Antwoorden bij het katern COSMETICA

Transcriptie

1 Antwoorden bij het katern COSMETICA Behorend bij deelkwalificatie 3.11 Analyse en behandelingsplan KOC Nederland Cosmetica - 1 -

2 Hoofdstuk 1 Basisbegrippen Opdracht 1 Leg uit waarom elementen de bouwstenen zijn van alle andere stoffen. - Stoffen zijn opgebouwd uit meerdere soorten elementen. Zo is bijvoorbeeld keukenzout (NaCl) opgebouwd uit het element natrium en het element chloor. Water (H2O) is opgebouwd uit het element waterstof en het element zuurstof. Opdracht 2 In cosmetica komen verschillende elementen voor. Maak voor jezelf een overzicht van 10 producten. Schrijf eerst het cosmeticaproduct op en noteer de elementen die in het product voorkomen erachter. - - Opdracht 3 Bedenk zelf nog enkele voorbeelden van dode stoffen met een natuurlijke, minerale en synthetische herkomst. - Natuurlijke stoffen: katoen, zijde, melk, meel. - Minerale stoffen: steenkool, ijzererts, graniet. - Synthetische stoffen: acryl, plexiglas, kunstmest. Opdracht 4 Als water overgaat in vaste vorm noem je dit bevriezen. Hoe noem je het overgaan van vet in vaste vorm? - Stollen. Opdracht 5 Zet de namen van de fase-overgangen bij de pijlen: - Zie figuur 1.4, pagina 16 van het lesboek. Opdracht 6 Noem een aantal stoffen die niet in alledrie de aggregatietoestanden voorkomen. - Dit zijn er heel veel. Bijvoorbeeld ijzer, lood, melk, frisdrank. Opdracht 7 a. Geef twee voorbeelden van vaste stoffen, twee voorbeelden van vloeibare stoffen en twee voorbeelden van gasvormige stoffen. - Vaste stoffen: ijs, ijzer, steen, koper, diamant, glas. - Vloeibare stoffen: water, melk, limonade, koffie. - Gasvormige stoffen: waterdamp, helium, aardgas. b. Geef een voorbeeld van verdampen, stollen, condenseren, smelten en rijpen. - Verdampen: kokend water gaat over in stoom. - Stollen: koken van een ei, waardoor eiwit en eigeel stollen. - Condenseren: waterdamp koelt af en slaat neer. De neerslag noem je condens. - Smelten: ijs wordt warm, gaat smelten en wordt vloeibaar. - Rijpen: waterdamp bevriest wanneer het in aanraking komt met bijvoorbeeld daken, takken of gras. Opdracht 8 Leg uit waarom het enzym amylase een biokatalysator wordt genoemd. - Het enzym amylase zorgt voor de afbraak van koolhydraten tot het eindproduct glucose. Een biokatalysator is een stof die in het lichaam een chemische reactie kan versnellen of vertragen. De katalysator zelf blijft hierbij onveranderd van samenstelling Cosmetica KOC Nederland

3 Opdracht 9 Leg uit wat wordt bedoeld met een hoger en met een lager smeltpunt. - - Opdracht 10 a. Maak een lijstje van verbindingen die in cosmetica gebruikt kunnen worden. Geef aan in wat voor soort producten ze toegepast kunnen worden. Verbinding Keukenzout (NaCl) Soda (Na 2 CO 3 ) Water (H 2 O) Zuren Basen Alcohol Eiwitten Koolhydraten Vetten Producten Bad- en oogwaters Reinigingsproducten Bestanddeel van bijna alle huidverzorgende producten Crèmes, gezichtswaters Peelings, lysings, zeep, reinigingsproducten Huiddesinfecterende middelen, gezichtswaters Huidherstellende crèmes en maskers/pakkingen Huidverzachtende en zuiverende crèmes en maskers/pakkingen Reinigingsproducten, crèmes, maskers/pakkingen b. Welke vetten of oliën komen het meest in aanmerking voor de dagelijkse verzorging van de huid en welke zijn juist geschikt voor het reinigen? Leg uit waarom. - Plantaardige vetten komen het meest overeen met de vetten op het huidoppervlak en zijn daarom heel geschikt voor de dagelijkse verzorging van de huid. Dierlijke vetten komen ook overeen met de natuurlijke huidvetten en worden daarom ook vaak toegepast in huidverzorgende producten. Minerale vetten lijken wat betreft hun samenstelling niet op de vetten die op het huidoppervlak voorkomen en worden meestal toegepast in reinigingsproducten. Minerale vetten mengen zich niet met het huidvet, maar nemen wel verontreinigingen op. Opdracht 11 a. Verklaar hoe ketelsteen kan ontstaan in een fluitketel. - In water bevindt zich calciumwaterstofcarbonaat. Deze stof wordt tijdens koken in omgezet in het onoplosbare calciumcarbonaat, dat neerslaat. Dat is ketelsteen. b. Weet je ook hoe je ketelsteen kunt verwijderen? - Door in de fluitketel water met azijn te koken. Opdracht 12 Wanneer je een kookpit van een gasfornuis hebt openstaan, zonder dat de kookpit brandt, ruik je na enige tijd gas. Je draait de pit uit en na enige tijd is de gaslucht weer verdwenen. Probeer dit laatste te verklaren. - De gasmoleculen verspreiden zich over de gehele ruimte en vermengen zich met de lucht tot de concentratie overal gelijk is. Dat proces wordt diffusie genoemd. Gasmoleculen zijn heel beweeglijk, waardoor dit proces snel verloopt. Opdracht 13 Snijd een aardappel doormidden en hol de helften uit. Strooi in de ene helft een halve eetlepel zout en in de andere helft niets. Leg beide helften op aparte schoteltjes in een laagje water. Kijk na een half uur wat er gebeurd is met beide helften van de aardappel. Probeer te verklaren wat je ziet. - De helft waarin geen zout is gestrooid droogt enigszins uit. De helft waarin het zout is gestrooid ziet er vochtig uit. Doordat er een concentratieverschil is gaat er vocht uit de cellen naar het zout toe. Dat is het principe van osmose. KOC Nederland Cosmetica - 3 -

