PRI 3039 Slachten en uitslachten van productiedieren in het slachthuis - Dierenwelzijn [3039] v2

Transcriptie

1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 339 Slachten en uitslachten van productiedieren in het slachthuis - Dierenwelzijn [339] v2 C : conform NC : niet-conform NA : niet van toepassing H : Hoofdstuk B : Bijlage A : Artikel : paragraaf L : Deel P : Punt C NC Punten NA 1. INLEIDING 1. Op het tijdstip van de controle geslachte soort(en). Totaal : Totaal van de wegingsfactoren : % van de niet-conformiteiten : % Limieten : Te verbeteren : % Onvoldoende : % Ongunstig major : Ongunstig minor : waarvan met * 2. UITLADEN VAN LEVENDE DIEREN EN ANTE-MORTEM RUIMTEN 1. De infrastructuur van de inrichting is van die aard dat verwondingen bij de dieren worden voorkomen. 2. De stallen en/of plaatsen waar de dieren in ontvangst worden genomen bieden voldoende bescherming tegen ongunstige weersomstandigheden. 3. De stallen kunnen indien nodig snel van strooisel worden voorzien. 4. De stallen zijn voorzien van voldoende, indien nodig mobiele, verlichting om de erin ondergebrachte dieren te kunnen controleren. 5. Elk dier dient over voldoende ruimte te beschikken om op te kunnen staan, te gaan liggen en, met uitzondering van apart gehouden vee, rond te draaien. 6. De dieren worden op een veilige locatie ondergebracht en kunnen niet ontsnappen.

2 7. Het slachthuis beschikt over isolatiehokken die onmiddellijk beschikbaar zijn voor dieren die speciale zorg nodig hebben. 8. De drijfgangen voor de dieren moeten zo zijn aangelegd dat gebruik kan worden gemaakt van het kudde-instinct. 9. De drijfgangen zijn breed genoeg en zijn van die aard dat verwondingen worden vermeden. 1. De dieren worden zo snel mogelijk na aankomst uitgeladen en vervolgens zonder onnodige vertraging geslacht. De welzijnsomstandigheden van elke zending dieren worden systematisch bij aankomst beoordeeld om de prioriteiten in kaart te kunnen brengen. Totaal : Totaal van de wegingsfactoren : % van de niet-conformiteiten : % Limieten : Te verbeteren : % Onvoldoende : % Ongunstig major : Ongunstig minor : waarvan met * 3. CONTROLE EN VERZORGING VAN DE DIEREN 1. In het algemeen wordt de dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden bespaard. 2. Bij het slachten wordt voorrang verleend aan niet-gespeende dieren, melkvee en vrouwelijke dieren die tijdens het transport hebben geworpen. Indien dit niet mogelijk is worden maatregelen getroffen om hun lijden te verlichten. 3. De toestand en gezondheid van de ondergebrachte dieren worden periodiek gecontroleerd. 4. Dieren die niet binnen 12 uur na aankomst zijn geslacht moeten worden gevoederd en voorzien worden van een adequate hoeveelheid strooisel of gelijksoortig materiaal. 5. Dieren die niet onmiddellijk naar de slachtplaats worden gebracht, beschikken over drinkwater. 6. Als de dieren aangebonden worden gebeurt dit op een correcte wijze. 7. Op ieder hok wordt zichtbaar de datum en tijdstip van aankomst vermeld en het aantal dieren dat het maximaal kan bevatten. 8. De elektrische veedrijver wordt op passende wijze gebruikt. 9. Het is verboden: a) de dieren te slaan of te schoppen; b) op een bijzonder gevoelig deel van het lichaam op zodanige wijze druk uit te oefenen dat het de dieren onnodige pijn of onnodig lijden berokkent; c) de dieren bij kop, oren, horens, poten, staart of vacht op te tillen of voort te trekken, of ze zodanig te behandelen dat het hun pijn of vermijdbaar lijden berokkent; d) prikstokken of andere puntige voorwerpen te gebruiken; e) de staarten van dieren om te draaien, te verbrijzelen of te breken of de dieren in de ogen te grijpen. 1. Dieren die niet kunnen lopen, mogen niet naar de slachtplaats worden gesleept maar moeten ter plaatse worden gedood. 11. Ventilatiesystemen zijn zodanig ontworpen, geïnstalleerd en onderhouden dat het welzijn van de dieren continu is gewaarborgd, rekening houdend met de weersomstandigheden. Bij gebruik van mechanische ventilatiemiddelen is er een waarschuwingssysteem en noodvoorziening beschikbaar. 12. De operator heeft een functionaris voor het dierenwelzijn aangeduid en deze voert zijn taak naar behoren uit. Totaal : Totaal van de wegingsfactoren :

