Wat is TNO Preventie en Gezondheid?

Transcriptie

1

2 Wat is TNO Preventie en Gezondheid? Het gezondheidsonderzoek van TNO is gebundeld in het instituut TNO Preventie en Gezondheid. TNO Preventie en Gezondheid is voortgekomen uit het Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO, het Instituut voor Verouderings- en Vaatziektenonderzoek TNO en een deel van het Medisch Biologisch Laboratorium TNO.

3 Wat is TNO? De organisatie TNO heeft de missie om: het concurrerend vermogen van bedrijfsleven en instellingen te versterken; op te treden als onderzoeker voor en adviseur van de overheid, maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven. De produkten en diensten van TNO richten zich op de gebieden industrie, dienstverlening, bouw, gezondheid, voeding en defensie. Naast het in toenemende mate verrichten van contractresearch voor derden, investeert TNO in eigen technologisch onderzoek en ontwikkeling. TNO is leverancier van toepasbare onderzoeksresultaten en bruikbare ontwikkelingen met toevoegende waarde. Door een professionele interactie met de markt, worden onderzoekprogramma's en kennis- en technologieportfolio's hierop afgestemd. TNO telt ongeveer medewerkers (-sters) die werkzaam zijn in een vijftiental instituten, waaronder TNO Preventie en Gezondheid met circa 350 medewerkers(-sters).

4 .. Wat wil TNO Preventie en Gezondheid? De rode draad in de missie van TNO Preventie en Gezondheid is het bevorderen van het aantal gezonde levensjaren van de mens. Het onderzoek richt zich op verbetering van gezondheid en gezondheidszorg in alle levensfasen: jeugd, arbeidende mens en ouderen. Centraal staan de volgende twee onderzoeklijnen: Bevordering van gezondheid en preventieve gezondheidszorg: de kwaliteit van zorg en zorgsystemm en de daarbij te gebruiken diagnostiek, therapie, apparatuur en hulpmiddelen; onderzoek op het gebied van chronische ziekten, infectieziekten en verouden'ngsprocessen Het onderzoek van TNO Preventie en Gezondheid gebeurt vanuit drie invalshoeken: technologisch sociaal-gezondheidskundig biomedisch. Het combineren van deze expertises maakt een integrale aanpak mogelijk van complexe vraagstukken op het terrein van preventie en gezondheidszorg. Directeur Prof.dr. W.R.F. Nonen en: beïnvloeding van de determinanten van gezondheid, gelegen in leefstijl, arbeid en milieu en onderzoek naar endogene factoren.

