Ouders thuis en op school

Transcriptie

1 Leren in Antwerpen Les Ouders thuis en op school Over jouw rol als ouder 90 Minuten 5 tot 20 Ouders Opgelet Deze les heeft een voorbereiding nodig

2 Beginsituatie Kennismaking Indien de deelnemers nog geen andere modules volgden, kies voor kennismaking A Indien de deelnemers de module volgden rond de structuur van het onderwijs, kies voor kennismaking B Taalniveau In deze les wordt veel gewerkt met visueel materiaal. Voor de bespreking is een minimum kennis van het Nederlands vereist. In sectie 3.d. wordt gewerkt met een schoolreglement. Dit vergt goede leesvaardigheden van ouders. Haal dit stuk uit de les wanneer het taalniveau van de ouders onvoldoende is. Kennis over onderwijs Voor deze les is een minimum van kennis over onderwijs vereist. Geef hiervoor eerst les 1 zodat de ouders de structuur van het Vlaamse onderwijs kennen. Didactisch materiaal Aangeraden: Laptop met internetverbinding, DVD-speler en beamer Bijlage 3.1: DVD Klasse In de rugzak van de kleuter OF online video: Bijlage 3.2 Twee soorten brillen met Wat doet de juf? en Wat doen de kinderen? Bijlage 3.3a/b Kleurprenten Wat moet mijn kind al kunnen + correctiesleutel Bijlage 3.4a/b Kleurprent Boekentas + Kleurprenten Materiaal voor boekentas Bijlage 3.5 Schoolreglement Stedelijk onderwijs Bijlage 3.6 a/b Oudercontact Bijlage 3.7 Vertelkaart Bijlage 3.8 Foto s kennismakingsspel PowerPointpresentatie bij les 3 Bord of flipover Groene en rode kaarten Doelstellingen 3.1 De ouders weten dat spelen in de kleuterklas ook leren is 3.2 De ouders weten wat ze op school en thuis kunnen doen om hun kind te ondersteunen 3.3 De ouders weten dat het goed is om hun eigen taal te gebruiken als ze met hun kind praten maar dat Nederlands kennen een pluspunt is om in gesprek te gaan met de leerkrachten, andere ouders en vriendjes van hun kind 3.4 De ouders weten dat ouderbetrokkenheid een groot effect heeft op de ontwikkeling van hun kind 3.5 De ouders weten dat ze de leerkracht mogen aanspreken als ze vragen hebben 3.6 De ouders weten dat zittenblijven niet altijd de beste optie is en welke alternatieven er zijn 3.7 De ouders weten dat ze in het schoolreglement veel informatie kunnen vinden over de school en wat van hen verwacht wordt

3 Voorbereiding Maak voor elke ouder een kopie van bijlage 3.5 Het schoolreglement Stedelijk onderwijs Maak voor elke ouder een kopie van bijlage 3.6 a of b Wat wordt er besproken op een oudercontact Bronnen Klasse Schoolreglement Stedelijk onderwijs Samen tot aan de meet

4 Lesverloop 1. Kennismaking 2. Wat doet mijn kind in de kleuterschool? 3. Wat kan ik thuis doen om mijn kind te ondersteunen? 3.A Hoe bereid je je kind voor? 3.B Als je kind al naar school gaat 3.C Het schoolreglement 4. Wat kan ik op school doen om mijn kind te ondersteunen? 5. Achtergrondinformatie bij les 3 1. Kennismaking 15 minuten Indien de deelnemers elkaar niet kennen en nog geen andere modules volgden Op een tafel liggen allerlei foto s (bijlage 3.8). De ouders krijgen de opdracht om een foto te kiezen die voor hen verbeeldt wat onderwijs voor hen betekende. De deelnemers stellen zich voor aan de hand van deze foto. Deze voorstelling kan in kleine groepjes of in een grote groep gebeuren. Indien de deelnemers elkaar wel kennen Op een tafel liggen allerlei foto s (bijlage 3.8), de ouders krijgen de opdracht om een foto te kiezen die voor hen verbeeldt wat onderwijs voor hen betekende. Ze vertellen in de kleine of in de grote groep waarom ze de foto kozen. De ouders krijgen op die manier een beeld van wat onderwijs voor verschillende mensen betekent. Dit is een mooi vertrekpunt om te vergelijken met het Vlaamse onderwijs. Wat loopt gelijk/ wat is verschillend? 2. Wat doet mijn kind in de kleuterschool? (doelstelling 3.1) Aangeraden: Laptop met internetverbinding, DVD-speler en beamer Bijlage 3.1: DVD Klasse in de rugzak van de kleuter OF Online video: Bijlage 3.2 Twee soorten brillen met Wat doet de juf en Wat doen de kinderen 15 minuten De Vlaamse arbeidsmarkt vraagt hooggeschoolde mensen en ons Vlaamse onderwijs behoort tot het beste ter wereld. Om te zorgen dat je kind alle kansen krijgt is het belangrijk dat het start in de kleuterklas. Verdeel de groep in vier gelijke groepjes. 1

