Ondersteuningsprofiel

Transcriptie

1 Ondersteuningsprofiel Petrus Dathenusschool Regio Midden 1

2 Ondersteuningsprofiel 1. INLEIDING. Het ondersteuningsprofiel (OSP) is een instrument om de ondersteuning die scholen bieden en de kwaliteit ervan op een eenvoudige manier in beeld te brengen. De mogelijkheden van de school voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden in het OSP beschreven. Dat levert een beeld op van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. In het OSP beschrijft de school welke ondersteuning zij nu kan realiseren. Daarnaast wordt ook beschreven hoe de school zich wil ontwikkelen. De omschrijvingen in het OSP worden in handelingsgerichte termen gesteld. Met het OSP kunnen samenwerkingsverbanden en besturen snel informatie verzamelen over de basisondersteuning, over de zorgzwaarte, over de deskundigheid, de voorzieningen en over de eventuele extra ondersteuningsmogelijkheden van hun scholen. Ze krijgen daarmee zicht op de dekkendheid van het zorgaanbod binnen de eigen regio. 2. ALGEMENE GEGEVENS. Naam van de school: Petrus Dathenusschool Brinnummer: 03OA Locatie / vestiging Hilversum Soort onderwijs: Basisonderwijs Samenwerkingsverband PO landelijk reformatorisch SWV (PO0001); Regio Midden Datum vaststelling profiel ONDERWIJSCONCEPT Ons uitgangspunt is dat onderwijs en opvoeding onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Ons onderwijs sluit dan ook aan op en ligt in het verlengde van de opvoeding in het gezin en is onder meer gericht op de overdracht van de op Gods Woord gegronde normen en waarden. Als school rusten we onze leerlingen toe voor de deelname aan de samenleving vanuit het perspectief dat de mens geschapen is om tot Gods eer te leven. Daartoe schiep God de mens naar Zijn beeld: in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. In de zondeval is de mens moed- en vrijwillig van God afgevallen. Daardoor is de mens uit zichzelf onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Toch blijft God de eis handhaven dat de mens tot Zijn eer moet leven. God heeft in Christus voor Zijn uitverkorenen een weg willen ontsluiten om door wedergeboorte en bekering met Hem verzoend te worden. Alleen dan kan de mens op aarde in beginsel en in de eeuwigheid volmaakt tot Gods eer leven. De onderwijskundige visie van onze school kan samengevat worden in het motto Fundamenteel Leren. In de eerste plaats geven we hiermee aan dat ons onderwijs gefundeerd dient te zijn op Gods Woord en de belijdenisgeschriften van de kerk. Dat houdt in dat de leerlingen onderwezen worden in Gods Woord en de grondwaarheden van de zuivere leer, opdat onder meer een hecht godsdienstig en moreel fundament gelegd wordt voor het toekomstig functioneren in kerk en maatschappij. In de tweede plaats brengen we met het motto tot uitdrukking dat we het belangrijk vinden dat we in het basisonderwijs de leerlingen fundamentele kennis voor hun toekomstig maatschappelijk functioneren bijbrengen. Dat betekent dat we in ons onderwijs veel aandacht geven aan (begrijpend) lezen, taal en rekenen en waarde hechten aan parate kennis. In de derde plaats geven we met het motto Fundamenteel Leren aan dat we waarde hechten aan het leren van fundamentele sociale vaardigheden om als lid van een gemeenschap dienend bezig te kunnen zijn. De doop verplicht ons als school ertoe zoveel als in ons vermogen ligt onderwijs te bieden aan alle kinderen van de gemeenschap waarvoor de school functioneert. Ons zorgbeleid is er dan ook op gericht dat we verwijzing naar het speciaal basisonderwijs of naar een educatief centrum zo veel als 2

3 mogelijk willen voorkomen en dat de vele beschikbare faciliteiten die daartoe kunnen bijdragen optimaal worden benut. Onderwijs wordt op onze school praktisch vormgegeven volgens het leerstofjaarklassensysteem. Volgens een vaste structuur wordt met behulp van methodes gewerkt aan de ontwikkeling van onze leerlingen op de verschillende vakgebieden. De leerkracht heeft daarin de centrale rol. Hij legt uit, stimuleert, vertelt en begeleidt. De leerlingen blijven waar mogelijk in de stamgroep, maar worden indien nodig op meer aangepaste wijze lesgegeven binnen een kleine setting door een leerkracht of een onderwijsassistente. Dit is er op gericht om ófwel leerlingen na enige tijd weer terug in de eigen groep te kunnen plaatsen, ófwel om te voorkomen dat zij de school moeten verlaten om in het Speciaal Basisonderwijs les te krijgen. 4. KENGETALLEN 4a. Leerlingpopulatie Aantal In % aantal In % aantal In % Totaal aantal leerlingen (per 1 okt.): Aantal leerlingen met 5 7% 6 9% 5 9% leerlinggewicht 0,3 (per 1 okt.): Aantal leerlingen met 0 0% 0 0% 0 0% leerlinggewicht 1,2 (per 1 okt.): Gemiddelde groepsgrootte 8,9-8, b. Leerlingstromen De onderstaande kengetallen betreffen leerlingstromen binnen de school en naar andere of van andere scholen. Zowel het aantal als het percentage (afgezet tegen het totaal aantal leerlingen van de school) is vermeld % % % Doorstroom Verlengde kleuterperiode 0% 0% 0% Doublures 0,9% 2,2% 0% Doublures in aantallen Versnellers 1,4 % 0,0 % 1,8% Verwijzing aantal % aant al % aant al % naar SO cluster 1 (slechtziend) naar SO cluster 1 (blind) naar SO cluster 2 (ernstige spraak- of taalmoeilijkheden) naar SO cluster 2 (slechthorend) naar SO cluster 2 (doof) naar SO cluster 3 (zeer moeilijk lerend) naar SO cluster 3 (lichamelijk gehandicapt)

4 naar SO cluster 3 (langdurig ziek) naar SO cluster 3 (meervoudig gehandicapt) naar SO cluster 4 (o.a. gedragsproblemen) naar SBO naar BAO (niet veroorzaakt door verhuizing) ,5 - - Terugplaatsing Vanuit SO Vanuit SBO ,6% 4c. Ondersteuningszwaarte De onderstaande kengetallen betreffen de ondersteuningszwaarte. Het betreft door een externe professional vastgestelde beperkingen (uitgezonderd de vraag naar leerlingen met een eigen leerlijn en met een ontwikkelingsperspectief) type ondersteuningszwaarte aantal aantal aantal onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege leren o Dyslexie o dyscalculie/ernstige rekenproblemen o hoogbegaafdheid o anders, nl onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege taalontwikkeling o spraakbeperkingen o taalbeperkingen o anders, nl.; Taal- spraakbeperking o anders, nl.; PAB-begeleiding i.v.m. taal-spraakbeperking onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege lichamelijke beperkingen o motorische beperking, nl o motorische beperking, nl o langdurige ziekte, nl o langdurige ziekte, nl o medische problemen, nl o medische problemen, nl onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege gedragsbeperkingen o PDD NOS o Asperger o ADHD o anders, nl. ASS o anders, nl. ADD multi onderwijs- of ondersteuningsbehoeften o Arrangement Berseba nl o nl Leerachterstanden o aantal leerlingen met een eigen leerlijn/leerroute (voorheen met een OPP niet zijnde extra ondersteuning SWV)

5 Arrangementen op school = Extra Ondersteuning SWV (of cl.1 en 2) = Ontwikkelingsperspectief cluster 1 o slechtziend o blind cluster 2 o TOS (Taalontwikkelingsstoornis): Medium o Slechthorend Medium o Doof Medium cluster 3 (cognitieve, medische of lichamelijke arrangementen) o zeer moeilijk lerend Medium o lichamelijk gehandicapt Medium o langdurig ziek Medium o meervoudig gehandicapt Medium cluster 4 (soc.emot., gedrags of werkhoudingsarrangementen) o geen specificatie Medium Intensief d. Deskundigheid Onderstaande expertise is binnen de school beschikbaar en/of structureel aanwezig. De school geeft aan óf de expertise aanwezig is en zo ja, of deze intern of extern beschikbaar is. In hoeverre er sprake is van voldoende deskundigheid is afhankelijk van de opleiding en/of ervaring van de medewerker(s). expertise op A / V of G intern/ extern gedragsbeperkingen bij ja, nl. V I en E lichamelijke beperkingen bij ja, nl. V E verstandelijke beperkingen bij ja, nl. V I en E slechtziend en blind bij ja, nl. V E 5

6 slechthorend en doof bij ja, nl. V E taal-/spraakbeperkingen bij ja, nl. V E Dysfasie V E Dyslexie V I en E dyscalculie V E rekenspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra V I en E ondersteuning) taalspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra ondersteuning) V I en E gedragsspecialist pedagogische/organisatorische expertise voor extra V I en E ondersteuning.) hoogbegaafdheid V I en E sova-trainer V I en E 4e. Fysieke voorzieningen De school beschikt over de volgende fysieke voorzieningen. type voorziening rolstoeltoegankelijkheid time-out ruimte (altijd beschikbaar) grotere lokalen (in relatie tot aantal leerlingen) bredere gangen (in relatie tot aantal leerlingen) verzorgingsruimte revalidatieruimte snoezelruimte rustruimte keuken (voor leerlingen) zwembad anders, nl. twee kleine zorglokalen met koud/ warm stromend water anders, nl. nevenruimte bij kleutergroep (door vouwwand afgescheiden van de klas) anders, nl. IRT ruimte en IB-kamer ( voor gesprekken). Anders, nl. schooltuin Anders, nl. interne gymzaal en speelloka(a)l(en) en handvaardigheidsruimte. Nee Nee Nee Nee ja /nee 4f. Organisatorische voorziening t.b.v. de basisondersteuning De school beschikt over de volgende organisatorische voorzieningen type voorziening Korte toelichting Plusgroep De plusgroep is voor leerlingen uit groep 4 8 en is 1x per week een uur. Er wordt gewerkt m.b.v. een documenten zowel ter voorbereiding als tijdens het werken aan een onderwerp. Als een onderwerp afgerond is, wordt er een evaluatie gemaakt. Er is regelmatig overleg tussen de plusgroepouder of plusgroepleerkracht en de plusgroepcoordinator. Er wordt in de plusgroep aandacht besteed aan meervoudige intelligentie en er worden hoge doelen gesteld, zodat de leerlingen voldoende aangesproken en uitgedaagd worden. Er wordt een logboek bijgehouden, zodat per les duidelijk is hoe het gaat in de plusgroep. 4g. Personeel De onderstaande kengetallen betreffen de inzet van functies van belang voor de ondersteuning binnen de school. Functie Aantal dagdelen per week Leerkracht - interne begeleiding 1 onderwijsassistent(e) 14/15 9 remedial teaching 15/16 5 morgens en 1 middag 16/17 5 morgens en 1 Intern / extern 6

7 orthopedagoog schoolmaatschappelijk werk Logopedist middag extern extern extern 4h. Opbrengsten Door de inspectie is aan de school per het volgende arrangement toegekend: Basisarrangement. 4i. Financiën Per kalenderjaar wordt verantwoording achteraf gevraagd van de middelen die de school van het SWV heeft ontvangen. Aan het begin van een kalenderjaar wordt nagegaan hoe de ontvangen middelen over het voorgaande kalenderjaar zijn ingezet. Hieronder geeft de school aan welke inkomsten de school ontvangt vanuit de middelen van het samenwerkingsverband en hoe ze deze middelen voor preventieve, licht-curatieve of extra ondersteuning denkt in te zetten. Betreft het schooljaar 2016/2017. En het schooljaar 2017/ /2017 inkomsten: ,00 uitgaven: personeel: IB-er (AvV) ,00 IB-er (KK) 0,0 Onderwijsassistente (MB) ,00 (tijdens de morgens) materieel of anders: Software voor dyslexie en 500,00 zwakke spellers totaal: , /2018 inkomsten: ,00 uitgaven: personeel: IB-er (AvV) ,00 Extra inzet leerkracht in ,00 groep 3 Onderwijsassistente (MB) ,00 (of vervanging) (tijdens de morgens) materieel of anders: Software voor dyslexie en 500,00 zwakke spellers totaal: ,00 5. BASISONDERSTEUNING. De basisondersteuning is het niveau van ondersteuning dat op de school intern (of van buiten naar binnen gehaald) geboden kan worden. Het bestaat uit basiskwaliteit en een aantal preventieve en licht curatieve interventies. Uitgangspunt bij het bepalen bij het niveau van basisondersteuning is het referentiekader. 5a. Basiskwaliteit. De basiskwaliteit is het minimumniveau waaraan volgens de onderwijsinspectie (zie toezichtskader) het onderwijs moet voldoen. In het onderstaande overzicht geeft de school aan hoe het staat met de kwaliteit op de verschillende onderdelen. ONDERWIJSLEERPROCES 1 1 G=goed, V=voldoende, A= aandachtspunt/ontwikkelpunt. 7

8 1. Duidelijk 3,0 De leerkrachten leggen de leerstof op een duidelijke manier uit aan de leerlingen. Ze gaan steeds na of de leerlingen de uitleg goed begrijpen. En tijdens de uitleg wordt de oplossingsstrategie centraal gesteld. 2.Taakgericht 3,2 De leerkrachten zorgen voor een duidelijke structuur in de onderwijsactiviteiten. Het onderwijsleerproces wordt gekenmerkt door orde en rust. De leerkrachten geven de leerlingen feedback op hun werkhouding en taakaanpak. 3.Activerend 2,9 De leerkrachten stimuleren de leerlingen om steeds actief mee te doen en mee te denken. De leerkrachten laten de leerlingen regelmatig en op een doelmatige wijze samenwerken. 4.Resultaatgericht 3,3 De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de resultaten van de leerlingen. In de groepen wordt gewerkt met streefdoelen voor de basisvaardigheden. De leerkrachten evalueren nauwgezet de resultaten die de leerlingen halen. De leerkrachten gaan met de leerlingen in gesprek over de door hen behaalde resultaten. 5.Afgestemd 3,2 De leerkrachten stemmen de leerstof af op verschillen in onderwijsbehoeften tussen de leerlingen. De leerkrachten stemmen de instructie af op verschillen in onderwijsbehoeften tussen de leerlingen. De leerkrachten stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in onderwijsbehoeften tussen de leerlingen. De leerkrachten stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. SCHOOLKLIMAAT 6.Betrokkenheid 3,4 De leerkrachten geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht. De leerkrachten bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. 7.Sfeer 3,4 De leerkrachten stimuleren leerlingen op een respectvolle manier met elkaar om te gaan. De leerkrachten begeleiden de leerlingen bij het respectvol omgaan met elkaar. 8.Veiligheid 3,6 Naar aanleiding van onderzoek naar de veiligheidsbeleving en analyse van de incidentenregistratie onderneemt de school gerichte acties. De personeelsleden weten hoe ze moeten handelen bij incidenten. LEERSTOFAANBOD 9.Volledig aanbod 3,2 Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en Rekenen en wiskunde betrekken de leerkrachten alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 10.Gelegenheid tot leren 3,8 De school biedt de leerinhouden voor Nederlandse taal en Rekenen en wiskunde aan zoveel mogelijk leerlingen aan tot en met het niveau van leerjaar 8. De gebruikte methoden kennen een goede doorgaande leerstoflijn. De leerlinhouden bij Nederlandse taal passen bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het leerstofaanbod voor groep 1 sluit goed aan op de ontwikkeling van de instromende leerlingen. 11.Toerusten en vormen 2,8 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. ZORG EN BEGELEIDING 12.Leerlingbegeleiding 3,3 De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leerkrachten volgen systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Analyse van opbrengsten leidt daar waar nodig voor groepjes leerlingen of voor individuele leerlingen tot aanpassing van het onderwijs. De school stelt, indien nodig, voor leerlingen een ontwikkelingsperspectief vast. De school volgt en evalueert het ontwikkelingsperspectief en stellen het indien nodig bij. 13.Leerlingenzorg 3,5 De leerkrachten signaleren vroegtijdig welke leerlingen bijzondere zorg nodig hebben. Op basis van de analyse van de verzamelde gegevens bepalen de leerkrachten de aard van de zorg voor de leerlingen. De leerkrachten inzicht in de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkrachten voeren de zorg planmatig uit. De leerkrachten evalueren regelmatig de effecten van de zorg. 14.Doorstroom van leerlingen 4,0 De leerkrachten gebruiken de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de 8

9 begeleiding van de leerlingen. De school maakt beredeneerde afwegingen bij de doorstroom van leerlingen binnen de school. De school zorgt voor een warme overdracht tijdens de schoolloopbaan van de leerlingen. 15.Zorgstructuur 3,3 Er is structureel overleg tussen de leerkracht en de interne begeleider. De school werkt daar waar nodig samen met externe organisaties en deskundigen. Er is regelmatig overleg tussen de interne begeleider en de schoolleiding over het functioneren van de leerlingenzorg. De verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de zorg is voor ieder duidelijk. De leerkrachten zien zichzelf als de eerstverantwoordelijke voor wat betreft de zorg aan de leerlingen. KWALITEITSZORG 16.Voorwaarden voor kwaliteit 3,0 De school gaat actief na wat de onderwijsbehoeften zijn van de leerling populatie. De school stemt het onderwijsleerproces af op de onderwijsbehoeften van onze leerling populatie. De school gaat na hoe leerlingen zich handhaven in het onderwijs. 17.Systeem van evaluatie 3,3 De school plant elk jaar activiteiten in om de kwaliteit van het onderwijs te onderzoeken, te borgen, te verbeteren en openbaar te maken. De school heeft doelen en activiteiten op het gebied van kwaliteitszorg vastgelegd in een kwaliteitsbeleidsplan. De schoolleiding zorgt voor een systematische analyse van het onderwijsleerproces en de leerling opbrengsten met als doel tijdig zwakke plekken te signaleren. De school verzamelt systematisch feedback van personen van buiten de school over de aspecten die zij zelf ook evalueert. COMMUNICATIE MET OUDERS 18.Meedenken 3,7 De personeelsleden laten zich waar nodig informeren over de opvattingen en bevindingen van ouders over de ontwikkeling van hun kind op school en thuis. De ouders/verzorgers van leerlingen worden betrokken bij de zorg aan hun kind. De school ondersteunt de ouders bij de aanpak van hun kind thuis. CONTACTEN MET EXTERNEN 19.Functioneel 3,2 De school onderhoudt functionele contacten met voor- en naschoolse voorzieningen. De school onderhoudt functionele contacten met scholen voor voortgezet onderwijs. De school onderhoudt functionele contacten met de onderwijsadviesdienst(en). De school neemt actief deel aan relevante netwerken. SCHOOLONTWIKKELING 20.Resultaatgericht 3,2 De schoolleiding stimuleert een resultaatgerichte cultuur en draagt dit uit. Het team werkt met school specifieke streefdoelen. Het team werkt planmatig aan goede resultaten. Wanneer de resultaten daar aanleiding toegeven wordt het onderwijsleerproces door het team nader geanalyseerd. De conclusies naar aanleiding van analyses worden besproken binnen het team. Het team stelt gezamenlijk verbeteronderwerpen en succesmaten vast. De schoolleiding gaat met de leerkrachten in gesprek over de in hun groep behaalde resultaten en dat in relatie tot hun lesgeven. 5b. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de school door middel van preventieve en licht curatieve ondersteuning tegemoet komt aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Onder preventie verstaan we in dit geval de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deelt uit van de basisondersteuning. Herkenning problematiek 2 De school is in staat vroegtijdig leer- opgroei en opvoedproblemen te signaleren. Zorgteam / ketenpartners De school beschikt over (of participeert binnen) een zorgteam, dat over voldoende expertise G G 2 G=goed, V=voldoende, A= aandachtspunt/ontwikkelpunt. 9

10 beschikt om op een adequate wijze handelingsgericht te (laten) handelen in de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen en gezinnen. De school werkt daarbij samen met de relevante ketenpartners: scholen voor VO, (school)maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar, GGD. Dyslexie G De school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyslexie. (tijdige signalering, op leerling afgestemde aanpak, hanteren van het dyslexieprotocol). Dyscalculie V De school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dysalculie. (tijdige signalering, op leerling afgestemde aanpak) Aanpak voor minder begaafden G De school hanteert onderwijsprogramma s en leerlijnen die goed zijn afgestemd op leerlingen met minder dan gemiddelde intelligentie. Aanpak voor meerbegaafden V De school hanteert onderwijsprogramma s en leerlijnen die goed zijn afgestemd op leerlingen met meer dan gemiddelde intelligentie. Meervoudig lichamelijke beperking V De school is fysiek toegankelijk voor en heeft beschikking over hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudig) lichamelijke beperking. Aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben. Sociale veiligheid en gedragsproblemen V De school hanteert een sluitende aanpak op sociale veiligheid en gedragsproblemen. (ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. Medische handelingen A De school heeft een voor alle medewerkers bekend en toegankelijk protocol voor medische handelingen (wat te doen bij.?, ongelukjes, medicijnen verstrekken, uitvoering van medische handelingen). 6. EXTRA ONDERSTEUNING Alles wat boven de basisondersteuning uitgaat, is extra ondersteuning. In deze paragraaf beschrijven we de extra (specifieke) ondersteuningsmogelijkheden die de school kan bieden. We doen dat in de vorm van arrangementen die al dan niet structureel onderdeel uitmaken van het onderwijsaanbod van de school. Een arrangement bestaat altijd uit meerdere onderdelen, die, waar van toepassing, beschreven worden. 6a. Arrangement extra ondersteuning Zeer moeilijk opvoedbare kinderen (Cluster 4 ) Expertise: De school heeft ruime ervaring in het lesgeven aan en begeleiden van kinderen met gedragsmoeilijkheden (ASS, ADHD ed.). Het team heeft voldoende achtergrondkennis van diverse gedragsproblematieken en weet adequaat te handelen in de omgang met en begeleiding van deze kinderen. Aandacht en tijd: Kinderen werken binnen de groep, begeleid door een ervaren onderwijsassistent (daarin gecoacht en ondersteund door IB-er) op hun eigen tempo, rekening houdend met hun eigen beperkingen, aan hun individuele programma. Op bepaalde momenten wordt er gericht extra ondersteuning geboden buiten de groep, afgestemd op de aanpak binnen de groep. Protocollen, aanpakken en methodieken: Er wordt zorg op maat geboden. Wat is nodig voor welk kind? Wanneer kan leerling wel bepaalde doelen behalen? Wat is hier voor nodig? Per kind wordt dit bekeken, in samenwerking met AB-er, ouders, Jeugdzorg, etc. Soms zijn verregaande maatregelen nodig, zoals leerling eet bij IB-er; leerling komt door andere ingang binnen, leerling krijgt pauzeplan, etc. Fysieke omgeving: Er zijn twee lokalen (beide met de grootte van een half klaslokaal) beschikbaar. Een lokaal heeft de beschikking over een digibord en 2 computers; het andere lokaal heeft 1 computer ter 10

11 beschikking. Er is (spel)materiaal beschikbaar om deze leerlingen te begeleiden in hun soc. em. vorming. Bijv. Een doos vol gevoelens; SOVA4Kids; Het volle hoofdenboek; Handleiding voor jezelf; Mijn eigen plakboek; kinderkwaliteitenspel; EQ-babbelspel, etc. Verder worden gedragsmethodieken op maat (soms in samenwerking met hulpverleningsinstanties) toegepast. Er zijn veel concrete materialen aanwezig, die kunnen worden ingezet tijdens rekenlessen, etc. Samenwerking: Er is waar nodig sprake van een samenwerking met RCKJP, SBO Ede en de Donnerschool. Met diverse begeleiders en betrokkenen wordt waar nodig overleg gevoerd. Waar nodig en waar mogelijk wordt de begeleiding binnen de zorggroep afgestemd op de aanpak die gehanteerd wordt door externe organisaties. Er wordt bijv. aan dezelfde leerdoelen gewerkt 6b. Arrangement extra ondersteuning Leerlingen met spraak- en taalmoeilijkheden (Cluster 2) Expertise: De school heeft ruime ervaring in het lesgeven aan en begeleiden van kinderen met taal- en spraakstoornissen. De leerkrachten weten adequaat te handelen in de omgang met en begeleiding van deze kinderen. Aandacht en tijd: Kinderen werken binnen de groep, begeleid door een ervaren onderwijsassistent (daarin gecoacht en ondersteund door IB-er) op hun eigen tempo, rekening houdend met hun eigen beperkingen, aan hun individuele programma. Op bepaalde momenten wordt er gericht extra ondersteuning geboden buiten de groep, afgestemd op de aanpak binnen de groep. Protocollen, aanpakken en methodieken: zie Cluster 4 Fysieke omgeving: Er zijn twee lokalen (beide met de grootte van een half klaslokaal) beschikbaar. Er is (spel)materiaal beschikbaar om deze leerlingen te begeleiden in hun soc. em. vorming. zie Cluster 4 Samenwerking: Er wordt indien nodig samengewerkt met Kentalis, een instelling voor kinderen met cluster 2 problematiek. 6c. Arrangement extra ondersteuning Zeer moeilijk lerende kinderen (Cluster 3) Expertise: De school heeft ruime ervaring in het lesgeven aan en begeleiden van kinderen met een verstandelijke beperking. De leerkrachten weten adequaat te handelen in de omgang met en begeleiding van deze kinderen. Aandacht en tijd: Kinderen werken binnen de groep, begeleid door een ervaren onderwijsassistent (daarin gecoacht en ondersteund door IB-er) op hun eigen tempo, rekening houdend met hun eigen beperkingen, aan hun individuele programma. Op bepaalde momenten wordt er gericht extra ondersteuning geboden buiten de groep, afgestemd op de aanpak binnen de groep. Protocollen, aanpakken en methodieken: zie Cluster 4 Fysieke omgeving: Er zijn twee lokalen (beide met de grootte van een half klaslokaal) beschikbaar. Er is (spel)materiaal beschikbaar om deze leerlingen te begeleiden in hun soc. em. vorming. Zie Cluster 4 Samenwerking: Er wordt waar nodig samengewerkt met Rehobothschool in Ede. 6d. Arrangement extra ondersteuning Leerlingen met SBO-indicatie Expertise: De school heeft ruime ervaring en deskundigheid in huis op dit vlak. Al jaren achtereen krijgen op onze school kinderen les die een verwijzing naar het SBO op zak hebben. De onderwijsassistente en de IB-er/ groepsleerkracht zijn met name gespecialiseerd. Ze werken met eigen methodieken, gericht op de mogelijkheden van de leerling en werken structureel aan zijn/ haar ontwikkeling. Aandacht en tijd: Kinderen werken binnen de groep, begeleid door een ervaren onderwijsassistent (daarin gecoacht en ondersteund door IB-er) op hun eigen tempo, rekening houdend met hun eigen beperkingen, aan hun individuele programma. Op bepaalde momenten wordt er gericht extra ondersteuning geboden buiten de groep, afgestemd op de aanpak binnen de groep. Protocollen, aanpakken en methodieken: Zie aanpak Cluster 4. Cito toetsen voor speciale leerlingen Fysieke omgeving: Er zijn twee lokalen (beide met de grootte van een half klaslokaal) beschikbaar. Samenwerking: SBO Ede/ PCL/WSNS 6e. Arrangement extra ondersteuning Leerlingen met dyslexie Expertise: Er is binnen de school ervaring opgebouwd in het begeleiden van kinderen met dyslexie. Als er 11

12 geen sprake is van ernstige, enkelvoudige dyslexie, neemt IB-er dyslexieonderzoek (FIK-2) af, waarna overleg met KOC plaatsvindt. Als er sprake is van dyslexie verstrekt KOC een dyslexieverklaring. De school werkt volgens het dyslexieprotocol. Als er vermoeden is van ernstige, enkelvoudige dyslexie wordt het dossier opgestuurd naar Driestar-Educatief. De school werkt hierbij samen met de dyslexiebehandelaar en ouders. Aandacht en tijd: Begeleiding op maat, aanpassing en, waar nodig, psycho-educatie Protocollen, aanpakken en methodieken: veel individuele begeleiding en plaatsing in zorggroep Fysieke omgeving: Er zijn twee lokalen (beide met de grootte van een half klaslokaal) beschikbaar. Samenwerking: KOC/Driestar-educatief 7. CONCLUSIE EN AMBITIES Nadat directie en team de gegevens uit de hoofdstukken 3 t/m 6 geanalyseerd, gewogen en besproken hebben, zijn er conclusies getrokken. Deze conclusies hebben geleid tot gezamenlijke ambities voor de basisondersteuning en/of de extra ondersteuning. De daarvoor benodigde randvoorwaarden zijn in kaart gebracht (zie 7b2). Deze ambities zijn opgenomen in de geactualiseerde meerjarenplanning van de school (zie document meerjarenplanning). Basisondersteuning: (basiskwaliteit en preventieve- en licht curatieve zorg) 7a.1. Conclusies basisondersteuning: De basisondersteuning is over het geheel genomen in orde. Het is van belang om de zaken die in de afgelopen jaren gerealiseerd zijn nog verder te borgen in de standaardwerkwijze en de beschrijving van de huidige praktijk in zogenaamde borgingsdocumenten af te ronden. De daling van het leerlingaantal en de gevolgen die dat heeft voor de organisatie van het onderwijs (het vormen van combinatiegroepen en 6-7-8) heeft een omslag gevraagd in de zorg. Daarbij gaat het om een verschuiving van de zorg in de zorggroepen naar versterking van het handelen van de leerkrachten wat betreft het afstemmen op niveau en het realiseren van preventieve zorg binnen de groep. Het zwaartepunt van de zorg is binnen de groep komen te liggen. Tegelijkertijd is het streven om specifieke zorg buiten de groep te kunnen blijven geven. 7a.2. Ambities basisondersteuning: Verankeren werken met de plusleerlingen. Verdere versterking professionaliteit van de IB-er in het coachen van leerkrachten om de omslag in de zorg te kunnen ondersteunen. Een blijvende focus op het versterken van de zorgkracht van de leerkrachten (waarin de afgelopen twee jaar duidelijke stappen zijn gezet) binnen het reguliere handelen (EDI). Vaststellen van het protocol medische handelingen. Verdere actualisatie van het veiligheidsbeleid. Afronding van de omschrijving van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de IB-er. Extra ondersteuning 7b.1. Conclusies extra ondersteuning: De Petrus Dathenusschool toont zich als een open, gastvrije school die de discussie rond de onderwijszorg naar aanleiding van de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs graag aangaat. Alle aangegeven arrangementen bieden kansen om meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs te kunnen bieden, maar ook om de gewone leerlingen meer aan hun specifieke onderwijs-behoeften aangepast onderwijs te bieden. Onze conclusie is daarom dat de groeimogelijkheden op het algemene onderwijsconcept van de school perspectief bieden op een ontwikkeling naar een inclusieve zorgschool en/of op een versterking van het bestaande profiel. Het teruglopend leerlingenaantal en wijzigingen in de personeelssamenstelling noodzaken er ons wel toe om de zorgkracht van de school voortdurend te evalueren en waar nodig het ondersteuningsprofiel te actualiseren. 12

13 7b2. Ambities extra ondersteuning: Onze ambitie is het om bestaande werkwijzen nog verder te borgen in het systeem van de school. Nu zijn sommige aspecten nog afhankelijk van individuele personen, zoals bepaalde expertise of de uitvoering van bepaalde taken. Waar mogelijk willen we dit nog meer verankeren in de school, om zo ook voor de toekomst (menselijkerwijs) nog beter een blijvende kwaliteit te waarborgen. Deze ambitie telt zowel voor de basisondersteuning als ook voor de extra ondersteuning. Uiteraard wordt ons willen beperkt door de grenzen aan de ondersteuning op school. In alle gevallen moet de zorg goed zijn voor het kind, moet het haalbaar zijn voor de leerkrachten en mag het niet ten koste gaan van een goede voortgang van het onderwijs aan de andere kinderen uit de groep. Dit is een afweging die gedurende de zorgtrajecten steeds gemaakt zal worden. Aan de volgende zaken willen we in gericht gaan werken: Het verder borgen van het werken met de plusleerlingen. Tijdens het jaar waarin er twee keer drie groepen gecombineerd gaan worden (groep en groep 6-7-8), met gerichte inzet van een onderwijsassistente of een groepsleerkracht in die groepen, zullen we ons heroriënteren op de zorgkracht van de school. Als school streven we ernaar om een inclusieve school te zijn, maar zijn tegelijk zo reëel om tevreden te zijn met het versterken van het huidige profiel. Met een laag leerlingaantal is het een grote ambitie om zowel de basisondersteuning als de extra ondersteuning zoals hierboven beschreven verantwoord te kunnen blijven bieden. 13