Reglement met betrekking tot de bewoning van het stedelijke woonwagenterrein Vosmeers te Gent

Transcriptie

1 Departement Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Openbaar Domein Dienst Wonen Reglement met betrekking tot de bewoning van het stedelijke woonwagenterrein Vosmeers te Gent Goedgekeurd in de gemeenteraad van 9 januari 2013 Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Afdeling 1: definities Artikel 1: definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Residentieel woonwagenterrein Een residentieel woonwagenterrein voor woonwagenbewoners is een terrein bestemd en ingericht voor het sedentair wonen in residentiële woonwagens. Het is niet toegestaan op dit terrein vergunningsplichtige ambachtelijke en/of commerciële activiteiten te ontwikkelen daar deze strijdig zijn met de heersende milieuwetgeving en stedenbouwkundige bepalingen. Standplaats Een standplaats is een afgebakende, genummerde ruimte op het residentiële woonwagenterrein, bedoeld om er één woonwagen op te plaatsen. Per standplaats is er een vaste sanitaire unit voorzien. die eigendom is van de Stad Gent. Woonwagenbewoner Een woonwagenbewoner is een persoon die legaal in België verblijft en die naar traditie woont of woonde in een woonwagen, of van wie de ouders dat deden, met uitzondering van bewoners van campings of gebieden met weekendverblijven. Residentiële woonwagen Een residentiële woonwagen is een woongelegenheid, gekenmerkt door flexibiliteit en verplaatsbaarheid, bestemd voor permanente en niet-recreatieve bewoning. De inrichting is niet gefundeerd of verankerd in de grond, met uitzondering van de nutsleidingen (riolering, water, gas, kabel, telefoon, e.a.). Een ongewapende vloerplaat wordt niet beschouwd als fundering. De inrichting steunt op de grondoppervlakte door middel van wielen, wegneembare steunstukken, vijzels of steunpunten. Een aanbouw is een constructie die bouwtechnisch aansluit op de woonwagen en als aanvullend woongedeelte dient. Een bijgebouw is een constructie die niet aangehecht is aan de woonwagen en dienstig is als bergruimte of dierenverblijf en niet bestemd is voor bewoning. De woonwagen en aanbouw kan verplaatst worden na loskoppeling van de nutsleidingen en dit binnen de 24 u. 1

2 . Aanvrager De aanvrager is de persoon die voor zichzelf en zijn gezin een aanvraag voor een standplaats op het residentiële woonwagenterrein indient. Toewijzing De toewijzing is de eenzijdige en voorwaardelijke toestemming om een standplaats op het residentiële woonwagenterrein te gebruiken. Standplaatshouder(s) De standplaatshouder(s) is (zijn) de persoon (personen) aan wie een standplaats werd toegewezen. Gezinsleden De gezinsleden zijn de personen die op een duurzame wijze samenwonen en eenzelfde hoofdverblijfplaats hebben. Terreinbeheerder De terreinbeheerder is een personeelslid van de stad Gent, aangesteld door het college van burgemeester en schepenen als contactpersoon en coördinator voor het beheer van het woonwagenterrein. Gebruiksvergoeding De gebruiksvergoeding is de maandelijkse vergoeding voor het gebruik van een standplaats, te betalen door de standplaatshouder aan de stad. Afdeling 2: toepassingsgebied Artikel 2: locatie De Stad Gent stelt een residentieel woonwagenterrein ter beschikking voor residentiële woonwagenbewoners. Het terrein wordt hierna terrein Vosmeers genoemd. Dit terrein is gelegen ter hoogte Corneel Heymanslaan en Ottergemsesteenweg te 9000 Gent. Het terrein telt 27 standplaatsen. Het terrein behoort in zijn geheel tot het openbaar domein. Artikel 3: geldende reglementen Dit reglement en het politiereglement m.b.t. de handhaving van de openbare orde, veiligheid en hygiëne zijn van toepassing op het terrein Vosmeers. Wie gebruik maakt van een standplaats op het residentieel woonwagenterrein onderschrijft stilzwijgend dit reglement. Hoofdstuk II: Aanvraag en toewijzing van standplaatsen 2