5 ... vervolg: 2. Wat doet mijn kind in de kleuterschool? (doelstelling 3.1) We kijken nu even naar een film waarop je kan zien wat kinderen in de kleuterklas doen. Neem twee groepen samen zodat je twee grotere groepen bekomt. Geef één groep een bril met Wat doet de juf? en de andere een bril met Wat doen de kinderen?. Speel de video In de rugzak van de kleuter af via de dvd of online via Deze video is vertaald in 7 verschillende talen. Probeer te onthouden wat er gebeurt bij de kinderen en de juf. De groepjes krijgen de tijd om alles op te sommen. Alle informatie wordt op het bord verzameld en verder besproken. Volgende leeractiviteiten komen aan bod: De juf helpt de kinderen zich uitkleden (handschoenen, jas) toont een aapje met een lampje in de mond (humor) helpt de kinderen om aan elkaar te voelen met een blinddoek op helpt de kinderen naar de WC te gaan (op vaste tijdstippen) helpt de kinderen hun jas aan te trekken voor de speeltijd (zelfredzaamheid stimuleren) knuffelt de kinderen vaak (affectieve band met de kinderen opbouwen) praat op het einde van de dag met de ouders van de kinderen moedigt de kinderen aan geeft structuur aan de kinderen (dagstructuur en hiërarchische structuur) heeft aandacht voor elk kind De kinderen spelen met licht (zaklamp ontdekken) (experimenteren) voelen aan elkaar met een blinddoek op (blindemannetje) (zintuigen ontdekken) plassen op het potje kunnen soms zelf hun jas aandoen. Andere kinderen hebben nog hulp nodig van de juf gaan in de rij staan (Benadruk dat de kinderen niet enkel van de juf leren maar ook van de andere kinderen. Dit voordeel heb je thuis niet) spelen op de speelplaats (fietsen, springen op een bal, ) kindje springt over de plas (grove motoriek) leren keuzes maken leren wachten (sociale vaardigheden) 2

6 Naamloos /08/ :30:25... vervolg: 2. Wat doet mijn kind in de kleuterschool? (doelstelling 3.1) Tussendoortje ( optioneel) Mijn kind gaat naar de kleuterklas want het leert (net zoals spelletje ik ga op reis en ik neem mee) Een groep vult iets aan bv. knippen. De volgende groep herhaalt en vult aan met een extraatje bv.: mijn kind gaat naar de kleuterklas want het leert knippen en samen spelen. 3.Wat kan ik thuis doen om mijn kind te ondersteunen? (doelstelling 3.3) Affiche 2.1 uit les 2 Autonome scholen Bijlage 2.1 uit les 2 Kindjes van 3 verschillende groottes 15 minuten Jouw rol als mama/papa is heel belangrijk. Maak opnieuw gebruik van affiche 2.1. en de kindjes van 3 verschillende groottes (bijlage 2.1) of projecteer slide 2 van de PowerPoint-presentatie bij les 3. Leg uit dat in een basisschool kinderen doorstromen, maar ook van school mogen veranderen. 2.1 AUTONOME KLEUTERSCHOOL Lagere school AANMELDEN / INSCHRIJVEN Kleuterschool 3.a Hoe bereid je je kind voor? Bijlage 3.3 Kleurprenten Wat moet mijn kind al kunnen Bijlage 3.4a/b Kleurprent Boekentas + Kleurprenten Materiaal voor boekentas Slide 3 van de PowerPointpresentatie bij les 3 XX minuten Wat kan je allemaal doen? Wat heeft je kind nodig? Elke groep krijgt een andere opdracht; indien het een taalzwakkere groep is, kan je opteren om de opdrachten samen te doen 3

7 ...vervolg: 3.Wat kan ik thuis doen om mijn kind te ondersteunen? (doelstelling 3.3) Groep 1 en 2: Groep 1 en groep 2 worden samen genomen en vormen één grote groep. Wat moet mijn kind al kunnen voor het naar de kleuterschool gaat en wat kan ik doen om mijn kind voor te bereiden? Deel bijlage 3.3a uit aan de ouders van groep 1 en 2. De groepjes krijgen kleurprenten met zaken die hun kind al dan niet moet kunnen als het naar de kleuterschool gaat. Het is vooral de bedoeling een dialoog op te wekken tussen ouders en niet zozeer om juiste of foute antwoorden te geven. Opdracht 1: Geef de ouders de opdracht in groep uit te maken of deze zaken al nodig zijn of niet. Opdracht 2: Laat de ouders bedenken hoe ze hun kind deze zaken kunnen aanleren door hen hierin thuis te ondersteunen. Gebruik bijlage 3.3b als correctiesleutel. Oefen samen om de jas aan te doen en de boekentas dicht te maken. Is helemaal niet nodig. Dit leren ze in de kleuterschool. Zet de boekentas in de woonkamer. Laat je kleuter eens drinken uit een drinkbus of eten uit een brooddoos. Is helemaal niet nodig maar het is wel goed dat je kind ook thuis Nederlands krijgt aangeboden. (Vlaamse televisie, voorlezen in het Nederlands) Laat je kind een paar keer bij familie of vrienden spelen. Zo went het aan spelen zonder mama of papa. Je kind ervaart dat je weggaat en dan weer terugkomt. Is helemaal niet nodig. Probeer je kind gewoon te maken om op het potje te gaan. Is niet nodig. Laat je kind een paar keer bij familie of vrienden spelen. Zo went het aan spelen zonder mama of papa. Je kind ervaart dat je weggaat en dan weer terugkomt. Is helemaal niet nodig. 4

8 ...vervolg: 3.Wat kan ik thuis doen om mijn kind te ondersteunen? (doelstelling 3.3) Laat je kind een paar keer bij familie of vrienden spelen. Zo went het aan spelen zonder mama of papa. Je kind ervaart dat je weggaat en dan weer terugkomt. Is helemaal niet nodig. Test of je kind al minstens een halve dag wakker kan blijven. Indien kinderen niet naar de kribbe gaan, kan je aan ouders voorstellen om eens naar een inloopteam zoals De Speelbrug te gaan. Daar kunnen ze samen leren spelen. Cuylitsstraat 22a, 2018 Antwerpen Voor een overzicht van alle inloopteams: ga naar Groep 3 en 4: Groep 3 en 4 vormen één grotere groep. Wat stop ik in het boekentasje van mijn kind? Deel bijlage 3.4a en 3.4b uit aan de ouders. Deze bestaat uit een prent van een boekentas en een aantal kleurplaten. De ouders beslissen wat wel en wat niet in een boekentas thuishoort door de prenten op of naast de boekentas te leggen. Na de activiteiten wordt er gevraagd aan elke groep of ze een ouder kunnen afvaardigen die kan uitleggen aan de andere groep wat ze gevonden hebben. Tips voor ouders: Projecteer slide 3.1 Hoe kan ik mijn kind voorbereiden op de kleuterschool van de PowerPointpresentatie van les 3 Laat je kind een paar keer bij familie of vrienden spelen. Zo went het aan spelen zonder mama of papa. Je kind ervaart dat je weggaat en dan weer terugkomt. Ga samen met je kleuter kijken in de kleuterklas. Veel scholen organiseren een onthaalmoment voor nieuwe kleuters. Vertel regelmatig over de kleuterschool. Doe dat enthousiast, maar stel de school ook niet overdreven positief voor. Maak duidelijk wat er de eerste schooldag zal gebeuren. Oefen samen om de jas aan te doen en de boekentas dicht te maken. Zet de boekentas in de woonkamer. Laat je kleuter eens drinken uit een drinkbus of eten uit een brooddoos. 5

