1. Wilt u voor ons in beeld brengen wat inmiddels de financiële gevolgen zijn voor de provincie en wat elk extra jaar vertraging ons meer kost?

Transcriptie

1 Statenfractie CDA De heer R.J. van Vugt Statenfractie GroenLinks De heer A Uijlenhoet Postbus MC s-hertogenbosch Brabantlaan 1 Postbus MC s-hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) IBAN NL86INGB Bereikbaarheid openbaar vervoer en fiets: Onderwerp Logistiek Park Moerdijk Geachte heer, Bij brief van 2 februari 2018, ingekomen op 2 februari 2018, heeft u namens de CDA fractie en de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld. Wij beantwoorden deze vragen als volgt. 1. Wilt u voor ons in beeld brengen wat inmiddels de financiële gevolgen zijn voor de provincie en wat elk extra jaar vertraging ons meer kost? Antwoord: Voor de provincie zijn er geen financiële gevolgen. Bij het onherroepelijk worden van het inpassingsplan LPM wordt de gehele boekwaarde van de provincie door Havenbedrijf Moerdijk vergoed. Deze afspraak is in een Locatie Ontwikkel Overeenkomst gemaakt met Havenbedrijf Moerdijk en blijft met de extra vertraging onverminderd van kracht. Datum 20 februari 2018 Ons kenmerk C / Uw kenmerk - Contactpersoon F.G. (Felix) Veurink Telefoon (073) fveurink@brabant.nl Bijlage(n) 2 2. Wilt u aangeven wat de financiële gevolgen zijn voor het Havenschap Moerdijk? Antwoord: De voortdurende vertraging heeft een negatief effect op de initiële grondexploitatie. Dit wordt veroorzaakt door oplopende rentelasten en een opwaartse druk op de aanlegkosten door de aantrekkende economie. Het niet of later kunnen voldoen aan de huisvestingsvraag van bedrijven leidt voor het Havenbedrijf ook tot economisch nadeel. 3. Idem als vraag 1, maar dan voor wat betreft de economische gevolgen? Antwoord: Op dit moment zijn er in de hele provincie locaties aangewezen voor zeer grootschalige logistiek. Naar onze inschatting zijn er op dit moment voldoende grote kavels (5 tot 10 hectare) beschikbaar op de Brabantse (logistieke) bedrijventerreinen. Om die reden verwachten wij niet dat er veel partijen zijn die om die reden niet voor Brabant hebben gekozen. Logistieke bedrijven maken hun eigen afwegingen op basis van specifieke vestigingseisen. En aan de belangrijkste vestigingseisen voor zeer grootschalige logistiek voldoen

