Gebiedsanalyse Kleineveld- Heerjansdamse haven. Concept

Transcriptie

1 Gebiedsanalyse Kleineveld- Heerjansdamse haven Concept Instemming Dijkgraaf en Heemraden met ontwerp peilbesluit (voor inspraakfase), d.d. 5 april 2016, nr.b Vaststelling Dijkgraaf en Heemraden van ontwerp peilbesluit (na inspraakfase), d.d. _, nr. _ Vaststelling Verenigde Vergadering van peilbesluit, - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 20 april

2 Concept gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven COLOFON UITGAVE Waterschap Hollandse Delta Postbus DC Ridderkerk OPDRACHTGEVER Afdeling Plannen en Regie (team Ruimte & Infra) Dhr. ing I.J. Dekker UITGEVOERD DOOR Eindredactie: M. Brouwer Projectnummer: Vorige versie: -- Huidige Versie: Ontwerp peilbesluit 1.0 Datum: 20 april Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

3 Inhoud 1 Inleiding Algemeen Methode Leeswijzer Wijziging codering peilgebieden 7 2 Gebiedsbeschrijving Begrenzing Grondgebruik Ruimtelijke ontwikkelingen Bodemopbouw Natuur Kaderrichtlijn Water Zwemwater Maaiveldhoogte en maaivelddaling Waterkeringen Zettingsgevoelige objecten Landschap, cultuurhistorie en archeologie 11 3 Watersysteemanalyse Inleiding Waterkwantiteit Grondwater Waterkwaliteit Riolering Aandachtspunten en wensen 16 4 Actueel grond- en oppervlaktewater regime (AGOR) Inleiding 4.2 Overzicht AGOR Optimaal grond- en oppervlaktewater regime (OGOR) Inleiding Samenvatting bepaling OGOR per functie OGOR algemene ecologische functie OGOR stedelijk gebied OGOR natuur Overzicht OGOR 18 6 Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR) Inleiding Afwegingscriteria GGOR GGOR Kleineveld-Heerjansdamsehaven Overzicht AGOR, OGOR, GGOR en waterdiepten 22 7 Advies Vergelijking AGOR en GGOR 7.2 Advies voor peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven Vooroverleg Vooronderzoek en vooroverleg Ambtelijk overleg Reacties 24 Literatuur 25 Kaart Bijlagen 29 Bijlage 1: Terminologie en definities Bijlage 2: Vigerend peil, praktijkpeil - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 3

4 Figuren figuur 1: Topografie Kleineveld-Heerjansdamsehaven. 8 figuur 2: Ecologische hoofdstructuur n.v.t. 9 figuur 3: Waterkeringen 10 figuur 4: Cultuurhistorische, landschappelijke en archeologische waarden 11 figuur 5: Locatie filterbuis 14 figuur 6: Chloride ondiep grondwater (meting 2012) 14 figuur 7: Waterdiepten bij vigerende peilgebieden en peilen 15 Tabellen tabel 1 Overzicht grondgebruik (TOP10 en BRP) Kleineveld-Heerjansdamsehaven. 8 tabel 2 Overzicht vigerend peil 12 tabel 3 Overzicht praktijkpeil per peilgebied 12 tabel 4 Percentage watergangen die wel/niet voldoen aan streefdiepte voor waterdiepte. 15 tabel 5. Aandachtspunten en wensen per peilgebied 16 tabel 6. Overzicht AGOR per peilgebied 17 tabel 7. Overzicht OGOR per functie 18 tabel 8 Overzicht GGOR per functie 19 tabel 9. Overzicht GGOR per peilgebied. 22 tabel 10. Overzicht waterdiepten per peilgebied 22 Kaart bijlagen Kaart 1: Waterstaatkundige kaart (vastgestelde oude situatie) Kaart 2: Waterstaatkundige situatie (AGOR praktijk situatie) 4 - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

5 GEBIEDSANALYSE PEILBESLUIT 1 Inleiding 1.1 Algemeen Dit document omvat een analyse van het gebied en het daarin gesitueerde watersysteem van peilgebied Kleineveld Heerjansdamsehaven op IJsselmonde alsmede de bepaling van het Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR). De uitkomsten van de hier gepresenteerde analyses vormen de basis voor de uiteindelijke peilafweging in het document 'Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven'. Het peilbesluit is dus volgend op de gebiedsanalyse, maar beide documenten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. 1. Document 'Gebiedsanalyse Kleineveld - Heerjansdamsehaven' 2. Document 'Peilbesluit Kleineveld - Heerjansdamsehaven' Procesmatig ziet de totstandkoming van de gebiedsanalyse en het peilbesluit er als volgt uit: Start Informeren portefeuillehouder (PF) over start peilbesluitherziening Inventarisatie Inventariseren actuele situatie, wensen, wet- en regelgeving en beleid Bepalen Actueel Grond- en OppervlaktewaterRegime (AGOR) Actuele (fysieke) situatie in kaart brengen Bepalen Optimaal Grond- en OppervlaktewaterRegime (OGOR) Per functie binnen elk peilgebied bepalen/berekenen van het meest optimale oppervlaktewaterpeil (aantal functies = aantal OGOR's) Bepalen Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime (GGOR) Per peilgebied bepalen welk oppervlaktewaterpeil het meest recht doet aan de verschillende functies, op basis van afweging van verschillende OGOR's Vergelijking GGOR/AGOR + voorstellen/consequenties uitwerken AGOR = GGOR: 1 voorstel met (geringe) consequenties AGOR niet GGOR maar eenduidig: 1 voorstel met consequenties AGOR niet GGOR + niet eenduidig: varianten met consequenties Keuzen maken PF Water en PF Financiën maken indien noodzakelijk een keuze uit de voorgestelde varianten Opstellen concept peilbesluit Uitwerken en onderbouwen van één peilvoorstel per peilgebied Toetsing concept peilbesluit Voorleggen concept peilbesluit aan PF Water en PF Financiën t.v.b. procedure van externe consultatie van betrokken instanties Raadpleging externe partijen en verwerken reacties in ontwerp peilbesluit Vaststellen ontwerp peilbesluit door D&H en ter inzagelegging Ontwerp peilbesluit 6 weken ter inzage, verwerken zienswijzen, opstellen peilbesluit Vaststelling peilbesluit Beantwoording zienswijzen door D&H, advisering Commissie Water, vaststellen peilbesluit inclusief beantwoording door Verenigde Vergadering (VV), peilbesluit 6 weken ter inzage - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 5

