/1/A4. Datum uitspraak: 24 december 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "/1/A4. Datum uitspraak: 24 december 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:"

Transcriptie

1 Essentie uitspraak: De appellanten betogen dat de veiligheidsrisico's niet op een juiste manier zijn beoordeeld door het college. Zij richten zich op de risicoanalyse en het ontbreken van veiligheidsmaatregelen die hadden moeten worden voorgeschreven volgens appellanten. De Afdeling oordeelt echter dat de risicoanalyse en de verantwoording groepsrisico conform de wettelijke kaders is opgesteld, waarbij per veiligheidsmaatregel is afgewogen in hoeverre deze bijdraagt aan optimalisatie van de veiligheidssituatie ter plaatse. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter/ Raad van State /1/A4. Datum uitspraak: 24 december 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te Hengelo, en anderen, appellanten, en het college van burgemeester en wethouders van Hengelo, verweerder. Procesverloop Bij besluit van 16 april 2012 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V. een vergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor het spoorwegemplacement "Hengelo" aan het Stationsplein 1 te Hengelo. Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. [appellant] en anderen, het college en ProRail hebben daarop hun zienswijze naar voren gebracht. [appellant] en anderen en ProRail hebben nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 juni 2013, waar [appellant] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door A.P.B. Wortelboer, A. van Loon, H. Aalderink en D. Broer, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting ProRail, vertegenwoordigd door mr. J.A.M. van der Velden, advocaat te Breda, T.R. de Groot, J.H. Borghols, M.S. Roover en ing. G.A. Krone, als partij gehoord. Overwegingen Overgangsrecht Wabo 1. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen in de Invoeringswet Wabo, volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding. In deze uitspraak worden dan ook de wetten aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van de Wabo werden gewijzigd. Belanghebbendheid

2 2. Het college en ProRail hebben zich op het standpunt gesteld dat de stichting Stichting Burgerinitiatief No Rail (hierna: de Stichting), behorend tot [appellant] en anderen, geen belanghebbende is Ingevolge artikel 1:2, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ingevolge het derde lid worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen Voor de vraag of een rechtspersoon belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb, is bepalend of de rechtspersoon krachtens zijn statutaire doelstelling en blijkens zijn feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigt Ingevolge artikel 2, eerste lid, van haar statuten heeft de Stichting ten doel: a. het vergroten van de bewustwording van burgers, woonachtig in de regio Hengelo (Overijssel), met betrekking tot de verhoging van het veiligheidsrisico door toenemende goederentransporten over het spoor; b. al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Ingevolge artikel 2, tweede lid, van haar statuten tracht de Stichting haar doel te verwezenlijken door: - het beleggen van voorlichtingsbijeenkomsten; - het in overleg treden met overheden en andere instanties met betrekking tot vorengemeld doel; - en voorts het verrichten van alle handelingen die daartoe bevorderlijk kunnen zijn Aannemelijk is dat de Stichting feitelijke werkzaamheden verricht ter behartiging van het in haar statuten omschreven belang. Haar werkzaamheden bestaan onder meer uit het voeren van overleg met overheden en andere instanties om verhoging van het veiligheidsrisico als gevolg van toenemend goederenverkeer tegen te gaan. Ook het statutaire doel moet zo worden begrepen dat het mede ziet op het tegengaan van voornoemde verhoging van het veiligheidsrisico. Derhalve is de Afdeling van oordeel dat het belang van de Stichting rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken en dat de Stichting belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb. Algemeen toetsingskader 3. Artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. Het tweede lid, aanhef en onder a, bepaalt dat de vergunning in ieder geval wordt geweigerd indien door verlening daarvan niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend. Ingevolge het derde lid worden in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten

3 minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Uit artikel 8.11, tweede en derde lid, volgt dat de vergunning moet worden geweigerd indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt. Bij de toepassing van de hiervoor genoemde bepalingen komt het college een zekere beoordelingsvrijheid toe. Beste beschikbare technieken 4. [appellant] en anderen betogen dat niet de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Daartoe voeren zij aan dat stillere remblokken (zogeheten K- of LL-remblokken) geschikt zijn om de maximale geluidniveaus te beperken, zodat deze als beste beschikbare techniek voorgeschreven hadden moeten worden. [appellant] en anderen voeren verder aan dat het college zich ten onrechte op het standpunt stelt dat het toepassen van het Spoor Staaf Conditionering Systeem (SSCS) een voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare techniek is, omdat het booggeluid daarmee niet wordt opgeheven. Tevens voeren zij in dit verband aan dat het college in de voorschriften had moeten opnemen dat de rijsnelheid in de inrichting maximaal 20 km/uur mag bedragen In de vergunningvoorschriften 2.2 en 2.3 zijn verscheidene geluidreducerende maatregelen voorgeschreven, waaronder toepassing van SSCS voor alle frequent bereden wissels, een beperking van de rangeersnelheid tot gemiddeld 20 km/uur en maximaal 40 km/uur en realisering van een geluidscherm Vooropgesteld zij dat de enkele omstandigheid dat een aanvullende of betere geluidreducerende techniek, zoals de stillere K- en LL-remblokken, bestaat, niet betekent dat met de in de inrichting toegepaste maatregelen niet wordt voldaan aan het vereiste dat de beste beschikbare technieken worden toegepast. Hier komt bij dat wagons met K- remblokken blijkens het deskundigenbericht slechts beperkt beschikbaar zijn en de alternatieve LL-remblokken nog niet zijn vrijgegeven op het Europese railnet. Bovendien heeft ProRail geen zeggenschap over de samenstelling van de treinen van derden die de inrichting aandoen. In het deskundigenbericht is geconcludeerd dat het toepassen van SSCS een effectieve maatregel is om het booggeluid te reduceren en kan worden aangemerkt als beste beschikbare techniek. Wat de rangeersnelheid betreft, is in het deskundigenbericht geconcludeerd dat uit onderzoek van M+P blijkt dat een verlaging van de snelheid tot maximaal 20 km/uur weinig tot geen invloed heeft op de emissie van booggeluid en dat een zodanig lage maximale rijsnelheid onrealistisch is en op operationele problemen stuit. In hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren, ziet de Afdeling geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van deze conclusies in het deskundigenbericht. Hun betoog geeft, gelet hierop, geen grond voor het oordeel dat in de inrichting niet de daarvoor in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Geluidhinder 5. [appellant] en anderen betogen dat het college heeft miskend dat voor een spoorwegemplacement strengere normen, maatregelen, voorschriften en beperkingen moeten gelden dan voor overige bedrijven. Volgens hen blijkt uit een door TNO in september 2002 uitgebracht rapport 'Relaties tussen geluidbelasting en hinder voor industrie- en rangeerterreinen' dat geluid van een spoorwegemplacement als hinderlijker wordt ervaren dan geluid afkomstig van overige bedrijven. Zij voeren voorts aan dat het college ten onrechte niet de cumulatieve geluidbelasting vanwege de inrichting en het doorgaand treinverkeer bij de beoordeling heeft betrokken.

