III. (Voorbereidende handelingen) REKENKAMER INHOUD INLEIDING SAMENVATTING... I - VIII 3 ALGEMENE OPMERKINGEN

Transcriptie

1 Publicatieblad van de Europese Unie C 201/1 III (Voorbereidende handelingen) REKENKAMER ADVIES Nr. 3/2012 (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) over een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over het programma Hercules III ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (2012/C 201/01) INHOUD Paragraaf Bladzijde INLEIDING SAMENVATTING I - VIII 3 ALGEMENE OPMERKINGEN Financiële gevolgen van de overeenkomsten tussen de Commissie en de internationale tabaksfabrikanten Hogere cofinancieringspercentages Doelstellingen en prestatie-indicatoren Monitoring en evaluatie van het programma Vereenvoudiging van de administratieve procedures De programmabeheerder SPECIFIEKE OPMERKINGEN Technische bijstand Aanschaf van apparatuur die geen verband houdt met de bestrijding van sigarettensmokkel Aanschaf van apparatuur die verband houdt met de bestrijding van sigarettensmokkel Ontwikkeling en aanschaf van IT-instrumenten Opleidingen fraudebestrijding Vereniging van Europese juristen BIJLAGE I Schatting van aan de operationele doelstellingen toegekende bedragen in het kader van Hercules III BIJLAGE II Schatting van de toewijzing van middelen aan de verschillende onderdelen van Hercules III... 8

2 C 201/2 Publicatieblad van de Europese Unie DE REKENKAMER VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 325, lid 4, Gezien de vorige adviezen van de Rekenkamer over besluiten tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, Hercules I (nr. 8/2003 ( 1 )) en Hercules II (nr. 6/2006 ( 2 )), Gezien de Speciale verslagen nr. 1/2005 ( 3 ) en nr. 2/2011 ( 4 ) van de Rekenkamer over het beheer van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de follow-up van Speciaal verslag nr. 1/2005, Gezien het verzoek van de Raad van de Europese Unie van 26 januari 2012, Overwegende dat de voorgestelde verordening is gebaseerd op artikel 325, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat het volgende bepaalt: Het Europees Parlement en de Raad nemen na raadpleging van de Rekenkamer, de nodige maatregelen aan op het gebied van de preventie en bestrijding van fraude waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, om in de lidstaten alsmede in de instellingen, de organen en de instanties van de Unie een doeltreffende en gelijkwaardige bescherming te bieden, Overwegende dat met het voorstel van de Commissie ( 5 ) vooral wordt beoogd het programma Hercules II ( 6 ) na de afronding ervan in 2013 te vervangen door het programma Hercules III, dat een looptijd van zeven jaar heeft ( ), BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT: INLEIDING 1. Het programma Hercules I ging op 1 januari 2004 van start en Hercules II bestrijkt de periode Hercules III is een voortzetting van het programma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie. Het voorgestelde totale budget voor de periode bedraagt 110 miljoen euro. Hiermee zouden de totale uitgaven van de drie Hercules-programma s oplopen tot 220,3 miljoen euro ( 7 ). 2. Met het voorstel blijft de nadruk specifiek liggen op de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten, om gevolg te geven aan de juridische verplichtingen ( 8 ) die voor de Commissie voortvloeien uit de overeenkomsten met vier internationale tabaksfabrikanten ( 9 ). Voor de periode zal ( 1 ) PB C 318 van , blz. 5. ( 2 ) PB C 302 van , blz. 41. ( 3 ) PB C 202 van , blz. 1. ( 4 ) PB C 124 van , blz. 9. ( 5 ) COM(2011) 914 final van 19 december ( 6 ) Besluit nr. 878/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 193 van , blz. 18) houdende wijziging en verlenging van het programma Hercules I; Besluit nr. 804/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 143 van , blz. 9). ( 7 ) Hercules I: : 11,775 miljoen euro; Hercules II: : 98,525 miljoen euro; Hercules III: : 110 miljoen euro. ( 8 ) Toelichting, paragraaf 1, van het voorstel: COM(2011) 914 final van 19 december ( 9 ) Philip Morris International (PMI), Japan Tobacco Int. (JTI), Imperial Tobacco Ltd. (ITL), British American Tobacco (BAT). een bedrag van circa 2 miljard USD in het kader van de overeenkomsten worden overgemaakt aan de begrotingen van de lidstaten (90,3 %) en aan de begroting van de Europese Unie (9,7 %), na aftrek van juridische kosten. 3. De programma s worden beheerd door OLAF. De belangrijkste doelstelling van het programma is de financiële belangen van de Unie te beschermen door fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten te voorkomen en te bestrijden. Er zijn vijf operationele doelstellingen (zie bijlage I). 