3 Afdeling 1: aanvraag Artikel 4: inschrijvingsvoorwaarden, aanvraag en inschrijvingsregister Een persoon die met zijn gezin een standplaats op het woonwagenterrein wenst in te nemen, met de bedoeling er zijn hoofdverblijfplaats te vestigen, moet een aanvraag indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Voorwaarden waaraan de aanvrager en zijn gezin moeten voldoen: - De aanvrager moet meerderjarig zijn en beantwoorden aan de definitie van woonwagenbewoner. - De aanvrager en zijn gezinsleden, mogen geen onroerend goed in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben. Dit dient bewezen met een uittreksel uit het kadaster. De aanvraag De aanvrager dient een aanvraag per aangetekend schrijven op te sturen of tegen ontvangstbewijs in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag vermeldt de gezinssamenstelling van de aanvrager. De aanvraag moet bij elke gezinswijziging vernieuwd worden zonder verlies van rechten. Dit moet gebeuren binnen de 2 maanden na de gezinswijziging. Bij gebreke hiervan kan de aanvraag als ongeldig verklaard worden. De aanvraag geldt voor de aanvrager en zijn samenwonende partner. De aanvrager heeft inzage van zijn inschrijving in het inschrijvingsregister, zonder persoonsgebonden gegevens. Het ingeschreven zijn in het register geeft geen toelating om een plaats in te nemen op het woonwagenterrein. De aanvrager ontvangt een bericht van inschrijving in het register of van de weigering van inschrijving. Bij scheiding of wijziging van de gezinssamenstelling beslissen de aanvrager en de op het ogenblik van de aanvraag samenwonende partner voor wie de aanvraag blijft gelden. De aanvraag kan op schriftelijk verzoek van de aanvrager geschrapt worden. Het inschrijvingsregister De ontvankelijke aanvragen worden in een genummerd en gedateerd register ingeschreven, in chronologische volgorde, op basis van de datum van de poststempel of de datum van ontvangstbewijs. Het register vermeldt de identiteit van de aanvrager en van diens gezinsleden. Actualisatie inschrijvingsregister Het inschrijvingsregister kan door het College van Burgemeester en Schepenen worden geactualiseerd. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de aanvrager verzoeken zijn aanvraag tot standplaats te bevestigen. De aanvrager moet aantonen dat de aanvrager en zijn gezinsleden nog steeds aan de inschrijvingsvoorwaarden voldoen zoniet wordt hij geschrapt uit het register. 3

4 De aanvrager wordt aangetekend aangeschreven op zijn laatst gekende woonplaats zoals vermeld in het rijksregister, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden. Bij het onbestelbaar terugkeren van de brief, wordt de aanvrager uit het inschrijvingsregister geschrapt. Indien binnen de 6 weken na postdatum van de aangetekende zending geen bevestiging van de aanvraag komt, wordt de aanvrager uit het register geschrapt. Afdeling 2: procedure en criteria van toewijzing van de standplaats Artikel 5: procedure van toewijzing en gebruik van de standplaats De standplaatsen op terrein Vosmeers worden voor onbepaalde duur door het college van burgemeester en schepenen toegewezen na schriftelijk advies van de dienst Wonen. Een standplaats wordt toegewezen aan de aanvrager en zijn gezinsleden. Deze standplaatsen zijn bestemd voor het verblijf in een residentiële woonwagen die voortdurend en uitsluitend als woning wordt gebruikt of daartoe bestemd is. Het is verboden de standplaatsen en accommodatie op het terrein voor andere doeleinden (zie artikel 1 definitie woonwagenterrein) te gebruiken dan die waarvoor ze bestemd zijn. Artikel 6: toewijzingscriteria Principe De standplaats wordt door het College van Burgemeester en Schepenen toegewezen aan de aanvrager volgens de chronologische volgorde van de inschrijvingen in het register van de aanvragen. De aanvrager en zijn gezin moeten op het ogenblik van de toewijzing voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden. De Dienst Wonen verleent betreffende de toewijzing advies aan het College van Burgemeester en Schepenen. Voorrangsregels Van de chronologische toewijzing kan, op basis van een sociaal verslag opgemaakt door de Dienst Wonen worden afgeweken in volgende gevallen. Voorrang kan verleend worden aan: - kinderen van bewoners van het terrein Vosmeers die op datum van aanvraag jonger zijn dan 25 jaar én die vóór de leeftijd van 18 jaar meer dan 5 jaar in een woonwagen op het woonwagenterrein Vosmeers woonden. - aanvragers in bijzondere sociale omstandigheden. Weigeringsgronden Het bestuur kan geen standplaats toewijzen: - wanneer de interne relaties of de verstandhouding tussen de bewoners van het woonwagenterrein door die bepaalde toewijzing zouden kunnen verstoord worden De kandidaat-gebruiker wordt niet geschrapt uit het inschrijvingsregister. - wanneer de aanvrager in het verleden, al dan niet al kandidaat in het inschrijvingsregister, zonder toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen, gebruik maakte van 4