4 5.1. Voor de beoordeling van de door de inrichting veroorzaakte geluidbelasting geldt het onder 3 weergegeven toetsingskader. Bij de invulling van de beoordelingsvrijheid die het ter zake toekomt, heeft het college gebruik gemaakt van de door het college op 10 februari 2009 vastgestelde nota geluid 'Het geluidbeleid van de gemeente Hengelo bij: vergunningen en ontheffingen Wet milieubeheer en APV; hogere waarden Wet geluidhinder; saneringen bestaande woningen' (hierna: de Nota geluid) en de circulaire 'Beoordelingswijze piekgeluiden voor spoorwegemplacementen' van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Stc. 27 januari 2004, nr. 17, blz. 14; hierna: de Circulaire). In hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het college de Nota geluid en de Circulaire niet in redelijkheid tot uitgangspunt heeft kunnen nemen bij de geluidbeoordeling. De Nota geluid en de Circulaire voorzien niet in een beoordeling van de cumulatieve geluidbelasting vanwege de inrichting en het doorgaand treinverkeer, zoals bepleit door [appellant] en anderen. 6. [appellant] en anderen betogen dat in voorschrift 2.1 te hoge grenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau zijn gesteld. Volgens hen heeft het college ten onrechte langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus tot 57 db(a) etmaalwaarde toelaatbaar geacht. [appellant] en anderen voeren aan dat ten hoogste een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 50 db(a) etmaalwaarde had moeten worden toegestaan. Zij betwisten in dit verband dat het geluid van de inrichting wordt gemaskeerd door het geluid van het doorgaand treinverkeer, nu het rangeren van treinen op het emplacement en het passeren van doorgaande treinen niet gelijktijdig plaatsvindt Het college heeft bij de vaststelling van de grenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau de Nota geluid gehanteerd. Op grond van de Nota geluid geldt voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege het emplacement een plafondwaarde, behorend bij het gebiedstype verkeerszone, van 50, 45 en 40 db(a) in onderscheidenlijk de dag-, avond- en nachtperiode. Voor de eerstelijns bebouwing langs het emplacement biedt de Nota geluid de mogelijkheid om de plafondwaarde met maximaal 5 db te verhogen, indien het geluid van doorgaande treinen substantieel hoger is dan het geluid van rangerende treinen op het emplacement. In dat geval zal het geluid van de rangerende treinen volgens de Nota geluid worden gemaskeerd. Voor bestaande bedrijven biedt de Nota geluid voorts de mogelijkheid om, indien met toepassing van de beste beschikbare technieken niet kan worden voldaan aan de plafondwaarde, een hogere geluidbelasting dan de plafondwaarde toe te staan, tot, zo begrijpt de Afdeling de Nota geluid op dit punt, het niveau dat het bedrijf in de reeds vergunde situatie veroorzaakt Het college stelt zich op het standpunt dat de door het doorgaand treinverkeer veroorzaakte geluidbelasting ongeveer 60 db Lden bedraagt, hetgeen blijkens het deskundigenbericht overeen komt met een geluidbelasting van 62 db(a) etmaalwaarde. Dit is volgens het college zodanig hoger dan de door het emplacement veroorzaakte geluidbelasting, dat de plafondwaarde met 5 db kan worden verhoogd. Bij een aantal woningen kan volgens het college niet worden voldaan aan de verhoogde plafondwaarde, maar kan een hogere geluidbelasting tot 57 db(a) etmaalwaarde worden toegestaan, nu daarmee de geluidbelasting die het emplacement in de reeds vergunde situatie ter plaatse van deze woningen veroorzaakt, niet wordt overschreden De Nota geluid vereist voor toepassing van de mogelijkheid om de plafondwaarde met maximaal 5 db te verhogen dat het geluid van het doorgaand treinverkeer substantieel hoger is dan het geluid van de op het emplacement rangerende treinen. In aanmerking genomen dat het om een plafondwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau gaat, kan in de Nota geluid niet de eis worden gelezen dat het rangeren van treinen op het emplacement en het passeren van doorgaande treinen ook gelijktijdig dient plaats te vinden. De Afdeling ziet in hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid met

5 toepassing van de Nota geluid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de in voorschrift 2.1 voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau gestelde grenswaarden toereikend zijn. 7. [appellant] en anderen betogen dat het college ten onrechte geen grenswaarden voor de maximale geluidniveaus heeft gesteld. In verband met piekgeluiden als gevolg van rangeeractiviteiten had in ieder geval de straffactor als bedoeld in de Circulaire toegepast moeten worden, aldus [appellant] en anderen De in de Circulaire gekozen benadering is mede ontleend aan een advies van de Gezondheidsraad over de vereenvoudiging van het Nederlandse stelsel van geluidnormen uit 1997 en een rapport van TNO-PG over de beoordeling van piekgeluiden in de woonomgeving uit Volgens de Circulaire is er een verband tussen het optreden van schrikreacties en de snelheid waarmee geluid in sterkte toeneemt, de zogenoemde stijgsnelheid. Het geluidniveau dat uiteindelijk wordt bereikt, wordt voor het optreden van schrikreacties minder bepalend geacht. Bescherming tegen schrikreacties wordt geboden door het toepassen van een van de stijgsnelheid afhankelijke straffactor op het equivalente geluidniveau voor de betreffende etmaalperiode indien zich geluidgebeurtenissen op het spoorwegemplacement voordoen met een stijgsnelheid groter dan 15 db/s. De aanvaardbaarheid van het equivalente geluidniveau, inclusief straffactor, wordt beoordeeld aan de hand van het daarvoor gehanteerde kader, in dit geval de Nota geluid. Om bescherming tegen slaapverstoring te bieden, wordt in de Circulaire tevens aanbevolen om als eis te hanteren dat het Lnight, zijnde het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau gedurende de nachtperiode binnen woningen, maximaal 25 db(a) bedraagt. Ook op het Lnight dient de straffactor voor de stijgsnelheid op de hiervoor beschreven wijze te worden toegepast. De Circulaire geeft het bevoegd gezag ruimte om toepassing van de straffactor achterwege te laten wanneer de geluidgebeurtenissen, waarbij stijgsnelheden groter dan 15 db/s optreden, naar het oordeel van het bevoegd gezag niet bepalend zijn voor het equivalente geluidniveau. Dit is volgens de Circulaire in het algemeen het geval indien het equivalente geluidniveau zonder deze geluidgebeurtenissen tot 10 db lager is. Voorts kan de omstandigheid dat ter plaatse van het beoordelingspunt naar het oordeel van het bevoegd gezag min of meer identieke geluidgebeurtenissen waarneembaar zijn, afkomstig van een andere bron, eveneens aanleiding geven tot het achterwege laten van toepassing van de straffactor Het college stelt zich op het standpunt dat kan worden afgezien van het stellen van grenswaarden voor maximale geluidniveaus, omdat met toepassing van de Circulaire door het stellen van grenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voldoende bescherming wordt geboden tegen het optreden van schrikreacties veroorzaakt door in de inrichting optredende piekgeluiden. Het college stelt zich op het standpunt dat, hoewel de stijgsnelheid van het rem- en booggeluid groter is dan 15 db/s, er in dit geval geen straffactor hoeft te worden toegepast. De bijdrage van de in de inrichting optredende piekgeluiden aan het equivalente geluidniveau bedraagt volgens het college niet meer dan 3 db en de piekgeluiden zijn voorts niet duidelijk te onderscheiden van het piekgeluid als gevolg van het doorgaand treinverkeer. Het college heeft verder in voorschrift 2.2 een grenswaarde voor het Lnight gesteld van 25 db(a), waaraan volgens het college kan worden voldaan Gelet op de hiervoor gegeven motivering heeft het college in dit geval met toepassing van de Circulaire in redelijkheid kunnen afzien van het stellen van grenswaarden voor maximale geluidniveaus. Hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren geeft evenmin aanleiding voor het oordeel dat het college onder de hiervoor genoemde omstandigheden ten onrechte heeft afgezien van het toepassen van de in de Circulaire bedoelde straffactor.

6 8. [appellant] en anderen betogen dat de vergunningvoorschriften onvoldoende bescherming bieden tegen onaanvaardbare geluidhinder in de tijdelijke situatie dat het geluidscherm nog niet is gerealiseerd. De termijn voor realisering van het scherm had volgens hen in voorschrift 2.3 in ieder geval beperkt moeten worden tot twee jaar Ingevolge voorschrift 2.3 wordt het geluidscherm uiterlijk op 31 december 2014 gerealiseerd. Ingevolge voorschrift 2.4 is op de in dit voorschrift genoemde beoordelingspunten tot het moment dat het geluidscherm is gerealiseerd, de in dit voorschrift genoemde hogere geluidbelasting in afwijking van voorschrift 2.1 toegestaan De voorschriften 2.3 en 2.4 laten onverlet dat moet worden voldaan aan de in voorschrift 2.2 voor het Lnight gestelde grenswaarde van 25 db(a) en dat de in voorschrift 2.2 genoemde geluidreducerende maatregelen moeten worden getroffen. Het college stelt zich op het standpunt dat ook in de situatie dat het geluidscherm nog niet is gerealiseerd aan voorschrift 2.2 kan worden voldaan. Niet gebleken is dat dit standpunt onjuist is. De Afdeling ziet verder geen aanleiding voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid een termijn voor realisering van het geluidscherm heeft kunnen stellen tot uiterlijk 31 december Overigens hebben het college en ProRail ter zitting te kennen gegeven dat het geluidscherm naar verwachting eind 2013 gereed zal zijn. 9. [appellant] en anderen betogen dat de geluidgrenswaarden niet naleefbaar zijn. Daartoe voeren zij aan dat het op 24 juni 2010 uitgebrachte rapport 'Akoestisch onderzoek emplacementen Hengelo (actualisatie 2010)' dat in opdracht van ProRail door TCE/Witteveen + Bos is opgesteld (hierna: het akoestisch rapport), waarvan het college bij de geluidbeoordeling is uitgegaan, op een onjuist uitgangspunt is gebaseerd. Bij de bepaling van de representatieve bedrijfssituatie is in het akoestisch rapport volgens hen ten onrechte uitgegaan van de situatie dat zogenoemde PRIL-maatregelen, maatregelen in het kader van het Project Industrielawaai emplacementen, zijn getroffen In het akoestisch rapport is vermeld dat bij de berekening van de geluidbelasting onder meer rekening is gehouden met PRIL-maatregelen bij het reizigersmaterieel. ProRail heeft ter zitting toegelicht dat deze maatregelen zijn getroffen bij het materieel van de Nederlandse Spoorwegen. Verder is toegelicht dat voor het materieel van andere vervoerders die gebruikmaken van het emplacement, waarbij geen maatregelen zijn getroffen, bij de berekening van de geluidbelasting de feitelijke situatie als uitgangspunt is genomen. Hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren, geeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de in het akoestisch rapport op dit punt gehanteerde uitgangspunten. Trillinghinder 10. [appellant] en anderen betogen dat de trillinghinder in combinatie met de geluidhinder beoordeeld had moeten worden. Het college had volgens hen in dit verband strengere voorschriften aan de vergunning moeten verbinden, in ieder geval wat de toegestane snelheid van de treinen betreft Voor de beoordeling van de door de inrichting veroorzaakte trillinghinder geldt het onder 3 weergegeven toetsingskader. Bij de invulling van de beoordelingsvrijheid die het ter zake toekomt, heeft het college de Meet- en beoordelingsrichtlijn trillingen van de SBR, uitgave augustus 2002, deel B, Hinder voor personen in gebouwen, gehanteerd. Met toepassing van deze richtlijn heeft het college in voorschrift 2.7 grenswaarden voor de door de inrichting veroorzaakte trillinghinder gesteld. Er bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het college deze grenswaarden niet in redelijkheid toereikend heeft

7 kunnen achten ter bescherming tegen onaanvaardbare trillinghinder. Mede in aanmerking genomen hetgeen hierover in het deskundigenbericht is vermeld, is verder aannemelijk dat aan deze grenswaarden kan worden voldaan. Hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren, geeft dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat het college ter zake van trillinghinder nadere voorschriften aan de vergunning had moeten verbinden. Externe veiligheid 11. [appellant] en anderen betogen dat de beoordeling door het college van de veiligheidsrisico s onjuist is. Volgens hen heeft het college zich ten onrechte gebaseerd op het op 11 juni 2010 uitgebrachte rapport 'QRA emplacement Hengelo met SAFETI-NL', dat in opdracht van ProRail door Oranjewoud/Save is opgesteld (hierna: de risicoanalyse). Zij voeren verder aan dat een aantal verdergaande maatregelen en beperkingen had moeten worden voorgeschreven, zoals een ontsporingsgeleiding, een blusvoorziening, een verbod op niet-warme-bleve-vrije treinen en een beperking van stofcategorie D4-treinen Ingevolge artikel 12, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) wordt, indien het bevoegd gezag een besluit als bedoeld in artikel 4, eerste tot en met het vijfde lid, vaststelt, in de motivering van het desbetreffende besluit in elk geval vermeld: a. de aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de desbetreffende inrichting op het tijdstip waarop dat besluit wordt vastgesteld; b. het groepsrisico van de inrichting waarop het besluit betrekking heeft en in een geval als bedoeld in artikel 4, derde lid, tevens de bijdrage van de verandering van de inrichting aan het totale groepsrisico van de inrichting, vergeleken met de kans op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-5 per jaar, met de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-7 per jaar en met de kans op een ongeval met 1000 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-9 per jaar; c. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst; d. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen zware ongevallen in de inrichting waarop dat besluit betrekking heeft, en e. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting waarop dat besluit betrekking heeft, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet In het deskundigenbericht is geconcludeerd dat de risicoanalyse is opgesteld conform de wettelijk voorgeschreven risicomethodiek, dat met de verleende vergunning wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden en dat het groepsrisico afneemt ten opzichte van de eerder vergunde situatie. Verder is geconcludeerd dat op het emplacement een adequate bluswatervoorziening aanwezig is en dat een ontsporingsgeleiding niet aantoonbaar zal leiden tot een afname van het berekende groepsrisico. Tevens is geconcludeerd dat het vergunde aantal wagons geladen met stofcategorie D4 niet leidt tot een situatie die strijd oplevert met het Bevi of het veiligheidsbeleid van de gemeente Hengelo, nu het groepsrisico afneemt ten aanzien van de eerder vergunde situatie. Hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren geeft geen aanleiding deze conclusies in het deskundigenbericht onjuist te achten. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de beoordeling door het college van de veiligheidsrisico s onjuist is.

8 Overige gronden 12. [appellant] en anderen betogen dat het college ten onrechte geen voorschriften aan de vergunning heeft verbonden die nadelige gevolgen van een verschuiving van de activiteiten voorkomen, dan wel beperken Het college heeft ervoor gekozen enige flexibiliteit in de bedrijfsvoering te vergunnen. De inrichting zal bij eventuele wijzigingen moeten voldoen aan de in de voorschriften opgenomen grenswaarden. In hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het college nadere voorschriften aan de vergunning had moeten verbinden. 13. [appellant] en anderen betogen dat de vergunning voor een termijn van maximaal vijf jaar had moeten worden verleend In artikel 8.17 van de Wet milieubeheer is bepaald in welke gevallen een vergunning voor een bepaalde termijn kan worden verleend. Geen van deze gevallen doet zich voor. Reeds hierom heeft het college de vergunning terecht niet voor een bepaalde termijn verleend. Slotoverwegingen 14. Het beroep is ongegrond. 15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: verklaart het beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, voorzitter, en mr. F.C.M.A. Michiels en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.P.J.M. van Grinsven, ambtenaar van staat. De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen. w.g. Van Grinsven ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 24 december

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder. Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: Essentie uitspraak: Bij de ambthalve wijziging van de voorschriften van het LPG-tankstation heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat getoetst moest worden of er op grond van het groepsrisico

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, appellante,

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, appellante, Essentie Uitspraak: Vergunning emplacement terecht door gemeente geweigerd. Weigeringsgronden: 1. toename van het groepsrisico is niet gewenst, mede in relatie tot hetgeen in het beleidsplan ev is vastgelegd;

Nadere informatie

1 van 6 7-11-2011 15:05 i nt deze ui t spr aak Uitspraken Pr ZAAKNUMMER 201008546/1/M1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 2 november 2011 TEGEN het college van gedeputeerde staten van Gelderland PROCEDURESOORT

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111372/1/A4 en 201111372/2/A4

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:2213

ECLI:NL:RVS:2017:2213 ECLI:NL:RVS:2017:2213 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605181/1/A1 Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] ** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats],

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats], Essentie uitspraak: Het college heeft voorschriften in de milieuvergunning opgenomen t.a.v. van het stallen van lege ongereinigde tankwagens terwijl zij niet heeft aangetoond met deze voorschriften het

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Casus: Noot

Essentie uitspraak: Casus: Noot Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155 M en R 2016 afl. 5 Eventuele toekomstige gaswinning hoeft niet te worden betrokken bij de beoordeling of in verband met de exploratieboring een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Instantie Afdeling

Nadere informatie

het college van gedeputeerde staten van Limburg Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming

het college van gedeputeerde staten van Limburg Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming Uitspraak 201403308/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 10 juni 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: het college van gedeputeerde staten van Limburg Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Essentie uitspraak: De jurisprudentie over het begrip "bijgebouw" in de zin van het Bro is niet bepalend voor de uitleg van het Bevi. Een berging valt op zichzelf niet onder de definitie van kwetsbaar

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.

Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Casus en uitspraak: Het betreft hier een situatie waarbij een revisievergunning is verleend

Nadere informatie

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie: deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Uitspraak in Hoofdzaak: Gezien het zwaarwegende belang van externe veiligheid, is het sluiten van het LPG-tankstation uit oogpunt van het plaatsgebonden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BA7586

ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 20-06-2007 Zaaknummer 200606594/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2002:AE9003

ECLI:NL:RVS:2002:AE9003 ECLI:NL:RVS:2002:AE9003 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2002 Datum publicatie 21-10-2002 Zaaknummer 200102167/1 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Bij besluit van 27 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Amstelkwartier tweede fase" vastgesteld.

Bij besluit van 27 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan Amstelkwartier tweede fase vastgesteld. Essentie uitspraak: De Afdeling oordeelt dat overschrijding van de oriëntatiewaarde overeenstemming met het uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening niet per definitie in de weg staat. De oriëntatiewaarde

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is.

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Noot van de commissie: geen. De informatie in dit tekstkader

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:RVS:2013:283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201469/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten,

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten, Essentie uitspraak: Gemeente heeft Ev-aspecten afdoende onderzocht. Noot van de commissie: In de praktijk is er vaak een discussie over de omvang van invloedsgebieden. De gemeente heeft dit probleem voorkomen

Nadere informatie

/1/M1. Datum uitspraak: 5 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

/1/M1. Datum uitspraak: 5 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: Essentie van de uitspraak: Een tuin wordt niet aangemerkt als (beperkt) kwetsbaar object, omdat anders dan in een woning personen daar niet dag en nacht verblijven. Voet- en fietspaden kunnen niet gelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 12-04-2006 Zaaknummer 200503239/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Artikel 12 Bevi niet goed overwegen bij weigering milieubeheervergunning omdat 'invloedsgebied de bestemming woongebied overlapt' Casus en uitspraak: Bij een tankstation is de vergunning

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK E03.96.1157. Datum uitspraak: 6 april 2001. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Champignon Reststoffen Verwerking B.V.",

Nadere informatie

Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 april 2008, beroep ingesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 april 2008, beroep ingesteld. Essentie uitspraak: Verkeersdeelnemers behoeven, conform de 'Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico' niet betrokken te worden bij de berekening van het groepsrisico. Diverse aspecten verantwoordingsplicht

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-02-2013 Datum publicatie 27-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204293/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BK9028

ECLI:NL:RVS:2010:BK9028 ECLI:NL:RVS:2010:BK9028 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-01-2010 Datum publicatie 13-01-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200900320/1/M1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

het college van gedeputeerde staten van Zeeland.

het college van gedeputeerde staten van Zeeland. . Datum uitspraak: 5 augustus 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [appellant A], [appellant B], wonend te [woonplaats], [appellant C], wonend te [woonplaats], [appellant

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

[vergunninghoudster A] en [vergunninghoudster B], beide gevestigd te Weesp, (hierna tezamen en in enkelvoud: vergunninghoudster), appellanten,

[vergunninghoudster A] en [vergunninghoudster B], beide gevestigd te Weesp, (hierna tezamen en in enkelvoud: vergunninghoudster), appellanten, Essentie uitspraak: Het vergunningsvoorschrift waarin wordt gesteld dat binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour geen kwetsbare objecten mogen voorkomen is naar oordeel van de Afdeling in redelijkheid

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/136

Zaaknummer : 2013/136 Zaaknummer : 2013/136 Rechter[s] : mr. van der Spoel Datum : 28 november 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Tilburg Trefwoorden : Afdoening buiten zitting, begeleiding, [instellings] collegegeld,

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806326/1/H1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam

Zaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam Zaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : Assessment, kennen en kunnen, stage Artikelen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1463

ECLI:NL:RVS:2014:1463 ECLI:NL:RVS:2014:1463 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201308905/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn

Nadere informatie

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd. 24-01-2014. Ten noord-westen van de beoogde locatie voor de short stay appartementen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

Noot van de commissie: Een conserverend plan is nadrukkelijk niet altijd een plan waarin niets wijzigt.

Noot van de commissie: Een conserverend plan is nadrukkelijk niet altijd een plan waarin niets wijzigt. Essentie uitspraak: In deze uitspraak speelt het groepsrisico als zodanig geen rol. De uitspraak is interessant omdat de Afdeling hier invulling geeft (zie 2.4.1 en 2.7.1) aan het begrip "conserverend

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 200103469/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: 1. burgemeester-en wethouders van Hengelo, 2. de Staat der Nederlanden en de

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Afwijkende wijze risicobenadering vervoer gevaarlijke stoffen in deze situatie juiste keuze.

Essentie uitspraak: Afwijkende wijze risicobenadering vervoer gevaarlijke stoffen in deze situatie juiste keuze. uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Afwijkende wijze risicobenadering vervoer gevaarlijke stoffen in deze situatie juiste keuze. Noot van de commissie: De gemeente was hier van mening dat de specifieke

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3998

ECLI:NL:RVS:2014:3998 ECLI:NL:RVS:2014:3998 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201403900/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Uitspraken /1/M2

Uitspraken /1/M2 deze uitspraak deze uitspraak Page 1 of 8 Uitspraken ZAAKNUMMER 200909970/1/M2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 2 februari 2011 TEGEN het college van burgemeester en wethouders van Groesbeek PROCEDURESOORT

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY7283

ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-12-2012 Datum publicatie 27-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201208291/1/R1 en 201208291/2/R1

Nadere informatie

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845 Raad vanstate Afdeling bestunrsreclitspraak It ' V GESCAND OP 11 SEP. 2014 Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 1 5 1510 AA OOSTZAAN Gemeente Oostzaan D.itLim Ons mimnicr Uw kenmerk 1 o september 201

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Boxtel

het college van burgemeester en wethouders van Boxtel *201608078/1/A1, 04 oktober 2017, kwetsbaar object Essentie uitspraak: Appellant vindt dat zijn woning ten onrechte is aangemerkt als beperkt kwetsbaar object, omdat er twee woningen binnen de PR10-6 contour

Nadere informatie

[appellante A], [appellante B] en Doe Het Zelf Terneuzen B.V., alle gevestigd te Terneuzen, (hierna: [appellant] e.a.),

[appellante A], [appellante B] en Doe Het Zelf Terneuzen B.V., alle gevestigd te Terneuzen, (hierna: [appellant] e.a.), Essentie uitspraak: Het college heeft kwalitatief, met steun van twee eerdere risicoberekeningen, bepaald dat het groepsrisiconiveau vanwege de komst van een hostel ruimschoots (een factor 8 á 9) onder

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder. Essentie uitspraak: Aanvullende veiligheidsvoorschriften op AMvB tankstations zijn mogelijk. Casus en uitspraak: Er is een oprichtingsvergunning voor een tankstation gevraagd. Bij dit tankstation (type

Nadere informatie

A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1. Uw kenmerk. Onderwerp

A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1. Uw kenmerk. Onderwerp Raad vanstate A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1 2 8 JUN! 2018 Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN Oeh. Ambt. Ştreefdat.: Afschr.: ÏÒ&U B.V.O.: 18.012969 j RP

Nadere informatie

vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Minister van Economische Zaken Postbus EC 'S-GRAVENHAGE

vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Minister van Economische Zaken Postbus EC 'S-GRAVENHAGE rvââq vanstate Afdeling bestuursrechtspraak K.i Minister van Economische Zaken Postbus 20101 2500 EC 'S-GRAVENHAGE Datum Ons nummer Uw kenmerk 23 december 2010 20100521 2/8/R2 WJZ/10086433 Onder\vcq'i

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2279

ECLI:NL:RVS:2016:2279 ECLI:NL:RVS:2016:2279 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602806/1/V3 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 30 maart 2016 in zaak nr. 15/2894 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 30 maart 2016 in zaak nr. 15/2894 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:850 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201603553/1/A3 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

deze uitspraak deze uitsp raak pagina 1 van 6 Uitspraken ZAAKNUMMER 200802581/1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 11 februari 2009 Print E-mail TEGEN het college van burgemeester en wethouders van Overbetuwe

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007 Essentie uitspraak Bij de toetsing van een milieubeheervergunning (van een oliehandel) moet ook gekeken worden naar de bebouwingsmogelijkheden in de omgeving op basis van de bestemmingsplancapaciteit.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie