari /42

28 KAART 24: ZONERINGSPLAN VMM Deel II: kaartenbundel januari /42

29 KAART 25: BESCHERMINGSZONES VAN WATERWINNINGSGEBIED Deel II: kaartenbundel januari /42

30 KAART 26: BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Deel II: kaartenbundel januari /42

31 KAART 27: VOGEL- EN HABITATRICHTLIJNGEBIEDEN Deel II: kaartenbundel januari /42

32 KAART 28: GEBIEDEN VAN VEN EN IVON Deel II: kaartenbundel januari /42

33 KAART 29: LANDSCHAPSATLAS (+ INVENTARIS BOUWKUNDIG ERFGOED) Deel II: kaartenbundel januari /42

34 KAART 30: ATLAS DER BUURTWEGEN Deel II: kaartenbundel januari /42

35 KAART 31: FIJN STOF (PM10 DAGGEMIDDELDE) Deel II: kaartenbundel januari /42

36 KAART 32: FIJN STOF (PM10 JAARGEMIDDELDE) Deel II: kaartenbundel januari /42

37 KAART 33: GELUIDSKAART WEGEN VAN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE DAG (LDEN) Deel II: kaartenbundel januari /42

38 KAART 34: GELUIDSKAART WEGEN VAN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE NACHT (LNIGHT) Deel II: kaartenbundel januari /42

39 BIJLAGE I: BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN 1.1. Fusiegemeentegrenzen Voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen, vectorbestand, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Deelgemeentegrenzen Deelgemeenten, vectorbestand, bronbestand 2005, bewerking 2009, Provincie Vlaams- Brabant Gewestgrens Voorlopig referentiebestand gewestgrens, vector, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Provinciegrens Voorlopig referentiebestand provinciegrenzen, vector, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Arrondissementgrens Voorlopig referentiebestand arrondissementgrenzen, vector, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Gewestplan Gewestplan, vectorbestand, , Vlaamse overheid - Departement Ruimtelijke Ordening - Woonbeleid en onroerend erfgoed Kadaster Digitale kadastrale percelenplannen, cadmap, vectorbestand, toestand 01/01/2012, Federale Overheidsdienst financiën, Algemene administratie van de Patrimoniumdocumentatie Orthofoto s Middenschalige orthofotomozaïek, Vlaanderen, winteropnames (wordt jaarlijks vernieuwd), actuele toestand, AGIV en Provincie Vlaams-Brabant Topografische kaart Topografische kaart, kleur, grid, opname , schaal 1/10.000, Nationaal Geografisch Instituut. Topografische kaart, zwart-wit, grid, opname , schaal 1/10.000, Nationaal Geografisch Instituut Atlas Buurtwegen Atlas Buurtwegen Vlaams Brabant, vector en raster, toestand , Provincie Vlaams- Brabant Atlas woonuitbreidingsgebieden (WUG) Plan-MER screening - herziening RUP Centrum Begijnendijk Deel II: kaartenbundel januari /42

40 Atlas van de woonuitbreidingsgebieden, vector, actuele toestand, Vlaamse overheid Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed HAG Herbevestigde agrarische gebieden, 2009, vector, Vlaamse overheid - Departement RWO - Afdeling Ruimtelijke Planning Stations NMBS Stations, vector, versie 01/01/2009, NMBS Spoorwegen Navstreets native, versie (16/01/2013), vector, NAVTEQ Watertoets Signaalgebieden, vector, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Winterbedkaart, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Infiltratiegevoelige bodems, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Hellingenkaart, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Erosiegevoelige gebieden, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Overstromingsgevoelige gebieden, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Recent overstroomde gebieden, vector, , Vlaamse Milieumaatschappij - afdeling Operationeel Waterbeheer, MOW Beschermingszones van de grondwaterwinningen Beschermingszones van de grondwaterwinningen, vector, toestand 06/07/2006, Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer Vlaams Hydrografische Atlas VHA-waterlopen, vector versie , Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer. VHA-zones, vector, versier , Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer. VHA-wateroppervlakken, vector, versie , Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer. VHA - waterlopen met aanvulling van IL obv terreinonderzoek en luchtfotoverwerking, vector, VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer en Interleuven bijwerkingen. Grondwaterkwetsbaarheidskaart, vector, 1987, VMM Afd. Operationeel Waterbeheer Wateroppervlakken Wateroppervlakken Navstreets Native, vector, 16/01/2013, Navteq Plan-MER screening - herziening RUP Centrum Begijnendijk Deel II: kaartenbundel januari /42

41 1.19. Atlas van de Waterlopen Atlas Waterlopen Vlaams-Brabant, vector en raster, 1950, Provincie Vlaams-Brabant Bodem Bodemkaart, vector, versie , IWT. Potentiële bodemerosiekaart per perceel, vector, 2013, Vlaamse overheid (departement Leefmilieu en Energie, afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen). Waardevolle bodems in Vlaanderen, vector, 2006, ALBON. Landbouwtypering, vector, versie 2004, VLM. Ruilverkavelingsprojecten VLM, vector, actuele toestand, Vlaamse Landmaatschappij - Afdeling Ruilverkaveling. Beheersovereenkomsten VLM, vast en variabel: Beheerovereenkomsten in het kader van erosiebestrijding, natuur-, milieu-, en landschapsbeheer, vector, , VLM. Beheersovereenkomsten erosiebestrijding (grasstrook), vector, 2010, VLM. Bodemgebruik, vector, 30/04/2008, AGIV (gevectoriseerd dr Prov. Vlaams-Brabant). Bodembedekking, vector, 30/04/2008, AGIV (gevectoriseerd dr Prov. Vlaams Brabant) Landschap Ankerplaatsen relictenatlas, Ruimte en Erfgoed, vector, actuele toestand. Landschapsatlas vlakrelicten (relictzones): Relicten van de traditionele landschappen, vector, 08/05/2001, Ruimte en Erfgoed. Landschapsatlas lijnrelicten: Relicten van de traditionele landschappen, vector, 08/05/2001, Ruimte en Erfgoed. Landschapsatlas puntrelicten: Relicten van de traditionele landschappen, vector, 08/05/2001, Ruimte en Erfgoed. Traditionele landschappen: vectorbestand, toestand 8/05/2001, UG Vakgroep Geografie, Unesco werelderfgoed: Unesco werelderfgoed, vector, actuele toestand, Unesco. Bouwkundig Erfgoed - relicten en gehelen: Inventaris bouwkundig erfgoed, vectorbestand, actuele toestand, VIOE. Erfgoedlandschappen: Onroerend erfgoed, vectorbestand, actuele toestand. Definitief aangeduide ankerplaatsen: Voorlopige en definitief aangeduide ankerplaatsen en erfgoedlandschappen, Onroerend Erfgoed, vectorbestand, actuele toestand. Beschermde archeologische zone, monumenten, landschappen en dorps- en stadsgezichten: Beschermde Monumenten en Landschappen, Onroerend Erfgoed, vectorbestand, actuele toestand. Hoogtelijnen met interval 5m, vector, 31/05/2006, Provincie Vlaams-Brabant, afgeleid bestand van DHM-Vlaanderen (AGIV) Fietsroutenetwerken Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk Vlaanderen, vector, 27/05/2013, Provincie Vlaams-Brabant. Recreatief fietsroutenetwerk Vlaams-Brabant, vector, versie 2012, Provincie Vlaams- Brabant. Plan-MER screening - herziening RUP Centrum Begijnendijk Deel II: kaartenbundel januari /42

42 1.23. Habitatrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden, vectorbestand, toestand 15/02/2008, Agentschap voor Natuur en Bos Vogelrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden, vectorbestand, toestand 22/07/2006, Agentschap voor Natuur en Bos Vlaams Ecologisch Netwerk Gebieden van VEN en IVON, vector, 01/01/2013, Agentschap voor Natuur en Bos Biologische waarderingskaart fauna en flora Biologische waarderingskaart Fauna, vectorbestand, versie actuele toestand, Instituut voor Natuur- en bosonderzoek Geluid Geluidskaarten wegverkeer overdag, vector, 01/09/2009, AWV. Geluidskaarten wegverkeer nacht, vector, 01/09/2009, AWV. Geluidskaarten spoorverkeer, vector, 01/09/2009, LNE Lucht Advisering RUP-thema lucht, actuele toestand, VMM GRB GRB, vector, actuele toestand, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Zoneringsplan VMM: Zoneringsplan, vector, , VMM. Plan-MER screening - herziening RUP Centrum Begijnendijk Deel II: kaartenbundel januari /42

43 (P)RUP BRUGSTRAAT HAACHT (GEDEELTELIJKE HERZIENING) PLAN-MER SCREENINGSNOTA (deel I tekstbundel) Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening Januari 2017 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL: SCRPL-nr.: SCRPL16251

44 Gemeente Haacht (p)rup BRUGSTRAAT HAACHT (GEDEELTELIJKE HERZIENING) Onderzoek naar plan-mer-plicht Ontheffingsaanvraag DEEL I: TEKSTBUNDEL Initiatiefnemer: Gemeente Haacht Wespelaarsesteenweg Haacht Uitvoering: Interleuven Brouwersstraat Leuven Deel I: tekstbundel januari /38

45 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Doelstellingen en goedkeuring prup Brugstraat Haacht Reden van de gedeeltelijke herziening Bepaling van de plan-mer-plicht RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PLAN Situering van de gemeente Haacht Situering van het RUP binnen de gemeente Afbakening plangebied Feitelijke toestand plangebied en omgeving PLANNINGSCONTEXT Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Resolutie Vlaams parlement over de ontwikkeling van de weekendverblijven Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE & EFFECTEN PER MILIEUDISCIPLINE Gewestplan en goedgekeurd prup Brugstraat Haacht Bodem Water: oppervlakte- en grondwater Fauna, flora en biodiversiteit Ruimtelijke ordening Cultureel erfgoed, landschap en archeologie Lucht en klimaat Licht, geluid en geur Gezondheid en veiligheid van de mens Energie- en grondstoffenvoorraad Mobiliteit CONCLUSIE N.A.V. ADVIESRONDE Overzicht, samenvatting en eventuele behandeling van de ontvangen adviezen Advies provincie Vlaams-Brabant Advies Agentschap Wonen-Vlaanderen Eindconclusie BIJLAGE I: ONTVANGEN ADVIEZEN BIJLAGE II: BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN Deel I: tekstbundel januari /38

46 1. INLEIDING 1.1. Doelstellingen en goedkeuring prup Brugstraat Haacht In 2007 werd het eerste provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (prup) Permanent wonen op campings en weekendverblijven goedgekeurd voor de regio Kampenhout-Boortmeerbeek. Het betrof een pilootproject van de provincie Vlaams-Brabant, bestaande uit zeven deelrup s, dat de campings en weekendverblijven in vier gemeenten behandelt, namelijk Boortmeerbeek, Kampenhout, Zemst en Haacht. Nadien werden ook voor andere regio s in de provincie gelijkaardige RUP s opgemaakt en uitgevoerd. Met de opmaak van dit prup wilde men tegemoet komen aan de problematiek van permanente bewoning op campings en weekendverblijven en een einde maken aan de onzekere situatie waarmee eigenaars en bewoners al verschillende jaren te kampen hebben. In de gemeente Haacht werden twee deelrup s opgemaakt: deelrup 6 Binnenbeekweg- Keerbergenbroek en deelrup 7 Brugstraat. Enkel in de Brugstraat werd na de goedkeuring van het prup permanente bewoning mogelijk. Recreatiegebied werd er omgevormd naar zone voor buitenwonen. In de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften werden specifieke uitspraken gedaan over de inrichting van de bestemmingszone, zoals het terrein, de constructies, de verhardingen op de percelen,. Daarnaast werden er ook beheersvoorschriften opgesteld die het sociale karakter van het gebied dienden te benadrukken. Zo werd er onder andere in vastgelegd dat permanente bewoning enkel is toegelaten voor bestaande bewoners, ingeschreven voor 8 januari 2007, of indien de constructie wordt verhuurd. Op die manier wou men wooneenheden verzekeren in het kader van noodzakelijke herhuisvestingen van gezinnen die in een weekendverblijfcluster wonen waarvoor geen herbestemming naar buitenwonen of kleinschalig wonen mogelijk was. Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Permanent wonen op campings & weekendverblijven in de regio Kampenhout-Boortmeerbeek DeelRUP 7 Brugstraat (Haacht) werd definitief vastgesteld door de Provincieraad van de provincie Vlaams-Brabant op 16 oktober 2007 en ministerieel goedgekeurd op 21 december Reden van de gedeeltelijke herziening Het deelrup 7 Brugstraat van het prup wordt in hoofdzaak herzien omdat de beheersvoorschriften van het oorspronkelijke RUP in de praktijk leidden tot onduidelijkheid en ongelijkheid en juridisch niet sluitend zijn. Door de laattijdige implementatie van het prup was er immers een grijze zone ontstaan omwille van inschrijving en toestaan van permanente bewoning door eigenaars na 8 januari In het gebied worden slechts enkele constructies verhuurd waardoor het dus voornamelijk bewoond wordt door eigenaar-bewoners, waarvan een aantal daar niet permanent mag wonen volgens de voorschriften van het prup. Daarnaast is er ook een ongelijkheid tussen de kinderen van de huidige eigenaars. Het woonrecht is immers afhankelijk van hun inschrijving in het bevolkingsregister en bijgevolg van hun geboortedatum. Als laatste biedt fictieve verhuur van een constructie van het ene gezinslid aan het andere een makkelijke achterpoort om de bestaande voorschriften te omzeilen. De sociale doelstelling van het prup is nog steeds van kracht, maar om de onduidelijkheid en ongelijkheid voor de huidige en nieuwe bewoners te elimineren en de uitvoering van het prup haalbaarder te maken, besloot de gemeente Haacht om het provinciaal RUP Permanent Deel I: tekstbundel januari /38

47 wonen op campings en weekendverblijven in de regio Kampenhout-Boortmeerbeek DeelRUP Brugstraat (Haacht) gedeeltelijk te herzien. Hierbij worden in de eerste plaats de beheersvoorschriften geschrapt die de voorwaarde van verhuur voor permanente bewoning en het uitdovend woonrecht bevatten. Het voorkooprecht van maximaal vijftien jaar wordt wel opnieuw ingeschreven en ook de sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen er ditmaal gebruik van maken. Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de andere (vrij beperkte) stedenbouwkundige voorschriften uit 2007, horende bij de bestemming buitenwonen (oude bestemmingsbenaming) of kleinschalig wonen en verblijven (nieuwe bestemmingsbenaming), verder aan te passen en analoog te maken aan de voorschriften van de meer recente prup s omtrent campings en weekendverblijven in de provincie. Deze zijn alle gelijkaardig qua vorm en streven bovendien dezelfde doelstellingen na. Het verordenend grafisch plan/bestemmingsplan blijft daarentegen onveranderd. Het gaat hier bijgevolg enkel om een verfijning van de stedenbouwkundige voorschriften en zeker niet om een wijziging van de visie die de provincie Vlaams-Brabant met het oorspronkelijke prup heeft uitgedrukt. De herziening betreft een gemeentelijk RUP dat het provinciaal RUP vervangt. Het provinciaal RUP wordt bijgevolg opgeheven Bepaling van de plan-mer-plicht De milieueffectenrapportage (m.e.r.) is geregeld in het decreet van 18 december 2002 (B.S ), als titel IV van het decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid. Sedert 1 december 2007 is het nieuw plan-mer-decreet (B.S. 20/06/2007) in voege. Deze regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan-merdecreet valt. Voor de projecten en plannen die niet van rechtswege MER-plichtig zijn, is er een screeningsplicht van toepassing. In dit onderzoek worden de milieueffecten van het plan onderzocht en worden milderende maatregelen naar voor geschoven. De milieueffecten van het plan en de milderende maatregelen die worden gevraagd in het onderzoek tot m.e.r. (of het plan-mer), worden - waar nuttig, noodzakelijke en/of mogelijk - op het planologisch niveau doorvertaald en juridisch verankerd in het RUP. (De herziening van) het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-mer-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau met een oppervlakte van m² of ca. 1,6 ha. Het grondgebied van de gemeente Haacht beslaat daarentegen een oppervlakte van ha. Hierdoor kan gesteld worden dat het slechts om een relatief klein en zeer specifiek gebied gaat binnen het ruimere schaalniveau van de gemeente en dus screeningsgerechtigd is. Het uitvoeringsplan is ver gelegen van een grens met een buurland en de afstand tot zowel het Waalse Gewest als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt ongeveer 18 km (vogelvlucht). Aangezien dat er geen significante milieueffecten worden verwacht in de onmiddellijke omgeving van het voorgenomen plan en gezien de afstand tot de grenzen, en het feit dat er geen directe relaties zijn van het plangebied met gebieden aan de overzijde van de grens, wordt aangenomen dat er zich geen bijkomende grensoverschrijdende effecten kunnen voordoen. Aangezien: geen passende beoordeling vereist is; Deel I: tekstbundel januari /38

48 het RUP het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-mer-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau; er geen grensoverschrijdende effecten zijn; wordt eerst enkel een screening of onderzoek tot MER uitgevoerd om het vermoeden dat er geen significante milieueffecten zijn te onderzoeken. Met de gedeeltelijke (gemeentelijke) herziening van het prup Permanent wonen op campings & weekendverblijven in de regio Kampenhout-Boortmeerbeek DeelRUP 7 Brugstraat - Haacht (2007) worden slechts enkele detailaanpassingen doorgevoerd aan de stedenbouwkundige voorschriften. Het verordenend grafisch plan/bestemmingsplan blijft daarentegen onveranderd. Het doel en de algemene uitgangspunten van het oorspronkelijke RUP blijven dus ongewijzigd. Ook de ruimtelijke impact van deze gedeeltelijke herziening, evenals de mogelijke impact op andere (milieu)disciplines, zullen beperkt blijven. Desondanks werd door de dienst MER bevestigd dat voor de gedeeltelijke herziening van het RUP alsnog een plan-mer screeningsnota noodzakelijk is. De belangrijkste reden hiertoe is dat bij het oorspronkelijke RUP geen plan-mer screeningsnota is opgemaakt (was toen nog niet verplicht). Hierdoor kan er niet worden gewerkt met een eenvoudige screening waarbij in de RUP-documenten wordt aangegeven dat er geen aanzienlijke wijzigingen zijn t.a.v. de impact op het milieu. Er is immers geen eerste referentie plan-mer-screening/ontheffing die al dan niet aangepast kan worden. De screeningsnota moet zich wel enkel toespitsen op de voorziene wijzigingen in het RUP en niet op het volledige oorspronkelijke RUP. Gezien het een klein en lokaal gebied betreft én gezien de beperkte omvang/impact van de wijzigingen, zal de screeningsnota niet zo uitgebreid zijn als bij een volledig nieuw RUP. Deel I: tekstbundel januari /38

49 2. RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PLAN 2.1. Situering van de gemeente Haacht De gemeente Haacht, waarin het plangebied is gelegen, behoort tot de provincie Vlaams- Brabant en het arrondissement Leuven. De gemeente Haacht heeft een oppervlakte van ha, heeft inwoners (2016) en bestaat uit de deelgemeenten Haacht, Wespelaar en Tildonk. De gemeente heeft als buurgemeenten Keerbergen, Tremelo, Rotselaar, Leuven, Herent, Kampenhout, Boortmeerbeek en Bonheiden (provincie Antwerpen). Haacht ligt in het noorden van de landstreek Dijleland. Belangrijke steden in de nabijheid zijn Leuven en Mechelen en op grotere afstand ook Brussel. Door de ligging binnen de driehoek Leuven Mechelen Brussel neemt de gemeente een strategische rol in. De N21 (Brussel-Haacht-Aarschot) vormt de belangrijkste wegverbinding binnen de gemeente. Haaks daarop loopt de spoorlijn Mechelen-Leuven met drie spoorwegstations binnen de gemeente: Haacht (op de grens met Boortmeerbeek), Wespelaar- Tildonk en Hambos. Toegevoegd kaartmateriaal (plan-mer screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 1: situering gemeente Haacht 2.2. Situering van het RUP binnen de gemeente Het plangebied van DeelRUP 7 Brugstraat is gelegen binnen de deelgemeente Wespelaar en situeert zich in het oosten van de gemeente tussen de woonkernen van Wespelaar en Wakkerzeel. Het plangebied vormt het einde van een woonlint (Brugstraat) dat als een aftakking aansluit op de lintbebouwing van de Wijgmaalsesteenweg. Toegevoegd kaartmateriaal (plan-mer screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 2: situering plangebied binnen Haacht (niveau gemeente) Kaart 3: situering plangebied binnen Haacht (niveau deelgemeente topografische kaart) Kaart 4: situering plangebied binnen Haacht (niveau deelgemeente luchtfoto) 2.3. Afbakening plangebied Kaarten 3 en 4 geven de afbakening van het RUP weer. De afbakening volgt de perceelsgrenzen volgens het GRB 1 en wijkt niet af van de oorspronkelijke afbakening uit het initiële prup. Volgende percelen maken deel uit van het plangebied (kadastraal nr.): afdeling 2, sectie F, nrs.: 728 A, 836 H, 836 K, 836 L, 836 M, 835 V, 835 R, 835 S, 835 T, 835 L, 835 M, 835 N, 836 D, 836 E, 836 F, 836 G, 836 A, 836 B, 836 C, 835 G, 835 H en 835 K. De noordgrens van het plangebied valt samen met Buurtweg nr. 51 (3,3 meter breed). Toegevoegd kaartmateriaal (Plan-MER screening - deel II: kaartenbundel): Kaart 5: afbakening plangebied (luchtfoto) Kaart 6: afbakening plangebied (GRB) 1 Het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) is een geografisch informatiesysteem dat dient als topografische referentie voor Vlaanderen (bron: AGIV). Deel I: tekstbundel januari /38

50 2.4. Feitelijke toestand plangebied en omgeving De voormalige weekendzone Brugstraat is gelegen in een open agrarische kamer, Lipseveld. De kamer wordt zowel in het noorden (Wijgmaalsesteenweg), in het zuiden (N286), in het oosten (kern Wakkerzeel) als in het westen (Brugstraat) begrensd door bebouwing. Enkel ten zuiden van de weekendzone, ter hoogte van Lipsebeek, is er een open ruimte corridor aanwezig die de agrarische kamer Lipseveld verbindt met het open ruimtegebied van de Leibeek (o.a. natuurgebied Hulsbroek). Het betreft een compacte cluster van 22 verblijven die is opgetrokken achter de lintbebouwing van Brugstraat, aan de kant van de open ruimte kamer Lipseveld. De cluster vormt als het ware een bult in het agrarisch gebied. Vanuit het noordelijke deel van Brugstraat (komende van Wijgmaalsesteenweg) is de weekendzone daardoor niet waarneembaar. Enkel vanuit het zuidelijk deel van Brugstraat (komende vanuit N286) is de weekendzone wel waarneembaar. Door de compacte vorm van de weekendzone en de ligging langs een gemeenschappelijke ontsluitingsweg (in lusvorm), heeft de cluster een relatief privaat karakter. De verblijven zijn zeer gevarieerd. Het betreft zowel houten als stenen chalets. De meeste chalets staan er verzorgd bij. Deel I: tekstbundel januari /38