9 3.B Als je kind al naar school gaat Stellingenspel Rode en een groene kaarten 15 minuten De ouders spelen dit spel in het kleine team. Dus: team 1, 2, 3 en 4 apart. Elk team krijgt een groene en een rode kaart. Als de deelnemers akkoord gaan dan steken ze de groene kaart omhoog. Als ze niet akkoord gaan dan steken ze de rode kaart omhoog. Stelling 1: Het is belangrijk dat ik altijd Nederlands spreek met mijn kinderen. (doelstelling 3.3) Antwoord: Fout (de rode kaarten zijn correct) Wetenschappelijk onderzoek vertelt ons dat het goed is om met je kinderen je eigen taal te spreken, ook als dit niet het Nederlands is. Het is wel goed om voldoende Nederlands te kennen zodat je kan communiceren met de school, met andere ouders, in je buurt. Op die manier voelt je kind zich vlug thuis. Stelling 2: Ik moet weten wat mijn kind leert. (doelstelling 3.4) Antwoord: juist (groene kaart is correct) Het is goed te weten wat jouw kind leert. Zo kan je jouw kind het best ondersteunen. Je komt te weten wat jouw kind leert in de infomomenten van de school, de oudercontacten, het *over-en weerschriftje, agenda Stelling 3: Als mijn kind gepest wordt, ga ik naar de politie of spreek ik de ouder aan (doelstelling 3.5) 6 Antwoord: Fout (de rode kaarten zijn correct)

10 ...vervolg: c) Als je kind al naar school gaat De eerste stap is een gesprek met de leerkracht. Bekijk met hem/haar wat er gebeurde, hoe hij/zij kijkt naar het probleem. Geef aan wat jouw kind voelt, wat jouw kind vertelt. Misschien komen jullie op deze manier al een heel eind verder. De school heeft als opdracht om te zorgen dat jouw kind zich goed en veilig voelt. Kom je er niet uit met de leerkracht dan kan je terecht bij de directie of bij het CLB. Stelling 4: Het oudercontact is enkel voor ouders van kinderen die leermoeilijkheden hebben op school. (doelstelling 3.8) Antwoord: Fout (de rode kaarten zijn correct) Tijdens een oudercontact leer je meer over je kind, niet alleen over leermoeilijkheden of problemen maar ook over de interesses van je kind, over hoe hij/zij is in de klas en op de speelplaats. Voor de opvoeding en ontwikkeling van je kind zijn de school en jij partners. Dus is het belangrijk om regelmatig contact te hebben met de school of met de juf. Stelling 5: Het is belangrijk dat ik mee help op het schoolfeest of een andere activiteit (Doelstelling 3.2) Antwoord: juist (groene kaart is correct) Meehelpen op school of in de klas geeft je een beter beeld van de school, de leerkracht en op hoe je kind is op school. Het is ook belangrijk dat jij je goed voelt op school, dat is immers erg belangrijk voor je kind. Maar voel je zeker niet schuldig als het niet lukt. Stelling 6: Zittenblijven is altijd een goede manier om alle kinderen evenveel kansen te geven (Doelstelling 3.7) Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist) 7

11 ...vervolg: c) Als je kind al naar school gaat Leerlingen die dubbelen zijn bij de start van hun bisjaar vaak beter in rekenen en lezen. Onderzoek vertelt ons dat vele leerlingen die dubbelden verder in de lagere school minder vooruit gaan en soms zelfs opnieuw achterop hinken. Voor vele kinderen is zittenblijven niet goed voor hun zelfvertrouwen. Bij de keuze van je school, kan je horen hoe jouw school kijkt naar zittenblijven. Vindt de school dat je kind moet blijven zitten en zijn er geen alternatieven? Vraag dan aan de leerkracht hoe hij/zij ervoor zal zorgen dat je kind de lessen opnieuw boeiend gaat vinden. Stelling 7: Mijn kind moet zijn huistaken zelf maken, de leerkracht moet deze huistaken verbeteren. Antwoord: juist (groene kaart is correct maar maar In principe moet jouw kind zin/haar huiswerk zelfstandig maken. Maar dit wil niet zeggen dat je jouw kind niet kan helpen bij het maken van het huiswerk. Het is vooral belangrijk dat je interesse toont en laat blijken dat je leren belangrijk vindt. Het is ook goed dat je controleert of het huiswerk gemaakt is. Stelling 8: Als mijn kind ziek is blijft het thuis. Antwoord: juist (groene kaart is correct) Kleuters ontwikkelen weerstand tegen ziektes door het contact met elkaar en met elkaars microben. Als je kleuter licht verkouden is, hoef je hem niet thuis te houden. Is hij koortsig? Dan kan hij beter thuis uitzieken. Werkende ouders kunnen daarvoor een beperkt aantal dagen omstandigheidsverlof opnemen. Informeer ernaar bij je werkgever. Sommige ziekenfondsen, OCMW s, gemeenten en werkgevers organiseren opvang voor zieke kinderen. Een doktersattest is niet nodig in de kleuterschool. Maar het is handig voor de meester of juf als je de school verwittigt dat er die dag een kleuter minder is. 8

