B8 Hoofdstuk 2 Antwoorden profielen stellen

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "B8 Hoofdstuk 2 Antwoorden profielen stellen"

Paula Ine Goossens
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1 B8 Hoofdstuk 2 Antwoorden profielen stellen 1 Tijdens het maken van het gat in de muur van de heer Visser ontstaat bouwafval. Bijvoorbeeld puin van de binnen- en buitenmuur en hout van het oude kozijn. Dit afval mag niet bij het bedrijf achterblijven. In onderstaande tabel staan zes soorten afval. In welke container moet het afval gestort worden? Soort afval Kalkzandsteen van de binnenmuur Baksteen van de buitenmuur Hout van het kozijn Glas uit het kozijn Multiplex van de vensterbank In welke container? Puincontainer Puincontainer Houtcontainer Glascontainer Houtcontainer 2 Welke soorten afval worden bij jou thuis apart ingezameld? Bijvoorbeeld: papier, glas, GFT (groente, fruit en tuinafval), huisvuil. 3 Bij het bedrijf van de heer Visser staat een container. Op een bordje staat: Alleen schoon puin. Noem drie materialen die je in deze afvalcontainer mag gooien. a. Kalkzandstenen. b. Bakstenen. c. Specieresten. d. Resten van gipsspecie. e. Vensterbanktegels. f. Raamdorpelstenen. (drie van de zes antwoorden moeten goed zijn) 4 Waarvoor kunnen puinresten weer worden gebruikt? Fundering voor wegen. 5 Hoe wordt het afval bij jou op school gescheiden? Bijvoorbeeld: puin, metaal, glas, papier, houtzaagsel, PVC. 6 Hoe kun je aan een schietlood zien dat het profiel te lood staat? Als het lood net vrij hangt van het profiel. 7 Waarom moet het klosje iets dikker zijn dan het lood? Zodat het lood iets vrij hangt.

2 2 8 Waarom wordt er geen schietlood meer gebruikt? Omdat het schietlood met wind moeilijk stil blijft hangen. 9 Laat met een tekening zien wat wordt bedoeld met de uitdrukkingen: het lood sleept. het lood vliegt. 10 Omcirkel het juiste antwoord. Te lood stellen is horizontaal verticaal stellen. Waterpas stellen is horizontaal verticaal stellen. 11 Vul het ontbrekende woord in. Een stelwaterpas heeft een libel voor verticaal stellen. horizontaal stellen en een libel voor Door de stelnokjes kun je een heel licht gebogen profiel toch goed stellen. Een ander woord voor verticaal stellen is: te lood. Een ander woord voor horizontaal stellen is: waterpas. 12 Bij welke werkzaamheden kan een metselaar een stelwaterpas gebruiken? Schrijf vier werkzaamheden op. a. Profielen stellen. b. Kozijnen stellen. c. Stellen van een kolombekisting. d. Stellen van een balklaag.

3 3 13 Waarom kun je bij het stellen van profielen beter een stelwaterpas gebruiken dan een gewoon timmermanswaterpas? Door de grote lengte werk je met een stelwaterpas nauwkeuriger dan met een gewoon timmermanswaterpas. 14 Hoe kun je controleren of een stelwaterpas zuiver horizontaal is? Schrijf de vier stappen op. a. Plaats het waterpas op een rechte balk. b. Kijk waar de bel staat ten opzichte van de streepjes op de libel. c. Draai het waterpas een halve slag (180 ). d. Zet het waterpas weer op dezelfde plaats op de balk. Als de bel op dezelfde plaats inspeelt, is het waterpas goed. 15 Van welke drie materialen kan een profiel gemaakt zijn? a. Gelamineerd hout. b. Licht metaal. c. Massief hout. 16 Je mag geen kromme profielen gebruiken. Waarom niet? Omdat de muur dan net zo krom wordt als het profiel. 17 Hieronder zie je twee personen een profiel stellen. Schrijf de namen van de onderdelen in de figuur.

4 4 18 Je gaat metselprofielen stellen. Wat moet je allemaal klaar leggen? Schrijf vijf dingen op. a. Klissen. b. Metselprofielen. c. Schoren. d. Duplexnagels. e. Stelnagels of klisnagels. 19 Omcirkel het juiste antwoord. Aan welke kant van de muur staat het profiel? Het profiel staat altijd aan de schoonwerk vuilwerk zijde en op de kopse kant van de kortste langste muur. 20 Hieronder zie je een muur met twee hoeken. a. Geef de plaats van de profielen aan. Zet kruisjes in de figuur. b. Geef aan waar je de klissen voor de schoren zou bevestigen op de stelvloer. Zet vierkantjes in de figuur. 21 Vul het ontbrekende woord in. Kies uit: schoor, van zich af, schoor, duplexnagel en klis. a. De steller roept halen. De helper moet de schoor naar zich toe trekken. b. De steller roept brengen. De helper moet de schoor naar voren bewegen. c. De steller roept zetten. De helper slaat de duplexnagel van de schoor gedeeltelijk in de profiel. d. De steller roept vast. De helper slaat de schoor vast aan de klis. 22 Kruis het juiste antwoord aan. Het profiel staat achterover, vanuit de helper gezien. Wat roept de steller? Brengen. Halen. Maken. Draadnagel zetten.

5 5 23 Kruis het juiste antwoord aan. Het profiel staat bijna te lood. Wat roept de steller? Brengen Halen Maken Zetten 24 Kruis het juiste antwoord aan. Je kunt het profiel aan een ander profiel vastmaken. Hoe wordt dit genoemd? Afschoren Koppelen Aankoppelen Doorschoren 25 Hieronder zie je drie profielen. De profielen worden te lood gesteld met een stelwaterpas. Teken bij elk profiel de stand van de luchtbel. 26 Wat is het peil? Het peil is de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer bij de ingang van een bouwwerk. 27 Waarvoor gebruik je het peil? Voor het berekenen van hoogtematen. 28 Waarvoor gebruik je het meterpeil? Vanuit dit meterpeil worden de verdere hoogtematen gemeten. 29 Hoe worden maten aangegeven die boven het peil liggen? Met een + (plus). 30 Hoe worden maten aangegeven die onder het peil liggen? Met een - (min).

6 31 De timmerkracht schrijft het meterpeil af op de profielen. Hierna slaat hij een draadnagel op de lijn in het profiel. Daarna slaat hij de draadnagel krom.

6 6 31 De timmerkracht schrijft het meterpeil af op de profielen. Hierna slaat hij een draadnagel op de lijn in het profiel. Daarna slaat hij de draadnagel krom. Waarom slaat de timmerkracht de draadnagel krom? Dan kun je niet met je werkkleding achter de draadnagel blijven haken. 32 Waarvoor gebruikt de metselaar het meterpeil op de profielen? Om de lagenmaat af te tekenen. 33 Kruis de juiste antwoorden aan. Meerdere antwoorden kunnen juist zijn. Welke van onderstaande werkzaamheden kun je met een waterpasinstrument uitvoeren? Hoogte verschillen opmeten. Meterpeil op profielen zetten. Grote afstanden overbrengen. Verticale vlakken uitzetten. Schuine vlakken uitzetten. 34 Hieronder zie je een tekening van een waterpasinstrument. Zet de onderdelen van het waterpasinstrument bij de figuur. 35 Vul het juiste woord in. Kies uit: statief, vizierlijn, kruisdraden, stelschroeven en doosniveau. a. In de kijker zit een glasplaatje met kruisdraden. b. De vizierlijn heb je nodig bij het richten van de kijker. c. Met de stelschroeven zet je het instrument waterpas. d. Met het doosniveau kun je zien of het instrument waterpas staat. e. Je kunt het instrument op een ongelijke ondergrond recht plaatsen met een statief. 36 Vul de ontbrekende woorden in. Er zijn statieven met een platte bovenzijde en er zijn statieven met een bolkop bovenzijde.

7 7 37 Kruis het juiste antwoord aan. Welk onderdeel van het waterpasinstrument gebruik je om het instrument waterpas te stellen? Buisniveau. Doosniveau. Kijker. Statief. 38 Waarvoor gebruik je de middelste lijn van de kruisdraden van het waterpasinstrument? Om hoogtematen af te lezen. 39 Vul in. Als je een waterpasinstrument instelt, voer je de onderstaande handelingen uit. Geef met de cijfers 1 tot en met 5 de juiste volgorde van de handelingen aan. Stap 4 Beeld scherp stellen. Stap 1 Doosniveau inspelen. Stap 2 Kruisdraden scherp stellen. Stap 5 Meting aflezen. Stap 3 Richten. 40 De vloer in de werkplaats is glad. Waarmee kun je voorkomen dat de poten van het waterpasinstrument op de gladde vloer wegglijden? Met een statiefster.

Vergelijkbare documenten

B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten

1 B5-4 Antwoorden Hoofdstuk 2 Straatwerk uitzetten 1 Kruis het juiste antwoord aan. Er is meer dan één antwoord juist. Hieronder staat een aantal gereedschappen. Kruis de meetgereedschappen aan. Zaag Waterpas