6 De aanleiding om te werken via de GGOR systematiek komt voort uit afspraken die in het kader van het Nationaal bestuursakkoord water zijn gemaakt en wettelijk verankerd zijn in de Waterwet en de provinciale waterverordening. GGOR wordt bij uitgewerkt bij het opstellen van peilbesluiten. In het Waterbeheerplan is het begrip GGOR als volgt verwoord. Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime - Hollandse Delta Hollandse Delta beschouwt het oppervlaktewater en het grondwater als een samenhangend watersysteem, zowel in de context van hydrologische en algemeen ecologische functie, als van de gebruiksfunctie van het gebied. Het GGOR is de technische / hydrologische interpretatie van (grond-)waterkwaliteit en (grond)- waterkwantiteit, die leidt tot een gewenst oppervlaktewaterpeil. 1.2 Methode De GGOR-methodiek is een methode om het waterbeheer in een gebied zo goed mogelijk af te stemmen op de verschillende (gebruiks) functies van een gebied en ook om een beschrijving van de gewenste toestand van het grond- en oppervlaktewater te geven. In het totale proces dat leidt tot een peilbesluit wordt een integrale afweging gemaakt waarbij enerzijds via functionele aspecten en anderzijds via randvoorwaarden en kosten tot een uiteindelijk peilvoorstel wordt besloten. Bovendien is het proces zelf belangrijk. De afweging moet plaatsvinden volgens een transparant en navolgbaar proces. Het GGOR is dus zowel een technisch bepaald optimum als een proces op zich. Aanpak op hoofdlijnen 1. Bepalen van Actueel Grond- en Oppervlaktewaterregime (AGOR), hoofdstuk 4: op basis van de huidige waterhuishoudkundige situatie, waaronder de gemeten oppervlaktewaterpeilen, aan- en afvoer, drooglegging, grondwater en waterkwaliteit (watersysteemanalyse, hoofdstuk 3). 2. Bepalen van Optimaal Grond- en Oppervlaktewaterregime (OGOR): per functie is het Optimaal Gronden Oppervlaktewaterregime (OGOR) bepaald (hoofdstuk 5). 3. Bepalen GGOR op basis van verschillende OGOR's (hoofdstuk 6). 4. Vergelijking AGOR met GGOR. Op basis van beleid, uitgangspunten, geïnventariseerde knelpunten, wensen en randvoorwaarden volgt een advies over het handhaven van het AGOR of het verder onderzoeken naar het geheel of gedeeltelijk instellen van het GGOR (hoofdstuk 7). 5. In beeld brengen van de effecten van geadviseerde peilen en eventueel benoemen van maatregelen die nodig zijn om de geadviseerde peilen te effectueren. AGOR, OGOR en GGOR Met de GGOR-methodiek wordt voor het totaal aan verschillende (gebruiks)functies de gewenste toestand van het grond- en oppervlaktewater van het betreffende gebied in beeld gebracht. Deze methodiek start met het in beeld brengen van het actuele grond- en oppervlaktewater regime (AGOR). Het AGOR wordt gebaseerd op een watersysteemanalyse, uitgaande van het huidige grondgebruik. Daarna wordt per functie het optimale grond- en oppervlaktewater regime bepaald (OGOR). Het OGOR beschrijft de situatie van de optimale grond- en oppervlaktewaterstand voor de beschouwde grondgebruikfuncties (landbouw, stedelijk gebied en natuurgebied). Ook voor de algemene ecologische functie van het water zelf wordt het OGOR bepaald. In een gebied worden verschillende functies onderscheiden. Per peilgebied wordt, op basis van een afweging van de OGOR's bepaald welk oppervlaktewaterpeil het meest recht doet aan de combinatie van functies in het gebied. Dit wordt het gewenst grond- en oppervlaktewater regime, het GGOR. Van GGOR naar peilbesluit Vervolgens worden het AGOR en het GGOR met elkaar vergeleken. Als het AGOR overeenkomt met het GGOR, dan kan het huidige peil worden gehandhaafd. Indien het AGOR en het GGOR niet met elkaar overeenkomen en er geen randvoorwaarden bekend of aanwezig zijn die een peilverandering bij voorbaat uitsluiten, kan er worden besloten de consequenties (o.a. technisch, financieel, maatschappelijk) van het (gedeeltelijk) realiseren van het GGOR in beeld te brengen. De uitkomsten van het betreffende onderzoek zijn vervolgens input voor de definitieve peilafweging in het peilbesluit. 6 - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

7 De gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse is opgesteld volgens de GGOR-methodiek. De verschillende doorlopen stappen van deze methodiek zijn beschreven in de desbetreffende hoofdstukken. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een gebiedsbeschrijving van het peilgebied van Kleineveld- Heerjansdamsehaven. In hoofdstuk 3 wordt een analyse gemaakt van het watersysteem. Deze watersysteemanalyse omvat waterkwantiteit, waterkwaliteit, grondwater en riolering en de bepaling van de praktijkpeilgebieden en praktijkpeilen. In hoofdstuk 4 worden de praktijkpeilgebieden en praktijkpeilen beoordeeld en wordt de huidige waterhuishoudkundige situatie (AGOR) bepaald. Hoofdstuk 5 geeft de criteria en uitwerking van de optimale waterhuishoudkundige situatie (OGOR) voor landbouw, stedelijk gebied, natuur en waterkwaliteit. Op basis van de verschillende OGOR's wordt in hoofdstuk 6 per peilgebied het gewenst grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) bepaald. In hoofdstuk 7 wordt per peilgebied het AGOR en GGOR met elkaar vergeleken. Op basis van onder andere het geconstateerde verschil, de bekende aandachtspunten en randvoorwaarden wordt een advies gegeven voor het handhaven van het AGOR of om onderzoek (variantenstudie) te verrichten naar het geheel of gedeeltelijk instellen van het GGOR. Hoofdstuk 8 gaat in op het proces rondom het vooroverleg. 1.4 Wijziging codering peilgebieden Recentelijk zijn alle nummers van de peilgebieden binnen Hollandse Delta gewijzigd om tot een meer uniforme gebiedsnummering te komen. De nummers P-21AY en P-21BY van peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven zijn vervangen door de nummers Y en Y Op een aantal kaarten in de bijlagen is echter de oude nummering nog weergegeven. In dit document wordt met de nieuwe codering gewerkt. - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 7

8 2 Gebiedsbeschrijving 2.1 Begrenzing Het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven (17 ha) is gelegen op het eiland IJsselmonde en valt deels onder de gemeente Barendrecht en deels onder de gemeente Zwijndrecht. In onderstaande figuur zijn het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven (zwarte lijn) en de gemeentegrenzen (rode lijn) aangegeven. figuur 1: Topografie Kleineveld-Heerjansdamsehaven. 2.2 Grondgebruik Een overzicht van het huidige grondgebruik is weergegeven op kaart nr. 6 De gegevens zijn afkomstig uit de TOP10 en het BRP (Basis Registratie Percelen). In figuur 1 is een overzicht gegeven van de verschillende grondgebruiken in het peilgebied Kleineveld- Heerjansdamsehaven. Het stedelijke gebied (bebouwde kom) bestaat uit bebouwing aan de noord- en oostzijde van de Heerjansdamse Haven (v/h bedrijfsterrein). Het gebied Kleineveld is een terrein met recreatiewoningen. tabel 1 Overzicht grondgebruik (TOP10 en BRP) Kleineveld-Heerjansdamsehaven. Grondgebruik Oppervlakte [ha] Percentage [%] Bebouwde kom 3 17,1 Loofbos 5 29,7 Overig en Water 6 35,5 Verharding 2 12,8 Weiland 1 4,9 Totaal Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

9 2.3 Ruimtelijke ontwikkelingen Er zijn geen relevante ruimtelijke ontwikkelingen gaande of bekend. 2.4 Bodemopbouw Voor een indicatie van de bodemsoorten en het bodemprofiel wordt verwezen naar kaart 6 van de bijlagen. De ondergrond van het peilgebied bestaat in hoofdzaak uit opgespoten land. Hiervan zijn geen grondgegevens bekend. 2.5 Natuur Het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven maakt geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur figuur 2. Het gebied is ook niet aangewezen als Natura 2000-gebied. figuur 2: Ecologische hoofdstructuur n.v.t. 2.6 Kaderrichtlijn Water In het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven bevinden zich geen waterlichamen waarvoor de KRW-richtlijn water op van toepassing is. Wel wordt vanuit de Haven water ingelaten op de Waal. De Waal is een waterlichaam op grond van de KRW-richtlijn. 2.7 Zwemwater In het gebied zijn geen door de provincie aangewezen zwemwaterlocaties aanwezig. - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 9

10 2.8 Maaiveldhoogte en maaivelddaling Er zijn geen gedetailleerde hoogtegegevens van het gebied. In 1998 zijn waterpassingen in het gebied uitgevoerd door het waterschap IJsselmonde. Uit rastermetingen is daarbij één representatief punt per ha opgenomen. Gemiddeld genomen ligt het maaiveld in peilgebied Y op NAP +2,60m en in peilgebied Y op een hoogte van NAP +2,20m. Daaruit blijkt dat het maaiveld in het gebied hoog ligt. Het deelgebied Kleineveld is in gebruik als recreatieterrein. In het verleden is dit terrein opgespoten waardoor de bodemopbouw niet meer oorspronkelijk is. Van maaivelddalingen zijn geen gegevens bekend. Aangenomen mag worden dat er nu sprake is van een autonome zetting van de ondergrond sinds de ophoging van de gronden. Rond de Heerjansdamsehaven is de laatste jaren oudere (bedrijfs)bebouwing vervangen door woningbouw. Het maaiveld van dit stedelijk gebied ligt ten opzichte van het waterpeil ruim boven de droogleggingsnorm van 1,10 m. 2.9 Waterkeringen De waterkeringen in het peilgebied van Kleineveld-Heerjansdamsehaven zijn weergegeven in figuur 3. Het peilgebied van Kleineveld-Heerjansdamsehaven wordt aan de zuidkant begrensd door de primaire waterkering die deel uitmaakt van de dijkring IJsselmonde (dijkring nr. 17). Deze waterkering biedt rechtstreeks bescherming tegen het buitenwater. De waterkeringen ten noorden, oosten en westen van het gebied betreffen regionale waterkeringen (secundaire kering en/of boezemkade). figuur 3: Waterkeringen 2.10 Zettingsgevoelige objecten Oudere bebouwing kan gevoelig zijn voor zettingen als deze niet gefundeerd is. Het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven is een opgespoten gebied waarvan de bodemsamenstelling niet bekend is. Peilwijzigingen kunnen de grondwaterstand beïnvloeden. Overigens is de bestaande (bedrijfs)bebouwing de laatste jaren vervangen door woningbouw welke op betonpalen gefundeerd is Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

11 2.11 Landschap, cultuurhistorie en archeologie Kleineveld-Heerjansdamsehaven is eind 18 e eeuw ontstaan uit buitendijkse gronden en slikken langs de rivier. In het verleden is het gebied grotendeels opgespoten waardoor het oorspronkelijke landschap niet meer te herleiden is. figuur 4 geeft een indruk van de archeologische trefkansen in deze omgeving. figuur 4: Cultuurhistorische, landschappelijke en archeologische waarden - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 11

