Havens Yerseke. Reimerswaal. bestemmingsplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Havens Yerseke. Reimerswaal. bestemmingsplan"

Transcriptie

1

2

3 Havens Yerseke Reimerswaal bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO YeBPHavens-vg concept voorontwerp projectnummer: ontwerp vastgesteld opdrachtleider: ing. J.A. van Broekhoven

4

5 3 Inhoudsopgave Toelichting 7 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding en doel bestemmingsplan Ligging plangebied Overzicht van de vigerende bestemmingsregelingen Leeswijzer 11 Hoofdstuk 2 Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid Conclusie 20 Hoofdstuk 3 Bestaande situatie plangebied Bestaande situatie plangebied Begrenzing en ruimtelijke karakteristiek Bedrijvigheid en andere economische aspecten Verkeer en vervoer Wonen Ondergrondse infrastructuur Waterhuishouding Landschap, natuur en ecologie Sociale en maatschappelijke samenhang Leefbaarheid en veiligheid 26 Hoofdstuk 4 Visie op het plangebied Doelstelling Hoofdstructuur Bedrijven Wonen Verkeer Groen/natuur Water 31 Hoofdstuk 5 Milieu- en andere aspecten Archeologie en cultuurhistorie Milieuhinder Bodemkwaliteit Luchtkwaliteit Verkeer en vervoer 42

6 4 5.6 Afval Ecologie Externe veiligheid Waterparagraaf 46 Hoofdstuk 6 Juridische vormgeving Verbeelding en renvooi Regels Handhaving 56 Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid 59 Hoofdstuk 8 Maatschappelijke toetsing en kwaliteit Inleiding Inspraakreacties Overlegreacties Ambtelijke wijzigingen Vaststellingsprocedure 65 Bijlagen 67 Bijlage 1 Voortoets Jachthaven Yerseke 69 Bijlage 2 Toelichting Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" en "functiemenging" 71 Bijlage 3 Toelichting staat van horeca-activiteiten 73 Bijlage 4 Wateradvies 75 Bijlage 5 Waterbeleid 77 Regels 79 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 81 Artikel 1 Begrippen 81 Artikel 2 Wijze van meten 87 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 89 Artikel 3 Bedrijf - Haven 89 Artikel 4 Detailhandel 93 Artikel 5 Horeca 95 Artikel 6 Natuur 97 Artikel 7 Recreatie 99 Artikel 8 Verkeer 102 Artikel 9 Water - Deltawater 103 Artikel 10 Waterkering 104 Artikel 11 Waarde - Archeologie Artikel 12 Waarde - Archeologie Artikel 13 Waarde - Archeologie Artikel 14 Waarde - Archeologie Artikel 15 Waarde - Natura

7 5 Artikel 16 Waterstaat - Waterkering 118 Hoofdstuk 3 Algemene regels 119 Artikel 17 Anti-dubbeltelregel 119 Artikel 18 Algemene bouwregels 120 Artikel 19 Algemene aanduidingsregels 121 Artikel 20 Algemene wijzigingsregels 122 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 123 Artikel 21 Overgangsrecht 123 Artikel 22 Slotregel 124 Bijlagen bij de Regels 125 Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" 127 Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten 129

8 6

9

10

11 9 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel bestemmingsplan Het voorliggende bestemmingsplan Havens Yerseke is een nadere uitwerking van de ingezette actualiseringopgave van de gemeente en vormt het nieuwe juridisch-planologisch kader voor de Havens in de kern Yerseke in de gemeente Reimerswaal. Aanleidingen voor de actualisering zijn de volgende. Verouderde regeling. Uitbreiding ligplaatsen binnen Prinses Beatrixhaven (op termijn). Verouderde regeling Ten aanzien van het geldende bestemmingsplan voor de havens (zie ook hierna paragraaf 1.3) geldt het volgende. Er geldt 1 bestemmingsplan dat verschillende keren is herzien of gewijzigd. Het geldende bestemmingsplan voldoet niet meer aan actuele wetgeving, beleidsinzichten, gebruikerswensen en ontwikkelingen. In het verleden zijn diverse vrijstellingsprocedures gevoerd. Doorvertaling naar een actueel juridisch regime is gewenst. Wat betreft opzet en bestemmingsmethodiek (onder andere ten aanzien van begripsbepalingen, opzet en inhoud van regels en verbeelding) is sprake van verschillen met de huidige generatie bestemmingsplannen als gevolg van de verschillende tijdsperiodes waarin de bestemmingsplannen zijn opgesteld. Deze situatie sluit niet meer aan bij de huidige actuele beleidsinzichten en maatschappelijke behoeften en eisen. Actualisering is gewenst en nodig. Met actualisering van het geldende plan aan het actuele beleid en wensen worden de havens (beroepshaven en jachthaven) voorzien van een actuele en toegesneden regeling. Uitbreiding aantal ligplaatsen Op grond van een op termijn mogelijk verwachte terugloop van bedrijfsmatige activiteiten in de beroepshaven komt in de Prinses Beatrixhaven mogelijk enige ruimte beschikbaar voor een andere, recreatieve invulling. De gemeente heeft de wens met deze mogelijke ruimte het aantal ligplaatsen in de Prinses Beatrixhaven op termijn uit te breiden. Vooralsnog worden de beroepshavenactiviteiten in de Prinses Beatrixhaven gecontinueerd. Doel: geactualiseerd bestemmingsplannen conform Wro Uitgangspunt voor de actualisering is het opstellen van één consoliderend actueel bestemmingsplan voor de havens van Yerseke. Het bestemmingsplan is primair gericht op het regelen van de bestaande situatie. Ruimte wordt geboden voor ontwikkelingsmogelijkheden die voortvloeien uit actuele behoeften uit de markt. De geldende regeling wordt geüniformeerd en veralgemeniseerd. Daar waar uit ruimtelijk-planologisch oogpunt wenselijk en mogelijk, worden onder andere vergroot: 1. de toelaatbaarheid op basis van milieucategorieën;

12 10 2. vestigingsmogelijkheden; 3. bouwmogelijkheden (bebouwingspercentage en bouwhoogte); Voldaan moet worden aan de actuele wettelijke eisen inzake opbouw van de bestemmingsregeling en digitalisering, zodat het bestemmingsplan op internet raadpleegbaar is. Actualisering van de geldende juridisch-planologische regelingen sluit aan op het beleidsvoornemen om te komen tot een actueel juridisch-planologisch kader voor het gehele grondgebied van de gemeente met minder bestemmingsplannen en meer beleidsmatige, uitvoeringsgerichte en flexibele bestemmingsplannen. 1.2 Ligging plangebied Het plangebied omvat de Havens van Yerseke, gesitueerd aan de noordoostzijde van de kern. De begrenzingen van het plangebied zijn bepaald door: het dijklichaam / strekdammen langs de Oosterschelde; de Burenpolderweg langs de westgrens van het plangebied; de kop van de Oesterputten in het zuiden. Figuur 1.1. Ligging plangebied in de context 1.3 Overzicht van de vigerende bestemmingsregelingen Momenteel gelden voor de Havens Yerseke de volgende (overkoepelende) bestemmingsplan(nen).

13 11 plannaam vastgesteld goedgekeurd Havens Yerseke Havens Yerseke, 1e wijziging B&W Havens Yerseke 1H De gronden zijn in dit plan in overwegende mate bestemd voor: Havendoeleinden, met enkele subbestemming om dit gebruik nader te reguleren; Waterstaatsdoeleinden en Primaire waterkering ten behoeve van de dijken langs de Oosterschelde. 1.4 Leeswijzer De opzet van de toelichting van het plan is als volgt. In hoofdstuk 3 wordt kort de bestaande situatie van het plangebied beschreven. In hoofdstuk 4 wordt de visie op het plangebied beschreven. Achtereenvolgens wordt daarbij kort ingegaan op de huidige situatie en de ontwikkeling (beschrijving van het project). In hoofdstuk 5 zijn de resultaten vermeld van de milieu- en andere aspecten. Hoofdstuk 6 bevat de beschrijving van de juridische regeling. Hoofdstuk 7 beschrijft de economische uitvoerbaarheid. Hoofdstuk 8 gaat in op de maatschappelijke toetsing en kwaliteit van het plan. Ingegaan wordt op het maatschappelijk draagvlak en de procedure.

14 12

15 13 Hoofdstuk 2 Beleidskader 2.1 Rijksbeleid AMvB Ruimte en de SER-ladder AMvB Ruimte In dit besluit stelt het Rijk een aantal regels voor met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen, onder andere ten aanzien van de vestiging van bedrijven en de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen. SER-ladder Belangrijk uitgangspunt van de AMvB Ruimte is de toepassing van de zogenaamde SER-ladder. Het gaat om de voorkeursvolgorde van het (her)ontwikkelingen van bedrijventerreinen zoals die door de Sociaal Economische Raad (SER) wordt gehanteerd. Via de SER-ladder stimuleert het Rijk de herstructurering van oude bedrijventerreinen om de aanleg van nieuwe terreinen te verminderen. Hierbij speelt het bevorderen van een zorgvuldig(er) ruimtegebruik een belangrijke rol. Daarbij worden drie sporen gevolgd. 1. Voorkomen dat bedrijven wegtrekken omdat het terrein niet meer representatief is. Uit onderzoek blijkt dat de uitstraling van het terrein in de top 3 van verhuismotieven staat. De openbare ruimte dient representatief te zijn en voorkomen dient te worden dat er ongewenste functies op bedrijventerreinen voorkomen. 2. De gemeenten bemiddelen actief bij herinvulling bestaande bedrijfsgebouwen. Zij wijzen ondernemers met een ruimtebehoefte op daarvoor geschikte leegstaande bedrijfsgebouwen. Bij incourante panden en percelen is invulling vaak moeilijk. Waar mogelijk kopen gemeenten extensief gebruikte kavels op en geven deze (eventueel na sanering) opnieuw uit. 3. Begeleiding van bedrijven. Een belangrijk deel van de ruimtevraag in een gemeente wordt veroorzaakt door de reeds gevestigde bedrijven die meer ruimte nodig hebben als gevolg van groei in de productie of veranderde bedrijfsactiviteiten. Als een ondernemer zich meldt met een verzoek om uitbreidingsruimte wordt een inventarisatie gemaakt van de ruimtebehoefte in drie stappen: a. welke intensiveringmogelijkheden zijn er op de huidige, bestaande, locatie? b. is elders een bedrijfspand te koop dat geschikt is? Dit vereist afstemming met de buurgemeenten; c. als stap a en b geen resultaten opleveren, is er een geschikt perceel beschikbaar voor nieuwbouw? Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) Analyse In de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren. En op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Provincies en gemeentes krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening.

16 14 De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota's zoals: de Nota Ruimte; de Structuurvisie Randstad 2040; de Nota Mobiliteit; de Mobiliteits Aanpak; de structuurvisie voor de Snelwegomgeving; de agenda Landschap; de agenda Vitaal Platteland; Pieken in de Delta. Toetsing De juridische regeling voor Havens Yerseke wordt met het voorliggende bestemmingsplan geactualiseerd. Er zijn geen ontwikkelingen die van belang zijn op rijksniveau. Het SVIR vormt geen belemmering. Voor zover de waterkering is betrokken, wordt hieraan een passende bestemming toegekend. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) Analyse Vraaggericht programmeren en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en marktpartijen is nodig om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie en krimpregio's leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden benut en overprogrammering te worden voorkomen. In het Besluit ruimtelijke ordening is opgenomen dat voor stedelijke ontwikkelingen een onderbouwing in het bestemmingsplan noodzakelijk is (ook wel: de ladder voor duurzame verstedelijking). Deze onderbouwing bestaat uit de volgende onderdelen: a. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte; b. indien blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, dan wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins; c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. Toetsing Er is sprake van een te actualiseren bestemmingsplan voor een havengebied met bedrijven en recreatieve voorzieningen (jachthaven). De actuele bestaande situatie wordt opnieuw vastgelegd. Op termijn is mogelijk een verschuiving van een deel van de haven naar meer recreatieve functies mogelijk, aansluitend op het reeds als jachthaven in gebruik zijnde deel. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het aantal ligplaatsen te laten toenemen. In dat kader wordt in de procedure een nadere motivering gegeven hoe groot die behoefte is. In elk geval wordt geen nieuw stedelijk gebied ontwikkeld. Derhalve wordt geconcludeerd dat sprake is van een zuinig en zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik. Conclusie Het Bro staat actualisering, inclusief het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor het uitbreiden van het aantal ligplaatsen, niet in de weg.

17 Provinciaal beleid Omgevingsplan Zeeland Voor een krachtig Zeeland zijn economische groei, ontwikkeling en innovatie nodig. De Provincie Zeeland draagt daar als regionaal bestuur met eigen taken en verantwoordelijkheden actief aan bij. De Provincie zet in op een sterke economie, een goed woon- en werkklimaat en kwaliteit van water en landelijk gebied. In het Omgevingsplan beschrijft de Provincie wat zij de komende jaren zal doen om Zeeland op deze punten vooruit te helpen. De provincie wil de kernkwaliteiten van Zeeland verder benutten, (h)erkennen en versterken. Het karakter van verschillende delen van Zeeland, met sterke, beeldbepalende economische sectoren en eigenheid van de omgeving, is daarvoor de basis. De provincie onderscheid drie deelgebieden: Produceren op Land aan Zee; Beleven van Land en Zee; Bloeien op Land en in Zee. Toetsing Het voorliggend bestemmingsplan is in hoofdzaak consoliderend van aard. Voor Reimerswaal is het thema 'Bloeien op Land en in Zee' van belang. Kernwoorden daarbij zijn: Agro-rood. Aqua-rood. Streekproducten 2.0. Beleven cultuurhistorie. Bedrijventerreinen Ten aanzien van bedrijventerreinen gelden de volgende beleidsuitgangspunten. Doelstelling en inzet provincie Voor de steden en regio's is het kunnen aanbieden van voldoende aanbod van kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen van groot belang. De provincie Zeeland bevordert optimale afstemming van vraag en aanbod van bedrijventerreinen, herstructurering van bestaande terreinen, zorgvuldig ruimtegebruik, landschappelijke inpassing en goede bereikbaarheid. Hiervoor wordt de duurzaamheidsladder gehanteerd. Regionale samenwerking Omdat de bedrijventerreinenmarkt regionaal georiënteerd is, werken gemeenten in regionaal verband samen en stemmen zij hun bedrijventerreinbeleid af in bedrijventerreinprogramma's. Omwille van een zorgvuldige planning verlangt de Provincie een consequente toepassing van de duurzaamheidsladder. Concentratie en bundeling van bedrijven Het is zowel ruimtelijk als economisch van belang dat bedrijvigheid geconcentreerd en gebundeld wordt ontwikkeld. Bedrijvigheid wordt daarom zoveel mogelijk geclusterd op bedrijventerreinen, met de nadruk op ontwikkeling van de grootschalige terreinen (80% van de toename van het areaal per regio vindt hier plaats). Om investeringen in infrastructuur optimaal te kunnen benutten en overlast te voorkomen moet worden aangesloten bij het kwaliteitsnetwerk goederenvervoer. Kwaliteitsimpuls voor bedrijventerreinen Om de kwaliteit van bedrijventerreinen zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij wensen en kansen uit de markt is aandacht voor beheer, bereikbaarheid, marktconforme grondprijzen en de aanpak van verouderde terreinen nodig. De provincie dringt er bij gemeenten op aan om

18 16 duurzaam beheer en onderhoud bij nieuwe terreinen te borgen en ondersteunt herstructurering en transformatie van verouderde terreinen. Overige: Haventerreinen en industrie Voor de Zeeuwse economie zijn haventerreinen en industrie belangrijk. De provincie zet in op duurzame toekomstbestendige ontwikkelingen door onder andere: de ontwikkeling van een biobased economy; De provincie zet in op gebruik van groene grondstoffen, verduurzaming en sluiten van kringlopen; inzet op een verbeterspoor van bedrijven; gestreefd wordt naar groei van bedrijven met behoud van milieukwaliteit door toepassing kaders wet en regelgeving. een passend ruimtelijk spoor; de provincie zet in op een concentratie van agribusinessbedrijven op Smokkelhoek en Nishoek. Hiermee wordt invulling gegeven aan kaders die vanuit de duurzaamheidsladder gelden. goede toegankelijkheid en achterland verbindingen; er wordt ruimte gereserveerd voor een spoorverbinding naar Antwerpen. De havens Yerseke zijn niet specifiek aangeduid als bedrijventerrein. Het gebruik is tweeledig: Havengerelateerde bedrijvigheid (visserij en bedrijventerrein Dregweg). Recreatief (jachthaven). In de Koningin Julianahaven is een scheepswerf gesitueerd. Rond dit bedrijf is een geluidszone vastgesteld. Waterrecreatie Ten aanzien van de waterrecreatie geldt het volgende. Doelstelling Zeeland biedt een hoogwaardig waterrecreatieproduct dat aansluit op de huidige en toekomstige marktontwikkelingen. Inzet Provincie De provincie Streeft naar het optimaal benutten van de (economische) potentie van de Zeeuwse Delta voor de watergebonden recreatie in combinatie met behoud van natuurwaarden, nautische veiligheid, zorgvuldig ruimtegebruik en de omgevingskwaliteiten. Ook streeft de Provincie naar kwaliteitsverbetering in de waterrecreatie. Jachthavens De provincie faciliteert de groei van het aantal ligplaatsen in de Zeeuwse wateren en de bijbehorende voorzieningen, met het oog op kwaliteitsverbetering. De provincie geeft op Kaart 3 - Recreatie met de hotspots aan waar jachthavenontwikkeling economisch het meest wenselijk en kansrijk wordt geacht. Yerseke is daarbij aangewezen als een hotspot. Criteria zijn onder andere economische potentie, mogelijke invloed op nautische veiligheid, bereikbaarheid via bestaande infrastructuur en landschap. De locaties zijn in de milieueffectrapportage (m.e.r.) voor het Omgevingsplan globaal beoordeeld op mogelijke effecten op de aanwezige natuurwaarden. Toetsing Algemeen gelden bij nieuwe ontwikkelingen de volgende aandachtspunten en voorwaarden: uitbreiding van ligplaatsen is, bij voorkeur, mogelijk bij het vervallen van de bestaande functie van een haven: bijvoorbeeld visserijhaven of handelshaven bij nieuwe jachthavens wordt gestreefd naar productdifferentiatie, bijvoorbeeld een

19 17 voorbeeldproject voor de duurzame jachthaven van de toekomst algemeen geldend is dat bij nieuwe ontwikkelingsruimte tevens een investering in de omgevingskwaliteit wordt verwacht bij ontwikkelingen moet worden voldaan aan randvoorwaarden die gelden vanuit veiligheid en milieu. ingezet wordt op hoge kwaliteit bij het realiseren van nieuwe ontwikkelingen (voorzieningenniveau, bereikbaarheid, ligplaatsen en dergelijke. De beoogde actualisering en de mogelijke uitbreiding van het aantal ligplaatsen bij het veranderend grondgebruik in verband met de mogelijke afname van het bedrijfsmatige gebruik van de Prinses Beatrixhaven is passend binnen de geldende beleidskaders van het Omgevingsplan. De gemeente neemt voor de uitbreiding van het aantal ligplaatsen een wijzigingsbevoegdheid op. In deze wijzigingsbevoegdheid zijn randvoorwaarden overeenkomstig het actuele ruimtelijke beleidskader opgenomen. Een uitgebreide toetsing naar de uitbreiding van het aantal ligplaatsen is pas noodzakelijk op het moment dat de wijzigingsbevoegdheid zal worden geëffectueerd. Ruimtelijke Verordening Zeeland (PRVZ, 2012) Van belang is dat sprake is van een actualisering. Er wordt geen nieuw bedrijventerreinareaal aangelegd. Van belang zijn de artikelen 2.1, 2.2 en 2.5. Uitgangspunt van de verordening is dat bestaande juridisch-planologische rechten worden gerespecteerd. Toetsing Slechts een select aantal onderdelen uit het Omgevingsplan is geregeld in de verordening. Van gemeenten wordt een loyale bijdrage verwacht aan de uitvoering van de beleidsdoelen van het plan, ook ten aanzien van die onderdelen van het plan die niet in de verordening zijn opgenomen. Verder streeft de provincie naar realisering van beleidsdoelen met de inzet van andere instrumenten. Daartoe wordt verwezen naar de inhoud van het Omgevingsplan. Algemene regels voor duurzame verstedelijking (artikel 2.1) Binnen havens Yerseke worden niet direct nieuwe functies toegelaten; op termijn wordt binnen de haven wel een functieverandering door middel van een wijzigingsbevoegdheid mogelijk geacht. De behoefte hiervan wordt op dat moment in het wijzigingsplan onderbouwd. Bedrijven en detailhandelsvoorzieningen (artikel 2.2) In een bestemmingsplan worden bedrijven uitsluitend toegelaten op gronden die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening daartoe zijn bestemd alsmede op bedrijventerreinen. Havens Yerseke is een gebied dat thans tot bedrijfsmatige activiteiten is bestemd en voldoet daarmee aan de verordening. Er is geen sprake van uitbreiding of afronding. Een uitgebreide verantwoording, zoals bedoeld in lid 3 onder a en b is derhalve niet aan de orde. In het bestemmingsplan zijn nieuwe grootschalige zelfstandige kantoren op basis van het 6 e lid niet toegestaan. Overigens zijn deze ook in de huidige regeling niet toegestaan. Op basis van lid 8 en 9 is detailhandel primair toegestaan in bestaande kernwinkelgebieden. Detailhandel in volumineuze en gevaarlijke goederen is daarvan uitgesloten. In een bestemmingsplan kunnen nieuwe detailhandelsvoorzieningen in doelgerichte, laagfrequente aankopen en nieuwe grootschalige detailhandelsvoorzieningen, behoudens vestiging in bestaande kernwinkelgebieden, tevens worden toegelaten binnen de bestaande en als zodanig op kaart 2, behorende bij deze verordening, aangegeven locaties. Havens Yerseke heeft geen dergelijke aanduiding. Dergelijke voorzieningen zijn ook niet voorgestaan.