4. Volgens het bij het voorstel gevoegde financieel memorandum zal 79 % van het budget worden toegewezen aan technische bijstand aan lidstaten, 19 % aan speciale opleidingen en 2 % aan de verenigingen van Europese juristen. 5. Technische bijstand omvat de verwerving van technische apparatuur, opleiding en samenwerking tussen de diensten die de apparatuur gebruiken en de aanschaf van in de handel verkrijgbare databanken voor onderzoeken van de lidstaten en OLAF. 6. De doelstelling van de speciale opleiding is om voldoende kennis te bieden aan de ambtenaren uit de lidstaten over de bescherming van de financiële belangen van de EU en om beste praktijken en netwerken tussen lidstaten te bevorderen door middel van seminars en conferenties. 7. Het budget voor de verenigingen van Europese juristen (ELA) is bedoeld voor academische en professionele groepen die onderzoek en debatten organiseren over juridische onderwerpen en die tevens dienen als een forum voor de verspreiding van ontwikkelingen op het gebied van EU-wetgeving. 8. In de toelichting bij het voorstel staat dat de Commissie vier mogelijkheden heeft overwogen voor het programma Hercules III. Deze worden geëvalueerd in de effectbeoordeling ( 10 ): 1) het programma Hercules II voortzetten zonder aanpassing van het financieringsniveau; 2) het programma Hercules II vernieuwen door middel van verbeterde doelstellingen, een betere methodiek en een verhoging van het cofinancieringspercentage ( 11 ); 3) de verdeling over de verschillende bestedingsdoelstellingen sterk wijzigen en veel meer steun bieden aan operationele en rechtshandhavingsactiviteiten; 4) het programma Hercules II stopzetten, met de mogelijkheid om een aantal acties in het kader van andere cofinancieringsprogramma's van de EU voort te zetten en/of verdere acties aan de lidstaten over te laten. De Commissie baseerde haar voorstel op optie 2). 9. Dit advies is gebaseerd op het voorstel, de effectbeoordeling en de tussentijdse beoordeling ( 12 ) van de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Hercules II. Het bestaat uit twee delen: algemene en specifieke opmerkingen. Er is geen beoordeling verricht van de drie andere opties die werden overwogen. ( 10 ) Werkdocument van de Commissie Effectbeoordeling begeleidend document bij het voorstel over het programma Hercules III: SEC(2011) 1610 final van 19 december ( 11 ) Zie paragraaf 16. ( 12 ) De tussentijdse beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, bijgewerkt op 18 maart 2011.

3 Publicatieblad van de Europese Unie C 201/3 SAMENVATTING I. Overeenkomstig het voorstel zal circa 40 % van het programma Hercules III (44,8 miljoen euro) worden toegewezen aan bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten. Dit weerspiegelt de toezegging van de Commissie die voortkomt uit de overeenkomsten met de vier internationale tabaksfabrikanten. In het kader van deze overeenkomsten werd 90,3 % van meer dan 2 miljard euro aan de nationale begrotingen van de lidstaten overgemaakt. Aangezien één overeenkomst in 2016 vervalt, dient te worden opgemerkt dat de EU-begroting ongeveer 10 miljoen euro minder zal ontvangen dan de middelen die de Commissie in het kader van Hercules III van plan is toe te kennen aan de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten. II. Er zou meer informatie beschikbaar moeten zijn op het niveau van de Commissie over de manier waarop de lidstaten de inkomsten die ze ontvangen uit de overeenkomsten gebruiken teneinde zowel op EU- als op nationaal niveau een doelmatige en gecoördineerde aanpak te garanderen bij de toewijzing van de middelen voor de bestrijding van sigarettensmokkel en namaak. III. Een belangrijke verandering in het programma Hercules III is de voorgestelde verhoging van het maximale cofinancieringspercentage voor subsidies voor technische bijstand van 50 % naar 80 % (en naar 90 % in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen). De Rekenkamer is van oordeel dat het maximale percentage 80 % zou moeten zijn, en alleen nodig zou moeten zijn in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen. IV. De meetbare indicatoren voor Hercules III dienen te worden verfijnd. V. De Commissie heeft de impact van Hercules II nog niet gemeten. In de beoordeling worden slechts de input en output van het programma vermeld. VI. Tegen 31 december 2014 zal de Commissie (OLAF) een verslag uitbrengen over de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Hercules