4 Opdracht 14 Wat is het verschil tussen diffusie en osmose? - Diffusie is de vermenging van gassen, waarbij de moleculen zich bewegen van een hoge naar een lage concentratie. - Osmose is gebaseerd op hetzelfde principe, maar hierbij vindt de uitwisseling plaats via een dunne halfdoorlaatbare wand. Hoofdstuk 2 De zuurgraad van producten Opdracht 1 Wat is de ph-waarde van de huid? - De ph-waarde is de zuurgraad van de huid. Deze verschilt van persoon tot persoon. De ph-waarde is gemiddeld 5,8. Opdracht 2 Wat is het verschil tussen de zuurgraad van de huid en de zuurmantel? - De zuurmantel van de huid wordt gevormd door tal, zweet en zuurstof. Deze stoffen hebben samen een ph-waarde of zuurgraad van ca. 5,8. Opdracht 3 a. Bepaal met lakmoesstrookjes bij vier verschillende producten of ze basisch of zuur zijn. b. Waarom moet cosmetica zoveel mogelijk de zuurgraad van de huid benaderen? c. Vul in zuurder of basischer: - Hoe hoger de ph, hoe basischer. - Hoe lager de ph, hoe zuurder. Hoofdstuk 3 Mengvormen van cosmetische producten Opdracht 1 a. Geef twee voorbeelden van cosmetische producten die een oplossing zijn. Waarom denk je dat dit oplossingen zijn? - Oogdouche, eau de toilette, deodorantspray, lotion en, oogmake-up remover. De opgeloste stoffen zijn onherkenbaar en bezinken niet. b. Wat is een gel? Noem twee gelvormige producten. - Een gel is een hydrofiele (wateraantrekkende) colloïd die deeltjes verliest. Gelvormige producten: gelvormig masker, reinigingsgel, haargel, aftershavegel. Opdracht 2 Waardoor zijn colloïde oplossingen troebel? - Door de eiwitten die er aan toegevoegd zijn. Opdracht 3 a. Maak in een schaaltje zelf een pasta, door wat poeder (bijvoorbeeld kleipoeder of luvasaarde) goed te mengen met een vloeistof, zodat je een egale massa krijgt. Kijk wat er gebeurt als je de pasta een tijdje laat staan. - De poederdeeltjes zinken naar beneden. b. Een poedermasker maak je aan met water, zodat er een pasta ontstaat. Waarom is het niet verstandig om een poedermasker lang voor gebruik aan te maken? - Dan bezinken de poederdeeltjes, waardoor het masker zijn homogene karakter verliest Cosmetica KOC Nederland

