Reglement met betrekking tot de bewoning van het gemeentelijk woonwagenterrein aan de Pastoor Steenssensstraat te Beveren,

Transcriptie

1 Reglement met betrekking tot de bewoning van het gemeentelijk woonwagenterrein aan de Pastoor Steenssensstraat te Beveren, Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Afdeling 1: definities Artikel 1: definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Residentieel woonwagenterrein Een residentieel woonwagenterrein voor woonwagenbewoners is een terrein bestemd en ingericht voor het sedentair wonen in residentiële woonwagens. Het is niet toegestaan op dit terrein vergunningsplichtige ambachtelijke en/of commerciële activiteiten te ontwikkelen. Standplaats Een standplaats is een afgebakende, genummerde ruimte op het residentiële woonwagenterrein, bedoeld om er één woonwagen op te plaatsen. Per standplaats is er een vaste sanitaire unit voorzien die eigendom is van de gemeente Beveren. Woonwagenbewoner Een woonwagenbewoner is een persoon die legaal in België verblijft en die naar traditie woont of woonde in een woonwagen, of van wie de ouders dat deden, met uitzondering van bewoners van campings of gebieden met weekendverblijven (artikel 3 integratiedecreet 30 april 2009). Residentiële woonwagen Een residentiële woonwagen is een woongelegenheid, gekenmerkt door flexibiliteit en verplaatsbaarheid, bestemd voor permanente en niet-recreatieve bewoning (artikel 2, 33 van de Vlaamse Wooncode). De inrichting is niet gefundeerd of verankerd in de grond, met uitzondering van de nutsleidingen (riolering, water, gas, kabel, telefoon, e.a.). Een ongewapende vloerplaat wordt niet beschouwd als fundering. De inrichting steunt op de grondoppervlakte door middel van wielen, wegneembare steunstukken, vijzels of steunpunten. Een aanbouw is een constructie die bouwtechnisch aansluit op de woonwagen en als aanvullend woongedeelte dient (bv terras of berging). Een bijgebouw is een constructie die niet aangehecht is aan de woonwagen en dienstig is als bergruimte of dierenverblijf en niet bestemd is voor bewoning. De woonwagen en aanbouw kan verplaatst worden na loskoppeling van de nutsleidingen. Aanvrager De aanvrager is de persoon die voor zichzelf en zijn gezin een aanvraag voor een standplaats op het residentiële woonwagenterrein indient. Toewijzing

2 De toewijzing is de eenzijdige en voorwaardelijke toestemming om een standplaats op het residentiële woonwagenterrein te gebruiken. Standplaatshouder De standplaatshouder is de persoon aan wie een standplaats werd toegewezen. Gezinsleden De gezinsleden zijn de personen die op een duurzame wijze samenwonen en eenzelfde hoofdverblijfplaats hebben. Terreinbeheerder Persoon aangesteld door het college van burgemeester en schepenen als contactpersoon en coördinator voor het beheer van het woonwagenterrein. Gebruiksvergoeding De gebruiksvergoeding is de maandelijkse vergoeding voor het gebruik van een standplaats, te betalen door de standplaatshouder aan de gemeente. Afdeling 2: toepassingsgebied Artikel 2: locatie De gemeente Beveren stelt een residentieel woonwagenterrein ter beschikking voor residentiële woonwagenbewoners. Het terrein is gelegen aan de Pastoor Steenssensstraat te Beveren, zoals aangeduid op bijgevoegd plan. Het terrein 7 standplaatsen. Het terrein behoort, behoudens de individuele standplaatsen, tot het openbaar domein. Artikel 3: geldende reglementen Dit reglement, het algemeen politiereglement en het GAS-reglement zijn van toepassing op het terrein. Wie gebruik maakt van een standplaats op het residentieel woonwagenterrein gaat akkoord met het huishoudelijk reglement en het retributiereglement. Hoofdstuk II: Aanvraag en toewijzing van standplaatsen