VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België. Overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag opgesteld verslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België. Overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag opgesteld verslag"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(2016) 291 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE België Overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag opgesteld verslag NL NL

2 1. INLEIDING Artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in een buitensporigtekortprocedure (BTP). Deze procedure wordt nader gepreciseerd in Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten 1, die deel uitmaakt van het stabiliteits- en groeipact (SGP). In Verordening (EU) nr. 473/2013 zijn specifieke voorschriften vastgelegd die in het kader van de BTP op de lidstaten van de eurozone van toepassing zijn 2. Overeenkomstig artikel 126, lid 2, VWEU dient de Commissie op basis van de volgende twee criteria na te gaan of de hand wordt gehouden aan de begrotingsdiscipline: a) of de verhouding tussen het voorziene of feitelijke overheidstekort en het bruto binnenlands product (bbp) de referentiewaarde van 3% van het bbp overschrijdt (tenzij hetzij de verhouding in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen en een niveau heeft bereikt dat de referentiewaarde benadert, hetzij de overschrijding van de referentiewaarde slechts van uitzonderlijke en tijdelijke aard is en de verhouding dicht bij de referentiewaarde blijft); en b) of de verhouding tussen de overheidsschuld en het bbp de referentiewaarde van 60% van het bbp overschrijdt (tenzij de verhouding in voldoende mate afneemt en de referentiewaarde in een bevredigend tempo benadert). Artikel 126, lid 3, VWEU, bepaalt dat indien een lidstaat niet voldoet aan één of beide bovenstaande criteria, de Commissie een verslag dient op te stellen. In het verslag wordt er tevens "rekening mee gehouden of het overheidstekort groter is dan de investeringsuitgaven van de overheid en worden alle andere relevante factoren in aanmerking genomen, met inbegrip van de economische en budgettaire situatie van de lidstaat op middellange termijn". In dit verslag, dat de eerste stap in de BTP vormt, wordt de inachtneming door België van het tekort- en schuldcriterium van het Verdrag onderzocht waarbij met de economische achtergrond en met andere relevante factoren rekening wordt gehouden. Als gevolg van de wijzigingen die in het 2011 in het SGP zijn aangebracht, staat het schuldcriterium thans op gelijke voet met het tekortvereiste om te waarborgen dat bij landen met een schuldquote die hoger is dan de referentiewaarde van 60 %, deze quote wordt teruggebracht tot onder (of in voldoende mate afneemt in de richting van) deze waarde. Artikel 2, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad bepaalt dat er voor lidstaten waartegen op 8 november 2011 een buitensporigtekortprocedure liep, een overgangsperiode van drie jaar vanaf het jaar na de correctie van het buitensporige tekort geldt gedurende welke zij worden geacht voldoende vooruitgang in de richting van de naleving van de schuldreductiebenchmark te boeken. In het geval van België bestrijkt de overgangsperiode de periode (d.w.z. 3 jaar na de correctie van het buitensporig 1 2 PB L 209 van , blz. 6. In het verslag wordt ook rekening gehouden met de "Specificaties inzake de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van stabiliteits- en convergentieprogramma's", die op 3 september 2012 door de Raad (Ecofin) zijn bekrachtigd en te vinden zijn op: Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone (PB L 140 van , blz. 11). 2

3 tekort 3 ). In de "Specificaties inzake de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van stabiliteits- en convergentieprogramma's" van 3 september 2012 is uiteengezet hoe het vereiste inzake het structurele saldo is gedefinieerd en wordt beoordeeld. Er wordt met name een minimale lineaire structurele aanpassing van het structurele saldo (MLSA) gedefinieerd, die garandeert dat aan het einde van de overgangsperiode aan de schuldregel is voldaan. Op 13 januari 2015 heeft de Commissie een mededeling over flexibiliteit 4 aangenomen. Daarin worden nieuwe richtsnoeren verstrekt over de wijze waarop de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact moeten worden toegepast ter versterking van de band tussen een effectieve tenuitvoerlegging van structurele hervormingen, investeringen en budgettaire verantwoordelijkheid, met het oog op de ondersteuning van groei en werkgelegenheid. De mededeling wijzigt geen enkel voorschrift van het pact, maar is erop gericht de regels ervan doeltreffender en begrijpelijker te maken en een groeivriendelijker begrotingskoers in de eurozone te bewerkstelligen door de door het pact geboden flexibiliteit optimaal te benutten en tegelijkertijd de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid ervan bij het handhaven van de budgettaire verantwoordelijkheid te behouden. In de mededeling wordt in het bijzonder verduidelijkt dat de Commissie in lijn met het bepaalde in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad (in de context van een verslag ingevolge artikel 126, lid 3, VWEU), zorgvuldig alle relevante middellangetermijnontwikkelingen in de economische situatie, de begrotingssituatie en de schuldpositie zal analyseren. Ook is verduidelijkt dat de tenuitvoerlegging van structurele hervormingen in het kader van het Europees semester als één van die relevante factoren moet worden beschouwd 5. Op 27 februari 2015 is de Commissie, omdat niet werd verwacht dat België in 2014 voldoende vooruitgang zou boeken in de richting van de naleving van de schuldregel, overgegaan tot de publicatie van een verslag in overeenstemming met artikel 126, lid 3, VWEU dat de beoordeling omvatte van alle relevante factoren die prima facie de nietnaleving konden rechtvaardigen, met name: i) het ongunstige economische klimaat, en met name de lage inflatie, dat de inachtneming van de schuldregel sterk bemoeilijkte, ii) de verwachting dat de verwezenlijking van de vereiste aanpassing in de richting van de budgettaire middellangetermijndoelstelling (MTD) algemeen genomen is gewaarborgd, en (iii) de verwachte uitvoering van ambitieuze groeibevorderende structurele hervormingen in overeenstemming met de toezegging van de autoriteiten, waarvan werd verwacht dat deze zou bijdragen aan de schuldreductie op middellange en lange termijn. Uit gegevens die de Belgische autoriteiten op 31 maart 2016 hebben ingediend 6 en die vervolgens door Eurostat zijn gevalideerd 7, blijkt dat het overheidstekort in België in 2015 op Beschikking van de Raad van vrijdag 20 juni 2014 tot intrekking van de beschikking betreffende het bestaan van een buitensporig tekort. Alle BTP-documenten voor België zijn te vinden op de volgende website: Commissiemededeling over het optimaal benutten van de flexibiliteit binnen de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact - COM(2015) 12 final. In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1467/97 is het volgende bepaald: "[ ] Het verslag weerspiegelt in voorkomend geval: [ ] de uitvoering van beleidsmaatregelen in het kader van de preventie en correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden, de uitvoering van beleidsmaatregelen in het kader van de gemeenschappelijke groeistrategie van de Unie [ ]". Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad moeten de lidstaten de Commissie tweemaal per jaar in kennis stellen van hun voorziene en feitelijke overheidstekorten en van de 3

4 2,6 % van het bbp is uitgekomen, terwijl de schuld met 106,0 % van het bbp hoger lag dan de referentiewaarde van 60 % van het bbp. Voor 2016 werd in de voorjaarskennisgeving uitgegaan van een tekort van 2,4 % van het bbp en een schuldquote van 106,2 % van het bbp, terwijl in het stabiliteitsprogramma (SP) wordt uitgegaan van een tekort van 2,5 % van het bbp en een vergelijkbare schuldquote. Deze opwaartse herziening van de tekortdoelstelling vloeit voort uit het besluit van de federale regering om de begrotingsimpact van antiterroristische maatregelen van haar structurele doelstellingen uit te sluiten. Op basis van de ter kennis gebrachte gegevens en de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie zal België in 2015 en 2016 naar verwachting onvoldoende vooruitgang boeken richting naleving van de schuldreductiebenchmark (zie tabel 1), aangezien de verandering in het structurele saldo voor 2015 op 0,2 % van het bbp is geraamd (tegenover een vereiste minimale lineaire structurele aanpassing (MLSA) van 1,1 % van het bbp 8 ) en in 2016 naar schatting 0,3 % van het bbp zal bedragen (tegenover de vereiste 2,0 % van het bbp 9 ). Tabel 1: Overheidstekort en/of -schuld (% van het bbp) voorziene en feitelijke omvang van hun overheidsschuld. De meest recente kennisgeving van België is te vinden op: _notification_tables. Eurostat news release nr. 76/ Een jaarlijkse structurele aanpassing over de periode ter grootte van 0,8 % van het bbp zou dus hebben gewaarborgd dat indien deze aanpassing werd gerealiseerd België aan het einde van de overgangsperiode aan de schuldreductiebenchmark zou voldoen, in de veronderstelling dat de groeiprojecties van de winterprognoses 2016 van de Commissie uitkomen. Gezien de tegenvallers in 2014 en 2015 bedraagt de vereiste jaarlijkse structurele aanpassing tijdens de resterende jaren van de overgangsperiode (2016) 2,0 % om aan het einde van deze periode aan de schuldreductiebenchmark te voldoen, in de veronderstelling dat de groeiprojecties van de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie bewaarheid worden COM SP COM SP Tekortcriterium Overheidssaldo -3,0-3,1-2,6-2,8-2,5-2,3-1,4 Bruto overheidsschuld 105,2 106,5 106,0 106,4 106,2 105,6 104,7 Kloof met de schuldreductiebenchma n.r. n.r. n.r. n.r. n.r. 2,3 n.a. Schuldcriterium rk Mutatie structureel 0,6 0,1 0,2 0,3 0,6 0,2 0,8 saldo Vereist MLSA n.r. 0,8 1,1 2,0 2,1 n.r. n.r. Bron: stabiliteitsprogramma 2016 van België (SP) en voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie (COM) Al bij al blijkt uit de onvoldoende vooruitgang richting naleving van de schuldreductiebenchmark door België in 2015 dat er op het eerste gezicht sprake is van een buitensporig tekort in de zin van het stabiliteits- en groeipact. Eerst moeten echter alle hierna beschreven relevante factoren worden onderzocht. De Commissie heeft bijgevolg dit verslag opgesteld om de afwijking van de overgangsregel voor de schuld grondig te beoordelen en aldus uit te maken of de inleiding van een

5 buitensporigtekortprocedure gewettigd is nadat alle relevante factoren in aanmerking zijn genomen. In punt 2 van het verslag wordt het tekortcriterium onderzocht. In punt 3 wordt het schuldcriterium onderzocht. Punt 4 heeft betrekking op overheidsinvesteringen en andere relevante factoren en bevat onder meer een beoordeling van de inachtneming van het vereiste aanpassingstraject in de richting van de MTD. In het verslag wordt rekening gehouden met de op 3 mei 2016 gepubliceerde voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie, alsook met de door de Commissie verrichte evaluatie van de ontwikkelingen die daarna hebben plaatsgevonden. 2. TEKORTCRITERIUM Het tekort van België is in 2014 op 3,1 % van het bbp uitgekomen. In haar verslag overeenkomstig artikel 126, lid 3, VWEU van 27 februari 2015 heeft de Commissie geconcludeerd dat het tekort dicht bij de referentiewaarde van 3 % van het bbp lag en de overschrijding van de referentiewaarde van uitzonderlijke en tijdelijke aard was in de zin van het stabiliteits- en groeipact. In 2015 daalde het overheidstekort van België tot 2,6 % van het bbp. Volgens het stabiliteitsprogramma 2016 en de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie zal het tekort naar verwachting ook in de periode aan de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp voldoen. Volgens de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie zal het naar verwachting respectievelijk 2,8 % van het bbp in 2016 en 2,3 % in 2017 bedragen. Volgens het stabiliteitsprogramma 2016 zal de overheidstekortquote in 2016 tot 2,5 % en in 2017 tot 1,4 % afnemen. België voldoet aldus aan het tekortcriterium als omschreven in het Verdrag en in Verordening (EG) nr. 1467/ SCHULDCRITERIUM De bruto overheidsschuld is de afgelopen jaren gestaag toegenomen van 87 % van het bbp in 2007 tot 106,0 % van het bbp eind 2015 (+19 pp. van het bbp). De voornaamste aanjagers van deze stijging waren de accumulatie van primaire begrotingstekorten als gevolg van de economische en financiële crisis, ingrepen in het financiële stelsel en een zwakke bbp-groei. Ondanks het oplopende schuldniveau zijn de rente-uitgaven tijdens dezelfde periode continu afgenomen vanwege de dalende rente (afgezien van een tijdelijke stijging van de risicopremies in 2012). Een licht positief primair saldo had een positief effect op de schuldquote in 2014 en Anderzijds was er een opwaarts sneeuwbaleffect op de schuldquote. Als gevolg van relatief lage inflatie en reële groei was de nominale bbp-groei voor 2014 en 2015 immers vrij laag, namelijk respectievelijk 2,0 % en 2,3 %, terwijl de rente-uitgaven respectievelijk 3,2 % en 2,9 % van het bbp bedroegen. Echter, dankzij de terugbetaling door KBC van een lening ter waarde van 0,7 % van het bbp aan het Vlaamse Gewest, die in 2009 was toegekend in verband met reddingsoperaties van banken, is het schuldniveau in 2015 voor het eerst sinds 2007 gedaald. Volgens de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie zou het primaire saldo voor het eerst sinds 2012 een tekort vertonen in Het zal dan ook niet langer een neerwaarts effect op de ontwikkeling van de schuld hebben. Anderzijds zouden de voorspelde daling van de renteuitgaven en de lichte versnelling van de nominale bbp-groei vanaf 2016 in een omgekeerd sneeuwbaleffect moeten resulteren. Tegelijkertijd hebben stock-flow adjustments over de prognosehorizon een substantiële opwaartse impact op de schuldontwikkeling. Al met al zou de schuldquote tot 106,4 % van het bbp stijgen aan het einde van Bij ongewijzigd beleid zou zij tot 105,6 % dalen aan het einde van

6 Volgens het stabiliteitsprogramma 2016 van België, dat op 29 april 2016 aan de Commissie is meegedeeld, zou de schuldquote eind ,2 % bedragen en in 2017 tot 104,7 % dalen. Het verschil met de prognoses van de Commissie valt te verklaren uit een lager voorzien nominaal tekort. De aannames in verband met de nominale bbp-groei zijn grotendeels vergelijkbaar, terwijl de stock-flow adjustments een grotere, schuldverhogende impact zouden hebben in het stabiliteitsprogramma. Tabel 2. Schulddynamiek COM COM COM COM SP COM SP Bruto schuldquote van de overheid 105,2 106,5 106,0 106,4 106,2 105,6 104,7 Mutatie schuldquote b (1 = 2+3+4) 1,1 1,3-0,5 0,4 0,2-0,8-1,5 Bijdragen: Primair saldo (2) -0,3-0,1-0,3 0,1-0,1-0,3-1,1 Sneeuwbal effect (3) 2,0 1,1 0,5-0,1-0,3-0,5-0,6 waarvan: Rente-uitgaven 3,4 3,2 2,9 2,7 2,6 2,6 2,5 Reële bbp-groei 0,0-1,3-1,4-1,2-1,2-1,6-1,5 Inflatie (bbp-deflator) -1,3-0,7-0,9-1,5-1,6-1,4-1,5 Stock-flow adjustment (4) -0,6 0,3-0,8 0,4 0,6 0,0 0,2 Noten: a In procent van het bbp. b De verandering in de bruto schuldquote kan als volgt worden uitgesplitst: Dt D Y Y t t 1 t 1 PDt D Y t Y t 1 t 1 it yt SFt * y 1 t Yt waarbij t een time subscript is, D, PD, Y en SF respectievelijk de omvang van de overheidsschuld, het primaire tekort, het nominale bbp en de stock-flow adjustment zijn, en i en y de gemiddelde kosten van de schuld en de nominale bbpgroei voorstellen. De term tussen haken staat voor het "sneeuwbal"effect, een maatstaf voor het gecombineerde effect van rente-uitgaven en economische groei op de schuldquote. Bron: stabiliteitsprogramma 2016 van België (SP) en voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie (COM) Na de stopzetting van de buitensporigtekortprocedure in juni 2014 geldt voor België een in 2014 ingegane overgangsperiode van drie jaar om aan de schuldreductiebenchmark te voldoen. Om te garanderen dat gedurende de overgangsperiode continu en daadwerkelijk vooruitgang richting inachtneming van de benchmark wordt geboekt, moeten lidstaten aan beide volgende voorwaarden voldoen: a. ten eerste mag de jaarlijkse structurele aanpassing niet meer dan ¼ % van het bbp van de minimale lineaire structurele aanpassing (MLSA) afwijken om ervoor te zorgen dat de schuldregel aan het einde van de overgangsperiode wordt nageleefd; b. ten tweede mag de resterende jaarlijkse structurele aanpassing op elk moment tijdens de overgangsperiode niet groter zijn dan ¾ % van het bbp. Deze voorwaarde is echter niet van toepassing op België omdat de eerste voorwaarde een jaarlijkse inspanning van meer dan ¾ % van het bbp impliceert. De structurele inspanning door België in 2014 en 2015 was ontoereikend om te voldoen aan de vereisten die tijdens de overgangsperiode voor de schuldreductiebenchmark gelden (zie 6

7 tabel 1). In 2014 zou de vereiste MLSA, berekend op grond van de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie, gelijk zijn geweest aan 0,8 % van het bbp, terwijl het structurele saldo met 0,1 % van het bbp verbeterde. De afwijking is derhalve groter dan de volgens de eerste voorwaarde maximaal toegestane afwijking. In haar verslag van 27 februari 2015 concludeerde de Commissie echter dat het schuldcriterium op dat moment geacht moest worden vervuld te zijn. Gezien het tekort in 2014 is de minimale vereiste aanpassing gestegen tot 1,1 % van het bbp in 2015, dat is significant boven de aanpassing richting de MTD van ten minste 0,6 % van het bbp zoals in juni 2015 door de Raad voor België aanbevolen. Op basis van de in april 2016 meegedeelde en gevalideerde begrotingsgegevens zal het structurele saldo naar verwachting met 0,2 % van het bbp verbeterd zijn in 2015, en is derhalve ook in 2015 niet aan de eerste voorwaarde voldaan. Gezien het tekort in 2014 en 2015 bedraagt de resterende vereiste aanpassing in het laatste jaar van de overgangsperiode, 2016, 2,0 % van het bbp. Volgens de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie zou het structurele saldo met 0,3 % van het bbp verbeteren in Aldus zou België tegen het einde van de overgangsperiode niet aan de benchmark voor de schuldreductie voldoen. Op basis van het macro-economisch scenario van het stabiliteitsprogramma bedraagt de vereiste MLSA in ,1 % van het bbp, terwijl de voorziene aanpassing 0,6 % van het bbp bedraagt. Bijgevolg zal België naar verwachting tegen het einde van de overgangsperiode niet aan de benchmark voor de schuldreductie voldoen en is het dit ook niet van plan. Deze beoordeling zou niet wijzigen wanneer rekening wordt gehouden met de impact van financiëlesolidariteitsoperaties. De bovenstaande algemene analyse op basis van de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie wijst er derhalve op dat op het eerste gezicht niet aan het schuldcriterium overeenkomstig het Verdrag en Verordening (EG) nr. 1467/97 lijkt te zijn voldaan. Eerst moeten echter alle in punt 4 beschreven relevante factoren worden onderzocht. 4. RELEVANTE FACTOREN In artikel 126, lid 3, VWEU is het volgende bepaald: "In het verslag van de Commissie wordt er tevens rekening mee gehouden of het overheidstekort groter is dan de investeringsuitgaven van de overheid en worden alle andere relevante factoren in aanmerking genomen, met inbegrip van de economische en budgettaire situatie van de lidstaat op middellange termijn." Deze factoren worden nader omschreven in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad, waarin ook wordt gepreciseerd dat terdege rekening moet worden gehouden met "alle andere factoren die naar het oordeel van de betrokken lidstaat relevant zijn om de naleving van de tekort- en schuldcriteria uitvoerig te kunnen beoordelen, welke factoren die lidstaat aan de Raad en de Commissie kenbaar heeft gemaakt". In geval van een kennelijke schending van het schuldcriterium is een analyse van de relevante factoren des te meer gerechtvaardigd omdat de schulddynamiek in sterkere mate dan het tekort wordt beïnvloed door factoren die buiten de macht van de overheid vallen. Dit wordt erkend in artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad, waarin is bepaald dat de relevante factoren bij de nalevingsbeoordeling op basis van het schuldcriterium in aanmerking moeten worden genomen, ongeacht de omvang van de inbreuk. 7

8 In dit verband moeten ten minste de volgende drie belangrijke aspecten worden onderzocht bij de beoordeling van de naleving van het schuldcriterium, gezien de invloed ervan op de dynamiek en de houdbaarheid van de overheidsschuld. 1. Inachtneming van de MTD of van het aanpassingstraject in de richting daarvan: De verwezenlijking van de MTD of de vorderingen die in de richting daarvan zijn gemaakt, worden onder normale macro-economische omstandigheden geacht de houdbaarheid te waarborgen of een snelle vooruitgang in de richting daarvan te verzekeren. De landspecifieke MTD is zodanig opgevat dat daarin rekening wordt gehouden met het schuldniveau en met de impliciete verplichtingen. De inachtneming van de MTD of van het aanpassingstraject in de richting daarvan moet ervoor zorgen dat de schuldquoten op middellange termijn naar een prudent niveau convergeren. Wat meer in het bijzonder België betreft, zou het land in normale economische omstandigheden aan de schuldreductiebenchmark voldoen wanneer het zijn MTD verwezenlijkt. 2. Structurele hervormingen, reeds doorgevoerd of uiteengezet in een plan voor structurele hervormingen: met dergelijke hervormingen wordt rekening gehouden omdat wordt verwacht dat zij via hun effect op de groei de houdbaarheid op middellange termijn bevorderen en er aldus toe bijdragen om de schuldquote op een bevredigend neerwaarts pad te brengen. Aangenomen wordt dat de inachtneming van de MTD (of van het aanpassingstraject in de richting daarvan), samen met het doorvoeren van structurele hervormingen (in de context van het Europees semester), de schulddynamiek op een houdbaar pad zal brengen wegens het gecombineerde effect daarvan op het schuldniveau zelf (via het realiseren van een gezonde begrotingssituatie die met de MTD overeenstemt) en op de economische groei (via de hervormingen). 3. Naast deze twee belangrijke factoren, moet ook rekening worden gehouden met de aanwezigheid van buitengewone economische omstandigheden, die een beletsel kunnen vormen voor de verlaging van de schuldquote en die de naleving van de voorschriften van het SGP bijzonder moeilijk kunnen maken. In de aanhoudende periode van relatief lage nominale bbp-groei moeten de betrokken lidstaten meer in het bijzonder zeer lastige structurele aanpassingen doorvoeren om in het kader van de overgangsregel voor de schuld de vereiste MLSA te realiseren. Volgens de opzet ervan gaat de overgangsregel voor de schuld uit van de aanname dat de groei van de bbp-deflator eerst tegen 2020 zal terugkeren naar het langetermijngemiddelde van 2 %, waardoor naleving van de toekomstgerichte schuldregel bijzonder veeleisend wordt. Onder dergelijke omstandigheden is de naleving van de MTD of van het aanpassingstraject in de richting daarvan (zoals beschreven onder 1) een relevante factor die van essentieel belang is bij de beoordeling van de naleving van de schuldregel. In het licht van het bovenstaande worden hierna achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld: 1) de economische situatie op middellange termijn; 2) de begrotingssituatie op middellange termijn, met inbegrip van een beoordeling van de verwezenlijking van de vereiste aanpassingsinspanning in de richting van de MTD en de ontwikkeling van de overheidsinvesteringen; 3) de ontwikkeling, de dynamiek en de houdbaarheid van de 8

9 schuldpositie van de overheid op middellange termijn; 4) andere door de Commissie relevant geachte factoren; en 5) andere door de lidstaat kenbaar gemaakte factoren Economische situatie op middellange termijn Conjunctuurkimaat, potentiële groei en inflatie De Belgische economie bleek vrij veerkrachtig te zijn na de wereldwijde economische recessie in Dankzij de krachtige economische groei in 2010 en 2011 bereikte het bbp snel weer het peil van voor de crisis. Deze periode van groei werd gevolgd door een periode van stagnatie met een slechts licht positieve bbp-groei in 2012 en nulgroei in In 2014 en 2015 steeg de groei van het bbp tot ongeveer 1.3 en 1,4 %. Volgens de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie zal de economische groei in 2016 naar verwachting tot 1,2 % verzwakken als gevolg van de zwakkere externe omgeving en het kortetermijneffect van de terroristische aanslagen van maart Robuustere binnenlandse vraag zal de groei naar verwachting optillen tot 1,6 % in De geraamde potentiële groei van België is met gemiddeld 1,1 % over de periode vrij laag. De bijdrage van arbeid aan de potentiële groei is sinds de crisis teruggelopen, voornamelijk als gevolg van een tragere groei van de bevolking in de werkende leeftijd. Daarnaast is de bijdrage van de kapitaalvorming teruggevallen, terwijl de dalende tendens in de bijdrage van de totale factorproductiviteit, die zich reeds geruime tijd aftekent, aanhield. Terwijl de negatieve outputgap sinds het dieptepunt van 2013 aan het verkleinen is, zal deze naar verwachting gedurende de prognoseperiode negatief blijven. 9

10 Net als andere lidstaten van de eurozone heeft België een langdurige periode van lage interne inflatie doorgemaakt. De bbp-deflator is gestegen met 0,7 % in 2014 en 0,9 % in De voor 2016 en 2017 voorspelde toename ligt onder het historische gemiddelde, met respectievelijk 1,5 % en 1,4 %. Volgens de opzet ervan gaat de schuldreductiebenchmark uit van de aanname dat de stijging van de bbp-deflator slechts geleidelijk zal convergeren tot een normale waarde van 2 %, met name in Deze betrekkelijk langzame stijging van de bbpdeflator heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de schuldquote en heeft een aanzienlijk effect op de aanpassing die vereist is om de schuld op een krachtig neerwaarts pad te brengen, zoals vereist door de toekomstgerichte schuldenbenchmark. De op basis van de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie berekende MLSA voor België is immers aanzienlijk hoger dan de aanpassing die in juni 2015 door de Raad was aanbevolen. In het licht van de bovengenoemde ongunstige conjuncturele omstandigheden kan een dergelijke grote inspanning haalbaar noch wenselijk zijn. Tabel 3: Macro-economische en budgettaire ontwikkelingen COM COM COM COM SP COM SP Reëel bbp (verandering in %) 0,0 1,3 1,4 1,2 1,2 1,6 1,5 Bbp-deflator (verandering in %) 1,3 0,7 0,9 1,5 1,6 1,4 1,5 Potentieel bbp (verandering in %) 0,8 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,4 Outputgap (% potentieel bbp) -1,4-1,0-0,7-0,7-0,6-0,5-0,4 Bruto overheidsschuld 105,2 106,5 106,0 106,4 106,2 105,6 104,7 Overheidssaldo -3,0-3,1-2,6-2,8-2,5-2,3-1,4 Primair saldo 0,3 0,1 0,3-0,1 0,1 0,3 1,1 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen 0,6 0,3 0,4-0,1-0,1 0,0 0,1 Bruto overheidsinvesteringen in vaste activa 2,4 2,4 2,3 2,3 2,4 2,4 2,5 Conjunctuurgezuiverd begrotingssaldo -2,2-2,5-2,2-2,4-2,1-2,0-1,1 Conjunctuurgezuiverd primair saldo 1,2 0,7 0,7 0,3 0,9 0,6 1,7 Structureel saldo b -2,8-2,8-2,6-2,3-2,0-2,1-1,2 Structureel primair saldo 0,5 0,4 0,3 0,4 0,7 0,5 1,2 Aantekeningen: a in procent van het bbp tenzij anders aangegeven. b Conjunctuurgezuiverd begrotingssaldo ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. Bron : Voorjaarsprognoses Commissie 2016 (COM) Stabiliteitsprogramma België 2016 (SP) Structurele hervormingen In het landverslag 2016 over België is de bevinding geformuleerd dat de met het concurrentievermogen samenhangende macro-economische risico's gelet op de corrigerende maatregelen de laatste jaren zijn verkleind 10. Verwacht wordt dat deze trend zich in de nabije toekomst zal voortzetten. In het verslag wordt echter ook benadrukt dat alleen structurele hervormingen van het loonvormingskader zelf kunnen voorkomen dat er nieuwe 10 Zie mededeling van de Commissie COM (2016) 95 final. 10

11 concurrentiekloven ontstaan. De uit de hoge overheidsschuld voorvloeiende risico s worden beperkt door een toenemende gemiddelde looptijd van deze schuldenlast en de algemene gezonde financiële situatie van de particuliere sector. Toch hindert het hoge niveau van de overheidsschuld de Belgische regering om vooruitgang te boeken met haar consolidatieinspanningen. Met haar mededeling van 13 januari heeft de Commissie de band versterkt tussen een effectieve tenuitvoerlegging van structurele hervormingen, investeringen en budgettaire verantwoordelijkheid ter ondersteuning van groei en werkgelegenheid, met inachtneming van de bestaande voorschriften van het SGP. Sinds haar aantreden einde 2014 heeft de Belgische federale regering een agenda voor structurele hervormingen opgesteld die zij is beginnen uit te voeren. De hervormingen hebben voornamelijk betrekking op de pensioenen, de belastingen en de arbeidsmarkt en pakken een aantal problemen aan die aangewezen zijn in de landspecifieke aanbevelingen voor België 12. België heeft de jongste jaren belangrijke vooruitgang geboekt met het hervormen van zijn stelsel van overheidspensioenen. Met het oog op de verhoging van de daadwerkelijke pensioenleeftijd zijn de mogelijkheden tot vervroegde uittreding verminderd door verdere verstrenging van de basisvoorwaarden om in aanmerking te komen voor vervroegde uittreding en vervroegd pensioen. De wettelijke pensioengerechtigde leeftijd zal worden opgetrokken van 65 tot 66 in 2025 en 67 in Het langetermijneffect van dit pakket maatregelen is zichtbaar in de laatste prognoses van de werkgroep vergrijzing: de pensioenuitgaven zullen naar verwachting stijgen met 1,3 procentpunt van het bbp tussen 2013 en 2060, tegenover 3,3 p.p. vóór de hervormingen van Het verschil zit voornamelijk in de pensioenhervorming zelf (-1,6 p.p. van het bbp), terwijl ook andere maatregelen zoals de indexsprong en de inkrimping van het overheidspersoneel (-0,4 p.p. van het bbp) de toename van de uitgaven zullen afremmen. Deze positievere vergrijzingsprognoses hebben een lagere minimale middellangetermijndoelstelling in het kader van het SGP mogelijk gemaakt. Alhoewel de reeds goedgekeurde hervormingen dus tot een aanzienlijke vermindering van de voorspelde stijging van de uitgaven voor overheidspensioenen hebben geleid, zou de houdbaarheid van de financiën op lange termijn gebaat zijn bij verdere hervormingen om de verwachte toename van de uitgaven in verband met de vergrijzing onder controle te houden. De geplande invoering van een openbaar pensioenstelsel op basis van credits tegen 2019 zal, zodra het volledig ten uitvoer is gelegd, voorzien in automatische aanpassingsmechanismen als antwoord op demografische en economische ontwikkelingen. Tegelijkertijd moet automatische overgang naar vervroegde uittreding via de ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregelingen worden voorkomen. In de afgelopen maanden zijn reeds nieuwe maatregelen aangekondigd die gericht zijn op het pensioenstelsel voor ambtenaren en de convergentie ervan met de particuliere pensioenregeling. Studiejaren zullen bijvoorbeeld geen invloed meer hebben op pensioenuitkeringen (in overeenstemming met de hervorming van 2015 die hetzelfde heeft gedaan met voorwaarden met betrekking tot de loopbaan), tenzij deze worden geregulariseerd door middel van aanvullende bijdragen. Gunstige opbouwpercentages voor bepaalde Zie voetnoot 4. Voor een volledig overzicht van de hervormingsmaatregelen, zie het Belgische nationale hervormingsprogramma

12 profielen met betrekking tot loopbaanvereisten en pensioenrechten zullen ook opnieuw worden bezien zodra een lijst van zware beroepen is vastgesteld. In het kader van de meerjarige taxshift die in 2015 is uitgewerkt en vanaf dit jaar wordt ingevoerd, wordt de belastingdruk op arbeid verminderd. Zowel werkgevers als werknemers profiteren van maatregelen om de belastingwig te verkleinen. Enerzijds zal het wettelijke tarief van de socialezekerheidsbijdragen van werkgevers worden verlaagd tot 25 % in 2018, met lagere effectieve tarieven voor lage tot middelhoge lonen. Daarnaast zijn de loonsubsidies voor ploegen- en nachtarbeid verhoogd. Kmo s en zelfstandigen worden van socialezekerheidsbijdragen vrijgesteld voor de eerste nieuw aangeworven werknemer, terwijl de bijdragen worden verlaagd voor de volgende vijf werknemers. Anderzijds wordt het nettoloon van de werknemers verhoogd door een combinatie van stijgingen in het forfait voor beroepskosten, de werkbonus, de fiscale vrijstelling en de herschikking van de belastingschalen. De aangekondigde verlaging van de belastingen op arbeid bedragen 11.5 miljard EUR in 2020, ofwel 2,2 % van het bbp. De budgettaire neutraliteit van de belastingverschuiving is op dit moment niet gegarandeerd, hetgeen weegt op de begrotingsvooruitzichten voor 2016 en Op de middellange termijn zullen de aanvankelijke negatieve budgettaire gevolgen van de taxshift gedeeltelijk worden gecompenseerd door de positieve impact ervan op groei en werkgelegenheid. Ondanks de recente hervormingen wordt het Belgische belastingstelsel nog steeds belemmerd door wijdverspreide verstoringen die de belastinggrondslag verkleinen en bijdragen tot de complexiteit van het systeem. Een derde werkdomein beoogt de modernisering van het arbeidsrecht met het dubbele doel werkgevers meer flexibiliteit en werknemers meer zekerheid in hun baan te verschaffen. Voorstellen in die zin werden door de federale regering in een brief van 15 april 2016 aan de Commissie bekendgemaakt, en de aangekondigde wetgevingsvoorstellen zullen volgens de planning voor het einde van dit jaar worden aangenomen. De nieuw in te voeren regels omvatten de berekening van de gemiddelde werktijd op jaarbasis, met als basis een maximale dagelijkse/wekelijkse arbeidstijd van 9/45 uur (11/50 in geval van een sectorale overeenkomst die de standaardgrenzen overschrijdt). Daarnaast kunnen alle werknemers beschikken over een jaarlijks krediet van 100 niet verplicht te compenseren overuren die kunnen worden uitbetaald dan wel toegevoegd aan een loopbaanrekening, waarop ook verlofrechten kunnen worden opgespaard indien dit overeengekomen is op sectoraal niveau. Andere hervormingen omvatten de invoering van een individueel jaarlijks opleidingsrecht, een wettelijk kader voor incidenteel telewerk en flexibeler regels betreffende arbeidstijd en overuren. In haar nationale hervormingsprogramma 2016 sluit de Belgische regering zich aan bij de noodzaak tot structurele hervorming van het loonvormingskader. Met dit doel voor ogen werd aangekondigd dat het rechtskader waarin de loononderhandelingen plaatsvinden (hierna wet van 1996 ), in de komende maanden zal worden herzien met in het parlement in te dienen wetten. De voorgenomen herzieningen omvatten onder meer de invoering van automatische correctiemechanismen en een strenger toezicht op de naleving van de loonnorm, zoals reeds werd aangekondigd in het regeerakkoord van oktober Budgettaire situatie op middellange termijn Nominaal en structureel saldo en aanpassing in de richting van de MTD 12

13 Het nominale tekort van België in 2015 was uitgekomen op 2,6 % van het bbp, tegen 3,1 % in In 2016 zal het nominale tekort naar verwachting tot 2,8 % van het bbp stijgen volgens de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie. Deze verslechtering is toe te schrijven aan eenmalige factoren, die een positieve bijdrage hebben geleverd in 2015 (0,4 % van het bbp), maar in 2016 naar verwachting zullen afnemen (-0,1 % van het bbp). Voorts wordt het nominale tekort van 2016 beïnvloed door extra uitgaven met betrekking tot asielzoekers en veiligheidsmaatregelen, respectievelijk ten belope van 0,2 % en 0,1 % van het bbp. Bij ongewijzigd beleid zal het nominaal tekort in 2017 naar verwachting dalen tot 2,3 % van het bbp. Volgens het ontwerpbegrotingsplan van België voor 2016 zouden de budgettaire gevolgen van de uitzonderlijke toestroom van vluchtelingen in 2015 en 2016 omvangrijk zijn en zou dit moeten worden beschouwd als een ongewone gebeurtenis die buiten de macht van de overheid ligt, als gedefinieerd in artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97. In verband met deze situatie heeft België verzocht om een tijdelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de MTD. In een brief aan de Commissie van 17 maart 2016 hebben de Belgische autoriteiten zich ook op deze bepalingen beroepen met betrekking tot de uitzonderlijke uitgaven in 2016 in verband met veiligheidsmaatregelen en terrorismebestrijding. Artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 voorzien in deze mogelijkheid van extra uitgaven, in die zin dat de toestroom van vluchtelingen en de ernst van de terroristische dreiging uitzonderlijke gebeurtenissen zijn, de gevolgen daarvan voor de Belgische overheidsfinanciën aanzienlijk zijn en de houdbaarheid niet in gevaar wordt gebracht door te voorzien in een afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijn-begrotingsdoelstelling. Daarom moet de vereiste aanpassing in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn voor 2015 naar beneden worden bijgesteld om rekening te houden met extra kosten met betrekking tot vluchtelingen, die in dat jaar op 0,03 % van het bbp worden geraamd 13. Het structurele saldo zal in 2015 naar verwachting met 0,2 % van het bbp zijn verbeterd, dit is 0,4 % van het bbp lager dan de vereiste inspanning van 0,6 % van het bbp in het preventieve deel van het pact. Anderzijds voldoet België aan de uitgavenbenchmark. Over 2014 en 2015 samen zal het structurele saldo nauwelijks verbeterd zijn, hetgeen duidt op het risico van een significante afwijking op basis van de pijler van het structurele saldo (gemiddeld tekort van -0,5 % van het bbp). Anderzijds wijst de pijler van de uitgavenbenchmark erop dat hieraan is voldaan voor de jaren 2014 en 2015 samen. Dit vereist een algehele evaluatie. In 2014 werd het structurele saldo negatief beïnvloed door een aanzienlijk tekort aan ontvangsten (0,3 % van het bbp), hetgeen onder andere te wijten was aan een verlies aan belastinginkomsten uit de financiële sector (bv. dividenden en waarborgprovisies). Ook in 2015 was het structurele saldo beïnvloed door tegenvallende ontvangsten (0,6 % van het bbp) in vergelijking met standaardelasticiteiten, te wijten aan een buitengewoon lage loongroei en een lage inflatie (ten opzichte van de bbp-deflator). De inkomstenderving werd slechts ten dele gecompenseerd door besparingen op rentebetalingen, hetgeen het structurele saldo verbeterde maar niet in aanmerking wordt genomen in de pijler 13 Zie ook de aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad van 18 mei 2016 over het nationale hervormingsprogramma 2016 van België en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2016 van België. 13

14 van de uitgavenbenchmark. Na correctie voor de bovengenoemde tegenvallers aan de ontvangstenzijde zou de pijler van het structurele saldo wijzen op een lichte afwijking. Derhalve wijst de algehele beoordeling op een lichte afwijking van het aanpassingstraject naar de MTD voor de jaren 2014 en 2015 samen. In 2016 zal het structurele saldo naar verwachting met 0,3 % van het bbp verbeteren, slechts de helft van de vereiste aanpassing van 0,6 % van het bbp, hetgeen duidt op het risico van enige afwijking. De uitgavenbenchmark wijst op het risico van een significante afwijking (verschil van -1,2 % van het bbp). De uitgavenbenchmark wordt negatief beïnvloed door de ontwikkeling van eenmalige factoren (effect ter grootte van 0,5 % van het bbp), zonder welke het tekort 0,7 % van het bbp zou bedragen. De aanvullende budgettaire gevolgen van de uitzonderlijke toestroom van vluchtelingen en de uitzonderlijke veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van recente terroristische dreigingen in België, die in de prognoses van de Commissie in aanmerking worden genomen, worden geraamd op respectievelijk 0,17 % en 0,12 % van het bbp. Ingeval de impact van eenmalige maatregelen zou worden uitgevlakt en de bijkomende budgettaire gevolgen van de uitzonderlijke toestroom van vluchtelingen en van uitzonderlijke veiligheidsmaatregelen werden uitgesloten van de beoordeling, zouden beide indicatoren wijzen op een lichte afwijking. In 2015 en 2016 samen wijzen beide indicatoren op een risico van signifante afwijking (gemiddeld tekort van -0,3 % van het bbp en -0,6 % van het bbp op het structurele saldo en op de pijler van de uitgavenbenchmark respectievelijk). Daarom bestaat er een risico van significante afwijking van het aanpassingstraject richting de MTD in Indien de bijkomende budgettaire gevolgen van de uitzonderlijke toestroom van vluchtelingen (gemiddeld 0,10 % van het bbp in 2015 en 2016) en de uitzonderlijke uitgaven voor veiligheid (gemiddeld 0,06 % van het bbp) werden uitgesloten van de beoordeling, zou de gemiddelde afwijking van de pijler van het structurele saldo onder de drempel van significantie vallen. De uitgavenbenchmark wordt negatief beïnvloed door de ontwikkeling van eenmalige factoren (jaarlijks gemiddelde impact van -0,2 % van het bbp in 2015 en 2016). Met een uitvlakking voor dit onderdeel en met uitsluiting van de extra impact van uitgaven met betrekking tot vluchtelingen en maatregelen voor terrorismebestrijding, zou ook de uitgavenbenchmark wijzen op een zekere afwijking in Derhalve kan België, rekening houdend met de uitzonderlijke aard van de kosten in verband met de aanzienlijke toestroom van vluchtelingen en de recente terroristische dreigingen, geacht worden in grote lijnen te voldoen aan de vereiste aanpassing richting de MTD in Op basis van de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie en rekening houdend met de flexibiliteit waarin het stabiliteits- en groeipact voorziet voor ongebruikelijke gebeurtenissen die buiten de macht van de overheid liggen, kan België over het geheel bekeken worden geacht in grote lijnen te voldoen aan de vereiste aanpassing in de richting van zijn middellangetermijndoelstelling in 2015 en Volledige naleving van de vereiste aanpassing in de richting van de MTD in 2017 en de daaropvolgende jaren zou ervoor zorgen dat de toekomstgerichte schuldregel wordt nageleefd met ingang van In hun stabiliteitsprogramma 2016 hebben de Belgische autoriteiten hun middellangetermijndoelstelling herzien in de zin van een begroting die structureel in evenwicht is, komende van een structureel overschot van 0,75 % van het bbp. De nieuwe MTD is ambitieuzer dan de nieuwe minimale MTD voor België van -0,5 % van het bbp. België is voornemens de MTD in 2018 te bereiken, hetgeen volgens de plannen een inspanning van 1,7 % van het bbp in de periode vergt. Volgens de lenteprognoses 14

15 zou een grotere inspanning (2,3 % van het bbp) vereist zijn ten gevolge van een verschillende raming van het structurele saldo van 2015 en een verschillende prognose voor het tekort van In normale omstandigheden zou de geplande aanpassing in de richting van de MTD en het bereiken van de nieuwe MTD in 2018 leiden tot de naleving van de toekomstgerichte schuldregel vanaf Overheidsinvesteringen In 2012 bereikten de overheidsinvesteringen een piek van 2,5 % van het bbp als gevolg van de investeringscyclus op lokaal niveau. Om dezelfde reden is er vervolgens een daling opgetreden tot 2,4 % van het bbp in 2013 en In 2015 zijn de overheidsinvesteringen verder gedaald tot 2,3 % van het bbp. Investeringssubsidies aan niet-financiële vennootschappen (onder meer voor spoorweginfrastructuur, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en scholen) ten belope van 1,1 % van het bbp in 2014 zijn niet in deze cijfers opgenomen. Voor de prognoseperiode zullen de investeringen naar verwachting stijgen ten gevolge van grote investeringsprojecten op regionaal niveau en de investeringscyclus van de lokale autoriteiten Schuldpositie van de overheid op middellange termijn Tussen 1998 en 2007 is de Belgische schuldquote met 32 pp. afgenomen dankzij forse primaire overschotten (die weliswaar geleidelijk terugliepen), een duurzame economische groei en dalende rentelasten. Eind 2007 bedroeg de Belgische overheidsschuld 87 % van het bbp. Sinds het uitbreken van de financiële en economische crisis in 2007 laat de Belgische overheidsschuld wederom een opwaartse tendens zien. Ondanks omvangrijke maatregelen in de financiële sector en een tekort dat sinds 2009 meer dan of ongeveer 3 % van het bbp bedroeg, is de recente toename van de schuld (19 pp. van het bbp tussen 2007 en 2015) toch minder groot dan in vele andere lidstaten en dan in de eurozone (28 pp. van het bbp in de eurozone als geheel). In weerwil van het oplopende schuldniveau zijn de rente-uitgaven tijdens dezelfde periode continu afgenomen dankzij de verder dalende rente (afgezien van een tijdelijke stijging van de risicopremies in 2012). De daling van de Belgische overheidsschuld wordt belemmerd door een lange periode van relatief lage nominale groei. Tot 2015 was de groei te laag om de rente-uitgaven te compenseren, hetgeen een opwaarts sneeuwbaleffect veroorzaakte. De rentedaling resulteert slechts geleidelijk in een lagere impliciete rente op de uitstaande schuld. Bovendien wordt het primaire overheidssaldo ook door ongunstige conjunctuurontwikkelingen beïnvloed. Stockflow adjustments hebben de schuld in 2015 met 0,8 procentpunt van het bbp verlaagd. Zij zullen naar verwachting een schuldverhogend effect sorteren van ongeveer 0,4 % van het bbp in 2016, terwijl dat effect in 2017 geacht wordt neutraal te zijn. Al met al zal de overheidsschuld in 2016 vermoedelijk een hoogtepunt van 106,4 % van het bbp bereiken en in 2017 dankzij de verwachte verbetering van het primaire saldo en een neerwaarts sneeuwbaleffect verminderen tot 105,6% van het bbp. België lijkt momenteel op korte termijn geen risico op financiële stress te kennen. De gemiddelde looptijd van de federale schuldportefeuille 14 kan met 7,98 jaar in februari 2016 als vrij lang worden aangemerkt 15. De Belgische regering heeft van het huidige lage rentepeil De federale overheidsschuld vertegenwoordigt 84 % van de totale overheidsschuld. Bron: Belgisch Agentschap van de Schuld, Review 2015, 2016 Outlook. 15

16 gebruikgemaakt om de uitstaande schuld tegen lage rentetarieven te herfinancieren en heeft reeds een deel van de financieringsbehoeften voor 2016 voorgefinancierd, een strategie die in 2016 zal worden voortgezet. Het herzettingsrisico op 12 maanden en op 60 maanden 16 van de federale overheidsschuld is gedaald van 20,3 % en 56,8 % eind 2012 tot 15,0 % en 44,4 % eind Net als overal in de eurozone het geval is, bevinden de rentevoeten op Belgisch schuldpapier zich op een historisch laag peil. De spread tussen Belgische en Duitse obligaties beliep in 2015 gemiddeld 34 basispunten, tegen 55 basispunten in 2014 en een maximum van 366 basispunten op 25 november De impliciete rente is de afgelopen jaren gestaag gedaald, namelijk van 4,6 % in 2007 tot 2, 7 % in 2015 en zal naar verwachting verder dalen tot 2,4 % in De recente pensioenhervormingen hebben de verwachte toename van de leeftijdsgebonden uitgaven op middellange tot lange termijn teruggedrongen. Bij ongewijzigd beleid zal het schuldniveau naar verwachting afnemen tot 99 % van het bbp in Een stijging met 1 pp. van het veronderstelde rentepercentage of een 0,5 pp. lagere bbp-groei zou de overheidsschuld in 2026 op ongeveer 103 % van het bbp brengen. Dit neemt niet weg dat België volgens het verslag van de Commissie over de houdbaarheid van de begroting 2015 nog altijd lijkt te kampen met hoge risico s voor de houdbaarheid van de begroting op de middellange termijn en met middelgrote begrotingsrisico's op de lange termijn. Voldoende vooruitgang in de richting van de middelangetermijndoelstelling 19 van België, zoals voorgeschreven door het stabiliteits- en groeipact, zou de overheidsschuld op een duurzaam neerwaarts pad brengen en in 2026 op ongeveer 81 % van het bbp doen uitkomen. In een dergelijk scenario zou België vanaf 2018 aan de toekomstgerichte schuldregel voldoen. Tot slot wordt de houdbaarheid van de overheidsschuld ook bepaald door het groeipotentieel van de economie. Zoals hierboven is beschreven, heeft een geleidelijke daling van de bijdrage van de totale factorproductiviteit sinds het begin van de jaren negentig tot aanzienlijk lagere potentiële groeivooruitzichten geleid, wat het belang illustreert van de tenuitvoerlegging van structurele hervormingen ter bevordering van de potentiële groei. Ondanks de hoge overheidsschuld is de financiële nettovermogenspositie van de Belgische economie als geheel zeer positief (+ 50 % van het bbp in 2015), tegen een nettoschuldpositie van 10 % van het bbp voor de eurozone. Deze algemene gezonde situatie is met name te danken aan het zeer hoge financiële nettovermogen van de Belgische huishoudens dat de Het aandeel van de uitstaande schuld dat binnen een bepaalde periode vervalt of wijzigingen in de rentetarieven zal kennen (wegens een variabele rentevoet). Bron: Belgisch Agentschap van de Schuld, Review 2015, 2016 Outlook. Bij deze projecties is uitgegaan van de winterprognoses 2016 van de Europese Commissie, waarbij de veronderstelling dat het beleid ongewijzigd blijft, resulteerde in een structureel primair saldo dat constant wordt gehouden (exclusief de kosten van de vergrijzing) op het niveau van het laatste prognosejaar (2017). In het basisscenario wordt van de volgende macro-economische langetermijnveronderstellingen uitgegaan: de potentiële bbp-groei blijft ongeveer 1 % bedragen; de inflatie en de verandering in de bbp-deflator stabiliseren zich op middellange termijn op 2 %; de langetermijnrente op nieuwe en vernieuwde schuld convergeert tegen 2026 naar 3 % in reële termen en de kortetermijnrente tot een waarde die overeenstemt met de lange rente en de historische (voor de crisis bestaande) rendementscurve voor de eurozone (zie ook Europese Commissie, 2012). De geraamde kosten van de vergrijzing zijn gebaseerd op het Vergrijzingsverslag In zijn stabiliteitsprogramma 2016 heeft België de middellangetermijndoelstelling van een overschot van 0,75 % van het bbp omgevormd in een sluitende begroting in structurele termen. 16

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final} EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.11.2018 C(2018) 8011 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 21.11.2018 over het ontwerpbegrotingsplan van België {SWD(2018) 511 final} NL NL ALGEMENE OVERWEGINGEN ADVIES VAN DE

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2017 COM(2017) 530 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 739 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 739 definitief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 juni 2010 (29.06) (OR. en) 11311/10 ECOFIN 392 UEM 223 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2013 COM(2013) 382 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van België om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.7.2017 COM(2017) 380 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot intrekking van Beschikking 2009/415/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Griekenland

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.6.2019 COM(2019) 531 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE België Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van betreffende het ontwerpbegrotingsplan van ITALIË. {SWD(2013) 606 final}

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van betreffende het ontwerpbegrotingsplan van ITALIË. {SWD(2013) 606 final} EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.11.2013 C(2013) 8005 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 15.11.2013 betreffende het ontwerpbegrotingsplan van ITALIË {SWD(2013) 606 final} NL NL ADVIES VAN DE COMMISSIE van

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België. Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België. Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.2.2015 COM(2015) 112 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE België Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag NL NL VERSLAG VAN DE COMMISSIE België

Nadere informatie

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.11.2013 COM(2013) 910 final 2013/0397 (NLE) Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland NL NL 2013/0397 (NLE) Voorstel

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. Frankrijk

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. Frankrijk EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.6.2019 COM(2019) 529 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Frankrijk Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) 6733/15 UEM 82 ECOFIN 179 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 27 februari 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van betreffende het ontwerpbegrotingsplan van BELGIË

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van betreffende het ontwerpbegrotingsplan van BELGIË EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2014 C(2014) 8800 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 28.11.2014 betreffende het ontwerpbegrotingsplan van BELGIË NL NL ADVIES VAN DE COMMISSIE van 28.11.2014 betreffende

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 juli 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 juli 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 juli 2016 (OR. en) 10793/16 ECOFIN 675 UEM 261 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD waarbij wordt vastgesteld dat Spanje geen effectief

Nadere informatie

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.11.2013 COM(2013) 911 final 2013/0396 (NLE) Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË NL NL 2013/0396 (NLE) Voorstel

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België. Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België. Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2017 COM(2017) 531 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE België Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag NL NL VERSLAG VAN DE COMMISSIE België

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België

VERSLAG VAN DE COMMISSIE. België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.5.2018 COM(2018) 429 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE België Verslag opgesteld in overeenstemming met artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.4.2005 COM(2005) 155 definitief 2005/0061 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en) 11553/16 ECOFIN 743 UEM 283 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van Portugal om maatregelen

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. om het buitensporige overheidstekort in Nederland te verhelpen

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. om het buitensporige overheidstekort in Nederland te verhelpen EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD om het buitensporige overheidstekort in Nederland te verhelpen NL NL Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1997R1467 NL 13.12.2011 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD van 7 juli

Nadere informatie

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN HET EU-KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID Teneinde de stabiliteit van de Economische en Monetaire Unie te waarborgen, moet het kader voor het vermijden van onhoudbare overheidsfinanciën solide zijn. Eind

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 december 2009 (08.12) (OR. en) 17115/09 UEM 315

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 december 2009 (08.12) (OR. en) 17115/09 UEM 315 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 december (08.2) (OR. en) 75/09 UEM 35 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Advies van de Raad over de aanvulling op het geactualiseerde

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN

SYNTHESE EN AANBEVELINGEN SYNTHESE EN AANBEVELINGEN Dit Advies van de Afdeling Financieringsbehoeften van de overheid kadert in de voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2019-2022 dat eind april 2019 moet worden overgemaakt

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en) 11552/16 ECOFIN 742 UEM 282 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van Spanje om maatregelen te

Nadere informatie

Commissie beoordeelt stabiliteitsprogramma s van Duitsland, Frankrijk, Italië, Slovenië en Nederland

Commissie beoordeelt stabiliteitsprogramma s van Duitsland, Frankrijk, Italië, Slovenië en Nederland IP/07/72 Brussel, 23 januari 2007 Commissie beoordeelt stabiliteitsprogramma s van Duitsland, Frankrijk, Italië, Slovenië en Nederland In Duitsland, Frankrijk en Italië vindt een structurele aanpassing

Nadere informatie

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN HET EU-KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID Teneinde de stabiliteit van de Economische en Monetaire Unie te waarborgen, moet het kader voor het vermijden van onhoudbare overheidsfinanciën solide zijn. Eind

Nadere informatie

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Wim Melyn Patrick Bisciari Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën Structuur van de uiteenzetting Belang van

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Nederland

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2017 COM(2017) 518 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Nederland en met een advies van de Raad over het

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van SPANJE

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van SPANJE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.10.2015 C(2015) 6892 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 12.10.2015 over het ontwerpbegrotingsplan van SPANJE NL NL ALGEMENE OVERWEGINGEN ADVIES VAN DE COMMISSIE van 12.10.2015

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Nederland

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.5.2016 COM(2016) 339 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Nederland en met een advies van de Raad over het

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1997R1466 NL 13.12.2011 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1466/97 VAN DE RAAD van 7 juli

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Nederland

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Nederland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma

Nadere informatie

(Door de Commissie ingediend op 18 oktober 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

(Door de Commissie ingediend op 18 oktober 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten /* COM/96/0496 DEF - CNS 96/0248 */ Publicatieblad

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Finland

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Finland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.5.2016 COM(2016) 346 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Finland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Oostenrijk

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Oostenrijk EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.5.2016 COM(2016) 340 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Oostenrijk en met een advies van de Raad over het

Nadere informatie

Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING:

Hoge Raad van Financiën, afdeling Financieringsbehoeften van de Overheid PERSMEDEDELING: Hoge Raad van Financiën, afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid" PERSMEDEDELING: Advies Begrotingstraject voor het Stabiliteitsprogramma 2012-2015 Dit Advies is het eerste van de nieuw samengestelde

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Analyse van het ontwerpbegrotingsplan van België. bij ADVIES VAN DE COMMISSIE

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Analyse van het ontwerpbegrotingsplan van België. bij ADVIES VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.11.2018 SWD(2018) 511 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Analyse van het ontwerpbegrotingsplan van België bij ADVIES VAN DE COMMISSIE over het ontwerpbegrotingsplan

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.2.2010 COM(2010) 24 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Beoordeling van de maatregelen die Polen heeft getroffen in reactie op de aanbeveling van de

Nadere informatie

EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID

EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID De staatsschuldencrisis die de Economische en Monetaire Unie momenteel op haar grondvesten doet schudden, is het pijnlijke bewijs dat het roer van het begrotingsbeleid

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2017 van het Verenigd Koninkrijk

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2017 van het Verenigd Koninkrijk EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2017 COM(2017) 527 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2017 van het Verenigd Koninkrijk en met een advies van de

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2015 COM(2015) 268 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland en met een advies van de Raad over het

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11400/11 UEM 155 ECOFI 379 SOC 525 COMPET 284 E V 498 EDUC 165 RECH 200 E ER 200 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: AANBEVELING VAN

Nadere informatie

OTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Advies van de Raad over het geactualiseerde convergentieprogramma van Polen

OTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Advies van de Raad over het geactualiseerde convergentieprogramma van Polen RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 10 maart 2009 (12.03) (OR. en) 7322/09 UEM 77 OTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Advies van de Raad over het geactualiseerde convergentieprogramma

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0043/413. Amendement. Monika Vana namens de Verts/ALE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0043/413. Amendement. Monika Vana namens de Verts/ALE-Fractie 7.2.2019 A8-0043/413 413 Overweging 20 (20) Mechanismen die het financieringsbeleid van de Unie moeten koppelen aan het economisch bestuur van de Unie moeten verder worden verfijnd, waarbij de Commissie

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van België

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2015 COM(2015) 252 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2015 van België en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 6 juli 2012 (OR. en) 11275/12 UEM 226 ECOFI 600 SOC 577 COMPET 445 E V 541 EDUC 218 RECH 281 E ER 310

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 6 juli 2012 (OR. en) 11275/12 UEM 226 ECOFI 600 SOC 577 COMPET 445 E V 541 EDUC 218 RECH 281 E ER 310 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 6 juli 2012 (OR. en) 11275/12 UEM 226 ECOFI 600 SOC 577 COMPET 445 E V 541 EDUC 218 RECH 281 E ER 310 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: AANBEVELING VAN

Nadere informatie

Straatsburg, 13.1.2015 COM(2015) 12 final

Straatsburg, 13.1.2015 COM(2015) 12 final EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 13.1.2015 COM(2015) 12 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 augustus 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 5 augustus 2016 (OR. en) 11555/16 ECOFIN 745 UEM 285 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD betreffende het opleggen van een

Nadere informatie

9306/17 dau/oms/sl 1 DG B 1C - DG G 1A

9306/17 dau/oms/sl 1 DG B 1C - DG G 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2017 (OR. en) 9306/17 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad ECOFIN 409 UEM 158 SOC 389 EMPL 303 COMPET 406 ENV 505 EDUC 233 RECH 189 ENER 228 JAI

Nadere informatie

10798/1/14 REV 1 rts/zr/dp 1 DG B 4A / DG G 1A

10798/1/14 REV 1 rts/zr/dp 1 DG B 4A / DG G 1A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 juni 2014 (OR. en) 10798/1/14 REV 1 UEM 250 ECOFIN 638 SOC 489 COMPET 391 ENV 590 EDUC 227 RECH 286 ENER 294 JAI 488 NOTA van: het secretariaat-generaal aan: de Raad

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Nederland

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2013) 369 Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Nederland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma

Nadere informatie

9222/16 ver/gra/as 1 DG B 3A - DG G 1A

9222/16 ver/gra/as 1 DG B 3A - DG G 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 13 juni 2016 (OR. en) 9222/16 ECOFIN 462 UEM 208 SOC 326 EMPL 222 COMPET 296 ENV 341 EDUC 197 RECH 188 ENER 204 JAI 452 NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN VOLTOOIING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Bijdrage van de Commissie aan de Leidersagenda #FutureofEurope #EURoadSibiu ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN Figuur

Nadere informatie

Aanbeveling voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.7.2016 COM(2016) 517 final Aanbeveling voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij aan Spanje een boete wordt opgelegd omdat het land heeft verzuimd doeltreffende maatregelen

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juli 2013 (OR. en) 11214/13 UEM 253 ECOFIN 600 SOC 506 COMPET 503 ENV 603 EDUC 259 RECH 303 ENER 321 JAI 555

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juli 2013 (OR. en) 11214/13 UEM 253 ECOFIN 600 SOC 506 COMPET 503 ENV 603 EDUC 259 RECH 303 ENER 321 JAI 555 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2013 (OR. en) 11214/13 UEM 253 ECOFIN 600 SOC 506 COMPET 503 ENV 603 EDUC 259 RECH 303 ENER 321 JAI 555 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: AANBEVELING

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.11.2018 COM(2018) 807 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK betreffende de ontwerpbegrotingsplannen 2019: Algemene

Nadere informatie

9293/17 dau/oms/sv 1 DG B 1C - DG G 1A

9293/17 dau/oms/sv 1 DG B 1C - DG G 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2017 (OR. en) 9293/17 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad ECOFIN 399 UEM 148 SOC 379 EMPL 293 COMPET 396 ENV 495 EDUC 223 RECH 179 ENER 218 JAI

Nadere informatie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Luxemburg

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Luxemburg EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2017 COM(2017) 515 final Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2017 van Luxemburg en met een advies van de Raad over het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 19 maart 1997)

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 19 maart 1997) Gewijzigd voorstel voor een VERODENING (EG) VAN DE RAAD over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten /* COM/97/0117 DEF - CNS 96/0248 */

Nadere informatie

OTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Advies van de Raad over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland

OTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Advies van de Raad over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 10 maart 2009 (12.03) (OR. en) 7313/09 UEM 69 OTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Advies van de Raad over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma

Nadere informatie

9253/15 dep/nes/hh 1 DG B 3A - DG G 1A

9253/15 dep/nes/hh 1 DG B 3A - DG G 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 15 juni 2015 (OR. en) 9253/15 UEM 190 ECOFIN 395 SOC 358 COMPET 270 ENV 352 EDUC 176 RECH 167 ENER 209 JAI 372 EMPL 231 NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Economische vooruitgang

Economische vooruitgang #EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2017 COM(2017) 291 final ANNEX 3 BIJLAGE bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE NL NL Bijlage 3. Voornaamste economische tendensen

Nadere informatie

9255/15 gys/zr/as 1 DG B 3A - DG G 1A

9255/15 gys/zr/as 1 DG B 3A - DG G 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 15 juni 2015 (OR. en) 9255/15 UEM 192 ECOFIN 397 SOC 360 COMPET 272 ENV 354 EDUC 178 RECH 169 ENER 211 JAI 374 EMPL 233 NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.11.2011 COM(2011) 819 definitief 2011/0385 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de versterking van het economische en budgettaire

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 140/11

Publicatieblad van de Europese Unie L 140/11 27.5.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 140/11 VERORDENING (EU) Nr. 473/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD. van 7 juli 1997

Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD. van 7 juli 1997 Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 2. 8. 97 VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de

Nadere informatie

Glossarium. Begroting

Glossarium. Begroting 1. Glossarium Begroting Verwachte uitgaven die nodig zijn voor de behoeften van de Staat of van andere overheden voor een bepaalde periode en raming van de ontvangsten om die uitgaven te dekken. Wet tot

Nadere informatie

11316/11 JVS/mg DG G

11316/11 JVS/mg DG G RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juni 2011 (OR. en) 11316/11 UEM 133 ECOFIN 353 SOC 500 COMPET 263 ENV 476 EDUC 143 RECH 179 ENER 180 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: AANBEVELING

Nadere informatie

De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing

De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing De houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Stefan Van Parys Bruno Eugène INTERN Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821), P7_TA(2013)0070 Het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone ***I Wetgevingsresolutie van het

Nadere informatie

9292/17 tin/dau/ln 1 DG B 1C - DG G 1A

9292/17 tin/dau/ln 1 DG B 1C - DG G 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2017 (OR. en) 9292/17 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad ECOFIN 398 UEM 147 SOC 378 EMPL 292 COMPET 395 ENV 494 EDUC 222 RECH 178 ENER 217 JAI

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 9.12.2003 COM(2003) 761 definitief 2003/0295 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de berekening en indiening van gegevens over de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.11.2014 COM(2014) 704 final 2014/0332 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.4.2011 COM(2011) 226 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende

Nadere informatie

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 De overheid behaalde in 2016 een begrotingsoverschot van 2,9 miljard euro. Dit is 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder was

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2013 (OR. en) 14696/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0338 (NLE) ECOFIN 884 UEM 333

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2013 (OR. en) 14696/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0338 (NLE) ECOFIN 884 UEM 333 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 oktober 2013 (OR. en) 14696/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0338 (E) ECOFIN 884 UEM 333 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

9223/16 gar/gra/mt 1 DG B 3A - DG G 1A

9223/16 gar/gra/mt 1 DG B 3A - DG G 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 13 juni 2016 (OR. en) 9223/16 ECOFIN 463 UEM 209 SOC 327 EMPL 223 COMPET 297 ENV 342 EDUC 198 RECH 189 ENER 205 JAI 453 NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 14 juni 2012 (21.06) (OR. en) 11002/12 UEM 168 ECOFI 528 SOC 516 COMPET 384 E V 477 EDUC 168 RECH 228 E ER 253

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 14 juni 2012 (21.06) (OR. en) 11002/12 UEM 168 ECOFI 528 SOC 516 COMPET 384 E V 477 EDUC 168 RECH 228 E ER 253 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 14 juni 2012 (21.06) (OR. en) 11002/12 UEM 168 ECOFI 528 SOC 516 COMPET 384 E V 477 EDUC 168 RECH 228 E ER 253 OTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het

Nadere informatie

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Advies nr. 7/2014 (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, VWEU) over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr.

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 juni 2017 (OR. en) 9940/17 ADD 3 ECOFIN 491 UEM 185 INST 242 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 juni 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.11.2013 COM(2013) 776 final 2013/0384 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2013 C(2013) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 27.6.2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren EBA/GL/2015/04 07.08.2015 Richtsnoeren inzake de feitelijke omstandigheden die een wezenlijke bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit en inzake de elementen die verband houden met de doeltreffendheid

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 14 januari 2019 Betreft Beantwoording Kamervragen van Aukje de Vries

Nadere informatie