de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, appellante,
|
|
- Pepijn Meijer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Essentie Uitspraak: Vergunning emplacement terecht door gemeente geweigerd. Weigeringsgronden: 1. toename van het groepsrisico is niet gewenst, mede in relatie tot hetgeen in het beleidsplan ev is vastgelegd; 2. de nadelige gevolgen van een vergunning voor het milieu kunnen in dit geval niet met voorschriften voldoende worden beperkt. Het gaat hierbij dan om het aantal wagons, dat gelijktijdig op het emplacement aanwezig is te beperken, de tijd dat zij aanwezig zijn zo kort mogelijk te houden en het rangeren tot een minimum te beperken. Noot In deze uitspraak honoreert de Raad van State bij haar beslissing de uitgangspunten die de gemeente ten aanzien van veiligheid heeft opgenomen in haar beleidsplan externe veiligheid. Dit pleit er des te meer voor dat gemeenten in een beleidsplan vastleggen welk niveau van (externe) veiligheid zij nastreven. Bij het beoordelen van een vergunning kan dit dus goed van pas komen. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter/raad van State /1/M1. Datum uitspraak: 1 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, appellante, en het college van burgemeester en wethouders van arnhem, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 13 juli 2010 heeft het college aan ProRail een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer voor het veranderen en het in werking hebben van een spoorwegemplacement aan de Dr. C. Lelyweg 27 te arnhem gedeeltelijk verleend en gedeeltelijk geweigerd. Dit besluit is op 15 juli 2010 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft ProRail bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 augustus 2010, beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. ProRail heeft nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 januari 2011, waar ProRail, vertegenwoordigd door mr. E. Broeren, advocaat te Breda, T.R. de Groot en J.IJ.M. Lafeber, en het college, vertegenwoordigd door mr. J. Hindriks en ing. T.A. Korts, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen
2 2.1. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen in artikel 1.2, tweede lid, van de Invoeringswet Wabo, volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding, omdat de aanvraag om een veranderingsvergunning voor de inwerkingtreding van de Wabo is ingediend. In deze uitspraak worden dan ook de wetten aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van de Wabo werden gewijzigd Bij besluit van 28 juni 2005 heeft het college krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer een vergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van het spoorwegemplacement. In dit besluit is opgenomen dat het na 1 juni 2007 niet is toegestaan goederenwagons geladen met gevaarlijke stoffen binnen de inrichting op te stellen. Bij besluit van 1 mei 2007 is deze termijn verlengd tot uiterlijk 1 juli Bij besluit van 3 juli 2007 heeft het college krachtens artikel 8.24 van de Wet milieubeheer de vergunning gewijzigd. ProRail heeft op 1 september 2009 een veranderingsvergunning aangevraagd voor het veranderen van de inrichtingsgrens en het rangeren met gevaarlijke stoffen. Het bestreden besluit strekt tot verlening van de vergunning wat het veranderen van de inrichtingsgrens betreft en tot weigering van de vergunning wat het rangeren met gevaarlijke stoffen betreft Het college heeft aan de gedeeltelijke weigering van de vergunning ten grondslag gelegd dat bij het rangeren met gevaarlijke stoffen weliswaar aan de grenswaarden van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) voor het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico wordt voldaan. Echter, gezien het advies van de brandweer Hulpverlening Gelderland Midden van 1 februari 2010, kenmerk HGM/PPP/2010/26 (hierna: het brandweeradvies), bestaat er volgens het college, als geen nadere voorschriften worden gesteld, een niet te verantwoorden groepsrisico in de wijk arnhemse Broek, omdat zonder extra veiligheidsvoorschriften het risico van een zogenoemde Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion (hierna: BLEVE) niet voldoende wordt beperkt. Bij een BLEVE zullen in verband met het grote aantal slachtoffers de mogelijkheden van de hulpverlening worden overstegen. Volgens het college kunnen vanwege de aard van de aanvraag geen voorschriften worden gesteld die ertoe strekken het aantal wagons dat tegelijkertijd op het emplacement aanwezig is te beperken, de tijd dat zij aanwezig zijn zo kort mogelijk te houden en het rangeren tot een minimum te beperken, zodat daarmee de grondslag van de aanvraag zou worden verlaten. Voorts heeft het college de vergunning wat het rangeren met gevaarlijke stoffen betreft geweigerd omdat de toename van het groepsrisico in de wijk arnhemse Broek niet gewenst is op grond van het gemeentelijke Beleidsplan Externe Veiligheid (hierna: het beleidsplan) Ingevolge artikel 8.8, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet milieubeheer, voor zover hier van belang, neemt het bevoegd gezag bij de beslissing op de aanvraag in ieder geval in acht de voor de onderdelen van het milieu, waarvoor de inrichting gevolgen kan hebben, geldende grenswaarden, voor zover de verplichting tot het in acht nemen daarvan is vastgelegd krachtens of overeenkomstig artikel 5.2 dan wel is vastgelegd in of krachtens artikel Ingevolge artikel 8.10, eerste lid, kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd. Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder b, wordt de vergunning in ieder geval geweigerd indien verlening daarvan niet in overeenstemming zou zijn met hetgeen overeenkomstig artikel 8.8, derde lid, door het bevoegd gezag in acht moet worden genomen. Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, voor zover hier van belang, kan een vergunning in het belang van het milieu onder beperkingen worden verleend. Ingevolge het derde lid van dit artikel worden in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning de voorschriften verbonden
3 die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Uit artikel 8.11, tweede en derde lid, volgt dat de vergunning moet worden geweigerd indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt. Bij de toepassing van de hiervoor genoemde bepalingen komt het college een zekere beoordelingsvrijheid toe ProRail betoogt dat, nog los van de vraag of het stellen van nadere voorschriften nodig is en zou leiden tot het verlaten van de grondslag van de aanvraag, het college haar op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel na de terinzagelegging van het ontwerpbesluit, alvorens te besluiten tot gedeeltelijke weigering van de vergunning, in de gelegenheid had moeten stellen de aanvraag aan te vullen, nu daardoor geen derden zouden worden benadeeld Het college betoogt dat niet duidelijk is waarom ProRail in de gelegenheid had moeten worden gesteld om de aanvraag aan te vullen. Dit zou volgens het college ook geen soelaas bieden, omdat zodanige aanvulling slechts kan zien op het verduidelijken van de voorliggende aanvraag In haar uitspraak van 18 juni 2008, in zaak nr /1, heeft de Afdeling overwogen dat bij de totstandkoming van besluiten op aanvraag die worden voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, zoals neergelegd in paragraaf 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, in beginsel op de aanvraag moet worden beslist zoals die is ingediend en met het ontwerp van het besluit ter inzage is gelegd. Na deze terinzagelegging is het niet meer geoorloofd de aanvraag nog te wijzigen en aan te vullen, tenzij vaststaat dat daardoor geen derden zijn benadeeld. Dat de aanvrager onder laatstgenoemde omstandigheden de door hem aangevraagde activiteiten en/of voorzieningen mag wijzigen of aanvullen, wil echter niet zeggen dat het bevoegd gezag, indien het meent dat de aanvraag in ingediende zin niet of niet geheel voor inwilliging in aanmerking komt, op eigen initiatief de aanvrager uitdrukkelijk tot wijziging of aanvulling in de gelegenheid moet stellen, aangezien het de verantwoordelijkheid van de aanvrager is om te bepalen wat hij aanvraagt. Deze beroepsgrond faalt ProRail betoogt dat het college niet of onvoldoende is ingegaan op haar zienswijzen dat het ontwerpbesluit niet aansluit op het beleidsplan en dat uit veiligheidsoogpunt uitwijklocaties nodig zijn ten behoeve van bijsturing. Ten aanzien van laatstgenoemde zienswijzen heeft het college volgens ProRail ten onrechte gesteld dat de noodzaak van uitwijklocaties ten behoeve van bijsturing door ProRail onvoldoende was onderbouwd Het college deelt deze opvatting niet, waarbij het erop wijst dat nu ProRail eerder heeft meegedeeld dat na het gereedkomen van de Betuweroute geen uitwijklocatie in arnhem meer nodig zou zijn, het niet onlogisch was ProRail te verzoeken de door haar gestelde noodzaak nader te onderbouwen Op pagina 14, onder ad 2, van het bestreden besluit heeft het college overwegingen gewijd aan de zienswijzen van ProRail inzake het beleidsplan. Op pagina 14, onder ad 4, zijn overwegingen gewijd aan de zienswijzen over de noodzaak van uitwijklocaties. ProRail heeft niet aannemelijk gemaakt dat het college onvoldoende op deze zienswijzen is ingegaan. Deze beroepsgrond faalt ProRail betoogt dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer en met het bepaalde in het Bevi. ProRail voert hiertoe aan dat het college eisen stelt die verder gaan dan het bepaalde in deze wet- en regelgeving. In dit verband betoogt ProRail dat de in het Bevi vermelde normen voor het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet worden overschreden. Anders dan het college stelt, vormt de inhoud van het Bevi volgens ProRail dan ook geen reden voor de gedeeltelijke weigering.