5 TNO Preventie en Gezondheid werkt aan de volgende onderzoekprogramma's: Collectieve preventie Het programma richt zich op de mogelijkheden voor preventieve maatregelen die bijdragen aan het aantal gezonde levensjaren van de mens. Belangrijk zijn de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de kwaliteit van preventieprogramma's. Ook de gezondheidszorg zelf, met als risicogroepen jeugdigen, chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, is onderwerp van studie. Daarnaast wordt het verband tussen menselijk gedrag, milieuproblematiek en gezondheidsproblemen onderzocht en wordt postacademisch onderwijs verzorgd op het terrein van de sociale geneeskunde. Technologie in de gezondheidszorg Het programma richt zich op een verantwoorde toepassing van technologie, in de meest ruime zin, in de gezondheidszorg. Er worden beleidsondersteunende adviezen gegeven, richtlijnen en systemen ontwikkeld voor kwaliteitsborging en er wordt gewerkt aan het testen op kwaliteit van technologische voorzieningen. Aan technische voorzieningen voor gehandicapten wordt onderzoek verricht in samenwerking met het te Hoensbroek gevestigde Instituut voor Revalidatie Vraagstukken. Immunologische ziekten en infectieziekten Afwijkingen in het immuunsysteem spelen een belangrijke rol bij een groot aantal chronische ziekten. Het programma richt zich hierbij op methoden voor een zo vroeg mogelijke diagnostiek, risicofactoren als genetische predispositie en de effecten van leeftijd. Doel van deze onderzoeklijnen is het ontwikkelen van preventiestrategieën en specifieke immunotherapie. Samen met industriële opdrachtgevers wordt onderzoek verricht naar de ontwikkeling van oraal toepasbare vaccins. Er worden detectiemethoden ontwikkeld waarmee de inzet van biologische wapens vroegtijdig kan worden onderkend. Vaat- en bindweefselonderzoek Het programma richt zich op de bloedvaten en het aansluitende bindweefsel van enkele belangrijke organen. De verslechtering van de conditie van vaat- en bindweefsel speelt een essentiële rol bij vaatziekten als atherosclerose en bij chronische aandoeningen als rheumatoïde arthritis, arthrose en bij multi-infarct dementie. Via determinanten- en mechanismenonderzoek kunnen individuen met een verhoogd risico worden geïdentificeerd en kunnen rationele interventie- en preventieprogramma's worden gericht op de bedreigde bevolkingsgroep. Arbeid en gezondheid Het programma richt zich op onderzoek en advies ter verbetering van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn bij het werk, mede in relatie tot het bevorderen van een doelmatige bedrijfsvoering en de arbeidsparticipatie. Er worden beroepsopleidingen verzorgd voor bedrijfs- en verzekeringsartsen. Bijzondere onderwerpen zijn fysieke belasting, stress, ziekteverzuim, arbodiensten, reïntegratie, werkplekinrichting en -organisatie en arbobeleid in ondernemingen. Er wordt samengewerkt binnen TNO Preventie en Gezondheid en met andere TNO-instituten op gebieden als chronische ziekten, biotechnologie, medisch-biologisch defensieonderzoek, arbeid en ouderen. De twee laatstgenoemde TNO-brede onderwerpen krijgen gestalte in twee Centra: TNO Centrum voor Arbeid In dit Centrum wordt samengewerkt door alle TNO-instituten die actief zijn op het terrein van arbeid. Daarbij gaat het om arbeidsomstandigheden, technische innovaties van arbeidsmiddelen en produktieprocessen alsmede milieu- en kwaliteitszorg. TNO Centrum voor Verouderingsonderzoek Het Centrum houdt zich bezig met onderzoek, advisering en voorlichting op het gebied van verouderingsvraagstukken. De op verschillende plaatsen binnen TNO aanwezige kennis wordt gebundeld en gecoördineerd. Speciale aandacht wordt gegeven aan samenwerking met vakgroepen en centra van Nederlandse universiteiten en academische ziekenhuizen en aan internationale samenwerking.

6

7 tt I TNO Preventie en Gezondheid Organisatie Directeur Prof.dr. W.R.F. Notten tel l2 0l " Plv. directeur Prof.dr. J.H.B.M. íillems tel.07l-18 l6 15. Afdelingen: Collectieve preventie Dr. A. Dijksua (plv. Mw. Prof. dr. S.P. Verloove-Vanhorick) tel.07l-18 l6 06' ri,3. Technologie in de gezondheidszorg H. van der Valk (plv. Dr. ir. W.T. van Beekum) tel.07l Immunologische zieken en infectiezieken Dr.ir. C.J. Lucas (plv. Prof. dr. E. Claassen) tel ' Vaat- en bindweefselonderzoek Prof.dr. C. Kluft (plv. Dr. 7. Nieuwenhuizen) tel Arbeid en gezondheid Prof.dr. F.D. Pot (plv. Dr. ir. J. Dul) tel l6 12. Centra: TNO Centrum voor fubeid Prof.dr. F.D. Pot tel l6 12. TNO Centrum voor Verouderingsonderzoek Prof.dr. D.L. Knook tel l2 07. TNO Preventie en Gezondheid Postbus CE Leiden telefoon: 07f ' Gaubius gebouw Zernikedreefg fax: ', Gorter gebouw lvassenaareeweg 56 fax: E2' voor informatie: Ir. R. Tweehuysen Marketing & Programma tel ' 'Vanaf l0 okober 1995 komt een 5 voor het ebonnee-nurnrncr, b-,.