Kerkhof Sint Mariaklooster

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kerkhof Sint Mariaklooster"

Transcriptie

1 Inventariserend Veldonderzoek Nes 116 Amsterdam (2012) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 83, 2015 Jerzy Gawronski, Jørgen Veerkamp Met medewerking van Maja d Hollosy

2 Inhoud Basisgegevens Inleiding Achtergronden en vraagstellingen Historische achtergronden Vraagstellingen en methodiek Sporen en structuren Waterkelder en waterput Grafkisten De gearticuleerde skeletten Losse skeletresten Conclusie Waardestelling en selectieadvies Literatuur Bijlage 1 Sporen Bijlage 2 Vondsten Bijlage 3 Rapport fysische antropologie Inleiding Methoden Resultaten

3 Basisgegevens Toponiem Nes 116 Adres Nes Kadaster ASD18 V RD coördinaten NW X Y NO X Y ZO X Y ZW X Y TOPO code MA NES12 OM nummer Bevoegd gezag Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Centrum Uitvoerder Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie Beheer en plaats documentatie Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie 1 Inleiding Op 10 mei 2012 heeft de afdeling Archeologie van Bureau Monumenten & Archeologie (sinds 1 januari 2015 rve Monumenten en Archeologie) in samenwerking met het Amsterdams Archeologisch Centrum (AAC) van de Universiteit van Amsterdam een Inventariserend Onderzoek uitgevoerd in de achterbouw van perceel Nes 116. Aanleiding was de vondst van menselijke skeletresten die tijdens bouwwerkzaamheden bij toeval werden ontdekt toen de kruipruimte dieper werd uitgegraven dan in het bouwplan was voorgeschreven. Langs de Nes waren in de late middeleeuwen verschillende kloosters en een gasthuis gevestigd. De locatie Nes 116 heeft een hoge archeologische waarde omdat ter hoogte van dit deel van de Nes vanaf 1417 het Sint Mariaklooster heeft gestaan dat tot 1585 in gebruik bleef. In de 17de eeuw zijn er woonhuizen op het kloosterterrein gebouwd. Enkele daarvan zijn in 1908 vervangen door het huidige dubbelpand Nes Het IVO was er op gericht om vast te stellen wat de achtergronden en herkomst van de menselijke resten waren en of Nes 116, gezien de bouwgeschiedenis van deze locatie, mogelijk verband hield met de situering van het kerkhof en dus het kloosterhof van het 15de eeuwse Sint Mariaklooster. 4

4 1 Het plangebied Nes binnen het stadsdeel Centrum.. 5

5 2 Achtergronden en vraagstellingen 2.1 Historische achtergronden Vanaf het midden van de 14de eeuw kwamen in Amsterdam instellingen op voor burgers die een spiritueel leven wilden leiden. De stichters waren geïnspireerd door de Moderne Devotie, een hervormingsbeweging die leken ertoe aanzette om leefgemeenschappen te vormen en als nonnen of monniken te kunnen leven zonder de kerkelijke gelofte van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid te hoeven afleggen. De oudste religieuze instelling in Amsterdam was een huis voor vrome vrouwen aan het Spui dat vanaf ca uitgroeide tot het huidige Begijnhof. Aan het einde van de 14de eeuw gingen enkele van deze leefgemeenschappen over tot een kloosterorde. Toen werden de eerste drie kloosters in Amsterdam opgericht: het Oude Nonnenklooster, het Karthuizerklooster en het Regulierenklooster. Het eerste lag aan de Kloveniersburgwal vlak bij de Nes, de andere twee, beiden mannenkloosters, lagen buiten de stad. Dankzij legaten en schenkingen van vermogende burgers groeide het kerkelijk vermogen en mede door deze financiële ondersteuning werden vanaf 1397 tot 1513 nog 18 kloosters in de stad gesticht. 1 De meeste kloosters traden toe tot de Orde van Franciscus of die van Augustinus. De kloosters waren vooral gevestigd in het relatief lege (zuid)oostelijk deel van Amsterdam. De meesten groeiden uit tot omvangrijke complexen rond een kloosterhof met woningen, kapel, refter (eetzaal), slaapzaal, keuken, washuis en zelfs een boomgaard, moes en kruidentuin. Doordat de gebouwen rond een centrale hof binnen tuinmuren lagen waren de kloostergemeenschappen van de buitenwereld afgesloten. 2 Het leven van de nonnen speelde zich hoofdzakelijk af binnen deze kloostermuren. De kloosterkapellen en kerken dienden evenals het kloosterhof als plek waar de kloosterlingen werden begraven. Archeologisch onderzoek heeft hiervan in Amsterdam verschillende voorbeelden opgeleverd. 3 Alles bij elkaar namen de kloostercomplexen een groot deel van het stedelijk gebied in beslag. Op de stadsplattegrond van Anthonisz. uit 1544 steekt de open structuur van de meeste kloosterterrein duidelijk af tegen de hoge dichtheid van de omringende bebouwing (afb. 2). Het stadsbestuur, dat te kampen had met ruimte gebrek in de stad waar de overbevolking toenam, keek met groeiende belangstelling naar deze arealen die goed gebruikt zouden kunnen worden voor de vestiging van woningen en openbare instellingen. In 1578 vond er een politieke omwenteling plaats in Amsterdam. Het stadsbestuur koos de zijde van de Opstand tegen de Spaanse overheersing en de daarmee verbonden katholieke repressie. Na deze Alteratie kwamen alle katholieke eigendommen in de stad ter beschikking van het nieuwe, protestantse, stadsbestuur. Voormalige kloostergebouwen en terreinen kregen een andere seculiere bestemming als ziekenhuis, zwakzinnigen tehuis (Dolhuis), detentie instellingen (rasphuis, spinhuis), weeshuis, logement voor hoge gasten van het stadsbestuur, vleeshal of woning of werkplaatslocatie. 4 Ondanks dat de functie van de kloosterterreinen zich wijzigde bleef de gebouwde structuur in de meeste gevallen eerst nog tijd intact. 1 Gawronski 2012, Burger 1997, Het woord klooster is afgeleid van het Latijnse woord claustrum, wat omheining of afsluiting betekent. 3 Geertruidenklooster (vindplaats GEER, 1984), Clarissenklooster (vindplaats KA 1995), Minderbroedersklooster (vindplaats MON, 2001 en OZA9, 2008), Nieuwe Nonnenklooster (vindplaats OTM 2004),. 4 Bakker 2004,

6 2 Detail uit de plattegrond van Cornelis Anthoniszn. uit 1544 met de kloosters langs het zuidelijk deel van de Nes en directe omgeving: Sint Mariaklooster (1), Nieuwe Nonnenklooster (2), Oude Nonnenklooster (3), Sint Agnesklooster (4), Sint Catharinaklooster (5), Sint Claraklooster (6), Sint Barbaraklooster (7), Sint Maria Magdalenaklooster (8), Sint Margarethaklooster (9) en Cellebroedersklooster (10) Sint Mariaklooster Het Sint Mariaklooster is waarschijnlijk kort voor 1417 gesticht. 5 Het was een vrouwenconvent van de Derde Orde der Franciscanen en behoorde tot het kapittel van Utrecht. 6 Het lag binnen de vierhoek Rokin, Langebrugsteeg, Nes en Kalfsvelsteeg, in de 16de eeuw nog Mariënstraetgen geheten. De stadsplattegrond van Cornelis Antonisz. uit 1544 (afb. 2) toont het klooster in een traditionele kloosteropbouw met een kapel aan een kloosterhof dat verder werd omgeven door langgerekte gebouwen met twee verdiepingen die het hof naar buiten afsloten (afb 3). Uit historische bronnen is bekend dat in het gebouw langs de Nes het Patershuis, het was en weefhuis gevestigd waren, dat in de zuidwesthoek het brouwhuis, het hooihuis en de koestal stonden en dat het lange gebouw langs het Rokin de refter, de keuken, de slaapzaal en waarschijnlijk ook een ziekenzaal en gastenverblijf herbergde. Aan de kopse kant langs de Langebrugsteeg stonden enkele huizen die door het klooster werden verhuurd. 7 Na de Alteratie in 1578 bleef het complex staan, maar de orde werd in 1585 opgeheven. Hierna nam de Admiraliteit, die van het stadsbestuur meerdere gebouwen van verschillende kloosters kreeg toegewezen, de kapel van het Mariaklooster in gebruik. Vervolgens fungeerde de voormalige kapel van 1616 tot 1633 als lakenhal en werd daarna verbouwd tot het woonhuis Rokin 93. Dit pand heeft nog tot in de 19de eeuw bestaan (afb. 5). Op de plattegrond van Van Berckenrode uit 1625 is de hoofdstructuur van het voormalig kloostercomplex 40 jaar na opheffing nog herkenbaar in het stadsbeeld, maar de invulling ervan was al sterk gewijzigd (afb. 4). De voormalige langgerekte kloostervleugels langs de Nes en het Rokin waren opgedeeld in, of reeds vervangen door, huizen en het voormalig kloosterhof was met achterhuizen dichtgezet. 5 Eeghen 1941, Het kapittel, het hoogste orgaan van een orde, had als belangrijkste taak om de tucht en de uniforme kloostergebruiken te handhaven. 7 Eeghen 1941, in Bonke1991,

7 3 Een 18de eeuwse impressie van het Mariaklooster gebaseerd op de plattegrond van Anthoniszoon uit 1544 gezien in zuidwestelijke richting, gepubliceerd in Wagenaars beschrijving van Amsterdam uit Detail uit de plattegrond van Van Berckenrode uit De langgerekte hoofdgebouwen van het voormalige Mariaklooster langs de Nes en het Rokin zijn opgesplitst of zelfs geheel vervangen door individuele huizen. Het oorspronkelijke open kloosterhof is gedeeltelijk dichtgezet met achterhuizen 8

8 Tegelijkertijd veranderde ook het infrastructurele karakter van de Nes. Wat eerst een achterafverbinding was tussen kloosters en langs het Pietersgasthuis, groeide vanaf het einde van de 16de eeuw uit tot een straat met ambachtslieden en winkeliers. Eind 18de eeuw kwam daar nog een bloeiend uitgaansleven bij met de vestiging van tapperijen, danstenten en theaters. De Nes werd roemrucht vanwege zijn danszalen en uitspanningen waarvan Salon de Variétés, Frascati en de Brakke Grond de bekendste waren. Vanaf 1879 werden in het voor en najaar tabaksveilingen gehouden in het Frascati theater. Hierdoor ontstond een concentratie van tabaksmakelaars in de Nes. Zij kochten in van de cultuurmaatschappijen die de tabak uit Indië aanleverden en verkochten deze door aan tabakshandelaren. De tabak werd gekeurd in zogenaamde monsterzalen. Eén van deze tabaksmakelaars was A. Mayer, die in 1908 het dubbelpand Nes als kantoorpand met aan de achterzijde een tabaksmonster zaal liet bouwen. Dit pand, in de stijl van de Nederlandse Jugendstil naar een ontwerp van architect K. Th. Nienaber, 8 werd gebouwd ter hoogte van het voormalige kloosterhof van het Sint Mariaklooster. 5 De voormalige kapel van het St Mariaklooster werd na 1633 verbouwd tot het woonhuis Rokin 93 en pas aan het einde van de 19de eeuw gesloopt. Links een tekening van H.P. Schouten uit 1774, rechts van B. Bruynesteyn kort voor de sloop (Stadsarchief Amsterdam) 8 Mattie,

9 2.2 Vraagstellingen en methodiek Naar aanleiding van de telefonische melding op 8 mei 2012 van een vondst van menselijk skeletresten bij de verbouwing van pand Nes heeft de afdeling Archeologie BMA op 10 mei 2012 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) uitgevoerd. De vondstlocatie bevond zich in een kruipruimte onder het achterhuis van dit perceel dat via de kelder onder het voorhuis van Nes 116 kon worden bereikt (afb. 7). De overblijfselen werden bij toeval aangetroffen toen het grondniveau in de noordwestelijke helft van de ruimte tussen de funderingsmuren van het achterhuis verder werd verlaagd dan volgens het geldende bouwplan nodig was. De archeologische sporen bestonden uit zeer vergane fragmenten van zes houten grafkisten en een aantal menselijke skeletten die in anatomisch verband waren vrijgekomen. Verder bevatte ook de verwijderde bovengrond losse skeletresten en wees een eerste sondering met een 30 cm lange meetpen uit dat ook onder de ontgraven kisten harde structuren, waarschijnlijk nog een laag graven, aanwezig was. Vanwege de aanwijzingen dat het niet om losse vondsten ging, maar om graven die onderdeel uitmaakten van een groter complex begravingen, rees de vraag in hoeverre de skeletresten verband hielden met begravingen in het voormalige Sint Mariaklooster dat van 1417 tot 1585 ter hoogte van de vindplaats in gebruik was. Een tweede hiermee samenhangende vraag was of het perceel Nes 116 topografisch te koppelen viel aan de locatie van het kerkhof van het klooster. In het kader van het IVO zijn niet alleen de grafkisten in situ gedocumenteerd maar ook de andere aanwezige structuren en sporen in de kruipruimte. Vanwege het waarde stellende karakter beperkte het onderzoek zich, afgezien van een prikpen sondering, tot de direct zichtbare archeologische sporen en structuren en is het vlak niet verder verdiept. Ten behoeve van houtsoort determinatie en datering is een dendrochronologisch monster genomen van de minst aangetaste grafkist. De reeds vrij gelegde skeletresten zijn in het archeologisch vlak gedocumenteerd en in overleg met de fysisch antropoloog Mevr. dr. E. Smits (AAC/ Universiteit van Amsterdam) verzameld voor onderzoek ex situ ten behoeve van informatie over geslacht, leeftijd en ziekte verschijnselen. Vanwege het belang van een integraal behoud van de vindplaats zijn de opgegraven skeletresten in augustus 2012 teruggeplaatst en is de grond in de kruipruimte aangevuld tot aan het oorspronkelijke niveau waarna het vloervlak is betegeld. Het IVO is uitgevoerd door het veldteam van de afdeling Archeologie van BMA volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2. Het vlak is gedocumenteerd middels digitale fotografie en een tekening op schaal 1:

10 3 Sporen en structuren De kruipruimte onder het achterhuis van Nes 116 was 5,70 x 4,20 m. De muren bestonden uit de funderingsmuren van het pand uit De onderzijde van dit muurwerk (S 1) (afb. 6) was opgetrokken uit handgevormde hergebruikte bakstenen die met portland cement zijn gemetseld. Waarschijnlijk zijn de bakstenen afkomstig van de bouwmuren van de 17de eeuwse voorganger van het huidige pand. 9 Na een 20 cm brede versnijding ging het opgaande werk over in een modernere paarsbruine Waalsteen. 10 Parallel aan de westelijke muur was in de kruipruimte een restant van de 17de eeuwse achtergevel van Nes 116 ( S 4) zichtbaar Sporenkaart en situatieschets 3.1 Waterkelder en waterput Langs de zuidelijke wand van de ruimte waren in het vloerniveau ( 0,20 m NAP) een waterkelder (S 2) en een waterput (S 3) ingegraven (afb. 6, 7). De waterkelder was 3,3 x 1,4 m en had een gedeeltelijk intact gewelf (top op 0,20 m NAP). Aan de binnenzijde was de bak tot aan de gewelfaanzet bekleed met een klamplaag van baksteen op z n plat. Inclusief deze klamplaag was 9 Formaat:18/20,5/21,5 x 8,5/9,5 x 3,5 cm, vermoedelijk 17de eeuw. 10 Formaat: 20/20,5 x 9,5/10,5 x 5 cm. 11 Bouwhistorische opname David Derksen, BMA mei

11 de wand van de bak anderhalfsteens dik, het gewelf was halfsteens uitgevoerd. Voor het metselwerk was gebruik gemaakt van donkerpaarse klinkers. 12 De bak was grotendeels gevuld met grond en puin, waardoor de diepte niet kon worden opgemeten. Het gebruik van een klamplaag en het type baksteen zijn aanwijzingen voor een 18de eeuwse datering van de waterkelder. 7 De waterkelder (S 2) en waterput (S 3) in de kruipruimte onder de achterbouw Nes 116 De waterput had een bakstenen mantel (bovenkant 0,20 m NAP). De rand was halfsteens 13, had een buitendiameter van 85 cm en stak 2 m diep. Het diepere deel van de put bestond uit minstens één houten ton. De put was minimaal 2,40 m diep en onderin stond water (op 2,60 m NAP). Zowel de waterkelder als de put hoorden bij bebouwing van na de kloosterfase. 3.2 Grafkisten Het loopvlak in het oostelijke deel van de ruimte bestond uit donkere humeuze venige klei (S 12). De bovenkant van deze kleilaag lag op ca. 0,10 m NAP (ca. 1,1 m onder huidig maaiveld), maar was mogelijk oorspronkelijk hoger vanwege vergraving bij de bouwwerkzaamheden. De kleilaag was minimaal 70 cm dik (doorlopend tot ca. 0,80 m NAP) en bevatte losse menselijke skeletresten (NES12 7). In het westelijke deel was een strook van 1,3 x 3 m verdiept tot 0,70 0,78 m NAP. Op dit niveau (S 11) bevonden zich in de humeuze klei overblijfselen van zes eikenhouten grafkisten (S 5 t/m S 10), die op in situ begravingen uit het verleden wezen. Het resterende westelijke deel was verdiept tot 0,80 m NAP, maar hier ontbraken verdere sporen van graven. Toch waren er ook andere aanwijzingen dat hier meer graven aanwezig waren dan alleen de vrijgelegde grafkist restanten. Ten eerste waren in het talud van het niet ontgraven oostelijk deel van de ruimte (S 12) de randen van nog meer grafkisten en ook skeletresten zichtbaar. Verder werd uit de sonderingen met een 30 cm lange meetpen duidelijk dat zich onder de ontgraven kisten waarschijnlijk nog een laag grafkisten bevond. 12 Formaat: 18,5 x 9 x 3,5 cm. Het baksel was geel geaderd. 13 Roodbruin, 18,5 x 8,5 x 3,6 cm 12

12 De in situ grafkisten (S5 t/m S 10) waren grotendeels beschadigd en het hout was sterk vergaan. Van de meeste kisten waren slechts de randen bewaard. Hieruit kon worden opgemaakt dat vijf kisten (S 6 t/m S 10) in een rij noord zuid naast elkaar lagen en in de lengterichting oostwest waren georiënteerd. De vijf kisten lagen strak tegen elkaar aan en een zesde kist (S 5) was ten westen van deze rij gesitueerd, met het voeteinde direct tegen het hoofdeinde van de oostelijk gelegen kist aan. De kistcontouren wezen uit dat de kisten aan het hoofdeinde breder waren dan aan het voeteneind. Bij één kist (S 9) was de bodem nog intact (afb. 9). Deze was 1,74 m lang, aan het hoofdeinde 54 cm en aan het voeteneinde 24 cm breed. Uit dendrochronologisch onderzoek van een houtmonster (NES12 6) bleek de boom waaruit de bodem was gezaagd in 1567 was geveld. 14 Deze datering brengt de grafkisten in direct verband met het voormalige Sint Mariaklooster kerkhof dat minimaal tot 1582 in gebruik was. 3.3 De gearticuleerde skeletten Ondanks dat de kisten voor het merendeel waren verstoord en niet meer intact waren, lagen in drie kisten de skeletdelen nog in anatomisch verband (S 6 met NES12 1, S 9 met NES12 2 en S 10 met NES12 4; afb. 8 en 10). De drie lichamen waren met het hoofd naar het westen bijgezet. 15 In eerste instantie werden tijdens het veldwerk ook de skeletresten die tussen de kisten S 9 en S 10 lagen (NES12 3) beschouwd als een individueel skelet, maar het fysisch antropologisch onderzoek naderhand wees uit dat het om de overblijfselen van minimaal twee vrouwen ging. 8 Kist S 9 met skelet NES12 2, een van de drie skeletten in anatomisch verband (gearticuleerd) 14 Dendrodatering NES12 6 (1567), Deutches Archäologisches Institut, K U Heuβner, Berlijn De kistvulling onder de schedel van individu NES12 2 werd bemonsterd (NES12 5) ten behoeve van pollenonderzoek, dat zou kunnen uitwijzen of er tijdens de begraving bloemen bij het lichaam in de kist zijn gelegd, mededeling E. Smits AAC. Dit onderzoek viel buiten het kader van het IVO en is niet uitgevoerd. 13

13 De fysische antropologisch analyse van de gearticuleerde skeletten heeft verschillende kenmerken van de drie individuen opgeleverd die hier kort zijn samengevat. 16 In één geval ging het om een jonge vrouw van jaar (skelet NES12 1) met een, op twee kiezen na, gaaf gebit. Het skelet vertoonde geen sporen van ziekten of ongelukken. Het tweede individu betrof een 1,61 m lange vrouw tussen de jaar oud (NES12 2). Ondanks haar relatief jonge leeftijd had de vrouw een zeer slecht gebit en leed ze aan ernstige gezondheidsproblemen, mogelijk al vanaf haar jeugd. De derde begraving was eveneens een jonge vrouw (skelet NES12 4), tussen de 20 en 25 jaar met een lengte van 1,66 m, zonder verdere sporen van ziekten of ongelukken. 3.4 Losse skeletresten Naast de skeletresten van drie individuen leverde de vindplaats een reeks losse skeletonderdelen van meerdere individuen op. Voor een klein deel ging het om materiaal dat binnen de context van de grafkisten (S 11) is aangetroffen, namelijk de botten van de twee eerder genoemde vrouwelijke individuen die zich tussen twee grafkisten bevonden (NES12 3) en om enkele botten die met skelet NES12 2 waren vermengd maar aan een tweede individu toebehoorden. Voor het resterende en overgrote deel waren de losse skeletresten (NES12 7) afkomstig uit de kleilaag (S 12) boven de grafkisten die van 0,10 tot 0,78 m NAP was ontgraven. In totaal ging het om 49 beenderen en botstukken. Deze behoorden toe aan minstens 9 volwassen of jong volwassen individuen tussen de 21 en 60 jaar, waaronder minimaal 4 vrouwen en minimaal 2 mannen. Gezien de stratigrafische context kan worden aangenomen dat deze skeletdelen afkomstig zijn van graven die zijn geruimd en verstoord bij bouwwerkzaamheden aan het pand Nes 116, in de 17de eeuw of bij de laatste bouwfase in Van grafkist S 9 was de taps toelopende bodem nog intact. Na opname van het skelet NES12 2 werd uit de bodem een houtmonster (NES12 6) gezaagd voor een dendrochronologische datering van de grafkist (1567) 16 De rapportage van het fysisch antropologisch onderzoek is integraal opgenomen in bijlage 3. 14

14 10 De zes (fragmenten) grafkisten (sporen 5 t/m 10) waren ingegraven in humeuze kleigrond (S 11) en oorspronkelijk afgedekt met de humeuze klei S 129niet op foto). De grafkisten in situ bevatten de skeletten NES12 1 (S 6), NES12 2 (S 9) en NES12 4 (S 10). 15

15 4 Conclusie Tussen 1393 en 1494 werden 21 kloosters in Amsterdam gesticht. Zes van deze kloosters waren gelegen langs de Nes in het zuidoostelijk deel van de middeleeuwse stad. Ter hoogte van het dubbelpand Nes , dat uit 1908 dateert, lag vanaf 1417 tot 1582 het Sint Mariaklooster. Het was een uitgebreid complex, bestaande uit een kloosterhof met kapel dat als kerkhof diende met daarom heen verschillende utiliteitsgebouwen, zoals een was en weefhuis, een brouwerij, een hooi en koeienstal, eetzaal en keuken en ziekenzaal en gastenverblijf. Bij de protestante bestuurswisseling van Amsterdam in 1578 werden de bezittingen van het Sint Mariaklooster en zoals die van alle andere katholieke instellingen onteigend en kregen de gebouwen nieuwe bestemmingen. Op de plaats van het Sint Mariaklooster werden in de 17de eeuw woonhuizen gebouwd. Bij een verbouwing van pand Nes 116, waarbij de kruipruimte van de achterbouw in afwijking van het bouwplan tot 0,80 m NAP werd verdiept, werden menselijke skeletresten gevonden. Na melding van de vondst heeft BMA in mei 2012 een Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd, waarbij de vraag centraal stond of het om in situ begravingen ging die mogelijk verband hielden met de aanwezigheid van het voormalige kerkhof van het Sint Mariaklooster. De ondergrond van de kruipruimte bestond uit een humeuze donkere kleilaag waarvan de bovenzijde in het oostelijk deel op 0,10 m NAP (ca. 1,1 m onder maaiveld) lag. Aan het oppervlak van dit loopvlak, dat mogelijk bij de verbouwing is vergraven en oorspronkelijk hoger lag, waren losse menselijke botten zichtbaar. Deze laag was ca. 70 cm dik en dekte een niveau van grafkisten af waarvan er zes op een rij op ca. 0,70 NAP zijn aangetroffen. De kisten waren in de lengte oostwest georiënteerd en lagen nog op hun oorspronkelijke plek, strak naast elkaar geplaats. Het eikenhout was sterk vergaan en ook de kisten waren beschadigd en incompleet. Van de intacte bodem van één exemplaar konden de maten worden herleid: 1,74 m lengte met een hoofdeinde (54 cm) dat breder was dan het voeteneinde (24 cm). Een dendrochronologische datering van de bodem leverde een veldatum op van Drie kisten bevatten skeletdelen die nog in anatomisch verband lagen en met hun hoofd naar het westen waren bijgezet. Fysisch antropologisch onderzoek door dr. E. Smits en drs. M. d Hollosy (Amsterdams Archeologisch Centrum/ Universiteit van Amsterdam) wees uit dat de drie skeletten uit de grafkisten afkomstig waren van jonge vrouwelijke individuen tussen de 20 en 34 jaar. Direct tussen de kisten lagen de overblijfselen van nog eens twee jonge vrouwen. De kleilaag boven de grafkisten bevatte een reeks van losse skeletresten, die afkomstig waren van negen individuen, waaronder minimaal vier vrouwen en minstens twee mannen. De aanwezigheid van de grafkisten houdt zonde twijfel verband met de locatie van het voormalige kerkhof van het Sint Mariaklooster onder pand Nes 116. Het gaat immers om in situ graven die onderdeel vormen van een groter complex aan begravingen. Een sondering wees uit dat zich onder het vrijgelegde niveau van grafkisten nog een laag kisten bevindt. Ook is vastgesteld dat het talud van de kleilaag nog meer restanten van grafkisten en losse botten bevat. De dendro datering 1567 sluit aan bij de gebruiksperiode van het kerkhof en ook de overgrote vertegenwoordiging van vrouwelijke individuen onder de skeletresten correspondeert met de begravingen die men zou verwachten op een kerkhof van een nonnenklooster. 17 De losse botten 17 De aanwezigheid van skeletten van enkele mannelijke individuen is in deze context niet ongewoon. Zie conclusie Fysische Antropologie (bijlage 3). 16

16 zijn waarschijnlijk het resultaat van ruimingen en verstoringen van de hier aanwezige graven vanwege bouwwerkzaamheden bij de herinrichting van het kloosterterrein vanaf de 17de eeuw. De waterkelder en waterput langs de zuidmuur van de kruipruimte zijn structuren die verband houden met het gebruik van het terrein na de kloosterfase. Op basis van de gebruikte baksteen en de aanwezigheid van een baksteenklamplaag aan de binnenzijde van de bak kan de waterkelder in de 18de eeuw worden gedateerd. De waterput bestond uit een ingegraven houten ton waarop een bakstenen putrand was gemetseld. Dergelijke putten zijn weliswaar bekend vanaf de late middeleeuwen, maar omdat het niet gebruikelijk is om een dergelijke drinkwatervoorziening op een kerkhof aan te leggen, is de put gerelateerd aan de bouw van woonhuizen in de 17de eeuw. 4.1 Waardestelling en selectieadvies Het IVO op de Nes (vindplaats NES12) heeft aangetoond dat op slechts 1 m onder het huidige maaiveld sporen van het kerkhof cq. kloosterhof van het Sint Mariaklooster ( ) bewaard zijn gebleven. Vindplaats NES12 Waarden Criteria Scores Beleving Schoonheid n.v.t. Herinneringswaarde n.v.t. Fysieke kwaliteit Gaafheid 2 (midden) Conservering 3 (hoog) Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid 3 (hoog) Informatiewaarde 3 (hoog) Ensemblewaarde 3 (hoog) Representativiteit 3 (hoog) De begravingen op dit kerkhof zijn niet meer zichtbaar en hebben daarom geen belevingswaarde. Aangezien een deel van de bijzettingen is verstoord door bouw en sloopwerkzaamheden in het verleden zijn de aangetroffen bijzettingen van middelmatige gaafheid (waarderingsscore 2).Op basis van de goede staat waarin de skeletten in anatomisch verband verkeren scoort de conservering hoog (waarderingsscore 3). Voor de criteria zeldzaamheid, informatiewaarde, ensemblewaarde en representativiteit geldt een hoge score voor de archeologische sporen (waarderingsscore 3). Vanwege het belang van een integraal behoud van de vindplaats zijn daarom de opgegraven skeletresten na het fysisch antropologisch onderzoek in augustus 2012 op hun oorspronkelijke plek herbegraven. Daarna is het loopvlak in de kruipruimte weer tot de oorspronkelijke hoogte teruggebracht en betegeld. Met deze waardering onderstreept de uitkomst van het IVO de hoge archeologische verwachting van alle percelen langs de Nes die tot het terrein van het Sint Mariaklooster en andere middeleeuwse instellingen ter plekke hebben behoord.. 17

17 5 Literatuur Bakker, B., De zichtbare stad , in: Willem Frijhoff en Maarten Prak (red), Geschiedenis van Amsterdam. Centrum van de wereld Amsterdam 2004, Bonke, H., Van gebed zonder end tot straat van plezier, in: Balk e.a. In de Nes daar moet je wezen. Stichting ReNESsance, Amsterdam 1991, Burger J.D., Inleiding, in: M. Schilder (red.) Amsterdamse kloosters in de Middeleeuwen. Amsterdam 1997, Eeghen, van I.H., Vrouwenkloosters en begijnhof in Amsterdam van de 14e tot het eind der 16e eeuw. Amsterdam 1941, Gawronski, J. (ed.) Amsterdam Ceramics. A city s history and an archaeological ceramics catalogue Amsterdam 2012 Mattie, E., Pandbeschrijving Nes , Monumenten en Archeologie, 2004 Schilder, M.(red.), Amsterdamse kloosters in de Middeleeuwen. Amsterdam

18 Bijlage 1 Sporen S NAP NAP onder beschrijving interpretatie vondstnr datering 1 metselwerk, onderzijde hergebruikte bouwmuren pand bakstenen, na versnijding opgaand werk fabrieksteen 2 0,20 m + gemetselde bak van 3,3, x 1,4 m, waterkelder anderhalfsteens wand inclusief klamplaag aan binnenzijde, gewelf halfsteens, paarse klinkers, geel geaderd 3 0,20 m halfsteens mantel, diameter 85 cm, bs waterput roodbruin 18,5 x 8,5 x 3,6 cm, 2 m hoog, op ton, waterpeil 4 muurwerk, steensbreed, rood, achtergevel ,0 x 9,0 x 4,0 cm 5 0,70 m 0,78 m kistfragment, eikenhout begraving Mariaklooster ,70 m 0,78 m kistfragment, eikenhout begraving Mariaklooster NES ,70 m 0,78 m kistfragment, eikenhout begraving Mariaklooster ,70 m 0,78 m kistfragment, eikenhout begraving Mariaklooster ,70 m 0,78 m kistfragment, eikenhout begraving Mariaklooster NES NES12 5 NES ,70 m 0,78 m kistfragment, eikenhout begraving Mariaklooster NES ,70 m 0,78 m humeus venige klei grond in kloosterhof, niveau II 12 0,10 m 0,70 m humeus venige klei grond in kloosterhof, niveau I NES NES

19 Bijlage 2 Vondsten vondst S object archeo object materiaal kenmerken datering 1 6 skelet skeletdelen eco: bot, anatomisch verband, vrouw menselijk 2 9 skelet skeletdelen eco: bot, anatomisch verband, vrouw menselijk 5 9 kistvulling grondmonster eco: monster kistvulling onder schedel NES bodem grafkist dendromonster hout: Quercus (eik) 4 10 skelet skeletdelen eco: bot, menselijk 3 11 skelet skeletdelen eco: bot, menselijk 7 12 skelet skeletdelen eco: bot, menselijk veldatum 1567, ( , Heuβner, 1567 DAI Berlin, ) anatomisch verband, vrouw individuen losse fragmenten, min. 9 individuen

20 Bijlage 3 Rapport fysische antropologie Het fysisch-antropologisch onderzoek van enkele graven aanwezig aan de Nes te Amsterdam Opdrachtgever: gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten & Archeologie, Uitvoerenden: dr. E. Smits, drs. M.L. d Hollosy, afdeling fysische antropologie, AAC, GARS, UVA Inleiding In net voorjaar van 2012 trof de huurder van het perceel Nes (BMA topocode NES12) menselijke skeletresten aan in de kruipruimte onder de achteraanbouw van Nes 116. Op 10 mei 2012 heeft de afdeling Archeologie van BMA (Bureau Monumenten & Archeologie, gemeente Amsterdam) een inspectie uitgevoerd en is besloten om de skeletresten op te graven. Enkele skeletten bevonden zich in anatomisch verband in grafkisten (NES12 1, NES12 2 en NES12 4). NES12 3 is in eerste instantie ook tot de skeletten in articulatie gerekend. Andere skeletresten (NES 12 7) zijn niet in oorspronkelijke positie aangetroffen en lagen in de bovengrond van het ontgraven kelderdeel. 18 Voor meer details zie ook het BMA rapport van het Inventariserend Veldonderzoek van Nes (AAR 83). Aangenomen werd dat de archeologische overblijfselen onderdeel waren van de laatste begravingen van het Mariaklooster dat in 1417 was gesticht en in 1585 werd opgeheven. Het archeologisch onderzoek had tot doel om vast te stellen of Nes deel uitmaakte van het kloosterhof cq. kerkhof van dit kloostercomplex. Aanvullend was het doel van het fysisch antropologisch onderzoek om inzicht te verwerven in de biologische kenmerken, zoals het geslacht, de leeftijd bij overlijden, de lichaamslengte en de gezondheid van de onderzochte individuen. Methoden De skeletresten zijn eerst gewassen en geïnventariseerd. Voor de skeletten uit de graven zijn skeletdiagrammen ingevuld. De botten die niet in het inventarisdiagram staan, bijvoorbeeld het tongbeen, worden apart vernoemd. De overige losse beenderen zijn geïnventariseerd in een tabel geschikt voor de inventarisatie van los botmateriaal. De geslachtsdiagnose is tot stand gekomen met behulp van twee methoden, de eerste methode is de morfologische geslachtsdiagnose met behulp van de schedel en het bekken. 19 Wanneer dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij onvolledigheid van de skeletten wanneer de uitkomst niet eenduidig is, word de robuustheid vastgesteld aan de hand van de afmetingen van een aantal botten om toch een uitspraak te kunnen doen over het geslacht. 20 Wanneer deze 18 Dagrapport IVO Nes (NES12), J.A.G. Veerkamp, BMA, gemeente Amsterdam, Workshop of European Anthropologists, 1980; Arbeitsgruppe Europäischer Anthropologen, Aten, 1992; Black, 1978; Dittrick & Suchey, 1986; Maat et al, 2002; MacLaughlin & Bruce, 1985; Martin en Saller, 1967; Stewart, 1979; 21

21 graciel of robuust zijn vormen zij een aanwijzing. Deze metrische kenmerken zijn echter populatie gebonden en daarom minder betrouwbaar aangezien de individuele variatie in gestalte (robuuste vrouwen en kleine tengere mannen) onbekend is. De leeftijdsschatting bij volwassenen is, waar dit mogelijk was, met behulp van de complexe methode 21 tot stand gekomen. Daarnaast zijn aanvullende methoden toegepast namelijk het aanzicht van de facies auricularis 22 (de facies auricularis is het gewrichtsvlak op het bekken waarmee dit aan het heiligbeen verbonden is) en de gebitsslijtage. 23 De slijtage van het gebit kan alleen worden gebruikt wanneer de kronen en kauwvlakkken niet door tandbederf zijn aangetast en wanneer voldoende elementen aanwezig zijn om een goede beoordeling mogelijk te maken. De leeftijdsschatting bij kinderen en adolescenten maakt gebruik van andere methoden zoals de ossificatie van het axiale skelet 24, de vergroeiing van de epifysen 25 en de mineralisatie en eruptie van het gebit. 26 De lichaamslengte wordt berekend worden met behulp van een aantal formules op basis van de lengten van de lange pijpbeenderen (armen en benen). Bij de mannen wordt de lichaamslengte volgens Breitinger, 27 én volgens Trotter en Gleser 28 gegeven. De formules van Breitinger zijn gebaseerd op, en daarom het meest geschikt voor, Noordwest Europese mannen. 29 Voor vrouwen wordt de lichaamslengte volgens Trotter en Gleser 30 berekend. 31 Aanwijzingen voor ziekten en ongelukken (paleopathologie) op het botmateriaal zijn beschreven en waar mogelijk bepaald met behulp van de relevante literatuur. 32 Het gebitsonderzoek kan inzicht bieden in de gezondheid, dieet en levensomstandigheden. Het gebit, de onder en bovenkaak worden onderzocht, de elementen worden geïnventariseerd en afwijkingen genoteerd zoals het voorkomen van cariës (gaatjes), tandsteen, wortelpuntontstekingen (peri apicale processen), parodontale ontstekingen met als gevolg alveolaire atrofie en ante mortem (AM) tandverlies. Epigenetische kenmerken zijn variaties van het skelet die deels omgeving gebonden en deels erfelijk bepaald zijn. Het voorkomen van deze variaties kan een aanwijzing vormen voor verwantschapsverbanden. Het losse botmateriaal is globaal onderzocht volgens de standaarden voor het onderzoeken van los en vermengd botmateriaal 33. Het onderzoek betreft alleen de belangrijkste kenmerken zoals geslacht, leeftijd, lichaamslengte en pathologie. 21 Acsádi en Nemeskéri, Osborne et al, Maat et al, Arbeitsgruppe Europäischer Anthropologen, 1979; Scheuer en Black, Brothwell, 1981; Arbeitsgruppe Europäischer Anthropologen, Ubelaker, 1978; Arbeitsgruppe Europäischer Anthropologen, Breitinger, Trotter en Gleser, Würm en Leimeister, Trotter en Gleser, Breitinger heeft geen formules ontwikkeld voor de berekening van de lichaamslengtes van vrouwen 32 Onder andere Manchester, 1983; Ortner en Puschar, 1985; Mann en Murphy, 1990; Roberts en Manchester, 1995; Ortner, 2003; Mann en Hunt, 2005; Waldron, Buikstra en Ubelaker,

22 Resultaten Skeletten in anatomisch verband Fig. 1 Skeletinventaris NES12 1, NES12 2 en NES12 4 (zwart = aanwezig, gearceerd = aanwezig maar juiste locatie of links rechts determinatie niet mogelijk)) NES12-1 Basiskenmerken: Geslacht: vrouw, gebaseerd op de schedel (tabel 1) Lichaamslengte: niet mogelijk Leeftijd: jaar, gebaseerd op de epifysensluiting van de sleutelbeenderen. Epigenetische kenmerken Er zijn geen epigenetische kenmerken aangetroffen. Paleopathologie Er zijn geen sporen van ziekten en /of ongelukken aangetroffen. Gebitsonderzoek Voor de inventaris zie figuur 2, voor de slijtagegraad zie tabel 2. 23

23 Fig. 2: gebitsinventaris van NES12 1 (zwart = afwezig) Twee kiezen in de onderkaak zijn vóór de dood al verloren gegaan (AM tandverlies). Eén kies (no. 38) is getrokken voor mogelijk toekomstig DNA en/of isotopenonderzoek. Opmerkingen Monstername: kies no. 38 en ribfragment NES12-2 Basiskenmerken: Geslacht: vrouw, gebaseerd op de schedel (tabel 1) Lichaamslengte: 161,1 cm 34 (tabel 3) Leeftijd: jaar, gebaseerd op de vergroeiing van de epifysen van de sleutelbeenderen en de vergroeiing van de schedelnaden (extern en intern). Epigenetische kenmerken Er is een los acromion aangetroffen, dit is een botstukje aan het uiteinde van de spina scapulae van het linker schouderblad. Normaal is dit stukje vastgegroeid aan het schouderblad. Dit is een aangeboren afwijking die verder geen invloed heeft gehad op het functioneren van dit persoon. Paleopathologie Gewrichtsslijtage van het linker heupgewricht en rechter schouder gewricht: het linker heupgewricht vertoont osteofyten en subchondrale cysten aan de rand van de heupkom. het rechter schoudergewricht vertoont wat osteofytose aan de rand van de schouderkom. Osteofyten zijn kleine botaangroeisels als reactie op stress of trauma. 34 Trotter en Gleser,

24 Opmerkingen Er is een 2 e individu aanwezig gezien enkele extra botten. Er zijn namelijk botfragmenten aanwezig van een rechter en linker bovenarm en een linker ellepijp van een ander persoon. Monstername: gebitselementen no. 33 en 38 en rib fragment. Fig 3: gebitsinventaris van NES12 2 (zwart = afwezig) Gebitsonderzoek Voor de inventaris zie figuur 4, voor de slijtagegraad zie tabel 2. Er zijn sporen van ontstekingen van het kaakbot rond de tandkassen aanwezig. De terugtrekking van het kaakbot (alveolaire atrofie) is middelmatig. Op de hoektand en eerste premolaar (valse kies) linksonder zijn lichte glazuurlittekens aanwezig in de vorm van lijnen, hypoplasieën genaamd. In totaal zijn er twee lijnen gevormd, tussen de 2 en 6 jaar. Deze littekens kunnen ontstaan in tijden van ondervoeding en/of ernstige ziekten. Vier gebitslocaties vertonen abcessen bij hun wortelpunt, in één kies is aanzienlijke cariës aanwezig. Minstens dertien gebitselementen zijn voor de dood verloren gegaan, en van drie andere is het goed mogelijk dat ze vóór de dood verloren zijn gegaan, maar door o.a. post mortem beschadigingen is dit niet goed te beoordelen. Het gehele gebit wijst op een zeer slechte staat van gezondheid, vooral gezien de leeftijd van dit individu. Er zijn twee elementen, no. 33 en 38, getrokken voor mogelijk toekomstig DNA en/of isotopenonderzoek. 25

25 NES12-3 Inventaris: Fig. 4: inventaris beenderen NES12 3 (zwart = aanwezig) Basiskenmerken: Geslacht: twee vrouwen, gebaseerd op de fragiliteit en maten van de dijbenen. Lichaamslengte: niet mogelijk Leeftijd: een vrouw van jaar gebaseerd op de sutuursluiting van het schedelstuk, en een volwassen vrouw gebaseerd op de epifysenvergroeiing van het dijbeen. Opmerking: In eerste instantie werd gedacht dat het hier ook om een skelet in anatomisch verband ging, na onderzoek bleek dat het om losse beenderen gaat. Het minimum aantal individuen van dit vondstnummer is twee. NES12-4 Basiskenmerken: Geslacht: vrouw, gebaseerd op het bekken (tabel 4) Lichaamslengte: 166,2 cm 35 (tabel 3) Leeftijd: jaar, gebaseerd op de epifysensluiting van de bekkenkam. Epigenetische kenmerken Er zijn geen epigenetische kenmerken aangetroffen. Paleopathologie Er zijn geen sporen van ziekten en /of ongelukken aangetroffen. Gebitsonderzoek Er is geen gebit aanwezig. Opmerkingen Monstername; twee phalangen van de hand. 35 Trotter en Gleser,

26 Los botmateriaal Onder de losse vondsten zijn die vondsten gerekend die niet in articulatie lagen en ook niet duidelijk bij een skelet in articulatie horen. De losse vondsten zijn beschreven in tabel 5. Hierin staat per botstuk het volgende vermeld: de determinatie, zijde (links of rechts), welk deel van het bot aanwezig is, de compleetheid van het botstuk, (wanneer mogelijk) een leeftijdsschatting, vergroeiingsstadium van de epifysen, een geslachtsdiagnose, de maten voor een metrische geslachtsbepaling en de lichaamslengte volgens Breitinger 36. Er zijn minimaal 49 beenderen en botstukken onderzocht, zie tabel 1. De dijbenen waren het talrijkst: 16 in totaal, waarvan 9 rechter dijbenen. Deze dijbenen waren van volwassen of jong volwassen individuen. Hieronder bevonden zich minstens 4 vrouwen en minstens 2 mannen. De leeftijden liggen tussen de 21 en 60 jaar. Samenvatting en conclusies Het fysisch antropologisch onderzoek betreft drie skeletten in anatomisch verband, namelijk vondst NES12 1, NES12 2 en NES12 4. Het skelet van vondst NES12 1 was van een vrouw van jaar zonder sporen van ziekten en/of ongelukken. Vondst NES12 2 vertegenwoordigt een vrouw van jaar, met een lichaamslengte van 161,1 cm. Zij had last van gewrichtsslijtage aan haar linkerheup, wat voor haar leeftijd wel opmerkelijk is. Verder had zij een erg slecht gebit waarvan de meeste gebitselementen gedurende haar leven al waren uitgevallen. Bovendien duiden tandglazuur hypoplasieën op perioden van slechte voeding en/of ziektes gedurende de jeugd. De botten van vondst NES12 4 tenslotte, waren van een vrouw van jaar met een lichaamslengte van 166,2 cm. De skeletten uit de grafkisten (NES12 1, NES12 2 en NES12 4) waren dus alle afkomstig van vrouwen, ook de losse botten van vondstnummer NES12 3. In theorie zouden de beenderen van vondst 12 3, waarvan het minimum aantal individuen twee is, namelijk twee volwassen vrouwen, nog bij een van de vrouwen uit de grafkisten kunnen horen, maar dat is niet waarschijnlijk. Wat verder opmerkelijk is, is dat deze vrouwen allen vrij jong gestorven zijn. Het minimum aantal individuen in het losse botmateriaal (NES12 7) is 9, hieronder bevinden zich minstens vier vrouwen en minstens twee mannen. De leeftijden liggen tussen de 21 en 60 jaar. Gezien de opgravingsgegevens is het niet waarschijnlijk dat de beenderen uit het losse materiaal bij de skeletten uit de graven hoort. Het voorkomen van mannelijke individuen in nonnenkerkhoven is niet ongewoon. 36 Breitinger,

27 Tabel 1: geslachtskenmerken van de schedel met hun scores kenmerk: individu gewicht NES12-1 NES12-2 glabella arcus superciliaris tubera inclinatio frontale processus mastoïdeus planum nuchale protuberantia occipitalis externa processus zygomaticus os zygomaticum crista supramastoïdea orbitae mandibula robuustheid mandibula mentum mandibula angulus mandibula margo totaal score gewicht geslachts score 0,59 0,75 geslacht v v Tabel 2: slijtagescores van het gebit gebitselement individu NES x x 2 2 NES12 2 x x x x x x x x x 3+ x 2 slijtage volgens Brothwell, 1981 Tabel 3: postcraniale maten (in cm) individu NES12-2 NES12-3 A NES12-3 B NES12-4 rechts links rechts rechts rechts links Humerus (1) maximale lengte 29,75 32,2 Radius (1) maximale lengte 22,3 22,5 femur APD 24,97 25,14 berekende lichaamslengte 161,06 ca. 4,24 cm. x x 166,162 ca. 4,45 cm. 28

28 Tabel 4: geslachtskenmerken van het bekken met hun scores kenmerk: Individunr. NES12-4 NES12-2 gewicht sulcus preauricularis 0 3 incisura ischiadica 2 3 angulus pubis 2 arc composé 1 2 os coxae 1 2 for obt 2 os ischii crista iliaca 2 1 fossa iliaca 1 1 pelvis minor? 1 totaal 15 0 gewicht 14 2 totaalscore 1,07 0 geslacht v i 29

29 Tabel 5: losse beenderen lftd lftd tibia femur femur femur femur femur femur lich.lengte bot zijde segment compleetheid lftd epifysen sexe APD max subtroch. midschacht kop condylaire subtroch. lengte Breitinger, 1937 APD omtrek vertic breedte MLD schedel jr v schedel v bekken r jr v bekken r jr v? dijbeen r c 1 vergr/a m 25, ,8 84,8 31,1 50,5 177,4 dijbeen r pe,p3,m3,d3 1 vergr/a 25,4 87 x x 39,2 x dijbeen r p3,m3,d3 1 25,6 87 x x 34,2 x dijbeen r p3,m3,d3 1 27,7 84 x x 30,4 x dijbeen r p3,m3,d3 1 v 23,4 76 x x 30,4 x dijbeen r p3,m3,d3 1 x 84 x x x x dijbeen r p3,m3,d3 1 m 28,4 94 x x 34,4 x dijbeen r p3,m3,d3 2 v 24,7 81 x x 29,1 x dijbeen r p3,m3 2 v of kind x 81 x x 27,4 x dijbeen l c 1 vergr/a m 26,7 90 x 83,7 31,4 49,7 176,1 dijbeen l c 1 vergr/a m 28, x 34,9 46,9 171,5 dijbeen l pe,p3,m3 2 vergr/a 24,4 89 x x 36 x dijbeen l p3,m3,d3 2 x 88 x x 29,9 x dijbeen l p3,m3,d3 2 v x 81 x x 32,9 x dijbeen l p3,m3,d3 2 x 83 x x x x dijbeen l m3 3 x 87 x x x x scheenbeen r c 1 vergr/a m 38,3 scheenbeen r pe,p3,m3,d3 1 vergr/a 31,5 scheenbeen r p3,m3,d3 1 v 29,7 scheenbeen r p3,m3 2 v 27,9 scheenbeen r p3,m3,d scheenbeen r m3,d3,de 2 vergr/a x scheenbeen r p3,m3 2 v 25,7 scheenbeen r pe,p3 2 vergr/a x scheenbeen l p3,m3,d3 1 31,8 scheenbeen l p3,m3,d3 1 v 28,1 heiligbeen m v bovenarm r p3,m3,d3,de 1 vergr/a m x bovenarm r p3,m3,d3,de 1 vergr/a v x bovenarm r p3,m3,d3,de 1 vergr/a v 55,5 bovenarm r p3,m3,d3,de 1 vergr/a v 57,4 bovenarm r p3,m3,d3,de 1 vergr/a v x bovenarm l p3,m3,d3 1 x schouderblad r 1 vergr/a spaakbeen r pr,m3,d3 1 spaakbeen r pr,m3,d3 1 spaakbeen r pr,m3,d3 1 spaakbeen r pe,pr,m3,d3 1 vergr/a spaakbeen l pr,m3,d3,de 1 vergr/a ellepijp r c 1 k ellepijp r pe,p3,m3,d3 1 a ellepijp l pe,p3,m3,d3 1 a sleutelbeen r 1 a sleutelbeen l 1 v fragmenten ribben en wervels MAI 9 gebaseerd op 9 rechter dijbenen, w.o. minstens 4 vrouwen en 2 mannen opmerkingen Compleetheid: bij schedel 1 zijn sutuurbotjes op asterion, lambda en in de lambdanaad aangetroffen 1 = > 75% aanwezig m = midden r = rechts l = links o = onbekend Segment: alleen voor gewrichten, diafysen van lange botten en wervels: c = (bijna) compleet pe = proximale epifyse p3 = proximale 1/3 van de diafyse m3 = midden 1/3 van diafyse d3 = distale 1/3 van diafyse de = distale epifyse b = wervellichaam na = neurale boog maten zijn in mm. maten van de tibia APD max foramen, Maat, 2002 maten van de femur subtrochanter APD, Maat, 2002 midschacht omtrek, Black,1978 verticale diameter kop, Dittrick en Suchey, 1986 condylaire breedte, Martin en Saller, 1967 subtrochanter MLD, Maat, = 25-75% aanwezig 3 = < 25% aanwezig Aantal: refereert aan het aantal aanw ezige botfragmenten sexe: o = onbekend m = man v = vrouw i = indifferent Leeftijd: a= volwassen vergr / a= vergroeide epifyse, zeer waarschijnlijk volwassen o = onbekend k = onvolgroeid tibia = scheenbeen femur = dijbeen APD = antero-posteriore diameter MLD= mediaal-laterale diameter MAI = minimum aantal individuen 30

30 Literatuur Acsádi, G., J. Nemeskéri, 1970: History of Human Life Span and Mortality. Budapest. Arbeitsgruppe Europäischer Anthropologen, 1979: Empfehlungen für die Alters und Geschlechtsdiagnose am Skelett, in: Homo 30, Anhang, pp Aten, N. 1992: Het onderzoek van de skeletten, in: H. Clevis, T.S. Constandse Westermann (eds.), De Doden Vertellen, Kampen, Black, III., T. 1978: A new method for assessing the sex of fragmentary skeletal remains: Femoral shaft circumference, American Journal of Physical Anthropology 48, Breitinger, E., 1937: Zur Berechnung der Körperhöhe aus den langen Gliedermaßenknochen, Anthropologischer Anzeiger 14, Brothwell, D.R. 1981: Digging up Bones. The Excavation, Treatment and Study of Human Skeletal Remains, 3e editie. Oxford. Buikstra, J.E., D.H. Ubelaker, 1994: Standards for Data Collection from Human Skeletal Remains. Proceedings of a Seminar at the Field Museum of Natural History, Organized by Jonathan Haas, Arkansas Archaeological Survey Research Series 44. Dittrick, J., J.M. Suchey, 1986: Sex determination of prehistoric central Californian skeletal remains using discriminant analysis of the femur and humerus, American Journal of Physical Anthropology 70, 3 9. Maat, G.J.R., R.W. Mastwijk, M.A. Jonker, 2002: Citizens buried in the Sint Janskerkhof of the Sint Jans Cathedral of s Hertogenbosch in the Netherlands, Barge s Anthropologica nr. 8. Leiden. MacLaughlin, S. M., M.F. Bruce, 1985: A Simple Univariate Technique for Determining Sex From Fragmentary Femora: Its Application to a Scottish Short Cist Population. American Journal of Physical Anthropology 67, Mann, R.W., D.R. Hunt, e editie: Photographic Regional Atlas of Bone disease, Springfields, Illinois. Mann, R.W. en S.P. Murphy, 1990: Regional Atlas of Bone Disease. Springfields, Illinois. Martin R. en K. Saller, 1967: Lehrbuch der Anthropologie in systematischer Darstellung mit Besonderer Berücksichtigung der Anthropologischen Methoden. Stuttgart: G. Fischer Ortner, D. J., 2003: 2e editie, Identification of pathological conditions in human skeletal remains. Academic Press. Ortner, D. J., W. G. J. Putschar, 1985: Identification of pathological conditions in human skeletal remains. Washington en Londen, Smithsonian Institution Press. 31

31 Osborne, D.L., T.L. Simmons, S.P. Nawrocki, 2004: Reconsidering the Auricular Surface as an Indicator of Age at Death. Journal of Forensic Sciences 49:5, 1 7 Roberts, C., K. Manchester, 1995: Tweede editie. The archaeology of disease. New York, Alan Sutton Publishing Limited / Cornell University Press Scheuer, L., S. Black, 2007: Developmental juvenile osteology, 3e editie, Oxford. Stewart, T. D. 1979: Essentials of Forensic Anthropology, Springfield, Illinois. Trotter, M., G.C. Gleser, 1958: A re evaluation of estimation of stature based on measurements of stature taken during life and of long bones after death. In: American Journal of Physical Anthropology 16, Ubelaker, D.H., herziene druk, 1984: Human Skeletal Remains, Washington. Waldron, T Palaeopathology, Cambridge Manuals in Archaeology. Cambridge University Press, Cambridge. Workshop of European Anthropologists, 1980: Recommendations for age and sexe diagnosis of skeletons, Journal of Human Evolution 9, Würm, H. en H. Leimeister, 1986: About recommendability and comparability of statements for estimating stature from skeletal remains and about general problems in estimating stature, Gegenbauers morphologisches Jahrbuch 132,

Breda Valkenberg

Breda Valkenberg Breda Valkenberg 1994-1995 Fysisch antropologisch onderzoek L. de Jonge MA Erfgoedrapport Breda 182 ISSN: 2210-9552 COLOFON Titel: Valkenberg 1994 1995, fysisch antropologisch onderzoek Erfgoedrapport

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101

Nadere informatie

Menselijke skeletten in een steeg in Nieuwendam

Menselijke skeletten in een steeg in Nieuwendam Menselijke skeletten in een steeg in Nieuwendam Archeologische Begeleiding Nieuwendammerdijk 305-307, Amsterdam (2011) AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 72, 2013 Jerzy Gawronski, Kirsten Leijnse

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E info@raakvlak.be www raakvlak.be Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Dossiernr. 2010/067 onderzoek t.h.v. het koorgestoelte Elisabeth Van

Nadere informatie

Decker_Konincxveltc.jpg Deventer KV.JPG

Decker_Konincxveltc.jpg Deventer KV.JPG Koningsveld is het oudste en meest belangrijke klooster van Delft. Aan de bouw van dit klooster is oudere middeleeuwse bewoning vooraf gegaan. Onder de middeleeuwse ophogingen komen bovendien bewoningssporen

Nadere informatie

Plangebied Koningstraat 10

Plangebied Koningstraat 10 6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4464 Plangebied Koningstraat 10 3750 voor Chr. Gemeente Zaltbommel Archeologisch onderzoek: een archeologische begeleiding 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320 na Chr.

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

Het Menselijke skelet vertelt

Het Menselijke skelet vertelt Het Menselijke skelet vertelt o 1 Hoi! Ik ben Evy Cuypers, archeologe! Ik ben François-Xavier, fysisch antropoloog! "Op de opgravingen te Tell Tweini in Syrië hebben we een graf ontdekt. Na het voorzichtig

Nadere informatie

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: / Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek middels proefsleuven (IVO-P) Plangebied Laan naar Emiclaer dd. 01-09-2015 Onderzoeksgegevens Onderzoek: Amersfoort Laan naar Emiclaer 2 Meldingnummer: 2683574100

Nadere informatie

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld 2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp

Nadere informatie

Brugge, Langestraat Verbrand Nieuwland 10

Brugge, Langestraat Verbrand Nieuwland 10 Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E info@raakvlak.be www raakvlak.be Brugge, Langestraat 39-47 Verbrand Nieuwland 10 Dossiernr. 2008/86 en 2008/276 Proefonderzoek Jan Huyghe

Nadere informatie

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES INFORMATIERAPPORT EN ELECTIEADVIE Proefsleuvenonderzoek Bedrijventerrein fase 2 (Homoetsestraat), Maurik, gemeente Buren Archis onderzoekmeldingsnummer 4120 Inleiding Tussen 14 en 23 februari 2011 is door

Nadere informatie

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick 25-11-2010 Inleiding Op 25 november 2010 is op het terrein van het vroegere Fort Sint Michiel te Blerick een proefsleuf getrokken, in verband

Nadere informatie

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2016-20 Bijlage 13 bij besluit 2016/0567-V1 V&V Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Controle BCE Erik Peters Afdeling Ruimte,

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie BIAXiaal 187 Onderzoek aan zaden en crematieresten van een AAO te Sittard (vindplaats 55) K. Hänninen E. Smits februari 2004 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie

Nadere informatie

') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg" in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33.

') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33. VONDSTEN EN RESTAURATIES TE UTRECHT Stadsmuur bij het bolwerk Sterrenburg. In het julinummer van het maandblad Oud-Utreoht is reeds even vernield, dat tijdens graafwerkzaaraheden achter het fysisch laboratorium

Nadere informatie

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein 2012 Archol bv Ivo van Wijk Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat

Nadere informatie

Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat

Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat Rapportage vondstmelding Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat I. Verslaggevers: *Naam, adres, contactgegevens, functie van de opstellers van het rapport en datum melding.

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Archeologische werfbegeleiding Antwerpen Italiëlei 76-90

Archeologische werfbegeleiding Antwerpen Italiëlei 76-90 Archeologische werfbegeleiding Antwerpen Italiëlei 76-90 1. Inleiding Het terrein is gelegen in Antwerpen in de Italiëlei 76-90 (kadaster afdeling 2, sectie B percelen 1377 H2, 1377 L2 en 1366). In het

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21974 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hermans, Dagobert Bernardus Maria Title: Middeleeuwse woontorens in Nederland :

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH NIEUWS 1980

ARCHEOLOGISCH NIEUWS 1980 ARCHEOLOGISCH NIEUWS 1980 door H. Suurmond-van Leeuwen Leids Bodemonderzoek In het najaar verscheen het tweede verslag van de Archeologische dingscommissie. De 59 pagina s tellende uitgave geeft een overzicht

Nadere informatie

RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein

RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein I. Verslaggever: Sofie Debruyne Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed Koning Albert II-laan 19 bus 5 1210 Brussel 02-481 80 41 / 0473-96 70 71

Nadere informatie

ADDENDUM 10. Werkput 5

ADDENDUM 10. Werkput 5 Asse-Kalkoven, / en /3 Rapporten Agilas vzw / ADDENDUM. Werkput.. Inleiding Enkele dagen na het indienen van het conceptrapport, deelden de nutsmaatschappijen mee dat de sleuven voor de aansluiting van

Nadere informatie

Rotterdamseweg 202 in Delft

Rotterdamseweg 202 in Delft Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische begeleiding en waarneming Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische

Nadere informatie

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal Inleiding In opdracht van Cultureel Erfgoed Noord-Holland heeft op 1 december 2010 een kort onderzoek plaatsgevonden naar de opbouw en datering van de lage voetmuur van de korenmolen De Nachtegaal, gelegen

Nadere informatie

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek verkavelingspatronen, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen. 122 De boringen zijn uitgezet in enkele losse punten en een tweetal raaien langs de oostelijke en noordelijke

Nadere informatie

Lucasbolwerk. LUC04: Archeologische begeleiding op het terrein van de Stadsschouwburg van Utrecht Basisrapportage Archeologie 137. Utrecht.

Lucasbolwerk. LUC04: Archeologische begeleiding op het terrein van de Stadsschouwburg van Utrecht Basisrapportage Archeologie 137. Utrecht. Lucasbolwerk LUC04: Archeologische begeleiding op het terrein van de Stadsschouwburg van Utrecht Basisrapportage Archeologie 137 Utrecht.nl Basisrapportage Archeologie 137 Lucasbolwerk LUC04: Archeologische

Nadere informatie

Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland)

Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland) Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 602 JULI 2012 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 602 Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg

Nadere informatie

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen Laagland Archeologie Rapport 38 Advies Bouwlocatie Oranjestraat 10-14 te Tubbergen, gem. Tubbergen December, 2016 Versie 1.0 (concept) In opdracht van: SOM= 7 Colofon Laagland Archeologie Rapport 38 Auteur:

Nadere informatie

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan Bodemshop Dhr. Roosendaal s-gravendijckseweg 45 A 2201 CZ Noordwijk Noordwijk, 16 juni 2008 Kenmerk : 09840508/29047 Contactpersoon : drs. Edwin Hoven E-mail : ehoven@beckerenvandegraaf.nl Betreft : Archeologische

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD DORDRECHT, SPUIBOULEVARD 273-287 Waarneming van een deel van de stadsmuur M.C. Dorst De stadsmuur met de Beulstoren op een tekening van Schouman uit 1747 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_30093).

Nadere informatie

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2013-29 Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen Aanvrager Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf Gemeente Breda

Nadere informatie

Schoon drinkwater aan de Singel

Schoon drinkwater aan de Singel Schoon drinkwater aan de Singel Bij een recente kleine verbouwing stuitten de eigenaren van een woonhuis aan de Singel plotseling op een deksel toen ze afvoerbuizen in de achtertuin wilden blootleggen.

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) Locatie 15 Westerstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend 2010-01-OCB Locatie onderzoeksgebied

Nadere informatie

Oude Houtlei 110 & Wellingstraat 1: Hotel Verhaegen-Lammens

Oude Houtlei 110 & Wellingstraat 1: Hotel Verhaegen-Lammens Oude Houtlei 110 & Wellingstraat 1: Hotel Verhaegen-Lammens Geert Vermeiren & Peter Steurbaut OVERDRUK UIT: Archeologisch onderzoek in Gent 2002-2011, (Stadsarcheologie. Bodem en monument in Gent, reeks

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. In de vroege zomer van 2017 heeft Archeologie West-Friesland een opgraving uitgevoerd tussen de Davidstraat, Romeinstraat en Korte

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek. M.C. Dorst Afbeelding: De Schrijversstraat in 1960 (RAD archiefnr. 552_302207). 2014 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke

Nadere informatie

Verslag vondstmelding: Eiermarkt 12 (Café Pick), 8000 Brugge

Verslag vondstmelding: Eiermarkt 12 (Café Pick), 8000 Brugge Verslag vondstmelding: Eiermarkt 12 (Café Pick), 8000 Brugge Tijdens verbouwingswerken aan het café Pick aan de Eiermarkt 12 te Brugge werd op 13 januari 2010 een vondstmelding gedaan van een oude riolering.

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 33

Dordrecht Ondergronds 33 Dordrecht Ondergronds 33 Plangebied Vest 90-92 Gemeente Dordrecht Waarneming van de stadsmuur en de Nonnentoren M.C. Dorst 2012 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Realisatie/Archeologie Colofon

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

Typering van het monument: Woonhuis uit 1896 dat deel uitmaakt van de historische bebouwingsstructuur van de dorpskern Hunsel.

Typering van het monument: Woonhuis uit 1896 dat deel uitmaakt van de historische bebouwingsstructuur van de dorpskern Hunsel. Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer : GM088 Naam monument : n.v.t. Adres : Jacobusstraat 2 Postcode en plaats : 6013 KK Hunsel Kadastrale aanduiding : HSL00 sectie B nr(s) 2771 Coördinaten

Nadere informatie

Monumentenregister Nijmegen. Register van beschermde monumenten krachtens de Nijmeegse Monumentenverordening

Monumentenregister Nijmegen. Register van beschermde monumenten krachtens de Nijmeegse Monumentenverordening Register van beschermde monumenten krachtens de Nijmeegse Monumentenverordening Plaatselijke aanduiding monument Ganzenheuvel 71/ Lange Brouwerstraat 55 Aanwijzingsbesluit 11-11-2015 MON ID-code 2749 Redengevende

Nadere informatie

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL Inleiding Hoorn is een van de steden waar zich de uitzonderlijke situatie voordoet dat al vanaf de late Middeleeuwen riolen zijn aangelegd.

Nadere informatie

Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32. Dinsdag

Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32. Dinsdag Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32 Dinsdag 20.2.2007 Aanwezig: gemeente Groningen: Gert Kortekaas en Marcel Verkerk Fam. Scholten (eigenaren) Cor Holstein (architect) Doel van het vooronderzoek:

Nadere informatie

Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat)

Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat) Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat) I. Verslaggevers: Inge Zeebroek, erfgoedonderzoeker (heden: erfgoedconsulent), OE, K. Albert II-laan 19, bus 5, 1210 Brussel, 09/276 24 53

Nadere informatie

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich Kessel-Lo, 2011 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein

Nadere informatie

: onbekend, verbouwing 1938 door architect M.A. Geelen, Neer

: onbekend, verbouwing 1938 door architect M.A. Geelen, Neer Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer : GM115 Naam monument : n.v.t. Adres : Kerkstraat 11 Postcode en plaats : 6083 AD Nunhem Kadastrale aanduiding : NHM00 sectie B nr(s) 521 Coördinaten

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol. Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek M.E. Hemminga Archol 409 Archol Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat

Nadere informatie

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 R. Jansen, L.G.L. van Hoof Colofon Archol Rapport nummer 41 Verkennend archeologisch onderzoek Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 Uitvoering:

Nadere informatie

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Inleiding De toestemming van het bestuur van het Dienstencentrum maakte het

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Afb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek.

Afb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek. 17 GORINCHEM, LAAG DALEMSEWEG T. Koorevaar Op 10 juli j.1. is na bemiddeling van mevr. N. de Kriek op aanwijzingen van dhr. H. van Mourik een vluchtige verkenning uitgevoerd op enkele percelen grenzend

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol. Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg Archol A. Porreij-Lyklema 313 Archol Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische

Nadere informatie

Meer dan Botten van Dieren

Meer dan Botten van Dieren Meer dan Botten van Dieren o 1 Hoi! Ik ben Veerle Linseele, archeozoöloge. "Op de opgravingen te Tell Tweini in Syrië, onderzoek ik de resten van dieren die tussen het andere archeologische materiaal gevonden

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Bouwhistorisch onderzoek

Bouwhistorisch onderzoek Bouwhistorisch onderzoek BOUWHISTORISCHE NOTITIE Adres : (tussen Poelestraat 12 en 14) Status : BBP Periode : september 2010 Onderzocht door : Taco Tel Auteur : Taco Tel Datum : Groningen, 16 september

Nadere informatie

Bouwhistorisch onderzoek

Bouwhistorisch onderzoek Bouwhistorisch onderzoek BOUWHISTORISCHE NOTITIE Adres : Gedempte Zuiderdiep 8 Status : Gemeentelijk monument Periode : januari 2003 Onderzocht door : Taco Tel en Henk Wierts Auteur : Taco Tel Datum :

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend

Nadere informatie

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep fibula 102 In het depot nemen archeologen het opgegraven vondstenmateriaal onder de loep. Tijdens het bestuderen van het vondstenmateriaal maken ze

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek 11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen

Nadere informatie

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België)

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 621 27 NOVEMBER 2012 D. LENTJES & S. LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 621 Houtskoolanalyse van

Nadere informatie

Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS. Gemeente s-hertogenbosch 2009

Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS. Gemeente s-hertogenbosch 2009 Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS Gemeente s-hertogenbosch 2009 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) juli 2009 2 Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS Rosmalen

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 4. Dordrecht, plangebied Grotekerkstuin

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 4. Dordrecht, plangebied Grotekerkstuin Dordrecht, plangebied Grotekerkstuin Een begeleiding van graafwerkzaamheden naast de Grote Kerk in Dordrecht M.C. Dorst 2008 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg en Archeologie Colofon ISSN n.v.t.

Nadere informatie

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Vraagstelling. Wat zijn de maten, versieringen en vorm van de van de kerk van Drempt (kaart afb. 1) gerapporteerde grafplaat uit de (ruim te nemen) 12 e eeuw? Wat is zijn

Nadere informatie

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen 6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen 6.3.1. Algemeen In totaal werden er tijdens het vlakdekkend onderzoek 31 sporen geregistreerd in het vlak. Vijf ervan kwamen ook reeds tijdens het vooronderzoek

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een

Nadere informatie

Anatomische terminologie

Anatomische terminologie 1 Skelet Anatomische terminologie links / rechts proximaal / distaal lateraal / mediaan / mediaal centraal / perifeer ventraal / dorsaal intern / extern craniaal / caudaal magnus (major / maximus) / parvus

Nadere informatie

Kaart met bescherming

Kaart met bescherming Kaart met bescherming Gemeentelijke Monumentenlijst monumentnr. GM229 Pagina 4 van 4 - 2 - gelet op: de verordening Cultuurhistorie Sittard-Geleen 2008 ; besluit: Het object Veestraat 72 te Sittard op

Nadere informatie

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in

Nadere informatie

Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan

Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan I. Verslaggevers: *Naam, adres, contactgegevens, functie van de opstellers van het rapport en datum melding. Inge Zeebroek, erfgoedonderzoeker VIOE,

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

MEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat 9 2405 CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) 245 611 / (06) 2021 06 09

MEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat 9 2405 CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) 245 611 / (06) 2021 06 09 MEMO Van : Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie Aan : Dhr. R. Teunisse namens Stichting Ipse de Bruggen Onderwerp : Quickscan Drietaktweg te Datum : 13 oktober 2010 Ons Kenmerk : V10-22710 / V10-1944

Nadere informatie

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro ArcheoPro Archeologische rapporten nr. 602 Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal Souterrains Partner of ArcheoPro Joep Orbons Richard Exaltus juni 2006 ArcheoPro Archeologische bouwbegeleiding

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten

Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten 1. Inleiding De gemeente kan terreinen, waarbinnen zich archeologische waarden bevinden, als beschermd monument aanwijzen.

Nadere informatie

Rapportage vondstmelding Sint-Dionysiuskerk Geluwe, gemeente Wervik (West-Vlaanderen) Maart 2010

Rapportage vondstmelding Sint-Dionysiuskerk Geluwe, gemeente Wervik (West-Vlaanderen) Maart 2010 Rapportage vondstmelding Sint-Dionysiuskerk Geluwe, gemeente Wervik (West-Vlaanderen) Maart 2010 Vergunningsnummer 2010/104 Sofie Vanhoutte Rapportage vondstmelding Sint-Dionysiuskerk, Geluwe, West-Vlaanderen

Nadere informatie

Fysisch antropologisch onderzoek Purmerend - Plantsoengracht Lisette M. Kootker en Steffen Baetsen

Fysisch antropologisch onderzoek Purmerend - Plantsoengracht Lisette M. Kootker en Steffen Baetsen Fysisch antropologisch onderzoek Purmerend - Plantsoengracht Lisette M. Kootker en Steffen Baetsen Opdrachtgever: ADC ArcheoProjecten/ArcheoSpecialisten Projectnummer: 2009 09 Uitvoerder: Lisette M. Kootker

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

REDENGEVENDE BESCHRIJVING REDENGEVENDE BESCHRIJVING VOORMALIGE STEENOVEN

REDENGEVENDE BESCHRIJVING REDENGEVENDE BESCHRIJVING VOORMALIGE STEENOVEN VOORMALIGE STEENOVEN gemeente : Lingewaard postcode + plaats : 6691 MG Gendt straat + huisnr. : Polder 37 Bescherming : Gemeentelijk monument oorspr. functie : Steenoven huidige functie : Bijgebouw, schuur

Nadere informatie

Mevr. M. Burger,

Mevr. M. Burger, Plan van Aanpak Paraaf bevoegd gezag: opsteller: JP Bakx datum: 25-09-2017 Mevr. M. Burger, 25-09-2017 Inleiding In dit Plan van Aanpak worden de uitgangspunten en werkzaamheden beschreven voor het uitvoeren

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord

Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord Aanvullend Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 355 Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord Aanvullend Inventariserend

Nadere informatie

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst

Nadere informatie

Gent Hoogstraat 51. Archeologisch verslag. Dienst Stadsarcheologie. Vergunning 2008/202 STAD GENT

Gent Hoogstraat 51. Archeologisch verslag. Dienst Stadsarcheologie. Vergunning 2008/202 STAD GENT Dienst Stadsarcheologie Gent Hoogstraat 51 Archeologisch verslag Vergunning 2008/202 STAD GENT Dienst Stadsarcheologie De Zwarte Doos Dulle-Grietlaan 12 9050 Gentbrugge Tel. 09/266 57 60 stadsarcheologie@gent.be

Nadere informatie

Koker. Shute. Stortkanalen in muren Shutes in walls

Koker. Shute. Stortkanalen in muren Shutes in walls Shute I UDC 69.027.4 RVblad 01-1 Stortkanalen in muren Shutes in walls G. Berends Deze bijdrage is bedoeld als een aanzet tot het onderwerp en om meer bekendheid te geven aan het fenomeen, de documentatie

Nadere informatie