II. De getrokken lessen zouden moeten worden gebruikt om Hercules III te wijzigen. VII. De vereenvoudigde procedure die is ingevoerd voor subsidies van minder dan euro is afhankelijk van de vaststelling van het nieuwe Financieel Reglement en de uitvoeringsbepalingen daarvan. VIII. In haar follow-up van Speciaal verslag nr. 1/2005 (Speciaal verslag nr. 2/2011) bleef de Rekenkamer bij haar standpunt dat OLAF de verantwoordelijkheid voor beheer van het Hercules-programma zou moeten overdragen aan andere diensten van de Commissie en de activiteiten weer meer op de onderzoeksfunctie zou moeten richten. ALGEMENE OPMERKINGEN Financiële gevolgen van de overeenkomsten tussen de Commissie en de internationale tabaksfabrikanten 10. Tussen 2004 en 2010 ondertekende de Commissie overeenkomsten met vier internationale tabaksfabrikanten met betrekking tot de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten. In het kader van deze overeenkomsten betaalden de fabrikanten meer dan 2 miljard USD aan de nationale en de EU-begrotingen. De overeenkomsten hebben verschillende looptijden in de periode tussen 2004 en In deze periode wordt 90,3 % van de opbrengsten van de overeenkomsten aan de lidstaten betaald en 9,7 % aan de EUbegroting. In 2010 ontvingen de lidstaten bijvoorbeeld 65,7 miljoen euro, terwijl de EU-begroting 7,1 miljoen euro uit deze bron ontving. De Rekenkamer schat dat de lidstaten in 2011 vergelijkbare bedragen ontvingen. OLAF verstrekte om redenen van vertrouwelijkheid geen cijfers over In haar voorstel voor Hercules III wijst de Commissie een bedrag van 44,8 miljoen euro (40,7 % van een totaal budget van 110 miljoen euro) toe aan de bestrijding van georganiseerde fraude en de smokkel en namaak van sigaretten ( 1 ). Dit omvat de financiering van technische apparatuur ter waarde van 27,4 miljoen euro (zie de paragrafen 30 en 31). 13. De uitgaven in het kader van Hercules II waren ongeveer gelijk aan het aandeel van de Commissie in de inkomsten uit de overeenkomsten. De Rekenkamer heeft berekend dat de geschatte inkomsten uit de overeenkomsten 34,9 miljoen euro ( 2 ) zullen zijn over de looptijd van Hercules III. Dit is ongeveer 10 miljoen euro minder dan de middelen die de Commissie in dezelfde periode beoogt toe te kennen aan de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten in het kader van Hercules III. Dit is een gevolg van het verstrijken van de overeenkomst met Philip Morris International aan het eind van 2016, tenzij deze wordt verlengd. 14. De Rekenkamer constateert dat lidstaten een specifiek belang hebben bij de bestrijding van de smokkel en namaak van sigaretten. Het ontduiken van invoerrechten bij de smokkel en namaak van sigaretten vertegenwoordigt een verlies voor de EU-begroting (traditionele eigen middelen). De derving van de accijnzen en de belasting over de toegevoegde waarde alsmede het aandeel van de invoerrechten die de lidstaten normaliter kunnen behouden als inningskosten vormen echter verliezen voor de begrotingen van de lidstaten die de verliezen voor de EU-begroting aanzienlijk overstijgen. 15. OLAF heeft geen informatie over de wijze waarop elke lidstaat haar aandeel van de jaarlijkse betalingen van de tabaksfabrikanten besteedt. Naar het oordeel van de Rekenkamer zou dergelijke informatie op het niveau van de Commissie beschikbaar moeten zijn teneinde, zowel op EU- als op nationaal niveau, een doelmatige en gecoördineerde aanpak te waarborgen bij de toewijzing van de middelen voor de bestrijding van sigarettensmokkel en namaak. Hogere cofinancieringspercentages 16. In artikel 9 van het voorstel wordt bepaald dat het cofinancieringspercentage voor subsidiabele activiteiten zoals omschreven in artikel 7 niet meer kan bedragen dan 80 % van de subsidiabele kosten ( 3 ) (en 90 % in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen). Het maximale cofinancieringspercentage voor technische bijstand bedroeg bij Hercules II 50 % van de subsidiabele kosten. ( 1 ) Operationele doelstelling nr. 4 in de bijlage van het financieel memorandum. ( 2 ) Verwachte inkomsten, omgezet in euro volgens de wisselkoers euro/ 1,31 USD: 360,1 miljoen euro * 9,7 % (aandeel van de Commissie) = 34,9 miljoen euro. ( 3 ) Subsidiabele kosten: a) technische bijstand aan de nationale autoriteiten, b) organisatie van speciale opleidingen, workshops risicoanalyse en conferenties, c) elke andere actie waarin de jaarlijkse werkprogramma's voorzien om de algemene en specifieke doelstellingen van de voorgestelde verordening te verwezenlijken.

