Running head: INVLOED MONKEY MOVES OP SPORTIEVE VAARDIGHEDEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Running head: INVLOED MONKEY MOVES OP SPORTIEVE VAARDIGHEDEN"

Transcriptie

1 De Invloed van Monkey Moves op het Motorisch Functioneren, het Sportief Zelfbeeld en de Fysieke Activiteit bij kinderen van 6-9 jaar. Anneli Dijkslag (598468) en Babet Jongenotter (593495) Universiteit Utrecht Cursus: Bachelorthesis Pedagogische Wetenschappen Cursus code: Werkgroep: 2 Thesisbegeleider: Johannes Noordstar Datum: 22 juni 207

2 2 Abstract Aim: The first aim of this study was to investigate the influence of the movement intervention program Monkey Moves on motor skills, perceived athletic competence and physical activity in children between 6 and 9 years old. The second aim was to investigate differences between boys and girls, and between children with low motor performance and high motor performance. Method: This study is a multiple case study. The intervention Monkey Moves has been studied for 8 weeks. Quantitative data has been collected (n=7) during Monkey Moves lesson. Motor skills were measured using the Atlethic Skills Beweegparcours. Data about perceived athletic competence was collected using the Competentie Belevingsschaal voor Kinderen. Activity diaries were used to measure daily physical activity. The data were analyzed using paired sample t-tests. Results: This research showed no significant changes on motor skills, perceived athletic competence and physical activity. There were also no significant differences between boys and girls and between children with low motor performance and high motor performance. Looking at the individual scores, 75% of the children (n=8) improved their motor skills and 63% of the children (n=8) scored higher levels of perceived athletic competence after the Monkey Moves program. Conclusion: The movement intervention Monkey Moves did not lead to significant changes in motor skills, perceived athletic competence and physical activity in children between 6 and 9 years old. There are also no significant changes between boys and girls and between children with high and low motor performance on these variables. Keywords: Motor skills, perceived athletic competence, physical activity, preschool, children

3 3 Inleiding Het aantal kinderen in de leeftijdscategorie 4- jaar dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) is de afgelopen jaren gedaald. De NNGB stelt dat kinderen gemiddeld zestig minuten per dag, gedurende het hele jaar, matig inspannend fysiek actief moeten zijn. Meerdere onderzoeken tonen aan dat fysieke activiteit een positieve invloed heeft op de cognitieve vaardigheden en de sociale ontwikkeling (Strong et al., 2005; Ridgers, Fazey, & Fairclough, 2007). Daarnaast verkleint het deelnemen in fysieke activiteit de kans op obesitas en geeft het kinderen een algemeen tevreden gevoel (Babiss & Gangwisch, 2009; Biddle & Asare, 20). Verschillende beweeginterventies beogen kinderen fysiek actiever te maken. Door het gebrek aan budget en kennis over onderzoek is er weinig goed effectonderzoek naar deze interventies gedaan. Hierdoor blijken deze interventies matig effectief en uitvoerbaar (Leemrijse, Ooms, & Veenhof, 2009; Ooms & Veenhof, 2008). Het recent ontwikkelde beweegprogramma Monkey Moves richt zich specifiek op het aanleren van een breed scala aan motorische- en sociale vaardigheden door middel van training in 2 verschillende sporten. De invloed van dit beweegprogramma op het verhogen van de fysiek activiteit wordt in onderhavige studie geëvalueerd. Stodden en collega s (2008) hebben een model ontwikkelt voor het verklaren van de participatie in fysieke activiteit. In dit model wordt de relatie weergegeven tussen de fysieke activiteit, het sportief zelfbeeld en de motorische vaardigheden bij kinderen (Stodden et al., 2008). Volgens het model hebben de motorische vaardigheden invloed op zelfbeoordeling op het sportief zelfbeeld. Een negatieve beoordeling kan leiden tot het ontwijken van fysieke activiteiten. Daarentegen zal een hoge score op de motorische vaardigheden een positieve invloed hebben op het sportieve zelfbeeld, en zorgen voor actieve deelname aan fysieke activiteiten (Stodden, Langendorfer, & Roberton, 2009). Dit zou kunnen betekenen dat kinderen met sterk ontwikkelde motorische vaardigheden zowel meer kans hebben op een fysiek actiever leven als op een positiever sportief zelfbeeld (Stodden, Langendorfer, & Roberton 2009; Seefeldt, 980). Deze motorische vaardigheden worden in dit theoretisch model onderverdeeld in locomotorische vaardigheden en manipulatieve vaardigheden (Stodden, Langedorfer, & Roberton, 2009). Locomotorische vaardigheden zijn basale vaardigheden zoals hardlopen, springen en huppelen. Manipulatieve vaardigheden bestaan uit meer specifiekere vaardigheden zoals gooien, vangen en schoppen (Hoeboer, Krijger, & de Vries, 204). Motorische vaardigheden ontwikkelen onder andere door interactie tussen biologische kenmerken en omgevingsfactoren zoals milieu, sociaal-economische status, het klimaat en de invloed van ouders (Clark & Metcalfe, 2002; Stodden et al., 2008). Wanneer een kind door een van de voorgenoemde factoren sterke motorische vaardigheden heeft ontwikkeld, is de verwachting dat het op latere leeftijd fysiek actiever

4 4 zal zijn en een gezondere leefstijl zal hebben (Stodden et al, 2008; Malina, 996; Breedveld, 2006; Strong et al., 2005; Williams et al., 2008). Naast de motorische vaardigheden draagt ook het sportief zelfbeeld bij aan een toename in de fysieke activiteit (Goodway & Branta, 2003; Piek, Baynam, & Barrett, 2006; Robinson & Goodway, 2009; Robinson, Rudisill, & Goodway, 2009; McCullough, Muldoon, & Dempster, 2009). Sportief zelfbeeld wordt gedefinieerd als de manier waarop individuen kijken naar hun eigen sportieve vaardigheden (Harter, 982). Succeservaringen op sportief vlak hebben een positieve invloed op het sportief zelfbeeld. Een positieve toename van het sportief zelfbeeld zorgt voor toename in de intrinsieke motivatie en prestatiedrang. Deze prestatiedrang zorgt vervolgens weer voor een toename in de fysieke activiteit (Harter, 982; Deci & Ryan, 2000). Daarentegen blijkt dat jonge kinderen een onrealistisch positief zelfbeeld hebben. Naarmate zij ouder worden neemt dit positief zelfbeeld af en komt het meer overeen met de daadwerkelijke vaardigheden (Goodway & Rudisill, 997; Harter, 999; Harter & Pike, 984). Een verklaring van deze afname kan zijn dat kinderen op jonge leeftijd minder last hebben van competitieve gedachten (beter willen zijn dan de ander) in tegenstelling tot oudere kinderen. Daarnaast bezitten jonge kinderen mogelijk niet de cognitieve vaardigheden om een realistische relatie te leggen tussen hun motorische vaardigheden en sportief zelfbeeld (Ruble, 983; Stipek & Iver, 989; Harter & Pike, 984; Nicholls, 978). Jongens hebben, in tegenstelling tot meisjes, een positiever sportief zelfbeeld, betere motorische vaardigheden en zijn meer fysiek actief (Basterfield et al., 20; Cleland et al., 200; Lopes, Rodrigues, Maia, & Malina, 20; Trost et al., 2002; Cole et al., 200; Fredricks & Eccles, 2002; Jacobs, Lanza, Osgood, Eccles, & Wigfield, 2002; Wigfield et al., 997). Jongens scoren hoger op grove motoriek, terwijl meisjes hoger scoren op de fijne motoriek (Junaid & Fellowes, 2006). Uit onderzoek blijkt dat een hoge score op de grove motoriek samenhangt met een positiever sportief zelfbeeld (Piek et al., 2006). Een mogelijke verklaring voor een hoog sportief zelfbeeld bij jongens, is dat veel sporten, en daarin de rolmodellen, meer gericht zijn op de interesses en leefomgeving van jongens (Harter, 2006). De afname van het sportief zelfbeeld, gedurende de jeugd, is voor zowel jongens als voor meisjes gelijk (Cole et al., 200; Jacobs et al., 2002). Daarentegen is de afname van fysieke activiteit groter voor meisjes dan voor jongens (Basterfield et al., 20; Cleland et al., 200). Er bestaan veel interventies om de fysieke activiteit bij kinderen te bevorderen. Uit onderzoek van het Nederlandse instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) blijkt echter dat maar dertien procent van de interventies wetenschappelijk onderbouwd zijn. De meeste interventies zijn met een onvoldoende beoordeeld op uitvoerbaarheid en de effectiviteit op bewegen (Ooms & Veenhof, 2008). Er is dus behoefte aan interventieprogramma s in Nederland, die de fysieke activiteit bevorderen.

5 5 Het recent ontwikkelde beweegprogramma Monkey Moves heeft een wetenschappelijk onderbouwde visie waarin het Multi Skills principe centraal staat. Monkey Moves richt zich, in tegenstelling tot andere beweeginterventies, expliciet op het ontwikkelen van fijne- en grofmotorische vaardigheden door middel van een zeer divers aanbod aan sportactiviteiten. Bovendien worden ook de sociale vaardigheden op een leuke speelse manier getraind. Bij elke training staat het opdoen van succeservaringen en positief beleven van bewegen centraal ( de voordelen, z.j.). Dit onderzoek richt zich op het onderzoeken van de invloed van het beweegprogramma Monkey Moves op de fysieke activiteit, de motorische vaardigheden en het sportief zelfbeeld van kinderen tussen de 6 en 9 jaar. Tevens wordt er onderzoek gedaan naar verschillen tussen jongens en meisjes en kinderen met zwakke- en sterke motorisch vaardigheden. In lijn met de literatuur is de verwachting dat Monkey Moves een positieve invloed heeft op zowel de motorische vaardigheden, de dagelijkse fysieke activiteit en het sportieve zelfbeeld. Daarnaast wordt verwacht dat jongens op alle variabelen hoger scoren dan meisjes. Tot slot wordt verwacht dat kinderen met een sterke motoriek fysiek actiever zijn in het dagelijks leven dan kinderen met een zwakke motoriek (Skinner & Piek, 200; Schoemaker & Kalverboer, 994). Methoden Participanten De onderzoeksgroep bestaat uit reguliere basisschoolkinderen van 6-9 jaar uit Utrecht die deelnemen aan het beweegprogramma Monkey Moves. De onderzoeksgroep (n=7) bestaat uit 6 jongens en meisjes. In dit onderzoek is sprake van een multiple case study, waarbij middels een voor- en nameting de invloed van de interventie op de groep wordt geanalyseerd. Kinderen die de Monkey Moves lessen volgen zijn allemaal geschikt voor deelname aan het onderzoek mits er toestemming door ouders is gegeven. Ethische verantwoording Dit onderzoek is onderdeel van het beweegprogramma Monkey Moves en uitgevoerd om de invloed van het programma te meten. Onderzoek naar de WMO-plichtigheid van deze studie ontbreekt. De data is tijdens reguliere sportlessen onder toezicht verzameld en met toestemming van ouders. Middels een toestemmingsbrief hebben ouders getekend voor toestemming van deelname. Daarnaast zijn ouders zowel schriftelijk als mondeling op de hoogte gesteld van de inhoud en procedure van het onderzoek. Bovendien zijn de gegevens anoniem verwerkt. Meetinstrumenten Competentie belevingsschaal voor Kinderen (CBSK) (Harter, 982). Om het sportieve zelfbeeld te meten is gebruik gemaakt van de subschaal sportieve vaardigheden van de CBSK. Deze subschaal bestaat uit zes items waar gescoord kan worden op een

6 6 vierpuntsschaal (=helemaal niet waar tot 4=helemaal waar). Bij elk item worden twee stellingen gegeven waaruit het kind het best passende alternatief moet kiezen. Bijvoorbeeld: sommige kinderen zijn erg goed in sport en gymnastiek maar andere kinderen zijn niet zo goed in sport en gymnastiek. Vervolgens moet het kind invullen in welke mate deze stelling van toepassing is op hem of haar. Het kind kan kiezen tussen een beetje waar voor mij of helemaal waar voor mij. Op de sub-schaal sportieve vaardigheden kan een score behaald worden van 6 tot 24. Een hoge score binnen de sub-schaal impliceert een hoge mate van zelfbeeld over eigen sportieve vaardigheden. De CBSK is volgens COTAN betrouwbaar gebleken (Egberink, Holly-Middelkamp, & Vermeulen, 996). De interne consistentie van de sub-schalen sportieve vaardigheden (.70) is voldoende (Veerman, Straathof, Treffers, van den Bergh, & ten Brink, 2004). De validiteit van de CBSK is acceptabel (Veerman et al., 2004). Athletic Skills Beweegparcours (Hoeboer et al., 205). Dit meetinstrument is gericht op het in kaart brengen van motorische vaardigheden bij kinderen en is ontwikkeld voor drie verschillende leeftijdsgroepen (4-6 jaar, 6-9 jaar en 8-2 jaar). In het beweegparcours worden verschillende beweegdomeinen aangesproken waaronder balanceren, springen, lopen en coördinatieve vaardigheden. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van het Athletic Skills Beweegparcours 2 voor kinderen met de leeftijd van 6 tot en met 9 jaar. Het niveau van de motorische vaardigheden wordt beoordeeld op basis van de snelheid waarin het parcours wordt afgelegd. Een snellere tijd impliceert een beter motorisch functioneren. Doordat het Athletic Skills Beweegparcours recent is ontwikkeld, is de betrouwbaarheid en validiteit van dit meetinstrument onbekend. Zelfrapportage dagboek fysieke activiteit. Het dagboek wordt gebruikt om het percentage dagelijkse fysieke activiteit van kinderen te meten. Ouders rapporteren per dag, gedurende zeven dagen, welke vormen van fysieke activiteit het kind na schooltijd en in het weekend heeft deelgenomen. Het dagboek bestaat uit blokken van 30 minuten. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag wordt de fysieke activiteit gerapporteerd tussen 5:00 en 9:00. Op zaterdag en zondag tussen 08:00 en 9:00 en op woensdag tussen 2:30 en 9:00 (Noordstar, van der Net, Jak, Helders, & Jongmans, 206). De mate van fysieke activiteit wordt beoordeeld op een schaal van tot 9. Scores onder de 6 worden beschouwd als geen fysieke activiteit. Scores boven de 6 worden beschouwd als matig tot krachtige fysieke activiteit (Bouchard et al., 983). Bij de verwerking van de data worden de blokken gescoord als actief of niet-actief. Om een percentage van de fysieke activiteit te berekenen wordt het aantal tijdsblokken, die beoordeeld zijn als matig tot krachtig fysieke actief, gedeeld door het totaal van de ingevulde tijdsblokken (Noordstar et al, 206).

7 7 Procedure Ouders van deelnemende kinderen hebben een informatiebrief en toestemmingsbrief ontvangen en ondertekend waarmee zij akkoord gaan met de procedure. De data is verzameld in de maanden maart en mei 207 op de locaties Parkwijk en Wittevrouwen in Utrecht waar het beweegprogramma Monkey Moves wordt aangeboden. Acht studenten hebben data verzameld op drie meetmomenten. Op het eerste meetmoment (T0) is het Athletic Skills Beweegparcours en de Competentie Belevingsschaal Kinderen (CBSK) afgenomen en het dagboek fysieke activiteit door ouders ingevuld. Bij het tweede meetmoment (T) is enkel het Athletic Skills Beweegparcours afgenomen. Dit meetmoment is gebruikt om de betrouwbaarheid van het Athletic Skills Beweegparcours te testen. Het derde meetmoment (T2) betreft de nameting waarbij het Athletic Skills Beweegparcours en de Competentie Belevingsschaal Kinderen (CBSK) zijn afgenomen en wederom is het dagboek fysieke activiteit ingevuld. Analyse Voorafgaand aan de toetsing is gebruik gemaakt van de Shapiro-Wilk test om te beoordelen of de gegevens normaal verdeeld zijn. Hieruit is gebleken dat zowel de scores op motorisch functioneren, fysieke activiteit en sportief zelfbeeld normaal verdeed zijn. De verandering van motorische vaardigheden, sportief zelfbeeld en de fysieke activiteit zijn allen getoetst door middel van een gepaarde T-toets. Om het verschil tussen sterken zwak motorische kinderen te analyseren is gekeken naar het 25 e percentiel laagst- en 25 e percentiel hoogst scorende kinderen op motorisch functioneren. Daarnaast is het verschil in sekse ook meegenomen in de analyse. Om deze verschillen te toetsen is gebruik gemaakt van een gepaarde T-toets. Het Athletic Skills Beweegparcours is nog niet onderzocht op betrouwbaarheid. Om deze reden is er een test-hertest analyse (T0 T) toegepast om de betrouwbaarheid van het meetinstrument te analyseren. Met behulp van de Pearson test is de betrouwbaarheid van het Athletic Skills Beweegparcours beoordeeld. De testhertest betrouwbaarheid T0-T van het Athletic Skills Beweegparcours is goed (rp=.92, p <.0). Om de samenhang te meten tussen fysieke activiteit, motorische vaardigheden en het positieve zelfbeeld is gebruik gemaakt van de Pearson test. Resultaten De onderzoeksgroep bestaat uit 7 kinderen waarvan gegevens op T0 en T2 zijn verzameld. De groep bestaat uit meisjes en 6 jongens met een gemiddelde leeftijd van 6.8 jaar. Invloed Monkey Moves op motorisch functioneren, sportief zelfbeeld en fysieke activiteit In Tabel worden de scores op motorisch functioneren, sportief zelfbeeld en fysieke activiteit van de interventie Monkey Moves weergegeven. Er is geen significante

8 8 verandering te zien voor motorisch functioneren (p =.304), sportief zelfbeeld (p =.532) en fysieke activiteit (p =.595). Wanneer specifiek naar jongens (n = 6) wordt gekeken is er eveneens geen vooruitgang op motorisch functioneren (p =.502), sportief zelfbeeld (p =.00) en fysieke activiteit (p =.59). Ook bij de meisjes (n = ) is er geen significante verandering op motorisch functioneren (p =.5), sportief zelfbeeld (p =.542) en fysieke activiteit (p =.73) gemeten. Wanneer er wordt gekeken verschil tussen kinderen met een sterke motoriek (n=3) en kinderen met een zwakke motoriek (n=3) is er geen significante verandering gemeten bij sterk motorische kinderen op motorisch functioneren (p =.99), sportief zelfbeeld (p =.529) en fysieke activiteit (p =.476). Ook bij motorische zwakke kinderen is er geen significante verandering gemeten op motorisch functioneren (p =.83), sportief zelfbeeld (p =.580) en fysieke activiteit (p =.79). Tabel Gemiddelden, Standaarddeviaties en Significantie Niveau T0 T2 Sig. M (SD) M (SD) Motorisch functioneren Jongens 29.3 (9.63) (7.25).502 Meisjes (9.79) (8.60).5 Totaal 33.8 (7.25) 3.72 (7.82).304 Sportief zelfbeeld Jongens 9.33 (.5) 9.33 (.53).00 Meisjes 8.83 (2.4) 9.67 (2.42).542 Totaal 9.35 (.70) 9.56 (2.07).532 Fysieke activiteit Jongens.47 (.03).44 (.03).59 Meisjes.36 (.4).34 (.).73 Totaal.34 (.).36 (.).595 Noot: *p <.05, **p <.0. Op motorisch functioneren 4 jongens en 0 meisjes op T0 (n=4) en 3 jongens en 6 meisjes op T2 (n=9). Op sportief zelfbeeld 6 jongens meisjes op T0 (n=7) en 3 jongens en 6 meisjes op T2 (n=9). Fysieke activiteit 5 jongens 0 meisjes op T0 (n=5) en 2 jongens en 6 meisjes op T2 (n=8). Samenhang motorisch functioneren, sportief zelfbeeld en fysieke activiteit. De correlaties tussen de variabelen op T0 zijn weergegeven in Tabel 2. Er is een negatieve samenhang gevonden tussen sportief zelfbeeld en motorisch functioneren (r p =-.62, p <.05). Deze samenhang is te kwalificeren als een groot effect (r p >.50).

9 9 Tussen de fysieke activiteit en sportief zelfbeeld is geen significante samenhang gevonden (r p =-.30). Tussen motorische functioneren en fysieke activiteit is eveneens geen significante samenhang gevonden (r p =.52). Tabel 2 Gemiddelden, Standaarddeviaties en Correlaties M SD Motorisch functioneren T0 2. Sportief * zelfbeeld T0 3. Fysieke activiteit T0 Noot. Er is gebruik gemaakt van Pearson correlaties. *p<.05; **p<.0 Individueel niveau De analyses op individueel niveau zijn weergegeven in Tabel 3. Uit de ruwe scores van motorisch functioneren op individueel niveau blijkt dat zes (75%) kinderen het Athletic Skills Beweegparcours op T2 sneller hebben afgelegd dan op T0. Twee kinderen hebben het parcours op T2 langzamer afgelegd dan op T0. Uit de ruwe scores van sportief zelfbeeld blijkt dat vijf (63%) kinderen op T2 hoger, en drie (37%) kinderen lager, hebben gescoord op het sportief zelfbeeld dan op T0. Daarnaast zijn twee kinderen (25%) fysiek actiever op T2 vergeleken met T0 en vier (67%) kinderen minder fysiek actief. Ook blijkt uit de analyses op individueel niveau dat er bij twee (25%) kinderen sprake is van vooruitgang op zowel motorisch functioneren, sportieve zelfbeeld en fysieke activiteit. Tabel 3 Analyses T0-T2 op Individueel Niveau Vooruit Gelijk Achteruit n (%) n (%) n (%) Motorisch functioneren Jongens (n=3) 2 (67%) 0 (0%) (33%) Meisjes (n=5) 4 (80%) 0 (0%) (20%) Totaal (n=8) 6 (75%) 0 (0%) 2 (25%) Sportief zelfbeeld

10 0 Jongens (n=2) (50%) 0 (0%) (50%) Meisjes (n=6) 4 (67%) 0 (0%) 2 (33%) Totaal (n=8) 5 (63%) 0 (0%) 3 (37%) Fysieke activiteit Jongens (n=2) (50%) 0 (0%) (50%) Meisjes (n=6) (7%) (7%) 4 (66%) Totaal (n=8) 2 (25%) (3%) 5 (62%) Noot. Alleen kinderen meegenomen in analyse die beide meetmomenten (T0-T2) aanwezig waren (n=8). Discussie Deze studie onderzocht de invloed van het beweegprogramma Monkey Moves op het motorisch functioneren, sportief zelfbeeld en fysieke activiteit van kinderen tussen de 6 en 9 jaar. Daarnaast werd onderzocht of er een verschil was tussen jongens en meisjes, en tussen sterk- en zwak motorische kinderen. Onverwacht is er geen significante verandering gemeten op het motorisch functioneren. Dit komt niet overeen met de literatuur waarin wordt gevonden dat meer fysieke activiteit leidt tot sterkere motorische vaardigheden (Fisher et al., 2005; Okely, Booth, & Patterson, 200). Mogelijk is het Athletic Skills Beweegparcours onvoldoende sensitief om kleine veranderingen te meten aangezien er nog geen onderzoek naar de validiteit heeft plaatsgevonden. Daarnaast is de onderzoeksperiode mogelijk te kort om verandering in motoriek te mogen verwachten. Ook is er geen significante verandering gemeten op het sportief zelfbeeld. Dit is in strijd met de literatuur waarin wordt beschreven dat succeservaringen in sport zorgen voor een positiever sportief zelfbeeld. Verwacht werd dat de succeservaringen die worden opgedaan bij Monkey Moves positieve invloed zouden hebben op het sportief zelfbeeld (Harter, 982; Deci & Ryan, 2000). Een mogelijke verklaring voor deze resultaten is dat de onderzoekspopulatie klein is (n=7). Ondanks de kleine onderzoekspopulatie is wel te zien dat 63% van de kinderen vooruit is gegaan in sportief zelfbeeld. Een andere mogelijke verklaring voor het uitblijven van significante verandering, is dat kinderen al een vrij positief zelfbeeld hadden op T0 waardoor zij mogelijk op T2 niet hoger scoorden. Daarnaast beschikken jonge kinderen mogelijk niet over de cognitieve vaardigheden om hun motorische vaardigheden realistisch te beoordelen (Harter, 999; Harter & Pike, 984; Nicholls, 978). Tegen de verwachtingen in is er ook geen significante verandering gemeten op fysieke activiteit. Dit komt niet overeen met het model van Stodden en collega s (2009) waarin wordt beschreven dat de fysieke activiteit beïnvloed wordt door de motorische vaardigheden en het sportief zelfbeeld van kinderen. Daarnaast is het uitblijven van significante verandering ook in strijd met het beoogde doel van Monkey Moves, waarin er wordt gestreefd met het fysiek actiever maken van kinderen. Deze resultaten zijn

11 mogelijk te verklaren doordat er ook geen significante veranderingen zijn waargenomen op motorisch functioneren en sportief zelfbeeld. Daarentegen blijken beweeginterventies uit het verleden matig effectief (Leemrijse et al., 2009, Metcalf, Henley, & Wilkin 202), waardoor het uitblijven van een significante uitkomst niet opmerkelijk is. Het onderzoeken van de invloed van beweeginterventies op fysieke activiteit is moeilijk aangezien de fysieke activiteit wordt onder andere beïnvloed door de directe omgeving, sociaaleconomische status en het klimaat waarin het kind opgroeit (Goodway & Smith, 2005; DiLorenzo, Stucky-Ropp, Van der Wal, & Gotham, 998; Sallis, Prochaska, & Taylor, 2000). Mogelijk is Monkey Moves onvoldoende krachtig geweest om een verandering in fysieke activiteit te bewerkstelligen. Bij de verschillen tussen jongens en meisjes zijn ook geen significante veranderingen gemeten. Wel is te zien dat jongens op T0 op zowel motorisch functioneren, sportief zelfbeeld en fysieke activiteit hoger scoren dan meisjes. Deze resultaten zijn in lijn met de literatuur (Basterfield et al., 20; Cleland et al., 200; Lopes et al., 20; Trost et al., 2002; Cole et al., 200; Fredricks & Eccles, 2002; Jacobs et al., 2002 & Wigfield et al., 997). Een mogelijk verklaring hiervoor is dat het Athletic Skills Beweegparcours uitsluitend de grove motoriek meet. Jongens blijken hoger te score op grove motoriek dan meisjes (Junaid & Fellowes, 2006). Bovendien hangt een hoge score op de grove motoriek samen met een positiever sportief zelfbeeld (Piek et al., 2006). Ook is er geen significante verandering gemeten wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen sterk- en zwak motorische kinderen. Dit is niet in lijn met de literatuur waarin wordt beschreven dat kinderen met een sterke motoriek fysiek actiever zijn in het dagelijks leven dan kinderen met een zwakke motoriek (Skinner & Piek, 200; Schoemaker & Kalverboer, 994). Mogelijk zijn deze resultaten te verklaren door het feit dat sterk motorische kinderen op T0 al hoog scoorden waardoor het moeilijk was om op T2 hoger te scoren. Daarnaast zijn de niet significante resultaten bij zowel sterk- als zwak motorische kinderen te verklaren doordat er maar drie kinderen tot deze afzonderlijke groepen behoorden. Er zijn verschillende beperkingen aan dit onderzoek te noemen. Een van de belangrijkste beperkingen van dit onderzoek is dat het onderzoek kleinschalig is aangezien het maar op 2 van de locaties van Monkey Moves is uitgevoerd. Een beperkte leeftijdsrange (6-9 jaar) en de afwezigheid van kinderen op T2 heeft gezorgd voor een kleine onderzoeksgroep (n=7) waardoor het moeilijker is een significante vooruitgang te vinden. Een andere tekortkoming in deze studie is dat het Athletic Skills Beweegparcours en het Zelfrapportage Dagboek voor Fysieke Activiteit beiden niet onderzocht zijn op validiteit. Daarnaast geeft de rapportage in het dagboek geen compleet beeld weer van de dagelijkse fysieke activiteit (Chinapaw, Mokkink, Van Poppel,

12 2 Van Mechelen, & Terwee, 200). Ten slotte is de onderzoeksduur mogelijk te kort om een verandering te kunnen meten. Ondanks de beperkingen zijn er ook sterke punten te noemen. Deze studie is een van de eerste studies die jonge kinderen heeft onderzocht op motorisch functioneren, sportief zelfbeeld en fysieke activiteit. Ondanks dat er geen significante verandering op groepsniveau te zien is, zijn kinderen op individueel niveau wel vooruitgegaan op motorisch functioneren (75%) en sportief zelfbeeld (63%). De test-hertest betrouwbaarheid van het Athletic Skills Beweegparcours blijkt goed. Dit maakt dit meetinstrument bruikbaar voor toekomstige studies. Conclusie Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat de beweeginterventie Monkey Moves niet zorgt voor een significante verandering in motorisch functioneren, sportief zelfbeeld en fysieke activiteit bij kinderen van 6-9 jaar. Daarnaast is er geen significant verschil gemeten tussen jongens en meisjes en tussen sterk- en zwak motorische kinderen. Deze resultaten die niet overeenkomen met het model van Stodden en collega s (2008), zijn zeer waarschijnlijk beïnvloed door het kleine aantal proefpersonen in deze studie. Aangezien op individueel niveau geconcludeerd kan worden dat 75% van de kinderen (n=8) wel degelijk vooruit is gegaan in motorisch functioneren en 63% (n=8) een hoger sportief zelfbeeld heeft. Voor vervolgonderzoek wordt aanbevolen om de onderzoeksgroep te vergroten door op meer dan twee locaties van Monkey Moves data te verzamelen. Om uitval te beperken is het belangrijk om rekening te houden met schoolvakanties van participanten. Om de daadwerkelijke invloed van Monkey Moves te meten wordt aanbevolen in vervolgonderzoek een groep kinderen te selecteren die uitsluitend het Monkey Moves beweegprogramma volgen en op een gelijk moment zijn gestart. Ook wordt geadviseerd het Athletic Skills Beweegparcours en het Zelfrapportage Dagboek voor Fysieke Activiteit te onderzoeken op validiteit.

13 3 Literatuur Babiss, L. A., & Gangwisch, J. E. (2009). Sports participation as a protective factor against depression and suicidal ideation in adolescents as mediated by self-esteem and social support. Journal of Developmental & Behavioral Pediatrics, 30, doi: 0.097/DBP.0b03e38b33659 Basterfield, L., Adamson, A. J., Frary, J. K., Parkinson, K. N., Pearce, M. S., Reilly, J. J., & Gateshead Millennium Study Core Team. (20). Longitudinal study of physical activity and sedentary behaviour in children. Pediatrics, 27, doi: /peds Biddle, S. J. H., Asare, M. (20). Physical activity and mental health in children and adolescents: a review of reviews. British Journal of Sports Medicine, 45, doi: 0.36/bjsports Bouchard, C., Tremblay, A., Leblanc, C., Lortie, G., Savard, R., & Theriault, G. (983). A method to assess energy expenditure in children and adults. The American Journal of Clinical Nutrition, 37, Breedveld, K. (2006). De tijd als spiegel: hoe Nederlanders hun tijd besteden. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. Chinapaw, M. J., Mokkink, L. B., van Poppel, M. N., van Mechelen, W., & Terwee, C. B. (200). Physical activity questionnaires for youth. Sports Medicine, 40, doi: 0.265/ Clark, J. E., & Metcalfe, J. S. (2002). The mountain of motor development: A metaphor. Motor Development: Research and Reviews, 2, doi: 0.269/ajssm-2-6A-3 Cleland, V., Timperio, A., Salmon, J., Hume, C., Baur, L. A., & Crawford, D. (200). Predictors of time spent outdoors among children: 5-year longitudinal findings. Journal of Epidemiology and Community Health, 64, doi:0.36/jech Cole, D. A., Maxwell, S. E., Martin, J. M., Peeke, L. G., Seroczynski, A. D., Tram, J. M., & Maschman, T. (200). The development of multiple domains of child and adolescent selfconcept: A cohort sequential longitudinal design. Child Development, 72, doi:0./ Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The" what" and" why" of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behaviour. Psychological Inquiry,, DiLorenzo, T. M., Stucky-Ropp, R. C., Vander Wal, J. S., & Gotham, H. J. (998). Determinants of exercise among children. A longitudinal analysis. Preventive Medicine, 27, doi:0.006/pmed Egberink, I. J. L., Holly-Middelkamp, F. R., & Vermeulen, C. S. M. (207). COTAN beoordeling 996, Competentie Belevingsschaal voor Kinderen. Bekeken via Fisher, A., Reilly, J., Kelly, L., Montgomery, C., Williamson, A., & Paton, J. (2005). Fundamental

14 4 movement skills and habitual physical activity in young children. Medicine and Science in Sports and Exercise, 37, Fredricks, J. A., & Eccles, J. S. (2002). Children's competence and value beliefs from childhood through adolescence: growth trajectories in two male-sex-typed domains. Developmental Psychology, 38, 59. doi: 0.037/ Goodway, J. D., & Branta, C. F. (2003). Influence of a motor skill intervention on fundamental motor skill development of disadvantaged preschool children. Research Quarterly for Exercise and Sport, 74, doi: 0.080/ Goodway, J. D., & Rudisill, M. E. (997). Perceived physical competence and actual motor skill competence of African American preschool children. Adapted Physical Activity Quarterly, 4, doi: Goodway, J. D., & Smith, D. W. (2005). Keeping all children healthy: Challenges to leading an active lifestyle for preschool children qualifying for at- risk programs. Family & Community Health, 28, Harter, S. (982). The perceived competence scale for children. Child Development, doi: /29640 Harter, S. (999). The construction of the self: A developmental perspective. New York: Guilford Press. Harter, S. (2006). The self. In N. Eisenberg, W. Damon, & R. M. Lerner (Eds.), Handbook of Child Psychology (pp ). Hoboken, New Jersey: John Wiley & Sons. Harter, S., & Pike, R. (984). The pictorial scale of perceived competence and social acceptance for young children. Child Development, doi: /29772 Hoeboer, J., Krijger, M., & Vries, S. de. (204). Motorische ontwikkeling in relatie tot een actieve leefstijl. Sportgericht,, Hoeboer, J., Krijger, M., Savelsbergh, G., & Vries, S. de. (205). Athletic Skills Beweegparcours handboek versie 2.. Den Haag: De Haagse Hogeschool. Jacobs, J. E., Lanza, S., Osgood, D. W., Eccles, J. S., & Wigfield, A. (2002). Changes in children s self- competence and values: Gender and domain differences across grades one through twelve. Child Development, 73, doi: 0./ Junaid, K. A., & Fellowes, S. (2006). Gender differences in the attainment of motor skills on the movement assessment battery for children. Physical & Occupational Therapy in Pediatrics, 26, 5-2. doi: 0.300/j006v26n0_02 Leemrijse, C. J., Ooms, L., & Veenhof, C. (2009). Evaluatie van kansrijke beweegprogramma s om lichaamsbeweging in de bevolking te bevorderen fase 2. Utrecht: Nivel. Lopes, V. P., Rodrigues, L. P., Maia, J. A., & Malina, R. M. (20). Motor coordination as predictor of physical activity in childhood. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 2, doi: 0./j x Malina, R. M. (996). Tracking of physical activity and physical fitness across the lifespan.

15 5 Research Quarterly for Exercise and Sport, 67, McCullough, N., Muldoon, O., & Dempster, M. (2009). Self- perception in overweight and obese children: a cross- sectional study. Child: Care, Health and Development, 35, doi: 0./j x Metcalf, B., Henley, W., & Wilkin, T. (202). Effectiveness of intervention on physical activity of children: systematic review and meta-analysis of controlled trials with objectively measured outcomes. British Medical Journal, 345. doi: 0.36/bmj.e5888 Monkey Moves (206). De voordelen. Verkregen op 7 maart, 207, van: Nicholls, J. G. (978). The development of the concepts of effort and ability, perception of academic attainment, and the understanding that difficult tasks require more ability. Child Development, doi: /28250 Noordstar, J. J., Net, J. van der, Jak, S., Helders, P. J. M., & Jongmans, M. J. (206). Global self-esteem, perceived athletic competence, and psysical activity in children: A longitudinal cohort study. Psychology of Sport and Exercise, 22, Okely, A. D., Booth, M. L., & Patterson, J. W. (200). Relationship of physical activity to fundamental movement skills among adolescents. Medicine and Science in Sports and Exercise, 33, doi: 0.097/ Ooms, L., & Veenhof, C. (2008). Evaluatie van kansrijke interventies om lichaamsbeweging in de bevolking te bevorderen. Utrecht: Nivel. Piek, J. P., Baynam, G. B., & Barrett, N. C. (2006). The relationship between fine and gross motor ability, self-perceptions and self-worth in children and adolescents. Human Movement Science, 25, doi: 0.06/j.humov Ridgers, N. D., Fazey, D., & Fairclough, S. J. (2007). Perceptions of athletic competence and fear of negative evaluation during physical education. British Journal of Educational Psychology, 77, doi: 0.348/ X28909 Robinson, L. E., & Goodway, J. D. (2009). Instructional climates in preschool children who are at-risk. Part I: Object-control skill development. Research Quarterly for Exercise and Sport, 80, doi: 080/ Robinson, L. E., Rudisill, M. E., & Goodway, J. D. (2009). Instructional climates in preschool children who are at-risk. Part II: Perceived physical competence. Research Quarterly for Exercise and Sport, 80, doi: 0.080/ Ruble, T. L. (983). Sex stereotypes: Issues of change in the 970s. Sex Roles, 9, doi: 0.007/BF Sallis, J. F., Prochaska, J. J., & Taylor, W. C. (2000). A review of correlates of physical activity of children and adolescents. Medicine and Science in Sports and Exercise, 32, doi: 0.097/ Schoemaker, M. M., & Kalverboer, A. F. (994). Social and affective problems of children who are clumsy: How early do they begin? Adapted Physical Activity Quarterly,,

16 6 doi: 0.23/apaq Seefeldt, V. (980). Developmental motor patterns: Implications for elementary school physical education. In Nadeau, C., Holliwell, W., Newell, K. & Roberts, G., Psychology of motor behavior and sport (pp ). Champaign, Illinois: Human Kinetics. Skinner, R. A., & Piek, J. P. (200). Psychosocial implications of poor motor coordination in children and adolescents. Human Movement Science, 20, doi: 0.06 /S (0)00029-X Stipek, D., & Iver, D. M. (989). Developmental change in children's assessment of intellectual competence. Child Development, doi: /3079 Stodden, D. F., Goodway, J. D., Langendorfer, S. J., Roberton, M. A., Rudisill, M. E., Garcia, C., & Garcia, L. E. (2008). A developmental perspective on the role of motor skill competence in physical activity: An emergent relationship. Quest, 60, doi: 0.080/ Stodden, D., Langendorfer, S., & Roberton, M. A. (2009). The association between motor skill competence and physical fitness in young adults. Research Quarterly for Exercise and Sport, 80, doi: 0.080/ Strong, W. B., Malina, R. M., Blimkie, C. J., Daniels, S. R., Dishman, R. K., Gutin, B., & Rowland, T. (2005). Evidence based physical activity for school-age youth. The Journal of Pediatrics, 46, doi: 0.06/j.jpeds Trost, S. G., Pate, R. R., Sallis, J. F., Freedson, P. S., Taylor, W. C., Dowda, M., & Sirard, J. (2002). Age and gender differences in objectively measured physical activity in youth. Medicine and Science in Sports and Exercise, 34, Veerman, J. W., Straathof, M. A. E., Treffers, D. A., Bergh, B. R. H. van den, & Brink, L. T. ten (2004). Compententiebelevingsschaal voor kinderen. Amsterdam: Harcourt Test Publishers. Wigfield, A., Eccles, J. S., Yoon, K. S., Harold, R. D., Arbreton, A. J., Freedman-Doan, C., & Blumenfeld, P. C. (997). Change in children's competence beliefs and subjective task values across the elementary school years: A 3-year study. Journal of Educational Psychology, 89, 45. doi: 0.037/ Williams, H. G., Pfeiffer, K. A., O Neill, J. R., Dowda, M., McIver, K. L., Brown, W. H. & Pate, R. R. (2008). Motor skill performance and physical activity in preschool children. Obesity, 6, doi: 0.038/oby

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1 Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie Mental Resilience buffers Teacher Stressreactivity: An ESM-study Tanya

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in

Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum Gein, Determinanten van Beweeggedrag Evaluation Study on Exercise Programs in Healthcare Centre Gein, Determinants of Physical Activity Melie

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy on Sociosexuality Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie op Sociosexualiteit Filiz Bozkurt First supervisor: Second supervisor drs. J. Eshuis dr. W. Waterink

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children

Nadere informatie

Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische. Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning

Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische. Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning The Relationship between Appreciative Inquiry and Autonomous

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

De invloed van Monkey Moves op motorisch functioneren en sociale acceptatie. Jessie J. C. Jochems & Susanna C. M. Scholten Universiteit Utrecht

De invloed van Monkey Moves op motorisch functioneren en sociale acceptatie. Jessie J. C. Jochems & Susanna C. M. Scholten Universiteit Utrecht Running head: INVLOED MONKEY MOVES OP MOTORIEK EN ZELFBEELD De invloed van Monkey Moves op motorisch functioneren en sociale acceptatie. Jessie J. C. Jochems & Susanna C. M. Scholten Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname.

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname. De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational Commitment in de Periode na een Overname. The Relation Between Perceived Organizational Culture and Organizational Commitment After an Acquisition.

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Big data in het bewegingsonderwijs

Big data in het bewegingsonderwijs Big data in het bewegingsonderwijs Sanne de Vries Lector Gezonde Leefs3jl in een S3mulerende Omgeving (GLSO) Joris Hoeboer Docent onderzoeker, kenniskringlid GLSO Luilekkerland Gevolgen Te weinig fruit,

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge

Nadere informatie

Running head: INVLOED VAN GENDERROL EN WAARDEN OP FAALANGST 1. Zelf- en Ander-Gerefereerde Faalangst: De Invloed van Genderrol Oriëntatie, Waarden

Running head: INVLOED VAN GENDERROL EN WAARDEN OP FAALANGST 1. Zelf- en Ander-Gerefereerde Faalangst: De Invloed van Genderrol Oriëntatie, Waarden Running head: INVLOED VAN GENDERROL EN WAARDEN OP FAALANGST 1 Zelf- en Ander-Gerefereerde Faalangst: De Invloed van Genderrol Oriëntatie, Waarden en Sekse Self- and Other-Referenced anxiety: The Influence

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Vertrouwen, Faalangst en Interpretatiebias bij. Kinderen

Vertrouwen, Faalangst en Interpretatiebias bij. Kinderen Vertrouwen, faalangst en interpretatiebias bij kinderen 1 Vertrouwen, Faalangst en Interpretatiebias bij Kinderen Trust, Fear of Negative Evaluation, Test Anxiety and Interpretationbias in Children. Tineke

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties,

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties, Het Effect van een Verkorte Mindfulness Training bij Ouderen op Mindfulness, Experiëntiële Vermijding, Self-Efficacy in het Omgaan met Emoties, Zelftranscendentie, en Quality of Life The Effects of a Shortened

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K. Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

Is er verschil in de motoriek tussen actieve en minder actieve kinderen in de leeftijd 9-10 jaar?

Is er verschil in de motoriek tussen actieve en minder actieve kinderen in de leeftijd 9-10 jaar? Is er verschil in de motoriek tussen actieve en minder actieve kinderen in de leeftijd 9-10 jaar? Patty Fleming, Laura Visser School of Cesartherapy specialized in Children, Department of Health Education,

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN De Samenhang tussen Zingeving, Resiliency en Psychosociale Problematiek bij Adolescenten The Relationship between Meaning, Resiliency and Psychosocial Problems in Adolescents Jan C. Oosterwijk Arjan Oosterwijk

Nadere informatie

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality Dagelijkse Stress, Snackgewoonte en Persoonlijkheid 1 Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de Modererende Rol van Persoonlijkheid Daily Stress and Snack Habit: the Moderating Role of Personality Josine

Nadere informatie

Facts & Figures: de sportieve vrijetijdsbesteding van jongeren

Facts & Figures: de sportieve vrijetijdsbesteding van jongeren Facts & Figures: de sportieve vrijetijdsbesteding van jongeren Tal van onderzoek heeft uitgewezen dat de deelname van jongeren aan sportverenigingen ten goede komt aan hun algemene ontwikkeling en gezondheid.

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

Kristel Smets. Eerste Begeleider: dr. A. Mudde. Tweede Begeleider: dr. F. Vanacker. April Faculteit Psychologie

Kristel Smets. Eerste Begeleider: dr. A. Mudde. Tweede Begeleider: dr. F. Vanacker. April Faculteit Psychologie Mediëert Motivatie van de Adolescent tot Deelname aan Fysieke Activiteiten het Verband tussen de Invloed van de Ouders en het Beweeggedrag van de Adolescent? Does Motivation of the Adolescent to Participate

Nadere informatie

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Symposium kindgericht bewegingsonderwijs en jeugdsport

Symposium kindgericht bewegingsonderwijs en jeugdsport Symposium kindgericht bewegingsonderwijs en jeugdsport 18 november 2014 Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Lector: Remo Mombarg Bewegingsonderwijs & jeugdsport Lector: Johan de Jong Healthy lifestyle,

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis: Hechting en Psychose: Bieden Hechtingskenmerken een Verklaring voor het Optreden van Psychotische Symptomen? Attachment and Psychosis: Can Attachment Characteristics Account for the Presence of Psychotic

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

INVLOED VAN MONKEY MOVES OP SPORTIEF ZELFBEELD EN FYSIEKE ACTIVITEIT 1

INVLOED VAN MONKEY MOVES OP SPORTIEF ZELFBEELD EN FYSIEKE ACTIVITEIT 1 INVLOED VAN MONKEY MOVES OP SPORTIEF ZELFBEELD EN FYSIEKE ACTIVITEIT 1 Wat is de invloed van Monkey Moves op het sportief zelfbeeld en fysieke activiteit? Bachelorthesis Universiteit Utrecht Namen: B.

Nadere informatie