51 3. PLANNINGSCONTEXT 3.1. Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) 2 niveau. bepaalt de planningscontext op gewestelijk Volgende relevante elementen werden in het RSV opgenomen met betrekking tot het permanent wonen op tweede verblijven. Richtinggevend deel Het Vlaams gewest stelt onder de ontwikkelingsperspectieven voor de toeristisch-recreatieve structuur in het buitengebied dat permanente bewoning in een infrastructuur voor een tijdelijk en recreatief verblijf niet mogelijk is. Uitgangspunt is dat infrastructuur voor een tijdelijk en recreatief verblijf moet beantwoorden aan de oorspronkelijke opzet, dat is met name het voorzien van een tijdelijk en recreatief verblijf. Permanente bewoning in infrastructuur voor een tijdelijk en recreatief gebruik ondermijnt de recreatieve en toeristische productwaarde van het buitengebied en is ruimtelijk niet aanvaardbaar. Door naar een gedifferentieerde samenstelling van de woningvoorraad te streven in de stedelijke gebieden én in de kernen van het buitengebied, wordt een kader gegeven waarbinnen een huisvestingsbeleid met aandacht voor specifieke woonvormen en woningtypologieën kan worden gevoerd (o.m. voor kansarme en minder begoede gezinnen). Onderzocht moet worden welke van de bestaande terreinen binnen welke voorwaarden eventueel op termijn worden ingericht als een volwaardig woongebied en onderdeel van de kern van het buitengebied of een stedelijk gebied gaan vormen. Conform het ruimtelijk principe van de gedeconcentreerde bundeling moet dergelijke locatie met permanente bewoning een versterking betekenen van de bestaande kern, onder meer doordat de locatie onmiddellijk aansluit bij de kern. Bindende bepalingen Er werden geen bindende bepalingen opgenomen met betrekking tot deze problematiek Resolutie Vlaams parlement over de ontwikkeling van de weekendverblijven Op 15 januari 2003 werd in het Vlaams parlement een voorstel van resolutie ingediend betreffende de problematiek van de weekendverblijven. Volgende elementen met betrekking tot de ruimtelijke ordening werden naar voor geschoven: 1. De gemeenten worden verplicht om binnen het kader van hun ruimtelijk structuurplan een ontwerp van zonering voor te stellen waarvoor via ruimtelijke uitvoeringsplannen een oplossing wordt geboden voor clusters van weekendverblijven die niet gelegen zijn in kwetsbare gebieden (natuurgebieden, bosgebieden, landschappelijk en ecologisch waardevolle landbouwgebieden, overstromingsgebieden, valleigebieden) of gebieden die in aanmerking komen om te worden afgebakend in de natuurlijke en/of landschappelijke structuren. 2 Definitief vastgesteld door de Vl. Regering d.d. 23/09/1997, eerste herziening d.d. 12/12/2003, tweede herziening d.d. 17/12/2010. Deel I: tekstbundel januari /38

52 2. Afhankelijk van het belang van de cluster zal er een oplossing aangeboden worden door het opstellen van een RUP op lokaal of provinciaal niveau. Het Vlaams gewest zal deze voorstellen aftoetsen met de elementen van bovenlokaal niveau. 3. Planologische oplossingen voor permanente bewoning in weekendverblijven vallen onder de toepassing van de ruimtebalans van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. In onderstaande figuur 1 wordt het beleid ten aanzien van de problemen in de weekendverblijven schematisch weergegeven: Figuur 1: voorstel oplossing problematiek weekendverblijven 3.3. Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant Het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams Brabant werd op 7 oktober 2004 goedgekeurd en werd gedeeltelijk herzien (addendum) op 5 maart In het provinciaal ruimtelijk structuurplan staan volgende relevante elementen met betrekking tot de opmaak van een RUP voor het permanent wonen op de campings en weekendverblijven. Richtinggevend deel De provincie neemt volgend ontwikkelingsperspectief op voor de problematiek van het permanent wonen in tweede verblijven: Om tot een effectieve oplossing te komen met betrekking tot de problematiek van het permanent wonen in tweede verblijven dient tegelijkertijd en gecoördineerd op verschillende beleidsdomeinen acties ondernomen te worden. Naast maatregelen op het vlak van ruimtelijke ordening (zonering voor permanent wonen of ruimte voor herhuisvesting, ordening, ruimtelijke beheersmaatregelen ), zal ook het handhavingsbeleid als flankerend beleid van belang zijn. Begeleidende maatregelen op het gebied van huisvesting, sociale Deel I: tekstbundel januari /38

53 begeleiding, grondbeleid, landschappelijke inkleding, nutsvoorzieningen vormen een belangrijk aspect vanuit ruimtelijke en sociale overwegingen. In algemene zin kunnen vanuit ruimtelijke ordening twee oplossingsrichtingen vooropgesteld worden: 1. Herstel van de oorspronkelijke of een andere wenselijke functie (permanent wonen wordt niet geduld) 2. Zonering voor permanente bewoning (aanvaarding van het permanent wonen in tweede verblijven) De provincie zal met betrekking tot de problematiek van permanent wonen in tweede verblijven, voor elke cluster in de gemeente een afweging maken en eventueel maatregelen nemen om deze clusters in een RUP op te nemen (in zover deze problematiek niet door het Vlaamse gewest dient opgenomen te worden, bijvoorbeeld bij ligging in een GEN of GENO). Bindende bepalingen Binnen de acties en prioriteiten van de bebouwde ruimte (3.2.) neemt de provincie volgend actieprogramma op voor permanent wonen in tweede verblijven (3.2.6.): Tegen eind 2006 wil de provincie minimaal gestart zijn met de opmaak van een actieplan voor permanent wonen in 2e verblijven. In eerste instantie zal de provincie hiertoe een pilootproject uitwerken in een beperkte regio waar deze problematiek zich duidelijk manifesteert Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Haacht werd op 4 oktober 2012 goedgekeurd. Dit is vijf jaar na de goedkeuring van het oorspronkelijke prup Permanent wonen op campings & weekendverblijven in de regio Kampenhout-Boortmeerbeek DeelRUP 7 Brugstraat (Haacht). Hoewel een gemeentelijke herziening van het DeelRUP niet werd voorzien in de bindende bepalingen van het structuurplan, is deze er evenmin in strijd mee. Deel I: tekstbundel januari /38

54 4. BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE & EFFECTEN PER MILIEUDISCIPLINE 4.1. Gewestplan en goedgekeurd prup Brugstraat Haacht Huidige situatie De huidige juridische bestemming van het plangebied komt overeen met de bestemming vastgesteld in het prup Permanent wonen op campings en weekendverblijven - DeelRUP Brugstraat (Haacht) van Toen werd de gewestplanbestemming recreatiegebied binnen het plangebied immers omgevormd naar zone voor buitenwonen (art. 1). Deze zone (art. 1 op het grafisch plan) is bestemd voor al dan niet vaste constructies (stacaravans, chalets, bungalows, huisjes, paviljoenen, ) die worden gebruikt als woonplaats of als tweede verblijf. Daarnaast is er ook een zone voor openbaar domein (art. 2 op het grafisch plan) die bestemd is voor het behoud en de aanleg van buurtweg nr. 51. Het betreft de wegenis zoals vastgelegd in de atlas der buurtwegen en overgenomen in het bestemmingsplan. Uitwerking RUP met maatregelen De contouren van het plangebied en de grenzen tussen de bestemmingszones van het oorspronkelijke prup worden met de herziening niet gewijzigd. De voormalige weekendzone Brugstraat werd met het oorspronkelijke prup reeds omgevormd naar een zone waar zowel permanente woningen als tweede verblijven mogelijk zijn. Met de herziening worden enkel de bestaande inrichtings- en beheersvoorschriften uit art. 1 beperkt gewijzigd en aangevuld (zie 4.5. ruimtelijke ordening). De sociale doelstelling blijft daarentegen behouden met een blijvende nadruk op betaalbaarheid en kleinschaligheid. De bestemmingsbenaming zone voor kleinschalig wonen en verblijven beschrijft dan ook beter het beoogde karakter van het gebied en vervangt het vroegere zone voor buitenwonen (hoewel de algemene visie ongewijzigd blijft). De voorschriften uit art. 2 zone voor openbaar domein blijven met de herziening ongewijzigd. Toetsing nulalternatief Indien de gedeeltelijke herziening niet wordt doorgevoerd, zal het huidige prup Permanent wonen op campings en weekendverblijven - DeelRUP Brugstraat (Haacht) van van toepassing blijven. Conclusie De wijziging van de bestemmingsbenaming van art. 1 zone voor buitenwonen naar zone voor kleinschalig wonen en verblijven veroorzaakt geen aanzienlijke (negatieve) effecten t.o.v. de referentiesituatie, aangezien de contouren van het plangebied en de eigenlijke bestemmingsinvulling niet gewijzigd worden. Enkel worden de bestaande inrichtings- en beheersvoorschriften uit art. 1 beperkt gewijzigd. Toegevoegd kaartmateriaal (plan-mer screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 7: gewestplan Kaart 8: grafisch plan PRUP Permanent wonen op campings en weekendverblijven DeelRUP 7 Brugstraat (Haacht) Kaart 9: grafisch plan gemeentelijke herziening PRUP Permanent wonen op campings en weekendverblijven DeelRUP 7 Brugstraat (Haacht) Deel I: tekstbundel januari /38

55 4.2. Bodem Huidige situatie a. Bodemkaart Volgens de bodemkaart bestaat de bodem in het plangebied uit vochtige zandleem (type Ldp). b. kaarten met herbevestiging agrarische gebieden en landbouwtypering Niet relevant. c. bodemerosie Volgens de kaart met erosiegevoelige gebieden plangebied is het plangebied niet ingekleurd of opgenomen in deze kaart, m.a.w. het plangebied is zeer weinig erosiegevoelig. Dit wordt ook bevestigd door de potentiële bodemerosiekaart. Volgens de hellingenkaart heeft nagenoeg het volledig plangebied een hellingsgraad tussen 0,5 en 5 % met eilandjes met een hellingsgraad van <0,5%. De hoogte binnen het grootste deel van het plangebied varieert volgens de kaart Digitale Hoogtemodel Vlaanderen rond 10 m. Er is dus zeer weinig hoogteverschil binnen het plangebied. d. Huidig bodemgebruik Het plangebied is volgens de kaart Bodemgebruik hoofdzakelijk in gebruik als andere bebouwing. Het huidig bodemgebruik van het plangebied komt overeen met het bestaande prup Permanent wonen op campings en weekendverblijven - DeelRUP Brugstraat (Haacht) van Uitwerking RUP met maatregelen Door de gedeeltelijke herziening van de stedenbouwkundige voorschriften en niet van het verordend grafisch plan van het bestaande prup van het plangebied worden de bestaande constructies en verhardingen bestendigd binnen de zone voor kleinschalig wonen en verblijven. Het verkavelen van percelen is niet meer toegestaan met uitzondering van wijzigingen in de kavelstructuur ten gevolge of ten behoeve van de aanleg van openbare wegenis. In het plangebied heeft een constructie een maximale grondoppervlakte van 80 m², met inbegrip van overdekte terrassen en bijgebouwen. Naast de constructie is het voorzien om een toegangspad naar de voordeur, de aanleg van één parkeerplaats en het plaatsen van een terras in hout of andere lichte en verwijderbare materialen met een maximale oppervlakte van 35 m² toe te staan. Bovendien is slechts 1 woning voor permanente bewoning of als tweede verblijf per perceel toegestaan. Het huidige bodemgebruik behoudt de bestemming voor kleinschalig wonen en verblijven. Aangezien het plangebied weinig hellend is, stelt er zich weinig probleem van bodemerosie. Door de aanplant van heesters en bomen zal voorkomen worden dat er bodemerosie ontstaat. Ook zal er gestreefd worden naar een optimale landschappelijke inpassing van het plangebied. Tot slot wordt er van uitgegaan dat bij grotere werken waarbij het grondverzet meer dan 250 m³ bedraagt, een onderzoek naar de kwaliteit van de uit te graven grond zal uitgevoerd worden. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem te beschermen (bv. voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en welke strikt Deel I: tekstbundel januari /38

56 dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders. Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat van een erkende bodembeheerorganisatie, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen staan vermeld. Toetsing nul alternatief Indien de gedeeltelijke herziening niet wordt doorgevoerd, zal het huidige prup Permanent wonen op campings en weekendverblijven - DeelRUP Brugstraat (Haacht) van van toepassing blijven. Conclusie De ontwikkeling van de gedeeltelijke herziening van de stedenbouwkundige voorschriften en niet van het verordend grafisch plan van het bestaande prup zal weinig invloed hebben op de bodemstructuur, het bodemgebruik en de bodemkwaliteit in het plangebied doordat de huidige kavels niet kunnen worden opgedeeld, de maximale grondoppervlakte van een constructie 80 m² bedraagt, met inbegrip van overdekte terrassen en bijgebouwen, en een toegangspad naar de voordeur, de aanleg van één parkeerplaats en het plaatsen van een terras in hout of andere lichte en verwijderbare materialen met een maximale oppervlakte van 35 m² is toegestaan. Bovendien is slechts 1 woning voor permanente bewoning of als tweede verblijf per perceel toegelaten. Het plangebied is weinig hellend. Door ontwikkeling van het plangebied stelt er zich weinig problemen van bodemerosie. Door de aanplant van heesters en bomen zal voorkomen worden dat er bodemerosie ontstaat. Er zijn dus geen aanzienlijke milieueffecten door bodemerosie te verwachten door de uitwerking van het RUP. Toegevoegd kaartmateriaal (planmer Screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 10: bodemkaart Kaart 11: erosiegevoelige gebieden Kaart 12: potentiële erosiekaart Kaart 13: hellingenkaart Kaart 14: DHM hoogtekaart Kaart 15: bodemgebruik 4.3. Water: oppervlakte- en grondwater Huidige situatie a. Watertoetskaart overstromingsgevoelige gebieden Volgens de kaart voor overstromingsgevoelige gebieden (Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer) is het plangebied niet gelegen in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Dit wordt ook bevestigd door de kaart natuurlijk oversstroombare gebieden. Het volledige plangebied is ook niet ingekleurd op de recente overstromingskaart (ROG) of als mogelijks overstromingsgebied op MOG-kaart. Wel is de naastliggende beekvallei van de Lipsebeek ten noordwesten van het plangebied effectief overstromingsgevoelig. b. Waterlopen in het plangebied Deel I: tekstbundel januari /38

57 Ten westen van het plangebied (maar niet grenzend aan het plangebied) loopt de Lipsebeek (cat. 2). c. Infiltratiekaart Volgens de infiltratiekaart is het plangebied infiltratiegevoelig. d. Bodemerosie Zie deel 3.2. bodem, c. bodemerosie. e. Grondwaterkwetsbaarheid en grondwaterstroming Volgens de kaart voor grondwaterkwetsbaarheid is het grondwater in het plangebied matig kwetsbaar (deklaag is lemig, watervoerende laag is zand (type Cb)). Matig kwetsbaar wil zeggen dat (oppervlakkige) vervuiling kan aanleiding geven tot verontreiniging van het (diepere) grondwater. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming met uitzondering van het noordwestelijk deel dat weinig gevoelig is. Zie ook kaart voor grondwaterstroming. f. Zoneringskaart van de VMM Het plangebied is opgenomen in de zoneringskaart als collectief te optimaliseren buitengebied. g. Waterwinningsgebied Het plangebied is niet gelegen in een waterwinningsgebied of een beschermingszone. De beschermingszone van de waterwinning Den Dijk (Wespelaar) ligt ten westen van het plangebied. Zie kaart waterwinningsgebied. h. Signaalgebied Het plangebied is niet gelegen in een signaalgebied. Deze kaart is niet gegenereerd. Uitwerking RUP met maatregelen De gedeeltelijke herziening van het bestaande prup van het plangebied heeft een zeer beperkte invloed op het oppervlaktewater en het grondwater in het plangebied. Bij (her)bouwen zal steeds de geldende gewestelijke, provinciale en/of gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen van toepassing zijn, zodat het (her)bouwen een minimale impact heeft op het oppervlaktewater en het grondwater in het plangebied en in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Het plangebied is infiltratiegevoelig. Dus overtollig hemelwater zal kunnen infiltreren door onder meer gebruik van waterdoorlatende materialen voor de aanleg van parkings, terrassen, toegangswegen en trage weg. Het plangebied is opgenomen in de zoneringskaart als collectief te optimaliseren buitengebied. De nodige voorzieningen om het huishoudelijk afvalwater gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten op de bestaande riolering zijn noodzakelijk. Aangezien er geen beken in het plangebied voorkomen, kunnen deze niet verlegd, ingekokerd of overwelfd worden. Aangezien het plangebied gelegen is in een matig of weinig gevoelig gebied voor grondwaterstroming, kunnen ondergrondse constructies deze grondwaterstroming wel beïnvloeden. Indien bronbemaling tijdens de constructies van gebouwen nodig is, zal er steeds naar gestreefd worden om te voldoen aan de wettelijke bepalingen en in overleg met Deel I: tekstbundel januari /38

58 Aquafin, en de werken te beperken in de tijd. Er zal steeds getracht worden om het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen. De grondwaterkwetsbaarheid in het plangebied is als matig kwetsbaar ingekleurd. Dit wil zeggen dat oppervlakkige vervuiling kan aanleiding geven tot verontreiniging van het (diepere) grondwater. De opslag van gevaarlijke producten en mogelijk van opslag van stookolie voor gebouwverwarming moet voldoen aan de wettelijke normen. Toetsing nul alternatief Indien de gedeeltelijke herziening niet wordt doorgevoerd, zal het huidige prup Permanent wonen op campings en weekendverblijven - DeelRUP Brugstraat (Haacht) van van toepassing blijven. Conclusie De ontwikkeling van de gedeeltelijke herziening van het huidige prup zal een bijkomende maar zeer beperkte invloed hebben op het oppervlaktewater en het grondwater in het plangebied. Infiltratie van hemelwater zal maximaal bevorderd worden zodat voldaan wordt aan de van toepassing zijnde stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen, en door maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen voor de aanleg van de trage weg, parkeerplaats, toegang naar de woningen, terrassen, toegangsweg, zoals opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Wateroverlast bij hevige regenval zal door toepassing van deze maatregelen tot een minimum herleid worden. De nodige voorzieningen worden getroffen om huishoudelijk afvalwater gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten op de bestaande gemengde riolering in de onmiddellijke omgeving. Aangezien er geen beken in het plangebied zijn, zullen er geen waterlopen gedempt, verlegd, ingekokerd of overwelfd worden. Aangezien het plangebied hoofdzakelijk gelegen is in een matig gevoelig gebied voor grondwaterstroming, kunnen ondergrondse constructies deze grondwaterstroming wel beïnvloeden. Indien bronbemaling nodig zou zijn bij constructie van een gebouw, zal er steeds naar gestreefd worden om de werken te beperken in de tijd, te voldoen aan de wettelijke bepalingen en in overleg met Aquafin. Er zal steeds getracht worden om het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen. Door te voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake opslag van gevaarlijke producten zal de bodem en het grondwater maximaal beschermd worden. Toegevoegd kaartmateriaal (planmer Screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 16: kaart voor overstromingsgevoelige gebieden Kaart 17: recent overstroomde gebieden Kaart 18: natuurlijk overstromingsgevoelige gebieden (NOG) Kaart 19: mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (MOG) Kaart 20: waterlopen Kaart 21: infiltratiegevoelige gebieden Kaart 22: grondwaterkwetsbaarheid Kaart 23: grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 24: zoneringsplan VMM Kaart 25: beschermingszones van waterwinningsgebied Deel I: tekstbundel januari /38

59 4.4. Fauna, flora en biodiversiteit Huidige situatie Het volledige plangebied is ingekleurd als biologisch minder waardevol op de biologische waarderingskaart. Het plangebied is niet gelegen in vogelrichtlijn-, habitat- of Ramsargebied. Uitwerking RUP met maatregelen In het voorliggende RUP is in de stedenbouwkundige voorschriften opgenomen dat de gedeeltes van de percelen die niet bebouwd of verhard worden, moeten ingericht worden als tuinzone. In de zijtuin en achtertuin zijn enkel open afsluitingen en levende hagen tot 2 m hoog toegelaten en in de voortuin zijn levende hagen, open en gesloten afsluitingen toegelaten met een maximale hoogte van 1 m. Toetsing nul alternatief Indien de gedeeltelijke herziening niet wordt doorgevoerd, zal het huidige prup Permanent wonen op campings en weekendverblijven - DeelRUP Brugstraat (Haacht) van van toepassing blijven. Conclusie De ontwikkeling van de herziening van het prup zal een beperkte bijkomende invloed hebben op de fauna, flora en de biodiversiteit in het plangebied. Door de uitwerking van het plangebied met de voorziene milderende maatregelen, zoals de niet verharde en bebouwde zones inrichten als tuinzone en voorzien van levende hagen tussen de percelen. Dit zal de biodiversiteit in het plangebied zeker bevorderen. Toegevoegd kaartmateriaal (planmer Screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 7: gewestplan Kaart 26: biologische waarderingskaart Kaart 27: Vogel- en habitatrichtlijngebieden Kaart 28: Gebieden van VEN en IVON 4.5. Ruimtelijke ordening Huidige situatie In het oorspronkelijk PRUP werd de gewestplanbestemming recreatiegebied binnen het plangebied omgevormd naar zone voor buitenwonen (art. 1 op het grafisch plan) en zone voor openbaar domein (art. 2 op het grafisch plan). Daarmee werd de voormalige weekendzone Brugstraat omgevormd naar een zone waar zowel permanente woningen als tweede verblijven mogelijk zijn. De zone voor buitenwonen (art. 1) is bestemd voor al dan niet vaste constructies (stacaravans, chalets, bungalows, huisjes, paviljoenen, ) die worden gebruikt als woonplaats of als tweede verblijf. De bijhorende inrichtings- en beheersvoorschriften doen uitspraken over de bebouwing, de onbebouwde ruimte, de toegankelijkheid, De zone voor openbaar domein (art. 2) is bestemd voor het behoud en de aanleg van buurtweg nr. 51. Het betreft de wegenis zoals vastgelegd in de atlas der buurtwegen en overgenomen in het bestemmingsplan. Deel I: tekstbundel januari /38

60 Verantwoording van de gedeeltelijke herziening (overzicht van de wijzigingen) Met de gedeeltelijke herziening blijven de contouren van het plangebied en de grenzen tussen de bestemmingszones onveranderd. De voorschriften uit art. 2 blijven worden evenmin aangepast. Er worden enkel wijzigingen en aanvullingen aangebracht aan de inrichtings- en beheervoorschriften uit art. 1. De sociale doelstelling blijft wel behouden met een blijvende nadruk op betaalbaarheid en kleinschaligheid. Het is om die reden dat de oorspronkelijke bestemmingsbenaming zone voor buitenwonen wordt gewijzigd naar zone voor kleinschalig wonen en verblijven. Hoewel de algemene visie voor het gebied behouden blijft, beschrijft deze benaming beter het beoogde karakter van het gebied. Meer concreet zullen volgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht worden: - Kleinschaligheid in functie van de beoogde doelgroep Binnen de herbestemde zone kunnen vrije percelen verder ingevuld worden. Het is echter niet de bedoeling om nog bijkomende weekendverblijven toe te laten, aangezien daar geen maatschappelijke behoefte meer voor bestaat. Bovendien worden de zones voor kleinschalig wonen (en verblijven) bestemd ten behoeve van het creëren van een bijkomend woningaanbod en het voeren van een doelgroepenbeleid voor huisvesting. Nieuwbouw en herbouw van gebouwen zijn bijgevolg enkel toegelaten om een woonfunctie te realiseren. Het vervangen van een bestaand weekendverblijf door een ander is niet mogelijk, tenzij het weekendverblijf werd beschadigd of vernietigd door een vreemde oorzaak die niet bij de gebruikers of eigenaar kan worden gelegd. - Bestaande weekendverblijven kunnen behouden blijven Hoewel de meerderheid van de constructies al permanent bewoond worden, betekent bovenstaande visie niet dat de functie verblijfsrecreatie uitdovend moet zijn of op een actieve of gedwongen manier vervangen zal worden door wonen. Verblijfsrecreatie is, naast wonen, immers een toegelaten bestemming. Bestaande weekendverblijven kunnen dus behouden blijven, en steeds verbouwd of zelfs uitgebreid worden, binnen de in de voorschriften vastgelegde maxima qua oppervlakte en volume. De herbestemming van de zone naar zone voor kleinschalig wonen en verblijven betekent dus niet dat alle weekendverblijven zomaar woningen worden. Hiervoor moet eerst een functiewijziging vergund worden. Er zijn twee categorieën van gebouwen die hiervoor in aanmerking komen: gebouwen die voldoen aan de verordende bepalingen van het PRUP en gebouwen die hoofdzakelijk vergund of geacht vergund zijn. Bijkomend moet het gebouw bouwfysisch geschikt zijn voor de nieuwe functie. Een gebouw is bouwfysisch geschikt voor een nieuwe functie als aan het gebouw uit financieel of bouwtechnisch oogpunt geen ingrijpende werken uitgevoerd hoeven te worden voor de nieuwe functie. Daarmee wordt bedoeld dat de functie gerealiseerd kan worden als de bestaande structuur van het gebouw grotendeels wordt benut en gevaloriseerd, waarbij het gebouw aangepast kan worden aan hedendaagse comfort-, energie- en/of milieueisen. - Verhuur niet noodzakelijk voor permanente bewoning In tegenstelling tot het oorspronkelijke PRUP uit 2007 vormt verhuur niet langer een voorwaarde voor permanente bewoning binnen de zone voor kleinschalig wonen en verblijven. Dit voorschrift leidde in de praktijk namelijk tot onduidelijkheid en ongelijkheid en is juridisch niet sluitend. Door de laattijdige implementatie van het Deel I: tekstbundel januari /38

61 PRUP was er een grijze zone ontstaan omwille van inschrijving en toestaan van permanente bewoning door eigenaars na 8 januari In het gebied worden slechts enkele constructies verhuurd waardoor het dus voornamelijk bewoond wordt door eigenaar-bewoners, waarvan een aantal daar niet permanent mag wonen volgens de voorschriften van het PRUP. Daarnaast is er ook een ongelijkheid tussen de kinderen van de huidige eigenaars. Het woonrecht is immers afhankelijk van hun inschrijving in het bevolkingsregister en bijgevolg van hun geboortedatum. Als laatste biedt fictieve verhuur van een constructie van het ene gezinslid aan het andere een makkelijke achterpoort om de bestaande voorschriften te omzeilen. De sociale doelstelling van het oorspronkelijke PRUP komt hiermee echter niet in het gedrang. Het schrappen van de verhuurvoorwaarde wordt immers opgevangen door onder andere het opnieuw inschrijven van het voorkooprecht voor een termijn van 15 jaar. Naast het OCMW van Haacht, de gemeente Haacht en de provincie Vlaams- Brabant kunnen ook de sociale huisvestingsmaatschappijen er ditmaal gebruik van maken. Deze overheidsinstanties zijn bevoegd om een sociaal beheer op te starten bij eventuele verkoop. Daarnaast zijn nieuwbouw en herbouw voortaan enkel toegelaten om een woonfunctie te realiseren en niet langer voor nieuwe tweede verblijven of andere constructies. - Verbod op verkavelen In de meer recente prup s omtrent campings en weekendverblijven in de provincie Vlaams-Brabant is binnen een zone voor kleinschalige wonen of voor kleinschalig wonen en verblijven een verbod op verkavelen ingevoerd. Verkavelen betekent een grond vrijwillig verdelen in twee of meer kavels om ten minste één van deze kavels te verkopen of te verhuren voor méér dan negen jaar, om er een recht van erfpacht of opstal op te vestigen, of om één van deze overdrachtsvormen aan te bieden, zelfs onder opschortende voorwaarde, zulks met het oog op woningbouw of de oprichting van constructies. Het verkavelingsverbod wordt ingevoerd om verschillende redenen. In de eerste plaats moet het vermijden dat de zones die worden herbestemd tot wonen via privatieve initiatieven verder opgesplitst worden en dat zo de eigendomsstructuur verder versnipperd. Dit zou immers een specifieke inrichting en beheer van de zones in functie van de beoogde doelgroep bemoeilijken (vooral bij campings belangrijk). Een tweede reden om het verbod op verkavelen houdt verband met ruimtelijke aspecten. De meeste gebieden die bestemd worden als zone voor kleinschalig wonen (en verblijven) zijn namelijk niet centraal gelegen. Het verkavelen van percelen in deze gebieden zou een verdere verdichting betekenen. Het verdichten van afgelegen gebieden gaat in tegen de principes van de gedeconcentreerde bundeling uit het RSV. Een verkavelingsverbod geeft ook meer garanties op het behoud van het groene karakter van verschillende herbestemde gebieden. Ten slotte beperkt een verkavelingsverbod een eventueel bijkomend woningaanbod waarvoor vanuit de ruimtebalans geen motivatie kan gevonden worden. Het zijn voornamelijk ruimtelijke overwegingen en het tegengaan van verdere verdichting die het verkavelingsverbod voor de zone Brugstraat kunnen motiveren. Daarnaast mag het terrein volgens de oorspronkelijke voorschriften in maximaal 20 percelen verkaveld worden, terwijl de bestaande zone uit 22 percelen bestaat. Een verkavelingsverbod betekent dus een toename van twee bebouwbare percelen ten opzichte van het oorspronkelijke RUP. Indien elk individueel perceel bebouwd is met één woning of één tweede verblijf, is er in de bestaande toestand een maximale Deel I: tekstbundel januari /38

62 bebouwingsdichtheid van 14 woningen/verblijven per hectare. Het is logischer om een verkavelingsverbod in te voeren en het bestaande aantal percelen en hun perceelstructuur te behouden, aangezien dit nog steeds een vrij lage maximale dichtheid betekent (ter vergelijking: de minimale dichtheid voor kernen in het buitengebied bedraagt volgens het RSV 15 woningen per hectare). Gezien de ligging van de zone aan het uiteinde van een woonlint omgeven door agrarisch gebied en de kleinschaligheid van de bebouwing, is de bestaande maximale dichtheid van 14 woningen/verblijven per hectare bijgevolg wel aanvaardbaar. Er kan enkel een uitzondering verleend worden indien het wijzigen van de perceelstructuur nodig is ten behoeve van de aanleg van wegenis of daar een gevolg van is. Hierdoor wordt het mogelijk om openbare wegenis te vergunnen in woongebied. - Kleinschaligheid vertalen in strikte begrenzing van de oppervlakte en het volume Het begrip kleinschaligheid wordt geoperationaliseerd via de bebouwbare oppervlakte en het bouwvolume. Per individueel perceel wordt het bouwvolume voor alle constructies begrensd tot 240 m³. Aan een maximaal volume van 240 m³ is een maximaal bebouwbare oppervlakte van 80 m² gekoppeld, met inbegrip van overdekte terrassen en bijgebouwen. Onderzoek op terrein heeft bovendien uitgewezen dat de meeste constructies in clusters weekendverblijven beantwoorden aan de oppervlaktenorm van 80 m². Dit betekent een verhouding oppervlakte/volume van 1/3. Deze beperkingen op de afmetingen van de bebouwing dienen verschillende doelstellingen. In de eerste plaats wordt zeer bewust gestreefd naar kleinschalige huisvesting. De huisvesting moet afgestemd zijn op de beoogde doelgroep maar ook betaalbaar zijn voor de doelgroep. Daarnaast houdt de kleinschaligheid ook rekening met de vrij afgelegen ligging van de zone en de doelstellingen om het groene landschappelijke karakter van de zone te vrijwaren, te versterken of te herstellen. Om dezelfde redenen worden extra beperkingen opgelegd aan de toegelaten afsluitingen. Toch zijn er binnen de grenzen van deze bepalingen verschillende vrijheden. Ten eerste zijn er verschillende woontypologieën mogelijk: woningen/verblijven met een maximale bebouwde oppervlakte (80 m²) gespreid over één bouwlaag en woningen/verblijven met een kleinere bebouwde oppervlakte over twee verdiepingen of met een mezzanine zijn twee mogelijke opties. Om zo veel mogelijk keuzenvrijheid te geven binnen de grenzen van het maximale bouwvolume en bebouwbare oppervlakte zijn de normen inzake maximale nokhoogte en aantal bouwlagen uit de stedenbouwkundige voorschriften geschrapt. Om ook mogelijkheden te bieden voor de bestaande hoofdzakelijk vergunde constructies die niet aan de verordende bepalingen voldoen, kunnen aan deze constructies verbouwingen worden vergund, in afwijking van de voorschriften, voor zover het bouwvolume van de verbouwde constructie beperkt blijft tot het hoofdzakelijk vergunde bouwvolume. Het aantal woongelegenheden mag echter nooit toenemen. Toetsing nulalternatief Indien de gedeeltelijke herziening niet wordt doorgevoerd, zal het huidige prup Permanent wonen op campings en weekendverblijven - DeelRUP Brugstraat (Haacht) van van toepassing blijven. Deel I: tekstbundel januari /38

63 Conclusie De gedeeltelijke herziening veroorzaakt geen aanzienlijke effecten t.o.v. de referentiesituatie, gezien enkel wijzigingen en aanvullingen worden voorzien aan de inrichtings- en beheersvoorschriften van de bestemmingszone voor kleinschalig wonen en verblijven. De contouren van het plangebied en de grenzen tussen de bestemmingszones blijven behouden, net als het doel en de algemene uitgangspunten van het oorspronkelijke prup. Toegevoegd kaartmateriaal (plan-mer screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 8: grafisch plan PRUP Permanent wonen op campings en weekendverblijven DeelRUP 7 Brugstraat (Haacht) Kaart 9: grafisch plan gemeentelijke herziening PRUP Permanent wonen op campings en weekendverblijven DeelRUP 7 Brugstraat (Haacht) 4.6. Cultureel erfgoed, landschap en archeologie Huidige situatie a. Discipline landschappen (cultureel erfgoed en landschap): De Landschapsatlas 3 is opgemaakt vanuit het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, Afdeling Monumenten en Landschappen en geeft een inventarisatie van de relicten van de traditionele landschappen in het kader van een gemeentelijk landschapsbeleid. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen ankerplaatsen, relictzones, puntrelicten en lijnrelicten. Onderstaande figuren 2 en 3 geven een beeld van de landschapsatlas. Het plangebied van het (p)rup is aangegeven in het blauw. Binnen het plangebied komen geen ankerplaatsen, relictzones en puntrelicten voor. Wel grenst er een lijnrelict (L20075) aan het plangebied (noordgrens). Het betreft een restant van de KW-verdedigingslinie uit de Tweede Wereldoorlog (WOII), meer bepaald de KWbunkerlinie (L20075). De KW-stelling was een Belgische antitankversperring tussen Koningshooikt en Waver (vandaar de KW in de naam) bedoeld als verdediging tegen een Duitse invasie in centraal België, tijdens het begin van WOII. De KW-stelling werd gebouwd tussen september 1939 en mei 1940 in opdracht van het Belgisch ministerie van Defensie, in hoofdzaak langs de rivier Dijle. De KW-stelling bestond uit een aaneenschakeling van gevechtsbunkers, communicatiebunkers, anti- tankgrachten en stalen bouwwerken (waaronder Cointet- elementen, spoorwegstaven en Tetraëders). Bij de geallieerden staat de KW-stelling gekend als de Dijle-linie, bij de Duitsers als IJzeren Muur. De KW-stelling was een zeer belangrijk onderdeel van het Belgisch verdedigingssysteem tegen een nakende Duitse invasie in 1940 daar dit de zogenaamde Weerstandsstelling was naar waar de Franse en Britse legers vanuit Noord-Frankrijk zouden bewegen indien België werd aangevallen. Om na te gaan in welke mate het oorspronkelijke prup interfereert met het lijnrelict is het belangrijk te weten dat de bunkerlinie dan wel is ingetekend als een lijn, maar het eigenlijk gaat over een set van bunkers (puntvormige elementen) die op een lijn zijn uitgezet. Verder is de schaal waarbij de landschapsatlas is opgemaakt een schaal op niveau Vlaanderen (1/50.000). Daarom zijn de bunkers in de buurt van het plangebied op het terrein geverifieerd voor wat betreft hun ligging. Figuur 3 geeft aan hoe de bunkers liggen t.o.v. het plangebied. 3 MVG, Dep. LIN, AROHM, afd. M & L, CD Rom Landschapsatlas, juni 2000; Ankerplaatsen, vector, 2001, MVG Dep. LIN AROHM afd. M & L; Traditionele landschappen, vector, 2001, UG Vakgroep Geografie; Relicten van de traditionele landschappen, vector, 2001, MVG Dep. LIN AROHM afd. M & L. Deel I: tekstbundel januari /38

64 Hieruit valt meteen op dat het lijnvormig karakter van het lijnrelict zich manifesteert op een totaal ander schaalniveau (niveau Vlaanderen) dan de schaal van dit onderzoek. Uit figuur 3 valt ook meteen op dat het (p)rup lokaal niet interfereert met deze bunkerlinie. Figuur 2: ankerplaatsen, relictzones, puntrelicten en lijnrelicten (1) Deel I: tekstbundel januari /38

65 Figuur 3: ankerplaatsen, relictzones, puntrelicten en lijnrelicten (2) Daarnaast heeft de administrateur-generaal van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) op 14 september 2009 de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vastgesteld 4. Alle beschermde monumenten zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, maar niet alle relicten opgenomen in deze inventaris zijn een beschermd monument. Binnen het plangebied in de ruime perimeter komen geen relicten uit deze inventaris noch beschermde landschappen, monumenten en dorpsgezichten voor. 4 Deze inventaris is een realisatie van Onroerend Erfgoed, een agentschap van de Vlaamse Overheid dat onroerend erfgoed in Vlaanderen inventariseert, onderzoekt, beschermt, beheert en de ontsluiting ervan stimuleert. Deel I: tekstbundel januari /38

66 b. Buurtwegen: Binnen het plangebied van het (p)rup valt buurtweg nr. 51 samen met het openbaar domein van de Brugstraat. De noordgrens van het plangebied is gelijk aan de noordgrens van de buurtweg / openbaar domein Brugstraat (zie figuur 4). De zone voor openbaar domein (art. 2) op het grafisch plan van het (p)rup valt binnen het plangebied volledig samen met buurtweg nr. 51. In de voorschriften wordt gespecifieerd dat deze zone bestemd is voor het behoud en de aanleg van deze buurtweg. Het betreft de wegenis zoals is vastgelegd in de atlas der buurtwegen en overgenomen in het bestemmingsplan. Buurtwegen nrs. 50 en 22 grenzen aan het plangebied in het zuidwesten maar maken er geen deel van uit. Figuur 4: buurtwegen c. Discipline archeologie: Het (p)rup doet geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit de wetgeving met betrekking tot de bescherming van archeologisch erfgoed. Uitwerking RUP met maatregelen Aangezien de gedeeltelijke herziening niets wijzigt aan de aanwezige buurtweg en het evenmin afbreuk doet aan de verplichtingen voortvloeiend uit de wetgeving met betrekking tot de bescherming van archeologisch erfgoed, zal er niets veranderen voor de discipline cultureel erfgoed, landschap en archeologie. Deel I: tekstbundel januari /38