Afdeling 1: aanvraag Artikel 4: inschrijvingsvoorwaarden, aanvraag en inschrijvingsregister Een persoon die met zijn gezin een standplaats op het woonwagenterrein wenst in te nemen, met de bedoeling er zijn hoofdverblijfplaats te vestigen, moet een aanvraag indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Voorwaarden waaraan de aanvrager en zijn gezin moeten voldoen: - De aanvrager moet meerderjarig zijn en beantwoorden aan de definitie van woonwagenbewoner. - De aanvrager en zijn gezinsleden, mogen geen onroerend goed in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben dat voor bewoning in aanmerking komt. Dit dient bewezen met een uittreksel uit het kadaster. De aanvraag

3 De aanvrager dient een aanvraag per aangetekend schrijven op te sturen of tegen ontvangstbewijs in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen (hierna ook college genoemd). De aanvraag vermeldt de gezinssamenstelling van de aanvrager. De aanvraag moet bij elke gezinswijziging vernieuwd worden zonder verlies van rechten. Dit moet gebeuren binnen de 2 maanden na de gezinswijziging. Bij gebreke hiervan kan de aanvraag als ongeldig verklaard worden. Het ingeschreven zijn in het register geeft geen toelating om een plaats in te nemen op het woonwagenterrein. De aanvrager ontvangt een bericht van inschrijving in het register of van de weigering van inschrijving. Bij scheiding of wijziging van de gezinssamenstelling beslissen de aanvrager en de op het ogenblik van de aanvraag samenwonende partner voor wie de aanvraag blijft gelden. Bij gebrek aan akkoord, zal het college beslissen aan wie de aanvraag wordt toegewezen. De aanvraag kan op schriftelijk verzoek van de aanvrager geschrapt worden. In dit geval kan de partner, of bij gebrek aan partner een gezinslid, die meerderjarig is, minstens 3 jaar ononderbroken gedomicilieerd is bij de oorspronkelijke aanvrager, beantwoordt aan de definitie van woonwagenbewoner en geen onroerend goed in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft, de aanvraag overnemen. Voldoet de partner of gezinslid niet aan deze voorwaarden, dan wordt de aanvraag geschrapt. Het inschrijvingsregister De ontvankelijke aanvragen worden in een genummerd en gedateerd register ingeschreven, in chronologische volgorde, op basis van de datum van de poststempel of de datum van ontvangstbewijs. Het register vermeldt de identiteit van de aanvrager en van diens gezinsleden. Actualisatie inschrijvingsregister Het inschrijvingsregister kan door het College van Burgemeester en Schepenen worden geactualiseerd. Het College kan de aanvrager verzoeken zijn aanvraag tot standplaats te bevestigen. De aanvrager moet aantonen dat de aanvrager en zijn gezinsleden nog steeds aan de inschrijvingsvoorwaarden voldoen. Zo niet wordt hij geschrapt uit het register. De aanvrager wordt aangetekend aangeschreven op zijn laatst gekende woonplaats zoals vermeld in het rijksregister, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden. Bij het onbestelbaar terugkeren van de brief, wordt de aanvrager uit het inschrijvingsregister geschrapt. Indien binnen de 6 weken na postdatum van de aangetekende zending geen bevestiging van de aanvraag komt, wordt de aanvrager uit het register geschrapt. Afdeling 2: procedure en criteria van toewijzing van de standplaats Artikel 5: procedure van toewijzing en gebruik van de standplaats De standplaatsen op het terrein worden voor onbepaalde duur door het college van burgemeester en schepenen toegewezen. Een standplaats wordt toegewezen aan de aanvrager en zijn gezinsleden. Deze standplaatsen zijn bestemd voor het verblijf in een residentiële woonwagen die voortdurend en uitsluitend als woning wordt gebruikt of daartoe bestemd is.