5 Opdracht 4 a. Welke verzorgende cosmetische producten zijn meestal een olie-in-wateremulsies? Hoe herken je ze? - Alle milkvormige producten, zoals een reinigingsmilk, een vloeibare dagverzorging (fluïd) zijn o/w emulsies. Ook een dagcrème is vaak een o/w emulsie. Deze producten bevatten meer water dan vetten en voelen niet vettig aan. b. Welke producten zijn meestal een water-in-olie-emulsies? Hoe herken je ze? - Nachtcrèmes, crèmevormige maskers en crèmevormige reinigers zijn meestal w/o emulsies. Deze producten bevatten meer vet dan water en voelen vettig aan. Opdracht 5 Waarom noemen we een colloïde oplossing ook wel een onechte emulsie? - Tot de ware emulsies behoren water-in-olie- of een olie-in-wateremulsie. Bij een collaide emulsie zijn eiwitten betrokken. Opdracht 6 a. Waarom is losse poeder een zuiver mengsel en compacte poeder niet? - Aan compacte poeder zijn stoffen toegevoegd met een bindend karakter. Daarom is het geen zuiver mengsel. b. Noem enkele cosmetische producten die in de vorm van een compacte poeder verkocht worden. - Blusher, oogschaduw en poeder. Opdracht 7 a. Van je docent heb je een watervrije crème, een watervrij oliemengsel en een hydrofiele olie gekregen. Smeer deze producten op de huid van je armen en beschrijf hoe ze aanvoelen. - Ze blijven op de huid liggen en trekken niet in. Alleen de hydrofiele oliën mengen zich met de huidvetten. b. Wanneer zou je een barrièrecrème op je handen smeren? - Als je met stoffen moet werken die niet goed zijn voor je huid, bijvoorbeeld met reinigingsmiddelen. Hoofdstuk 4 Grondstoffen in cosmetische producten Opdracht 1 a. Veel plantaardige oliën worden gebruikt als basis van cosmetisch producten. Ze dienen dan niet alleen als basis, maar hebben ook een dieptewerking op de huid. Kun je dit verklaren? - Plantaardige oliën mengen zich goed met de huidvetten en bevatten veel natuurlijke werkstoffen, waaronder vitamines en mineralen. Deze kunnen opgenomen worden door de huid, waardoor een plantaardige olie tevens een dieptewerking heeft. b. Welke oliën zou je kunnen gebruiken voor een vette, een droge, een verouderde huid en een huid met acne? - Vette huid: avocado-olie, tarwekiemolie; - Droge huid: Amandelolie, avocadoolie, jojobaolie, sojaolie, St. Janskruidolie, tarwekiemolie; - Verouderde huid: amandelolie, avocadoolie, jojobaolie, sojaolie, St. Janskruidolie, tarwekiemolie; - Huid met acne: Avocadoolie, calendulaolie, jojobaolie, St. Janskruidolie, tarwekiemolie. KOC Nederland Cosmetica - 5 -

6 c. Welke oliën zou je kunnen gebruiken voor een gevoelige huid? - Amandelolie, calendulaolie, olijfolie, sojaolie, St. Janskruidolie. d. Welke oliën zou je zeker niet gebruiken voor een gevoelige huid? - Kokosolie en ricinusolie. Opdracht 2 Waarom denk je dat wolvet van alle natuurlijke wassen het meest op de menselijke talg lijkt? - Omdat wolvet het huidvet (talg) is van een schaap. Opdracht 3 a. Leg uit waarom minerale vetten minder huidvriendelijk zijn dan plantaardige en dierlijke vetten. - Het zijn lichaamsvreemde stoffen die wat betreft de structuur niet overeenkomen met de lipiden van de opperhuid. b. Vanwege welke eigenschappen worden minerale vetten toegepast in cosmetica? - Ze hebben een vuiloplossend vermogen en worden daarom vaak toegepast in reinigende producten. Ze kunnen zich ook goed verbinden met verschillende kleurstoffen en worden daarom vaak toegepast in make-upproducten. c. In wat voor een babyproduct zou een mineraal vet kunnen worden toegepast? - In een beschermende crème voor de billetjes. Hoofdstuk 5 Werkstoffen en hulpstoffen Opdracht 1 Noem drie stoffen met desinfecterende eigenschappen. - Calendula, chloorhexidine, citroen, kamfer, magnesiumperoxyde, menthol, salicylzuur, waterstofperoxyde en zwavel. Opdracht 2 Noem drie stoffen die je kunt toepassen bij een vochtarme huid. - Collageen, elastine, lijnzaad, liposomen, N.M.F. Opdracht 3 Welke stoffen worden toegepast in zonnebrandproducten? - Allantoïne, bergamotte, caroteen, DHA. Opdracht 4 Welke stof mag je nooit op open wonden gebruiken? Waarom niet? - Arnica Opdracht 5 Wat voor soort cosmetische producten kunnen collageen bevatten? Verklaar je antwoord. - Regenererende maskers en crèmes kunnen collageen bevatten, maar ook producten voor een vochtarme huid Collageen heeft een sterk regenererende en hydraterende werking. Opdracht 6 Werkstofcomplexen hebben vaak een regenererende werking. Wat wordt hiermee bedoeld? Noem een aantal werkstofcomplexen met een regenererende werking. - Met een regenererende werking wordt een herstellende werking bedoeld. Voorbeelden van werkstofcomplexen met een regenererende werking zijn: aloë vera, geleé royale, ginseng, placenta-extract, pollenextract en serumextracten Cosmetica KOC Nederland

7 Opdracht 7 Natuurlijke of huidvriendelijke cosmetica bederft soms snel. Kun je dit verklaren? Hoe kun je bij dergelijke producten het risico van bederf zo klein mogelijk houden? - Conserveringsmiddelen veroorzaken vaak allergische reacties, daarom worden ze in natuurlijke of in huidvriendelijke cosmetica zo min mogelijk toegepast. Deze producten zijn daardoor wel sneller aan bederf onderhevig. Je kunt het risico van bederf verkleinen door de producten koel en donker te bewaren, bijvoorbeeld in de koelkast. Ook moet je zo min mogelijk met je vingers aan deze producten komen en een spatel gebruiken. Opdracht 8 a. Hoewel veel synthetische stoffen goedkoper en makkelijker te verwerken zijn in een cosmetisch product, worden er steeds meer natuurlijke stoffen in cosmetica verwerkt. Geef hier een verklaring voor. - Deze opdracht kan eventueel klassikaal besproken worden. Er zijn verschillende redenen te noemen. Synthetische stoffen zijn niet altijd volledig gelijk aan de natuurlijke stof. Ze hebben soms een iets andere samenstelling en kunnen daardoor een andere werking hebben. In onze geïndustrialiseerde en geautomatiseerde samenleving onstaat er een steeds grote hang naar de natuur en naar natuurlijke producten. b. Een meisje van achttien heeft een acneprobleem. Zij is vegetariër en wil alleen plantaardige producten gebruiken. Welke stoffen zouden mogen voorkomen in de producten voor haar huidtype? - Plantaardige vetten en oliën, azuleen, benzoylperoxide, caroteen, citroen, papyotine, fruitzuren, gist, hamamelis, kamfer, lijnzaad, zwavel, natuurlijke conserveringsmiddelen en natuurlijke geur- en kleurstoffen. Hoofdstuk 6 De werking van cosmetische producten Opdracht 1 Beschrijf wat we bedoelen met: a. Natronloog - is een base, die we ook wel natriumhydroxide (NaOH) noemen. b. Kaliloog - is een base, die we ook wel kaliumhydroxide (KOH) noemen. Opdracht 2 a. Meestal wordt geadviseerd om de gezichtshuid niet met zeep te reinigen. Kun je aangeven waarom? Welke producten zijn wel geschikt voor het reinigen van de gezichtshuid? - Zeep verwijdert naast vuil en overtollig vet ook het van nature aanwezige vet en vocht in de huid, waardoor de beschermende zuurmantel van de huid wordt aangetast. Daardoor kunnen allergische en overgevoeligheidsreacties ontstaan. Zeep laat ook kalkdeeltjes op de huid achter die de poriën kunnen verstoppen. Daarom kun je de gezichtshuid beter reinigen met hydrofiele olie, milk, crème, gel of een mousserende emulsie. b. Bij de vrouw kan het gebied rond de vagina ook beter niet met zeep gewassen worden. Weet je ook waarom? - Daardoor wordt de natuurlijke zuurgraad in de vagina aangetast, waardoor er makkelijker infecties kunnen ontstaan. c. Waarom mag de rest van het lichaam wel met zeep gewassen worden? - De huid van het lichaam staat aan minder invloeden bloot dan het gezicht. Bovendien is de huid in het gezicht dunner en gevoeliger dan de huid van het lichaam KOC Nederland Cosmetica - 7 -

8 Opdracht 3 Waarom bevat een deodorant bacteriëndodende stoffen? - De bacteriën op de huid veroorzaken de onaangename transpiratiegeur. Opdracht 4 Mag je na het ontharen van de oksels een deodorant of een antitranspiratiemiddel gebruiken? Verklaar je antwoord. - Na een ontharingsbehandeling zijn de oksels erg gevoelig en kunnen deze producten irritaties veroorzaken. Er zijn echter ook zeer milde producten die wel na het ontharen gebruikt kunnen worden. Opdracht 5 Waarom brengen veel mensen toiletpoeder aan na het ontharen van de oksels? - Een toiletpoeder neemt vocht op, kan een licht antiseptische werking hebben en maakt de huid minder stroef zodat langs elkaar wrijvende huidsdelen geen irritatie veroorzaken. Opdracht 6 a. Neem een willekeurig huidverzorgingsproduct. Maak een lijstje van de ingrédiënten en beschrijf ze. Welke stoffen van het lijstje zijn verantwoordelijk voor de werking van het product? - Dat is vaak afhankelijk van het soort product. Bij een reinigingsmilk zijn het de vetten. Bij verzorgende producten zijn het de vetten en de werkstoffen. Bij een zonnebrandproduct zijn het de zonnefilters, de vetten en eventuele bruinversnellers. Deze opdracht kan als groepsopdracht uitgevoerd worden en eventueel klassikaal nabesproken worden. b. Een cliënt vraagt advies over een aan te schaffen zonnebrandproduct. Ze heeft een zeer lichte huidskleur en vertelt dat ze snel verbrand en bijna niet bruin wordt. Hoe luidt je advies? - Laat je huid in ieder geval langzaam wennen aan de zon en blijf er niet te lang in. Gebruik aanvankelijk een zonnebrandproduct met een hoge beschermingsfactor. Als je wat bruiner bent kun je een wat lagere beschermingsfactor nemen. Bij deze opdracht kan gebruik gemaakt worden van informatiemateriaal van de campagne Verstandig Zonnen, aan te vragen bij de zonnelijn: , 75ct. per minuut. Opdracht 7 Waarom moet een reinigend product een ontvettende werking hebben? - Omdat vuildeeltjes vaak aan huidvetten kleven. Opdracht 8 Er zijn doucheproducten die de huid reinigen en verzorgen. Denk je dat dit zinvol is? Verklaar je antwoord. - Doucheproducten die de huid niet te sterk ontvetten zijn wel zinvol. Maar een verzorgende werking heeft weinig zin, omdat het product direct van het lichaam wordt afgespoeld. Opdracht 9 Wat is een belangrijk verschil tussen een shampoo voor droog en een shampoo voor vet haar? - Een shampoo voor droog haar is mild voor het haar en heeft geen sterk ontvettende werking. Een shampoo voor vet haar heeft meestal wel een sterk ontvettende werking Cosmetica KOC Nederland

9 Opdracht 10 a. Waarom is het nodig om na het zonnebaden nog een aftersunproduct te gebruiken? - In een aftersunproduct zitten verkoelende en verzorgende stoffen. Het voelt na het zonnen aangenaam aan op de huid. b. Is een lippenstift al voldoende om de lippen te beschermen, of is het belangrijk om toch nog een aparte lippenbalsem te gebruiken? Motiveer je antwoord. - In een lippenbalsem zitten meer beschermende en verzorgende stoffen, terwijl bij lippenstift het decoratieve aspect, namelijk de kleur, voorop staat. Wat voldoende is, is afhankelijk van de conditie van de liphuid. Opdracht 11 Noem twee redenen waarom het Warenwetbesluit Cosmetische Producten van belang is voor de consument. - Dit besluit beschermt de consument tegen schadelijke stoffen in cosmetica en tegen onheuse reclame-uitingen. KOC Nederland Cosmetica - 9 -

10 Kennistoets Hoofdstuk 1 Basisbegrippen 1. Een molecuul is het kleinste gedeelte van een dode stof dat nog alle oorspronkelijke eigenschappen bezit. 2. Een atoom is het kleinste deeltje van een molecuul en kan niet verder ontleed worden. 3. Metalen hebben de volgende eigenschappen: - een glanzend aanzien - vaste vorm - meestal hoog smeltpunt - koud aanvoelend - goede stroomgeleider - te vervormen door walsen en smeden 4. Dode stoffen kunnen een natuurlijke, minerale of synthetische afkomst hebben. - Natuurlijke stoffen: koolhydraten, eiwitten, vetten. - Minerale stoffen: olie, zout, paraffine. - Synthetische stoffen: nylon, plastic, siliconen. 5. De verschillende aggregatietoestanden waarin stoffen zich kunnen voordoen zijn: vast, vloeibaar en gasvormig. 6. Een stof kan over gaan in een andere stof door middel van verdamping, stolling, condensatie, smelten, sublimatie en rijping. 7. Enkelvoudige stoffen zijn opgebouwd uit moleculen die uit één atoomsoort bestaan, terwijl verbindingen opgebouwd zijn uit moleculen die uit verschillende atoomsoorten bestaan. 8. In een anorganische verbinding komt meestal geen koolstof voor, terwijl in een organische verbinding wel koolstof voorkomt. Zuren, basen, zouten en water zijn anorganische verbindingen. Alcoholen, koolhydraten, eiwitten en vetten zijn organische verbindingen. 9. Een milk heeft een hogere viscositeit dan een lotion. 10. Cohesie is de aantrekkingskracht tussen moleculen van dezelfde soort. 11. Adhesie is de aantrekkingskracht tussen moleculen van een andere soort. 12. Diffusie is de vermenging van gassen door beweging van moleculen. Daarbij bewegen de moleculen zich van een hoge naar een lage concentratie. Diffusie vindt plaats in één ruimte. 13. Bij osmose vindt de uitwisseling van stoffen plaats middels een halfdoorlaatbare wand. 14. Oxidatie is een proces waarbij een element zich verbindt met zuurstof. 15. Reductie is het onttrekken van zuurstof aan een verbinding. 16. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren Cosmetica KOC Nederland

11 17. Glucose is een suiker. In het spijsverteringskanaal worden alle koolhydraten (suikers) afgebroken tot glucose. 18. Onverzadigde vetzuren hebben één dubbele binding tussen de koolwaterstofatomen. Meervoudig onverzadigde vetzuren hebben meerdere dubbele koolstofverbindingen. Verzadigde vetzuren hebben alleen enkele bindingen tussen de koolwaterstofatomen. 19. Plantaardige vetten: amandel-, avocado-, en jojobaolie. Dierlijke vetten: rundvet, varkensvet, wolvet en bijenwas. Minerale vetten: paraffine en vaseline. 20. Minerale vetten zijn minder geschikt voor de verzorging van de huid omdat ze wat betreft hun samenstelling niet overeenkomen met de vetten op het huidoppervlak en ze de huid te veel afsluiten. Hoofdstuk 2 De zuurgraad van producten 1. Zuren geven opgelost in water H + ionen af, terwijl basen opgelost in water H + ionen opnemen. 2. Worden een zuur en een base bij elkaar gebracht dan ontstaat er zout en water. 3. Een zuur zout ontstaat wanneer een sterk zuur en een zwakke base bij elkaar gebracht worden. 4. Basisch zout ontstaat wanneer een zwak zuur en een sterke base bij elkaar gebracht worden. 5. Lakmoesstrookjes (ph-papier) en de ph-meter. Hoofdstuk 3 Mengvormen van cosmetische producten 1. In een ware oplossing zijn de moleculen zo klein dat ze door een dierlijke membraam kunnen doordringen. Een sol bevat groot moleculaire stoffen die de membraan niet kunnen passeren. Een ware oplossing is helder, terwijl een sol enigszins troebel is. 2. Hydrofiele colloïden kunnen deeltjes verliezen (uitvlokken) waardoor een sol in een gel verandert. 3. In een suspensie bevinden zich fijn verdeelde niet opgeloste stoffen. In een suspensie die even staat bezinken de grotere deeltjes. Door schudden vermeng je deze deeltjes met de vloeistof. 4. Er zijn o/w emulsies (olie in water) en w/ o (water in olie) emulsies. Bij een o/w emulsie bevinden de watermoleculen zich om de oliemoleculen heen. Bij een w/o emulsie bevinden de oliemoleculen zich om de watermoleculen heen. KOC Nederland Cosmetica

12 5. In een mengsel zijn de vermengde stoffen niet van samenstelling veranderd. De moleculen gaan geen verbinding met elkaar aan en blijven een zelfstandige eenheid vormen met hun eigen kenmerkende eigenschappen. 6. In een cosmetisch product worden emulgatoren toegepast om stoffen aan elkaar te binden, maar ook om werkstoffen goed in de huid te kunnen laten dringen. 7. Lecithine is een natuurlijke emulgator. Lanettewas is een synthetische emulgator. 8. Deodorants en haarlakken worden vaak in de vorm van aërosols verkocht. 9. Een watervrije crème dringt niet gemakkelijk in de hoornlaag door. 10. Een barrièrecrème is een beschermende crème die gebruikt kan worden om de handen te beschermen tegen schadelijke stoffen van buitenaf. Hoofdstuk 4 Grondstoffen in cosmetische producten 1. Dierlijke en plantaardige vetten worden doorgaans goed verdragen door de huid omdat ze overeenkomen met de huidvetten. 2. Voorbeelden: Plantaardige oliën Producten Amandelolie In producten voor een rimpelige, droge, vochtarme en gevoelige huid Avocadoolie In producten voor een vochtarme, een droge, een vette en een oudere huid Cacaoboter Als stabilisator in was-, dag- en nachtcrèmes, foundations en in andere producten Calendulaolie In producten ter behandeling van littekens, wondjes, acne en huidirritaties en in zonnebrandproducten Jojobaolie In crèmes voor een droge, een rijpere en een acnehuid, in zonnebrandproducten, massageproducten, hairconditioners en shampoos Kokosolie/vet Zeep, shampoo, producten voor droog haar Maiskiemolie Ter behandeling van vochtige huidirritaties Olijfolie Zeep, als massage-olie Ricinusolie Lipsticks en mascara s Sojaolie Als massagemiddel,toiletzepen St. Janskruidolie In producten voor een oudere, gevoelige, geïrriteerde, een droge en een acnehuid. Kan ook toegepast worden ter bestrijding van oppervlakkige brandwondjes Tarwekiemolie Als conserveringsmiddel en in producten voor een droge, een vette, een oudere en verzwakte huid. Wordt ook toegepast voor de behandeling van verhoornde haarzakjes en acne 3. Calendulaolie bevat caroteen dat het bruiningsproces bevordert. Daarom wordt calendulaolie ook wel verwerkt in zonnebrandproducten. 4. Cacaoboter en bijenwas kunnen worden toegepast als stabilisator. 5. Tarwekiemolie kan toegepast worden als conserveringsmiddel Cosmetica KOC Nederland

13 6. Maiskiemolie droogt bij toepassing op de huid enigszins in en wordt daarom toegepast bij vochtige huidirritaties. 7. Ricinusolie kan kleurstoffen oplossen en wordt daarom vaak toegepast in lipsticks en mascara s. 8. Witte bijenwas is gebleekt en ruikt minder sterk dan gele bijenwas, dat niet gebleekt is. 9. Lanoline wordt verkregen door aan wolvet 25% water toe te voegen. Dit wolvet wordt gewonnen uit het waswater van schapenwol. 10. Paraffine en vaseline hebben een minerale afkomst en zijn afkomstig uit de aardolieindustrie. 11. Vaseline neemt gemakkelijk vet en vuil op en wordt daarom vaak toegepast in reinigende producten. Hoofdstuk 5 Werkstoffen en hulpstoffen 1. Werkstoffen zijn stoffen die in kleine doseringen werkzaam kunnen zijn op de huid. Werkstofcomplexen zijn extracten van plantaardige of dierlijke oorsprong. Ze bevatten meerdere werkstoffen. 2. Waar of niet waar: a. Alcohol heeft een desinfecterende werking. Waar b. Allantoïne heeft een regenererende werking. Waar c. Althea bevordert de doorbloeding in de huid. Niet waar, althea heeft een verzachtende werking op de huid. d. Aluin kan gebruikt worden voor het stelpen van bloedingen. Waar e. Arnica kan toegepast worden op zwellingen. Waar f. Azuleen wordt vooral toegepast bij een droge huid. Niet waar, azuleen wordt toegepast bij de behandeling van teleangiëctasieën en de acnehuid. g. Benzoylperoxide heeft een kalmerende werking op de huid. Niet waar, benzoylperoxide heeft hoornsplitsende eigenschappen en kan juist huidirritaties veroorzaken. h. Bergamotte wordt veel toegepast in hypo-allergene zonnebrandproducten. Niet waar, bergamotte wordt wel in zonnebrandproducten toegepast, maar kan in combinatie met zonlicht een onregelmatige pigmentatie veroorzaken en zal daarom niet toegepast worden in de zogenaamde hypo-allergene producten. i. Caroteen heeft een stimulerende werking op het bruiningsproces. Waar j. Chloorhexidine heeft een desinfecterende werking. Waar k. Enzymen worden veel verwerkt in peelings en lysings. Waar l. Fruitzuren komen alleen in fruit voor. Niet waar, fruitzuren komen ook voor in andere producten zoals melk en suikerriet. m. Fruitzuren kunnen toegepast worden ter bestrijding van rimpels en acne. Waar n. Kamfer wordt vooral toegepast in producten voor een droge huid. Niet waar, kamfer wordt vooral toegepast in producten voor een vette en een acnehuid. o. Kastanje wordt vooral toegepast in cosmetica die de huiddoorbloeding stimuleert. Niet waar, kastanje heeft een samentrekkende werking op de haarvaatjes in de huid. p. Klimop heeft een vochtonttrekkende werking. Waar q. Liposomen kunnen niet diep doordringen in de huid. Niet waar, ze kunnen juist wel diep doordringen in de huid en worden daarom toegepast als drager van werkstoffen. r. Marmer wordt veel verwerkt in peelings en scrubs. Waar s. Producten voor een vochtarme huid bevatten vaak N.M.F. bestanddelen. Waar KOC Nederland Cosmetica

14 t. Zwavel wordt vaak toegepast om de talgproductie te stimuleren. Niet waar, zwavel wordt juist toegepast voor de behandeling van de vette huid en de huid met acne en moet de talgproductie afremmen. 3. Werkstofcomplexen met eigenschappen: a. Aloë vera: in regenerende producten, bijvoorbeeld een dagcrème voor de verouderde huid. b. Gelée royale: in regenerende producten, bijvoorbeeld in een nachtcrème voor een oudere huid. c. Mucopolysacchariden: producten voor een vochtarme huid, bijvoorbeeld in een moisterizer. d. Planktonextract: regulerende producten, bijvoorbeeld een masker voor de vette huid. e. Thymus: in ontstekingswerende producten, bijvoorbeeld in een lotion voor de acnehuid. 4. a.conserveringsmiddelen moeten een anti-oxiderende, schimmelwerende en bacteriewerende of dodende werking hebben. b. Natuurlijke conserveringsmiddelen: tarwekiemolie, vitamine E, salie, bisabolol en glycerine en sorbitol. Chemische conserveringsmiddelen: methyl- en propylparabenen, benzalkoniumchloride en sorbinezuur.. 5. a. Aldehyden worden als synthetische geurstof veelal in cosmetica verwerkt. b. Natuurlijke geurstoffen: plantaardig zoals essentiële oliën van jasmijn, roos, lelietje van dalen, oranjebloesem en tabacum, en dierlijk zoals amber van potvis, muskus van de muskusrat en ledercomponenten Plantaardige kleurstoffen: chlorofyl, bietenrood, carotenoïden en xantofyllen. - Dierlijke kleurstof: karmijnzuur. - Minerale kleurstoffen: pigmenten zoals ijzeroxide en titaandioxyde. - Synthetisiche kleurstoffen: tartrazine, patentblauw. 7. Een verzorgende crème moet aan de volgende eisen voldoen: - de vetsubstanties moeten overeen komen met de vetten op het huidoppervlak; - de structuur moet luchtig zijn; - de werking moet de huidfuncties ondersteunen; - de zuurgraad moet zoveel mogelijk overeen komen met de ph-waarde van de huid; - de natuurlijke vochtigheidsgraad van de huid moet in stand gehouden worden. 8. Het nummer op een zonnebrandproduct geeft de beschermingsfactor aan. Hoe hoger het nummer, hoe langer je in de zon kunt blijven. 9. Een deodorant bestrijdt alleen de transpiratiegeur, terwijl een antitranspiratiemiddel ook de transpiratie zelf tegengaat. 10. Het ingrediënt dat in het hoogste percentage in het product voorkomt moet als eerste vermeld worden. 11. Het Warenwetbesluit Cosmetische Producten moet de consument beschermen tegen schadelijke cosmetische producten. Daarnaast bindt deze wet ook reclame-uitingen aan regels Cosmetica KOC Nederland

15 Hoofdstuk 6 De werking van cosmetische producten 1. Een reinigingsmilk bevat vaak minerale vetten omdat deze het vuil en vet op de huid goed op kunnen lossen. 2. Met een lotion worden restjes van een reinigingsproduct weggenomen. Daarnaast herstelt een lotion de zuurgraad van de huid. 3. Detergenten verlagen de oppervlaktespanning van het water, waardoor de huid of textiel beter bevochtigd wordt. Daarnaast is zeep een amfipolaire stof, wat wil zeggen dat het zeepmolecuul een polair en een apolair deel heeft. Apolair en apolair trekken elkaar aan en polair en polair trekken elkaar ook aan. Vuil is apolair en gaat tussen de apolaire deeltjes van de zeep zitten, water is polair en groepeert zich om het polaire gedeelte van de zeep heen, zo nemen zeep en water de vuildeeltjes in zich op. 4. Zeep tast de beschermende zuurmantel van de huid aan, waardoor er allergische en overgevoeligheidsreacties kunnen ontstaan. Tevens laat zeep kalkdeeltjes op de huid achter, die de poriën kunnen verstoppen. 5. Soorten zepen: toiletzeep, luxe zeep, overvette zeep (crème, babyzeep), transparante zeep, deodorant zeep, medicinale zeep. 6. Een synthetische zeep bestaat niet, omdat een product alleen de naam zeep mag dragen ls er natuurlijke grondstoffen zijn gebruikt. 7. Shampoos en doucheproducten bevatten meestal synthetische zeep. KOC Nederland Cosmetica