12 ...vervolg: c) Als je kind al naar school gaat Stelling 9: De *engagmentsverklaring en het *schoolreglement van de school moet ik tekenen als ik wil dat mijn kind naar die school gaat. Antwoord: juist (groene kaart is correct) Als je wil dat jouw kind naar school gaat op die school moet je de engagementsverklaring en het schoolreglement van de school tekenen. In de engagementsverklaring staan afspraken tussen ouders en de school. De school belooft om de ouders goed in te lichten over schoolse zaken. Jij als ouder belooft om betrokken te zijn bij de school. De engagementsverklaring wordt opgenomen in het schoolreglement. Hierin staan afspraken over 4 thema s: oudercontact, voldoende aanwezigheid, individuele begeleiding en de onderwijstaal (wordt verder uitgewerkt in punt 3.d) Stelling 10: Ik stel mijn kind geen vragen over school. Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist) Het is goed om elke dag na school aan je kind te vragen hoe het is geweest en wat het heeft gedaan. Zo weet jij waar je kind mee bezig is en kan je hier eventueel thuis op inspelen. Voor kleuters die nog niet gemakkelijk kunnen praten over wat ze hebben gedaan, kan je een vertelkaart gebruiken. (bijlage 3.7) 3.C Het schoolreglement (doelstelling 3.8) Bijlage 3.5 Schoolreglement Stedelijk onderwijs Slide 4 van de PowerPointpresentatie bij les minuten Bezorg elke ouder een kopie van het *schoolreglement (Bijlage 3.5). Vertel de ouders nadrukkelijk dat dit een voorbeeld is en dat de reglementen van andere scholen en andere netten er anders kunnen uitzien. Ze verschillen inhoudelijk van elkaar maar ouders vinden wel steeds in grote lijnen dezelfde informatie over een specifieke school. Als ouder ga je akkoord met het reglement wanneer je je kind inschrijft in een school. 9

13 Projecteer slide 4 Wat moet in het *schoolreglement te vinden zijn van de PowerPointpresentatie bij les 3. Wat moet steeds in een *schoolreglement te vinden zijn? 1. Wat mag en wat mag niet? Hier vind je het orde- en tuchtreglement voor de leerlingen: a) wat mag en wat mag niet? b) hoe straft de school? c) hoe kunnen ouders reageren als ze niet akkoord gaan? 2. Geslaagd of niet geslaagd? Hier vind je: a) hoe de school getuigschriften toekent b) wat je kan doen als je niet akkoord gaat 3. Mijn kind kan lange tijd niet naar school Je leert hoe onderwijs aan huis wordt georganiseerd (voor langdurig zieke kinderen) 4. Mijn kind is ziek Hier vind je wat je moet doen bij afwezigheid en wat de afspraken zijn voor kinderen die te laat komen. 5. Praktische afspraken Je vindt in het reglement ook de afspraken in verband met huiswerk, agenda s en rapporten. Oefening: op zoek in het reglement Lees de volgende vragen voor aan de ouders en geef hen nadien de volgende opdracht mee. 15 minuten Basis: Help de ouder bij het zoeken van de antwoorden op de vragen door samen op zoek te gaan. Extra: Laat de ouders zelf op zoek gaan naar het antwoord in de tekst. Welk schoolmateriaal is gratis en moet een ouder niet zelf aankopen? Leerboeken, schriften, passers, schrijfgerief, knutselmateriaal, muziekinstrumenten, Waar vind je het? Reglement Stedelijk Onderwijs: pagina 15 hoofdstuk 4. Wat kost de school: 4.1 Wat is gratis en wat moet je betalen? 10

14 ...vervolg: c) Als je kind al naar school gaat Moet een kind een briefje van de dokter hebben als het afwezig is in de kleuterschool? Is uw kind afwezig op de kleuterschool? Dan hoeft u hiervoor geen briefje van de dokter aan de school te geven. OPGELET! Een kind van 6 jaar in de kleuterschool heeft leerplicht. Als uw kind 6 jaar is in de kleuterschool en 4 opeenvolgende dagen ziek is, moet u wel een briefje van de dokter geven aan de school. Waar vind je het? Reglement stedelijk onderwijs: pagina 18 hoofdstuk 5: Goede afspraken: 5.1: Aanwezig of afwezig 4. Wat kan ik op school doen om mijn kind te ondersteunen? (doelstelling 3.8) Het oudercontact Een oudercontact is een gesprek met de leerkracht van je kind. Het gesprek vindt plaats op school. De leerkracht zal jou vertellen hoe het gaat met je kind op school. Je kan ook zelf vragen stellen aan de leerkracht om informatie te krijgen over hoe je kind is op school en waar het goed of minder goed in is. Je kan de leerkracht ook vertellen hoe het gaat met je kind thuis; zo kan je vergelijken tussen thuis en op school. Rollenspel oudercontact Bijlage 3.6 a of 3.6 b Oudercontact 15 minuten Deel afhankelijk van het taalniveau van de doelgroep de kopies van bijlage 3.6 a of 3.6 b Oudercontact uit. Bijlage 3.6 a is voor taalzwakkere ouders. De thema s van het oudercontact worden begeleid met pictogrammen. Bijlage 3.6 b is voor sterkere ouders. Overloop samen met een taalzwakkere groep welke zaken er aan bod kunnen komen op een oudercontact. 11

15 ...vervolg: Wat kan ik op school doen om mijn kind te ondersteunen? Geef de ouders de opdracht om per twee een rollenspel te spelen met één ouder als leerkracht van het kind en de andere als ouder van hun kind. Ze kunnen hierbij de fiche gebruiken als hulpmiddel om vragen te bedenken. Geef mee dat zowel de leerkracht als de ouder in het rollenspel vragen moeten stellen waarbij de andere een fictief antwoord geeft. Ouders die zich zeker voelen mogen aan het einde van de les het rollenspel opvoeren voor de rest van de groep. *Lees de tips voor het organiseren van een rollenspel in de achtergrondinformatie voor de lesgever. 12

16 5. Achtergrondinformatie bij les 2 *Infomomenten van de school De meeste scholen organiseren infomomenten voor ouders waarin ze uitleggen wat ze met de kinderen doen op school. De ouders krijgen er uitleg over eventuele uitstappen, het gebruik van de agenda of het over-en-weer schriftje en hoe de communicatie met de ouders verloopt. *Over-en-weerschriftje Dit is een instrument dat de leerkracht gebruikt om te communiceren met de ouders. De leerkracht schrijft hier in wat de kinderen hebben gedaan en wat er nog staat te gebeuren. De leerkracht schrijft hier bijvoorbeeld in wat de kinderen moeten meebrengen van thuis voor een bepaalde activiteit. In sommige scholen gebeurt dit digitaal. Ze gebruiken dan een digitaal platform waarop ze belangrijke informatie plaatsen voor het kind. *Het schoolreglement Het schoolreglement bepaalt de relatie tussen de school, de ouders en het kind. Het Decreet Basisonderwijs verplicht in alle basisscholen een schoolreglement dat besproken is met de ouders. Wat moet er zeker in zo n schoolreglement staan? De engagementsverklaring: wederzijdse afspraken tussen ouders en de school. De school belooft om de ouders goed in te lichten over schoolse informatie. Jij als ouder belooft om betrokken te zijn bij de school. Het orde- en tuchtreglement voor de leerlingen (wat mag en wat mag niet, hoe straft de school en hoe kunnen ouders reageren als ze niet akkoord gaan) Hoe de school getuigschriften toekent (en hoe je als ouder een beroep kan indienen tegen de beslissing van de klassenraad) Hoe onderwijs aan huis wordt georganiseerd (voor langdurig zieke kinderen) Wat je moet doen bij afwezigheid en te laat komen van kinderen De afspraken in verband met huiswerk, agenda s en rapporten *Hoe pak je een rollenspel aan? Je kan een rollenspel vooraan in de groep laten spelen door 2 deelnemers. Dit kan bedreigend zijn voor ouders. Verplicht niemand om voor de groep een rollenspel te brengen. Tips: zorg voor voldoende veiligheid, bekrachtig de deelnemers en zorg ook voor een heldere observeeropdracht voor de mensen die toekijken. laat deelnemers samen het rollenspel voorbereiden zodat ze niet voor verrassingen komen te staan. 13

17 Een hulpje Je kan elke rollenspeler ook een hulpje laten inroepen, die hen helpt als ze wat vast zitten in het gesprek. Zelf als lesgever in de rollen kruipen Je kan als lesgever zelf in een rol kruipen en zo de deelnemers aanspreken. Op deze manier kan je heel wat leerkansen inbouwen in een situatie. Het wordt dan wel moeilijker om de rol van neutrale observator op te nemen. 14