4 Het is verboden de standplaatsen en accommodatie op het terrein voor andere doeleinden (zie artikel 1 definitie woonwagenterrein) te gebruiken dan die waarvoor ze bestemd zijn. Artikel 6: toewijzingscriteria Principe De standplaats wordt door het College van Burgemeester en Schepenen toegewezen aan de aanvrager volgens de chronologische volgorde van de inschrijvingen in het register van de aanvragen. De aanvrager en zijn gezin moeten op het ogenblik van de toewijzing voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden. Bij de eerste toewijzing van de standplaatsen zullen alle inschrijvingen welke voor of uiterlijk op de laatste dag waarop deze inschrijving mogelijk was, geacht worden dezelfde inschrijvingsdatum te hebben (met name deze van de uiterlijke inschrijvingsdatum). Er wordt een wachtlijst aangemaakt. Elke keer er een standplaats vrij komt, wordt deze toegewezen aan de eerst op de wachtlijst. Voorrangsregels Indien meerdere inschrijvingen van de zelfde datum zijn, zal er door het college voorrang gegeven worden aan woonwagenbewoners wonend in de gemeente Beveren op het moment van de toewijzing of er van de laatste vijf jaar minstens drie jaar in hebben gewoond. Zijn er daarna nog meer inschrijvingen dan standplaatsen, wordt voorrang gegeven aan diegene die op het moment van de toewijzing effectief in een woonwagen woont. Zijn er vervolgens nog steeds meer inschrijvingen dan standplaatsen, wordt voorrang gegeven aan diegene die op het moment van de toewijzing het meest aantal jaren zijn woonplaats in de gemeente heeft. Samengevat: een woonwagenbewoner die effectief in zijn woonwagen woont op het grondgebied Beveren met de meeste woonjaren in de gemeente zal de eerste plaats bekomen. Het college kan een standplaats weigeren: - wanneer de interne relaties of de verstandhouding tussen de bewoners van het woonwagenterrein door die bepaalde toewijzing zouden kunnen verstoord worden. De kandidaat-gebruiker wordt niet geschrapt uit het inschrijvingsregister. - wanneer de aanvrager of zijn partner eerder al op het terrein een standplaats heeft bekomen maar wiens standplaats werd opgezegd wegens inbreuken op het reglement. Een nieuwe inschrijving is slechts mogelijk mits uitdrukkelijke toestemming van het college. - wanneer de aanvrager nog een schuld te vereffenen heeft aan het gemeentebestuur uit hoofde van achterstallige standplaatsrechten of huurschulden. De toewijzing kan niet worden geweigerd als de aanvrager tot een collectieve schuldenregeling is toegelaten of in budgetbeheer of budgetbegeleiding bij een OCMW of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling is. De toewijzing of weigering wordt per aangetekend schrijven aan de aanvrager gemeld. Artikel 7: weigering van de toewijzing door de aanvrager

5 De aanvrager kan eenmaal een toegewezen standplaats weigeren. Deze weigering moet schriftelijk worden meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen. Bij een tweede weigering van een toegewezen standplaats wordt de aanvrager uit het inschrijvingsregister geschrapt. Een nieuwe aanvraag is noodzakelijk om terug in het inschrijvingsregister te komen. Indien de aanvrager niet schriftelijk reageert binnen de 14 dagen na verzenden van de toewijzingsbrief, dan wordt dit aanzien als een weigering. Bij het onbestelbaar terugkeren van de brief bij het aanbod van een standplaats, wordt de aanvrager uit het inschrijvingsregister geschrapt op voorwaarde dat de gemeente Beveren de brief verzendt naar het laatst bekende adres dat in het rijksregister is opgenomen, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden. Hoofdstuk III: inname standplaatsen Afdeling 1: opmaken gebruiksovereenkomst en plaatsbeschrijving Artikel 8: voorwaarden ingebruikname Alvorens de standplaatshouder de standplaats betrekt: - wordt een gebruiksovereenkomst opgesteld; - heeft de standplaatshouder de waarborg en de gebruiksvergoeding voor de eerste maand gebruik betaald; - wordt een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd en bekomen voor de plaatsing van een woonwagen; - wordt een plaatsbeschrijving van de standplaats en toebehoren in aanwezigheid van een personeelslid van of een aangestelde door de gemeente en de standplaatshouder opgemaakt. Deze plaatsbeschrijving kan bestaan uit een reeks foto s van de standplaats en haar opstallen. De plaatsbeschrijving wordt gedagtekend, opgesteld in zoveel originele exemplaren als er partijen zijn en door alle partijen voor akkoord ondertekend. Elke partij ontvangt een origineel van de plaatsbeschrijving. De eventuele kosten van de plaatsbeschrijving worden onder partijen bij helften verdeeld. Daarna ontvangt de standplaatshouder, in afspraak met de terreinbeheerder, de sleutels van de sanitaire unit tegen ontvangstbewijs. Wordt aan deze formaliteiten niet voldaan binnen de maand na de betekening van de toewijzing van een standplaats, dan vervalt de toewijzing en wordt de aanvrager geschrapt uit het inschrijvingsregister, voor zover dit te wijten is aan het gebrek aan medewerking van de aanvrager. Indien anders beslist is door het College van Burgemeester en Schepenen of in uitzonderlijke situaties kan hiervan afgeweken worden. Afdeling 2: inname Artikel 9: termijn inname De standplaats moet door de standplaatshouder worden ingenomen en worden bewoond als hoofdverblijfplaats uiterlijk 2 maanden na ontvangst van de sleutels van de sanitaire unit. Het niet innemen van de standplaats binnen de vooropgestelde termijn, wordt beschouwd als een weigering en geeft de gemeente het recht de standplaats op te zeggen.