3 % van de niet-conformiteiten : % Limieten : Te verbeteren : % Onvoldoende : % Ongunstig major : Ongunstig minor : waarvan met * 4. FIXATIE VAN DE DIEREN 1. De dieren worden correct vastgemaakt. 2. De dieren worden onmiddellijk nadat ze in de bedwelmingsbox worden gefixeerd, bedwelmd (gekeeld bij rituele slachting). Totaal : Totaal van de wegingsfactoren : % van de niet-conformiteiten : % Limieten : Te verbeteren : % Onvoldoende : % Ongunstig major : Ongunstig minor : waarvan met * 5. BEDWELMING EN VERBLOEDING 1. Bedwelmen gebeurt met behulp van: Penschiettoestel Kopslag Gas: Soort gas: Concentratie: Elektrische bedwelming Stroomsterkte (A): Frequentie (Hz): Spanning (V): Tijd (s): Andere: 2. De dieren worden voor het slachten bedwelmd volgens een toegelaten methode. 3. De operator zorgt ervoor dat alle apparatuur voor het fixeren of bedwelmen van dieren onderhouden en gecontroleerd wordt volgens de instructies van de producent door personen die daartoe specifiek zijn opgeleid. De operator houdt hiervan een onderhoudsregister bij. 4. De operator ziet erop toe dat personen die verantwoordelijk zijn voor de bedwelming of ander daartoe aangewezen personeel, periodiek controles uitvoeren om te waarborgen dat de dieren geen tekenen van bewustzijn of gevoeligheid vertonen tussen het eind van het bedwelmingsproces en hun dood. 5. De operator heeft standaardwerkwijzen opgesteld met betrekking tot het doden van dieren en de daarmee verband houdende activiteiten, en handelt naar deze standaardwerkwijzen.

4 6. Bij defect van het bedwelmingssysteem wordt de slachtlijn meteen stilgelegd. 7. Een aangepaste bedwelmingsapparatuur is beschikbaar en gebruiksklaar, evenals reserve gebruiksklare reserveapparatuur. 8. De bedwelming brengt het dier in een staat van volledige bewusteloosheid en de toestand van bewusteloosheid en gevoelloosheid wordt aangehouden tot bij het dier de dood is ingetreden. 9. De operator heeft voor de controle op de bedwelming monitoringprocedures opgesteld en deze worden toegepast. 1. De uitrusting voor bedwelming is voorzien van een systeem dat voor elk bedwelmd dier de cruciale parameters toont. Dit systeem moet voor het personeel duidelijk zichtbaar zijn en moet een duidelijk zichtbaar en hoorbaar signaal geven indien de duur van de blootstelling zakt tot onder het vereiste niveau. 11. Bij gebruik van een niet-penetrerend penschiettoestel ziet de operator erop toe dat er geen schedelfractuur wordt veroorzaakt. 12. Bij gebruik van elektrische bedwelming is de stroomsterkte voldoende. 13. Gasbedwelming: Bij CO2 - bedwelming van varkens bedraagt de concentratie CO2 > 8 %. 14. Gasbedwelming: Bij gasbedwelming kunnen de dieren zelfs bij de maximaal toegestane verwerkingscapaciteit nog gaan liggen zonder dat zij over elkaar heen komen te liggen. Van toepassing op alle slachthuizen die na 1 januari 213 voor het eerst in gebruik werden genomen of na die datum gebouwd of verbouwd werden of waar nieuwe uitrusting in gebruik genomen werd. Met ingang van 8 december 219 is dit van toepassing op alle slachthuizen. 15. Wanneer het bedwelmen, het aanhaken, het ophangen en het laten verbloeden van de dieren door één persoon worden uitgevoerd, moet die persoon al deze handelingen achtereenvolgens bij één dier hebben uitgevoerd voordat hij met de uitvoering daarvan bij een ander dier begint. 16. Er worden geen dieren opgetakeld die nog bij bewustzijn zijn. 17. Bij het verbloeden worden systematisch de twee halsslagaders of de toevoerende bloedvaten doorgesneden. 18. Bij een rituele slachting zonder bedwelming wordt het dier pas losgemaakt uit de fixatie of verplaatst als het bewusteloos en gevoelloos is en vinden het onthuiden en het broeien pas plaats wanneer het dier geen teken van leven meer vertoont. 19. Bij rituele slachtingen zonder bedwelming wordt het ruggenmerg niet geraakt tijdens of na het snijden en wordt niet meer aan de wonde geraakt na het snijden. Totaal : Totaal van de wegingsfactoren : % van de niet-conformiteiten : % Limieten : Te verbeteren : % Onvoldoende : % Ongunstig major : Ongunstig minor : waarvan met * 6. PERSONEEL 1. Het doden van dieren en de daarmee verband houdende activiteiten worden uitsluitend uitgevoerd door personeel dat voldoende bekwaam is en dat over een getuigschrift van vakbekwaamheid beschikt voor de activiteiten die door hen uitgevoerd worden. Het personeel is voldoende talrijk. 2. Bij het uitvoeren van een rituele slachting beschikt de offeraar over een geldige machtiging. Totaal : Totaal van de wegingsfactoren :

5 % van de niet-conformiteiten : % Limieten : Te verbeteren : % Onvoldoende : % Ongunstig major : Ongunstig minor : waarvan met * 7. REGIONALISATIE 1. Deze checklist wordt ter beschikking gesteld van de Gewestelijke Overheid overeenkomstig het afgesloten protocol tussen het FAVV en deze overheid. De maatregelen die ten gevolge deze waarnemingen zouden kunnen genomen worden door de Gewestelijke Overheid vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het FAVV. Alle items van deze CL hebben weging omdat de agent van het FAVV niet bevoegd is om opvolgingsmaatregelen te nemen bij niet conforme waarnemingen ihkv dierenwelzijn. De checklist wordt systematisch als gunstig afgesloten zelfs indien niet-conformiteiten waargenomen werden. Totaal : Totaal van de wegingsfactoren : % van de niet-conformiteiten : % Limieten : Te verbeteren : % Onvoldoende : % Ongunstig major : Ongunstig minor : waarvan met * Wetgeving:

6 Commentaar operator Gunstig Gunstig met opmerkingen Ongunstig Gemaakt te, op Handtekening en stempel controleur Naam operator of aanwezige persoon : Functie : Tekent voor kennisname :