12 3 Watersysteemanalyse 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk is de actuele situatie weergegeven en geanalyseerd voor: - Waterkwantiteit (peilen en peilafwijkingen, gemeten waterstanden, drooglegging, aanen afvoer, wateropgave uit het NBW) - Waterkwaliteit (waterdiepte, nutriënten, ecologie); - Grondwater (geohydrologie, kwel en infiltratie, grondwaterstanden, verzilting, grondwaterwinning); - Riolering (drempelhoogte overstorten). Daarnaast zijn de bestaande knelpunten in het huidige watersysteem geïnventariseerd. 3.2 Waterkwantiteit Peilgebieden en waterpeilen Vigerende peilgebieden De vigerende waterstaatkundige situatie van de peilgebieden Kleineveld (Y12.059) en Heerjansdamsehaven (Y12.060) is weergegeven op een kaart welke als fysieke bijlage bij dit document is gevoegd. In onderstaande tabel zijn de vigerende peilgebieden met bijbehorend peil van Kleineveld en Heerjansdamsehaven weergegeven. tabel 2 Overzicht vigerend peil Peilgebied Vigerend peil [m NAP] Peilschaal nr. Y (v/h P-21AY) +1,75 m (vast) 10103PS Y (v/h P-21BY) +0,30 m (vast) 10591PS Gemeten waterstanden t.b.v. bepalen praktijkpeilen In het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven vindt geen automatische peilregistratie plaats. Voor het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven is geen actuele Peilindicator beschikbaar. De Heerjansdamsehaven wordt gevoed vanuit de Oude Maas, een rivier met flinke tijverschillen. De werking van de hevel is daarmee afhankelijk van de buitendijkse waterstand. Een continue en daarmee gelijkmatig inlaten van water in de Haven is niet mogelijk. Een zekere fluctuatie rond het vigerende peil van NAP +0,30 m is daarvan de oorzaak. Op basis van de peilregistratie zijn de praktijkpeilen in onderstaande tabel bepaald. tabel 3 Overzicht praktijkpeil per peilgebied code peilgebied vigerend code peilgebied praktijk waterpeil vigerend (m NAP) waterpeil praktijk (m NAP) Y (v/h P-21AY) Y ,75 ±1,75 Y (v/h P-21BY) Y ,30 ±0, Drooglegging De drooglegging is gedefinieerd als het verschil tussen de maaiveldhoogte en het oppervlaktewaterpeil van de binnen het peilgebied aanwezige watergangen. Met name voor peilgebieden met een in hoofdzaak agrarische functie is het voor de bepaling van het OGOR/GGOR van belang om de drooglegging van percelen te weten in verband met de ontwatering. Voor het stedelijk gebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven komt de drooglegging neer op respectievelijk 0,85m voor peilgebied Kleineveld en 1,75m voor peilgebied Heerjansdamsehaven. Hier heeft het aspect drooglegging de functie van ontwatering en beheer van de grondwaterstand Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

13 3.2.3 Aan- en afvoer Water aan- en afvoer van de peilgebieden vindt plaats door middel van kunstwerken, waarbij water wordt ingelaten en/of uitgeslagen vanuit of naar het buitenwater of een nevengelegen peilgebied. De twee peilgebieden worden van elkaar gescheiden door een peilregulerend kunstwerk (stuw). Peilgebied Heerjansdamsehaven wordt van water voorzien via een hevelinstallatie die water inlaat vanuit de Oude Maas. Daarmee wordt het peil van de Heerjansdamsehaven geregeld en gebruikt voor de wateraanvoer naar de Waal (het Waaltje). De Heerjansdamsehaven functioneert daarbij als voorbezinking voor het ingelaten rivierwater. De werking van de hevelinstallatie is echter afhankelijk van de buitenwaterstand van de Oude Maas. In combinatie met de bezinkfunctie ontstaat daardoor regelmatig fluctuatie in de waterstand van de Haven. In het peilgebied Kleineveld bevindt zich één sloot welke de functie heeft om overtollig hemelwater op te vangen en af te voeren naar de Heerjansdamsehaven. Er bevindt zich geen structurele voorziening (pomp) om vers water aan te voeren naar deze sloot. Doorgaans heeft dit peilgebied voldoende eigen water. Het overtollige water wordt vanuit peilgebied Y afgelaten via een stuw/duiker naar de Waal (het Waaltje). Peilgebied Kleineveld voert af via een stuw op peilgebied Y Heerjansdamsehaven Wateropgave Het regionale watersysteem is beoordeeld en getoetst aan de in de provinciale waterverordening opgenomen normen. Bij de toetsing wordt gekeken wat de kans is op inundatie (overlopen van het maaiveld vanuit het oppervlaktewater) binnen het peilgebied. Bij een overschrijding van de gestelde normen, wordt gesproken van een wateropgave. Het peilgebied Kleineveld- Heerjansdamsehaven is echter niet getoetst aan een mogelijke wateropgave. Op grond van de gemiddeld hoge drooglegging, de hoeveelheid aanwezige waterberging en de relatief kleine (stedelijke) omvang van dit peilgebied is de kans op normoverschrijding zeer gering en heeft er geen toetsing plaatsgevonden. 3.3 Grondwater Bodemopbouw en geohydrologische schematisatie Van het gebied zijn geen grondwatergegevens bekend. Buiten het peilgebied bevindt zich één peilbuis (B37H0956-1). De metingen hiervan zijn niet representatief zijn voor het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven. Op basis van de isohypsenkaart van de Provincie Zuid-Holland (1998) bevinden de grondwaterstanden van het eerste watervoerende pakket zich op NAP - 1,50m Kwel en infiltratie Er zijn geen gegevens verzameld van kwel en infiltratiestromen. Uit de grondwaterkaart (fig. 7) is een grove analyse te maken van de kwel en infiltratie in het gebied. De infiltratie in het gebied is waarschijnlijk een gevolg van de eerder genoemde grote drooglegging. - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 13

14 figuur 5: Locatie filterbuis Grondwaterwinning In de omgeving van het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven bevinden zich geen grondwaterbeschermingsgebieden waar grondwater wordt gewonnen Verzilting In figuur 5 is het chloridegehalte in het ondiepe grondwater weergegeven. Het lage gehalte aan chloride is mede te danken aan het feit dat het een infiltratiegebied is. Het grondwater wordt voornamelijk gevoed door regenwater en is zoet (Cl < 100 mg/ltr.). figuur 6: Chloride ondiep grondwater (meting 2012) 14 - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

15 Peilgebied % waterdiepte hwg en overige > 4m voldoet % waterdiepte hwg en overige > 4m voldoet niet % waterdiepte overige < 4m voldoet % waterdiepte overige < 4m voldoet niet % waterdiepte hwg en overige > 4m onbekend % waterdiepte overige < 4m onbekend 3.4 Waterkwaliteit Waterdiepte De waterdiepte is een belangrijk sturend element voor verschillende waterkwaliteitsparameters. De waterdiepte heeft een belangrijke relatie met de waterstand. In tabel 4 is aangegeven in welke mate de waterdieptes bij de vigerende peilgebieden en peilen voldoen aan de minimale streefdiepte. In zijn de waterdieptes in het peilgebied van Kleineveld-Heerjansdamsehaven weergegeven. tabel 4 Percentage watergangen die wel/niet voldoen aan streefdiepte voor waterdiepte. Y Y figuur 7: Waterdiepten bij vigerende peilgebieden en peilen Uit tabel 4 blijkt dat gemiddeld in het hele gebied 85% van de hoofdwatergang en overige watergangen > 4 meter breed voldoet aan de minimale streefdiepte van 1 m en 64% van de overige watergangen < 4 meter breed aan de minimale streefdiepte van 0,5 m. - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 15

16 3.4.2 Meetpunten oppervlaktewaterkwaliteit In het peilgebied liggen geen waterkwaliteitsmeetpunten. Er vindt ook geen monitoring plaats om gegevens te genereren over de waterkwaliteit. 3.5 Riolering Binnen het peilgebied Kleineveld wordt het huishoudelijk afvalwater verwerkt via een drukrioolsysteem. In het peilgebied Heerjansdamsehaven is een verbetert gescheiden rioolstelsel van toepassing. De uiteindelijke afvalwaterstromen worden verwerkt op de rioolwaterzuivering van Zwijndrecht. Binnen het peilgebied Kleineveld-Develsluis bevinden zich geen riooloverstorten. 3.6 Aandachtspunten en wensen tabel 5. Aandachtspunten en wensen per peilgebied Peilgebied aandachtspunt/wens Thema Y Er zijn geen aandachtspunten voor dit peilgebied Watersysteem Y Er zijn geen aandachtspunten voor dit peilgebied Watersysteem 16 - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

17 4 Actueel grond- en oppervlaktewater regime (AGOR) 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de relevante uitkomsten uit subparagraaf uit de watersysteemanalyse beoordeeld en wordt daarmee het actuele grond- en oppervlaktewaterregime (AGOR) per peilgebied bepaald. De basis wordt gevormd door de vastgestelde (vigerende) peilgebieden en waterpeilen. In de tijd van vaststelling (vigerend) tot nu (praktijk) kunnen zich afwijkingen in het watersysteem hebben voorgedaan. Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld een tussentijds verleende vergunning, verandering in afwateringsgebied (verlegde peilgebiedbegrenzing), een wijziging in beheer, een geconstateerd nieuw peilgebied en een waterpeil dat in praktijk afwijkt van het vigerende waterpeil. De betreffende afwijkingen zijn in het kader van de watersysteemanalyse geïnventariseerd. Vervolgens wordt beoordeeld of een geconstateerde afwijking zodanig is dat het als uitgangssituatie voor het AGOR in aanmerking komt. Schematisch ziet de totstandkoming van het AGOR er als volgt uit: Vigerende peilgebieden Watersysteemanalyse (praktijk) Beoordeling AGOR Beoordeling per praktijk peilgebied Voor de peilgebieden Y en Y kan worden vastgesteld dat het vigerend- en praktijkpeil identiek zijn. Een en ander vloeit voort uit de wijze waarop het waterpeil in beide gebieden wordt gereguleerd. In de haven van Heerjansdam wordt het waterpeil geregeld door het inlaten van water via een hevelinstallatie en door het aflaten via een stuw/duiker naar het Waaltje. Het inlaten van buitenwater via de hevel is afhankelijk van de tijverschillen op de Oude Maas. Hierdoor ontstaan er schommelingen in het peilbeheer van de Haven. Omdat het inlaten geen geleidelijk proces is en de haven ook als voorbezinking functioneert ontstaat door het inlaten en afvoeren een fluctuerende waterstand met soms forse over- en onderschrijdingen tot gevolg. Voor het peilgebied Kleineveld geldt dat dit op een natuurlijke wijze (hemelwater) op niveau wordt gehouden. Afvoer vanuit dit hoger gelegen peilgebied gebeurt ook via een stuw naar de Heerjansdamsehaven. Doorgaans blijft dit gebied op voldoende niveau door het eigen water wat zich in dit gebied verzamelt aan neerslag. Conclusie: De huidige peilen van de peilgebieden Y en Y kunnen worden beschouwd als het AGOR. 4.2 Overzicht AGOR In tabel 6 is weergegeven welke waterpeilen als uitgangspunt worden genomen voor de huidige situatie (AGOR). In alle gevallen is dat het vigerende peil en voert het waterschap het peilbeheer conform het peilbesluit uit. tabel 6. Overzicht AGOR per peilgebied code peilgebied vigerend code peilgebied praktijk waterpeil vigerend (m NAP) waterpeil praktijk (m NAP) waterpeil AGOR (m NAP) Y Y ,75 +1,75 +1,75 Y Y ,30 +0,30 +0,30 - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 17

18 5 Optimaal grond- en oppervlaktewater regime (OGOR) 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk is beschreven op welke wijze het optimale grond- en oppervlaktewaterregime (OGOR) is bepaald voor de algemeen ecologische functie, de functie stedelijk gebied en de functie natuur. In bijlage 7 zijn de criteria gegeven onder 'algemeen', overeenkomstig de Nota Peilbesluiten. Tevens zijn de OGOR's voor deze functies voor de twee peilgebieden gegeven. 5.2 Samenvatting bepaling OGOR per functie Er zijn geen natuurlijke, landbouw- of stedelijke functies in het peilgebied die om een specifiek peilregime vragen. Beide peilgebieden kennen een voldoende droogleggings- en ontwateringsniveau. Gelet hierop kan geconstateerd worden dat voor peilgebied Kleineveld- Heerjansdamsehaven het OGOR voor deze functies gelijk is aan het AGOR. 5.3 OGOR algemene ecologische functie De waterdiepte in peilgebied Kleineveld (Y12.059) voldoet aan de minimale diepte welke nodig is voor een goede algemene ecologische waterkwaliteit. Peilgebied Heerjansdamsehaven (Y12.060) daarentegen voldoet niet aan de minimale diepte welke nodig is voor een goede algemene ecologische waterkwaliteit. Een verhoging van het waterpeil zou hieraan tegemoet kunnen komen. 5.4 OGOR stedelijk gebied Om het optimale peil in stedelijk gebied te bepalen moet de drooglegging bekend zijn. Op basis van de gegevens uit het vigerende peilbesluit geldt voor peilgebied Y een gemiddelde maaiveldhoogte van NAP +2,20m. Bij een vigerend peil van NAP +0,30m betekent dit een drooglegging van gemiddeld 1,90m. Voor het optimale peil in het peilgebied Y (recreatieterrein) komt de maaiveldhoogte uit op gemiddeld NAP +2,60 m. Uitgaande van deze maaiveldhoogte in relatie tot het optimale peil is de drooglegging gemiddeld 0,85m. De resulterende optimale peilen voor de stedelijke functie zijn in tabel 7 aan het einde van dit hoofdstuk weergegeven. 5.5 OGOR natuur In het peilgebied Y bevindt zich een loofbos. Dit bos heeft geen status in de zin van de natuurbeschermingswet. Bij de weging OGOR Natuur komt een peiladvies van NAP +0,30m naar voren als optimaal voor deze functie. 5.6 Overzicht OGOR Op basis van de verschillende criteria voor het optimale peil voor de agrarische functie, de algemeen ecologische functie, de stedelijke functie en de natuurfunctie is per peilgebied voor elke functie het optimale peil bepaald. In tabel 77 is per peilgebied het AGOR weergegeven en de optimale peilen per functie (OGOR). tabel 7. Overzicht OGOR per functie Peilgebied AGOR OGOR peil [m NAP] peil [m NAP] vast winter zomer Ecologie Landbouw Stedelijk Natuur Y , ,95 n.v.t. 1,75 1,75 Y , ,30 n.v.t. 0,30 0, Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

19 6 Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR) 6.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk zijn voor de verschillende functies in het gebied, de algemeen ecologische functie, de stedelijke functie en de natuurfunctie, het optimale grond- en oppervlaktewaterregime bepaald (OGOR's). Op basis van deze OGOR's is in dit hoofdstuk het gewenst grond- en oppervlaktewaterregime GGOR voor Kleineveld-Heerjansdamse Haven bepaald. In een peilgebied komen bijna altijd meerdere functies voor. In dit peilbesluit vindt daarom een afweging van het belang van de functies plaats op basis van de GGOR-systematiek. Dit resulteert in het GGOR. Het GGOR is daarmee een technisch inhoudelijk advies dat het beste compromis geeft tussen de verschillende functies binnen een peilgebied. Bij de bepaling van het GGOR kan dan blijken dat het in de praktijk niet overal mogelijk is om de optimale situatie te bereiken voor alle functies. 6.2 Afwegingscriteria GGOR Het GGOR is een gewogen gemiddelde van de verschillende OGOR's. In het beleid van is aangegeven dat de overwegende functie primair bepalend is voor de GGOR in een gebied, maar dat het optimale peil wel mede wordt bepaald door overige aanwezige functies met een belang. Het percentage van het gebied dat door de gebruiksfunctie wordt ingenomen is dus bepalend voor de mate waarmee een functie meeweegt in de berekening van het GGOR. Generieke functies, in dit geval algemene ecologie, hebben hun eigen weging. De weging vindt als volgt plaats: - 10 punten voor generieke functies (algemene ecologie) - 10 punten voor gebruiksfuncties (landbouw, stedelijk gebied, natuur) verdeeld naar rato van areaal. 6.3 GGOR Kleineveld-Heerjansdamsehaven De OGOR's per peilgebied van het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamse Haven zijn gegeven in het vorige hoofdstuk en op kaart 4. Per peilgebied is de afweging gegeven in onderstaande subparagrafen. Op basis van de afwegingscriteria is per peilgebied tot een GGOR gekomen (tabel 98). tabel 8 Overzicht GGOR per functie AGOR OGOR GGOR peil [m NAP] peil [m NAP] peil [m NAP] Peilgebied vast Ecologie Landbouw Stedelijk Natuur Y ,75 1,95 n.v.t. 1,75 1,75 1,85 Y ,30 0,30 n.v.t. 0,30 0,30 0,33 - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 19

20 PEILGEBIED Y (v/h P-21AY) KLEINEVELD Vigerende peil Praktijk peil AGOR peil Oppervlakte Gem. maaiveld Gem. drooglegging Gebruiksfuncties NAP +1,75 m NAP +1,75 m NAP +1,75 m 11 ha NAP +2,60 m 0,85 m Overig (recreatie) AGOR OGOR Gebied % W.P. opp. GGOR Algemene ecologie +1,75 +1, Landbouw (n.v.t.) Stedelijk +1,75 +1, Bos en bosschages +1,75 +1, ±1,85 Toelichting GGOR In de bovenstaande OGOR analyse is uitgegaan van de functies stedelijk- en natuur. Het gebied Kleineveld bestaat uit een gebied met recreatiewoningen. Uit de analyse komt naar voren dat het AGOR op een peil van NAP +1,75 uitkomt en het GGOR op een peil van NAP +1,85m. De analyse voor het OGOR Algemene Ecologie komt uit op NAP +1,95 m. Ongeveer 64 % van de aanwezige watergang voldoet aan de vereiste diepte voor ecologie. Een peilverhoging zou ten goede komen aan de algemene ecologie. Echter gelet op de functie van het watersysteem als opvang- en afvoer van overtollig hemelwater is er geen aanleiding om het peil van NAP +1,75m aan te passen Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

21 PEILGEBIED Y (v/h P-21BY) HEERJANSDAMSEHAVEN Vigerende peil Praktijk peil AGOR peil Oppervlakte Gem. maaiveld Gem. drooglegging Gebruiksfuncties NAP +0,30 m NAP +0,30 m NAP +0,30 m 8 ha NAP +2,20 m 1,90 m Stedelijk / Bos AGOR OGOR Gebied % W.P. opp. GGOR Algemene ecologie +0,30 +0, Landbouw (n.v.t.) Stedelijk +0,30 +0, Loofbos +0,30 +0, ±0,33 Toelichting GGOR In de bovenstaande OGOR analyse is uitgegaan van de functies stedelijk en natuur. Het gebied Heerjansdamsehaven bestaat uit bebouwing en loofbos. Uit de analyse komt naar voren dat het AGOR en het GGOR een peil hebben van ca. NAP +0,30 m. Voor de algemene ecologie zou een kleine peilverhoging een positief effect hebben en uitkomen op NAP +0,35m. Het water van de Haven voldoet voor 85% aan de vereiste diepte voor ecologie. Gelet op dit geringe verschil wordt geadviseerd om het huidige peil van NAP +0,30 m te handhaven. - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 21

22 6.4 Overzicht AGOR, OGOR, GGOR en waterdiepten tabel 9. Overzicht GGOR per peilgebied. Peilgebied AGOR OGOR GGOR peil [m NAP] peil [m NAP] peil [m NAP] vast Algemene Ecologie Landbouw Stedelijk Natuur vast verschil (m) Y ,75 +1,75 n.v.t. +1,75 +1,75 ±1,75 0,0 Y ,30 +0,30 n.v.t. +0,30 +0,30 ±0,30 0,0 tabel 10. Overzicht waterdiepten per peilgebied Peilgebied AGOR Hoofdwatergang Overige watergangen peil voldoet voldoet Y ,75 n.v.t. 64% Y ,30 85% n.v.t Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

23 7 Advies 7.1 Vergelijking AGOR en GGOR In hoofdstuk 6 zijn de diverse optimale peilen per functie bepaald en is per peilgebied één gewogen gewenst peil (GGOR) bepaald. Een vergelijking van het AGOR en het GGOR laat zien in hoeverre de huidige peilstelling afwijkt van het theoretisch gewenste peil. Hieruit blijkt dat het AGOR en het GGOR geen of slechts kleine verschillen vertonen. Nader onderzoek is derhalve niet aan de orde. 7.2 Advies voor peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven Gelet op de uitgevoerde analyse en de afweging AGOR vs. GGOR wordt voor het peilgebied Kleineveld-Heerjansdamsehaven geadviseerd om de huidige peilen te handhaven. PEILGEBIED Y / Y Peilbesluit 10 juni 1998, verlengd 20 maart 2008 NAP ±1,75 m resp. ±0,30 m Praktijkpeil NAP ±1,75 m resp. ±0,30 m AGOR peil NAP ±1,75 m resp. ±0,30 m GGOR peil NAP ±1,70 m resp. ±0,30 m Gemiddelde maaiveldhoogte resp. peilgebieden NAP +2,60 m (Y12.059) en NAP +2,20m (Y12.060) Functies Algemene Ecologie Landbouw Stedelijk Natuur OGOR (m NAP) Situatie AGOR Y HW: n.v.t. OW: 64% voldoet OW: 36% niet n.v.t. 0,30 m 0,30 m Y HW: 85% voldoet n.v.t. 1,75 m 1,75 m HW: 15%onbekend OW: n.v.t. Situatie OGOR resp. 0,30 / 1,75 m 0,30 / 1,75 m n.v.t. Situatie GGOR n.v.t. resp. 0,30 / 1,75 m 0,30 / 1,75 m Opmerkingen Een beperkte peilverhoging in beide peilgebieden zou de OGOR algemene ecologie ten goede komen Het gebied kent geen natuur in de zin van de natuurwetgeving Randvoorwaarden infrastructuur en watersysteem Bovengronds Ondergronds Watersysteem Geen riooloverstorten aanwezig Functioneert Aandachtpunten en randvoorwaarden watersysteem en wensen instanties/burgers Overige aandachtpunten De Haven is een inlaatboezem voor de Waal en valt Beide peilgebieden worden kunstmatig op peil onder het reguliere groot onderhoud (baggeren) gehouden. De watersystemen dienen niet als waterbergende peilgebieden. Peilfluctuaties in de Haven ontstaan onder meer door het getijde effect van het buitenwater wat via een hevel ingelaten moet worden. Advies Gelet op de analyses met betrekking tot het AGOR, OGOR en GGOR wordt het advies gegeven om de huidige situatie met de peilen NAP +1,75 m en NAP +0,30 m van de respectievelijke peilgebieden Y en Y te handhaven. - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 23

24 8 Vooroverleg 8.1 Vooronderzoek en vooroverleg Gebiedsanalyse Kleineveld - Heerjansdamse Haven is tot stand gekomen na inventarisatie. Bij de inventarisatie zijn gegevens verzameld, metingen verricht, is kaartmateriaal vervaardigd en gegevens zijn gecheckt tijdens een veldbezoek. Belanghebbenden, waaronder lokale overheden hebben de gelegenheid gehad om knelpunten en wensen ten aanzien van het huidige watersysteem aan te dragen. 8.2 Ambtelijk overleg Met de volgende overheden en instanties is in voorbereiding op deze gebiedsanalyse overleg gevoerd met: Gemeente Zwijndrecht: t.a.v. mw. Ing. A. van Ek Tevens zijn de stukken ter beoordeling gezonden aan de desbetreffende overheid. 8.3 Reacties Geen 24 - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

25 Literatuur Beleidsstukken, plannen en algemene informatie: De Staat der Nederlanden, de Provincies (Vereniging Interprovinciaal Overleg), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Unie van Waterschappen (UvW), Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), 2003 De Staat der Nederlanden, de Provincies (Vereniging Interprovinciaal Overleg), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Unie van Waterschappen (UvW), Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel (NBW actueel), 2008 Europese Unie, Kaderrichtlijn Water, 2000 Ministerie van V&W, Ontwerp Nationaal Waterplan, 2008 Ministerie van VROM, Nota Ruimte, 2005 Ministerie van V&W, Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21), 2003 Ministerie van VROM, 5e Nota Ruimtelijke ordening, 2001 Ministerie van LNV, Ministerie van VROM, Structuurschema Groene Ruimte (SGR2), 2002 Provincie Zuid-Holland, Provinciale structuurvisie, Visie op Zuid-Holland, 2010 Provincie Zuid-Holland, Provinciaal Waterplan Zuid-Holland , 2014 Provincie Zuid-Holland, Waterverordening Zuid-Holland, 2014 Rijkswaterstaat Meetkundige Dienst, Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2), 2008 Waterschap Hollandse Delta, Nota Peilbesluiten, 2013 Waterschap Hollandse Delta, Waterbeheerplan , 2014 Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, Kwelkaart en kaart chloridegehalte van het ondiepe grondwater, 2001 Internetsites Provincie Zuid-Holland bestemmingsplannen - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 25

26 Bijlage 1 Terminologie en definities In de volgende lijst zijn de omschrijvingen van de meest voorkomende termen, die gebruikt worden in het opstellen van peilbesluiten, weergegeven. De definities zijn soms omschreven voor specifiek het. Tabel 11: Termen en definities. Term beheersgebied peilgebied drooglegging duiker dynamisch peilbeheer flexibel peilbeheer gemaal GHG GLG grondwater grondwaterspiegel grondwatertrap HELP-tabellen hoogwatersloot inzijging kunstwerk kwel maaiveld onderbemaling ontwateringsdiepte opmaling peiladvies peilafweging peilafwijking peilbeheer peilbesluit Definitie De begrenzing van het gebied waarover zorg draagt voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Een gebied waaruit het overtollige water door middel van een gemaal wordt verwijderd. Het verschil tussen maaiveldhoogte en oppervlaktewaterpeil. Een veelal betonnen koker door een dijk, uitpad of onder een weg, die twee watergangen met elkaar verbindt Bij deze wijze van peilbeheer wordt geanticipeerd op de weersomstandigheden. Voorziet men een lange periode van neerslag dan wordt het peil tijdelijk verlaagd om de neerslag te kunnen opvangen (voormalen). In warme perioden worden peiloverschrijdingen niet direct uitgemalen. Hierbij kan, om gedurende verschillende periodes een bepaald doel te dienen, in zowel negatieve als positieve zin van de vastgestelde zomer- en/of winterpeilen worden afgeweken. Wel wordt voor dit flexibel peilbeheer een minimum, maximum en eventueel een streefpeil voorzien van een toelichting vastgelegd in een peilbesluit. Een pompstation dat water in of uit een gebied pompt. Een afvoergemaal pompt het water het gebied uit, een inlaatgemaal pompt het water het gebied in. De gemiddeld hoogste grondwaterstand in een grondwatertrap. De gemiddeld laagste grondwaterstand in een grondwatertrap. Dit is het water beneden de grondwaterspiegel. De grond onder deze grondwaterspiegel is volledig verzadigd. Dit is het (freatisch) vlak of zone in de ondergrond waarbij alle grondporiën met water gevuld zijn. Het grondwater fluctueert gedurende de seizoenen. Deze fluctuaties in het grondwater worden in de zogenaamde grondwatertrappen ingedeeld. Een grondwatertrap geeft aan binnen welke marges de grondwaterstand zich beweegt, de zogenaamde GHG en GLG waarden. Een tabel om de relatie tussen waterhuishouding en landbouwkundige bedrijfsvoering en opbrengsten te kwantificeren. Een waterloop, of een gedeelte van een waterloop, die structureel of bij een calamiteit op een hoger oppervlaktewaterpeil gezet wordt. (Grond)water dat door een lage druk (stijghoogte) in de ondergrond naar elders wegstroomt. Een civieltechnisch werk of installatie in en rond het water of een waterkering ten behoeve van waterkwantiteit- en/of waterkeringsbeheer, niet bestaande uit grond, zand of klei. Bijvoorbeeld een stuw, gemaal, sluis of duiker. (Grond)water dat onder druk (stijghoogte) naar boven gedrukt wordt. Vaak is kwelwater ijzerhoudend en kalkrijk. De voedselrijkdom van kwelwater kan sterk verschillen. Bovenkant of oppervlak van het natuurlijk of aangelegd terrein. Een gebied binnen een peilgebied waar een lager afwijkend oppervlaktewaterpeil wordt gehanteerd. Deze afwijking van het oppervlaktewaterpeil is vergunningplichtig. Het verschil tussen maaiveld en de grondwaterstand ter plaatse. Een gebied binnen een peilgebied waar een hoger afwijkend oppervlaktewaterpeil wordt gehanteerd. Deze afwijking van het oppervlaktewaterpeil is vergunningplichtig. Een gebied binnen een peilgebied waar een lager of hoger afwijkend oppervlaktewaterpeil wordt gehanteerd. Deze afwijking van het oppervlaktewaterpeil is vergunningplichtig. Handhaven van het gewenste oppervlaktewaterniveau Een besluit van de waterkwantiteitsbeheerder, waarbij het te handhaven oppervlaktewaterpeil wordt vastgelegd en waarin de betrokken belangen 26 - Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

27 Term peilbuis peilgebied peilschaal stijghoogte stuw stuwende duiker vigerend waternood instrumentarium winterpeil zomerpeil Definitie integraal zijn afgewogen. Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter, waarin de grondwaterstanden c.q. stijghoogte kan worden gemeten. Een gebied waarin één streefpeil of een zomer- en winterpeil, zoals vastgesteld in het desbetreffende peilbesluit, vergunning of ontheffing, worden nagestreefd. Een vastzittende verticale liniaal met daarop weergegeven hoogtewaarden ten opzichte van NAP. Hiermee is het waterpeil ten opzichte van NAP van de peilschaal af te lezen. Peilschalen worden vaak gemonteerd aan stuwen en gemalen. Een maat voor de druk die kwel of inzijging veroorzaakt. Een vast of beweegbare constructie in een watergang die dient om de waterstand bovenstrooms van de constructie te regelen. Een veelal in verhang liggende betonnen koker door een gronddam die bovenstrooms met de binnenonderkant op het vastgestelde maximale waterpeil is gelegd. Zoals vastgesteld in het peilbesluit. Een door Arcadis en Alterra ontwikkelde, met elkaar samenhangende set van GIS-applicaties, spreadsheets-/database-applicaties en tekst documenten teneinde het oppervlaktewatersysteem te beschouwen als middel om de functieafhankelijke wensen die aan het grondwatersysteem worden gesteld, te realiseren. Een vast peil dat in de winterperiode (meestal september tot april) wordt gehanteerd. De periode wordt in het peilbesluit vastgelegd en mag ook afhangen van de weersgesteldheid. Een vast peil dat in de zomerperiode (meestal april tot september) wordt gehanteerd. De periode wordt in het peilbesluit vastgelegd en mag ook afhangen van de weersgesteldheid. - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 27

28 Bijlage 2 Vigerende peilen, praktijkpeil, maaiveldhoogte en drooglegging In tabel zijn de gemiddelde maaiveldhoogte en drooglegging per praktijkpeilgebied weergegeven. tabel 12: Gem. maaiveldhoogte/drooglegging, praktijk peilgebieden. code peilgebied vigerend code peilgebied praktijk waterpeil praktijk [m NAP] Gemiddeld maaiveldhoogte [m NAP] Drooglegging t.o.v. vigerend peil [m] Y Y ,75 +2,60 0,85 Y Y ,30 +2,20 1, Gebiedsanalyse Kleineveld-Heerjansdamsehaven t -

29 Kaart Bijlagen Kaarten worden als fysieke bijlagen bij dit document gevoegd - Peilbesluit Kleineveld-Heerjansdamsehaven - 29