4 C 201/4 Publicatieblad van de Europese Unie De Rekenkamer is van oordeel dat het maximale cofinancieringspercentage 50 % zou moeten blijven voor het onderdeel technische apparatuur, zodat wordt gewaarborgd dat de EU- en nationale belangen evenredig verdeeld zijn bij de aanschaf van apparatuur. Dit is met name gerechtvaardigd voor de 27,4 miljoen euro die zal worden besteed aan de cofinanciering van technische apparatuur voor de bestrijding van sigarettensmokkel, gezien het belang van deze bestrijding voor de lidstaten. Dit maximale cofinancieringspercentage zou in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen worden verhoogd tot 80 % om ervoor te zorgen dat er rekening wordt gehouden met specifieke in de gehele EU optredende, alsmede nationale omstandigheden ( 1 ). Doelstellingen en prestatie-indicatoren 18. De algemene en specifieke doelstellingen van het programma zijn vastgelegd in de ontwerpverordening. Het programma is erop gericht de financiële belangen van de Unie te beschermen door fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten te voorkomen en te bestrijden. De bijlage van het voorstel geeft een overzicht van de operationele doelstellingen, die in het financieel memorandum vervolgens worden uitgesplitst in acties en outputs. 19. Hoewel in de toelichting wordt vermeld dat de doelstellingen zijn vastgesteld met behulp van SMART-criteria ( 2 ), dienen de prestatie-indicatoren te worden verbeterd, zodat kan worden getoond welke meetbare impact aan het programma kan worden toegeschreven. Ten aanzien van terugvorderingen geeft de voorgestelde prestatie-indicator een in 2010 teruggevorderd bedrag van 67,9 miljoen euro weer ( 3 ), met het streefdoel om dit bedrag met 5-10 % te verhogen. Er is echter geen bewezen verband tussen de verwezenlijking van deze doelstellingen en het Hercules-programma. 20. Het financieel memorandum bevat vier belangrijke indicatoren om toezicht te houden op de uitvoering van de vijf operationele doelstellingen, maar er is geen verband tussen de twee elementen waarmee een evaluatie van de doelstellingen mogelijk wordt gemaakt. Monitoring en evaluatie van het programma 22. Tegen 31 december 2014 zal de Commissie (OLAF) een verslag uitbrengen over de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Hercules II. Naar het oordeel van de Rekenkamer zou dit een onafhankelijke en grondige evaluatie moeten zijn, die een duidelijke beoordeling geeft van de toegevoegde waarde van het programma. De getrokken lessen zouden moeten worden gebruikt om het programma Hercules III aan te passen. 23. In artikel 11 van het voorstel wordt bepaald dat de Commissie uiterlijk op 31 december 2017 een evaluatie verricht van het programma Hercules III. Deze tussentijdse beoordeling zou onafhankelijk moeten zijn. De voor 2021 geplande eindbeoordeling zou eveneens onafhankelijk moeten zijn, de toegevoegde waarde van het programma moeten aantonen en de verwezenlijking van de doelstellingen moeten kwantificeren. Vereenvoudiging van de administratieve procedures 24. De Commissie stelt voor om de administratie van subsidies in het kader van Hercules III te vereenvoudigen. Er wordt een vereenvoudigde procedure voor subsidies van minder dan euro ingevoerd overeenkomstig de vereisten van het Financieel Reglement ( 5 ). 25. Deze vereenvoudiging is afhankelijk van het voorstel van de Commissie voor de herziening van het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften die worden vastgesteld. De programmabeheerder 26. In haar follow-up van Speciaal verslag nr. 1/2005 (Speciaal verslag nr. 2/2011) handhaafde de Rekenkamer haar oordeel dat OLAF de verantwoordelijkheid voor het beheer van financieringsprogramma s (zoals Hercules) zou moeten overdragen aan andere diensten van de Commissie en de activiteiten weer meer op de onderzoeksfunctie zou moeten richten. OLAF verklaart sindsdien meer middelen te hebben toegewezen aan zijn onderzoeksactiviteiten. Het beheer van het Hercules-programma is geconcentreerd in een enkele beleidseenheid binnen het beleidsdirectoraat dat losstaat van de onderzoeksdirectoraten. 21. Naar het oordeel van de Rekenkamer kennen de tussentijdse evaluatie van de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Hercules II ( 4 ) en de effectbeoordeling beperkingen wat betreft het meten van de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Hercules II. Hierin worden slechts de input en output van het programma vermeld voor de periode Dit is gedeeltelijk te wijten aan de langdurige aanbestedingsprocedures en projecten waarvan het effect niet meteen gemeten kan worden. SPECIFIEKE OPMERKINGEN 27. Hercules III is in feite een voortzetting van Hercules II en bestaat uit drie onderdelen: technische bijstand; opleidingen fraudebestrijding; ( 1 ) Bijvoorbeeld financiële lasten en/of blootstelling aan het risico van sigarettensmokkel naar de markten van de betreffende lidstaat of naar markten van andere lidstaten vanwege buitengrenzen. ( 2 ) Specifiek, meetbaar, haalbaar, realistisch en tijdgebonden. de vereniging van Europese juristen. ( 3 ) Terugvorderingen in de sector structuurfondsen (32,9 miljoen euro), in de landbouw (11,9 miljoen euro), directe uitgaven (10,6 miljoen euro), en overige (douane, externe steun...: 12,5 miljoen euro). Bron: Bijlage II toont een schatting van de toewijzing van middelen Elfde operationeel verslag van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, 1 januari tot 31 december 2010, blz. 40. aan de verschillende onderdelen van Hercules III. ( 4 ) Het op bijgewerkte document bestrijkt de periode ( 5 ) Blz. 22 van het bij het voorstel gevoegde financieel memorandum.

5 Publicatieblad van de Europese Unie C 201/5 Technische bijstand Aanschaf van apparatuur die geen verband houdt met de bestrijding van sigarettensmokkel 28. Voor maatregelen ter bestrijding van fraude zou in het kader van het programma Hercules III 27,9 miljoen euro worden toegewezen aan de cofinanciering van de aanschaf van technische hardware die bij onderzoeken gebruikt kan worden. Voor de periode werd circa 12,2 miljoen euro toegekend aan rechtshandhavingsinstanties (nationale gerechtelijke instanties / politie / douane) ( 1 ). De gecofinancierde apparatuur wordt niet noodzakelijkerwijs uitsluitend ter bescherming van de financiële belangen van de EU gebruikt, maar ook voor operaties met betrekking tot drugs, wapens, gevangenisuitbraken, mensenhandel, belastingfraude, kredietkaartfraude, valsemunterij en corruptie bij nationale rechtshandhavingsinstanties ( 2 ). 29. Noch in de tussentijdse beoordeling, noch in de effectbeoordeling met één uitzondering ( 3 ) werden details verstrekt omtrent het type apparatuur dat in het kader van Hercules II werd gefinancierd. Er wordt vermeld dat een systematisch programma van controles ter plaatse wordt uitgevoerd door OLAF. De resultaten van deze controles en een beoordeling van de mate waarin deze doelstellingen werden behaald, werden echter niet opgenomen in de tussentijdse beoordeling. Aanschaf van apparatuur die verband houdt met de bestrijding van sigarettensmokkel 30. Voor de bestrijding van sigarettensmokkel werden in het kader van Hercules II bij voorkeur röntgenscanners als instrument aangeschaft. Voor de periode werden vastleggingen gedaan voor een bedrag van circa 12,5 miljoen euro, dat aan de douaneautoriteiten van 16 lidstaten werd toegewezen voor de aanschaf van 21 scanners. 31. Met uitzondering van twee voorbeelden ( 4 ) vond noch in de tussentijdse beoordeling, noch in de effectbeoordeling een eindevaluatie plaats met betrekking tot de aanschaf van de scannerapparatuur. Ontwikkeling en aanschaf van IT-instrumenten S p e c i a l e o v e r e e n k o m s t e n m e t h e t G e m e e n s c h a p p e l i j k C e n t r u m v o o r o n d e r z o e k v a n d e E U 32. In het kader van het programma Hercules II werden tussen OLAF en het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de EU twee projecten overeengekomen: AMT-project ( 5 ): een systeem dat voornamelijk wordt gebruikt door de lidstaten en OLAF. In de tussentijdse beoordeling worden de systematische uitgebreide analyse van ( 1 ) Voorbeeld: Toegekende subsidies ( euro voor ) aan de GSG 9 (federale politie) in Duitsland, belast met terrorismebestrijding en speciale operaties onder gezag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. ( 2 ) Verslag over de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma Hercules I dat is opgesteld door de dienst Interne audit van OLAF ( ). ( 3 ) Uitzondering: In de effectbeoordeling, blz. 4, worden als voorbeelden van financiering apparatuur voor het lezen van nummerplaten van voertuigen en containers aan de buitengrenzen genoemd. ( 4 ) Effectbeoordeling, blz. 24 en 25. Twee in het kader van Hercules II gecofinancierde mobiele scanners voor Ierland en Malta. ( 5 ) Kosten: euro voor de periode december 2008 november gegevens over grote handelsvolumes en signalen van significante veranderingen in handelspatronen genoemd als verwachte of gerealiseerde voordelen, CONTRAFFIC-project ( 6 ): een systeem dat voornamelijk wordt gebruikt door de lidstaten om de nationale risicoanalyse aan te vullen. De tussentijdse beoordeling geeft een overzicht van de volgende verwachte of gerealiseerde voordelen: operationeel: ondersteuning van onderzoeken (containerbewegingen), tactisch: realistischer en doeltreffender scenario s voor gezamenlijke douaneoperaties, strategisch: doeltreffende risicoanalyse voor zeevervoer. V e r s c h a f t e t o e g a n g t o t e x t e r n e d a t a b a n k e n 33. OLAF en de lidstaten hebben in het kader van Hercules II toegang gekregen tot externe databanken om hen te ondersteunen bij de bestrijding van fraude, waaronder: Global Trade Atlas (GTA), China Trade information (CTI) en Tips Software Services, zeevervoer, manifest-data en een zoekmachine voor bedrijven. M o g e l i j k e o v e r l a p p i n g v a n i n f o r m a t i e t u s s e n d e v e r s c h i l l e n d e d a t a b a n k e n 34. De Commissie zou elke overlapping moeten voorkomen tussen de verschillende systemen en databanken die in het kader van het Hercules-programma worden gefinancierd. Dit geldt ook voor de hulpmiddelen bij gegevensverzameling die bijvoorbeeld bij DG TAXUD beschikbaar zijn. Opleidingen fraudebestrijding 35. Dit onderdeel is gericht op activiteiten inzake opleidingen in fraudebestrijding en conferenties voor deelnemers uit lidstaten, kandidaat-lidstaten en derde landen. Er worden ook mogelijkheden geboden tot netwerken, uitwisseling van ervaringen tussen lidstaten en de Commissie en een brede verspreiding binnen de EU van de campagnes voor fraudebestrijding. 36. Voor de periode werden vastleggingen ter waarde van circa 12,6 miljoen euro gedaan ( 7 ). 37. De tussentijdse beoordeling toont de belangrijkste resultaten die door de begunstigden zijn behaald ( 8 ). Er werden evaluatieformulieren uitgedeeld aan deelnemers aan opleidingsbijeenkomsten. Het blijft echter onduidelijk in hoeverre de enquêtes deze resultaten onderbouwen. Slechts de resultaten van één vraag ( Algemene indruk van het seminar ) worden in de tussentijdse beoordeling weergegeven. ( 6 ) Kosten: euro per jaar voor ( 7 ) 4 miljoen euro aan subsidies en 8,6 miljoen euro aan aanbestedingen. ( 8 ) Gespecialiseerde opleidingen inzake fraudebestrijding die aan personeelsleden van nationale en regionale overheden worden gegeven; het opzetten van netwerken tussen organisaties voor fraudebestrijding in verschillende landen; de uitwisseling van ervaringen en het leggen van persoonlijke contacten met collega s in andere organisaties op nationaal en EU-niveau en in derde landen; verspreiding van de campagne voor fraude- en corruptiebestrijding in de EU door middel van opleidingsactiviteiten.

6 C 201/6 Publicatieblad van de Europese Unie De Commissie zou de toegevoegde waarde van opleidingsactiviteiten en conferenties duidelijk moeten aantonen in het eindverslag in Vereniging van Europese juristen 39. De begunstigden van deze sector zijn nationale overheden en onderzoeks- en onderwijsinstituten. Dit zijn allemaal non-profitorganisaties die de bescherming van de financiële belangen van de EU bevorderen. Activiteiten waaraan subsidies worden toegekend, zijn voornamelijk conferenties/seminars, periodieke publicaties, de verspreiding van expertise en vergelijkende rechtsstudies. Tijdens de tussentijdse beoordeling vindt geen evaluatie plaats van deze activiteiten en in de effectbeoordeling wordt alleen verslag gedaan van de tevredenheid van de begunstigden. 40. De Commissie zou in het eindverslag in 2014 de toegevoegde waarde van dit onderdeel duidelijk moeten aantonen. Dit advies werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, vastgesteld te Luxemburg op haar vergadering van 15 mei Voor de Rekenkamer Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA President

7 Publicatieblad van de Europese Unie C 201/7 BIJLAGE I Schatting van aan de operationele doelstellingen toegewezen bedragen in het kader van Hercules III Doelstelling nr. Omschrijving Totaal (miljoen EUR) 1 Nog verder verbeteren van de preventie van en het onderzoek naar fraude en andere onwettige activiteiten, door bevordering van transnationale en multidisciplinaire samenwerking. 2 De financiële belangen van de Unie krachtiger beschermen tegen fraude, door de uitwisseling van informatie, ervaringen en beste praktijken te vergemakkelijken, met inbegrip van personeelsuitwisselingen. 3 De bestrijding van fraude en andere onwettige activiteiten opvoeren door nationaal onderzoek, en met name dat van douane- en rechtshandhavingsautoriteiten, technisch en operationeel te ondersteunen. 4 Ervoor zorgen dat de financiële belangen van de Unie minder aan fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten blootstaan dan thans het geval is, om de ontwikkeling van een illegale economie tegen te gaan op belangrijke risicogebieden als georganiseerde fraude, smokkel en namaak, met name van sigaretten. (Alle maatregelen die zijn opgenomen in het financieel memorandum, paragraaf 3.2.2, hebben slechts betrekking op sigarettensmokkel) 5 De ontwikkeling van de specifieke wettelijke en justitiële bescherming van de financiële belangen tegen fraude stimuleren door vergelijkende wetgevingsanalyse te bevorderen. 34,8 11,835 16,45 44,815 2,1 Totaal Hercules III Bron: Financieel memorandum, blz

8 C 201/8 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II Schatting van de toewijzing van middelen aan de verschillende onderdelen van Hercules III Operationele doelstelling nr. Sector Miljoen EUR % 1 Cofinanciering van de aanschaf van technische hardware voor onderzoek 27,9 4 Cofinanciering van technische apparatuur in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel 27,4 Totale cofinanciering van de aanschaf van technische apparatuur 55,3 1 IT-ontwikkelingen 6,9 3 Technische bijstand abonnementen op databanken, forensische computertechnieken 16,45 4 Sigarettendatabanken en IT-ontwikkelingen 2,1 Totaal aanschaf en ontwikkeling van IT-databanken 25,45 4 Personeelsuitwisseling in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel 3,5 4 Overige technische bijstand in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel 2,85 Totaal overige maatregelen voor technische bijstand 6,35 Totaal technische bijstand 87, Opleidingen, seminars, bijeenkomsten en publicaties 11,835 4 Opleidingen, conferenties en seminars in het kader van de bestrijding van sigarettensmokkel 8,965 Totaal opleidingsactiviteiten 20, ELA studies, conferenties en bijeenkomsten 2,1 Totaal ELA 2,1 2 Totaal Hercules III Bron: Financieel memorandum, blz