AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats],
|
|
- Jeroen Vink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Essentie uitspraak: Het college heeft voorschriften in de milieuvergunning opgenomen t.a.v. van het stallen van lege ongereinigde tankwagens terwijl zij niet heeft aangetoond met deze voorschriften het milieu te beschermen. Noot van de commissie: De Afdeling rekent dit het college zwaar aan. Zij stelt dat het aspect externe veiligheid bepalend is voor de voorliggende revisievergunning en dat om die reden het gehele besluit (de revisievergunning) dient te worden vernietigd. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van de redactiecommissie weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter / Raad van State. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats], en het college van burgemeester en wethouders van Delft, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 27 januari 2010 heeft het college aan [appellante] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een internationaal transportbedrijf voor gevaarlijke en nietgevaarlijke goederen op het adres [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 1 februari 2010 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 maart 2010, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 7 april Het college heeft een verweerschrift ingediend. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. [appellante] heeft haar zienswijze daarop naar voren gebracht. [appellante] heeft nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 december 2010, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J. Geelhoed, advocaat te Den Haag, L. Bissegger en A. Kemper, deskundige, en het college, vertegenwoordigd door M.M. Merkx, werkzaam bij de gemeente, en L.M. Flenter, werkzaam bij Oranjewoud B.V., zijn verschenen. 2. Overwegingen Overgangsrecht Wabo
2 2.1. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen in artikel 1.2, tweede lid van de Invoeringswet Wabo, volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding, omdat de vergunning voor inwerkingtreding van de Wabo niet onherroepelijk was. In deze uitspraak worden dan ook de wetten aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van de Wabo werden gewijzigd. Bestreden besluit 2.2. Bij het bestreden besluit heeft het college een revisievergunning verleend. Voor de inrichting was eerder bij besluit van 11 maart 1992 een vergunning krachtens de Hinderwet verleend. In de inrichting worden handelingen met gevaarlijke stoffen verricht. Niet in geschil is dat de aanvraag betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: het Bevi). In verband hiermee is bij de aanvraag een kwantitatieve risicoanalyse (hierna: QRA) gevoegd, waarin het plaatsgebonden risico en het groepsrisico zijn berekend. De aanvraag is, voor zover hier van belang, aangevuld met een herziene versie van de QRA, het door DHV opgestelde rapport "Kwantitatieve Risico Analyse van de locatie [appellante] te Delft ten behoeve van de vergunningaanvraag Wet milieubeheer" (versie 3.1) van september 2008 (hierna: de QRA 3). Bij het bestreden besluit heeft het college onder meer voorschriften over het stallen van tankwagens binnen de inrichting aan de vergunning verbonden. Het beroep richt zich uitsluitend tegen deze voorschriften, meer in het bijzonder de voorschriften , en In voorschrift is het volgende bepaald: "Op het terrein mogen tegelijkertijd maximaal 17 tankwagens met gevaarlijke stoffen worden gestald, waarbij de volgende eisen gelden: Er mogen maximaal 5 tankwagens met brandbare vloeistoffen ADR klasse 3 worden gestald. Er mogen geen tankwagens met giftige stoffen klasse 6.1 op het terrein aanwezig zijn (ook geen lege ongereinigde tankwagens). Als een gevaarlijke stof naast de klasse indeling een nevengevaar klasse 6.1 heeft, dan geldt het vorenstaande ook voor de nevenklasse. Een uitzondering op de regel zijn tankwagens met methanol (UN 1230). Ondanks de nevenclassificatie 6.1 mogen deze tankwagens wel gestald worden op het terrein. Er mogen geen tankwagens met gevaarlijke stoffen verpakkingsgroep I op het terrein aanwezig zijn (ook geen lege ongereinigde tankwagens). Lege ongereinigde tankwagens met een ADR klasse 3 stof moeten gezien worden als vol en op die manier worden behandeld. Indien een gevaarlijke stof naast de klasse indeling nog een nevengevaar heeft, dan geldt het bovenstaande ook voor de nevenklasse." Ingevolge voorschrift mogen alleen tankwagens met gevaarlijke stoffen zijn gestald op de parkeerplaatsen nummers 1 tot en met 33 zoals vermeld op de plattegrond van de BHV procedure (bijlage 5, aanvraag milieuvergunning). Dit geldt ook voor lege ongereinigde tankwagens/opleggers met klasse 2 of 3 stoffen. Het is niet
3 toegestaan om de parkeerplaatsen 34 tot en met 39 te gebruiken voor tankwagens met gevaarlijke stoffen. Dit verbod geldt niet voor gevaarlijke stoffen welke zijn geclassificeerd als klasse 8 of 9 zonder nevengevaar of lege tankwagens van de klasse 4.1 of 5.1. In voorschrift is het volgende bepaald: "Tankwagens/opleggers: welke zijn beladen met een ADR klasse 3 stof mogen niet direct naast een wagen met ADR klasse 4.1 (brandbare vaste stof) worden gestald; welke zijn beladen met een ADR klasse 3 stof mogen niet direct naast elkaar worden gestald; welke zijn beladen met een ADR klasse 4.1 stof mogen niet direct naast elkaar worden gestald; welke zijn beladen met brandbare stoffen (klasse 3 of 4.1) mogen niet direct naast oxiderende stoffen (ADR klasse 5.1) worden gestald; welke zijn beladen met klasse 2 en/of 3 welke leeg en ongereinigd zijn mogen niet direct naast oxiderende stoffen (klasse 5.1) worden gestald." Algemeen toetsingskader 2.4. Artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. Het tweede lid, aanhef en onder a, van dit artikel bepaalt dat de vergunning in ieder geval wordt geweigerd indien door verlening daarvan niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, van de Wet milieubeheer kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend. Ingevolge het derde lid van dit artikel worden in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk bij voorkeur bij de bron te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Uit artikel 8.11, tweede en derde lid, volgt dat de vergunning moet worden geweigerd indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt. Bij de toepassing van de hiervoor genoemde bepalingen komt het college een zekere beoordelingsvrijheid toe. Wijziging aanvraag door QRA 3? 2.5. [appellante] voert aan dat het college er bij het nemen van het bestreden besluit ten onrechte van is uitgegaan dat met de QRA 3 de meest recente versie van de QRA, die in oktober 2008 aan het college is overgelegd de oorspronkelijke aanvraag is beperkt. Het college heeft hiermee volgens [appellante] een onjuiste uitleg gegeven aan de QRA 3. Anders dan het college heeft aangenomen, behoort volgens [appellante] het stallen van tankwagens met stoffen van ADR klasse 6.1 (nevengevaar) nog altijd tot de aangevraagde activiteiten Het college betoogt dat de QRA 3 deel uitmaakt van de aanvraag. Het college stelt in dat verband dat uit het verslag van de hoorzitting op 21 juli 2008 duidelijk blijkt dat de QRA 3 onderdeel van de aanvraag zou worden en dat [appellante] in een brief van 16 september 2008 heeft bevestigd dat de aanvraag zal worden aangepast door toezending van de gewijzigde QRA. Het college stelt zich op het standpunt dat het stallen van tankwagens met stoffen van ADR klasse 6.1 (hoofdgevaar) niet meer is aangevraagd, nu deze activiteit niet in de QRA 3 is betrokken.
4 Ditzelfde geldt volgens het college voor het stallen van tankwagens met stoffen van ADR klasse 6.1 (nevengevaar), met uitzondering van methanol. Laatstgenoemde stof is in de QRA 3 als voorbeeldstof voor de berekeningen gehanteerd. Omdat bij methanol niet de toxische eigenschappen, maar uitsluitend de brandbare eigenschappen (ADR klasse 3) relevant zijn voor het risico, kunnen de berekeningen voor methanol niet worden gehanteerd voor de bepaling van het risico van het stallen van tankwagens met andere stoffen met een nevengevaar klasse 6.1, waarbij de giftige eigenschappen wel van invloed zijn op het risico. Het college heeft de QRA 3 daarom zo opgevat, dat het stallen van tankwagens met dergelijke stoffen thans niet meer is aangevraagd. Volgens het college is op grond van de aldus gewijzigde aanvraag beslist. Nu het stallen van tankwagens met stoffen van deze ADR klassen niet meer is aangevraagd, zijn de beperkingen in voorschrift voor deze activiteiten volgens het college aanvaardbaar Ter zitting heeft [appellante] desgevraagd bevestigd dat het stallen van tankwagens met giftige stoffen van ADR klasse 6.1 (hoofdgevaar) niet meer is aangevraagd. Het geschil spitst zich derhalve toe op de vraag of het college ervan heeft mogen uitgaan dat het stallen van tankwagens met stoffen van ADR klasse 6.1 (nevengevaar) niet meer is aangevraagd In de aanvraag is op p. 18 een lijst opgenomen van de bij de aanvraag behorende bijlagen. Een van deze bijlagen is versie 1 van de QRA. Niet valt in te zien waarom de QRA 3, dat versie 3.1 vormt van de bij de aanvraag behorende oorspronkelijke QRA, niet eveneens deel zou uitmaken van de aanvraag Vervolgens staat ter beoordeling of het college uit de QRA 3 mocht afleiden dat het stallen van tankwagens met stoffen met een nevenclassificatie 6.1 niet meer is aangevraagd. De Afdeling overweegt hierover het volgende. In hoofdstuk 4 van de QRA 3 zijn de te verwachten aantallen geladen tankwagens vermeld. Daarbij zijn aantallen genoemd voor de ADR klassen 3, 4.1, 8 en 9. Tevens is vermeld dat voor ADR klasse 3 methanol als voorbeeldstof wordt gehanteerd. Methanol behoort tevens tot ADR klasse 6.1 (nevengevaar). Uit het deskundigenbericht kan worden afgeleid dat ook andere stoffen van ADR klasse 3 een nevengevaarsaanduiding 6.1 kunnen hebben. De Afdeling overweegt tevens dat uit de Handleiding risicoberekeningen Bevi volgt dat bij het uitvoeren van de risicoberekeningen onder bepaalde voorwaarden gebruik mag worden gemaakt van voorbeeldstoffen. Op grond van het enkele feit dat in de QRA 3 methanol als voorbeeldstof is gehanteerd, mag naar het oordeel van de Afdeling dan ook niet worden geconcludeerd dat het stallen van tankwagens met andere stoffen van ADR klasse 3 met een nevenclassificatie 6.1 niet meer is aangevraagd. Of voor de bepaling van het risico in de QRA 3 kon worden volstaan met berekeningen voor de voorbeeldstof methanol, is in dat verband niet van belang; die vraag is slechts van betekenis voor de beoordeling of de berekeningen in de QRA 3 representatief zijn voor de aangevraagde situatie. Gelet op het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat het college uit de QRA 3 niet had mogen afleiden dat het stallen van geladen en lege ongereinigde tankwagens met andere stoffen van ADR klasse 3 met een nevengevaarsaanduiding 6.1 dan methanol niet meer is aangevraagd. Door ervan uit te gaan dat deze activiteit niet meer is aangevraagd, heeft het college niet beslist op grondslag van de aanvraag zoals die is ingediend. Dit verdraagt zich niet met het stelsel van de Wet milieubeheer. Deze beroepsgrond slaagt. Gelijkstelling lege ongereinigde tankwagens met geladen tankwagens 2.6. [appellante] voert aan dat het college in voorschrift , alsmede in de voorschriften en , ten onrechte dezelfde beperkingen heeft opgenomen voor het stallen van lege ongereinigde tankwagens als voor het stallen van geladen tankwagens. Volgens haar zijn deze beperkingen niet nodig voor lege ongereinigde tankwagens, omdat aan het stallen daarvan veel geringere risico s zijn verbonden dan aan het stallen van geladen tankwagens en heeft het college ten onrechte niet onderzocht of met minder vergaande beperkingen kon worden volstaan.
5 [appellante] betoogt dat als gevolg van de gestelde beperkingen geen of aanmerkelijk minder volle tankwagens op het terrein kunnen worden gestald Het college stelt zich op het standpunt dat ook aan het stallen van lege, ongereinigde tankwagens risico s verbonden zijn, omdat daarin nog gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. In het bijzonder geldt dit voor tankwagens waarin stoffen van ADR klasse 3 opgeslagen zijn geweest. Volgens het college dienen voor dergelijke lege ongereinigde tankwagens daarom dezelfde beperkingen te gelden als voor geladen tankwagens waarin brandbare stoffen (ADR klasse 3) worden opgeslagen Uit voorschrift vloeien beperkingen voort ten aanzien van de maximale aantallen te stallen lege ongereinigde tankwagens. De beperkingen voor het stallen van lege ongereinigde tankwagens die uit de voorschriften en voortvloeien, hebben betrekking op de plaats binnen de inrichting waar deze tankwagens mogen worden gestald en de positie ten opzichte van andere tankwagens met gevaarlijke stoffen. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat het college deze voorschriften heeft gesteld in verband met de externe veiligheid. In het deskundigenbericht is onder meer vermeld dat de hoeveelheden gevaarlijke stoffen die in bepaalde scenario s kunnen vrijkomen in belangrijke mate bepalend zijn voor het risico en dat de hoeveelheid gevaarlijke stof in een lege ongereinigde tankwagen die slechts ladingsrestanten bevat, te verwaarlozen is ten opzichte van die in een geladen tankauto. Dit betekent volgens het deskundigenbericht dat de effecten en het daarmee samenhangende risico ook zijn te verwaarlozen. Volgens het deskundigenbericht is niet uitgesloten dat het stallen van lege ongereinigde tankwagens nadelige milieugevolgen buiten de inrichting kan veroorzaken, maar zijn deze mogelijke gevolgen in verband met het externe veiligheidsrisico niet relevant. Ter zitting heeft het college gesteld dat in het geval van brand bij lege ongereinigde tankwagens met ladingsrestanten van stoffen van ADR klasse 3 door opwarming van de brandbare stoffen sneller een BLEVE (boiling liquid expanding vapour explosion) zal kunnen ontstaan. Mede gelet op hetgeen [appellante] hierover ter zitting naar voren heeft gebracht, acht de Afdeling het evenwel niet aannemelijk dat de relatief geringe hoeveelheden stoffen van ADR klasse 3 die als ladingsrestant in lege ongereinigde tankwagens aanwezig kunnen zijn, bij brand tot een BLEVE kunnen leiden. Ook in zoverre is niet aannemelijk geworden dat het stallen van lege ongereinigde tankwagens met gevaarlijke stoffen nadelige milieugevolgen kan veroorzaken die in verband met de externe veiligheid relevant zijn. Gelet op het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat het college in het bestreden besluit onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de in de voorschriften , en neergelegde beperkingen voor het stallen van lege ongereinigde tankwagens nodig zijn in het belang van de bescherming van het milieu en waarom ter bescherming van het belang van het milieu niet met minder vergaande beperkingen kan worden volstaan. Het bestreden besluit is in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze beroepsgrond slaagt. Conclusie 2.7. Het beroep is gegrond. Nu het college bij het nemen van een beslissing op de aanvraag een deel van de aangevraagde activiteiten ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten en het aspect externe veiligheid bepalend is voor de vraag of de vergunning, zoals aangevraagd, kan worden verleend, dient het bestreden besluit geheel te worden vernietigd. Bij het nemen van een nieuw besluit dient het college mede te beoordelen of de QRA 3 toereikend is om de gevolgen voor de externe veiligheid van het stallen van tankwagens met andere stoffen van ADR klasse 3 met een nevengevaarsaanduiding 6.1 dan methanol te beoordelen, en of de vergunning in verband hiermee kan worden verleend dan wel geheel of gedeeltelijk moet worden geweigerd.
6 Gelet op het voorgaande behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep gegrond; II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Delft van 27 januari 2010, kenmerk Wm 06 11; III. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Delft tot vergoeding van bij [appellante] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 1.092,50 (zegge: duizendtweeënnegentig euro en vijftig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; IV. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Delft aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. M.W.L. Simons Vinckx, voorzitter, en drs. H. Borstlap en mr. Y.E.M.A. Timmerman Buck, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Teuben, ambtenaar van staat. w.g. Simons Vinckx w.g. Teuben voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 12 januari
Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig
uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BX4670
ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige
Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens
Nadere informatie** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]
** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Essentie uitspraak: De jurisprudentie over het begrip "bijgebouw" in de zin van het Bro is niet bepalend voor de uitleg van het Bevi. Een berging valt op zichzelf niet onder de definitie van kwetsbaar
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding
Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het
Nadere informatiezaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding
Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant
Nadere informatie200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:
Essentie uitspraak: Bij de ambthalve wijziging van de voorschriften van het LPG-tankstation heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat getoetst moest worden of er op grond van het groepsrisico
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB7292
ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB2492
ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BA7586
ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 20-06-2007 Zaaknummer 200606594/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel
Nadere informatieEssentie uitspraak: Casus: Noot
Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn
Nadere informatiede minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.
Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld
Nadere informatieEssentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:
deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Uitspraak in Hoofdzaak: Gezien het zwaarwegende belang van externe veiligheid, is het sluiten van het LPG-tankstation uit oogpunt van het plaatsgebonden
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AW1261
ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 12-04-2006 Zaaknummer 200503239/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter-Che-M B.V., gevestigd te Beuningen, appellante,
Essentie uitspraak: In het bestreden besluit heeft het college niet nader geconcretiseerd welke nadelige effecten buiten de inrichting er niettemin ten gevolge van explosies, eventueel gevolgd door brand,
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak
Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY6738
ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AL8988
ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieDaartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Essentie uitspraak: De door [appellant] gestelde beperking van de bedrijfsvoering in verband met de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit is dan ook geen gevolg van de vaststelling van het plan.
Nadere informatieEssentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is.
Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Noot van de commissie: geen. De informatie in dit tekstkader
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:RVS:2013:283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201469/1/A4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde
Nadere informatieHABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR
HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, appellante,
Essentie Uitspraak: Vergunning emplacement terecht door gemeente geweigerd. Weigeringsgronden: 1. toename van het groepsrisico is niet gewenst, mede in relatie tot hetgeen in het beleidsplan ev is vastgelegd;
Nadere informatie[vergunninghoudster A] en [vergunninghoudster B], beide gevestigd te Weesp, (hierna tezamen en in enkelvoud: vergunninghoudster), appellanten,
Essentie uitspraak: Het vergunningsvoorschrift waarin wordt gesteld dat binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour geen kwetsbare objecten mogen voorkomen is naar oordeel van de Afdeling in redelijkheid
Nadere informatiede besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten,
Essentie uitspraak: Gemeente heeft Ev-aspecten afdoende onderzocht. Noot van de commissie: In de praktijk is er vaak een discussie over de omvang van invloedsgebieden. De gemeente heeft dit probleem voorkomen
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State E03.98.0090. Datum uitspraak: 24 februari 2000 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. de stichting "Stichting Borssele 2004+" te Borssele, 2. de stichting "Stichting
Nadere informatieBestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening. Vastgesteld
Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening Vastgesteld Vastgesteld, d.d. 28 juni 2018 bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening (vastgesteld) Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder.
Essentie uitspraak: Aanvullende veiligheidsvoorschriften op AMvB tankstations zijn mogelijk. Casus en uitspraak: Er is een oprichtingsvergunning voor een tankstation gevraagd. Bij dit tankstation (type
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BQ4936
ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige
Essentie uitspraak: Artikel 12 Bevi niet goed overwegen bij weigering milieubeheervergunning omdat 'invloedsgebied de bestemming woongebied overlapt' Casus en uitspraak: Bij een tankstation is de vergunning
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:
ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2001:AB2287
ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN vfv) U u.^ 1 7 JUNI 2010 Datum 16 juni 2010 Ons nummer 200906837/1/R2 Uw kenmerk Onderwerp Woerden Bp
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB9957
ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatie1)estuursreclaqirA,IL
Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:3050
ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatieJ.R.S. de Groot Heupner Niet vaststellen ontwerp-bp. Tiel-Oost Grotebrugse Grintweg 59 Procedure Beroep
'Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Pagina 1 van 1 i--------- 1---------- 1 Raad van de gemeente Tiel Postbus 6325 4000 HH TIEL gemeente Tiel 17 IIOV. 2016 116.009880 Datum Ons nummer Uw kenmerk
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BV9444
ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111372/1/A4 en 201111372/2/A4
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77973
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...
pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van
Nadere informatieUitspraak /1/A1
Uitspraak 201800454/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2524
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
199902343/1. Datum uitspraak: 14 mei 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vereniging "Vereniging Milieudefensie", gevestigd te Amsterdam, appellante, burgemeester en
Nadere informatieAfdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar
1 Raad vanstate Afdeling bestuursre c h tsp raak 6.000157 Gemeente HARLINGEN Ingekomen Raad van de gemeente Harlingen Postbus 10000 8860 HA HARLINGEN No. 2 1 JAN. 2016 Datum Ons nummer 20 januari 2016
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieUitspraak 201307838/3/R3 Raad van State Lees voor Lettergrootte Home Publicaties Veelgestelde vragen Contact Zoeken in Home Over de Raad van State Onze werkwijze Adviezen Uitspraken Agenda Pers Werken
Nadere informatie1. de vereniging Vereniging Villapark De Zeven Heuvelen, gevestigd te Groesbeek, en anderen,
LJN: BC5225 Uitspraak 200703236/1. Datum uitspraak: 27 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. de vereniging Vereniging Villapark De Zeven Heuvelen, gevestigd te Groesbeek,
Nadere informatieMusselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009
Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN ^ ^ w i_'-? (lo^ 16 11INI 2011 Beh. Ambt.: Streefda't. Afschr, e>dli^/ r% Datum 15 juni 2011 Ons nummer
Nadere informatieUitspraak /1/R2
Uitspraak 201307623/1/R2 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=... pagina 1 van 5 02-05-2014 Uitspraak 201307623/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:
Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.
Nadere informatie1 van 6 7-11-2011 15:05 i nt deze ui t spr aak Uitspraken Pr ZAAKNUMMER 201008546/1/M1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 2 november 2011 TEGEN het college van gedeputeerde staten van Gelderland PROCEDURESOORT
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
E03.96.1257. Datum uitspraak: 27 maart 2001. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Champignon Reststoffen Verwerking B.V.",
Nadere informatieAfd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288
Raad vanstate Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: INGEK. - 8 MEI ZOU DOC NR.: Raad van de gemeente Sint-Oedenrode Postbus 44 5490 AA SINT OEDENRODE Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 mei 2014 201 301 984/3/R3
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AN8825
ECLI:NL:RVS:2003:AN8825 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-11-2003 Datum publicatie 26-11-2003 Zaaknummer 200302880/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ1273
ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BP3671
Uitspraak 201006127/1/H2 Datum van uitspraak: woensdag 9 februari 2011 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Borne Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep
Nadere informatieBij besluit van 16 februari 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" vastgesteld.
Essentie uitspraak: Op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen is er een verplichting tot het opnemen van een aanlegvergunningstelsel in de planregels. Het woord ''onevenredig'' opnemen
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Uw kenmerk
Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Pagina 1 van 1 GEMEENTE ROERMOND Sect.: Afd Gezien dir.; NR.; Raad van de gemeente Roermond Postbus 900 6040 AX
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3368
ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU2988
ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:2861
ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AV6241
ECLI:NL:RVS:2006:AV6241 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-03-2006 Datum publicatie 22-03-2006 Zaaknummer 200506182/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,
LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB4709
ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieVerwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid
Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Deze planversie NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 is ambtelijk opgesteld om uitvoering te geven aan de uitspraak LJN 201400955/1/R4 en
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx
pagina 1 van 5 LJN: BO4229, Raad van State, 200910277/1/R2 Datum 17-11-2010 uitspraak: Datum 17-11-2010 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:Bij
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2000:AA7143
ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1722
1 van 5 16-9-2014 16:37 ECLI:NL:RVS:2014:1722 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-05-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201306176/1/R2 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatie/1/A4. Datum uitspraak: 30 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te Nederweert,
Essentie uitspraak: Een specifieke situatie. De uitspraak geeft inzicht in de afwegingen omtrent het aansluiten bij de normstelling die vigerend was ten tijde van het indienen van de vergunningsaanvraag
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:1522
ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak
Nadere informatieEssentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.
Essentie uitspraak: Omgang met groepsrisico als norm; Het inspelen op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Casus en uitspraak: Het betreft hier een situatie waarbij een revisievergunning is verleend
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2008:BC1824
ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht
Nadere informatieFeitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.
Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te
Nadere informatieUitspraak 201306462/1/A1
Uitspraak 201306462/1/A1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 25 juni 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep Algemene kamer - Hoger
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs
Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1997
ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste
Nadere informatieEssentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007
Essentie uitspraak Bij de toetsing van een milieubeheervergunning (van een oliehandel) moet ook gekeken worden naar de bebouwingsmogelijkheden in de omgeving op basis van de bestemmingsplancapaciteit.
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
E03.97.1224/1. Datum uitspraak: 10 april 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en appellanten, gedeputeerde staten van Limburg, verweerders. E03.97.1224/1 2 10 april 2001 1.
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieUitspraak 201403254/1/A4
1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak FS 1037IFS/ /FS
~ Raad vanstate Betreft: P. TEESINK E.A. Afdeling bestuursrechtspraak ONTVAN GEN 2C, 11 OB AANTEKENEN Mr. F.F. Scheffer Postbus 4035 7200 BA ZUTPHEN Datum Ons nummer Uw kenmerk 24 november 2008 200807287/2/M2
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU8440
ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2005 Datum publicatie 21-12-2005 Zaaknummer 200502884/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak 201109106/1/R3
pagina 1 van 6 Uitspraak 201109106/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 16 april 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED de raad van de gemeente Son en Breugel Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer
Nadere informatieRb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning
Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2010:BL1854
ECLI:NL:RVS:2010:BL1854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-02-2010 Datum publicatie 03-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200902382/1/V6 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2016:3651
ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieAfd eling bestu ursrech tspraak. 2 3 JUN ZOU Raad van de gemeente Boxtel Postbus DA BOXTEL afd. ķo. Behandelend ambtenaar
Raad vanstate Afd eling bestu ursrech tspraak ) ļj/ûŷ GEMEENTE BOXTEL 2 3 JUN ZOU Raad van de gemeente Boxtel Postbus 10000 5280 DA BOXTEL afd. ķo ovb kopie Datum Ons nummer Uw kenmerk 20 juni 2014 201206261/1/R4
Nadere informatieRechtsgebied: Ruimtelijke- ordeningskamer - Bestemmingsplannen Gelderland
Uitspraak 201601550/2/R6 Datum van uitspraak: maandag 25 april 2016 Tegen: de raad van de gemeente Ede Proceduresoort: Voorlopige voorziening Rechtsgebied: Ruimtelijke- ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Nadere informatieonder c, van het Activiteitenbesluit milieubeheer een afstand van minimaal 15 m tussen de opstelplaats van een gasdrukmeet- en regelstation en een
Essentie uitspraak: In onderhavig plan is een woning binnen de veiligheidsafstand van een gasdrukmeet- en regelstation geplaats die geldt vanuit het Activiteitenbesluit milieubeheer. De raad heeft aan
Nadere informatie