5 een perceel op het woonwagenterrein Vosmeers. Vanaf de einddatum van overtreding tot 5 jaar later, zal betrokkene als sanctie geen toewijzing voor een perceel verkrijgen, tenzij er geen andere kandidaat-gebruikers meer in het inschrijvingsregister zijn ingeschreven. Hij wordt niet geschrapt uit het inschrijvingsregister. - wanneer de aanvrager of zijn partner eerder al op het terrein een standplaats heeft bekomen maar wiens standplaats werd opgezegd wegens inbreuken op het reglement, zoals bepaald in artikel 34. Een toewijzing wordt hem ontzegd voor een periode van 5 jaar te rekenen vanaf de nieuwe inschrijvingsdatum in het register, tenzij er geen andere kandidaat-gebruikers meer in het inschrijvingsregister zijn ingeschreven. - wanneer de aanvrager nog een schuld te vereffenen heeft aan het stadsbestuur uit hoofde van achterstallige standplaatsrechten of huurschulden. De toewijzing kan niet worden geweigerd als de aanvrager tot een collectieve schuldenregeling in overeenstemming met de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling is toegelaten of in budgetbeheer of budgetbegeleiding bij een OCMW of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling is. De toewijzing of weigering wordt per aangetekend schrijven aan de aanvrager gemeld. Artikel 7: weigering van de toewijzing door de aanvrager De aanvrager kan eenmaal een toegewezen standplaats weigeren. Deze weigering moet schriftelijk worden meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen. Bij een tweede weigering van een toegewezen standplaats wordt de aanvrager uit het inschrijvingsregister geschrapt. Een nieuwe aanvraag is noodzakelijk om terug in het inschrijvingsregister te komen. Indien de aanvrager niet schriftelijk reageert binnen de 14 dagen na verzenden van de toewijzingsbrief, dan wordt dit aanzien als een weigering. Bij het onbestelbaar terugkeren van de brief bij het aanbod van een standplaats, wordt de aanvrager uit het inschrijvingsregister geschrapt op voorwaarde dat de Stad Gent de brief verzendt naar het laatst bekende adres dat in het rijksregister is opgenomen, tenzij de aanvrager uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden. Hoofdstuk III: inname standplaatsen Afdeling 1: opmaken gebruiksovereenkomst en plaatsbeschrijving Artikel 8: voorwaarden ingebruikname Alvorens de standplaatshouder de standplaats betrekt: - wordt een gebruiksovereenkomst opgesteld; - heeft de standplaatshouder de waarborg en de gebruiksvergoeding voor de eerste maand gebruik betaald; - wordt een plaatsbeschrijving van de standplaats en toebehoren in aanwezigheid van een personeelslid van of een aangestelde door de Stad Gent en de standplaatshouder opgemaakt. 5

6 De plaatsbeschrijving wordt gedagtekend, opgesteld in zoveel originele exemplaren als er partijen zijn en door alle partijen voor akkoord ondertekend. Elke partij ontvangt een origineel van de plaatsbeschrijving. De kosten van de plaatsbeschrijving worden onder partijen bij helften verdeeld. Daarna ontvangt de standplaatshouder, in afspraak met de terreinbeheerder, de sleutels van de sanitaire unit tegen ontvangstbewijs. Wordt aan deze formaliteiten niet voldaan binnen de drie weken na de betekening van de toewijzing van een standplaats, dan vervalt de toewijzing en wordt de aanvrager geschrapt uit het inschrijvingsregister. Indien anders beslist is door het College van Burgemeester en Schepenen of in uitzonderlijke situaties kan hiervan afgeweken worden. Afdeling 2: inname Artikel 9: termijn inname De standplaats moet door de standplaatshouder worden ingenomen en worden bewoond als hoofdverblijfplaats uiterlijk 2 maanden na ontvangst van de sleutels van de sanitaire unit. Het niet innemen van de standplaats binnen de vooropgestelde termijn, wordt beschouwd als een weigering en geeft de stad het recht de standplaats op te zeggen (zie artikel 34). Artikel 10: inschrijving in het bevolkingsregister De standplaatshouder en zijn gezin, aan wie het College van Burgemeester en Schepenen een toewijzing verleende, moet zich op de bevolkingsdienst van de gemeente laten inschrijven als hebbende er zijn hoofdverblijfplaats binnen de 8 dagen na bewoning van de standplaats. Artikel 11: overlijden van de standplaatshouder Bij overlijden van de standplaatshouder wordt de gedomicilieerde en inwonende partner de standplaatshouder van het perceel op voorwaarde dat: - hij/zij de wettelijk samenwonende of gehuwde partner op het ogenblik van overlijden van de standplaatshouder is - en dat hij/zij meerderjarig is, beantwoordt aan de definitie van woonwagenbewoner en geen onroerend goed in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft. Indien er geen wettelijke samenwonende of gehuwde partner is, kunnen de rechten van de standplaatshouder overgaan op een op dat ogenblik meerderjarig gezinslid, op voorwaarde dat: - dit gezinslid de laatste 3 jaar ononderbroken heeft samengewoond en gedomicilieerd is op de standplaats van de overleden standplaatshouder - en dat hij/zij beantwoordt aan de definitie van woonwagenbewoner en geen onroerend goed in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft. Voldoet de partner/het gezinslid niet aan deze voorwaarden, dan zal de gebruiksovereenkomst voor de standplaats door de Stad Gent opgezegd worden. 6