6 Artikel 10: Waarborg Voor het gebruik van de standplaats betaalt de standplaatshouder een waarborg van drie maanden gebruikersvergoeding en een gebruiksvergoeding. Deze vergoeding wordt bepaald in het retributiereglement op het gebruik van woonwagenbewoners. Deze waarborg wordt gestort op een geïndividualiseerde geblokkeerde waarborgrekening. Bij het beëindigen van de ingebruikneming van de standplaats zal deze waarborg, vermeerderd met de intresten, vrijgegeven worden wanneer de standplaatshouder de standplaats en de bijbehorende voorzieningen aflevert in een goede staat. De staat van de standplaats wordt bevestigd door een tegensprekelijke staat van bevinding. Eventueel verschuldigde kosten voor herstellingen, achterstallige vergoedingen of schadevergoedingen, worden bij voorrang van deze waarborg afgetrokken. De standplaatshouder overhandigt een bewijs van deze waarborg aan de gemeente voor de ingebruikname van de standplaats. Artikel 11: inschrijving in het bevolkingsregister De standplaatshouder en zijn gezin, aan wie het College van Burgemeester en Schepenen een toewijzing verleende, moet zich op de bevolkingsdienst van de gemeente laten inschrijven als hebbende er zijn hoofdverblijfplaats binnen de 8 dagen na bewoning van de standplaats. Artikel 12: overlijden van de standplaatshouder Bij overlijden van de standplaatshouder wordt de gedomicilieerde en inwonende partner de standplaatshouder van het perceel op voorwaarde dat: - hij/zij de wettelijk samenwonende of gehuwde partner op het ogenblik van overlijden van de standplaatshouder is; - en dat hij/zij meerderjarig is, beantwoordt aan de definitie van woonwagenbewoner en geen onroerend goed (dienstig als woonst) in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft. Indien er geen wettelijke samenwonende of gehuwde partner is, kunnen de rechten van de standplaatshouder overgaan op een op dat ogenblik meerderjarig gezinslid, op voorwaarde dat: - dit gezinslid de laatste 3 jaar ononderbroken heeft samengewoond en gedomicilieerd is op de standplaats van de overleden standplaatshouder - en dat hij/zij beantwoordt aan de definitie van woonwagenbewoner en geen onroerend goed (dienstig als woonst) in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft. Voldoet de partner/het gezinslid niet aan deze voorwaarden, dan zal de gebruiksovereenkomst voor de standplaats door de gemeente Beveren opgezegd worden mits een opzegtermijn van 6 maanden. Het college van burgemeester en schepenen kan op basis van een gemotiveerd sociaal verslag hierop steeds een afwijking toestaan. Artikel 13: vertrek standplaatshouder Bij vertrek van de standplaatshouder kan de partner, of bij gebrek aan partner een gezinslid, die meerderjarig is, minstens 3 jaar ononderbroken gedomicilieerd is op de standplaats, beantwoordt aan de definitie van woonwagenbewoner en geen onroerend goed (dienstig als woonst) in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft, de standplaats blijven gebruiken. Voldoet de partner-gezinslid niet aan deze

7 voorwaarden, dan zal de gebruiksovereenkomst voor de standplaats door de gemeente Beveren opgezegd worden mits een opzegtermijn van 6 maanden. Het college van burgemeester en schepenen kan hierop steeds een afwijking toestaan. Artikel 14: verbod ter beschikking stellen van of onderverhuren van standplaats De standplaatshouder mag de standplaats niet ruilen, niet ter beschikking stellen van of onderverhuren aan iemand anders, noch aan derden zijn gebruiksrecht geheel of gedeeltelijk afstaan. Hoofdstuk IV: Gebruik en beheer van de standplaats Afdeling 1: inrichting van de standplaats Artikel 15: infrastructuur standplaats Het terrein behoort tot het openbare domein, doch het gebruik van de toegewezen standplaatsen heeft een privaat karakter. Elke standplaats is voorzien van een sanitaire unit met de nodige voorzieningen voor de standplaatshouder en zijn gezin. De leefbaarheid, veiligheid en goede ordening van de standplaats dienen steeds gevrijwaard te blijven. Artikel 16: recht op bezichtiging van de standplaats Vaststellingen op het terrein kunnen te allen tijde gebeuren door de terreinbeheerder, door een aangestelde van de gemeente en door de politiediensten. De gemeente Beveren heeft het recht de standplaats te betreden om de staat van bevinding van het terrein en de sanitaire unit op te nemen met uitzondering van de woonwagen, als ze dat vooraf schriftelijk hebben aangekondigd of de mondelinge toestemming hebben van de standplaatshouder. De standplaatshouder moet de door de gemeente aangestelde persoon in staat stellen om op de afgesproken datum en uur de standplaats te inspecteren. Artikel 17: plaatsing van de residentiële woonwagen en inrichting standplaats Elke standplaats is voorzien van een dienstgebouw met de nodige elektrische en sanitaire voorzieningen ten behoeve van de begunstigde en zijn gezin. Enkel het gedeelte van de toegewezen standplaats dat voor bewoning is voorzien op bijgevoegd plan komt in aanmerking voor bewoning. De begunstigde verkrijgt het recht om één verplaatsbare woonwagen te plaatsen op het daartoe voorziene gedeelte van de hem toegekende standplaats. De constructies met een woonfunctie moeten minimum 2 meter van de perceelgrens worden geplaatst op het funderingsbeton, tenzij de stedenbouwkundige vergunning anders vermeldt. Geen enkele constructie mag bestaan uit meer dan één bouwlaag. De maximum hoogte van de constructies bedraagt 3,5m. Zonder schriftelijke toelating van het College van Burgemeester en Schepenen mag er niets gewijzigd worden aan de infrastructuur van de standplaatsen en nutsvoorzieningen en hun bestemming. Wijzigingen, waarvoor een schriftelijke toelating werd gegeven en die bij het verlaten van de standplaats niet moeten hersteld worden in de oorspronkelijke toestand, worden uitdrukkelijk genoteerd op het document van de plaatsbeschrijving, maar geven geen recht op vergoeding, tenzij het College van Burgemeester en

8 Schepenen anders beslist heeft. Als de standplaatshouder zonder toestemming veranderingen aanbrengt aan de standplaats of aanhorigheden, heeft de gemeente het recht te eisen dat alles onmiddellijk in de oorspronkelijke staat wordt hersteld. Elke aan- of bijbouw is enkel toegelaten mits uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen. Hiervoor wordt een schriftelijk verzoek ingediend met duidelijke vermelding uit wat de aan- of bijbouw bestaat, welke materialen, waar deze op het terrein wordt geplaatst en hoeveel me deze zal innemen. Het is uitdrukkelijk verboden: - met luifels en lichte constructies, het sanitaire blok te verbinden met de woonwagen. - een bijgebouw of aanbouw te bevestigen aan het sanitaire blok. Artikel 18: beplanting en omheining De gemeente Beveren staat in voor de plaatsing van de nodige beplanting tussen de percelen en omheining. De houder van de standplaats staat in voor het nodige onderhoud. Artikel 19: grondverhardingen op de staanplaatsen De bestaande grondverhardingen mogen niet gewijzigd worden. Er mag geen grondverharding toegevoegd worden. Artikel 20: voorzieningen De kosten van aansluiting, abonnement en verbruik van water, elektriciteit, gas en andere openbare nutsvoorzieningen vallen ten laste van de standplaatshouder van de standplaats. Afdeling 3: leefbaarheid, openbare orde en veiligheid Artikel 21: algemeen De standplaatshouder is verantwoordelijk voor het gebruik van het hele terrein en van de toegewezen standplaats in het bijzonder, door zichzelf, zijn gezinsleden en personen op bezoek. Elke gebruiker en zijn bezoekers hebben respect voor de standplaats van de andere gebruikers. De standplaatshouder zorgt ervoor dat de rust, de veiligheid en de gezondheid van de andere bewoners en de omgeving op geen enkel ogenblik wordt gestoord door zichzelf, zijn gezinsleden of bezoekers. In het bijzonder mag het gebruik van geluidsbronnen, zoals bijvoorbeeld motoren, radio's en tv s, niet storend zijn. De aanwijzingen en bevelen van de terreinbeheerder moeten door de standplaatshouder, zijn gezinsleden en bezoekers strikt worden nageleefd. Iedere standplaatshouder moet erop toezien dat zijn bezoekers deze bepaling eveneens eerbiedigen. Huisdieren mogen geen hinder en overlast veroorzaken. Ze verstoren de rust op het terrein niet, de reinheid van het terrein blijft gegarandeerd. Ze hebben een aangepaste huisvesting en worden niet opgehokt in de sanitaire unit. Ze vormen geen gevaar voor de volksgezondheid en brengen de veiligheid van de bewoners niet in gevaar. Honden mogen niet los lopen buiten de standplaatsen. Per standplaats zijn maximaal 2 volwassen honden en/of katten toegelaten. Het is verboden vee, kleinvee en pluimvee te houden.

9 Artikel 22: brandveiligheid en afsluiten brandverzekering De gemeente Beveren verzekert de sanitaire units tegen brand, bliksem, ontploffing en aanverwante risico s en het verhaal der buren. Daarnaast is de standplaatshouder verplicht een verzekering tegen brand, bliksem, ontploffing en aanverwante risico s van zijn woonwagen en voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid tegen over derden aan te gaan. Artikel 23: verboden Het is de standplaatshouder en zijn gezinsleden en de bezoekers van het terrein verboden om: - het even welke activiteit uit te oefenen die een risico voor brand inhoudt. - vergunningsplichtige ambachtelijke en/of commerciële activiteiten uit te voeren op het terrein. - brandbare of explosieve stoffen op te slaan, huisvuil, afvalstoffen, oud ijzer of schroot, autowrakken, autobanden, accu s, afgedankte goederen van welke aard ook op geen enkele manier op het terrein op te slaan. - afvalvloeistoffen en hun afgeleiden (olie, accuzuur, motorkoelvloeistoffen, katalysatoren en andere milieubelastende vloeistoffen) op het terrein op te slaan, te laten lekken op het terrein of te laten indringen in het terreinoppervlak. - opstellen van voertuigen voor verkoop en/of het uitstallen van eender welke koopwaar. Indien de gemeente inbreuken in verband met het opslaan van materiaal vaststelt, de gebruiker dit niet op het eerst verzoek verwijdert, dan kan de gemeente de materialen laten verwijderen op kosten van de standplaatshouder, naast een eventuele administratieve sanctie. Artikel 24: elektriciteit Op de standplaatsen moeten alle elektriciteitsaansluitingen en installaties in overeenstemming zijn met de reglementering op elektrische installaties (AREI). Artikel 25: wegen De toegangsweg van het woonwagenterrein behoren tot de openbare weg. Bijgevolg zijn alle verkeersreglementen en politieverordeningen van toepassing. Deze weg dient te allen tijde een doorgang te hebben van 4 meter. Het is niet toegestaan bijkomende doorgangen op het perceel zelf, via naastgelegen percelen of door het wegnemen van taluds, dempen van greppels te creëren. De snelheid van de voertuigen op het terrein is maximum 10 km/uur. Bewoners parkeren op hun standplaats. Bezoekers parkeren op de voorziene parkeerplaatsen. Afdeling 4: onderhoud en herstellingen Artikel 26: onderhoud De standplaatshouder onderhoudt zijn toegewezen standplaats, de sanitaire unit en al zijn aanhorigheden, in goede staat. De standplaats en sanitaire unit moeten steeds een ordelijk en hygiënisch voorkomen hebben. De standplaatshouder staat in voor het periodiek ledigen van de septische putten.

10 Alle herstellingen en onderhoud (van ondermeer de elektriciteits- en sanitaire installatie, aflopen en waterleidingen, vervanging van gebroken ruiten, onderhoud van muren, vloer, deur, sloten van de dienstgebouwen, onderhoud van de standplaats en haar omheining, ) zijn ten laste van de standplaatshouder, ook als dit het gevolg is van overmacht of ouderdom. De gemeente staat in voor het onderhoud van de gemeenschappelijke delen van de algemene infrastructuur. Indien schade het gevolg is van een fout of nalatigheid van de standplaatshouder, dan zullen deze gebeuren in opdracht van de gemeente, met verrekening van de kostprijs aan de standplaatshouder. Indien de standplaatshouder niet tijdig de ten zijne/hare laste vallende onderhoudswerken uitvoert, heeft de gemeente, na ingebrekestelling bij aangetekende brief, het recht om deze werken uit te voeren of te laten uitvoeren door een derde voor rekening van de standplaatshouder. De standplaatshouder is gehouden tot terugbetaling aan de gemeente van de gemaakte kosten binnen de maand na facturatie, bij gebreke waaraan het bedrag afgehouden wordt van de waarborg. Is de waarborg ontoereikend dan blijft de standplaatshouder gehouden tot betaling van het resterende saldo. Artikel 27: schade Eenieder die schade berokkent aan gebouwen, wegen, beplantingen, omheiningen of gelijk welke andere voorzieningen behorende tot het woonwagenterrein is verplicht deze schade volledig te vergoeden of deze, mits akkoord en onder toezicht van de gemeente, onmiddellijk te (laten) herstellen. Artikel 28: huisvuil De standplaatshouder zal de standplaats en de gemene delen van het terrein steeds in een reine staat houden. Voor de ophaling van het huisvuil schikken ze zich naar de geldende reglementaire bepalingen en richtlijnen van IBOGEM. Hoofdstuk V: einde ingebruikname Artikel 29: einde van de gebruiksovereenkomst De gebruiksovereenkomst is van onbepaalde duur. Beide partijen kunnen evenwel ten allen tijde een einde aan de overeenkomst stellen. Ten laatste tegen het einde van de opzeggingstermijn dient de standplaatshouder de standplaats te ontruimen en de sanitaire unit grondig te reinigen, en de sleutels terug te bezorgen aan de terreinbeheerder op de afgesproken datum en uur van de tegensprekelijke uittredende plaatsbeschrijving.. 1. : op initiatief van de standplaatshouder Bij beëindiging van het gebruik wordt door de standplaatshouder volgende procedure in acht genomen: - Ten minste één maand voor de beëindiging van het gebruik, wordt de opzeg per aangetekend schrijven opgestuurd of tegen ontvangstbewijs afgegeven aan het college van burgemeester en schepenen. De opzeg gaat in de eerste van de volgende maand en de opzegperiode bedraagt 1 maand. - De standplaatshouder moet ervoor zorgen dat de standplaats en haar voorzieningen zich bevinden in de oorspronkelijke staat conform de intredende plaatsbeschrijving bij de aanvang van het gebruik. Het terugbrengen van de standplaats in de oorspronkelijke toestand gebeurt op kosten van de standplaatshouder en zonder recht op enige vergoeding.

11 - Een uittredende plaatsbeschrijving wordt opgemaakt door een aangestelde van de gemeente in het bijzijn van de standplaatshouder. De plaatsbeschrijving wordt gedagtekend, opgesteld in zoveel originele exemplaren als er partijen zijn en wordt voor akkoord door elke partij ondertekend. Elke partij ontvangt een origineel van de plaatsbeschrijving. Indien de standplaatshouder die de standplaats zal verlaten, na een tweede en schriftelijke afspraak niet aanwezig is voor de plaatsbeschrijving, wordt de standplaatshouder geacht akkoord te zijn met de plaatsbeschrijving. - De aansluitingen van de nutsvoorzieningen worden overgedragen aan de volgende standplaatshouder of de gemeente. - De standplaatshouder zal de sleutels van het nutsgebouw aan de terreinbeheerder bezorgen.. 2. : op initiatief van de gemeente Beveren De gemeente beschikt eveneens over de mogelijkheid tot opzeg, met dien verstande dat de opzeggingstermijn minstens drie maanden zal bedragen. De gebruiksovereenkomst kan worden opgezegd in volgende gevallen: - ingeval de standplaatshouder de standplaats niet inneemt binnen de vooropgestelde termijn. - ingeval de standplaatshouder zijn hoofdverblijfplaats elders heeft of wijzigt naar een ander adres dan zijn standplaats. - ingeval de standplaatshouder op een ander gemeentelijk woonwagenterrein, ingericht voor sedentair wonen, een standplaats toegewezen kreeg. - ingeval de standplaats gebruikt wordt als louter domicilieadres en niet gebruikt wordt als hoofdverblijfplaats. - ingeval de standplaatshouder ambtshalve wordt geschrapt uit het bevolkingsregister of er een voorstel tot ambtshalve schrapping loopt. - ingeval de standplaatshouder meer dan 120 dagen van een jaar afwezig is op de standplaats. Tijdelijke opname in een ziekenhuis of revalidatiecentrum valt hier niet onder. - ingeval de standplaatshouder binnen de opgelegde termijn de aanbevelingen van de gemeente in verband met de veiligheid en leefbaarheid op het terrein niet opvolgt. - ingeval van overlijden of vertrek van de partner, zal de overeenkomst opgezegd worden jegens de andere partner-gebruiker indien deze niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in het reglement. - ingeval noodzakelijke werken moeten worden uitgevoerd die een verblijf op de standplaats onmogelijk maken. - ingeval de woonwagen niet voldoet aan de stedenbouwkundige bepalingen. - ingeval een betalingsachterstand van 6 maanden. - ingeval de standplaatshouder of een gezinslid in de loop van deze gebruiksovereenkomst het exclusieve, vrije en onverdeelde genot van een onroerend goed verwerft. Bij verwerving van een woning bedraagt de opzeggingstermijn zes maanden. Als de verwerving kosteloos gebeurt, moet al naargelang het geval de woning of het vruchtgebruik ervan vervreemd worden binnen het jaar na de verwerving. Zo niet wordt de

12 gebruiksovereenkomst opgezegd. Bij verwerving van een bouwperceel bedraagt de opzeggingstermijn vijf jaar. Als de verwerving kosteloos gebeurt, moet al naargelang het geval het perceel dat bestemd is voor woningbouw of het vruchtgebruik ervan, vervreemd worden binnen vijf jaar na de verwerving. Zo niet wordt de gebruiksovereenkomst opgezegd. - ingeval de standplaatshouder, zijn gezinsleden of bezoekers een inbreuk plegen op de voorschriften van het reglement met betrekking tot de bewoning van het stedelijke woonwagenterrein, onverminderd het recht van de gemeente om schadevergoeding te eisen. - ingeval een ernstige inbreuk op één van de andere verplichtingen voortvloeiend uit de gebruiksovereenkomst. De vaststelling van wijziging van hoofdverblijfplaats of langdurige afwezigheid of fictieve bewoning, gebeurt door de politie, de bevolkingsdienst of de terreinbeheerder en verloopt met inachtname van de wettelijke voorschriften. Hoofdstuk VI: Slotbepalingen Artikel 30: sancties Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen geen andere straffen opleggen, worden inbreuken op artikelen van deze verordening bestraft met administratieve sancties, zoals bepaald door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. De genoemde sancties doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van de burgemeester om een politiemaatregel te nemen op grond van de Nieuwe Gemeentewet en het gemeentedecreet wanneer de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er openbare overlast is. Artikel 31: bekendmaking en inwerkingtreding reglement Dit treedt in werking op # en wordt bekendgemaakt in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet.