B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten"

Anita de Groot
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1 B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten 1 Kruis het juiste antwoord aan. Er is meer dan één antwoord juist. Hieronder staat een aantal gereedschappen. Kruis de meetgereedschappen aan. Zaag Waterpas Jalon Duimstok Rolmaat Bouwhaak Meetband Zichtje 2 Wat is goed en wat is fout? Omcirkel het juiste antwoord. Een duimstok kun je oprollen. Eén lid van een duimstok is 250 mm lang. Een duimstok is mm lang 3 Heb je bij de vorige opdracht de zetmaat van het beton met een duimstok of een meetband gemeten? Schrijf ook op waarom. Duimstok. Een duimstok kun je gemakkelijk langs de porstok tegen de bovenkant van het beton aanhouden. Een meetband daartegen gaan snel dubbel en is moeilijker af te lezen. 4 Bekijk jouw eigen duimstok. Vul het juiste getal in. Een duimstok is 10 dm lang, 100 cm lang en 1000 mm lang. 5 Kruis het juiste antwoord aan. Voor het straatwerk moet je mm uitzetten. Welk meetgereedschap kun je het beste gebruiken? Duimstok Rolmaat Meetband 6 Je moet het straatwerk langs de woning over een grote afstand op de juiste hoogte uitzetten. Welke twee gereedschappen kun je gebruiken? a. Waterpasinstrument b. Laser

2 2 7 a. Zet bij het handvat het cijfer 1, bij de zwengel een 2, bij het oog een 3. b. Geef met een pijltje de centreerpunt aan. c. Kleur de band blauw. zichtje 8 Kruis het juiste antwoord aan. Vul aan. De meetband geeft alleen de juiste lengte aan bij een trekkracht van 30 N. 40 N. 50 N. 60 N. 9 Kruis het juiste antwoord aan. Met een waterpas kun je ook hoogtematen overbrengen. Stel dat de beide meetpunten verder uit elkaar liggen dan de lengte van het waterpas. Welk hulpgereedschap moet je dan gebruiken? Een tweede waterpas. Een piket. Een jalon. Een rei. 10 In onderstaande tabel staan vijf gereedschappen. Gebruik je het gereedschap bij het meten of bij het uitzetten, of bij allebei? Zet in de juiste kolom een kruisje. meetgereedschap uitzetgereedschap bouwhaak meetband jalon waterpasinstrument

3 3 11 Het waterpasinstrument moet je voor gebruik instellen. Dat doe je in een vaste volgorde. In totaal bestaat het instellen uit acht stappen. Hieronder staan de verschillende stappen door elkaar. Zet de stappen in de juiste volgorde. Zet een 1 voor de eerste stap, een 2 voor de tweede stap, enzovoort. 1 Zet het statief stevig in de grond. 2 Schroef het waterpasinstrument op het statief. 3 Speel de bel van het doosniveau in. 4 Stel de kruisdraden scherp. 5 Richt de kijker op het te meten voorwerp. Gebruik hierbij het vizier. 6 Stel het beeld scherp. 7 Richt de kijker nauwkeurig met de fijninstelschroef. 8 Lees de meting af.. 12 In de bovenstaande figuur zie je drie zichtjes. a. Zet in elk zichtje de letter Z in het zichtplankje. b. Zet in elke lat de letter S. c. Kleur elk zichtplankje in volgens de normering. 13 Je moet bij de opdracht het zandbed afreien. Aan welke twee eisen moet de rei voldoen? Een rei moet recht en overal even breed zijn. 14 Geef een omschrijving van een jalon. Een jalon is een rechte stok van metaal of van hout, met witte en rode banden van 500 mm breed. Ze hebben een lengte van mm en een doorsnede van 25 mm Houten jalons hebben een stalen punt.

4 4 15 In bovenstaande figuur zie je hulpgereedschappen bij het gebruik van jalons. Schrijf de juiste namen van de onderdelen erbij. 16 Bij het uitzetten van het straatwerk gebruik je een bouwhaak. Waarvoor gebruik je de bouwhaak? Een bouwhaak gebruik je voor het uitzetten van haakse hoeken. 17 Met welk gereedschap sla je de piketten langs de betonbanden in de grond? Sleg 18 In bovenstaande figuur zie je een laserapparaat met toebehoren. Schrijf de juiste namen van de onderdelen erbij. 19 Waarmee zet je een jalon te lood? Een jalonrichter.

5 5 20 Kruis het juiste antwoord aan. Wat staat op een beheerkaart? Alle maten van een bouwwerk. De rooilijnen van een bouwwerk. De ondergrondse infrastructuur. Alle hoogtematen van een weg. 21 Kruis het juiste antwoord aan. Hiernaast zie je een revisietekening. Wat geven de dikke gestreepte lijnen aan? De kabels en leidingen die nu al in de grond liggen. De kabels en leidingen die aangelegd moeten worden.

Vergelijkbare documenten

B8 Hoofdstuk 2 Antwoorden profielen stellen

1 B8 Hoofdstuk 2 Antwoorden profielen stellen 1 Tijdens het maken van het gat in de muur van de heer Visser ontstaat bouwafval. Bijvoorbeeld puin van de binnen- en buitenmuur en hout van het oude kozijn.