7 Het college van burgemeester en schepenen kan op basis van een gemotiveerd sociaal verslag opgemaakt door de Dienst Wonen hierop steeds een afwijking toestaan. Artikel 12: vertrek standplaatshouder Bij vertrek van de standplaatshouder kan de partner die meerderjarig is, beantwoordt aan de definitie van woonwagenbewoner en geen onroerend goed in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft, de standplaats alleen blijven gebruiken. Voldoet de partner-gebruiker niet aan deze voorwaarden, dan zal de gebruiksovereenkomst voor de standplaats door de Stad Gent opgezegd worden. Artikel 13: verbod ter beschikking stellen van of onderverhuren van standplaats De standplaatshouder mag de standplaats niet ruilen, niet ter beschikking stellen van of onderverhuren aan iemand anders, noch aan derden zijn gebruiksrecht geheel of gedeeltelijk afstaan. Met een voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van de Dienst Wonen mogen bezoekers met een verkeerswaardige woonwagen maximaal 1 maand op een standplaats blijven. Hoofdstuk IV: Gebruik en beheer van de standplaats Afdeling 1: inrichting van de standplaats Artikel 14: infrastructuur standplaats Het terrein Vosmeers behoort tot het openbare domein, doch het gebruik van de toegewezen standplaatsen heeft een privaat karakter. Elke standplaats is voorzien van een sanitaire unit met de nodige voorzieningen voor de standplaatshouder en zijn gezin. De leefbaarheid, veiligheid en goede ordening van de standplaats dienen steeds gevrijwaard te blijven. Zonder schriftelijke toelating van het College van Burgemeester en Schepenen mag er niets gewijzigd worden aan de infrastructuur van de standplaatsen en nutsvoorzieningen en hun bestemming. Wijzigingen, waarvoor een schriftelijke toelating werd gegeven en die bij het verlaten van de standplaats niet moeten hersteld worden in de oorspronkelijke toestand, worden uitdrukkelijk genoteerd op het document van de plaatsbeschrijving, maar geven geen recht op vergoeding, tenzij het College van Burgemeester en Schepenen anders beslist heeft. Als de standplaatshouder zonder toestemming veranderingen aanbrengt aan de standplaats of aanhorigheden, heeft de stad het recht te eisen dat alles onmiddellijk in de oorspronkelijke staat wordt hersteld. Artikel 15: recht op bezichtiging van de standplaats 7

8 Vaststellingen op het terrein kunnen te allen tijde gebeuren door de terreinbeheerder en door de politiediensten. De Stad Gent heeft het recht de standplaats te betreden om de staat van bevinding van het terrein en de sanitaire unit op te nemen, als ze dat vooraf schriftelijk hebben aangekondigd of de mondelinge toestemming hebben van de standplaatshouder. De standplaatshouder moet de door de stad aangestelde persoon in staat stellen om op de afgesproken datum en uur de standplaats te inspecteren. De terreinbeheerder wordt gecontacteerd volgens de richtlijnen van Dienst Wonen Artikel 16: plaatsing van de residentiële woonwagen Op de standplaats kan één woonwagen worden geplaatst die voldoet aan de definitie vastgelegd in artikel 1. De residentiële woonwagen heeft 1 bouwlaag, is maximum 4.5 m hoog, gemeten vanaf de vloerpas van de sanitaire unit van het betreffende perceel en is maximum 75 m² groot, aanbouw en bijgebouw inbegrepen, sanitaire unit niet inbegrepen. De afstand van de woonwagen t.o.v. de grens van de standplaats bedraagt minimum 2 meter. De afstand ten opzichte van andere constructies op de standplaats, met uitzondering van de aanbouw aan de residentiële woonwagen, bedraagt minimum 1 meter. Huidige standplaatshouders wiens constructies de 75 m² overschrijden op datum van 1 december 2012 zijn niet gehouden aan de maximale afmeting zoals gesteld in dit artikel, voor zover ze voldoen aan de bepalingen in dit reglement wat afstand ten opzichte van de perceelsgrens en onderlinge constructies betreft. Indien er wijzigingen aangebracht worden aan de constructies, verbindt de gebruiker zich te schikken naar de groottenorm bebouwing van 75mé. Gebruiksovereenkomsten afgesloten na 1 december 2012 kunnen zich niet beroepen op voornoemde afwijking. Het is uitdrukkelijk verboden: - met luifels en lichte constructies, het sanitaire blok te verbinden met de woonwagen. - een bijgebouw of aanbouw te plaatsen aan het sanitaire blok. Artikel 17: beplanting en omheining Op de standplaats mag een beplanting worden aangebracht die geen hinder voor de buren veroorzaakt. De omheining van de standplaats mag uitsluitend bestaan uit levende hagen en/of een kwalitatieve open houten of paal en draad afsluiting van maximum 1,5 m hoog. De standplaatshouder onderhoudt zijn beplanting en omheining. Artikel 18: grondverhardingen op de staanplaatsen 8

9 De bestaande grondverhardingen mogen niet gewijzigd worden. Er mag geen grondverharding toegevoegd worden, met uitzondering van een ongewapende vloerplaat onder de woonwagen. Afdeling 2: vergoedingen voor de standplaatsen Artikel 19: gebruiksvergoeding Voor het gebruik van een standplaats zal de standplaatshouder aan de stad Gent maandelijks een gebruiksvergoeding betalen. Deze gebruiksvergoeding is bij de aanvang van de gebruiksovereenkomst gelijk aan de basisvergoeding. De basisvergoeding Deze bedraagt op 1 maart ,00 euro per jaar, verzekering sanitaire unit inbegrepen, en wordt jaarlijks geïndexeerd op 1 maart van elk jaar op basis van de gezondheidsindex (basis 2004) en wordt berekend volgens de volgende formule: 1.020,00 euro x nieuw indexcijfer aanvangsindexcijfer waarbij het nieuw indexcijfer: het indexcijfer van de maand voorafgaand aan de verjaardag van de inwerkingtreding van dit reglement; het aanvangsindexcijfer: het indexcijfer van de maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit reglement, zijnde... De individuele gebruiksvergoeding De op deze wijze bekomen basis-gebruiksvergoeding zal in de individuele gebruiksovereenkomsten worden opgenomen als zijnde de basisvergoeding. De individuele gebruiksvergoeding zal per individuele gebruiksovereenkomst jaarlijks worden geïndexeerd op de verjaardag van de inwerkingtreding ervan. De gebruiksvergoeding moet ten laatste de tiende dag van de maand waarop hij betrekking heeft, worden betaald door storting of overschrijving op rekeningnummer IBAN BE (BIC GKCCBEBB) op naam van stad Gent, dienst Vastgoedbeheer, met de opgegeven gestructureerde mededeling. Ingeval van laattijdige betaling zal er van rechtswege en zonder ingebrekestelling op voormelde vergoeding een verwijlintrest tegen de wettelijke intrestvoet verschuldigd zijn. Artikel 20: waarborg 9

10 Voor ondertekening van de gebruiksovereenkomst stort de standplaatshouder een waarborg voor een bedrag gelijk aan twee maanden gebruiksvergoeding op een geïndividualiseerde geblokkeerde waarborgrekening. Bij het beëindigen van de ingebruikneming van de standplaats zal deze waarborg, vermeerderd met de intresten, vrijgegeven worden wanneer de standplaatshouder de standplaats en de bijbehorende voorzieningen aflevert in een goede staat. De staat van de standplaats wordt bevestigd door een tegensprekelijke staat van bevinding (cf. artikel 8). Eventueel verschuldigde kosten voor herstellingen, achterstallige vergoedingen of schadevergoedingen, worden bij voorrang van deze waarborg afgetrokken. Artikel 21: voorzieningen De kosten van aansluiting, abonnement en verbruik van water, elektriciteit, gas en andere openbare nutsvoorzieningen vallen ten laste van de standplaatshouder van de standplaats. Het is verboden om via waterslangen, leidingen, kabels en dergelijke gebruik te maken van de nutsvoorzieningen van een andere standplaats. Afdeling 3: leefbaarheid, openbare orde en veiligheid Artikel 22: algemeen De standplaatshouder is verantwoordelijk voor het gebruik van het hele terrein en van de toegewezen standplaats in het bijzonder, door zichzelf, zijn gezinsleden en personen op bezoek. Elke gebruiker en zijn bezoekers hebben respect voor de standplaats van de andere gebruikers. De standplaatshouder zorgt ervoor dat de rust, de veiligheid en de gezondheid van de andere bewoners en de omgeving op geen enkel ogenblik wordt gestoord door zichzelf, zijn gezinsleden of bezoekers. In het bijzonder mag het gebruik van geluidsbronnen, zoals bijvoorbeeld motoren, radio's en tv s, niet storend zijn. De aanwijzingen en bevelen van de terreinbeheerder moeten door de standplaatshouder, zijn gezinsleden en bezoekers strikt worden nageleefd. Iedere standplaatshouder moet erop toezien dat zijn bezoekers deze bepaling eveneens eerbiedigen. Huisdieren mogen geen hinder en overlast veroorzaken. Ze verstoren de rust op het terrein niet, de reinheid van het terrein blijft gegarandeerd. Ze hebben een aangepaste huisvesting en worden niet opgehokt in de sanitaire unit. Ze vormen geen gevaar voor de volksgezondheid en brengen de veiligheid van de bewoners niet in gevaar. Honden mogen niet los lopen buiten de standplaatsen. Het is verboden vee, kleinvee en pluimvee te houden. Artikel 23: brandveiligheid en afsluiten brandverzekering De Stad Gent verzekert de sanitaire units tegen brand, bliksem, ontploffing en aanverwante risico s en het verhaal der buren. Daarnaast is het aangewezen dat de standplaatshouder een 10

11 verzekering tegen brand, bliksem, ontploffing en aanverwante risico s van zijn woonwagen en voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid tegen over derden aangaat. De standplaatshouder treft de nodige maatregelen om de standplaatsen en het terrein voor brandgevaar te behoeden. Hierbij wordt verwezen naar de richtlijnen bij brand en gasgeur zoals gevoegd bij dit reglement. Tevens is in de woonwagen een rookmelder verplicht vanaf het betrekken van de woonwagen. Huidige standplaatshouders moeten ten laatste tegen31 mei 2013 een rookmelder geplaatst hebben. Artikel 24: verboden Het is de standplaatshouder en zijn gezinsleden en de bezoekers van het terrein Vosmeers verboden om: - het even welke activiteit uit te oefenen die een risico voor brand inhoudt, - vergunningsplichtige ambachtelijke en/of commerciële activiteiten uit te voeren op het terrein Vosmeers. - brandbare of explosieve stoffen op te slaan, huisvuil, afvalstoffen, oud ijzer of schroot, autowrakken, autobanden, accu s, afgedankte goederen van welke aard ook op geen enkele manier op het terrein op te slaan. - afvalvloeistoffen en hun afgeleiden (olie, accuzuur, motorkoelvloeistoffen, katalysatoren en andere milieubelastende vloeistoffen) op het terrein op te slaan, te laten lekken op het terrein of te laten indringen in het terreinoppervlak. - opstellen van voertuigen voor verkoop en/of het uitstallen van eender welke koopwaar. Indien de Stad Gent inbreuken in verband met het opslaan van materiaal vaststelt, de gebruiker dit niet op het eerst verzoek verwijdert, dan kan de Stad Gent de materialen laten verwijderen op kosten van de standplaatshouder. Artikel 25: elektriciteit Op de standplaatsen moeten alle elektriciteitsaansluitingen en installaties in overeenstemming zijn met de reglementering op elektrische installaties (AREI). De elektrische laagspanningsinstallatie van de woonwagen moet gekeurd zijn door een erkende dienst voor technische controles (EDTC). De standplaatshouder bezorgt het keuringsattest aan de dienst Wonen van de Stad Gent. Artikel 26: vloeistoffen en gassen dienstig voor verwarming- en/of kooktoestellen Standplaatsen die aangesloten zijn op aardgas, zijn verplicht deze energiebron te gebruiken voor verwarming en/of kooktoestellen. 11

12 Standplaatsen die nog niet zijn aangesloten op aardgas, kunnen tot aan het moment van aansluiting gebruik maken van vloeistoffen en gassen dienstig voor verwarming- en/of kooktoestellen. Zodra hun percelen over een aardgasaansluiting beschikken dienen zij ook over te gaan op aardgas. Butaan- of propaangas of stookolie gebruiken is vanaf dan niet langer toegestaan en de recipiënten moeten verwijderd worden. De installatie en opslag van brandstoffen voor huishoudelijk gebruik (verwarming en koken) moet voldoen aan de milieuwetgeving. Huisbrandolieopslag gebeurt in speciaal daarvoor bestemde brandvrije opslagtanks met een maximale inhoud van 1200 liter. Leidingen zijn in aangepaste materialen aangelegd en zijn voorzien van de nodige afsluitkranen en veiligheden. Enkel gasflessen met een daghoeveelheid van 130 kg gas mogen aanwezig zijn op de standplaats. De plaatsing gebeurt in overleg met de terreinbeheerder en wordt vooraf aangevraagd bij de Stad Gent. Het College van Burgemeester en Schepenen kan nadere en beperkende richtlijnen uitvaardigen. Bij inbreuk op dit artikel kan het College van Burgemeester en Schepenen de installatie onmiddellijk ontmantelen op kosten van de eigenaar. Ondergrondse tanks zijn verboden. De opslag van andere brandstoffen zoals benzine, diesel, LPG is verboden. De standplaatshouder bezorgt op vraag van Stad Gent, het attest van keuring van zijn bulkgas-, stookolie- of aardgasinstallatie. Artikel 27: wegen De wegen van het woonwagenterrein behoren tot de openbare weg. Bijgevolg zijn alle verkeersreglementen en politieverordeningen van toepassing. Alle wegen op het terrein, met inbegrip van de toegangswegen, dienen te allen tijde een doorgang te hebben van 4 meter. Het is niet toegestaan bijkomende doorgangen op het perceel zelf, via naastgelegen percelen of door het wegnemen van taluds, dempen van greppels te creëren. De snelheid van de voertuigen op het terrein is maximum 30 km/uur. Afdeling 4: onderhoud en herstellingen Artikel 28: onderhoud De standplaatshouder onderhoudt zijn toegewezen standplaats, de sanitaire unit en al zijn aanhorigheden, in goede staat. De standplaats en sanitaire unit moeten steeds een ordelijk en hygiënisch voorkomen hebben. De standplaatshouder neemt alle mogelijke voorzorgen om schade door vorst, storm of andere natuurelementen te voorkomen. Hij reinigt de aflopen en de platte daken en zorgt ervoor dat de toegangsdeur van de sanitaire unit niet beschadigd kan worden door wind of storm. De Stad Gent staat in voor het periodiek ledigen van de gemeenschappelijke septische putten. Artikel 29: herstellingen ten laste van de standplaatshouder 12

13 De standplaatshouder is gehouden tot het onderhoud van de standplaatsen en aanhorigheden en de herstellingen met uitzondering van deze die conform artikel 30 ten laste van de stad vallen of zich voordoen ten gevolge van ouderdom of overmacht. Indien de standplaatshouder niet tijdig de ten zijne/hare laste vallende onderhoudswerken uitvoert, heeft de stad, na ingebrekestelling bij aangetekende brief, het recht om deze werken uit te voeren of te laten uitvoeren door een derde voor rekening van de standplaatshouder. De standplaatshouder is gehouden tot terugbetaling aan de stad van de gemaakte kosten binnen de maand na facturatie, bij gebreke waaraan het bedrag afgehouden wordt van de waarborg. Is de waarborg ontoereikend dan blijft de standplaatshouder gehouden tot betaling van het resterende saldo. Artikel 30: herstellingen door de stad Herstellingen aan de standplaats, de sanitaire units en de algemene infrastructuur vallen ten laste van de stad wanneer deze naar analogie met de huurwetgeving (artikel 1720 B.W. ) een eigenaarslast uitmaken of een huurderslast betreffen, maar het gevolg zijn van gewone slijtage, ouderdom of overmacht. (artikel 1755 B.W.). Indien deze werken het gevolg zijn van een fout of nalatigheid van de standplaatshouder, dan zullen deze gebeuren in opdracht van de stad, met verrekening van de kostprijs aan de standplaatshouder. De stad staat in voor het onderhoud van de gemeenschappelijke delen van de algemene infrastructuur, de boiler en het ledigen van de septische putten. Indien schade het gevolg is van een fout of nalatigheid van de standplaatshouder, dan zullen deze gebeuren in opdracht van de Stad Gent, met verrekening van de kostprijs aan de standplaatshouder. De standplaatshouder is verplicht de Stad Gent onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke schade die zich voordoet aan de standplaats en/of de aanhorigheden. Onder meer gelet op het openbaar karakter van het terrein, mag het personeel van de Stad Gent zich te allen tijde toegang verschaffen tot het woonwagenterrein teneinde inspecties of werken uit te voeren. Artikel 31: schade Eenieder die schade berokkent aan gebouwen, wegen, beplantingen, omheiningen of gelijk welke andere voorzieningen behorende tot het woonwagenterrein is verplicht deze schade volledig te vergoeden of deze, mits akkoord en onder toezicht van de Stad Gent, onmiddellijk te (laten) herstellen. Artikel 32: huisvuil 13

14 De standplaatshouder zal de standplaats en de gemene delen van het terrein Vosmeers steeds in een reine staat houden. Voor de ophaling van het huisvuil schikken ze zich naar de geldende reglementaire bepalingen (IVAGO). Kosten voor het opruimen door de Stad Gent van zwerfvuil op en rond een standplaats komen ten laste van de standplaatshouder. Hoofdstuk V: einde ingebruikname Artikel 33: einde van de gebruiksovereenkomst De gebruiksovereenkomst is van onbepaalde duur. Beide partijen kunnen evenwel ten allen tijde een einde aan de overeenkomst stellen. Ten laatste tegen het einde van de opzeggingstermijn dient de standplaatshouder de standplaats te ontruimen en de sanitaire unit grondig te reinigen, en de sleutels terug te bezorgen aan de dienst Wonen van de stad Gent op de afgesproken datum en uur van de tegensprekelijke uittredende plaatsbeschrijving.. 1. : op initiatief van de standplaatshouder Bij beëindiging van het gebruik wordt door de standplaatshouder volgende procedure in acht genomen: - Ten minste één maand voor de beëindiging van het gebruik, wordt de opzeg per aangetekend schrijven opgestuurd of tegen ontvangstbewijs afgegeven aan het college van burgemeester en schepenen. De opzeg gaat in de eerste van de volgende maand en de opzegperiode bedraagt 1 maand. - De standplaatshouder moet ervoor zorgen dat de standplaats en haar voorzieningen zich bevinden in de oorspronkelijke staat conform de intredende plaatsbeschrijving bij de aanvang van het gebruik. Het terugbrengen van de standplaats in de oorspronkelijke toestand gebeurt op kosten van de standplaatshouder en zonder recht op enige vergoeding. - Een uittredende plaatsbeschrijving wordt opgemaakt door een aangestelde van de stad Gent in het bijzijn van de standplaatshouder. De plaatsbeschrijving wordt gedagtekend, opgesteld in zoveel originele exemplaren als er partijen zijn en wordt voor akkoord door elke partij ondertekend. Elke partij ontvangt een origineel van de plaatsbeschrijving. Indien de standplaatshouder die de standplaats zal verlaten, na een tweede en schriftelijke afspraak niet aanwezig is voor de plaatsbeschrijving, wordt de standplaatshouder geacht akkoord te zijn met de plaatsbeschrijving. - De aansluitingen van de nutsvoorzieningen worden overgedragen aan de volgende standplaatshouder of de dienst Wonen van de stad Gent. Het bewijs moet hiervoor worden afgegeven bij de dienst Wonen van de stad Gent. - De standplaatshouder zal de sleutels van het nutsgebouw aan de dienst Wonen van de stad Gent bezorgen.. 2. : op initiatief van de stad Gent De stad Gent beschikt eveneens over de mogelijkheid tot opzeg, met dien verstande dat de opzeggingstermijn minstens drie maanden zal bedragen. 14

15 De gebruiksovereenkomst kan worden opgezegd in volgende gevallen: - ingeval de standplaatshouder de standplaats niet inneemt binnen de vooropgestelde termijn. - ingeval de standplaatshouder zijn hoofdverblijfplaats elders heeft of wijzigt naar een ander adres dan zijn standplaats. - ingeval de standplaatshouder op een ander gemeentelijk woonwagenterrein, ingericht voor sedentair wonen, een standplaats toegewezen kreeg. - ingeval de standplaats gebruikt wordt als louter domicilieadres en niet gebruikt wordt als hoofdverblijfplaats. - ingeval de standplaatshouder ambtshalve wordt geschrapt uit het bevolkingsregister of er een voorstel tot ambtshalve schrapping loopt. - ingeval de standplaatshouder meer dan 120 dagen van een jaar afwezig is op de standplaats. Tijdelijke opname in een ziekenhuis of revalidatiecentrum valt hier niet onder. - ingeval de standplaatshouder binnen de opgelegde termijn de aanbevelingen van de stad in verband met de veiligheid en leefbaarheid op het terrein niet opvolgt - ingeval van overlijden of vertrek van de partner, zal de overeenkomst opgezegd worden jegens de andere partner-gebruiker indien deze niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in het reglement in artikel 11 (overlijden) en artikel 12 (vertrek).. - ingeval noodzakelijke werken moeten worden uitgevoerd die een verblijf op de standplaats onmogelijk maken. - ingeval de woonwagen niet voldoet aan de stedenbouwkundige bepalingen. - ingeval de standplaatshouder of een gezinslid in de loop van deze gebruiksovereenkomst het exclusieve, vrije en onverdeelde genot van een onroerend goed verwerft. Bij verwerving van een woning bedraagt de opzeggingstermijn zes maanden. Als de verwerving kosteloos gebeurt, moet al naargelang het geval de woning of het vruchtgebruik ervan vervreemd worden binnen het jaar na de verwerving. Zoniet wordt de gebruiksovereenkomst opgezegd. Bij verwerving van een bouwperceel bedraagt de opzeggingstermijn vijf jaar. Als de verwerving kosteloos gebeurt, moet al naargelang het geval het perceel dat bestemd is voor woningbouw of het vruchtgebruik ervan, vervreemd worden binnen vijf jaar na de verwerving. Zoniet wordt de gebruiksovereenkomst opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden. - ingeval de standplaatshouder, zijn gezinsleden of bezoekers een inbreuk plegen op de voorschriften van het reglement met betrekking tot de bewoning van het stedelijke woonwagenterrein Vosmeers te Gent, onverminderd het recht van de stad om schadevergoeding te eisen. - ingeval een ernstige inbreuk op één van de andere verplichtingen voortvloeiend uit deze gebruiksovereenkomst. De vaststelling van wijziging van hoofdverblijfplaats of langdurige afwezigheid of fictieve bewoning, gebeurt door de politie, de bevolkingsdienst of de terreinbeheerder. Hoofdstuk VI: Slotbepalingen 15

16 Artikel 34: bekendmaking en inwerkingtreding reglement Dit reglement heft alle voorgaande op en treedt in werking op 1 maart 2013 en wordt bekendgemaakt in overeenstemming met de bepalingen van de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Bijlage : Richtlijnen bij brand en gasgeur voor het woonwagenterrein Vosmeers 16