4 Verder betoogt ProRail dat de gedeeltelijke weigering onevenredig is, nu enerzijds de normen voor het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet worden overschreden, terwijl anderzijds het emplacement onmisbaar is in het kader van de bijsturing van goederentreinen met gevaarlijke stoffen, onder meer ingeval de Betuwelijn tijdelijk niet beschikbaar zou zijn, en met medeweten van het college aanzienlijke investeringen zijn gedaan ten behoeve van het rangeren met gevaarlijke stoffen ter plaatse. Het college heeft volgens ProRail niet deugdelijk gemotiveerd waarom, ondanks het feit dat wordt voldaan aan de Wet milieubeheer en het Bevi en ondanks haar belangen, is gekozen voor een gedeeltelijke weigering in verband met aspecten van externe veiligheid. Het college heeft volgens ProRail in feite ten onrechte volstaan met een verwijzing naar het beleidsplan en het brandweeradvies, en niet onderbouwd waarom het brandweeradvies dwingt tot gedeeltelijke weigering, temeer nu de brandweer daarin slechts enkele maatregelen heeft genoemd waarmee de situatie verder zou kunnen worden geoptimaliseerd Het college stelt zich op het standpunt dat het geen eisen stelt die verder gaan dan het belang van de bescherming van het milieu. De weigering is gebaseerd op het Bevi en met name op de verantwoording van het groepsrisico. In dit verband betoogt het college dat het ingevolge artikel 12 van het Bevi een verantwoording van het groepsrisico moet vermelden, waarbij het verplicht is de brandweer in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen over het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. Het college betoogt hierbij dat het ingevolge artikel 12, eerste lid, aanhef en onder d en e, van het Bevi bij de beslissing op de aanvraag de mogelijkheden moet betrekken tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet. Op grond van het brandweeradvies stelt het college zich op het standpunt dat zonder voorschriften ter beperking van het aantal, de verblijfsduur en het rangeren van wagons, het risico van een BLEVE niet voldoende wordt beperkt. Met het opnemen van dergelijke voorschriften zou volgens het college evenwel de grondslag van de aanvraag worden verlaten. Verder is volgens het college in het beleidsplan omschreven dat in stadswijken een toename van het groepsrisico, zoals door onderhavige aanvraag, niet gewenst is. Gelet op het advies van de brandweer en op het beleidsplan, dat volgens hem slechts een onderdeel van de verantwoording is, kon de vergunning in het belang van de bescherming van het milieu dan ook niet worden verleend, aldus het college. Het college stelt zich tot slot op het standpunt dat de gevolgen voor ProRail niet onevenredig zwaar zijn. Het college betoogt in dat kader dat ProRail de afgelopen jaren ook zonder gebruik van het emplacement de goederentreinen met gevaarlijke stoffen heeft kunnen bijstellen. Het college betoogt voorts dat ProRail eerder heeft meegedeeld dat slechts totdat de Betuwelijn in gebruik zou zijn genomen, wagons met gevaarlijke stoffen op het emplacement konden worden opgesteld in het kader van bijsturing van de dienstregeling Ingevolge artikel 2, eerste lid, aanhef en onder c, van het Bevi is dit besluit van toepassing op de besluiten, bedoeld in artikel 4, eerste tot en met vierde lid, met betrekking tot een door de minister van Infrastructuur en Milieu bij regeling aangewezen spoorwegemplacement dat gebruikt wordt voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen. In bijlage 3 als bedoeld onder artikel 1a van de Regeling externe veiligheid inrichting (Revi) is onderhavig spoorwegemplacement aangewezen. Ingevolge artikel 4, derde en vierde lid, van het Bevi, voor zover van belang, neemt het bevoegd gezag bij de beslissing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer, indien de aanvraag betrekking heeft op een verandering die nadelige gevolgen heeft voor het plaatsgebonden risico, de grenswaarden, genoemd in de artikelen 7, eerste lid, en 24, eerste lid, in acht en houdt het rekening met de richtwaarde genoemd in artikel 7, tweede lid. Ingevolge artikel 12, eerste lid, van het Bevi wordt, indien het bevoegd gezag een besluit als bedoeld in artikel 4, eerste tot en met het vijfde lid, vaststelt, in de motivering van het desbetreffende besluit in elk geval vermeld:
5 a. de aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de desbetreffende inrichting op het tijdstip waarop dat besluit wordt vastgesteld; b. het groepsrisico van de inrichting waarop het besluit betrekking heeft en in een geval als bedoeld in artikel 4, derde lid, tevens de bijdrage van de verandering van de inrichting aan het totale groepsrisico van de inrichting, vergeleken met de kans op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-5 per jaar, met de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-7 per jaar en met de kans op een ongeval met 1000 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-9 per jaar; c. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst; d. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen zware ongevallen in de inrichting waarop dat besluit betrekking heeft, en e. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting waarop dat besluit betrekking heeft, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet. Ingevolge artikel 12, derde lid, van het Bevi stelt het bevoegd gezag, voorafgaand aan de vaststelling van een besluit als bedoeld in het eerste lid, het bestuur van de regionale brandweer in wier gebied de inrichting ligt waarop dat besluit betrekking heeft, in de gelegenheid advies uit te brengen over het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval Niet in geschil is dat de nabijgelegen stadswijk arnhemse Broek zich binnen het invloedsgebied van de inrichting bevindt. Uit het brandweeradvies blijkt dat vanwege de ligging van het emplacement, voornamelijk vanwege de aangrenzende woonwijk en meerdere kwetsbare objecten op relatief korte afstand, het in de verwachting ligt dat ingeval van een daadwerkelijke BLEVE zeker sprake zal zijn van schaarste aan mensen en middelen in de eerste uren na het incident en dat de mogelijkheden van de (geneeskundige) hulpverlening zullen worden overstegen. Een incident met een giftig gas of vloeistof zal volgens de brandweer slechts moeizaam beheersbaar zijn voor de hulpverlening vanwege het potentieel grote aantal slachtoffers. De brandweer adviseert naar aanleiding hiervan om, als optimalisatie van de aangevraagde situatie, het aantal wagons dat tegelijkertijd op het emplacement aanwezig is te beperken, de tijd dat de wagons aanwezig zijn zo kort mogelijk te houden en het rangeren van wagons tot een minimum te beperken. Het college heeft zich, in het licht van het bepaalde in artikel 12 van het Bevi - in het bijzonder het eerste lid, aanhef en onder d en e - in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de aangevraagde activiteiten zonder het stellen van bedoelde nadere voorschriften zouden leiden tot een onacceptabel groepsrisico in de wijk arnhemse Broek. In de aanvraag is vermeld dat vanwege de moeilijke voorspelbaarheid van de omvang en de samenstelling van de vervoersstromen, niet wordt uitgegaan van een concreet aantal aan te vragen wagens met een specifiek omschreven gevaarlijke stof en een vastomlijnd proces, maar een bepaalde risicoruimte wordt aangevraagd. Ter zitting heeft ProRail desgevraagd bevestigd dat, aangezien het gaat om bijsturing in brede zin, beperking tot een concreet aantal wagons op grond van deze aanvraag niet mogelijk is. Volgens ProRail is dit in de praktijk niet mogelijk, omdat buiten de vergunning geen beperkingen aan de vervoersstromen zijn gesteld. De door het college ter bereiking van een acceptabel groepsrisico noodzakelijk geachte beperkingen kunnen, nu de met de aanvraag beoogde bedrijfsvoering daarmee onmogelijk zou worden, dan ook niet door middel van voorschriften worden opgelegd. Gelet op het vorenstaande is de Afdeling van oordeel dat het college zich in redelijkheid het standpunt heeft kunnen stellen dat de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken niet voldoende kunnen worden beperkt, zodat het college op goede gronden is gekomen tot weigering van de vergunning voor zover deze ziet op het rangeren met gevaarlijke stoffen.
6 Voor zover ProRail heeft gesteld dat het onderhavige emplacement onmisbaar is, overweegt de Afdeling dat dit aspect niet kan meebrengen dat een vergunning wordt verleend terwijl niet aan een toereikend beschermingsniveau kan worden voldaan. De beroepsgrond faalt Het beroep is ongegrond. Hetgeen ProRail overigens heeft aangevoerd, behoeft gelet hierop geen bespreking Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzitter, en mr. G.N. Roes en mr. Y.E.M.A. Timmerman- Buck, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Kuipers, ambtenaar van staat. w.g. Van Diepenbeek w.g. Kuipers voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 1 juni 2011
Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig
uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats],
Essentie uitspraak: Het college heeft voorschriften in de milieuvergunning opgenomen t.a.v. van het stallen van lege ongereinigde tankwagens terwijl zij niet heeft aangetoond met deze voorschriften het
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige
Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens
Nadere informatieEssentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:
deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Uitspraak in Hoofdzaak: Gezien het zwaarwegende belang van externe veiligheid, is het sluiten van het LPG-tankstation uit oogpunt van het plaatsgebonden
Nadere informatie200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:
Essentie uitspraak: Bij de ambthalve wijziging van de voorschriften van het LPG-tankstation heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat getoetst moest worden of er op grond van het groepsrisico
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BX4670
ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatie** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]
** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:2213
ECLI:NL:RVS:2017:2213 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605181/1/A1 Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Essentie uitspraak: De jurisprudentie over het begrip "bijgebouw" in de zin van het Bro is niet bepalend voor de uitleg van het Bevi. Een berging valt op zichzelf niet onder de definitie van kwetsbaar
Nadere informatiede minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.
Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld
Nadere informatieEssentie uitspraak: Casus: Noot
Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn
Nadere informatie1 van 6 7-11-2011 15:05 i nt deze ui t spr aak Uitspraken Pr ZAAKNUMMER 201008546/1/M1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 2 november 2011 TEGEN het college van gedeputeerde staten van Gelderland PROCEDURESOORT
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige
Essentie uitspraak: Artikel 12 Bevi niet goed overwegen bij weigering milieubeheervergunning omdat 'invloedsgebied de bestemming woongebied overlapt' Casus en uitspraak: Bij een tankstation is de vergunning
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BV9444
ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111372/1/A4 en 201111372/2/A4
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:RVS:2013:283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201469/1/A4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding
Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het
Nadere informatieEssentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is.
Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Noot van de commissie: geen. De informatie in dit tekstkader
Nadere informatieAfdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845
Raad vanstate Afdeling bestunrsreclitspraak It ' V GESCAND OP 11 SEP. 2014 Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 1 5 1510 AA OOSTZAAN Gemeente Oostzaan D.itLim Ons mimnicr Uw kenmerk 1 o september 201
Nadere informatieUitspraak 201403254/1/A4
1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:
Nadere informatieDaartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Essentie uitspraak: De door [appellant] gestelde beperking van de bedrijfsvoering in verband met de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit is dan ook geen gevolg van de vaststelling van het plan.
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak
Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BA7586
ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 20-06-2007 Zaaknummer 200606594/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiezaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding
Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB2492
ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatie[vergunninghoudster A] en [vergunninghoudster B], beide gevestigd te Weesp, (hierna tezamen en in enkelvoud: vergunninghoudster), appellanten,
Essentie uitspraak: Het vergunningsvoorschrift waarin wordt gesteld dat binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour geen kwetsbare objecten mogen voorkomen is naar oordeel van de Afdeling in redelijkheid
Nadere informatieEssentie uitspraak: De externe veiligheidsaspecten van een PGS opslag zijn voldoende bij de besluitvorming betrokken.
Essentie uitspraak: De externe veiligheidsaspecten van een PGS opslag zijn voldoende bij de besluitvorming betrokken. Reclamant stelt dat revisievergunning niet verleend mocht worden omdat binnen het plaatsgebonden
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB9957
ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs
Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:
Nadere informatieEssentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007
Essentie uitspraak Bij de toetsing van een milieubeheervergunning (van een oliehandel) moet ook gekeken worden naar de bebouwingsmogelijkheden in de omgeving op basis van de bestemmingsplancapaciteit.
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste
Nadere informatieOp de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht
Nadere informatieAanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd
Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd. 24-01-2014. Ten noord-westen van de beoogde locatie voor de short stay appartementen
Nadere informatiede besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten,
Essentie uitspraak: Gemeente heeft Ev-aspecten afdoende onderzocht. Noot van de commissie: In de praktijk is er vaak een discussie over de omvang van invloedsgebieden. De gemeente heeft dit probleem voorkomen
Nadere informatieUitspraak /1/R1
Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Nadere informatie[appellante A], [appellante B] en Doe Het Zelf Terneuzen B.V., alle gevestigd te Terneuzen, (hierna: [appellant] e.a.),
Essentie uitspraak: Het college heeft kwalitatief, met steun van twee eerdere risicoberekeningen, bepaald dat het groepsrisiconiveau vanwege de komst van een hostel ruimschoots (een factor 8 á 9) onder
Nadere informatieEssentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.
Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Casus en uitspraak: Het betreft hier een situatie waarbij een revisievergunning is verleend
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2010:BO4829
ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieBij besluit van 27 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Amstelkwartier tweede fase" vastgesteld.
Essentie uitspraak: De Afdeling oordeelt dat overschrijding van de oriëntatiewaarde overeenstemming met het uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening niet per definitie in de weg staat. De oriëntatiewaarde
Nadere informatieUitspraak /1/A1
pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ7733
ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3998
ECLI:NL:RVS:2014:3998 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201403900/1/A3 Eerste
Nadere informatieMusselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009
Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY5138
ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3368
ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste
Nadere informatieRaad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ (
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Ingek. Nr. GEMEEME SOEST -6 FEB. 2(m Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Afd.: ^ ( Datum 5 februari 2014 Onderwerp Soest bp. Soesterberg Ons
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AN8825
ECLI:NL:RVS:2003:AN8825 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-11-2003 Datum publicatie 26-11-2003 Zaaknummer 200302880/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:1522
ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AW1261
ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 12-04-2006 Zaaknummer 200503239/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieIn de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.
Raad vanstate IN14.01365 GEMbciNl INGBKOiV Raad van de gemeente Beuningen Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD 1 3 MRT 2014 Datum Ofts nummer Uw kenmerk 12 maart 2014 201 309835/1/R6 Onderwerp lìch.imlclcnd
Nadere informatieEssentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico.
deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico. Noot van de commissie: Omdat een aantoonbaar conservatieve aanname
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU2986
ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200502262/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieRb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning
Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB7292
ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter-Che-M B.V., gevestigd te Beuningen, appellante,
Essentie uitspraak: In het bestreden besluit heeft het college niet nader geconcretiseerd welke nadelige effecten buiten de inrichting er niettemin ten gevolge van explosies, eventueel gevolgd door brand,
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2008:BG4692
ECLI:NL:RVS:2008:BG4692 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-11-2008 Datum publicatie 19-11-2008 Zaaknummer 200801458/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ2509
ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-02-2013 Datum publicatie 27-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204293/1/R3 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:435. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RVS:2015:435 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-02-2015 Datum publicatie 18-02-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201402761/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak /1/R2
1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2008:BF7235
ECLI:NL:RVS:2008:BF7235 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-10-2008 Datum publicatie 08-10-2008 Zaaknummer 200709059/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatie1)estuursreclaqirA,IL
Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State E03.98.0090. Datum uitspraak: 24 februari 2000 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. de stichting "Stichting Borssele 2004+" te Borssele, 2. de stichting "Stichting
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY7283
ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-12-2012 Datum publicatie 27-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201208291/1/R1 en 201208291/2/R1
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BQ6783
ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ1273
ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieBij besluit van 16 oktober 2007 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) dit verzoek afgewezen
LJN: BJ3428, Raad van State, 200805745/1/H2 Datum uitspraak: 22-07-2009 Datum publicatie: 23-07-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij brief van 5 september
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AX0760
ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-05-2006 Datum publicatie 10-05-2006 Zaaknummer 200505022/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus GA RAAMSDONKSVEER HUM
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak n * O!> «r Gemeente Geertruidenberg Ontv. datum 2 1 DEC. 20)5 Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus 10001 4940 GA RAAMSDONKSVEER HUM 15.0084874 Datum Ons
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY6738
ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BX4621
ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder.
Essentie uitspraak: Aanvullende veiligheidsvoorschriften op AMvB tankstations zijn mogelijk. Casus en uitspraak: Er is een oprichtingsvergunning voor een tankstation gevraagd. Bij dit tankstation (type
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatie/1/A4. Datum uitspraak: 30 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te Nederweert,
Essentie uitspraak: Een specifieke situatie. De uitspraak geeft inzicht in de afwegingen omtrent het aansluiten bij de normstelling die vigerend was ten tijde van het indienen van de vergunningsaanvraag
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BQ4936
ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieFeitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.
Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Boxtel
*201608078/1/A1, 04 oktober 2017, kwetsbaar object Essentie uitspraak: Appellant vindt dat zijn woning ten onrechte is aangemerkt als beperkt kwetsbaar object, omdat er twee woningen binnen de PR10-6 contour
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1997
ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...
pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van
Nadere informatiede stichting Stichting Wijkraad Helmerhoek (hierna: de wijkraad), gevestigd te Enschede, en [appellant], wonend te Enschede,
Essentie uitspraak: Ten tijde van het voorliggende besluit was het Bevb nog niet van kracht. Bij gebrek aan wettelijke normen tav externe veiligheid bij aardgastransportleidingen kon geanticipeerd worden.
Nadere informatieExterne Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer
Externe Veiligheid: de Basis Beginselen Ir. D.J. de Boer d.j.deboer@saxion.nl EV de Basis Beginselen: vooruitblik 1. Gericht op (het voorkomen) van dodelijke slachtoffers (niet zijnde werknemers) als gevolg
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AL8988
ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.
Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummer: AWB 14/6677 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 9 MAART 2015 in de zaak tussen i enge, eiser (geina"ái.eme: mr.r mg",
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1768
ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste
Nadere informatiede raad van de gemeente Sittard Geleen,
deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Ook bij een bestemmingsplan met hoofdzakelijk een beheersfunctie moet binnen het invloedsgebied van een LPG tankstation een verantwoording van het groepsrisico
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,
LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2009:BI2655
ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806326/1/H1 Omgevingsrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:2279
ECLI:NL:RVS:2016:2279 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602806/1/V3 Eerste
Nadere informatieHABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR
HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.
Nadere informatieUitspraak /1
1 van 5 24-11-2015 21:22 Uitspraak 200305677/1 Datum van uitspraak: donderdag 6 mei 2004 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: 200305677/1. Datum uitspraak: 6 mei 2004 het college van burgemeester
Nadere informatieBij besluit van 16 februari 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" vastgesteld.
Essentie uitspraak: Op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen is er een verplichting tot het opnemen van een aanlegvergunningstelsel in de planregels. Het woord ''onevenredig'' opnemen
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:2989
ECLI:NL:RVS:2015:2989 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-09-2015 Datum publicatie 23-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201502358/1/A1 Eerste
Nadere informatie