20 18 Recreatie (artikel 2.5) Dit artikel in de verordening gaat over verblijfsrecreatieterreinen. Ter plaatse is uitsluitend een jachthaven aanwezig. Hierover worden in de verordening - buiten de reguliere voorwaarden voor duurzame verstedelijking - geen specifieke voorwaarden gesteld. Conclusie Geconcludeerd wordt dat de voorgenomen actualisering van de regeling binnen de Ruimtelijke Verordening Zeeland past. Uitbreiding van het aantal ligplaatsen binnen de bestaande Prinses Beatrixhaven, in geval de bedrijfsmatige functie van de haven afneemt of kom te vervallen past binnen het streven naar duurzaam ruimtegebruik en het optimaal inzetten van de beschikbare ruimte voor (her)ontwikkeling. 2.3 Regionaal beleid Regiovisie De Bevelanden De samenwerking tussen de gemeenten Noord-Beveland, Goes, Kapelle en Reimerswaal en Borsele is in 2000 gestart in de vorm van het Bestuurlijk Platform de Bevelanden. Door middel van het opstellen van thematische visies op wonen, werken en recreatie vindt regionale afstemming plaats. De regio kenmerkt zich door een relatief hoge (economische) dynamiek met een groot aantal dorpen en een duidelijk regionaal centrum: Goes. De Bevelanden werkt (2004) De vijf gemeenten in de Bevelanden functioneren als regio en willen verdere invulling geven aan intergemeentelijke samenwerking. In dat kader is de regiovisie 'De Bevelanden' opgesteld (vastgesteld in 2004). De notitie 'De Bevelanden werkt' bevat uitwerkingen voor ondermeer bedrijventerreinen. Volgens deze visie is de belangrijkste doelstelling bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen: "het scheppen van voorwaarden en het bieden van ruimte voor economische ontwikkelingspotenties in de regio, gericht op versterking van de werkgelegenheid en omzet". De beleidsuitgangspunten zijn verder uitgewerkt in het provinciaal beleid en in het Regionaal Bedrijventerreinprogramma. Aangezien in het voorliggend bestemmingsplan geen nieuw bedrijventerrein is voorzien, wordt verder niet ingegaan op het regionaal Bedrijventerreinprogramma. Verouderde terreinen in de regio komen in verband met hun ligging, in aanmerking voor transformatie naar andere functies, waaronder wonen. Ook dit aspect is niet aan de orde en vraagt geen nadere uitwerking in dit te actualiseren bestemmingsplan. De Bevelanden recreëert Yerseke heeft met de aldaar aanwezige schaal- en schelpdiercultuur een unieke toeristisch-recreatieve potentie. Yerseke vormt een uitgelezen startpunt voor een verkenning van het Nationaal Park de Oosterschelde en de nabijgelegen Yerseke Moer. De authentieke oesterputten vormen de belangrijkste attractie en de Mosseldag is een jaarlijks terugkerend hoogtepunt. Opvallend is verder de aanwezigheid van een aantal kwalitatief hoogstaande eetgelegenheden. Een verdere uitbouw tot een toeristisch-recreatieve concentratie behoort tot de mogelijkheden.

21 19 Langs de Oosterschelde en het Veerse Meer concentreert zich een groot deel van de toeristisch-recreatieve voorzieningen in de Bevelanden. Het gaat hierbij vooral om kampeervormen, vakantieparken, jachthavens, waterrecreatie en natuurrecreatie. Er is sprake van een ruim aanbod, waarbij de kwaliteit in een aantal gevallen voor verbetering vatbaar is. De strategie is erop gericht de samenhang tussen de diverse voorzieningen te versterken. Verder wordt getracht water en achterland meer met elkaar in verband te brengen. 2.4 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Kernen en bedrijventerreinen (2012) Beleidskader Bedrijven Geen enkel bedrijventerrein binnen de gemeente heeft een aansluiting op het spoor of op het water. Alleen in Hansweert en Yerseke vindt overslag van goederen plaats via (niet-openbare) loswallen. Hierdoor is er slechts in beperkte mate sprake van inter-modaliteit. In het beleid wordt ingezet op het verbeteren van de inter-modaliteit tussen land en water door de aanleg van een nieuwe loswal aan de oostzijde van het kanaal door Zuid-Beveland en het behoud van de bestaande voorzieningen. Recreatie Yerseke heeft een grote toeristische waarde: oesterputten (schelpdier)visserij en jachthaven. Het gemeentelijke beleid is erop gericht de toeristische infrastructuur op het gebied van verblijfsrecreatie te concentreren in Yerseke. Yerseke heeft de beste kansen en randvoorwaarden voor zo'n concentratie. Om de recreatie en het toerisme te versterken is het beleid gericht op het volgende. De ontwikkeling van de 'Oesterboulevard Yerseke' langs de oesterputten aan de Havendijk. Het procesmatig ondersteuning geven bij de planvorming betreffende het beter beleefbaar maken van de oesterputten. Beleidsmatig faciliteren van de verdere ontwikkeling van het toeristische product in Yerseke. Toetsing Het plangebied betreft een bestaand bebouwd gebied met (visserij)havenactiviteiten en recreatie. De structuurvisie zet in op het behoud en de versterking van deze voorzieningen. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen en betreft een actualisering van de geldende regeling. Instandhouding van deze voorzieningen past binnen het beleidskader van de structuurvisie. Conclusie Het voorliggende bestemmingsplan draagt bij aan de doelen van de structuurvisie Kernen door aandacht voor havenactiviteiten en recreatie in Yerseke. Missie, visie en strategie Analyse De missie geeft aan waar de gemeente voor staat en voor gaat. De missie geeft voor burgers, bestuur en ambtenaren de ontwikkelingsrichting van de gemeente aan. De ambitie voor de langere termijn is vastgelegd. De strategie heeft een looptijd van 3 tot 10 jaar. Er zijn drie kernthema's voor de ontwikkelingsrichting geformuleerd. Inspelen op de ligging, waarbij rekening wordt gehouden met rust en ruimte en de goede verbindingen met het achterland. Inspelen op de markt, waarbij ingespeeld wordt op de economische motoren van de gemeente: agrarische productie en schaal- en schelpdieren en de unieke ligging en

22 20 betekenis daarvan voor wonen en vrije tijd. Versterken van de identiteit. Behouden en versterking van de eigen karakters van de verschillende dorpen. De Kernthema's zijn uitgewerkt in een visie en strategie voor wonen, werken en welzijn. Relevant is het thema werken. Er worden geen uitspraken gedaan over recreatie. Werken Uitgangspunt is de ruimtebehoefte van bestaande bedrijven blijvend te faciliteren. Mogelijk is het nodig dat bedrijven aan randen van kernen worden verplaatst. In stand houden van voorzieningenniveau (detailhandel) in de kern wordt voor basisvoorzieningen nagestreefd. Marktpartijen worden daarvoor bijeengebracht. De gemeente ontwikkelt zelf niet, maar faciliteert en voert de regie. Toetsing en conclusie Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de actualisering van de geldende juridisch-planologische regeling. Het gebruik van de huidige voorzieningen wordt daarbij bestendigd. Actualisatie past daarmee binnen de randvoorwaarden van de Missie visie strategie. 2.5 Conclusie Bedrijvigheid en voorzieningen Ingezet wordt op een duurzaam bedrijfsklimaat en voorzieningenniveau. Afspraken (op regionaal niveau) worden nagestreefd en bieden een goed toetsingskader voor ontwikkelingen passend binnen het juridisch kader en voor eventuele afwijkingen.

23 21 Hoofdstuk 3 Bestaande situatie plangebied 3.1 Bestaande situatie plangebied In dit hoofdstuk wordt de bestaande situatie beschreven. In de beschrijving wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: begrenzing en ruimtelijke karakteristiek van het plangebied; bedrijvigheid en andere economische aspecten (karakterisering centrum, bedrijvigheid, voorzieningen); verkeer en vervoer; wonen; onder- en bovengrondse infrastructuur; waterhuishouding; landschap, natuur en ecologie. 3.2 Begrenzing en ruimtelijke karakteristiek Begrenzing Het plangebied omvat: de Koningin Julianahaven; de Prinses Beatrixhaven; de Prins Willem Alexanderhaven.

24 22 Figuur 3.1. Globale begrenzing plangebied Ruimtelijke karakteristiek. Het plangebied ligt ten (noord)oosten van de kern Yerseke. Koningin Julianahaven De koningin Julianahaven laat zich als volgt beschrijven. De koningin Julianahaven wordt gebruikt als haven voor de (schelp)diervisserij. In het noordelijk deel van dit deelgebied bevindt zich een pompstation voor de inlaat van vers zeewater voor de schaal- en schelpdier verwerkende industrie in Yerseke. Dit pompstation pompt vers zeewater vanuit de Oosterschelde naar de bedrijven in de Oesterputten, Korringaweg en Olzendepolder. Op het parkeerterrein aan de noordzijde is een zendontvangstinstallatie gerealiseerd. De antennemast heeft een bouwhoogte van circa 40 meter. Op het bedrijventerrein aan de Dregweg bevindt zich relatief zware bedrijvigheid: 1. een scheepswerf; 2. een machinefabriek. De bebouwing is vrij fors (circa 16 meter). De scheepswerf en de machinefabriek zijn geluidhinderlijke inrichtingen volgens de Wet geluidhinder. Als gevolg hiervan ligt over een deel van het plangebied een geluidzone. Zie ook De scheepswerf beschikt ook over een dok. Er is tevens een kantoor van de het productschap voor Vis en de Rijksdienst voor Keuring vee en vlees op het bedrijventerrein gesitueerd. In het havenbekken zijn naast ruimte voor manoeuvreren en vaarwegen ook ligplaatsen voor de beroepsvaart (met name (schelpdier)visserij) aanwezig. Langs de Meerpaalweg bevindt zich een kraaninstallatie voor laad- en losactiviteiten. De gronden langs de randen van de haven zijn voorts in gebruik als parkeer- en

25 23 verkeersruimte. Er is aan de Meerpaalweg en Anker ook een havenontvangstinstallatie gesitueerd (opslagloodsen en voorzieningen voor inzamelen van scheepsafval). Prinses Beatrixhaven De Prinses Beatrixhaven is gesitueerd tussen de Julianahaven en de Prins Willem Alexanderhaven. Deze haven kent een gemêleerd gebruik: 1. het noordelijk deel wordt vooral aangewend voor de beroepsvaart. Hier bevinden zich zowel aanmeerplaatsen voor beroepsvaart als de pleziervaart. 2. het zuidelijk deel wordt uitsluitend aangewend door de pleziervaart. Er zijn diverse aanlegsteigers aanwezig. Langs de waterkering (Meerpaalweg 20) is in 2005 een vaste detailhandelsvoorziening gerealiseerd door middel van een procedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke ordening. Het betreft een loods waar scheepsbenodigdheden worden verkocht. De gronden langs de randen van de haven zijn voorts in gebruik als parkeer- en verkeersruimte. Prins Willem Alexanderhaven De prins Willem Alexanderhaven is de meest zuidelijke haven binnen het plangebied. Het gebruik in de haven is uitsluitend recreatief. Op de strekdam tussen de Prins Willem Alexanderhaven en de Prinses Beatrixhaven zijn gevestigd; 1. een kantoor van de havenmeester; 2. enkele sanitaire voorzieningen; 3. een horecavoorziening (Meerpaalweg 30); 4. een clubgebouw van de watersportvereniging. In het zuiden grenst het plangebied aan de Oesterputten. Direct aangrenzend aan het plangebied bevindt zich een horeca-etablissement. Een uitbreiding daarvan ligt binnen de plancontour van dit plan. De gronden zijn voorts in gebruik als parkeer- en verkeersruimte. Aan de Havendijk 36 is op de oesterputten een horeca en detailhandelsvestiging gesitueerd. Dit bedrijf mag een uitbreiding realiseren, waarmee invulling wordt gegeven aan het beleid het toeristisch product van de kern Yerseke te versterken. De uitbreiding is middels omgevingsvergunning juridisch-planologisch geregeld en wordt nu in het voorliggende bestemmingsplan bevestigd. 3.3 Bedrijvigheid en andere economische aspecten Bedrijvigheid Ten aanzien van bedrijvigheid wordt het volgende opgemerkt. In het plangebied is voornamelijk bedrijvigheid gerelateerd aan de beroepsvaart en de visserij aanwezig. Het aantal bedrijfsvestigingen is beperkt. Bedrijvigheid die in het plangebied gesitueerd is, is relatief zwaar. In de navolgende tabel is een overzicht van de in het plangebied aanwezige bedrijvigheid weergegeven. Inschaling binnen de milieucategorie is beschreven in paragraaf Adres Dregweg 2 Dregweg 4 Dregweg 6 Aard van het bedrijf Productschap Vis (kantoor en veiling) Rijksdienst voor Keuring vee en vlees (RVV) Scheepswerf

26 24 Dregweg 10 Ankerweg Meerpaalweg Meerpaalweg Machinefabriek Diverse boxen voor opslag Diverse boxen voor opslag Havenontvangstinstallatie Detailhandel In het plangebied vindt beperkt detailhandel plaats (Meerpaalweg 20). Het betreft een detailhandelsvoorziening waar scheepvaartbenodigdheden worden verkocht. Overigens is verder geen detailhandel aanwezig. Horeca In het plangebied is horeca aanwezig. Meerpaalweg 30. Dit betreft een brasserie. Havendijk 36. Dit betreft een visrestaurant. Inschaling van de horecabedrijven heeft plaatsgevonden in paragraaf Jachthaven Het havenbekken van de Prinses Beatrixhaven en de Prins Willem Alexanderhaven is recreatief in gebruik. Er zijn 312 ligplaatsen. Inschaling binnen de milieucategorie is beschreven in paragraaf Adres Aard van het bedrijf Prinses Beatrixhaven / Jachthaven met diverse voorzieningen Prins Willem Alexanderhaven 3.4 Verkeer en vervoer Auto-ontsluiting De auto-ontsluiting van het gebied vindt op de volgende wijze plaats. Vanuit het zuiden via de route N673 (Molendijk, Havendijk, Burenpolderweg). Vanuit het noorden vindt de ontsluiting plaats via de route N670 - Dam Burenpolderweg. Via de Burenpolderweg wordt het plangebied aan de noordzijde 'ingeprikt' via de Ankerweg en de Bakenweg. Aan de zuidzijde van het plangebied zijn eveneens aansluitingen aanwezig: ter hoogte van de Van Klinkenbergstraat (Kettingweg); ter hoogte van de kruising Groeninx van Zoelenstraat, Burenpolderweg en Havendijk (Kettingweg). Voor autoverkeer is sprake van een doelmatige en efficiënte ontsluiting, waarbij met name de noordelijke ontsluitingsroute weinig door bebouwd gebied voert. Openbaar Vervoer De dichtstbijzijnde haltes voor het openbaar vervoer bevinden zich aan: de Dam; de Damstraat; Hier halteren verschillende lijnbussen met bestemming Goes en Kruiningen. Dit is vanuit het plangebied minimaal 500 meter lopen. Voor bushaltes bedraagt de maximale loopafstand circa 450 meter. Het plangebied is derhalve matig bereikbaar voor openbaar vervoer.

27 Wonen In het plangebied zijn geen reguliere woningen aanwezig. Voorts zijn geen bedrijfswoningen aanwezig. 3.6 Ondergrondse infrastructuur Ten aanzien van de ondergrondse infrastructuur worden de volgende bevindingen gedaan. Er zijn geen planologisch relevante ondergrondse infrastructuren aanwezig. In het noordelijk deel van het plangebied is een pompstation gesitueerd. Met dit pompstation wordt vers zeewater wordt aangevoerd voor de aquabusinessbedrijven op het bedrijventerrein Oesterputten en het verder naar het zuiden gelegen bedrijventerrein Olzendepolder. Een verswaterleiding. Dit is een drie kilometer lange pijplijn, die vers zeewater uit een diep gedeelte van de Oosterschelde haalt. Met dit water worden de verwatercontainers van de schaal- en schelpdierverwerkende bedrijven gevuld. Via een distributienet beschikken alle schaal- en schelpdierverwerkende bedrijven op deze wijze over schoon zeewater voor hun spoelproces. De kwaliteit van het water wordt streng gecontroleerd. De verswaterleiding heeft geen juridisch-planologische relevantie. Binnen het plan Havens Yerseke zijn behoudens het pompstation geen functies gesitueerd die gebruik maken van de verswaterleiding. 3.7 Waterhuishouding De afwatering in het gebied vindt plaats via de vrijverval- of drukriolering. Afwatering vindt tevens plaats via het oppervlaktewater: dat is in de vorm van het Oosterschelde estuarium overal aanwezig. Op het bedrijventerrein en de kaden is een gemengd rioleringsstelsel en een drukriolering aanwezig. Stedelijk afvalwater wordt door middel van het vrijverval rioleringsstelsel van Yerseke getransporteerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Waarde. Langs de westgrens van het plangebied ligt de primaire waterkering langs de Oosterschelde. De keurzonering (waterstaatswerk en beschermingszone) ligt deels in het plangebied. Het plangebied is buitendijks gelegen. 3.8 Landschap, natuur en ecologie Landschap Het plangebied ligt in bestaand stedelijk gebied: woonbebouwing in de kern bevindt zich ten zuidwesten en ten zuiden van de locatie; een recreatiegebied (Kijkuit) ligt ten noordwesten van het gebied. ten noorden en ten oosten ligt de Oosterschelde. Er is nauwelijks sprake van beplanting. Een herkenbare interne groenstructuur is op het bedrijventerrein niet aanwezig. Langs de randen is er beperkte inpassing van de havens en het bedrijventerrein Dregweg door de waterkering en strekdammen langs de Oosterschelde. Natuur en ecologie In het plangebied zijn geen wezenlijke specifieke natuur- en/of landschapswaarden aanwezig. Er is sprake van een intensief benut haven en jachthavencomplex en bedrijventerrein.

28 26 Langs de teen van de dijk bevindt zich het Oosterschelde-estuarium (buitenzijde plangebied aan de oostzijde). Het Oosterschelde-estuarium is door de planbegrenzing van Havens Yerseke zeer beperkt binnen het plangebied gelegen. Deze natuurwaarden en landschapswaarden, primair vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied, worden evenwel ook in dit bestemmingsplan Havens Yerseke bevestigd door een passende juridisch-planologische regeling, overeenkomstig het bestemmingsplan Buitengebied. 3.9 Sociale en maatschappelijke samenhang Algemeen Leefbaarheid laat zich definiëren als: het wonen en werken in een prettige en veilige omgeving. Goed toegankelijke en bereikbare diensten en voorzieningen en een veilige, toegankelijke openbare ruimte bepalen de sociale en maatschappelijke samenhang en een goede leefomgeving. Om de leefbare omgeving zodanig te maken dat het de sociale samenhang bevordert, kent dit beleidsterrein twee belangrijke uitgangspunten. Ten eerste ontstaat het bevorderen van de sociale samenhang en de leefbaarheid niet alleen door de inzet van de door de gemeente gefinancierde professionele organisaties. Ook en met name gaat het om de inzet van de gebruikers zelf. Een leefbare omgeving heeft geen vast format maar wordt bepaald door de gebruikers. De gemeente werkt samen met de gebruikers aan uitwerking van dit beleidsterrein om ervoor te zorgen dat de voorzieningen optimaal aansluiten bij de wensen en behoeften van de gebruikers. Ten tweede wordt de sociale samenhang bevorderd door het hanteren van het principe oplossingen voor leefbaarheid voor iedereen. Uitgangspunt is oplossingen te kiezen die niet voor specifieke doelgroepen maar voor iedereen bruikbaar zijn. Dit zorgt er tevens voor dat mensen meer de mogelijkheid krijgen om direct of meer op afstand elkaar tegen te komen en/of elkaar te ontmoeten. Havens Yerseke Netwerk: wensen en ontwikkelingen De gemeentelijke vertegenwoordigers hebben een adequaat netwerk met het bedrijfsleven. In dat kader worden veelvuldig wensen en nieuwe ontwikkelingen/behoeften gesignaleerd. In diverse kaders wordt vanuit de gemeente ingespeeld om faciliterend te zijn voor het bedrijfsen verenigingsleven. Dit resulteert in een actualisering van het voorliggende bestemmingsplan, waarin nadrukkelijk op nieuwe 'vragen vanuit de markt' wordt gereageerd. Recente, planologisch mogelijk gemaakte ontwikkelingen en afwijkingen zijn daarin betrokken. Toekomst De gemeente zet zich in de basiskwaliteit van het gebied te behouden, waarmee het gebied voor Yerseke zijn waarde voor het bedrijfsleven en het toerisme behoud. De gemeente zet in op het toepassen van de SER-ladder (zie paragraaf 2.1) Leefbaarheid en veiligheid Externe veiligheid De toetsing van het project aan BEVI en externe veiligheid wordt in hoofdstuk 5 in beeld gebracht (zie paragraaf 5.8). Fysieke veiligheid In het plangebied zijn thans geen fysiek onveilige bedrijven gevestigd (zie ook hoofdstuk 5.8).

29 27 Sociale veiligheid De leefbaarheid en sociale veiligheid in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de volgende aspecten. De aanwezigheid van woningen in de kern Yerseke, direct grenzend aan de westelijke rand van het plangebied. Een deel van de haven is 24 uur per dag in gebruik Hierdoor zijn voortdurend mensen aanwezig en is geen sprake van een verlaten gebied. In de jachthaven verblijven - zeker in het zomerseizoen - mensen. De transport- en logistieke bewegingen dragen zorg voor een regelmatig gebruikt routenetwerk.

30 28

31 29 Hoofdstuk 4 Visie op het plangebied 4.1 Doelstelling Ten behoeve van het bestemmingsplan Havens Yerseke wordt als uitgangspunt en randvoorwaarde gehanteerd: consolideren van de bestaande situatie; beperkte ontwikkeling in de vorm van het op termijn uitbreiden van het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart door middel van een wijzigingsbevoegdheid binnen de Prinses Beatrixhaven als gevolg van concentratie van de beroepsvaart in de Koningin Julianahaven. Consolidatie Consolidatie van de huidige ruimtelijk-functionele situatie in het plangebied houdt in het bevestigen van: functies en waarden (bijvoorbeeld bedrijvigheid en archeologie); continuering van de reeds toegestane en/of aanvaardbare planologische mogelijkheden voor verandering en ontwikkeling van aanwezige gebruiksvormen; actueel wordt het huidige gebruik (beroepshaven en jachthaven) gecontinueerd en juridisch planologisch bevestigd. Beperkte ontwikkeling (wijzigingsbevoegdheid) In het plangebied wordt beperkte ontwikkeling voorgestaan in de vorm van het op termijn uitbreiden van het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart. Het noordelijke deel van de Prinses Beatrixhaven kent momenteel een gemengd gebruik, bestaande uit beroepsvaart en pleziervaart. Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen wordt verwacht dat het aandeel beroepsvaart in het gehele havengebied van de kern Yerseke mogelijk zal afnemen. In het kader van een duurzaam ruimtegebruik wordt, als zich die situatie zou voordoen, gestreefd naar het concentreren van de beroepsvaart (en visserij) in het noordelijkste havenbekken (de Koningin Julianahaven). In de Prinses Beatrixhaven komt in die situatie ruimte beschikbaar voor invulling door andere watergerelateerde bedrijvigheid. De gemeente ambieert in Yerseke het toeristisch product te verbeteren (zie ook 2.4 onder Structuurvisie Kernen). Ook de provincie heeft het streven de waterrecreatie in de provincie te versterken (zie 2.2). De ruimte in de Prinses Beatrixhaven zou daarmee (onder voorwaarden) kunnen worden aangewend om het aantal ligplaatsen met maximaal 60 te vergroten. De ruimtelijke aanvaardbaarheid is planologisch geborgd in het beleidskader. Uitbreiding wordt evenwel niet rechtstreeks mogelijk geacht. Hiervoor zijn onder andere de volgende redenen: 1. uitbreiding van het aantal ligplaatsen genereert een aanvullende verkeersstroom. Aangetoond moet zijn dat er voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn en dat uitbreiding geen negatieve gevolgen heeft voor de verkeersafwikkeling; 2. aangetoond moet zijn dat er geen belemmeringen optreden in de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; 3. de Oosterschelde is een Natura 2000-gebied, het is noodzakelijk de externe effecten

32 30 van de uitbreiding van het aantal ligplaatsen in beeld te hebben. Hiervoor is een voortoets uitgevoerd (zie ook paragraaf 5.7). De havens zelf zijn géén onderdeel van het Natura 2000 gebied; 4. Voorafgaand aan de uitbreiding dient een belangenafweging plaats te vinden. 5. Voldaan dient te worden aan de milieutechnische en planologische eisen. De gemeente heeft ervoor gekozen de uitbreiding van het aantal ligplaatsen door middel van een wijzigingsbevoegdheid te faciliteren. De benodigde onderzoeken kunnen (met uitzondering van een zogenoemde voortoets voor de Flora en fauna en natuurwaarden) op een later moment worden uitgevoerd. 4.2 Hoofdstructuur Ten aanzien van de hoofdstructuur van het plangebied geldt dat de huidige opzet vooralsnog wordt behouden. Op termijn zijn in Yerseke verschillende ontwikkelingen voorzien, waarmee beoogd is de recreatieve hoofdstructuur te versterken. Het betreft daarbij ontwikkelingen buiten het plangebied onder andere: de ontwikkeling van de Oesterboulevard (ter plaatse van de oesterputten); ontwikkelingen bij De Zaete; uitbreiding van het aantal ligplaatsen binnen de Prinses Beatrixhaven (zie hiervoor). Binnen het plangebied is het in het kader van de verbetering van de recreatieve infrastructuur denkbaar dat de jachthaven in de Prins Willem Alexanderhaven en de Prinses Beatrix Haven wordt heringericht / gemoderniseerd. Uitgangspunt voor het voorliggende bestemmingsplan is dat het aantal ligplaatsen daarbij met maximaal 60 zal toenemen. Overigens is herinrichting van het natte en droge deel van de jachthaven zonder (planologische) procedure mogelijk. Hiermee kan invulling worden gegeven aan het provinciale en gemeentelijke streven de waterrecreatie kwalitatief te verbeteren. 4.3 Bedrijven Er zijn geen wezenlijke veranderingen voorzien, behoudens op termijn een mogelijke concentratie van de beroepsvaart en visserij in de Koningin Julianahaven. 4.4 Wonen Er is thans geen woningbouw in het plangebied aanwezig. Ook in het te actualiseren bestemmingsplan is geen woningbouw voorzien. Wonen in dit plangebied levert conflicten op met de aanwezige (bedrijfs)activiteiten. Wetgeving op gebied van milieu en beleid op gebied van ruimtelijke ordening is erop gericht een bepaalde afstand aan te houden tussen milieugevoelige functies en milieuhinder veroorzakende functies. Als uitgangspunt wordt gehanteerd geen nieuwe (bedrijfs)woningen op bedrijventerreinen en havens toe te staan, en daarmee ook niet in dit plangebied. Bij de toelaatbaarheid van bedrijven en havengerelateerde bedrijvigheid wordt rekening gehouden met: geldende juridisch-planologische mogelijkheden; omliggende woongebieden ten zuidwesten en ten zuiden van het plangebied.

33 31 Uitgangspunt is de ruimtelijke en leefkwaliteit van (de context van) het plangebied te behouden dan wel te versterken. 4.5 Verkeer Autoverkeer Het plangebied is gesitueerd aan de oostzijde van de kern. Het volgende wordt geconstateerd. De noordelijke ontsluitingsroute van het plangebied (N670) heeft voldoende kwaliteit. De zuidelijke ontsluitingsroute (N673) via de oostzijde van de kern is niet optimaal, vooral ter hoogte van de Molenpolder. In het gemeentelijk beleid is onderkend dat het aanpassen van de aansluiting Molendijk / Molendijkseweg N673 op termijn nodig zal zijn. Dit aspect wordt meegenomen in het opstellen van een structuurvisie voor Yerseke. De ontsluiting ter plaatse van het plangebied is goed. De actualisering van het bestemmingsplan Havens Yerseke heeft uitsluitend betrekking op het bestendigen van het huidige gebruik op de locatie zelf en voorziet derhalve niet in maatregelen elders in de kern. De ontsluiting van het plangebied zelf (intern) functioneert naar behoren. Hierin zijn geen veranderingen voorzien. Openbaar vervoer Binnen de planperiode is geen aanpassing van het openbaar vervoersnetwerk voorzien. 4.6 Groen/natuur Groen Er zijn geen veranderingen in de groenstructuur voorzien. Natuur Er zijn geen wezenlijke veranderingen voorzien in de bedrijvigheid en activiteiten in het plangebied. Daarmee zijn er ook geen veranderingen ten aanzien van de gevolgen voor het nabijgelegen Natura 2000-gebied De Oosterschelde en de Yerseke Moer. 4.7 Water Voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe uitbreidingen. Wel biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid voor de bouw, verbouw en uitbreiding van gebouwen en andere bouwwerken voor zover daar nog planologische mogelijkheden voor bestaan. Omdat het gebied al volledig is uitgegeven en in belangrijke mate is verhard of bestaat uit water (havenbekkens), leidt dit niet tot een grotere afstroom van hemelwater.

34 32

35 33 Hoofdstuk 5 Milieu- en andere aspecten In dit hoofdstuk komen de uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek naar milieu- en andere aspecten aan de orde. 5.1 Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Toetsingskader Provinciaal beleid Het provinciaal beleid ten aanzien van archeologie is vastgelegd in de Nota Archeologie Het toetsingskader is overgenomen in het Omgevingsplan. Het toetsingskader wordt verder bepaald door het volgende. Archeologische waarden zijn vastgelegd op de AMK (Archeologische Monumenten Kaart). Op de IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarden) zijn de trefkansen (laag middelhoog en hoog) opgenomen. Archis2 is de nationale database voor archeologische vindplaatsen. Het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) vormt de Zeeuwse database. Gemeentelijk beleid Recent is door de 9 gemeenten in Zuid-Beveland, Tholen en Zeeuws-Vlaanderen archeologie beleid opgesteld. Het gemeentelijk archeologiebeleid voor Reimerswaal is vastgelegd in de nota Archeologiebeleid gemeente Reimerswaal: deel A: Beleidsnota archeologie; deel B: Toelichting beleidskaart, In het beleid (vastgesteld op 22 november 2011) zijn de archeologische verwachting en bekende vindplaatsen en archeologische monumenten vastgelegd. In dit bestemmingsplan zijn de in het beleid geformuleerde uitgangspunten vertaald. Het grootste deel van de bodemingrepen vindt plaats in de bovenste laag van het bodemarchief (maatregelenkaart in lagen, kaartlaag I, Walcheren). Deze laag is veelal maatgevend. Bij vergunning aanvragen voor diepere bodemingrepen wordt door de bevoegde overheidsinstantie vastgelegd of met de ingreep de diepere lagen (lagen 2 Hollandveen, laag 3 Wormer en laag 4 Pleistoceen) worden geraakt. Op basis van het beleid gelden voor kaartlaag 1 (Walcheren) de volgende categorieën:

36 34 Tabel 5.1. Maatregelcategorieën maatregelcategorie verwachtingswaarde onderzoeksverplichting bestemmingsregeling* categorie 1 wettelijk beschermd Wettelijke bescherming - monument categorie 2 terreinen van archeologische waarde 50 m² en 40 cm WR - A - 1 categorie 3 gewaardeerde stads-/ 50 m² en 40 cm WR - A - 1 dorpskern categorie 4 hoge verwachting 250 m² en 40 cm WR - A - 2 categorie 5 gematigde verwachting 500 m² en 40 cm WR - A - 3 categorie 6 lage verwachting m² en 40 cm WR - A - 4 categorie 7 waterbodem 500 m² en 40 cm WR - A - 3 categorie 8 geen verwachting - - * WR - A staat voor Waarde - Archeologie Onderzoek en conclusie Onderzoek Raadpleging van de AMK, maatregelenkaart in lagen, laag van Walcheren en Archis2 en ZAA leidt tot de volgende bevindingen. Tabel 5.2. Toetsing archeologie AMK maatregelcategorie Archis2 en ZAA geen vermeldingen Voor de havenbekkens geldt de geen vermeldingen maatregelencategorie 7 (zeebodem).(wr-a-3) Voor de strekdammen en de overige gronden (uitgezonderd de strekdam bij de Koningin Julianahaven) geldt maatregelencategorie 4. (WR-A-2) De Strekdam in de koningin Julianahaven heeft maatregelencategorie 6 (WR-A-4). Conclusie Havens Yerseke kent een gemêleerde archeologische verwachtingswaarde. De juridisch-planologische regeling is op de maatregelcategorieën afgestemd Cultuurhistorie Analyse De cultuurhistorische waarden zijn aangegeven op de kaart CHS (Cultuurhistorische hoofdstructuur) van de provincie. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen waardevolle objecten (onder andere rijksmonumenten) en waardevolle gebieden (onder andere provinciale belvedère gebieden). Voor het plangebied is het volgende relevant. In het plangebied zijn geen specifieke cultuurhistorische gebouwen aanwezig.

37 35 Het zuidelijkste deel van de jachthaven grenst aan de Oesterputten. Dit is een gebied met bedijkte oesterputten met bedrijfsbebouwing, aangelegd in de periode Het is een compleet en uniek gebied. Een deel van de Prins Willem Alexanderhaven maakt deel uit van het provinciaal Belvedère gebied. De vermeldingen hebben geen consequenties voor de planologische regeling aangezien er sprake is van bestaand stedelijk gebied en sprake is van consolidatie door actualisering van de geldende regeling. Conclusie Cultuurhistorische aspecten vragen geen bijzondere aandacht bij het opstellen van de bestemmingsregeling. 5.2 Milieuhinder Milieuhinder bedrijvigheid Inleiding Ter beperking van milieuhinder voor de omgeving worden grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten. Dit gebeurt aan de hand van een milieuzonering. Deze milieuzonering geeft aan welke activiteiten voor de huidige en toekomstige bedrijven mogelijk zijn. Ook geeft het aan welke bedrijven in de toekomst binnen het plangebied uit milieuoogpunt toelaatbaar zijn, indien bestaande bedrijvigheid verdwijnt. Binnen de randvoorwaarde dat de milieuhinder voor de omgeving tot een minimum moet worden beperkt, geldt als uitgangspunt voor de milieuzonering dat bestaande en nieuw te vestigen bedrijven maximale ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden. Het is algemeen gebruik om te zoneren op basis van richtafstanden voor de verschillende milieuaspecten (geluid, geur, stof, risico). Deze richtafstanden kunnen worden ontleend aan de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van Richtafstanden Voor de zonering op basis van richtafstanden wordt in voorliggend bestemmingsplan gebruikgemaakt van de zogenaamde "Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein" (zie ook bijlage 2). Met behulp van deze staat wordt ook de mate van milieubelasting van de reeds op het bedrijventerrein aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal beoordeeld op basis van richtafstanden. Dit heeft geresulteerd in een inschaling van de verschillende bedrijven (zie paragraaf 3.3). Omgevingstype Het tweede uitgangspunt bij de VNG systematiek is dat het gaat om woningen gelegen in het omgevingstype 'rustige woonwijk' (zogeheten basisreferentietype) met weinig verkeer bij de bepalingen van de afstanden. Maar niet elke omgeving is te typeren als rustige woonwijk. Dit maakt dat een nader onderzoek naar de feitelijke omgeving (plangebied en omgeving) met zich mee kan brengen dat sprake is van een andere type omgeving dan het basisreferentietype van de VNG. Het onderscheid in omgevingstypen biedt de mogelijkheid om rekening te houden met de specifieke milieugevoelige kwaliteiten van die specifieke omgeving bij het toepassen van de Lijst van bedrijven. De VNG onderscheidt zelf ook een aantal omgevingstypen, te weten:

38 36 rustige woonwijk: een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven en kantoren) voor; rustig buitengebied: vergelijkbaar omgevingstype als rustige woonwijk, (eventueel met verblijfsrecreatie) en een stilte- of natuurgebied. Er is geen belemmeringen van hoofdinfrastructuur; gemengd gebied: een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijvigheid. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen.. Indien de omgeving in de specifieke situatie dit rechtvaardigt kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden. In het bestemmingsplan wordt dit onderbouwd. Beoordeeld wordt van welke omgeving sprake is en voor welke milieuaspecten die correctie aanvaardbaar wordt geacht. Omgevingstype Havens Yerseke Het omgevingstype 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied' is met betrekking tot dit bestemmingsplan niet aan de orde. De havens zijn gescheiden van de woonomgeving aangelegd en primair beoogd voor bedrijvigheid, visserij (noordelijk deel) en de recreatie (zuidelijk deel). Het plangebied bevindt zich in de (directe) nabijheid van gebiedsontsluitingswegen (gemeentelijk en provinciaal hoofdwegennet). Er wordt niet gewoond. Het aangrenzende gebied is gemengd: wonen en bedrijfsmatige activiteiten vinden min of meer gemengd plaats: Burenpolder, recreatiegebied KijkUit, Oesterputten. Staat van Bedrijfsactiviteiten Belangrijk onderdeel van de VNG publicatie is een standaard bedrijvenlijst die moet worden bewerkt tot een voor het plangebied bruikbare bedrijvenlijst. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten aan de hand van milieucategorieën zijn gerangschikt naar de mate van belasting van het milieu. Hoe hoger de milieubelasting van het bedrijf, hoe hoger de milieucategorie is waaronder het bedrijf valt. Iedere milieucategorie wordt vertaald naar een minimaal aan te houden afstand ten opzichte van een rustige woonwijk. Voor andere omgevingstypen en voor incidentele woonbebouwing (waaronder bedrijfswoningen) kunnen volgens de toelichting van de Staat van Bedrijfsactiviteiten de te hanteren richtafstanden met ten minste één afstandsstap naar beneden toe worden gecorrigeerd. Het gaat hierbij om indicatieve afstanden, in een concrete situatie wordt de werkelijk aan te houden afstand nader bepaald. De volgende milieucategorieën zijn in de staat onderscheiden. Categorie 2-bedrijven zijn bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. Als richtafstand ten opzichte van een rustige woonwijk wordt 30 meter aangehouden. Categorie 3.1-bedrijven zijn bedrijfstypen die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn aan de rand van woonwijken, echter in het algemeen gescheiden door een weg of groenstrook. Als richtafstand ten opzichte van een rustige woonwijk wordt 50 meter aangehouden. Categorie 3.2-bedrijven zijn bedrijfstypen die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden zijn van woonwijken, zijn voorzien van een eigen

39 37 autoverbinding met de hoofd- en / of verzamelwegen. Als richtafstand geldt 100 meter. Categorie 4.1- en 4.2-bedrijven zijn bedrijfstypen die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd moeten te zijn. Als richtafstand wordt voor categorie 4.1-bedrijven 200 meter aangehouden. Voor categorie 4.2.-bedrijven geldt een richtafstand van 300 meter. Milieuzonering Bestaande zonering De havens zijn momenteel gezoneerd. In de geldende juridisch-planologische regeling (geldend bestemmingsplan) zijn overal bedrijven tot en met categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Uitgangspunten zonering Ten aanzien van de milieuzonering - en bestemmingslegging geldt het volgende. Gelet op het aangrenzende woongebied (kern Yerseke) en het provinciaal beleidskader worden in het algemeen bij kernen slechts bedrijven tot milieucategorie 3.2 toelaatbaar geacht. Zwaardere bedrijfsfuncties dienen op grootschalige bedrijventerreinen te worden geconcentreerd. De omgeving is gemengd gebied. Er is geen sprake van rustig woongebied. er kan daarom met 1 afstandsstap worden afgeweken van de richtafstanden voor rustige woongebieden. Beoogde zonering en inschaling De gemeente acht het uit oogpunt van de bestaande situatie en op grond van het voorgaande aanvaardbaar voor het overgrote deel van de beroepshaven de (lagere) milieucategorie 3.2 op te nemen. Het betreft daarbij: 1. de (toeleidende) kaden en wegen; 2. de feitelijke havenbekkens. Hiervoor geldt onder andere de volgende motivering: 3. de gronden zijn in bezit van de gemeente; 4. ter plaatse zijn geen bouwvlakken geprojecteerd; 5. ter plaatse vinden geen zware bedrijfsmatige activiteiten plaats. Aan de uiterste oostflank van de beroepshaven is het bestaande bouwvlak bevestigd. Binnen het geprojecteerde bouwvlak, dat op ruime afstand (meer dan 100 meter van woonbestemmingen in de kern Yerseke) is gesitueerd, zijn bedrijven tot milieucategorie 4.1 toelaatbaar. De aanwezige bedrijven (zie ook 3.3) zijn in de volgende tabel voorzien van een SBI-codering en ingeschaald op basis van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. adres aard van het bedrijf SBI-code categorie Staat van Bedrijfsactiviteiten Dregweg 2 Productschap Vis (kantoor en veiling) Dregweg 4 Rijksdienst voor Keuring vee en vlees (RVV) n.v.t. n.v.t. Dregweg 6 Scheepswerf A Dregweg 10 Machinefabriek Ankerweg Diverse boxen voor opslag n.v.t. n.v.t. Meerpaalweg Diverse boxen voor opslag n.v.t. n.v.t. Meerpaalweg Havenontvangstinstallatie n.v.t. n.v.t. Binnen de beroepshaven is één bedrijf aanwezig dat niet in overeenstemming is met het geformuleerde toelatingsbeleid op grond van de richtafstanden. Voor die bedrijven is voorzien in een specifieke op de situatie afgestemde regeling (zie paragraaf 6.2.2).

40 38 De Prinses Beatrixhaven en Prins Willem Alexanderhaven zijn recreatief in gebruik. Op basis van de VNG publicatie geldt voor de jachthaven het volgende (zie tabel). adres aard van het bedrijf SBI-code categorie Staat van Bedrijfsactiviteiten Prinses Beatrixhaven jachthaven met diverse voorzieningen / Prins Willem Alexanderhaven Ten aanzien van de bepalende milieufactoren voor de jachthaven geldt het volgende. De volgende richtafstanden zijn van toepassing: meter voor stof, meter voor geur; meter voor geluid; meter voor gevaar. De jachthaven is overal op een afstand van tenminste 50 meter van gevoelige bestemmingen (zoals woningen). Er zijn geen belemmeringen voor de jachthaven. Horeca Staat van Horeca-activiteiten Voor het reguleren van horecabedrijven is een Staat van Horeca-activiteiten beschikbaar. In dit bestemmingsplan wordt hiervan gebruik gemaakt. Bij de uitwerking van ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten worden drie stappen onderscheiden: indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën; onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid; uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar. In de Staat van Horeca-activiteiten worden de volgende categorieën horeca-activiteiten onderscheiden: "lichte horeca" (categorie 1); "middelzware horeca" (categorie 2); "zware horeca" (categorie 3). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 3. Inschaling en toelaatbaarheid Uit milieuhygiënisch oogpunt worden in het plangebied ter plaatse van horecafuncties horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1c rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden. Cafés, bars en zaalverhuur en dergelijke vallen in categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, dancings en discotheken vallen in categorie 3 van de staat. Categorie 2 en 3 horecabedrijven passen derhalve niet in de algemene toelaatbaarheid. Logies, hotel, pension Logies Logies is het aanbieden van bedrijfsmatig verblijf of (nacht) verblijf (altijd voor meerdere nachten), waarbij de betreffende personen het hoofdverblijf elders hebben. Hotel Een hotel is een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

41 39 Hotels hebben de volgende kenmerken. Gasten voorzien niet zelf in (het verzorgen van) maaltijden en dranken. Gasten beschikken (grotendeels) over eigen sanitaire voorzieningen. Gasten beschikken over eigen kamers. Het verblijf van gasten is veelal beperkt tot een korte periode. Pension In een pension kan men per nacht of voor een langere periode verblijven. In Reimerswaal zijn pensions uitdrukkelijk niet opgenomen in de Staat van Horeca-activiteiten. Havens Yerseke en huisvesting arbeidsmigranten De gemeente heeft zich op het standpunt gesteld dat binnen de bestemming "Horeca" een pension niet is toegestaan. De toelaatbaarheid van horecabedrijven volgt uit de Staat van Horeca-activiteiten. Pensions komen in deze staat niet voor en zijn thans niet in Havens Yerseke aanwezig. Huisvesting Arbeidsmigranten Logies voor arbeidsmigranten is gedefinieerd als: 'het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.' Conclusie De (horeca)functies vormen, gelet op de richtafstanden die gelden en het bestaand geldend juridisch-planologisch gebruik, geen belemmering voor de omgeving. Huisvesting van arbeidsmigranten is binnen de havencomplexen en het bedrijventerrein niet wenselijk Geurhinder Er is sprake van consoliderend bestemmingsplan. Geurhinder is niet aan de orde. Er is om deze reden ook geen onderzoek verricht Geluid Wegverkeerslawaai Actualisering In het plangebied worden geen nieuwe geluidgevoelige functies geprojecteerd. Er is met betrekking tot de actualisering van het bestemmingsplan sprake van een consolidatie van de huidige situatie. Akoestisch onderzoek is derhalve niet nodig. Spoorweglawaai Het plangebied Kruiningen is niet gelegen in de nabijheid van een spoorwegtracé. Voorts zijn geen nieuwe geluidgevoelige objecten geprojecteerd. Industrielawaai Analyse Rond de scheepswerf is op 11 maart 1992 bij Koninklijk Besluit een geluidzone vastgesteld. In 1998 is onderzoek verricht naar de geluidssituatie in het gebied. Dit heeft er toe geleid dat de geluidzone is gewijzigd. De geluidszone valt deels over het plangebied en ligt ook deels over de aangrenzende gebieden Kijkuit en de kern Yerseke.

42 40 Buiten de geluidszone mag de geluidsbelasting als gevolg van de bedrijven binnen de Haven (scheepswerf en machinefabriek Dregweg) niet meer bedragen dan 50 db(a). Binnen de geluidszone geldt voor nieuw te bouwen woningen een voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) en voor bestaande woningen 55 db(a). Binnen het plangebied bevinden zich geen woningen en zijn geen woningen voorzien. Er zijn geen verandering voorzien ten aanzien van de geluidszone. Conclusie De huidige geluidszone wordt bestendigd. 5.3 Bodemkwaliteit Toetsingskader Volgens artikel van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op daarvoor geschikte gronden te worden gerealiseerd. Het landelijk en provinciaal beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dat onderzoek, kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren). De gemeente beschikt over een bodemkwaliteitskaart, waarop globale en verwachte verontreinigingen van gebieden zijn aangeduid. Zodoende kan in een vroeg stadium reeds worden ingeschat of bij functiewijziging de bodemkwaliteit tot belemmeringen kan leiden. Met name voormalige boomgaarden kunnen verontreinigd zijn met DDT. Op termijn werkt de gemeente het bodembeleid verder uit, waarbij dan naast bodemkwaliteit ook aandacht zal zijn voor andere bodemfuncties, zoals warmte en koude opslag, CO2-opslag en dergelijke. Onderzoek Algemeen Gelet op het doel van voorliggend bestemmingsplan, actualisering van de bestemmingsregeling voor de Havens is geen bodemonderzoek verricht. Van belang daarbij is dat het bestemmingsplan geen functiewijziging mogelijk maakt en dat in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning aangetoond dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen/bedrijven dienen te worden gerealiseerd op daartoe geschikte bodem. Bij voorkeur schoon, maar als die in bepaalde mate verontreinigd blijkt en wel geschikt voor de functie is dit voldoende. Indien de bodem dusdanig is verontreinigd waardoor de (nieuw)bouw en gebruik als bedrijventerrein en haven of als jachthaven wordt belemmerd, zal die voorafgaand aan de ontwikkeling moeten worden gesaneerd.

43 41 Wijzigingsgebieden Voor functies waarvoor een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, kan in een later stadium een afweging plaatsvinden aangaande de bodemkwaliteit. In de wijzigingsregels is opgenomen dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de toekomstig beoogde functie. Conclusie Bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de actualisering van het bestemmingsplan. 5.4 Luchtkwaliteit Toetsingskader Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door titel 5.2 van de Wet milieubeheer, ook wel Wet luchtkwaliteit (Wlk) genoemd. De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. In tabel 5.3 is een overzicht opgenomen van de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof zoals die gelden na het in werking treden van het NSL (op 1 augustus 2009). Tabel 5.3. Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 ) jaargemiddelde concentratie 60 µg / m³ 2010 tot en met 2014 jaargemiddelde concentratie 40 µg / m³ vanaf 2015 fijn stof (PM 10 ) 1) jaargemiddelde concentratie 40 µg / m³ vanaf 11 juni uurgemiddelde max. 35 keer p.j. vanaf 11 juni 2011 concentratie meer dan 50 µg / m³ Onderzoek In en rond het plangebied is sprake van verschillende bronnen van luchtverontreiniging, te weten wegverkeer, bedrijvigheid en (op grotere afstand) scheepvaartverkeer. Op basis van de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (achtergrondconcentratie geleverd door het Planbureau voor de Leefomgeving; PBL) in combinatie met de afwezigheid van substantiële lokale bronnen wordt geconcludeerd dat in de referentiesituatie ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof. Industrie kan lokaal leiden tot verhoogde concentraties, maar leidt in Reimerswaal niet tot een overschrijding van grenswaarden. Scheepvaartverkeer is voor dit bestemmingsplan niet relevant, de primaire vaarroutes (Westerschelde, kanalen) liggen op te grote afstand van het plangebied om een relevante bijdrage te leveren aan de luchtkwaliteit in de omgeving. Conclusie De Wet luchtkwaliteit (Wlk) vormt geen belemmering voor voorliggend bestemmingsplan Havens Yerseke. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.

44 Verkeer en vervoer Verbetering ontsluiting Yerseke Ten behoeve van een verbeterde ontsluiting van Yerseke en een verhoging van de verkeersveiligheid wordt de ontsluiting Molendijk / Molendijkseweg / N673 (de zuidelijke toegangsroute tot het plangebied) op termijn verbeterd. Naar verwachting wordt een afbuigende voorrangsweg gerealiseerd op de hoek Molendijk/Molendijkseweg. De kruising Vierstraat is recent verbeterd. De ontsluiting van de kern Yerseke als geheel en daarmee ook het plangebied wordt daarmee verbeterd. Verkeersafwikkeling Er zijn, omdat sprake is van actualisering en geen ingrepen in de ontsluiting van het plangebied zijn voorzien, geen ingrijpende verandering in verkeersintensiteit of ontsluiting te verwachten. Openbaar vervoer De ontsluiting met openbaar vervoer van het plangebied is matig. De gemeente heeft geen invloed op het openbaar vervoersnetwerk. Dit betreft een rijks- of provinciale aangelegenheid en is mede afhankelijk van exploitanten. Veranderingen worden dan ook niet voorzien. Overigens zijn in het plangebied voornamelijk functies gesitueerd waarvoor openbaar vervoer minder van belang is. (havenbedrijven, visserij, jachthaven). 5.6 Afval De Afvalstoffenwet en het daaruit afgeleide Landelijk AfvalbeheerPlan (LAP) stuurt aan op afvalvermindering, betere afvalscheiding en hergebruik. Bedrijven voorzien op eigen terrein in voorzieningen voor gescheiden inzameling van bedrijfsafval. 5.7 Ecologie Regelgeving In de ecologieparagraaf is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is aangegeven waaraan de beoogde ontwikkelingen moeten worden getoetst. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen soortbescherming en gebiedsbescherming. Soortbescherming (Flora- en faunawet) Toetsingkader Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Flora- en faunawet bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (LNV). Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: Er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, bestendig gebruik en dwingende reden van groot openbaar belang). Er geen alternatief is. Geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.

45 43 Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Flora en faunawet voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend. Met betrekking tot vogels hanteert EL&I de volgende interpretatie van artikel 11. De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar wordt gebroed, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, en slechts gedurende de periode, dat er wordt gebroed. Er zijn hierop uitzonderingen. Inventarisatie Het plangebied is in gebruik als: bedrijventerrein; haven; jachthaven. De gronden worden intensief gebruikt en zijn grotendeels verhard of bebouwd, waardoor de kans op beschermde flora- en fauna zeer gering is. Broedvogels zijn in het plangebied zeker aanwezig en zijn hier veelal gekoppeld aan gebouwen. Er is ook een zeer kleine kans dat vleermuizen gebruik maken van bestaande bebouwing als verblijfsruimte. Naast de algemene soorten, zoals diverse soorten muizen (vermeldt op tabel 1 van de Flora- en faunawet), zijn geen beschermde soorten in het plangebied aanwezig. Beoordeling De actualisering van de bestemmingsregeling heeft geen gevolgen voor de flora en fauna in het plangebied. Het huidige terrein is gerealiseerd en reeds juridisch-planologisch vastgelegd. Er is als gevolg van het continueren van het huidige gebruik geen aantasting van de huidige waarden te verwachten. Bij sloop- en bouwwerkzaamheden en in de bestaande bebouwde gebieden zoals het bedrijventerrein Dregweg, de Havens en de jachthaven, dient natuurlijk wel rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van beschermde soorten. Dit vormt een onderdeel van het vergunningentraject en valt buiten de beoordeling in het kader van het bestemmingsplan. Gebiedsbescherming Toetsingskader Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000, maar grenst aan gebieden die zijn aangewezen als natuurmonument (Natura-2000 gebied Oosterschelde). Een deel van de Koningin Julianahaven is aangewezen als Wetland. Evenwel zijn hier geen natuurwaarden aanwezig (vanwege bestaande bedrijvigheid, ontsluiting en haven). Bij nieuwe ontwikkelingen nabij deze Natura 2000-gebieden, dient de externe werking van deze ontwikkelingen te worden getoetst. Beoordeling In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het betreft immers het actualisering van een geldend bestemmingsplan. Het beoordelen van de huidige situatie is in het kader van de externe werking niet noodzakelijk. Voor de uitbreiding van het aantal ligplaatsen voor pleziervaart middels een wijzigingsbevoegdheid, na concentratie van beroepsvaart in de Koningin Julianahaven, is een voortoets verricht. Voor toepassing van de wijzigingsbevoegheid dienen de ecologische aspecten te worden beschouwd. De wijzigingsbevoegdheid kan niet worden toegepast indien zich onevenredige negatieve effecten voordoen.

46 44 Voor de mogelijke ontwikkeling van circa 60 extra ligplaatsen voor jachten is een voortoets opgesteld (zie ook bijlage 1). Uit de effectbeschrijving in deze voortoets blijkt dat verontreiniging, verstoring door geluid, licht en trilling, optische en mechanische verstoring niet leiden tot negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Oosterschelde. Het is dan ook niet noodzakelijk een passende beoordeling op te stellen. De huidige juridisch-planologische regeling en de verleende afwijkingen worden verwerkt in het nu voorliggende bestemmingsplan Havens Yerseke. Het areaal bedrijventerrein, haven of jachthaven neemt niet toe. Een toename van verstoring wordt niet verwacht, omdat thans ook reeds sprake is van intensief gebruik (laden, lossen, bedrijfsmatige activiteiten, verkeer, recreatief gebruik). Gelet hierop zal dit niet leiden tot een verhoogd risico op verstoring in deze beschermde natuurgebieden. Er is geen aanvraag van een vergunning nodig in het kader van artikel 19j van de Natuurbeschermingswet Conclusie Ecologie vormt geen belemmering voor de actualisering van de regeling van het bestemmingsplan plannaam en de opgenomen wijzigingsbevoegdheid. 5.8 Externe veiligheid Analyse Algemeen Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid aan verschillende aspecten aandacht te worden besteed: bedrijven in of in de directe omgeving van het plangebied, waar opslag, gebruik en / of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt of waar zich installaties bevinden waaraan risico's zijn verbonden waardoor effecten van ongevallen buiten het terrein van de inrichting merkbaar zijn; vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen. Voor het plangebied geldt dat er in het plangebied geen risicovolle activiteiten plaatsvinden. Het bedrijf Scelta Products is sinds september 2012 niet langer gevestigd op de Burenpolder. Wettelijk kader, normstelling en beleid Een volledige beschrijving van het wettelijk kader, normstelling en het beleid is in verband met het consoliderende karakter achterwege gelaten. Volstaan is met de opsomming in tabel 5.4 met de voor het plangebied relevante wetgeving en beleidsdocumenten. Tabel 5.4. Wettelijk kader en beleidsdocumenten aard van de risicobron risicovolle bedrijven relevante wetgeving en/of beleidskader Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) Beleidsvisie EV provincie Zeeland ( ) Wat betreft normstelling, begrippenkader en rekenmethodiek voor het bepalen van de risico's, wordt in het beleidsveld voor externe veiligheid gewerkt met twee begrippen: het plaatsgebonden risico (PR); het groepsrisico (GR). Plaatsgebonden risico (PR) Het PR is omschreven als de kans dat een persoon die gedurende een heel jaar onafgebroken

47 45 en onbeschermd op een bepaalde plaats verblijft, tengevolge van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof komt te overlijden. Voor het PR geldt de risicocontour van de kans één op een miljoen (10-6 ) als grenswaarde voor kwetsbare objecten (zoals woningen, afwijken is niet mogelijk). Voor beperkt kwetsbare objecten (zoals bedrijfsgebouwen) geldt deze norm als richtwaarde (afwijken is mogelijk maar alleen na motivering). Groepsrisico (GR) Het GR is de cumulatieve kans dat een groep personen van 10, 100 en personen tegelijkertijd komt te overlijden als gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Het GR kan grafisch worden weergegeven in een curve, de zogenaamde fn-curve. De (f) staat hierbij voor de kans op een ongeval en (N) voor het aantal personen dat komt te overlijden, zie ook figuur 5.1. Het GR is niet wettelijk genormeerd. Voor het GR geldt de oriënterende waarde als richtlijn. De oriënterende waarde wordt gevormd door een rechte lijn in de fn-curve (figuur 5.1). Figuur 5.1. Oriënterende waarde van het GR (fn-curve). Op grond van het wettelijk kader dient het groepsrisico in het invloedsgebied van een risicobron te worden verantwoord. Onderzoek Zoals al eerder is vermeld is het bedrijf Scelta Products, aan de Industrieweg 16 (bedrijventerrein Burenpolder) sinds september 2012 niet meer op dit adres gevestigd. De ammoniakinstallatie is ontmanteld. Nu de installatie niet meer worden gebruikt, is nadere beschouwing naar PR en GR niet nodig. Conclusie Geconcludeerd wordt dat er geen risicovolle activiteiten in en rondom het plangebied plaatsvinden. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

48 Waterparagraaf Toetsingskader Het is wettelijk verplicht een watertoets uit te voeren. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die negatieve effecten hebben op het duurzame waterbeheer. De plangebieden liggen binnen het beheersgebied van waterschap Scheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. De tekst is voorgelegd aan de waterbeheerder. Het waterschap heeft een wateradvies gegeven in het kader van het overleg ingevolge artikel Bro (zie bijlage 4 ) In bijlage 5 is een overzicht op genomen van het relevante waterbeleid op Europees, nationaal en provinciaal niveau. Onderzoek en conclusie Huidige situatie De huidige waterhuishoudingssituatie is beschreven in paragraaf 3.7. Toekomstige situatie (plansituatie) De toekomstige situatie (zie paragraaf 4.7) is getoetst aan een aantal waterhuishoudkundige criteria, die in het kader van de watertoets van belang zijn. Hieronder volgt het resultaat van de toetsing. Veiligheid en waterkeringen en waterkwantiteit Voor toekomstige nieuwbouw en uitbreiding van gebouwen en andere bouwwerken is van belang dat, wanneer dit valt binnen de keurzone van de primaire en regionale waterkeringen, een vergunning noodzakelijk is. Op basis van de keur is ook voor bepaalde soorten gebruik van opstallen en gronden binnen de keurzone een watervergunning vereist. Dat betreft bijvoorbeeld het hebben van hogedrukleidingen, bepaalde inrichtingen (bedrijfsmatig werken met explosiegevaarlijke materialen) en de opslag van explosie gevaarlijke materialen). De watervergunning wordt aangevraagd bij het waterschap Scheldestromen. Afvalwater en riolering In de rioleringssituatie zijn geen wijzigingen voorzien. Nieuwe bebouwing dient wat betreft de droogweerafvoer (het vuile water) te worden aangesloten op de bestaande rioleringssystemen. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: vasthouden - bergen - afvoeren. Ten aanzien van afvoeren van hemelwater geldt dat in de Ankerweg hemelwater via het bestaande gemengde rioleringssysteem wordt afgevoerd. Elders in het plangebied stroomt hemelwater direct de Oosterschelde in. Afvalwater ter plaatse van de afspuitplaatsen bij de kraaninstallaties en van andere gebouwen binnen het haventerrein wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Waterkwaliteit en ecologie In het plangebied bevinden zich geen waterlopen, wel havenbekkens die in directe verbinding staan met de Oosterschelde. In het bestemmingsplan is het water niet afzonderlijk bestemd, maar vormt het onderdeel van het gebruik Bedrijf- Haven en Recreatie (met de aanduiding jachthaven).

49 47 Het bedrijventerrein ligt, gescheiden door de primaire waterkering, naast de Oosterschelde (zie paragraaf 5.7). Bij eventuele toekomstige (ver)bouwplannen dienen duurzame niet-uitloogbare bouwmaterialen toegepast te worden (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Daarnaast wordt de voorkeursvolgorde van schoonhouden-scheiden-zuiveren gehanteerd. Onderhoud Voor werkzaamheden binnen de keurzone van de waterkering of waterlopen dient bij het waterschap een vergunning te worden aangevraagd. Conclusie Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie. De waterhuishoudkundig relevante ontwikkelingen voldoen aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer. Er wordt een bestemming Waterkering en een dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering opgenomen voor de gronden binnen de zone waterstaatswerk van de primaire waterkering.

50 48

51 49 Hoofdstuk 6 Juridische vormgeving In dit hoofdstuk wordt de bestemmingsregeling beschreven. De bestemmingsregeling bestaat uit de volgende onderdelen: a. de verbeelding met het renvooi (paragraaf 6.1); b. de regels (vier hoofdstukken, paragraaf 6.2). De Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) vormen het wettelijk kader voor het bestemmingsplan Havens Yerseke. Alle nieuwe ruimtelijke plannen - zoals bestemmingsplannen - moeten digitaal worden vervaardigd. Het voorliggende bestemmingsplan is opgebouwd en vormgegeven conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008) en is derhalve digitaal raadpleegbaar. SVBP2008 heeft alleen betrekking op de structuur en niet op de inhoud van de bestemmingsregeling. 6.1 Verbeelding en renvooi Digitaal Nieuwe bestemmingsplannen worden digitaal beschikbaar gesteld, zodat ze via internet te bekijken zijn. Dit is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Op de gemeentelijke website of kan de digitale bestemmingsplannen worden bekeken. Bij raadpleging van het digitale bestemmingsplan wordt de gebruiker bij het aanklikken van de percelen op een beeldscherm vanzelf naar de relevante delen van het bestemmingsplan "doorverwezen". Analoog Ondergrond Op de verbeelding is in de ondergrond de bestaande situatie (bebouwing en kadastrale eigendomsgrenzen) weergegeven. Daarbij is gebruikgemaakt van een zo actueel mogelijk digitaal bestand (versie december 2010). Op deze ondergrond zijn vlakken getekend waarin door middel van hoofdletters (bijvoorbeeld R) is aangegeven welke bestemming ter plaatse zal gaan gelden. Bestemmingen De bestemmingen zijn in dit bestemmingsplan met een hoofdletter (bijvoorbeeld B-H) aangeduid. De "bestemmingen" corresponderen met afzonderlijke artikelen in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels). In het renvooi is daarbij dezelfde volgorde aangehouden als in het betreffende hoofdstuk. Aanduidingen en renvooi (analoog plan) De betekenis van alle aanduidingen (cijfers en letters) wordt verklaard in het renvooi, een overzicht met verklaring van de aanduidingen op de verbeelding. Dit renvooi is voor zover nodig en wat betreft de aanduidingen in het bestemmingsplan Havens Yerseke opgesplitst in: functieaanduidingen; bouwvlak;

52 50 maatvoeringsaanduidingen. Leeswijzer Voor een beoordeling van alle bouw- en gebruiksmogelijkheden ter plaatse van een perceel dient derhalve de op de verbeelding aangebrachte aanduiding te worden bekeken, het renvooi te worden geraadpleegd voor het kiezen van het juiste bestemmingsartikel in de regels, waarna het bijbehorende artikel dient te worden gelezen. Deze volgorde is de meest doelmatige om inzicht te krijgen in de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor het gebruik van en bebouwing op een perceel. 6.2 Regels De regels bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in hoofdstukken. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels. Hoofdstuk 3 Algemene regels. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Dit hoofdstuk bevat artikelen, die van belang zijn voor een juiste toepassing van deze regels. Artikel 1 Begrippen De begrippen geven een nadere uitleg van een aantal in de regels gehanteerde begrippen. Hierdoor wordt de eenduidigheid en daarmee de rechtszekerheid vergroot. Artikel 2 Wijze van meten Dit artikel bevat bepalingen die aangeven op welke wijze bepaalde zaken, zoals oppervlakte en inhoud van gebouwen, dienen te worden gemeten Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels (algemeen) Opbouw bestemmingsregels Dit hoofdstuk bevat regels waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de bestemmingen en de aanduidingen. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd alsmede een standaard volgorde zoals opgenomen in SVBP2008. Bestemmingsomschrijving In dit onderdeel wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Dit houdt in: de functies die binnen de bestemming "als recht" zijn toegestaan. De bestemmingsomschrijving vormt de eerste "toetssteen" voor gebruiksvormen en ook voor bouwactiviteiten (past het beoogde gebruik van gronden / gebouw binnen de bestemming). Beide zijn slechts toegestaan, voor zover zij zullen plaatsvinden binnen de opgenomen omschrijving. Bouwregels Dit onderdeel geeft aan welke bouwwerken mogen worden opgericht. Voorop staat dat slechts mag worden gebouwd ten behoeve van de voor de bestemming aangegeven bestemmingsomschrijving. Afwijken van de bouwregels De bevoegdheid tot het afwijken van de bouwregels zijn in dit deel van de regels opgenomen.

53 51 Specifieke gebruiksregels In dit onderdeel wordt ten opzichte van de Bestemmingsomschrijving, specifiek bepaald welke functies al dan niet specifiek zijn toegestaan. Deze bepaling vormt een aanvulling op de Bestemmingsomschrijving. Afwijken van de gebruiksregels De bevoegdheid tot het afwijken van de gebruiksregels is in dit deel van de regels opgenomen. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor zover nodig zijn hierin de regels voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden opgenomen. Dit bestemmingsplan voorziet niet in dergelijke regels. Wijzigingsregels Enkele bestemmingen of locaties binnen een bestemming kunnen worden gewijzigd wat betreft gebruik of bouwmogelijkheden. De bevoegdheden staan in dit deel vermeld. Een bestemmingsartikel behoeft niet alle elementen te bevatten. Dit is afhankelijk van de aard van de bestemming. Alle bestemmingen bevatten wel een bestemmingsomschrijving en bouwregels. Huisvesting arbeidsmigranten Algemeen Binnen de gemeente worden steeds meer groepen arbeidsmigranten ondergebracht in bestaande panden. De omgeving is daar vaak niet op berekend en ingesteld, zeker als het om relatief grotere aantallen gaat. In beleid, notities van VROM en in jurisprudentie wordt hier op ingegaan. Deze huisvestingsvorm kan in de praktijk ook knelpunten tot gevolg hebben. Hiervoor is door de gemeente Reimerswaal een afzonderlijke beleidsnotitie opgesteld. Handboek bestemmingsplannen In het gemeentelijke handboek bestemmingsplannen is voorzien in locaties voor huisvesting van arbeidsmigranten door toepassing van een wijzigingsbevoegdheid. Locaties waar tot 4 arbeidsmigranten zijn toegestaan (Wonen, Detailhandel, Kantoor) kunnen met een wijzigingsbevoegdheid worden voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - logies - 1". Locaties waar tot 10 arbeidsmigranten zijn toegestaan (Centrum, Horeca) kunnen met een wijzigingsbevoegdheid worden voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - logies - 2". Het is niet wenselijk dat er arbeidsmigranten binnen de Havens Yerseke worden gehuisvest, niet tijdelijk en niet permanent. Hoewel er in dit gebied niet snel sprake zal zijn van overlast naar andere omwonenden toe en parkeerexcessen er niet voor de hand liggen, moet dit uit oogpunt van woonomgeving toch worden afgewezen. Om deze reden is in de regels niet voorzien in wijzigingsbevoegdheden voor arbeidsmigranten. Afwijken van de bouwregels Uitbreiden bouwvlak In voorkomende gevallen kan het wenselijk zijn dat het bouwvlak aan de achterzijde (vanaf de straat gezien) wordt vergroot. Hiervoor is een bevoegdheid tot afwijken van de bouwregels opgenomen, waardoor burgemeester en wethouders het bouwvlak met ten hoogste 20% kunnen vergroten. Bij een omgevingsvergunning wordt niet afgeweken van de bouwregels indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

54 52 Algemene afwijking In het bestemmingsplan is in de bestemmingen een algemene afwijking opgenomen voor het afwijken van de maximale goot- of boeibordhoogte, bouwhoogte, afstand van het gebouw tot de perceelsgrens, de toelaatbare oppervlakte en het bebouwingspercentage tot ten hoogste 15%. Bij omgevingsvergunning wordt niet afgeweken van de bouwregels indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming geven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden Bestemmingsregels (per bestemming) Artikel 3 Bedrijf - Haven Aan de koningin Julianahaven (bedrijventerrein Dregweg) is de bestemming Bedrijf - Haven toegekend. Algemeen zijn hier kade- of havengebonden bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Dit is met een aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' of 'bedrijf tot en met categorie 4.1' op de verbeelding aangeduid. In een aantal situaties is een verbijzondering van de bestemming gewenst, omdat de ter plaatse aanwezige bedrijvigheid zwaarder is of afwijkt van de gebruiksregels. De volgende aanduidingen zijn in verband hiermee opgenomen: (sb-sw); 'specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf'. Hiermee is de scheepswerf, ingeschaald in milieucategorie 5A, aangeduid; (sb-ghi); 'specifieke vorm van bedrijf -geluidhinderlijke installatie'. Met deze aanduiding zijn de geluidproducerende bedrijven mogelijk gemaakt; (sb-pv); 'specifieke vorm van bedrijf - pompencomplex verswatervoorziening'. Het pompstation voor vers zeewater voor de schaal- en schelpdierverwerkende industrie te Yerseke is met de aanduiding bestendigd; (sb-hak); 'specifieke vorm van bedrijf - havenkraan'. De havenkraan is hiermee bevestigd. (zo); 'zend- en ontvangstinstallatie', waarmee de umts-zendmast is vastgelegd. Staat van bedrijfsactiviteiten In de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn de toegelaten bedrijven binnen de bestemming Bedrijf-Haven opgenomen. Bouwregels In de bouwregels zijn de reguliere bouwregels uit het gemeentelijk handboek opgenomen. Daarbij heeft een aanvulling plaatsgevonden ten aanzien van planspecifieke elementen, zoals laad- en loskranen. Ter plaatse de aanduidingen (bedrijf tot en met milieucategorie 4.1) zijn kranen tot 40 meter toegestaan. Buiten het bouwvlak zijn ter plaatse van de aanduiding (sb-hak) kranen tot 10 meter toegestaan. Verder zijn buiten het bouwvlak tevens haveninstallaties tot 10 m toegestaan. Afwijken van de bouwregels: Kleine windturbines Op het terrein van windturbines doen zich uiteenlopende ontwikkelingen voor. Enerzijds worden de grote windturbines groter. Anderzijds komen steeds meer kleine windturbines (KWT's) op de markt. In Reimerswaal kunnen kleine windturbines worden toegestaan. In het bestemmingsplan is geregeld dat deze KWT's bij afwijking middels omgevingsvergunning kunnen worden toegestaan binnen de bestemming Bedrijf-Haven. Specifieke gebruiksregels In de specifieke gebruiksregels is het gebruik van de gronden nader gespecificeerd. Daarbij is een verdeling gemaakt naar onderwerp.

55 53 Onder algemeen is opgenomen dat niet zijn toegestaan: geluidhinderlijke inrichtingen, uitgezonderd die delen waar deze door middel van een aanduiding wel zijn toegelaten. Bevi-inrichtingen. Ten aanzien van kantoren is de volgende regeling opgenomen. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' voor het kantoor van de Produktschap Vis en de Rijksdienst voor Keuring van vee en vlees. Er zijn op basis van beleid regels gesteld ten aanzien van de oppervlakte van niet zelfstandige en zelfstandige kantoren. Opslag is onder voorwaarden toegestaan. Afwijken van de gebruiksregels In enkele situaties is het denkbaar dat bedrijven niet genoemd zijn in de Staat van bedrijfsactiviteiten. Ook komen situaties voor dat (vestiging van) bedrijven gewenst is, maar dat het bedrijf twee milieucategorieën zwaarder is dan toegestaan. Voor zover bedrijven dan naar aard en invloed op de omgeving geacht worden te behoren tot de toegelaten categorie, is afwijking van de gebruiksregels mogelijk. Artikel 4 Detailhandel en Artikel 5 Horeca De horecavoorzieningen en de detailhandelsvoorziening in het gebied zijn voorzien van respectievelijk de bestemming Horeca en Detailhandel. Ten opzichte van het handboek bestemmingsplannen is voorzien in een beknopte regeling, afgestemd op de haven. Wonen is in het havengebied niet wenselijk. Wonen is daarom uitgesloten in de specifieke gebruiksregels. Regels ten aanzien van aan huis gebonden beroepen, mantelzorg en dergelijke zijn in verband met het voorgaande ook niet opgenomen. De reguliere wijzigingsbevoegdheden naar Wonen, Kantoor en Detailhandel zijn niet opgenomen. Planwijzigingen worden niet verwacht en zijn voorts gezien het ruimtelijk karakter niet wenselijk. Voor het reguleren van de horecavoorziening wordt gebruikt gemaakt van de Staat van Horeca-activiteiten (zie ook bijlage 3 en paragraaf 5.2.1). Het huidige juridisch-planologische toegestane gebruik ter hoogte van het perceel Havendijk 36 is bestendigd met een functie-aanduiding 'detailhandel' en 'specifieke vorm van bedrijf - visserijproducten en schaal- en schelpdieren'. Binnen deze laatste functieaanduiding zijn tevens bedrijven voor zover deze voorkomen binnen de bedrijfsgroep met SBI-code 05 in de categorieën 1 t / m 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Artikel 6 Natuur Dit artikel is opgenomen in verband met de wijzigingsbevoegdheid in het artikel Water - Deltawater, overeenkomstig de systematiek in het bestemmingsplan Buitengebied. Op het moment dat aan de orde is dat een planwijziging in dit artikel wenselijk zou zijn, is binnen het voorliggende plan reeds voorzien in een actuele- op het buitengebied Reimerswaal - afgestemde regeling. Artikel 7 Recreatie De zuidelijke havens Prinses Beatrixhaven en prins Willem Alexander Haven zijn voorzien van de bestemming Recreatie in verband met de aanwezige jachthaven. De aanduiding 'jachthaven' is opgenomen om aan te geven dat alleen een jachthaven met

56 54 daaraan verbonden voorzieningen zijn toegelaten. Dit betreft voorzieningen zoals: beheer en onderhoud van de jachthaven; sanitaire voorzieningen; dienstverlening van overheidswege, zoals een havenkantoor en afvalinzameling afkomstig van de jachthaven. In een deel van de Prinses Beatrixhaven zijn ook ligplaatsen voor de beroepsvaart aanwezig. Deze zijn met de aanduiding (sb-bv) duiding 'specifieke vorm van bedrijf - beroepsvaart' bestendigd. Specifieke gebruiksregels In de specifieke gebruiksregels is het gebruik van de gronden nader gespecificeerd. Met betrekking tot het gebruik is vastgelegd dat uitdrukkelijk niet toegestaan zijn: het wonen; detailhandel; horeca; de opslag van pleziervaartuigen. In verband met de kwaliteiten van de Oosterschelde is het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart vastgelegd. Overeenkomstig het gebruik zijn dat er nu 312. Wijzigingsbevoegdheid Op termijn is het denkbaar dat de beroepsvaart uit dit deel van de havens zal komen te verdwijnen. Tegelijkertijd is er de wens het aantal ligplaatsen voor de plezierplaats uit te breiden. Indien de beroepsvaart komt te vervallen, is er ruimte beschikbaar voor maximaal 60 aanvullende ligplaatsen voor de pleziervaart. In het kader daarvan is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beroepsvaart' van de verbeelding te verwijderen en daarna het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart met maximaal 60 ligplaatsen te verhogen. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden. De verhoging van het aantal ligplaatsen voor de pleziervaart heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte. Er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Planwijziging mag meer dan 1 keer worden toegepast, met dien verstande dat het maximum aantal ligplaatsen voor de pleziervaart binnen de bestemming Recreatie niet meer dan 372 mag bedragen; In de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging. Tot slot dient vóóraf inzicht te worden gegeven in: 1. de milieuhygiëne; 2. de bodemkwaliteit; 3. de archeologische waarden; 4. de externe veiligheid; 5. de luchtkwaliteit; 6. de ecologische waarden. Artikel 8 Verkeer Dit artikel is opgenomen voor een smalle strook aan de noordzijde van het plangebied, buiten de kernzone van de primaire waterkering.

57 55 Artikel 9 Water - Deltawater Dit artikel is opgenomen voor de Oosterschelde aan de buitenzijde van de waterkering. In het artikel is tevens voorzien in een wijzigingsbevoegdheid naar de bestemmingen 'Natuur' ten behoeve van het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van deze bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het deltawater, of in 'Waterkering' ten behoeve van een noodzakelijke verbreding van de waterkering. Artikel 10 Waterkering en Artikel 16 Waterstaat - Waterkering De bestemming Waterkering is opgenomen voor de waterkerende zeedijk langs de Oosterschelde. In de bouwregels is bepaald dat ten behoeve van de bestemming Waterkering uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan. Ter plaatse van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering zijn de gronden mede bestemd voor de waterkering. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn hier toegestaan. Artikel 11 Waarde - Archeologie - 1, Artikel 12 Waarde - Archeologie - 2, Artikel 13 Waarde - Archeologie - 3 en Artikel 14 Waarde - Archeologie - 4 In het bestemmingsplan zijn overeenkomstig het op 22 november 2011 vastgestelde gemeentelijke archeologiebeleid de dubbelbestemmingen Waarde- Archeologie -1, Waarde - Archeologie- 2, Waarde - Archeologie - 3 en Waarde - Archeologie - 4 toegekend. De bestemmingsregeling is in samenspraak met de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland tot stand gekomen en houdt eveneens rekening met de eventueel op grotere diepten aanwezige archeologische waarden. Uitgangspunt van deze regeling is dat voor projecten groter dan de vrijgestelde oppervlaktematen en verstoringsdiepte een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig is. Voor een nadere toelichting op het archeologiebeleid wordt voorts verwezen naar paragraaf Het archeologisch belang wordt door de genoemde regelingen voldoende veilig gesteld. Voor de bekende vindplaats geldt een Waarde - Archeologie 1. Bij een bodemverstoring van meer dan 50 m 2 geldt een onderzoeksplicht. Voor de zone met een hoge archeologische verwachting geldt een Waarde Archeologie 2. In dit gebied is bij een bodemverstoring van meer dan 250 m 2 een onderzoeksplicht van toepassing. Voor de zone met een middelhoge archeologische verwachting geldt een Waarde - Archeologie - 3 waarvoor bij een bodemverstoring van meer dan 500 m 2 een onderzoeksplicht geldt. Voor de zone met een lage archeologische verwachting, geldt een Waarde Archeologie - 4 waarvoor bij een bodemverstoring van meer dan 2500 m 2 een onderzoeksplicht geldt. In alle gevallen geldt een vrijstelling van archeologisch onderzoek wanneer niet dieper dan 40 cm onder het maaiveld werkzaamheden worden uitgevoerd. Artikel 15 Waarde - Natura 2000 Deze bestemming is opgenomen voor een zeer smalle strook aan de noord- en oostzijde van het plangebied, buiten de primaire waterkering. Aangesloten is op de regeling zoals die in het bestemmingsplan Buitengebied is opgesteld Hoofdstuk 3 Algemene regels Dit hoofdstuk bevat een aantal bepalingen die op de bestemmingen als bedoeld in hoofdstuk 2 van toepassing zijn. Het betreffende volgende bepalingen.

58 56 Artikel 17 Anti-dubbeltelregel Hiermee wordt voorkomen dat gronden oneigenlijk worden gebruikt voor het optimaliseren van bouwmogelijkheden. Artikel 18 Algemene bouwregels Bestaande maten (uitgezonderd van de overgangsregels), overschrijding van bouwgrenzen, percentages. Met de regels inzake bestaande maten wordt voorkomen dat (ondergeschikte) afwijkingen onder het overgangsrecht komen te vallen. Artikel 19 Algemene aanduidingsregels In dit artikel zijn de volgende algemene aanduidingen opgenomen. 1. De geluidzone industrielawaai, die is geprojecteerd rondom de scheepswerf en de machinefabriek. 2. De vrijwaringszone - dijk. De beschermingszone die is geprojecteerd rond primaire en secundaire waterkeringen is hiermee aangeduid. Artikel 20 Algemene wijzigingsregels Het overschrijden van bestemmingsgrenzen kan in veel gevallen plaatsvinden zonder dat hierdoor het belang van een goede ruimtelijke ordening wordt geschaad. Voor dit soort gevallen is derhalve in het plan een wijzigingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotbepalingen Artikel 21 Overgangsrecht De overgangsregels hebben tot doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken die gebouwd zijn of kunnen worden gebouwd en die afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. Tevens is bepaald dat het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan (rechtens) afwijkt van de in het onderhavige plan gegeven bestemming, kan worden voortgezet. Deze regels zijn opgenomen in het Bro en zijn op voorgeschreven wijze overgenomen. Artikel 22 Slotregel Dit artikel ten slotte geeft aan de naam waaronder de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald. 6.3 Handhaving Het gemeentebestuur is bevoegd om administratiefrechtelijk op te treden op grond van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten aanzien van activiteiten, die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Het spreekt echter vanzelf dat het weinig zin heeft bestemmingsplannen op te stellen die slecht worden nageleefd. Om een aanvaardbaar handhavingsbeleid tot stand te brengen, dient in de eerste plaats het draagvlak te worden vergroot. In verband hiermee dient het bestemmingsplan voor zoveel mogelijk betrokkenen een duidelijke, toegankelijke en op de hedendaagse behoeften en eisen afgestemde bestemmingsregeling te bevatten. Verder kan door informatie te verstrekken omtrent de inhoud van het bestemmingsplan een groter begrip worden gekweekt bij de burger. Het geven van voorlichting vormt daarom de eerste schakel in de handhavingsactiviteiten. Van gemeentewege zullen hiertoe de nodige activiteiten worden ondernomen. Daarnaast dient bestuurlijke bereidheid te ontstaan om regels in de praktijk toe te passen en te handhaven. Ten aanzien van overtredingen zal een actief handhavingsbeleid worden gevoerd. Getracht wordt de controlewerkzaamheden ten aanzien van geconstateerde overtredingen op een intensieve manier uit te voeren.

59 57 Om de benodigde inzet van extra middelen zo beperkt mogelijk te houden, maar ook om tot een samenhangend handhavingsbeleid te komen, zullen handhavingsactiviteiten zoveel mogelijk worden afgestemd. Controle in het kader van het bestemmingsplan wordt gekoppeld aan controle in het kader van milieuwetgeving en omgekeerd. Wanneer eenmaal sancties moeten worden getroffen, zal dit op consistente wijze en met inachtneming van de juridische spelregels, worden gedaan. Indien de activiteiten niet kunnen worden gelegaliseerd, zullen de instrumenten van aanschrijving, stillegging bouw, bestuursdwang en dwangsom worden toegepast. De uitvoering van de strafrechtelijke vervolging ligt in handen van het Openbaar Ministerie.

60 58

61 59 Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 7.1 Economische uitvoerbaarheid Voor beheerplannen kan voor wat betreft de economische uitvoerbaarheid worden volstaan met de constatering dat voor het bestemmingsplan geen ontwikkelingskosten te verwachten zijn, aangezien het een consoliderend bestemmingsplan betreft. Voor nieuwe ontwikkelingen dient op basis van een exploitatieopzet (al dan niet gekoppeld aan een exploitatieplan) inzichtelijk te worden gemaakt of het plan financieel haalbaar is. Als er geen exploitatieplan is opgesteld, moet in dit in deze paragraaf expliciet worden verantwoord. In dat geval zal het kostenverhaal anderszins geregeld moeten zijn. Voor het opnemen van een regeling inzake archeologie, is extra aandacht nodig bij het redigeren van de afhankelijkheid van ontwikkelingen van archeologisch onderzoek, ter voorkoming van planschade.

62 60

63 61 Hoofdstuk 8 Maatschappelijke toetsing en kwaliteit 8.1 Inleiding Van donderdag 6 september 2012 tot en met woensdag 3 oktober 2012 heeft het voorontwerpbestemmingsplan "Havens Yerseke" voor iedereen ter inzage gelegen. Gedurende deze inzageperiode zijn er geen inspraakreacties op het plan ingediend. Tevens is het plan voorgelegd aan de wettelijke overlegpartners (op grond van artikel 3.1.1, lid 1, van het Bro) waarop 2 reacties zijn binnengekomen. Dit hoofdstuk geeft van iedere inspraakreactie en overlegreactie een korte samenvatting en gaat in op de verwerking hiervan in het ontwerpbestemmingsplan "Havens Yerseke". Anonimisering Bij de publicatie van het ontwerpbestemmingsplan zal de samenvatting met de aangegeven verwerking inspraak- en overlegreacties elektronisch beschikbaar worden gesteld. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens is het niet toegestaan om persoonsgegevens van natuurlijke personen op internet weer te geven. De insprekers zijn daarom niet bij name genoemd, met uitzondering van gemachtigden of rechtspersonen. De inspraakreacties worden niet digitaal bij de memo gevoegd. Indien men toch inzage wil in de ingediende inspraakreactie dan kan hiervoor in concrete gevallen een verzoek tot inzage of afschrift worden gedaan op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Leeswijzer De inspraakreacties zijn in paragraaf 8.2 Inspraakreacties samengevat en er is aangegeven hoe ze in het ontwerpbestemmingsplan zijn verwerkt. De overlegreacties zijn in paragraaf 8.3 Overlegreacties samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. 8.2 Inspraakreacties Er zijn geen inspraakreacties ingediend. 8.3 Overlegreacties Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het voorgeschreven overleg ex artikel Bro toegezonden aan: 1. Provincie Zeeland. 2. Waterschap Scheldestromen. 3. Rijkswaterstaat Zeeland. 4. Veiligheidsregio Zeeland. 5. Delta.

64 62 Er is een inhoudelijke reactie op het voorontwerpbestemmingsplan ontvangen van de instantie genoemd onder 2. De overige instanties (1, 3, 4 en 5) hebben niet of niet inhoudelijk gereageerd. De desbetreffende overlegreactie is samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. Bij de beantwoording is aangegeven of, en zo ja op welke wijze, het bestemmingsplan naar aanleiding van de overlegreactie is aangepast Waterschap Scheldestromen Samenvatting De overlegreactie van het Waterschap Scheldestromen heeft betrekking op: a. Waterhuishoudkundige voorzieningen. Ten behoeve van flexibele regelingen in bestemmingsplannen verzoekt het waterschap de term 'waterhuishoudkundige voorzieningen' op te nemen in de bestemmingsomschrijving van de enkelbestemmingen. b. Archeologie. In de regels van de dubbelbestemmingen 'Waarde Archeologie' (artikel 15 18) is bepaald dat alleen met een omgevingsvergunning waterpeilverlaging of -verhoging kan plaatsvinden. In de situatie dat de waterbeheerder (waterschap en/of Rijkswaterstaat) het waterpeil verhoogd of verlaagd, wordt een peilbesluit genomen. Voor het nemen van een peilbesluit wordt ook gekeken naar de effecten op archeologische waarden. Het waterschap verzoek de desbetreffende regels voor de vereisten van een omgevingsvergunning bij de bepaling van het verlagen of het verhogen van het waterpeil aan te vullen met ', tenzij dit een maatregel is van de bevoegde waterbeheerder'. c. Omgevingsvergunning werken, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden. In artikel 7 en 8 voorontwerp ('Waterstaat-Waterkering' en 'Waterkering') is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen voor werkzaamheden, zoals het aanbrengen van paden en wegen en vellen of rooien van struiken of bomen, et cetera. In de Keur van het waterschap zijn bepalingen opgenomen om de waterkering te beschermen. Het waterschap stelt voor het omgevingsvergunningenstelsel voor bescherming van de waterkering te laten vervallen, tenzij dit specifiek beleid is van de gemeente (bijvoorbeeld voor bescherming van een cultuurhistorisch landschapselement). d. Artikel 8.3 aanvullen met de bepaling "dat de waterbeheerder om advies wordt gevraagd"; e. Waterkering beschermingszone in relatie tot het Barro opnemen in het bestemmingsplan; f. Redactioneel: art lid b aanvullen; g. Redactioneel a lid 2 opsomming aanpassen; h. Redactioneel: Toelichting pagina 52 art. 7 en 8 omgevingsvergunningplicht moet watervergunning zijn. Gemeentelijke reactie a. Waterhuishoudkundige voorzieningen. De gemeente kan zich vinden in een flexibelere regeling ten aanzien van water en waterhuishoudkundige voorzieningen binnen een aantal enkelbestemmingen. Het gaat hierbij specifiek om de (enkel)bestemmingen: 1. Bedrijf. 2. Waterkering. 3. Waterstaat-Waterkering. 4. Recreatie. 5. Detailhandel. 6. Horeca. b. Archeologie. De gemeente kan zich vinden in de opmerking van het waterschap. De desbetreffende regels voor de vereisten van een omgevingsvergunning bij de bepaling van het verlagen of het verhogen van het waterpeil zullen met de opmerking van waterschap worden aangevuld. Dit is ook uniform met de regeling in het bestemmingsplan Buitengebied. c. Omgevingsvergunning werken, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden. De

65 63 gemeente kan zich vinden in een verdere deregulering van de regels omdat de keur de waterkering beschermd, het stelsel van Omgevingsvergunning kan om deze reden komen te vervallen binnen de artikelen 'Waterstaat Waterkering' en 'Waterkering' is ook uniform met het bestemmingsplan Buitengebied. d. Het belang van de waterbeheerder is aan de orde. Het ligt in de rede dat de waterbeheerder om advies wordt gevraagd; e. In het Barro (art Barro) is recentelijk vastgelegd dat niet alleen het waterstaatswerk, maar ook de belangrijkste beschermingszone (beschermingszone A) in het bestemmingsplan van een bestemming moet worden voorzien. Deze beschermingszone van de primaire waterkering en het Waterstaatswerk zal in het ontwerpbestemmingsplan worden opgenomen. f. Artikel lid b regel wordt aangevuld met Dregweg en Ankerweg. g. De opsomming in artikel a (nummering voorontwerp) is geüniformeerd met artikel (nummering voorontwerp). h. Overeenkomstig de overlegreactie van het waterschap komt de genoemde omgevingsvergunningplicht te vervallen; een aanpassing is daarmee niet nodig. Conclusie De overlegreactie leidt tot aanpassing van: De regels De term 'waterhuishoudkundige voorzieningen' wordt opgenomen in de artikelen: 1. Bedrijf. 2. Waterkering. 3. Waterstaat - Waterkering. 4. Recreatie. 5. Detailhandel en Horeca. Artikel 7 en 8 (nummering voorontwerp) het stelsel van de Omgevingsvergunning komt te vervallen. Artikel 7 (nummering voorontwerp) wordt aangevuld met: met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering" prevaleren boven de regels die gelden ingevolge de andere daar voorkomende bestemmingen. artikel 8.3 (nummering voorontwerp) wordt aangevuld met de bepaling "dat de waterbeheerder om advies wordt gevraagd"; Waarden archeologie: de regels voor de vereisten van een omgevingsvergunning bij de bepaling van het verlagen of het verhogen van het waterpeil aanvullen met "tenzij dit een maatregel is van de bevoegde waterbeheerder" (bedoeld voor artikel lid b, art lid b, art a lid 2 en art lid b (nummering voorontwerp) ). Artikel a lid 2 wordt geuniformeerd uniformeren met artikel (nummering voorontwerp). Artikel lid b (nummering voorontwerp) wordt aangevuld met Dregweg en Ankerweg. De verbeelding De beschermingszone A en het waterstaatswerk van de primaire waterkering wordt opgenomen. 8.4 Ambtelijke wijzigingen Hoofdstuk 5.8 Externe Veiligheid. Scelta Products is verhuisd en niet langer op bedrijventerrein Burenpolder gevestigd. Overweging

66 64 Nu Scelta Products niet meer gevestigd is op de Burenpolder is de tekstpassage in paragraaf 5.8 Externe veiligheid niet actueel. Conclusies De paragraaf externe veiligheid is geactualiseerd. Geconcludeerd wordt dat er geen risicovolle activiteiten in en rondom het plangebied plaatsvinden. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Havendijk 36 Aan de Havendijk 36 is een horeca en detailhandelsvestiging gesitueerd. In het voorontwerp heeft het betreffende perceel een horecabestemming tot ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten gekregen. In dit pand is echter ook een groothandel in visserij producten en schaal- en schelpdieren gevestigd. Het bedrijf is in het vigerende plan ook zo bestemd (zie hierna). Ook is de bestemmingslegging (plangrens) niet geheel correct overgenomen. Een aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan is nodig. Overweging Het perceel heeft in het bestemmingsplan "Oesterputten" een bestemming Bedrijfsdoeleinden met SBI-code 05, een subbestemming 'horeca' en 'detailhandel'. Er is een vrijstelling verleend voor een uitgebreider horeca gebruik. De plangrens vraagt afstemming. Conclusie De bestemming van het perceel dient zodanig te worden aangepast dat zowel de bedrijfsfunctie als de horecafunctie juridisch-planologisch is geregeld. In het bestemmingsplan is vanwege het gebruik als horeca primair de bestemming Horeca gelegd. De bedrijfsmatige functie is juridisch planologisch bevestigd met een functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - visserijproducten en schaal- en schelpdieren'. Het oorspronkelijke gebruik zoals dat nu in het bestemmingsplan Oesterputten is geregeld, is daarmee bestendigd. De plangrens en de bestemmingslegging zijn aangepast. Keurzonering Gebleken is dat niet de vigerende Keur is opgenomen op de verbeelding. Overweging De vigerende Keurzonering dient opgenomen te worden op de verbeelding. Conclusie De verbeelding moet aangepast worden aan de vigerende Keur. Natuurtoets In verband met de wijzigingsbevoegdheid voor uitbreiding van het aantal ligplaatsen is een voortoets uitgevoerd. De natuurtoets is hierop aangevuld. In de bijlage is de rapportage opgenomen. Uniformiteit met de overige bestemmingsplannen Overweging Er is in de toelichting en regeling waar noodzakelijk uniformiteit gezocht met de actualisatie van de overige bestemmingsplannen voor de gemeente (zoals Kruiningen, Molenpolder e.a.) en het bestemmingsplan Buitengebied. Conclusie Dit heeft geleid tot enkele kleine redactionele aanpassingen van regels en toelichting.

67 65 Redactionele aanpassingen De toelichting en regels zijn redactioneel aangepast aan de hand van enkele tekstuele opmerkingen na doornemen van het voorontwerpbestemmingsplan door de ambtelijke dienst van de gemeente en van overige instanties. 8.5 Vaststellingsprocedure Inleiding Ter visie legging Het ontwerpbestemmingsplan Havens Yerseke heeft van donderdag 17 januari 2013 tot en met woensdag 27 februari 2013 ter visie gelegen. Tevens zijn de wettelijke overlegpartners (op grond van artikel 3.1.1, lid 1, van het Bro) op de hoogte gebracht van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan. Gedurende de periode van terinzagelegging is aan een ieder gelegenheid gegeven een zienswijze over het ontwerp kenbaar te maken aan de gemeenteraad. Er zijn binnen de daarvoor gestelde termijn 2 zienswijzen ingediend. Het betreft een zienswijze van de Yerseke Group en Bouwraadhuis (namens cliënt Scheepswerf Van Os B.V.). Voor de beantwoording van de zienswijzen wordt verwezen naar paragraaf van het bestemmingsplan. De zienswijzen zijn in deze paragraaf samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. Ook is aangegeven of en zo ja op welke wijze het bestemmingsplan naar aanleiding van de zienswijze is aangepast. Leeswijzer paragraaf 8.5.2, beantwoording zienswijzen: de zienswijzen zijn in deze paragraaf samengevat en worden beantwoord; paragraaf 8.5.3, ambtelijke wijzigingen: in deze paragraaf is aangegeven welke wijzigingen in het definitieve bestemmingsplan zijn opgenomen naar aanleiding van ambtelijke input en de meest recente inzichten Beantwoording zienswijzen Zienswijze 1: Yerseke Group Samenvatting zienswijze Het bedrijf Yerseke Group is onder meer eigenaar van een botenlift aan de Meerpaalweg 19 in Yerseke. Naast de botenlift heeft het bedrijf een wasplaats voor boten op de kade en een vlonder in het water. Met de botenlift worden schepen in en uit het water gehesen, op de wasplaats worden deze schepen schoongespoten en onderhouden. Deze installatie is sinds 2006 in bedrijf. De totale hoogte van de botenlift is 20 meter. Op de verbeelding wordt voor de botenlift een maximale hoogte aangegeven van 10 meter. De indiener van de zienswijze vraagt het bestemmingsplan zodanig aan te passen dat de werkzaamheden waarvoor deze installatie vergund is, onbelemmerd doorgang kunnen vinden. Reactie Voor de botenlift is een bouwvergunning afgegeven onder nummer R 2006/072 waarin een maximale bouwhoogte is opgenomen van 20 meter. Op de verbeelding is een hoogte aanduiding voor de botenlift opgenomen van 10 meter, deze hoogte doet geen recht aan de afgegeven bouwvergunning en dient aangepast te worden. Conclusie In het plangebied bevinden zich twee botenliften te weten aan de Kettingweg en aan de Meerpaalweg. De zienswijze heeft ertoe geleid dat de botenliften locatiespecifiek zijn voorzien van een eigen aanduiding met bijbehorende regeling:

68 66 Meerpaalweg 19: (sb - hak - 1); Kettingweg 5: (sb - hak - 2). Zienswijze 2: Bouwraadhuis namens cliënt Scheepswerf Van Os B.V. Samenvatting De zienswijze wordt begeleid met een presentatieboekje waarin 2 uitbreidingen van de bedrijfsbebouwing zijn gepresenteerd. a. Verzoek om ter plaatse van de eerste visserijboxen aan de Ankerweg de maximale goot - boeibordhoogte van 3 meter en maximale bouwhoogte van 7 meter te verhogen naar een maximale goot of boeibordhoogte van 8 meter. b. Verzoek voor uitbreiding van het bouwblok ter plaatse aan de Dregweg ten behoeve van de realisatie van meer overdekt oppervlak voor expeditie en opslagruimte. Reactie a. De uitbreiding betreft een ophoging van de bestaande bebouwing en past in het algemeen ruimtelijk beeld, de functies zijn passend binnen de geldende bestemming. De uitbreiding van de bouwhoogte ligt binnen het bouwvlak en de bebouwing zal weg vallen achter de bestaande hogere bebouwing. Gezien de dringende ruimtebehoefte van de scheepswerf ten behoeve van opslag- kantoor en personeelsruimten wordt ter plaatste van de visserijboxen aan de Ankerweg de maximale goot boeibordhoogte verhoogd naar 8 meter. b. Het bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter, gezien de complexiteit van dit verzoek (bereikbaarheid van twee aanlegsteigers en parkeerproblematiek) kan dit verzoek niet worden gefaciliteerd binnen deze bestemmingsplanprocedure. Er dient een separaat principeverzoek voor dit verzoek ingediend te worden. Conclusie a. De zienswijze heeft geleid tot een aanpassing van de hoogteaanduiding op de verbeelding ter plaatse van de visserijboxen. Er wordt een bouwhoogte van 8 meter opgenomen. b. De zienswijze heeft niet geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan Havens Yerseke. Via een separaat juridisch-planologische procedure wordt beoordeeld of uitbreiding van het bouwblok mogelijk kan worden geacht Ambtshalve aanpassingen De onderstaande ambtshalve wijziging is (naast diverse verbeteringen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan in de vorm van verbeteringen van verwijzingen, schrijf- en spelfouten) doorgevoerd: Waterkering Buitendijks is ter hoogte van de Ankerweg een fietspad aangelegd. Dit fietspad is aan te merken als een recreatief fietspad en dient als zodanig te worden opgenomen op de verbeelding en in de regels. Aan artikel 10, lid 1 wordt sub d toegevoegd: buitendijkse fietspaden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer buitendijkse fietspaden.

69

70

71 69 Bijlage 1 Voortoets Jachthaven Yerseke

72 70

73 Reimerswaal Jachthaven Yerseke Voortoets identificatie planstatus projectnummer: datum: status: definitief projectleider: ir. H.G. van der Aa auteur: mw. drs. L.M. de Ruijter

74

75 Inhoud van de toelichting 1. Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Projectbeschrijving 2. Toetsingskader 2.1. Vogel- en Habitatrichtlijn 2.2. Natuurbeschermingswet Toetsingscriteria 3. Natura 2000-gebied Oosterschelde 3.1. Algemeen 3.2. Kernopgaven 3.3. Instandhoudingsdoelstellingen 3.4. Voorkomen natuurwaarden nabij plangebied Habitattypen Habitatsoorten Broedvogels en niet-broedvogels 3.5. Recreatie 4. Effectbeschrijving 4.1. Verontreiniging 4.2. Verstoring door geluid, licht of trilling 4.3. Optische verstoring 4.4. Mechanische verstoring 5. Conclusie Adviesbureau RBOI

76 2 Inhoud van de toelichting Adviesbureau RBOI

77 1. Inleiding Aanleiding De gemeente Reimerswaal actualiseert momenteel het bestemmingsplan voor de havens van Yerseke. In het plan wil de gemeente een wijzigingsbevoegdheid opnemen voor een herschikking van de beroepsvaart, waardoor het mogelijk is om maximaal 60 ligplaatsen voor de recreatievaart te creëren. Ten behoeve van deze wijzigingsbevoegdheid is het noodzakelijk dat vanwege de ligging tegen het Natura 2000-gebied Oosterschelde vooraf een Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt opgesteld. In deze Voortoets wordt bepaald of er significante effecten te verwachten zijn op de beschermde natuurwaarden van de Oosterschelde of dat deze kunnen worden uitgesloten. Figuur 1.1 Grens (geel) Natura 2000-gebied Oosterschelde nabij plangebied Adviesbureau RBOI

78 4 Inleiding 1.2. Projectbeschrijving In de bestaande jachthaven van Yerseke komt in de toekomst mogelijk ruimte vrij voor extra ligplaatsen voor de recreatievaart. Deze ruimte ontstaat in het middelste havenbekken van de bestaande jachthaven, doordat in de toekomst de beroepsvaart mogelijk verplaatst wordt naar het noordelijke havenbekken. In het bestemmingsplan wordt hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Er zijn nog geen concrete plannen of ontwerpen beschikbaar. Voor deze voortoets wordt er vanuit gegaan dat de nieuwe situatie vergelijkbaar wordt met de bestaande situatie in de jachthaven. Ten behoeve van deze ligplaatsen worden overwegend drijvende steigers geplaatst. Er worden maximaal 60 nieuwe ligplaatsen gecreëerd Adviesbureau RBOI

79 2. Toetsingskader Vogel- en Habitatrichtlijn Op Europees niveau bestaan twee richtlijnen die bepalend zijn voor het natuurbeleid in de verschillende lidstaten: de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. De Europese Vogelrichtlijn 1) is opgesteld in 1979 en heeft als doelstellingen: - Beschermen van alle in het wild levende vogels en hun leefgebieden; extra bescherming trekvogels en bedreigde vogelsoorten door aanwijzing Speciale Beschermingszones (SBZ's); - Opstellen beheersmaatregelen om de SBZ's in gunstige staat van instandhouding te houden of te brengen (instandhoudingsdoelen); - Passende beoordeling van gevolgen van plannen of projecten, rekening houdend met de instandhoudingsdoelen. De Habitatrichtlijn 2) is in 1992 opgesteld ter bevordering van de biodiversiteit in Europa. De doelstellingen van de Habitatrichtlijn luiden: - Bescherming biodiversiteit door Speciale Beschermingszones (SBZ's) aan te wijzen voor bedreigde planten en dieren (behalve vogels) en hun leefgebieden; - Opstellen beheersmaatregelen om de SBZ's in gunstige staat van instandhouding te houden of te brengen (instandhoudingsdoelen); - Passende beoordeling van gevolgen van plannen of projecten, rekening houdend met de instandhoudingsdoelen Natuurbeschermingswet 1998 In 1998 is een nieuwe Natuurbeschermingswet tot stand gekomen die zich, in tegenstelling tot de oude Natuurbeschermingswet van 1967, alleen op gebiedsbescherming richt. Al snel bleek dat in deze nieuwe wet onvoldoende rekening was gehouden met de Europese Vogelen Habitatrichtlijn. Daarom is in 2001 een wetsvoorstel tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 aan de Tweede Kamer aangeboden. De Eerste Kamer heeft op 18 januari 2005 de (gewijzigde) 'Natuurbeschermingswet 1998' aangenomen. Deze wetswijziging is op 1 oktober 2005 in werking getreden. 1 ) Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand 2) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna Adviesbureau RBOI

80 6 Toetsingskader Deze wet: - Verankert de Europese gebiedsbescherming van Natura 2000, bestaande uit Speciale Beschermingzones op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, in de Nederlandse wetgeving; - Vormt de wettelijke basis voor de aanwijzingsbesluiten met instandhoudingsdoelstellingen; - Legt de rol van het bevoegd gezag voor verlening van Natuurbeschermingswetvergunningen bij de provincies (in dit geval Gedeputeerde Staten van Zeeland). Vanaf dat moment verdween de afzonderlijke Vogel- en Habitatrichtlijn naar de achtergrond. Deze Europese regelgeving is nu geheel in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd: wat de soortenbescherming betreft door de Flora- en faunawet en wat de gebiedsbescherming betreft door de gewijzigde Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 houdt in hoofdzaak het volgende in. De minister van EL&I gaat over tot aanwijzing van gebieden zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn. In een aanwijzingsbesluit wordt de instandhoudingsdoelstelling bepaald. Hiertoe behoren in ieder geval de instandhouding van natuurlijke leefgebieden (Vogelrichtlijngebieden) en de instandhouding van natuurlijke habitats of populaties (Habitatrichtlijngebieden). De instandhoudingsdoelstelling kan echter ook betrekking hebben op behoud, herstel en ontwikkeling van natuurschoon of natuurwetenschappelijke waarden (Staats- c.q. Beschermde Natuurmonumenten). Met het oog op de instandhoudingsdoelstelling stellen Gedeputeerde Staten voor de betrokken gebieden een beheerplan vast. In dit beheerplan wordt aangegeven welke instandhoudingmaatregelen dienen te worden genomen. Een beheerplan geldt voor een periode van maximaal zes jaren en kan worden verlengd. Het is verboden zonder vergunning van Gedeputeerde Staten projecten te realiseren of 'andere handelingen' te verrichten, die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van het gebied kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben. Van verslechtering of verstoring is volgens de wet in ieder geval sprake, indien het betrokken project of de betrokken handeling tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het gebied kan leiden. Volgens de EU-handleiding treedt 'verslechtering' op, wanneer de door de habitat ingenomen oppervlakte afneemt of wanneer er een dalende lijn optreedt met betrekking tot de specifieke betekenis van een gebied voor de instandhouding van de habitat of de daarmee 'geassocieerde typische soorten' op lange termijn. Van 'verstoring' is volgens de EUhandleiding sprake, wanneer uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de soort het gevaar loopt niet langer een levensvatbare component van de natuurlijke habitat te blijven. Voor nieuwe projecten, handelingen of plannen, die afzonderlijk of in combinatie met andere projecten significante gevolgen voor het betrokken gebied kunnen hebben, wordt een 'Passende Beoordeling' gemaakt van de gevolgen voor het gebied. Daarbij wordt rekening gehouden met de instandhoudingsdoelstelling. Indien negatieve effecten van een project of handeling op een Natura 2000-gebied niet kunnen worden uitgesloten, is er sprake van vergunningplicht. Habitattoets en Passende Beoordeling Het is verboden zonder vergunning van Gedeputeerde Staten projecten te realiseren of andere handelingen te verrichten, die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de Adviesbureau RBOI

81 Toetsingskader 7 kwaliteit van een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben. Voor vergunningverlening is dan een habitattoets nodig. De eerste stap van de habitattoets betreft de oriëntatiefase waarin sprake is van een voortoets. Centraal staat dan de vraag of er een kans op een significant negatief effect is. Indien dit het geval is, dient aan de hand van een Passende Beoordeling dit effect te worden bepaald. Om voor vergunningverlening in aanmerking te komen, dient, wanneer significante gevolgen niet kunnen worden uitgesloten, vervolgens voldaan te worden aan de zogenaamde ADC-criteria: - Zijn er Alternatieven? - Is er sprake van een Dwingende reden van groot openbaar belang? - Zijn er Compenserende maatregelen voorzien? In het kader van de Natuurbeschermingswet dienen zowel de interne effecten (binnen Natura 2000) als de externe effecten (buiten Natura 2000) van het voornemen op de te beschermen soorten en habitats te worden onderzocht Toetsingscriteria Het plangebied is gelegen buiten het Natura 2000-gebied. De aspecten areaalverlies en versnippering zijn dan ook niet aan de orde. In de voortoets wordt wel nader ingegaan op de volgende toetsingscriteria: Verontreiniging; Verstoring door licht, geluid en trilling; Optische verstoring; Mechanische verstoring. Adviesbureau RBOI r

82 8 Toetsingskader Adviesbureau RBOI

83 3. Natura 2000-gebied Oosterschelde Algemeen Het gebied Oosterschelde is een onderdeel van het voormalige estuarium van de Schelde. In 1986 is de Oosterschelde van de zee afgesloten door een stormvloedkering, die de getijdenwerking nog in enige mate toelaat. Als gevolg van de getijdenstromen vinden erosieen sedimentatieprocessen plaats die resulteren in een wisselend patroon van schorren, slikken en droogvallende platen (het intergetijdengebied), ondiep water en diepe getijdengeulen. In de monding van de Oosterschelde bevinden zich de diepste stroomgeulen die plaatselijk een diepte bereiken van 45 meter. Tussen deze stroomgeulen en in het gebied ten oosten van de Zeelandbrug bevinden zich uitgestrekte gebieden met ondiepe wateren met zandbanken. In het oosten en noorden van het gebied komen grote oppervlakten slikken voor. Binnendijks worden langs de oever een groot aantal karrevelden, inlagen en kreekrestanten tot het gebied gerekend. Deze gebieden bestaan voornamelijk uit vochtige graslanden en open water. Het water, het intergetijdengebied en de binnendijks gelegen gebieden vormen tezamen het leefmilieu voor de rijke flora en fauna van het gebied. De grote variatie aan milieutypen in het gebied gaat gepaard met een grote diversiteit aan dieren plantensoorten. Genoemde variatie aan milieutypen wordt bepaald door factoren als getij, stroming, watertemperatuur, hoogteligging, waterkwaliteit en sedimentsamenstelling. Het gebied is in 2005 met 190 ha uitgebreid in het kader van een LIFE-project als onderdeel van het natuurontwikkelingsproject Plan Tureluur. Dit gebied is op 23 december 2009 door de minister van LNV (nu EL&I) definitief aangewezen als Natura 2000-gebied Kernopgaven Voor het gebied zijn de volgende kernopgaven geformuleerd: Kernopgaven Opgave landschappelijke samenhang en interne compleetheid (Noordzee, Waddenzee en Delta) Behoud of herstel ruimtelijke samenhang diep water, kreken, geulen, ondiep water, platen, kwelders of schorren, stranden en bijbehorende sedimentatie- en erosieprocessen. Behoud openheid, rust en donkerte. Voor vogels betekent dit voldoende rust en ruimte om te foerageren en voldoende rustige hoogwatervluchtplaatsen op korte afstand van foerageergebieden in het intergetijdengebied Rust- en foerageergebieden Behoud slikken en platen voor rustende en foeragerende niet-broedvogels zoals voor bonte strandloper A149, rosse grutto A157, scholekster A130, kanoet A143, steenloper A169 en eider A063 en rustgebieden voor gewone zeehond H1365 en grijze zeehond H1364. Adviesbureau RBOI

84 10 Natura 2000-gebied Oosterschelde 1.13 Voortplantingshabitat Behoud ongestoorde rustplaatsen en optimaal voortplantingshabitat (waaronder embryonale duinen H2110) voor bontbekplevier A137, strandplevier A138, kluut A132, grote stern A191 en dwergstern A195, visdief A193 en grijze zeehond H Diversiteit schorren en kwelders 1.19 Binnendijkse brakke gebieden 3.3. Instandhoudingsdoelstellingen Behoud (Waddenzee) en herstel (Delta) van schorren en zilte graslanden (buitendijks) H1330_A met alle successiestadia, zoet-zout overgangen, verscheidenheid in substraat en getijregime en mede als hoogwatervluchtplaats. Behoud en ontwikkeling kwaliteit binnendijkse brakke gebieden voor noordse woelmuis *H1340, broedvogels (kluut A132, sterns), overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) H7140_B, schorren en zilte graslanden (binnendijks) H1330_B (bijv. Yerseke Moer), brakke variant van ruigten en zomen (harig wilgenroosje) H6430_B en als hoogwatervluchtplaats. De Oosterschelde is aangewezen als Habitat- en Vogelrichtlijngebied. In tabel 3.1 zijn de instandhoudingsdoelstellingen voor dit gebied opgenomen. Tabel 3.1 Instandhoudingsdoelstellingen Instandhoudingsdoelstellingen SVI Landelijk Doelst. Opp.vl. Doelst. Kwal. Doelst. Pop. Habitattypen H1160 Grote baaien -- = > H1310A Zilte pionierbegroeiingen - > = (zeekraal) H1320 Slijkgrasvelden -- = = H1330A Schorren en zilte graslanden - = = (buitendijks) H1330B Schorren en zilte graslanden - > = (binnendijks) H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) - > > Habitatsoorten H1340 *Noordse woelmuis -- > = > H1365 Gewone zeehond + = > > Draagkracht aantal vogels Draagkracht aantal paren Broedvogels A081 Bruine Kiekendief + = = 19 A132 Kluut - = = 2000* A137 Bontbekplevier - = = 100* A138 Strandplevier -- > > 220* A191 Grote stern -- = = 4000* A193 Visdief - = = 6500* A194 Noordse Stern + = = 20 A195 Dwergstern -- = = 300* Niet-broedvogels A004 Dodaars + = = 80 A005 Fuut - = = Adviesbureau RBOI

85 Natura 2000-gebied Oosterschelde 11 A007 Kuifduiker + = = 8 A017 Aalscholver + = = 360 A026 Kleine Zilverreiger + = = 20 A034 Lepelaar + = = 30 A037 Kleine Zwaan - = = A043 Grauwe Gans + = = 2300 A045 Brandgans + = = 3100 A046 Rotgans - = = 6300 A048 Bergeend + = = 2900 A050 Smient + = = A051 Krakeend + = = 130 A052 Wintertaling - = = 1000 A053 Wilde eend + = = 5500 A054 Pijlstaart - = = 730 A056 Slobeend + = = 940 A067 Brilduiker + = = 680 A069 Middelste Zaagbek + = = 350 A103 Slechtvalk + = = 10 A125 Meerkoet - = = 1100 A130 Scholekster -- = = A132 Kluut - = = 510 A137 Bontbekplevier + = = 280 A138 Strandplevier -- = = 50 A140 Goudplevier -- = = 2000 A141 Zilverplevier + = = 4400 A142 Kievit - = = 4500 A143 Kanoet - = = 7700 A144 Drieteenstrandloper - = = 260 A149 Bonte strandloper + = = A157 Rosse grutto + = = 4200 A160 Wulp + = = 6400 A161 Zwarte ruiter + = = 310 A162 Tureluur - = = 1600 A164 Groenpootruiter + = = 150 A169 Steenloper -- = = 580 Legenda W Kernopgave met wateropgave Sense of urgency: beheeropgave Sense of urgency opgave m.b.t. watercondities SVI landelijk Landelijke Staat van Instandhouding (-- zeer ongunstig; - matig ongunstig, + gunstig) = Behoudsdoelstelling > Verbeter- of uitbreidingsdoelstelling =(<) Ontwerp-aanwijzingsbesluit heeft 'ten gunste van' formulering Adviesbureau RBOI r

86 12 Natura 2000-gebied Oosterschelde 3.4. Voorkomen natuurwaarden nabij plangebied Habitattypen Voor de effectbeoordeling in deze voortoets is met name het voorkomen van stikstofgevoelige habitattypen van belang, omdat areaalverlies op voorhand kan worden uitgesloten. Het habitattype Overgangs- en trilvenen is stikstofgevoelig. Dit habitatttype komt niet voor in de omgeving van Yerseke Habitatsoorten Noordse woelmuis De noordse woelmuis komt voor in vochtige tot uitgesproken natte vegetaties. Uit het profielendocument van het voormalig ministerie van LNV (2008) blijkt dat de soort in de periode uit het Deltagebied is verdwenen. De Noordse woelmuis wordt met name bedreigd door concurrentie met andere woelmuissoorten (veldmuis en aardmuis) en verruiging. Gewone zeehond De gewone zeehond komt met name voor bij de monding van de Oosterschelde, in en om de oliegeul (Reijnders et al, Alterra-rapport ) en in mindere mate op de overige platen in de Oosterschelde. Het gebied in en om de oliegeul waar de zeehonden voorkomen, is afgesloten voor de recreatievaart Broedvogels en niet-broedvogels De recreatievaart vindt hoofdzakelijk plaats in de periode 1 april tot 1 oktober. Voor de onderhavige effectbeoordeling is het van belang om te bepalen welke vogels in deze periode in de Oosterschelde aanwezig zijn. Uit het rapport Globale Effect Analyse Deltawateren blijkt dat het gaat om de Bergeend, Bontbekplevier, Groenpootruiter, Kanoet, Kluut, Rosse Grutto, Steenloper, Strandplevier, Tureluur, Wulp, Zilverplevier en Zwarte Ruiter Recreatie Hierna volgt een tabel met enkele watersportgegevens; hierin is het Oosterscheldegebied aangegeven in relatie tot het Deltagebied. Deze cijfers zijn gebaseerd op het rapport Watersport in het Deltagebied (Waterrecreatie Advies, 2004). Uitbreiding van de jachthaven Yerseke betekent voor de Oosterschelde een toename van het aantal ligplaatsen met 2,2%. Aangenomen wordt dat een toename van het aantal vaarbewegingen met name zal plaatsvinden in de recreatieperiode 1 april tot 1 oktober, met een piek in juli en augustus. 3 P.J.H. Reijnders, S.M.J.M. Brasseur en A.G. Brinkman, Habitatgebruik en aantalsontwikkelingen van gewone zeehonden in de Oosterschelde en het overig Deltagebied. Wageningen, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte. Alterrarapport Adviesbureau RBOI

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Noord-Beveland. Wijzigingsplan Stadspolder Kortgene

Noord-Beveland. Wijzigingsplan Stadspolder Kortgene Noord-Beveland Wijzigingsplan Stadspolder Kortgene Wijzigingsplan Stadspolder Kortgene Noord-Beveland wijzigingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1695.WPStadspolder2016-VA01

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Reimerswaal. Molenpolder. bestemmingsplan

Reimerswaal. Molenpolder. bestemmingsplan Reimerswaal Molenpolder bestemmingsplan Molenpolder Reimerswaal bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0703.07YeBPMolenpolder-va01 29-05-2012 voorontwerp 06-11-2012

Nadere informatie

Kapelle-Biezelinge 2e wijziging

Kapelle-Biezelinge 2e wijziging Kapelle-Biezelinge 2e wijziging Gemeente Kapelle bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0678.kapbiezWZ002-VAST 05-07-2011 ontwerp 15-05-2012 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: Ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKAchterkade4.ON01 Datum:

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied

1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied t.b.v. Bestemmingswijziging Zandstraat 134/134a Status: Vastgesteld INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding,

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Weverwijk 7 rood te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKWeverwijk7RD-ON01 Datum:

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' TOELICHTING In opdracht van Opgesteld door Auteur IMRO codering Datum Status Inhoudsopgave 1.1. Aanleiding en doel 1 1.2. Ligging van het plangebied

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Grote Bedrijventerreinen

Grote Bedrijventerreinen Grote Bedrijventerreinen Reimerswaal bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0703.GSBTBP-on01 20-01-2012 voorontwerp 04-12-2012 ontwerp projectnummer: 0703.008581.00

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Middelburg, 8 januari 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Locatie en project 2.1 Ligging plangebied 2.2 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Ankeveen, wijziging Stichtse Kade 47a en c, Ankeveen Toelichting

Bestemmingsplan Buitengebied Ankeveen, wijziging Stichtse Kade 47a en c, Ankeveen Toelichting Bestemmingsplan Buitengebied Ankeveen, wijziging Stichtse Kade 47a en c, Ankeveen Toelichting Pos Service Holland BV 19 februari 2013 Ontwerp A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. PLANNING & TRANSPORT

Nadere informatie

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum 1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Identificatie Planstatus identificatiecode datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMEERST-VG98 19 augustus 2011 vastgesteld HOOFDSTUK 1 Doel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro. Kortenhoevendijk 11, Lexmond

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro. Kortenhoevendijk 11, Lexmond Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro Kortenhoevendijk 11, Lexmond Planstatus: Identificatienr: vastgesteld NL.IMRO.0707.WPLXMKorhoedijk11-VA01

Nadere informatie

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot

Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot Discussienota Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot Probleemstelling Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinen gemeente Oirschot. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter visie gelegen.

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

bestemmingsplan Havens Stein, herziening 2014 Gemeente Stein datum: 26 juni 2014 projectnummer: R.2015 adviseur: Wle

bestemmingsplan Havens Stein, herziening 2014 Gemeente Stein datum: 26 juni 2014 projectnummer: R.2015 adviseur: Wle bestemmingsplan Havens Stein, herziening 2014 Gemeente Stein status: vastgesteld datum: 26 juni 2014 projectnummer: 101580R.2015 adviseur: Wle bron: www.atlasleefomgeving.nl VONDERWEG 14, 5616 RM EINDHOVEN

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Grote Bedrijventerreinen

Grote Bedrijventerreinen Grote Bedrijventerreinen Reimerswaal bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0703.GSBTBP-va01 20-01-2012 voorontwerp 04-12-2012 ontwerp projectnummer: 25-06-2013

Nadere informatie

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Toelichting. Bestemmingsplan. Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven Toelichting Bestemmingsplan "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" Gemeente Sliedrecht Fase: vaststelling Mei 2015 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding en doel 5 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Uitbreiding Theater De Willem

Uitbreiding Theater De Willem Stedenbouwkundige verkenning Uitbreiding Theater De Willem Gemeente Papendrecht, november 2008 Stedenbouwkundige Verkenning Onderwerp: Theater De Willem 1. Inleiding De mogelijkheden voor uitbreiding van

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas 1. Inhoud 1. Aanvraag... 3 2. Voorgenomen ontwikkeling... 3 3. Juridisch planologisch kader... 5 4. Motivering... 6 1. Aanvraag Ontwikkelaar

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016 Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING toelichting Juni 2016 Cluster Ruimtelijke Ontwikkeling 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: INLEIDING... 1 1.1. AANLEIDING... 1 1.2. DOEL EN PLANVORM... 1 1.3.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels en bijlagen Verbeelding 16 juli 2013

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN Versie 2, d.d. 18 augustus 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker Inhoud 1.

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Doel en aanleiding Verzoek Adriaans voor vestiging Adriaans heeft gevraagd om zich op

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 1.1. Het project 3 2. Beschrijving huidige en

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Octrooiweg 4 tot en met 12 Gemeente: Vlissingen Titel: Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Status: Vastgesteld TOELICHTING 1

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status De voorliggende ruimtelijke onderbouwing betreft een concept waarvoor een inspraakprocedure

Nadere informatie

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) O N T W E R P

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) O N T W E R P Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) O N T W E R P Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 16 juli 2014 Projectnummer 253.00.03.37.00

Nadere informatie

gebiedsontsluiting yerseke en kruiningen

gebiedsontsluiting yerseke en kruiningen gebiedsontsluiting yerseke en kruiningen STEDENBOUWKUNDIGE ONDERBOUWING 6 november 2017 SPACEVALUE ADVIES EN ONTWERP IN GEBIEDSONTWIKKELING 2 GEBIEDSONTSLUITING YERSEKE EN KRUININGEN stedenbouwkundige

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012 Pagina 2/27 Inhoudsopgave T oelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Afstemming op SVBP2012 1.3 Procedure 1.4 Onderdelen van deze herziening 6 6 6 6 6 Hoofdstuk 2 Aanpassingen aan het bestemmingsplan

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Kapelle-Biezelinge 3W

Kapelle-Biezelinge 3W Kapelle-Biezelinge 3W Kapelle wijzigingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0678.kapbiezWZ003-VAST 16-04-2012 ontwerp 02-08-2012 vastgesteld projectnummer: 130960.009023.00

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

B&W-voorstel. 1) Status

B&W-voorstel. 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: Ruimtelijke motivering voor transformatie voormalig kantoor Brabants Dagblad aan het Emmaplein naar 56 woonstudio s en 550 m2 kantoorruimte. 1) Status Het voorstel heeft betrekking

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Seminar Bureau Stedelijke Planning en Stibbe 22 september 2016 Jacqueline H.P. Vrolijk Projectleider herziening Ladder Waarom ook alweer de ladder? Einde

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. DOEL EN OPZET BESTEMMINGSPLAN... 3 1.1 AANLEIDING EN DOEL... 3 1.2 LIGGING EN BEGRENZING

Nadere informatie

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Skuniadyk 14 te Bakhuizen 28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E

Nadere informatie

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen Planstatus: vastgesteld Datum: 2015-09-22 Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Colofon Titel: Opdrachtgever: Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie Structuurvisie Noord-Holland Achtergrondinformatie Structuurvisie: waarom en wat? - Inwerkingtreding Wro 1 juli 2008 - elke overheidslaag stelt eigen structuurvisie op (thema of gebied) - structuurvisies

Nadere informatie

Toelichting. Bestemmingsplan. 'Geluidzone industrieterrein Sliedrecht' Gemeente Dordrecht Fase: vaststelling - 1 -

Toelichting. Bestemmingsplan. 'Geluidzone industrieterrein Sliedrecht' Gemeente Dordrecht Fase: vaststelling - 1 - Toelichting Bestemmingsplan 'Geluidzone industrieterrein Sliedrecht' Gemeente Dordrecht Fase: vaststelling - 1 - - 2 - Inhoudsopgave toelichting HOOFDSTUK 1 Inleiding 5 HOOFDSTUK 2 Plangebied 6 HOOFDSTUK

Nadere informatie

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief

Nadere informatie

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat 2013 Gemeente Asten status: vast te stellen datum: 7 augustus 2013 projectnummer: 202080R.2013 adviseur: Jke Image 2013 Aerodata International Surveys INHOUD

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

Havenkwartier, 1e partiële herziening

Havenkwartier, 1e partiële herziening Havenkwartier, 1e partiële herziening vastgesteld bestemmingsplan Havenkwartier, 1e partiële herziening Inhoudsopgave T oelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 Inleiding Aanleiding Motivering Hoofdstuk 2 2.1 2.2

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland Toelichting Bijlagen Regels Bijlage

Nadere informatie

Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg. ontwerpbestemmingsplan. rboi. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening

Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg. ontwerpbestemmingsplan. rboi. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening Sliedrecht Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg ontwerpbestemmingsplan rboi 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening an Sliedrecht Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg

Nadere informatie

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Saskia Jansma van 8

Saskia Jansma van 8 Moeniswerverpad 1 Ruimtelijke Onderbouwing Saskia Jansma 21-11-2017 Bijlage II VO-2017-039 1 van 8 Inhoudsopgave 1 Ruimtelijke Onderbouwing 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Huidige situatie

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2. Gemeente Eijsden - Margraten

Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2. Gemeente Eijsden - Margraten Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2 Gemeente Eijsden - Margraten Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2 Gemeente Eijsden - Margraten Toelichting Bijlage Regels Bijlage

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling *Z04630B9E6E* Registratienummer: Z -14-38204 / 39321 Ruimtelijke onderbouwing Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling Opgemaakt: 16 april 2015

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK GEMEENTE OLDEBROEK STRUCTUURVISIE PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK 188197 Inhoudsopgave 1 Beleidskader 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Beleidsmatige aspecten 5 2 Toetsingskader

Nadere informatie

Realiseren paardenbak

Realiseren paardenbak Realiseren paardenbak Ruimtelijke onderbouwing Langereis 25 Hoogwoud Ontwerp Bakker Zwollo-de Wilt juristen Locatie: Langereis 25 Hoogwoud Opgesteld door: Mw. drs. I.A. Zwollo Bakker Zwollo-de Wilt juristen

Nadere informatie

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Introductie Plaats van de Ladder binnen het wettelijk kader Agenda Ladder duurzame verstedelijking Jurisprudentie

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Sterrenboschlaan (tussen 13 en 26) V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 23 maart 2015 Projectnummer

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. BOUW RECLAMEMAST MCDONALDS HUDSONWEG TE GOES

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. BOUW RECLAMEMAST MCDONALDS HUDSONWEG TE GOES RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. BOUW RECLAMEMAST MCDONALDS HUDSONWEG TE GOES Hoofdstuk 1. Inleiding. 1.1 Aanleiding DRG Vastgoed is voornemens om langs de Rijksweg A58, ter hoogte van de nieuwe aansluiting

Nadere informatie

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Inhoud Toelichting op wijzigingsplan 1. Beschrijving van het plan 2. Beleidskader 3. Omgevingsaspecten

Nadere informatie

Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied: Loswal Schellevis Beton

Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied: Loswal Schellevis Beton Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied: Loswal Schellevis Beton 1 2 1. Inleiding Toelichting Vanaf 7 december 2012 heeft het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Schellevis Beton gedurende

Nadere informatie