2 de Brabantse terreinen. Alleen voor heel grote vestigers (zoals Inditex: 35 hectare) zijn op dit moment eigenlijk geen vestigingsmogelijkheden in Brabant. Ons beeld is dat de vertraging van LPM wel degelijk doorwerkt in het feit dat dergelijke bedrijven afhaken wegens het gebrek aan geschikte locaties. Datum 20 februari 2018 Ons kenmerk C / Zijn er gevolgen voor het uitvoeren van het afsprakenpakket met de inwoners van Moerdijk nu er voorlopig niets wordt verdiend aan het LPM? Antwoord: Ja, er zijn gevolgen voor het afsprakenpakket met het dorp Moerdijk. Vanuit de ontwikkeling van LPM komt er geld beschikbaar om de leefbaarheid van het dorp Moerdijk te vergroten. De bijdrage is voor de grondexploitatie LPM een kostenpost en staat in die zin los van het exploitatieresultaat van LPM. Het beschikbaar stellen van de middelen is gekoppeld aan het onherroepelijk in werking treden van het inpassingsplan LPM. Vanwege het uitblijven van een onherroepelijke titel loopt ook de verbetering van de leefbaarheid vertraging op. De gemeente heeft dit deels ondervangen door de inzet van een eerder door gemeenteraad gevoteerd krediet voor de ontwikkeling van de dorpshaven ( Waterfront Moerdijk ) verbreed toe te passen. 5. Hoeveel bedrijven zijn inmiddels afgehaakt bij LPM en hoeveel bedrijven verwacht u dat zullen afhaken nu enig zicht op daadwerkelijk vestiging uit beeld raakt? Antwoord: Van één zeer groot bedrijf (Inditex) weten we dat deze zich elders heeft gevestigd. Verder is de kans reëel dat bedrijven die nu op zoek zijn verloren gaan voor LPM, doordat er nog geen zicht is op het onherroepelijk worden van het inpassingsplan LPM. Het gaat daarbij momenteel om minimaal vier zeer serieuze gegadigden, samen goed voor invulling van minimaal 40 hectare uitgeefbaar terrein op LPM. Verder zitten er meerdere grote logistieke dienstverleners op het huidige Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk in te klein en verouderd vastgoed, waarvoor LPM een aangewezen alternatief is. Ook lopen er momenteel een aantal zoekvragen met locatiebehoefte van 35 ha ineens, waarvoor LPM een aangewezen vestigingslocatie is. 6. Kunt u voor ons in beeld brengen welke juridische kosten inmiddels zijn gemaakt inzake dit dossier, voorzover ze te maken hebben met de vertraging? Antwoord: Sinds de vaststelling van het inpassingsplan en exploitatieplan LPM door Provinciale Staten op 15 juli 2016 is ,- besteed aan externe (juridische) adviseurskosten en extra onderzoek. 7. Kunt u ons in kennis stellen van de brief die u opnieuw naar de Raad van State verstuurt? Antwoord: Op 26 januari 2018 is opnieuw een brief naar de Raad van State gestuurd. Deze treft u als bijlage aan. Inmiddels heeft de Raad van State laten weten ook in deze brief geen aanleiding te zien om de beroepsprocedure voor LPM te hervatten. Deze mededeling van de Raad van State (brief van 5 februari 2018) is ook als bijlage bijgevoegd. We beraden ons op de eventuele vervolgstappen die we nu nog kunnen nemen om de beroepsprocedure te 2/3

3 versnellen. 8. Het is bekend dat alle regio's waar logistieke bedrijven landen, kampen met grote arbeidsmarktproblemen (tekort aan werknemers) en het arbeidsmigranten vraagstuk. De vertraging die LPM nu oploopt, biedt in dit opzicht ook een kans. U kunt namelijk nog langer voorsorteren op het arbeidsmarktvraagstuk. Kunt u ons aangeven of en hoe u dit oppakt? Antwoord: Er lopen verschillende initiatieven om te kunnen voldoen aan de vraag op de arbeidsmarkt. Zo heeft Havenbedrijf Moerdijk samen met Werkplein Hart van West-Brabant een traject opgezet om mensen speciaal op te leiden om in de logistiek werkzaam te kunnen zijn. Momenteel worden er in dat kader bij DSV Moerdijk groepen opgeleid om bij Primark Roosendaal te werken. Ook voor andere nieuwkomers en straks voor LPM biedt Havenbedrijf Moerdijk deze service aan. Daarnaast is Werkplein Hart van West-Brabant in samenwerking met Randstad Nederland de mogelijkheden aan het verkennen voor het oprichten van een logistieke arbeidspool. Tot slot worden via het Sectorplan West-Brabant potentiële werknemers voorbereid om in te stromen in de logistieke sector. Datum 20 februari 2018 Ons kenmerk C / Gedeputeerde Staten van Noord Brabant, de voorzitter, de secretaris, prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. M.J.A. van Bijnen MBA 3/3

4 New Babylon Bezuidenhoutseweg ac Den Haag Postbus at Den Haag telefoon (070) Pels Rijcken 8t Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen per post en per fax: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus EA DEN HAAG onze ref. HB/FM/ uw ref /1/R6 inzake Inpassingsplan en exploitatieplan Logistiek Park Moerdijk H.J.M. Besselink advocaat t (070) f (070) hjm.besselink@pelsrijcken.nl 26 januari 2018 Hoogedelgestreng college, In deze zaak heeft u bij brief van 23 januari jl. aangegeven in de 'Passende Beoordeling 2017, Logistiek Park Moerdijk' geen aanleiding te zien om terug te komen op uw beslissing van 23 mei 2017 om deze zaak aan te houden. Reden daarvoor is het feit dat in deze passende beoordeling herstelmaatregelen zijn betrokken waarvan, gelet op de in de verwijzingsuitspraak van de Afdeling van 17 mei 2017 gestelde vragen, niet duidelijk is of deze in een passende beoordeling kunnen worden betrokken. Namens provinciale staten van Noord-Brabant verzoek ik u deze beslissing te heroverwegen. Ik verzoek u daarbij het volgende te betrekken. Appellanten Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk e.a. stellen in hun brief van 28 december 2017 dat de Passende Beoordeling 2017 voorziet in herstelmaatregelen en wijzen daarbij op voorbeelden als het verwijderen van de opslag van berken in de Dintelse Gorzen en het uitvoeren van extra ontgravingen op de Plaat van de Vliet langs de Philipsdam. Verweerders wijzen er echter op dat de door appellanten genoemde voorbeelden niet als herstelmaatregelen in de Passende Beoordeling 2017 zijn betrokken. Uit de effectbeoordeling (conclusie, blz. 34) blijkt dat stikstofdepositie als Alle werkzaamheden worden verricht op grond van een overeenkomst van opdracht met de naamloze vennootschap Pels Rijcken 8t Droogleever Fortuijn N.V. gevestigd te Den Haag en ingeschreven in het Handelsregister onder nr Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd ter griffie rechtbank Den Haag onder nr. 19/2015. Daarin is een aansprakelïjkheidsbeperking opgenomen. De algemene voorwaarden worden op verzoek toegezonden of zijn te raadplegen op Kwaliteitsrekening notariaat

5 datum 26 januari 2018 onze ref. HB/FM/ /4 gevolg van gebruik van het Logistiek Park Moerdijk geen significant negatief effect veroorzaakt. De hiervoor genoemde maatregelen zijn, zo blijkt uit de Passende Beoordeling 2017 (blz. 34/35), maatregelen ten overvloede om een positieve impuls aan de kwaliteit van de habitattypen in het Natura 2000-gebied Krammer-Volkerak te geven. Ook elders in de Passende Beoordeling 2017 is vrijwel steeds de conclusie getrokken dat de natuurlijke kenmerken niet worden aangetast zonder dat daarbij mitigerende maatregelen een rol hebben gespeeld. Uit hoofdstuk 5 van de Passende Beoordeling 2017 blijkt dat slechts ten aanzien van het habitattype H7140B in het Natura 2000-gebied Oosterscheld en de habitattypen H9120, H9160A en H91E0C in het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos herstelmaatregelen in de gebieden worden genomen, die zijn betrokken bij de conclusie dat significant negatieve effecten vanwege het Logistiek Park Moerdijk zijn uitgesloten. Die gebieden liggen echter op grote afstand van het Logistiek Park Moerdijk. Bij alle dichterbij gelegen Natura 2000-gebieden worden significant negatieve effecten uitgesloten, zonder dat herstelmaatregelen in de ecologische beoordeling betrokken zijn. In deze procedure is alleen in het beroepschrift van de Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk en de Vereniging Milieugroep Moerdijk een beroep gedaan op de regels van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Habitatrichtlijn. Op grond van artikel 8:69a van de Awb vernietigt de bestuursrechter een besluit echter niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. De bepalingen van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Habitatrichtlijn, die door appellanten aan de orde zijn gesteld, hebben met name ten doel om het algemene belang van natuur en landschap ter plaatse van Natura 2000-gebieden te beschermen. Blijkens de statuten van de Vereniging Milieugroep Moerdijk beperkt de doelstelling van de vereniging zich tot het bevorderen van het natuurbehoud en de milieuhygiëne en de leefbaarheid in en rondom Moerdijk en de naburige gemeenten. Blijkens artikel 2, onder a, van de statuten van de Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk richt de doelstelling van deze stichting zich op het in het buitengebied van de gemeente Moerdijk en directe omgeving behouden en verbeteren van de volgende waarden: het open en landelijke karakter; de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden; de leefbaarheid voor de mens en de flora en fauna; de kwaliteit van de bodem, het water en de lucht. De stichting heeft - in de loop van de onderhavige procedure, ná het indienen van de zienswijzen - op 20 april 2015 de statuten gewijzigd. Daarbij is onder meer een categorie c toegevoegd aan artikel 2, op grond waarvan de stichting zich thans ook ten doel stelt het voorkomen van negatieve effecten als gevolg van het Logistiek Park Pels Rijcken 8i Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

6 datum 26 januari 2018 onze ref. HB/FM/ /4 Moerdijk op de fysieke leefomgeving, alsmede op de natuur in en buiten het werkgebied van de stichting en in het bijzonder het voorkomen van negatieve effecten van het Logistiek Park Moerdijk, al dan niet cumulatief met andere projecten, op Natura 2000-gebieden. Naar het oordeel van provinciale staten kan met deze statutenwijziging evenwel niet zijn bewerkstelligd dat het werkgebied van de stichting zich thans zou uitstrekken tot alle Natura 2000-gebieden in heel Nederland, of zelfs heel Europa. Het werkgebied van de stichting blijft het in artikel 2, onder a, van de statuten omschreven buitengebied van de gemeente Moerdijk en de directe omgeving. De feítelijke werkzaamheden van de stichting hebben zich, net als de feítelijke activiteiten van de vereniging, ook altijd gericht, en richten zich nog steeds, op dát gebied, en niet op alle Natura 2000-gebieden. Vastgesteld kan worden dat de Natura 2000-gebieden Oosterschelde en Ulvenhoutse Bos niet tot de directe omgeving van de gemeente Moerdijk behoren. De afstand tussen het Logistiek Park Moerdijk en het Ulvenhoutse bos betreft tenminste 17 km, en de afstand tot de Oosterschelde betreft zelfs meer dan 30 km. Daarmee kan naar de mening van provinciale staten de conclusie worden getrokken dat de doelstellingen van de vereniging en de stichting zich niet uitstrekken tot de Natura 2000-gebieden Ulvenhoutse Bos en Oosterschelde. Aldus strekken de door de vereniging en de stichting in het beroepschrift ingeroepen normen van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Habitatrichtlijn kennelijk niet tot de bescherming van de belangen van beide rechtspersonen, zodat hun beroepsgronden op dit punt niet kunnen leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit. De mogelijke effecten op beide Natura 2000-gebieden - en daarmee ook de mogelijke juridische belemmeringen ten aanzien van het betrekken van mitigerende maatregelen in de Passende Beoordeling zullen dus in de beroepsprocedure niet inhoudelijk aan de orde hoeven te komen. Vgl. in dit verband AbRvS 12 augustus 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2570. De mogelijke effecten van het Logistiek Park Moerdijk op Natura 2000-gebieden in de onmiddellijke omgeving van Moerdijk kunnen in de beroepsprocedure wel aan de orde komen, maar uit de Passende Beoordeling 2017 blijkt dat de ecologische beoordeling voor die gebieden, zoals bijvoorbeeld Hollands Diep en Biesbosch (voor zover geoordeeld zou worden dat dat laatste gebied wel tot de directe omgeving van Moerdijk moet worden gerekend) en de conclusie dat significant negatieve effecten zijn uitgesloten, niet steunt op herstelmaatregelen in de betrokken gebieden. Gelet op een en ander is er naar het oordeel van provinciale staten van Noord-Brabant op voorhand geen aanleiding om te veronderstellen dat de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in de PAS-procedure relevant zou zijn voorde behandeling van het onderhavige geschil. Gelet daarop, en gezien de grote belangen die zijn gemoeid met Pels Rijcken 8i Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

7 datum 26 januari 2018 onze ref. HB/FM/ /4 het onherroepelijk worden van het onderhavige inpassingsplan, verzoek ik u derhalve de zitting in dit geschil (toch) op korte termijn te agenderen. Hoogachtend, Pels Rijcken 8t Droogleever Fortuijn N.V. H.J.14. Besselink Pels Rijcken 8i Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

8 Raad Pagina I van \ vanstate ÁtdÃÜng Lx stttiň'sľeeh tsp r d a k Betreft : Provinciale staten van Noord-Brabant mr. H.J.M. Besselink Postbus AT S-GRAVENHAGE Ons nummer Uw kenmerk 5 februari /1 /R6 HB/LM/ Inlichtingen Mw. M.A.M. Brautigam-van Gaaien Procedure Beroep Onderwerp Moerdijk Inpassingsplan en exploitatieplan Logistiek Park Moerdijk Geachte heer/mevrouw, Bij dezen deel ik u mee dat in uw brief van 26 januari 2018 geen aanleiding geeft om terug te komen op de beslissing om de behandeling van de zaak met bovenvermeld nummer aan te houden. Een afschrift van deze brief zend ik aan de andere procespartijen in deze zaak. Hoogachtend, de meervoudige kamer voor deze,! \ mr. W. van, Hardevdld, griffier 3P^S2n(VTÙi Postbus EA Den Haag -T F ~ Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermeiden