/1/M1. Datum uitspraak: 5 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "/1/M1. Datum uitspraak: 5 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:"

Transcriptie

1 Essentie van de uitspraak: Een tuin wordt niet aangemerkt als (beperkt) kwetsbaar object, omdat anders dan in een woning personen daar niet dag en nacht verblijven. Voet- en fietspaden kunnen niet gelijk worden gesteld aan een (beperkt) kwetsbaar object. Dit wordt ondersteund door de Nota van Toelichting bij het Bevi. Noot Deze uitspraak maakt onderdeel uit van de reeks, waarin de Afdeling aangeeft of een object of een onderdeel van een object al dan niet kwetsbaar is. Voor een tuin en voet- en fietspaden geldt dat zij dat niet zijn. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter/raad van State /1/M1. Datum uitspraak: 5 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant A] en anderen, allen wonend te Arnhem, en het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 22 juni 2010 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kuwait Petroleum (Nederland) B.V. een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een tankstation gelegen aan de Hommelseweg 399 te Arnhem. Dit besluit is op 24 juni 2011 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben [appellant A] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 juli 2010, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 27 augustus Het college heeft een verweerschrift ingediend. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. [appellant A] en anderen, het college en Kuwait Petroleum (Nederland) B.V. hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 juli 2011, waar [appellant A] en anderen, van wie [appellant A] en [appellant B] in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. J. Hindriks en ir. A.J. Vooijs, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting Kuwait Petroleum (Nederland) B.V., vertegenwoordigd door mr. R.J.H. Minkhorst, advocaat te Nijmegen, als partij gehoord. 2. Overwegingen Overgangsrecht Wabo

2 2.1. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht van de Invoeringswet Wabo volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding. In deze uitspraak worden dan ook de wetten aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van de Wabo werden gewijzigd. Bestreden besluit 2.2. De bij het bestreden besluit verleende vergunning ziet op een onbemand tankstation voor de opslag en verkoop van benzine en diesel tussen en uur op elke dag van de week. Buiten die uren is het tankstation niet in bedrijf. Algemeen toetsingskader 2.3. Artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. Het tweede lid, aanhef en onder a, van dit artikel bepaalt dat de vergunning in ieder geval wordt geweigerd indien door verlening daarvan niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, van de Wet milieubeheer kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend. Ingevolge het derde lid van dit artikel worden in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Uit artikel 8.11, tweede en derde lid, volgt dat de vergunning moet worden geweigerd indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt. Bij de toepassing van de hiervoor genoemde bepalingen komt het college een zekere beoordelingsvrijheid toe. Geluidhinder 2.4. [appellant A] en anderen stellen dat gevreesd moet worden voor geluidhinder. Zij voeren aan dat de in de vergunningvoorschriften gestelde geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau niet aansluiten bij de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening 1998 (hierna: de Handreiking). Hiertoe voeren zij dat in de Handreiking de normering van geluid is gebaseerd op een driedeling in plaats van een tweedeling van de etmaalperiode en dat de gestelde geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, voor zover het de periode tussen en uur betreft, hoger zijn dan de in de Handreiking voor die periode aanbevolen richtwaarde van 45 db(a). Voorts is het college volgens hen ten onrechte afgeweken van de in de gemeentelijke nota "Beleidsplan Geluid Arnhem" versie 2008 (hierna: het Beleidsplan) aanbevolen streefwaarde van 45 db(a) als etmaalwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, omdat als gevolg van het dichtslaan van portierdeuren en het starten en wegrijden van auto's en scooters de geluidbelasting een bijzondere samenstelling heeft. Ook voeren zij aan dat het geluid van deze activiteiten ten onrechte niet bij de bepaling van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau is meegenomen. Voorts voeren zij aan dat de gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau hoger zijn dan de in de Handreiking aanbevolen voorkeursgrenswaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vermeerderd met 10 db(a), en tevens hoger zijn dan de volgens de Handreiking aanvaardbaar geachte grenswaarden in de dag- en avondperiode. Dat deze maximale geluidsniveaus inherent aan de bedrijfsvoering zijn en niet kunnen worden voorkomen, vormt hiervoor volgens hen geen rechtvaardiging.

3 In vergunningvoorschrift 2.1 zijn geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau gesteld ter plaatse van een aantal woningen van derden en een schoolgebouw in de periode van tot uur. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau mag in deze periode maximaal 47 db(a) bedragen. In vergunningvoorschrift 2.2 zijn geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau gesteld met betrekking tot "rijden tankauto", "rijden lichte voertuigen", "rijden scooters" en "sluiten portierdeuren" ter plaatse van een aantal woningen van derden en een schoolgebouw in de periode van tot uur. Het piekgeluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" mag in deze periode maximaal 78 db(a) bedragen. Het piekgeluidniveau met betrekking tot "rijden lichte voertuigen", "rijden scooters" en "sluiten portierdeuren" maximaal 70 db(a). In vergunningvoorschrift 2.4 is bepaald dat bezoekende en vetrekkende tankautochauffeurs dienen te worden geïnstrueerd om op het terrein en bij het verlaten van het terrein, rustig en met lage toerentallen te rijden. Daartoe dienen op voor de chauffeurs op duidelijk zichtbare plaatsen, duidelijk leesbare borden te worden geplaatst Voor zover [appellant A] en anderen aanvoeren dat de geluidproductie van het wegrijden van auto's en scooters in het akoestisch onderzoek - waarvan verslag is gedaan in het door Greten Raadgevende Ingenieurs opgestelde rapport van 3 september 2009 (hierna: het akoestisch rapport) - ten onrechte buiten beschouwing is gelaten bij het bepalen van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, overweegt de Afdeling dat het deskundigenbericht vermeldt dat de piekgeluiden afkomstig van het starten en wegrijden van auto's en scooters in de berekeningen van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau zijn meegenomen. In hetgeen [appellant A] en anderen hebben aangevoerd bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het gestelde in het deskundigenbericht onjuist is. De beroepsgrond mist in zoverre feitelijke grondslag Met betrekking tot het dichtslaan van portierdeuren, vermeldt het deskundigenbericht dat deze activiteit uitsluitend is betrokken bij het maximale geluidniveau. Volgens het deskundigenbericht betreft het dichtslaan van portierdeuren een kortdurende activiteit en is het aantal auto's per dag relatief beperkt. [appellant A] en anderen hebben niet aannemelijk gemaakt dat het in zoverre niet bij de beoordeling betrekken van het dichtslaan van portierdeuren heeft geleid tot een onderschatting van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Voor de beoordelingsperiode van de geluidgrenswaarden heeft het college aansluiting gezocht bij het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Barim). In de geluidvoorschriften van artikel 2.17, vierde lid, van het Barim is voor een inrichting die bestemd is voor de openbare verkoop van vloeibare brandstoffen aan derden voor motorvoertuigen voor het wegverkeer, de normering van geluid gebaseerd op een tweedeling van de etmaalperiode (07.00 tot en tot uur). Het college heeft voor de beoordelingsperiode aansluiting gezocht bij het Barim, omdat het tankstation enkel door de wijziging van de bedrijfsvoering van bemand naar onbemand vergunningplichtig is geworden. Het college ziet hierin geen rechtvaardiging voor een andere dagindeling. De Afdeling overweegt dat het college, gelet op de beoordelingsvrijheid die het bij de invulling van het aspect geluid toekomt, in zoverre bij het Barim aansluiting heeft mogen zoeken Voor de normstelling van de geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau heeft het college het Beleidsplan tot uitgangspunt genomen. Het Beleidsplan is aan te merken als gemeentelijke nota in de zin van hoofdstuk 2 van de Handreiking. Het Beleidsplan gaat voor een stadswijk uit van een streefwaarde van 45 db(a) in de dagperiode en van een grenswaarde van 55 db(a) in de dagperiode voor woningen die langs of in de directe nabijheid van een drukke weg of spoorlijn liggen.

4 Niet in geschil is dat de inrichting is gelegen in een omgeving die akoestisch vergelijkbaar is met een stadswijk en dat de betrokken woningen zijn gelegen in de nabijheid van een drukke weg, waarvoor het Beleidsplan een grenswaarde van 55 db(a) in de dagperiode als uitgangspunt stelt. De in voorschrift 2.1 gestelde geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau zijn niet hoger dan deze grenswaarde. Het college heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de in vergunningvoorschrift 2.1 gestelde geluidgrenswaarden toereikend zijn om geluidhinder te voorkomen dan wel voldoende te beperken Voor de normstelling van de geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau heeft het college de Handreiking tot uitgangspunt genomen. Het Beleidsplan ziet niet op het maximale geluidniveau. In paragraaf 3.2 van de Handreiking wordt, voor zover hier van belang, voor het maximale geluidniveau een grenswaarde van 70 db(a) voor de dagperiode als ten hoogste aanvaardbaar aangemerkt. Voorts biedt paragraaf 3.2 van de Handreiking de mogelijkheid om, in gevallen waarin niet aan deze grenswaarde kan worden voldaan, in een onvermijdbare situatie waarin technische noch organisatorische maatregelen soelaas bieden om het maximale geluidniveau te beperken, de grenswaarde van 70 db(a) voor de dagperiode met ten hoogste 5 db(a) te overschrijden. De in vergunningvoorschrift 2.2 gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden met lichte voertuigen", "rijden scooters" en "sluiten portierdeuren", bedragen maximaal 70 db(a) en zijn dus niet hoger dan hetgeen de Handreiking toelaat. Het college heeft deze geluidgrenswaarden in zoverre in redelijkheid toereikend kunnen achten De in vergunningvoorschrift 2.2 gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" zijn ter plaatse van een aantal woningen hoger dan hetgeen de Handreiking toelaat. Het college heeft dit in zijn reactie op het deskundigenbericht en ter zitting erkend. Het bestreden besluit is, voor zover het de in vergunningvoorschrift 2.2 gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" betreft, in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht onzorgvuldig voorbereid. De beroepsgrond slaagt in zoverre Het college heeft in zijn reactie op het deskundigenbericht en ter zitting de Afdeling verzocht zelf in de zaak te voorzien door de in vergunningvoorschrift 2.2 gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" met 5 db(a) te verlagen. Ter onderbouwing van dit verzoek wijst het college er op dat het deskundigenbericht vermeldt dat bij naleving van vergunningvoorschrift 2.4 een reductie van het maximale geluidniveau vanwege het "rijden tankauto" van 5 db(a) haalbaar is. De door het college voorgestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" bedragen maximaal 73 db(a). Dit is nog steeds hoger dan de grenswaarde van 70 db(a) die in de Handreiking in de dagperiode aanvaardbaar wordt geacht. Vaststaat echter dat het niet mogelijk is maatregelen te treffen waardoor het maximale geluidniveau vanwege het rijden met de tankauto verder wordt gereduceerd. Op grond van paragraaf 3.2 van de Handreiking is het dan toelaatbaar de grenswaarde van 70 db(a) voor de dagperiode met ten hoogste 5 db(a) te overschrijden. Gelet hierop kunnen de door het college voorgestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" in redelijkheid toereikend worden geacht ter bescherming van geluidhinder. Gelet op het voorafgaande zal de Afdeling met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zelf voorziend de geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto",overeenkomstig het voorstel van het college, aanpassen. [appellant A] en anderen hebben ter zitting aangegeven dat zij zich met deze aanpassing kunnen verenigen [appellant A] en anderen stellen dat gevreesd moet worden voor geluidhinder vanwege verkeer van en naar de inrichting. Zij voeren aan dat in de berekeningen van het akoestisch onderzoek ten onrechte geen rekening is gehouden met het verkeer dat de inrichting via de uitrit verlaat en de Dalweg oprijdt.

5 Het college heeft bij de beoordeling van de geluidhinder van het verkeer van en naar de inrichting aansluiting gezocht bij de circulaire "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting: beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" van 29 februari 1996 (hierna: de circulaire). In de circulaire wordt een voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde aanbevolen Het akoestisch rapport vermeldt dat de veroorzaakte geluidbelasting door verkeer van en naar de inrichting maximaal 47 db(a) bedraagt bij de inrit ter plaatse van de woning aan de Hommelseweg 401, zodat wordt voldaan aan de voorkeurgrenswaarde. Het deskundigenbericht vermeldt dat het verkeer dat de inrichting via de uitrit verlaat en de Dalweg oprijdt, niet in het akoestisch onderzoek is betrokken. Nu de woningen aan de Dalweg echter verder van de weg zijn gelegen dan de woning Hommelseweg 401, is in het deskundigenbericht geconcludeerd dat naar verwachting ook voor die woningen de voorkeursgrenswaarde niet zal worden overschreden. In hetgeen [appellant A] en anderen hebben aangevoerd bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het gestelde in het deskundigenbericht onjuist is. Het college heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat op grond van de circulaire geen aanleiding bestaat de vergunning te weigeren. De beroepsgrond faalt. externe veiligheid 2.6. [appellant A] en anderen stellen dat gevreesd moet worden voor de veiligheid in de omgeving van de inrichting. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico voeren zij aan dat de tuin bij de woning Dalweg 2 binnen de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico (hierna: de PR-contour) is gelegen en dat deze tuin een kwetsbaar dan wel beperkt kwetsbaar object in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: het Bevi) is, omdat een tuin een object is waar mensen dag en nacht verblijven. Ook voeren zij aan, onder verwijzing naar een kaart van het kadaster, dat het achtererfgebied van de woning Dalweg 2 binnen de PR-contour is gelegen en dat dit achtererfgebied een geprojecteerd kwetsbaar object is, omdat woonbebouwing van het achtererfgebied volgens het bestemmingsplan toelaatbaar is. Daarbij voeren zij aan dat volgens het Besluit omgevingsrecht voor bouwactiviteiten in een achtererfgebied geen omgevingsvergunning is vereist. Voorts voeren zij aan dat binnen de PR-contour een voet- en fietspad is gelegen en dat dit voet- en fietspad een kwetsbaar dan wel beperkt kwetsbaar object in de zin van het Bevi is, omdat er in de ochtend en in de middag veel schoolgaande kinderen over het voet- en fietspad lopen en fietsen. Wat het groepsrisico betreft voeren zij aan dat het college het ten onrechte aanvaardbaar heeft geacht dat de woning aan de Hommelseweg 401 is gelegen binnen de grens van het gebied waar 1% van de blootgestelde aanwezigen ten gevolge van warmtestraling kan overlijden Het college heeft, hoewel het Bevi niet van toepassing is op het tankstation omdat dit geen inrichting in de zin van het Bevi is, voor de beoordeling van de veiligheid in de omgeving van de inrichting aansluiting gezocht bij de wijze van bepaling van de omvang van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico van het Bevi en daarbij een kwantitatieve risicoanalyse (hierna: QRA) laten uitvoeren. Wat het plaatsgebonden risico betreft, stelt het college zich op het standpunt dat binnen de PR-contour, zoals vastgesteld in bijlage 2 van de QRA, geen al dan niet geprojecteerde kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Bevi zijn gelegen. Voorts acht het college het groepsrisico, gelet op de uitkomsten van de QRA en met de voorgeschreven maatregelen, aanvaardbaar In artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel l, van het Bevi is bepaald wat in dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder kwetsbare objecten. In artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b, is bepaald wat moet worden verstaan onder beperkt kwetsbare objecten.

6 In artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel f, is bepaald dat onder geprojecteerd kwetsbaar object moet worden verstaan een nog niet aanwezig kwetsbaar object dat op grond van het voor het desbetreffende gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is Ten aanzien van het betoog met betrekking tot het achtererfgebied van de woning Dalweg 2, overweegt de Afdeling dat uit de in bijlage 2 van de QRA weergegeven tekening, die ten grondslag is gelegd aan het bestreden besluit, blijkt dat de PR-contour zich niet over het achtererfgebied uitstrekt, maar dat de PR-contour alleen voor een heel klein deel over het perceel naast de woning is gelegen. Op dat gedeelte van het perceel staat het bestemmingsplan geen woonbebouwing toe. Dit is bevestigd in het deskundigenbericht. De niet aanwezige woonbebouwing op het achtererfgebied is dus, hoewel een geprojecteerd kwetsbaar object, niet in de PR-contour gelegen. Het college heeft deze niet aanwezige woonbebouwing op het achtererfgebied bij de toetsing van het plaatsgebonden risico dan ook terecht buiten beschouwing gelaten Voorts is een tuin, anders dan [appellant A] en anderen aanvoeren, geen object waar mensen dag en nacht verblijven. De tuin bij de woning Dalweg 2 kan op die grond dan ook niet worden aangemerkt als een kwetsbaar object in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel l. Evenmin is een tuin een beperkt kwetsbaar object in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b. Hiertoe overweegt de Afdeling dat een tuin niet is genoemd in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en dat een tuin uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven en het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is, ook niet kan worden gelijkgesteld met de objecten als genoemd in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b. Het college heeft de tuin bij de woning Dalweg 2 dan ook terecht niet als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object in de zin van artikel 1 van het Bevi aangemerkt Wat het naast de inrichting gelegen voet- en fietspad aan de Hommelseweg betreft, overweegt de Afdeling dat een voet- en fietspad niet is genoemd als kwetsbaar object in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel l. Ook kan een voet- en fietspad niet worden gelijkgesteld met de kwetsbare objecten als genoemd in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel l. Het college heeft het naast de inrichting gelegen voet- en fietspad dan ook terecht niet aangemerkt als een kwetsbaar object in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel l. Voorts overweegt de Afdeling dat in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b, weliswaar objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, zijn aangemerkt als beperkt kwetsbare objecten, maar dat het naast de inrichting gelegen voet- en fietspad aan de Hommelseweg niet als zodanig kan worden gekwalificeerd. Reeds hierom heeft het college het naast de inrichting gelegen voet- en fietspad terecht niet als een beperkt kwetsbaar object in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b van het Bevi aangemerkt. Overigens is in de nota van toelichting bij het Bevi (blz. 14, Stb. 2004, 250) vermeld dat dit besluit geen betrekking heeft op infrastructurele voorzieningen, zoals wegen, parkeerplaatsen en fietspaden. Het college heeft het naast de inrichting gelegen voet- en fietspad aan de Hommelseweg dan ook terecht niet als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object in de zin van artikel 1 van het Bevi aangemerkt Met betrekking tot de woning Hommelseweg 401, overweegt de Afdeling dat het deskundigenbericht vermeldt dat de kans dat het door [appellant A] en anderen beschreven ongevalscenario zich voordoet, klein is. In dit verband is er in het deskundigenbericht op gewezen dat blijkens de aanvraag, die volgens het dictum van het bestreden besluit deel uitmaakt van de vergunning, maatregelen worden getroffen om de grootte van een plas te beperken, zoals het aanbrengen van een olie/benzineafscheider, en dat in vergunningvoorschrift 3.1 actief toezicht bij het lossen van een tankauto is voorgeschreven. Voorts is in het deskundigenbericht vermeld dat uit de berekeningen van de QRA blijkt dat het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarden uit het Bevi blijft. [appellant A] en anderen hebben niet aangevoerd dat de bevindingen in het deskundigenbericht in zoverre onjuist zijn. Er bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de aangevraagde activiteiten niet leiden tot een onaanvaardbaar groepsrisico in het gebied van de woning Hommelseweg 401.

7 Gelet op het voorafgaande geeft hetgeen [appellant A] en anderen aanvoeren geen aanleiding voor het oordeel dat met betrekking tot het plaatsgebonden risico en het groepsrisico niet wordt voldaan aan de eisen van het Bevi, zodat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat het college de vergunning in verband met de veiligheid in de omgeving van de inrichting had moeten weigeren. Geurhinder 2.7. [appellant A] en anderen stellen dat gevreesd moet worden voor geurhinder. Volgens hen had het college ter voorkoming van geurhinder voorschriften aan de vergunning moeten verbinden. Zij voeren aan dat het dampretour stage I systeem op slechts circa 5,5 meter van de woning Hommelseweg 401 wordt geplaatst Het college heeft in het bestreden besluit overwogen dat op de inrichting het Barim en de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Rarim) van toepassing zijn en dat in de Rarim maatregelen zijn gesteld ter beperking van geurhinder. Het college wijst er in dit verband op dat artikel 3.19 van de Rarim bepaalt dat de tankinstallatie zodanig moet zijn uitgevoerd dat bij het vullen van een opslagtank de vrijgekomen dampen door een gasdichte retourleiding worden teruggevoerd naar de tankwagen die de olie levert (dampretour stage I) en dat artikel 3.20 van de Rarim een zelfde soort systeem voorschrijft met betrekking tot het afleveren van lichte olie voor openbare verkoop aan motorvoertuigen (dampretour stage II). Het college stelt zich op het standpunt dat deze maatregelen toereikend zijn om onaanvaardbare geurhinder te voorkomen. Het college acht het daarom niet nodig om nadere voorschriften aan de vergunning te verbinden. [appellant A] en anderen hebben geen argumenten aangedragen die aanleiding geven voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op dit standpunt heeft kunnen stellen. De beroepsgrond faalt. Conclusie 2.8. Het beroep is gedeeltelijk gegrond. Het besluit van 22 juni 2010 dient, voor zover het de in vergunningvoorschrift 2.2 gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" betreft, wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd. De Afdeling zal op na te melden wijze in de zaak voorzien en bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond; II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem van 22 juni 2010, voor zover het de in vergunningvoorschrift 2.2 gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" betreft; III. bepaalt dat de geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau met betrekking tot "rijden tankauto" bedragen: Vergunningvoorschrift 2.2 Punt Omschrijving Hoogte [M] Rijden tankauto

8 1_A Woning Hommelseweg 401 1, B Woning Hommelseweg _A Achtergevel Hommelseweg 401 1,5 61 3_B Achtergevel Hommelseweg _A Voorgevel Hommelseweg 401 1,5 70 4_B Voorgevel Hommelseweg _A Zijgevel woning Dalweg 2 1,5 73 5_B Zijgevel woning Dalweg _A Achtergevel Dalweg 2 1,5 67 6_B Achtergevel Dalweg _A Woning Th. A. Kempislaan 1 1,5 64 7_B Woning Th. A Kempislaan _A Woning Hommelseweg 482 1,5 63 8_B Woning Hommelseweg _A Woning Hommelseweg 484 1,5 63 9_B Woning Hommelseweg _A Woning hoek Th. A. Kempislaan 1, _B Woning hoek Th. A. Kempislaan _A Woning hoek Hommelseweg 1, _B Woning hoek Hommelseweg _A Woning hoek St. Antonielaan 1, _B Woning hoek St. Antonielaan _A Schoolgebouw 1,5 60

9 14_A Woning Dalweg 2 1, _B Woning Dalweg IV. bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit; V. verklaart het beroep voor het overige ongegrond; VI. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Arnhem tot vergoeding van bij [appellant A], [appellanten C], [appellant D], [appellante E], [appellanten F], [appellant G] en [appellant H] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 693,81 (zegge: zeshonderddrieënnegentig euro en eenentachtig cent), waarvan 655,50 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen; VII. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Arnhem aan [appellant A], [appellanten C], [appellant D], [appellante E], [appellanten F], [appellant G] en [appellant H] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen. Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. W. Sorgdrager en mr. Y.E.M.A. Timmerman- Buck, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van staat. w.g. Van Kreveld w.g. Van der Zijpp voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 5 oktober 2011

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] ** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats],

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats], Essentie uitspraak: Het college heeft voorschriften in de milieuvergunning opgenomen t.a.v. van het stallen van lege ongereinigde tankwagens terwijl zij niet heeft aangetoond met deze voorschriften het

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Casus: Noot

Essentie uitspraak: Casus: Noot Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Essentie uitspraak: De jurisprudentie over het begrip "bijgebouw" in de zin van het Bro is niet bepalend voor de uitleg van het Bevi. Een berging valt op zichzelf niet onder de definitie van kwetsbaar

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder. Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is.

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is. Noot van de commissie: geen. De informatie in dit tekstkader

Nadere informatie

[vergunninghoudster A] en [vergunninghoudster B], beide gevestigd te Weesp, (hierna tezamen en in enkelvoud: vergunninghoudster), appellanten,

[vergunninghoudster A] en [vergunninghoudster B], beide gevestigd te Weesp, (hierna tezamen en in enkelvoud: vergunninghoudster), appellanten, Essentie uitspraak: Het vergunningsvoorschrift waarin wordt gesteld dat binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour geen kwetsbare objecten mogen voorkomen is naar oordeel van de Afdeling in redelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RVS:2013:283. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:RVS:2013:283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201469/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

1 van 6 7-11-2011 15:05 i nt deze ui t spr aak Uitspraken Pr ZAAKNUMMER 201008546/1/M1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 2 november 2011 TEGEN het college van gedeputeerde staten van Gelderland PROCEDURESOORT

Nadere informatie

1. de vereniging Vereniging Villapark De Zeven Heuvelen, gevestigd te Groesbeek, en anderen,

1. de vereniging Vereniging Villapark De Zeven Heuvelen, gevestigd te Groesbeek, en anderen, LJN: BC5225 Uitspraak 200703236/1. Datum uitspraak: 27 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. de vereniging Vereniging Villapark De Zeven Heuvelen, gevestigd te Groesbeek,

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie: deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Uitspraak in Hoofdzaak: Gezien het zwaarwegende belang van externe veiligheid, is het sluiten van het LPG-tankstation uit oogpunt van het plaatsgebonden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 12-04-2006 Zaaknummer 200503239/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN vfv) U u.^ 1 7 JUNI 2010 Datum 16 juni 2010 Ons nummer 200906837/1/R2 Uw kenmerk Onderwerp Woerden Bp

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, appellante,

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, appellante, Essentie Uitspraak: Vergunning emplacement terecht door gemeente geweigerd. Weigeringsgronden: 1. toename van het groepsrisico is niet gewenst, mede in relatie tot hetgeen in het beleidsplan ev is vastgelegd;

Nadere informatie

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007 Essentie uitspraak Bij de toetsing van een milieubeheervergunning (van een oliehandel) moet ook gekeken worden naar de bebouwingsmogelijkheden in de omgeving op basis van de bestemmingsplancapaciteit.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BA7586

ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 ECLI:NL:RVS:2007:BA7586 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 20-06-2007 Zaaknummer 200606594/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: Essentie uitspraak: Bij de ambthalve wijziging van de voorschriften van het LPG-tankstation heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat getoetst moest worden of er op grond van het groepsrisico

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk

Nadere informatie

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant

Nadere informatie

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201307623/1/R2 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=... pagina 1 van 5 02-05-2014 Uitspraak 201307623/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111372/1/A4 en 201111372/2/A4

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Uw kenmerk

Afdeling bestuursrechtspraak. Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Uw kenmerk Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Voorstel behandelwijze; jlbicid raaddd: 2^ v \ Pagina 1 van 1 GEMEENTE ROERMOND Sect.: Afd Gezien dir.; NR.; Raad van de gemeente Roermond Postbus 900 6040 AX

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van Soest, verweerder. Essentie uitspraak: Aanvullende veiligheidsvoorschriften op AMvB tankstations zijn mogelijk. Casus en uitspraak: Er is een oprichtingsvergunning voor een tankstation gevraagd. Bij dit tankstation (type

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201800454/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2524

Nadere informatie

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten,

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten, Essentie uitspraak: Gemeente heeft Ev-aspecten afdoende onderzocht. Noot van de commissie: In de praktijk is er vaak een discussie over de omvang van invloedsgebieden. De gemeente heeft dit probleem voorkomen

Nadere informatie

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Deze planversie NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 is ambtelijk opgesteld om uitvoering te geven aan de uitspraak LJN 201400955/1/R4 en

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

/1/A4. Datum uitspraak: 30 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te Nederweert,

/1/A4. Datum uitspraak: 30 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te Nederweert, Essentie uitspraak: Een specifieke situatie. De uitspraak geeft inzicht in de afwegingen omtrent het aansluiten bij de normstelling die vigerend was ten tijde van het indienen van de vergunningsaanvraag

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1722

ECLI:NL:RVS:2014:1722 1 van 5 16-9-2014 16:37 ECLI:NL:RVS:2014:1722 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-05-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201306176/1/R2 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288 Raad vanstate Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: INGEK. - 8 MEI ZOU DOC NR.: Raad van de gemeente Sint-Oedenrode Postbus 44 5490 AA SINT OEDENRODE Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 mei 2014 201 301 984/3/R3

Nadere informatie

Uitspraak 201109106/1/R3

Uitspraak 201109106/1/R3 pagina 1 van 6 Uitspraak 201109106/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 16 april 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED de raad van de gemeente Son en Breugel Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Uitspraak 201307838/3/R3 Raad van State Lees voor Lettergrootte Home Publicaties Veelgestelde vragen Contact Zoeken in Home Over de Raad van State Onze werkwijze Adviezen Uitspraken Agenda Pers Werken

Nadere informatie

Uitspraak /2/R3

Uitspraak /2/R3 pagina 1 van 6 Uitspraak 201506107/2/R3 Datum van uitspraak: woensdag 16 augustus 2017 Tegen: de raad van de gemeente Dordrecht Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak FS 1037IFS/ /FS

Afdeling bestuursrechtspraak FS 1037IFS/ /FS ~ Raad vanstate Betreft: P. TEESINK E.A. Afdeling bestuursrechtspraak ONTVAN GEN 2C, 11 OB AANTEKENEN Mr. F.F. Scheffer Postbus 4035 7200 BA ZUTPHEN Datum Ons nummer Uw kenmerk 24 november 2008 200807287/2/M2

Nadere informatie

Bij besluit van 16 februari 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" vastgesteld.

Bij besluit van 16 februari 2010 heeft de raad het bestemmingsplan Buitengebied 2009 vastgesteld. Essentie uitspraak: Op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen is er een verplichting tot het opnemen van een aanlegvergunningstelsel in de planregels. Het woord ''onevenredig'' opnemen

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx pagina 1 van 5 LJN: BO4229, Raad van State, 200910277/1/R2 Datum 17-11-2010 uitspraak: Datum 17-11-2010 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:Bij

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste

Nadere informatie

J.R.S. de Groot Heupner Niet vaststellen ontwerp-bp. Tiel-Oost Grotebrugse Grintweg 59 Procedure Beroep

J.R.S. de Groot Heupner Niet vaststellen ontwerp-bp. Tiel-Oost Grotebrugse Grintweg 59 Procedure Beroep 'Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Pagina 1 van 1 i--------- 1---------- 1 Raad van de gemeente Tiel Postbus 6325 4000 HH TIEL gemeente Tiel 17 IIOV. 2016 116.009880 Datum Ons nummer Uw kenmerk

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AN8825

ECLI:NL:RVS:2003:AN8825 ECLI:NL:RVS:2003:AN8825 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-11-2003 Datum publicatie 26-11-2003 Zaaknummer 200302880/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter-Che-M B.V., gevestigd te Beuningen, appellante,

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter-Che-M B.V., gevestigd te Beuningen, appellante, Essentie uitspraak: In het bestreden besluit heeft het college niet nader geconcretiseerd welke nadelige effecten buiten de inrichting er niettemin ten gevolge van explosies, eventueel gevolgd door brand,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2812

ECLI:NL:RVS:2014:2812 ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671 Uitspraak 201006127/1/H2 Datum van uitspraak: woensdag 9 februari 2011 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Borne Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

de deelraad van het stadsdeel Noord (thans: de raad van de gemeente Amsterdam), verweerder.

de deelraad van het stadsdeel Noord (thans: de raad van de gemeente Amsterdam), verweerder. Essentie uitspraak: De Afdeling oordeelt dat de deelraad niet onterecht een wijzigingsvoorwaarde wat de bouwhoogte betreft heeft gehanteerd. De Afdeling geeft aan dat de deelraad een groter gewicht aan

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk , Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1 AANTEKENEN Raad van de gemeente Montfoort Postbus 41 3417ZG MONTFOORT 04 nov 2016/1106 Datum 3 november 2016 Ons nummer 201607060/1/R2 Uw kenmerk

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak

Afdeling bestuursrechtspraak V^Q^^tC Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Haarlem Postbus 511 2003 PB HAARLEM Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 februari 201 2 201103578/1 /Rl Onderwerp Behandelend ambtenaar Haarlem H.J. Briedé-Elferink

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 Uitspraak 201208182/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 8 mei 2013 TEGEN de raad van de gemeente Veghel PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State E03.98.0090. Datum uitspraak: 24 februari 2000 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. de stichting "Stichting Borssele 2004+" te Borssele, 2. de stichting "Stichting

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AV6241

ECLI:NL:RVS:2006:AV6241 ECLI:NL:RVS:2006:AV6241 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-03-2006 Datum publicatie 22-03-2006 Zaaknummer 200506182/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

de raad van de gemeente Sittard Geleen,

de raad van de gemeente Sittard Geleen, deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Ook bij een bestemmingsplan met hoofdzakelijk een beheersfunctie moet binnen het invloedsgebied van een LPG tankstation een verantwoording van het groepsrisico

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 31 december 2009 in zaak nr. 09/272 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 31 december 2009 in zaak nr. 09/272 in het geding tussen: Uitspraak 201001294/ 1/H2 gevonden via " pagina l van 5 Uitspraken ZAAKNUMMER 201001294/1/H2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 13 oktober 2010 TEGEN het college van burgemeester en wethouders van Emmen PROCEDURESOORT

Nadere informatie

Uitspraak 201405317/1/A4

Uitspraak 201405317/1/A4 Uitspraak 201405317/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 4 februari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Ede Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland,

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland, Uitspraak 201205425/lIR4 gevonden via" Page 1 of5 Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED 201205425/1/R4 woensdag 13 februari 2013 de raad van de gemeente Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

onder c, van het Activiteitenbesluit milieubeheer een afstand van minimaal 15 m tussen de opstelplaats van een gasdrukmeet- en regelstation en een

onder c, van het Activiteitenbesluit milieubeheer een afstand van minimaal 15 m tussen de opstelplaats van een gasdrukmeet- en regelstation en een Essentie uitspraak: In onderhavig plan is een woning binnen de veiligheidsafstand van een gasdrukmeet- en regelstation geplaats die geldt vanuit het Activiteitenbesluit milieubeheer. De raad heeft aan

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1374

ECLI:NL:RVS:2017:1374 ECLI:NL:RVS:2017:1374 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601540/1/A1 Eerste

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77973

Nadere informatie

Bij besluit van 27 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Amstelkwartier tweede fase" vastgesteld.

Bij besluit van 27 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan Amstelkwartier tweede fase vastgesteld. Essentie uitspraak: De Afdeling oordeelt dat overschrijding van de oriëntatiewaarde overeenstemming met het uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening niet per definitie in de weg staat. De oriëntatiewaarde

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2790

ECLI:NL:RVS:2014:2790 1 van 6 28-7-2014 15:37 ECLI:NL:RVS:2014:2790 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201400507/1/R3 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1. Uw kenmerk. Onderwerp

A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1. Uw kenmerk. Onderwerp Raad vanstate A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1 2 8 JUN! 2018 Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN Oeh. Ambt. Ştreefdat.: Afschr.: ÏÒ&U B.V.O.: 18.012969 j RP

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Bij besluit van 13 oktober 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Nijmegen-Lindenholt" vastgesteld.

Bij besluit van 13 oktober 2010 heeft de raad het bestemmingsplan Nijmegen-Lindenholt vastgesteld. Essentie uitspraak: De Afdeling heeft geoordeeld dat zoals gesteld wordt in het onderzoeksrapport van Oranjewoud, cumulatie van verschillende risicobronnen niet te berekenen is. Dit moet kwalitatief beschouwd

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats], 2. [appellanten sub 2] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te [woonplaats],

1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats], 2. [appellanten sub 2] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te [woonplaats], LJN: BO9160, Raad van State, 201003274/1/R3 Datum uitspraak: 29-12-2010 Datum publicatie: 29-12-2010 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie