voorwoord Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen

Transcriptie

1 JAARVERSLAG 2013

2

3 voorwoord Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen JAARVERSLAG 2013

4

5 voorwoord Beste lezer, Het doet mij genoegen u namens het bestuur van SOOB het jaarverslag over 2013 aan te bieden. Het jaar 2013 heeft voor SOOB in het teken gestaan van samenwerking en professionalisering. De stabiele lijn die zich sinds 2011 heeft ontwikkeld is doorgezet, en heeft het bestuur in staat gesteld om zich te richten op een goede invulling van de doelstellingen van SOOB en om een verdere efficiency-slag te kunnen maken. Het bestuur zag zich dit jaar ook geconfronteerd met problematieken als gevolg van de recessie. Het beleid heeft zich daarom vooral ook gericht op het zoveel mogelijk beperken van voortijdige uitstroom. Het bestuur wil daarmee kunnen anticiperen op tijden als de sector weer aantrekt. Eén van de belangrijkste ontwikkelingen in 2013 is het gezamenlijk vorm geven aan een sectorplan dat medio november is ingediend bij Minister Asscher. Daarnaast is en zal, verdere uitvoering gegeven worden aan de signalen uit de sector en de afspraken uit het cao principe-akkoord. Zo is gewerkt aan de verdere professionalisering van aansturing, regie en uitvoering. Dit vindt u onder meer terug in de aanstelling van een bestuursbureau. Maar ook is door het bestuur gekeken naar de instituten, die namens SOOB werkzaamheden uitvoeren. Dit heeft er in geresulteerd dat er medio 2014 een fusie plaatsvindt van de drie uitvoerings-instituten (VTL, Fuwa en Gezond Transport). Het Sectorinstituut zal het loket zijn waar de sector aan kan kloppen voor de doelstellingen waar SOOB voor staat. Het bestuur verwacht dat deze ingezette lijn er voor zal zorgen dat er meer regie en efficiency behaald wordt bij de uitvoering van haar activiteiten en dat de sector ook in deze moeilijke tijden goed voorbereid zal zijn op de toekomst. Het beperken van de uitstroom van werknemers speelt hierbij een belangrijke rol. SOOB zal ook in de toekomst, als de sector weer aantrekt, een goede rol kunnen spelen in het verbeteren van de sector met name op het gebied van scholing, in- door- en zijstroom. Ten slotte wens ik u veel leesplezier! Peter Sierat, voorzitter SOOB 5

6

7 inhoudsopgave 1. Statutaire gegevens 8 2. Algemeen Doel CAO Statuten en reglement SOOB-bijdrage Bestuur en commissies Jaarverslag Begrotingen 2013 en SOOB Bestuursbureau Sectorplan Fusie sectorinstituut VTL Gezond transport FUWA Naleving Controle Ontwikkelingen Beleggingsbeleid en liquiditeit Uitvoering SOOB-administratie Arbeidsmarktonderzoek en Sectorplan Faillissementsaanvragen en schuldsanering ESF subsidies Financiële gegevens Slotwoord Jaarrekening Balans per 31 december 2013 (na resultaatverdeling) Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting op de staat van baten en lasten over het boekjaar Verstrekte subsidies naar doelstelling Overige gegevens Statutaire regeling omtrent bestemming van het saldo van baten en lasten Besluit winstbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Controle verklaring van de onafhankelijke accountant 38 7

8 1. statutaire gegevens Het bestuur van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (verder in dit jaarverslag SOOB ) is paritair samengesteld met vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Het bestuur van SOOB is als volgt samengesteld: Algemeen bestuur Werkgeversleden aangewezen door plaatsvervanger P.H.P. Sierat, voorzitter Transport en Logistiek Nederland vacature mr. L.J.H. Ceelen, penningmeester Transport en Logistiek Nederland vacature E. van Aggele Transport en Logistiek Nederland vacature mr. P.W. Kievit Transport en Logistiek Nederland vacature ing. L.G.A.M. Verhagen Vereniging Verticaal Transport vacature Werknemersleden aangewezen door plaatsvervanger E. Groen, plv. voorzitter FNV Bondgenoten vacature mw. R. Hidding, plv. secretaris FNV Bondgenoten vacature vacature FNV Bondgenoten vacature H.F. Westerman, secretaris (tot 11 februari 2014) CNV Vakmensen vacature mw. M.M. Pieters (tot 22 april 2014) CNV Vakmensen vacature T.J. van Rijssel, secretaris (vanaf 11 februari 2014) CNV Vakmensen vacature T.T.S. Orie (vanaf 22 april 2014) CNV Vakmensen vacature De heer Groen heeft in het verslagjaar, per 1 september 2013, de heer Van den Dungen opgevolgd als bestuurslid vanuit FNV Bondgenoten. Met ingang van dezelfde datum heeft de heer Groen ook de functie van plaatsvervangend voorzitter overgenomen van de heer van den Dungen. Tevens is de heer Otten in juli 2013 afgetreden als plaatsvervangend bestuurslid vanuit Vereniging Verticaal Transport. De heer Van Rijssel heeft in 2014 de bestuursfunctie van secretaris overgenomen van de heer Westerman als bestuurslid vanuit CNV Vakmensen. De heer Orie is in 2014 toegetreden als bestuurslid en volgt mevrouw Pieters op als bestuurslid vanuit CNV Vakmensen. Subsidiecommissie Werkgeverslid mr. L.J.H. Ceelen Plaatsvervanger P.W. Kievit Werknemerslid Plaatsvervanger E. Groen mw. R. Hidding De heer Groen heeft per 1 september 2013 de heer Van den Dungen opgevolgd als commissielid. Commissie Nieuw Subsidiebeleid Werkgeversleden mr. L.J.H. Ceelen mr. P.W. Kievit ing. L.G.A.M. Verhagen Werknemersleden E. Groen mw. R. Hidding Commissie Financiële Zaken Werkgeversleden P.H.P. Sierat mr. L.J.H. Ceelen mr. P.W. Kievit ing. L.G.A.M. Verhagen Werknemersleden E. Groen mw. R. Hidding 8

9 Vestigingsplaats SOOB is statutair gevestigd te Amsterdam. Website Op staat naast veel algemene (achtergrond) informatie ook de SOOB-cao, een aantal brochures en formulieren en het jaarverslag. Via de website zijn ook het werkgeversportaal en het SOOB Subsidiepunt te vinden. Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Administrateur TKP Pensioen B.V. Bezoekadres: Europaweg 27, 9723 AS Groningen Postadres: Postbus 586, 9700 AN Groningen SOOB Subsidiepunt VTL Anthonie van Leeuwenhoekweg AM Alphen aan den Rijn SOOB Bestuursbureau Actor Stationsweg AA Woerden 9

10 2. algemeen 2.1 Doel SOOB zet zich in voor iedereen in de sector Transport en Logistiek. De bijdragen van werkgevers en werknemers worden benut voor het financieren van diverse projecten op het gebied van onder andere scholing, gezond werken en arbeidsvoorwaarden. Hierbij staat het collectieve belang voorop. De doelstellingen van SOOB vanuit de SOOB-cao zijn: zorgen voor kwalitatieve instroom van nieuwe medewerkers; streven naar een gezonde arbeidsmarkt; stimuleren van gezond en veilig werken; zorgdragen voor naleving van arbeidsvoorwaarden; en correcte functiewaardering. Voor wie geldt de SOOB-cao? De SOOB-cao is van toepassing op: Alle werkgevers en werknemers van in Nederland gevestigde ondernemingen die vergunningplichtig vervoer krachtens de Wet wegvervoer goederen (hierna Wwg), zoals deze laatstelijk is gepubliceerd op 9 december 2008 (staatsblad 492), verrichten, en/of Ondernemingen die tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verrichten anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen. Werkgevers en werknemers in het kraanverhuurbedrijf, waaronder wordt verstaan alle in Nederland werkzame ondernemingen, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het verhuren van mobiele kranen. Voor wie geldt de SOOB-cao niet? De SOOB-cao is niet van toepassing op ondernemingen die: Een eigen cao dienen toe te passen; ofwel Een eigen bedrijfstak cao dienen toe te passen: ofwel over een eigen vastgelegd arbeidsvoorwaardenpakket beschikken. Daarbij worden de volgende voorwaarden gesteld: Het niveau van voorvermelde regelingen dient tenminste gelijkwaardig te zijn aan het niveau van de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen en; De hoofdactiviteit van de onderneming is een andere dan beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening of de verhuur van mobiele kranen. De hoofdactiviteit van de onderneming is een andere dan beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening of de verhuur van mobiele kranen, wanneer in de regel niet meer dan 20% van de omzet met voornoemde activiteiten wordt gerealiseerd. Maatgevend daarbij is de juridische eenheid waarvoor een vergunning beroepsgoederenvervoer is aangevraagd of toegekend, danwel waarbinnen de verhuur van mobiele kranen plaatsvindt. Tevens zijn uitgezonderd ondernemingen, die in hoofdzaak gemeten naar de loonsom van het bedrijf bouwwerkzaamheden uitvoeren en tevens mobiele kranen exploiteren. Bestedingsdoelen De gelden die voor SOOB worden geheven, worden besteed aan de volgende activiteiten: de kosten voor: 1. voorlichting en promotie over arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, relevante sociale zekerheid en arbeidsmarktontwikkelingen; 2. voorlichting, vorming, scholing en opleiding, onderwijs en ontwikkeling over wet- en regelgeving en relevante ontwikkelingen op het gebied van: - arbeidsvoorwaarden; - arbeidsverhoudingen; - sociale zekerheid; - aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling; en - employability; 3. onderzoek en publicaties op het gebied van arbeidsmarkt en arbeidsomstandigheden; 4. het vergroten van de participatie op de arbeidsmarkt en het beter laten functioneren van de arbeidsmarkt van de sector; 5. behandelen door sociale partners van dispensatieverzoeken en/of vragen over de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren; 6. bevorderen van de naleving van de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren. activiteiten van de Stichting Functiewaardering voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen; 1. voorlichting geven over het functiewaarderingssysteem en de toepassing ervan; 2. ontwikkelen en beheren van referentiefuncties; 3. uitvoeren van bedrijfsbezoeken, functieonderzoeken, functiebeschrijvingen en graderingen. activiteiten op het gebied van bedrijfsgezondheidszorg in de bedrijfstak door de Stichting Bedrijfsgezondheidszorg Beroepsgoederenvervoer over de Weg (BGZ Wegvervoer) of andere 10

11 stichtingen die op dit gebied werkzaam zijn: 1. bevorderen van een goed arbo- en verzuimbeleid, risico-inventarisatie, arbocheck kleinere bedrijven, werkplekonderzoek, re-integratie, rugprojecten, traumabegeleiding, overleg met ondernemingsraden, keuringen, sociaal maatschappelijk teamoverleg en spreekuren; 2. onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten worden gepubliceerd; 3. voorlichting over preventieve arbozorg en verzuimbeleid. het bevorderen van re-integratie van bijzonder moeilijk plaatsbare arbeidsgehandicapten, in het bijzonder naar een werkgever buiten de bedrijfstak door het Reïntegratie Centrum Wegvervoer; activiteiten op het gebied van opleiding en ontwikkeling door de Stichting VTL of andere stichtingen die op dit terrein werkzaam zijn: 1. bevorderen en/of verzorgen van vakopleidingen van bestaand en nieuw personeel in de bedrijfstak; 2. bevorderen van de verhoging van vakbekwaamheid van bestaand en nieuw personeel in de bedrijfstak; 3. bevorderen van het behalen van de benodigde rijbewijzen door leerlingen in het beroepsgoederenvervoer door kredieten te geven; 4. bemiddelen bij het verwerven van leerarbeidsplaatsen en stageplaatsen in de beroepsbegeleidende leerweg voor opleidingen voor vol- en deeltijd middelbaar onderwijs; 5. oprichten en in stand houden van één of meer studiecentra voor de bedrijfstak; 6. bevorderen en in stand houden van praktijkopleidingen; 7. (laten) afnemen van examens en het uitreiken van vakdiploma s, getuigschriften en certificaten; 8. onderzoeken en publicaties op het terrein van de arbeidsmarkt van de sector. de werkzaamheden die nodig zijn voor het doen naleven van de overeengekomen arbeidsvoorwaarden binnen de bedrijfstak: 1. toezien op de naleving van de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren; 2. tegengaan van handelen in strijd met de collectieve arbeidsovereenkomsten die in de bedrijfstak vigeren; 3. opstellen van gedragsregels. door de werkgevers vallende onder de SOOBcao, met goedkeuring van het bestuur, voor te dragen onvoorziene, of specifiek afgebakende projecten die voortvloeien uit nieuwe wet- en regelgeving en ontwikkelingen op het gebied van: - arbeidsvoorwaarden; - arbeidsverhoudingen; - sociale zekerheid; - aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling; en - employability. verzorgen van arbeidsmarkttoeleidingsprojecten voor de sector gericht op (langdurig) werklozen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten, jongeren, minderheden en branchewisselaars. 11

12 2.2 CAO De cao is in 2012 aangepast door de sociale partijen betrokken bij SOOB. De afgesloten cao heeft een looptijd tot en met 1 juli In het principe akkoord met betrekking tot de cao is als voorwaarde opgenomen dat de cao-partijen de opties bekijken voor een verdere verzakelijking van de aansturing en bedrijfsvoering van en door SOOB. De inzet moet zijn om verbeteringen te maken in de governance. Verder dient er een inventarisatie van de huidige activiteiten ten opzichte van de door de cao-partijen gewenste activiteiten van VTL, Gezond Transport en FUWA te worden gemaakt waarbij wordt gekeken naar de kerntaken van deze instituten. Tevens moet het bestuur een nulmeting laten uitvoeren van de outcomes van de door SOOB gefinancierde activiteiten van VTL, Gezond Transport en FUWA. Eind 2013 zijn de cao-onderhandelingen gestart ten behoeve van de voortzetting van de cao per juli Statuten en reglement De statuten en het reglement van SOOB zijn in 2013 niet gewijzigd. 2.4 SOOB-bijdrage De aangesloten werkgevers waren in 2013 een bijdrage verschuldigd van 0,86% van de brutoloonsom Sociale Verzekeringen over het lopende kalenderjaar, met als maximum het tot een jaarloon herleide maximum premiedagloon van de WW (zonder franchise). Het maximum SV-loon werd voor 2013 per werknemer vastgesteld op ,-. Voor 2014 is de bijdrage gelijk gebleven, namelijk 0,86% van de bruto loonsom Sociale Verzekeringen. Het maximum SV-loon is voor 2014 vastgesteld op per werknemer. Van de bijdrage mag de werkgever 0,245% inhouden op het loon van de werknemer. De premiebijdrage in 2013 is ,- (2012: ,-) en ligt in lijn met voorgaand jaar. 12

13 3. Bestuur en commissies SOOB heeft een algemeen bestuur, een Subsidiecommissie, een Commissie Financiële Zaken en een Commissie Nieuw Subsidiebeleid. In 2013 hebben zes bestuursvergaderingen plaatsgevonden. De Subsidiecommissie heeft vijf keer vergaderd. Deze commissie is gemandateerd om verzoeken en bezwaren van werkgevers over subsidies voor opleidingen van werknemers af te handelen. De overige commissies hebben in 2013 niet vergaderd. Hieronder volgt een kort overzicht van de belangrijkste bestuursbesluiten die in 2013 zijn genomen. 3.1 Jaarverslag 2012 Op 21 mei 2013 heeft het bestuur het jaarverslag 2012 vastgesteld. Dit jaarverslag kan worden gedownload van Begrotingen 2013 en Sectorplan Op 18 november 2013 is het Sectorplan ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In dit plan zijn maatregelen opgenomen die SOOB wil nemen ter bestrijding van de effecten van de crisis en is door intensief overleg met alle betrokken partijen tot stand gekomen. De vijf doelstellingen zijn: 1. voorkomen van werkloosheid; 2. zorgen voor voldoende goede instroom en verjonging in de sector; 3. behoud van vakkrachten; 4. bevordering van duurzame inzetbaarheid; 5. zorgen voor instroombanen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. In maart 2014 heeft SOOB de beoordeling en beschikking van het sectorplan ontvangen van het ministerie. De uitkomst van de beschikking is dat er 15,6 miljoen subsidie vanuit het ministerie beschikbaar wordt gesteld ter uitvoering van het sectorplan. Het bestuur heeft de begroting voor 2013 vastgesteld in de bestuursvergadering van 5 december 2012 op In de loop van het verslagjaar 2013 is voor aan niet-voorziene subsidie verzoeken gehonoreerd. Hiermee komt de totale begroting op Het totale beschikbare bedrag is hoger dan in 2012 ( ). De begroting voor 2014 is vastgesteld in de bestuursvergadering van 12 december Deze vaststelling is zorgvuldig tot stand gekomen, rekening houdend met de verdeling van de vastgestelde percentages (zie artikel 4 van het reglement). Net als in voorgaande jaren zijn de subsidie-ontvangende partijen schriftelijk geïnformeerd over de hoogte van de toekenning. 3.3 SOOB Bestuursbureau In 2012 is, naar aanleiding van het principe akkoord van de cao, een begeleidingscommissie gestart met het opzetten en implementeren van een bestuursbureau voor SOOB. Dit bureau is een stafdienst van het bestuur en ontwikkelt desgevraagd voor het bestuur beleid en houdt toezicht op uitvoering van beleidsmatige keuzes van het bestuur. Tevens monitort het Bestuursbureau activiteiten van instituten en derden met betrekking tot de uitvoering van hun taken. In 2012 was een Bestuursbureau a.i. aangesteld. In 2013 is verdere invulling gegeven aan de vormgeving van het SOOB Bestuursbureau. Vanaf 1 september 2013 heeft Actor de taken van het Bestuursbureau a.i. overgenomen. 13

14 3.5 Fusie sectorinstituut In vervolg op het principeakkoord over de SOOB cao dat 7 juni 2012 is gesloten, is er in 2013 onderzoek verricht naar de mogelijkheden tot verbetering van de bedrijfsvoering van VTL en Gezond Transport. In het voorjaar heeft dit ertoe geleid dat het SOOB-bestuur het voornemen heeft uitgesproken om de instituten VTL, Gezond Transport en Fuwa samen te brengen in één sectorinstituut. Dit zodra er een nieuwe SOOB cao voor de periode na 1 juli 2014 tot stand is gekomen. In december heeft het bestuur een ad interim directeur benoemd en deze gevraagd een migratieplan op te stellen voor de gewenste fusie. Op verzoek van het SOOB-bestuur zijn vervolgens door de Raad van Toezicht VTL, Bestuur Gezond Transport en Bestuur Fuwa positieve voorgenomen fusiebesluiten genomen. Het fusieproces is eind 2013 opgestart, met als inzet om, afhankelijk van de voorwaarde van een nieuwe SOOB cao, per 1 juli 2014 een juridisch door te voeren en daarna de daadwerkelijke integratie van één sectorinstituut te realiseren. 3.6 VTL Voor veel activiteiten die worden uitgevoerd door VTL geldt dat deze mede mogelijk worden gemaakt met financiering vanuit SOOB. Tevens geldt dat VTL op verzoek van SOOB, scholingssubsidies beschikbaar stelt aan BBL-leerlingen en bedrijven. Onderstaand een toelichting. Instroom van leerlingen via BBL-trajecten Met het oog op de toenemende behoefte aan nieuwe instroom van chauffeurs is het van vitaal belang dat jongeren enthousiast gemaakt worden voor een baan in onze sector. SOOB stimuleert de instroom van leerlingen door financieel bij te dragen aan voorlichtingsactiviteiten, detachering van BBL-leerlingen bij bedrijven uit de sector en scholingssubsidies voor de rijopleidingen van BBL-leerlingen. In 2013 zijn meer dan 900 nieuwe BBL-leerlingen bij VTL in dienst getreden en waren er ultimo 2013 bijna BBLleerlingen in dienst. Er werd circa 3,8 mln. aan scholingssubsidies verstrekt. Vermeldenswaard is ook de belangstelling voor VTL Studieplan. Studieplan is een spaar- en financieringsregeling voor BBL-leerlingen in dienst van VTL. Studieplan is bedoeld om het financieringsprobleem van de leerling door de hoge kosten van de rijopleidingen te verlichten. In 2013 hebben ruim BBL-leerlingen hieraan deelgenomen. Instroom via doorstroom en zij-instroom Voor het oplossen van het toekomstige chauffeurstekort, is ook de toename van (jong)volwassenen in de sector de komende jaren belangrijk. Het doel is om nieuwe chauffeurs en logistiek medewerkers te werven vanuit de bedrijven, maar ook van buiten de sector. SOOB heeft aan VTL gevraagd zich te ontwikkelen tot arbeidsmarktregisseur. Mobiliteitscentrum transport In dit kader zijn in 2013 activiteiten verricht voor het Mobiliteitscentrum transport (MCt). Kern binnen MCt vormt een internetapplicatie waarmee vacatures en kandidaten worden geregistreerd. Medewerkers van het MCt verzorgen met telefonische ondersteuning de matching. Ook andere initiatieven zijn ontplooid. In 2013 zijn op deze manier 512 chauffeurs aan een nieuwe baan geholpen. Gelet op de economische situatie was er onvoldoende marktvraag om deze instroom grootschalig op gang te brengen. Bedrijven die zij- en doorstromers rijopleidingen laten volgen hebben in 2013 voor 0,3 mln. aan toezeggingen ontvangen voor scholingssubsidies. Dit bedrag is relatief laag en een afspiegeling van de slechte situatie op de arbeidsmarkt. Anticiperend op de problematiek van de vergrijzing die op middellange termijn zal ontstaan is er ook gestart met een imagocampagne. Deze richt zich op alle mogelijke beroepen in de sector en alle daarbij behorende opleidingen, van VMBO tot HBO. Scholing van werkenden SOOB heeft er voor gekozen om alleen branchekwalificerende scholing te subsidiëren. Dit zijn branchespecifieke opleidingen die worden afgesloten met een onafhankelijk examen. Door het subsidiëren van deze vorm van scholing, draagt SOOB bij aan de kwaliteit en professionalisering van de sector. De sociale partners zetten daarnaast in op themagericht subsidiebeleid. Hiermee kunnen specifieke en voor de sector belangrijke ontwikkelingen worden gestimuleerd. In dat kader is er subsidie beschikbaar voor de eerste praktijkdag van de verplichte nascholing. Daarmee wil SOOB stimuleren dat chauffeurs tijdig aan deze verplichting voldoen. In 2013 is 3,0 mln. aan scholingssubsidies toegezegd. 14

15 Belangrijk in de nieuwe aanpak is dat de scholingssubsidie alleen maar mogelijk is als er wordt opgeleid via een door SOOB- gecertificeerde opleider. VTL heeft hiervoor een certificeringsregeling ontwikkeld, die zij uitvoert in samenwerking met KIWA. In 2013 waren gemiddeld 171 opleiders gecertificeerd. In 2013 werd ook gestart met een certificerings-regeling voor exameninstellingen. Gemiddeld was er in 2013 sprake van 11 instellingen die aan de eisen voldeden. Via de internet applicatie van SOOB Subsidiepunt kunnen aanvragen worden ingediend. In 2013 zijn voor werknemers aanvragen geregistreerd. Vermeldenswaard zijn ook de voorlichtingsactiviteiten die VTL verricht in het kader van de Richtlijn Vakbekwaamheid (Code 95) en de adviesrol die wordt vervuld naar ondernemers die branchegewijs met elkaar samenwerken. Om ondernemers te faciliteren bij het tijdig starten van opleidingsactiviteiten in het kader van Code 95 is eind 2012 een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuwe internetapplicatie: Deze is op 1 februari 2013 opgeleverd. Ultimo 2013 maakten ruim 300 bedrijven en 40 opleiders gebruik van dit systeem. Innovatie De sociale partners hechten ook belang aan innovatie van dienstverlening op het gebied van Opleiding & Ontwikkeling. Essentieel daarbij is de beschikbaarheid van adequate informatie over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en op het gebied van scholing. In 2013 is opnieuw geïnvesteerd in de ontwikkeling van een sectormonitor. Deze is medio 2013 opgeleverd. Innovatief is ook de uitvoering van een pilot om de mogelijkheden van een mobiliteitscentrum te onderzoeken voor medewerkers met een MUP-contract. Daarbij gaat het om medewerkers die als gevolg van noodzakelijke afslanking van bedrijven op deze manier behouden kunnen worden voor de sector. Afspraken hierover werden tijdens het afsluiten van de cao gemaakt. De pilot is succesvol verlopen, maar er zijn (nog) geen bedrijven die hebben besloten om de samenwerking aan te gaan. In 2014 zal deze vorm van dienstverlening ook worden aangeboden, maar dan als onderdeel van een totaalpakket aan nieuwe diensten gericht op de problematiek van de arbeidsmarkt. Noemenswaardig is ook de samenwerking die werd gezocht met een bedrijf over de werving, selectie en de inzet van Wajongers in de bedrijfsprocessen. Aan de hand van de opgedane ervaringen zal de branche worden geïnformeerd over de ervaringen die hierbij worden opgedaan. 3.7 Gezond Transport De projectmatige activiteiten die Gezond Transport op haar werkterrein onderneemt om werknemers in ieder geval gezond, veilig en duurzaam aan het werk te houden, zijn ondergebracht in verschillende programma s. Duurzame inzetbaarheid In 2013 werkte Gezond Transport vanuit het programma Duurzame Inzetbaarheid verder aan de omslag in het denken over personeelsbeleid. Van separate aandacht voor traditionele onderwerpen als preventie of verzuim naar een brede, meer integrale blik op de inzetbaarheid van personeel. Voorbeeld hiervan is het ESF-E project waarin Gezond Transport met sociale partners onderzoek heeft gedaan naar factoren die oudere werknemers stimuleren of juist belemmeren tot aan het pensioen door te werken. Bij het onderzoek in tien bedrijven lag de focus op de organisatie van het werk en arbeidsvoorwaarden, een onderdeel van het Wiel van Inzetbaarheid waar de sector nog relatief weinig kennis over heeft. Kansrijke maatregelen op dit vlak (zoals minder werken, deeltijd pensioen, anders roosteren) zijn getest in vier bedrijven. De uitkomsten leiden, in afstemming met sociale partners, tot bouwstenen voor een beleidsplan. Met deze activiteit geeft Gezond Transport invulling aan haar ambitie om samen met sociale partners een meerjarige, integrale strategie te ontwikkelen op de inzetbaarheid van werknemers. Veilige en gezonde werkomgeving Met het programma Veilige en Gezonde Werkomgeving beoogt Gezond Transport bedrijven in de toekomst meer te faciliteren met een structurele aanpak van het constateren en aanpakken van risicovolle arbeidsomstandigheden. Medio 2012 is het project containergassen gestart met een doorloop in Doelstelling van dit project was om 150 bedrijven te bezoeken om te bevorderen dat zij een veilige werkwijze toepassen bij het openen, betreden of lossen van zeecontainers. Zowel de bedrijven die nog geen ervaring hadden als de bedrijven die al wel een beleid hadden opgesteld om op een veilige wijze zeecontainers te openen, zijn gedurende deze bedrijfsbezoeken begeleid. Uiteindelijk zijn er in totaal 70 specifieke bedrijfsbezoeken uitgevoerd en is het eindrapport in april 2013 opgeleverd. De bedrijven geven aan dat zij het meest aan de slag zijn gegaan met het stappenplan, en de tipkaarten Voorlichting en Onderricht en Registratie zeecontainer. Bijna alle bedrijven geven aan dat het adviestraject geholpen heeft om veiliger met zeecontainers te werken. 15

16 3.8 FUWA Belangrijkste taak van FUWA Wegvervoer is het informeren en adviseren van werkgevers en werknemers op het gebied van functiewaardering. Hieronder volgt een toelichting op een tweetal projecten. Voorlichting en training In 2013 is het project Workshops Functiewaardering voortgezet, met als doelgroepen: werkgevers, werknemersorganisaties en derden, die direct of indirect met de indeling van functies te maken hebben. Het doel hiervan is uitleg te geven over wat functiewaardering is en wat daarbij komt kijken. Het functiewaarderingssysteem wordt op hoofdlijnen inzichtelijk gemaakt. Ook is aandacht besteed aan de omgang met meningsverschillen over de zwaarte of indeling van een functie en is de Beroepsprocedure toegelicht. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt geoefend met het indelen van functies en worden praktische tips gegeven. Door de kleine groepen met een maximaal aantal deelnemers is er steeds voldoende ruimte voor het stellen van vragen over specifieke bedrijfssituaties en eigen functies. Uit de evaluatie blijkt dat deelnemers enthousiast zijn over de workshops en deze als zinvol en leerzaam ervaren. Pilot-project MNT Onder regie van FUWA Wegvervoer is in 2013 door een projectgroep uitvoering gegeven aan het pilot project Methodische Niveau Toekenning (MNT). MNT is een verkorte methode van functiewaardering, gebaseerd op het Bakkenistsysteem. MNT is een pc-applicatie en sluit aan op de behoefte van de sector voor een eenvoudiger, sneller en toegankelijker methode van functiewaardering. Voor de pilot zijn in eerste instantie circa 30 functies geselecteerd, afkomstig uit een zelfde bedrijfsonderdeel/afdeling om gelijktijdig de onderlinge samenhang te kunnen toetsen. Na tussentijdse rapportage is de pilot op alle functies voortgezet. 3.9 Naleving SOOB bevordert de naleving van de in de bedrijfstak geldende arbeidsvoorwaarden. Door werkgevers- en werknemersorganisaties worden hiertoe diverse activiteiten ondernomen. De stichting Vervoersbond Naleving cao Beoepsgoederenvervoer over de weg (VNB) richt zich specifiek op het onderwerp. Er wordt toegezien op naleving en vragen in relatie tot de toepassing van de cao worden beantwoord. Er wordt juridische hulp en advies geboden. VNB heeft het recht om naleving van de cao bij werkgevers te vorderen. Bij meldingen over het niet naleven van de caoafspraken door een werkgever kan door VNB een nalevingprocedure opgezet worden. Als chauffeurs beroepsmatig in aanraking komen met politie en justitie wordt juridische hulp geboden. In 2013 is een convenant voor gegevensuitwisseling opgesteld tussen VNB en de Inspectie Leefomgeving en Transport Controle De verantwoording van SOOB valt onder het toezicht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vindt onder andere plaats door middel van het indienen van het jaarverslag en de controleverklaringen van de subsidie ontvangende partijen. Deze partijen dienen jaarlijks middels een door een accountant gecertificeerde controleverklaring de bestede subsidiegelden te verantwoorden aan SOOB. De accountant van SOOB stelt vervolgens aanvullend vast dat alle subsidieverklaringen juist en volledig tot uiting komen in de jaarrekening van SOOB. 16

17 4. Ontwikkelingen Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen voor SOOB in Beleggingsbeleid en liquiditeit SOOB kende in het verslagjaar geen beleggingsbeleid. In 2013 was er net als voorgaande jaren geen sprake van beleggingen anders dan liquiditeiten. In het verslagjaar is de liquiditeitspositie wederom verder verbeterd. Eind 2013 bedraagt de algemene reserve (ultimo ). Doelstelling van het bestuur is om een zodanig niveau van reserves aan te houden, dat aan alle aangegane verplichtingen kan worden voldaan. Het mogelijk te behalen rendement op de liquiditeit heeft de continue aandacht van het bestuur. In 2013 heeft het bestuur besloten dat het vanwege de strenge voorwaarden en condities niet wenselijk is om aan te sluiten op het Fonds voor Gemene Rekening van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg. 4.2 Uitvoering SOOB-administratie Het SOOB-bestuur wil zoveel mogelijk informatie uit de eigen administratie kunnen halen om onder andere de representativiteit vast te stellen, maar ook om toekomstig en huidig beleid vast te stellen en te toetsen aan de ontwikkelingen in de sectoren. Zo is bijvoorbeeld sinds 2012 in de SOOB-administratie opgenomen of een werkgever lid is van een werkgeversorganisatie en zo ja, van welke. Hierdoor is de representativiteit sneller en meer accuraat vast te stellen waardoor het algemeen verbindend verklaren van een nieuwe cao geen vertraging oploopt. Daarnaast is het aantal werknemers vanuit de eigen SOOB-administratie beschikbaar. Naast een uitbestedingsovereenkomst met de administrateur stelt SOOB jaarlijks een Service Level Agreement (SLA) vast met de administrateur. Deze SLA wordt jaarlijks geëvalueerd. Aan de hand van de afspraken in de SLA rapporteert de administrateur per kwartaal over de naleving van de SLA afspraken. Naar aanleiding van de in 2012 opgevraagde offertes voor een bestuurdersaansprakelijkheid verzekering voor SOOB is op 18 april 2013 een polis met een looptijd tot 1 mei 2014 afgesloten. In 2014 zal het bestuur worden gevraagd of deze polis moet worden gecontinueerd. In 2013 is de implementatie van Single Euro Payments Area (SEPA), die in 2012 in gang was gezet, afgerond en is het gebruik van acceptgiro s volledig komen te vervallen. 4.3 Arbeidsmarktonderzoek en Sectorplan Vanuit SOOB is er in 2012 en 2013 een marktonderzoek uitgevoerd met als doel om de opbouw van de arbeidsmarkt in kaart te brengen en hoeveel chauffeurs er op termijn nodig zijn om de uitstroom te zijner tijd op te vangen. De rapportage met de titel Uitdagingen voor de arbeidsmarkt van morgen is in oktober 2013 opgeleverd. De verwachting is dat als de economie weer aantrekt er vele chauffeurs nodig zullen zijn. Deze en andere bevindingen vormen een vertrekpunt om de uitdagingen van de toekomst goed voorbereid tegemoet te treden onder andere in het Sectorplan dat door de sociale partners is opgesteld en ingediend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 4.4 Faillissementsaanvragen en schuldsanering Faillissementen worden zo nodig aangevraagd conform de richtlijnen van het bestuur. Hetzelfde geldt voor kwijtscheldingsverzoeken. Bijzondere situaties worden aan het bestuur voorgelegd. Verder werkt het bestuur in principe altijd mee aan steunvorderingen op verzoek van derden. 4.5 ESF subsidies Sinds 2007 maakt SOOB ten behoeve van de transportsector gebruik van de mogelijkheden die het ESF programma daartoe biedt. Hiertoe dient SOOB zodra de mogelijkheden zich aandienen subsidieaanvragen in bij het Agentschap van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). SOOB heeft tot op heden zes aanvragen ingediend onder ESF actie D met als doelstelling het opleiden van werknemers in de transportsector. Dit betreffen project 1 tot en met 6. Daarnaast heeft SOOB één aanvraag ingediend onder ESF actie J met als doelstelling het bestrijden van jeugdwerkloosheid. Dit betreft project 7. Tot slot heeft SOOB één aanvraag ingediend onder ESF E Sociale Innovatie, zijnde project 8. Onderstaand is de stand van zaken voor de acht projecten per eind 2013 beschreven. Naar aanleiding 17

18 van controles door het Agentschap SZW zijn voorzieningen op de diverse projecten gevormd, die in de jaarrekening en in onderstaande tabel uiteengezet zijn. Project 1 en 2 zijn door het Agentschap SZW geheel afgewikkeld en voor beide projecten is een beschikking subsidievaststelling ontvangen. De vaststelling wijkt op een aantal punten af van de ingediende einddeclaratie. SOOB heeft hier in hoger beroep met succes bezwaar tegen aangetekend. De rechterlijke uitspraak stelt SOOB grotendeels in het gelijk. Gezien de onzekere uitkomst van de nieuwe vaststelling door het Agentschap SZW, is de vordering als gevolg van de uitspraak, niet betrouwbaar in te schatten. Daarom is de vordering in de jaarrekening op nihil gesteld. Het maximaal nog te ontvangen bedrag als gevolg van de hoger beroepszaak bedraagt 1,6 mln. Dit is in de jaarrekening onder de niet uit de balans opgenomen activa en verplichtingen verantwoord. Project 3 en 4 werden uitgevoerd in de periode 2009 en Voor wat betreft deze twee projecten geldt dat de einddeclaraties zijn ingediend en gecontroleerd door het Agentschap SZW. Project 5 werd uitgevoerd in de periode De einddeclaratie voor dit project is ingediend. Controle door het Agentschap SZW heeft plaats gevonden eind Het Agentschap SZW heeft in haar concept rapport de subsidie vastgesteld op 2,0 mln. Project 6 is gestart in 2011 en liep door tot en met juli De einddeclaratie werd in december 2012 ingediend. De controle door het Agentschap SZW is uitgevoerd in november In afwachting van de uitkomsten van het onderzoek is de vordering ongewijzigd ten opzichte van voorgaand boekjaar. Project 7, het ESF actie J project, werd uitgevoerd in In 2012 werd de einddeclaratie ingediend. Het project werd in november 2012 gecontroleerd door het Agentschap SZW. De in 2012 uitstaande vordering is in 2013 in zijn geheel ontvangen. Project 8, het ESF actie E project, is uitgevoerd tot en met het eerste kwartaal van In december 2012 werd de aanvraag voor een subsidie ingediend. Het project dient een minimale realisatie te hebben van 60%. Derhalve wordt door SOOB 40% van de subsidiekosten gedragen. Ultimo 2013 heeft het bestuur een voorziening getroffen voor de diverse projecten van in totaal 3,3 miljoen. De financiële posities worden in de jaarrekening verder uiteengezet. Uitgesplitst levert de financiële positie per project het volgende beeld op: (bedragen zijn vermeld in Euro s) Projectnummer Vastgestelde subsidie / Vordering Voorziening Vordering na subsidie in einddeclaratie op balans aftrek voorziening ESFN ESFN ESFN ESFN ESFN ESFN ESFN n.n.b. project in uitvoering Totaal De voorziening wordt getroffen voor het verschil tussen de gedeclareerde subsidie in de einddeclaraties en de (verwachte) vaststelling van Agentschap SZW. Hierbij heeft het bestuur het voorzichtigheidsbeginsel gehanteerd. Dit houdt onder andere in dat het bestuur geen rekening heeft gehouden met onzekere/niet betrouwbaar te schatten inkomsten die kunnen resulteren uit eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. 18

19 5. Financiële gegevens Aan bijdragen en overige opbrengsten werd in (2012: ) ten gunste van de verslagperiode gebracht. Er is in het verslagjaar een bedrag van (2012: ) uitgekeerd aan de verschillende organisaties en/of doelen. Daarnaast bedragen de algemene kosten ( 2012: ) waardoor het batig saldo bedraagt. Over het verslagjaar dienen de subsidie ontvangende instellingen voor 1 april 2013 een controleverklaring te overleggen die is afgegeven door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid. De subsidieverklaring moet gebaseerd zijn op een eerder overlegde begroting. Op deze manier dient aan de vormvereisten te worden voldaan waaraan cao-fondsen moeten voldoen om voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking te kunnen komen. Alle gewaarmerkte verklaringen van de verantwoording van de bestede subsidie door de subsidie ontvangende instellingen zijn ontvangen. De volledige financiële gegevens over de verslagperiode zijn opgenomen in de bijgevoegde jaarrekening. Verder is bij de jaarrekening en controleverklaring van de onafhankelijke accountant van SOOB opgenomen. 19

20 6. Slotwoord Het bestuur bedankt iedereen die, in welke functie dan ook, in de verslagperiode voor de stichting werkzaam is geweest. Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen Namens het bestuur: P.H.P. Sierat, voorzitter T.J. van Rijssel, secretaris Amsterdam, 3 juni

21 7. Jaarrekening 7.1 Balans per 31 december 2013 (na resultaatverdeling) (bedragen x 1.000) ACTIVA 31 december december 2012 Kortlopende vorderingen [1] Te vorderen premiebijdragen werkgevers Te vorderen subsidies Overige vorderingen Overige activa [2] Liquide middelen PASSIVA Stichtingskapitaal en reserves [3] Algemene reserve Reservering subsidies [4] Kortlopende schulden [5] Te verrekenen premiebijdragen werkgevers Overige schulden [.] De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de balans vanaf pagina

22 7.2 Staat van baten en lasten (bedragen x 1.000) BATEN Premiebijdragen werkgevers [6] Directe beleggingsopbrengsten [7] 9 23 ESF-subsidies [8] Overige baten [10] LASTEN Verstrekte subsidies [11] Administratiekosten [12] Saldo van baten en lasten [.] De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de staat van baten en lasten vanaf pagina 32. Het batig saldo is toegevoegd aan het stichtingskapitaal en reserves. 22

23 7.3 Kasstroomoverzicht 2013 (bedragen x 1.000) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode Ontvangen premiebijdragen werkgever Ontvangen ESF-subsidies Ontvangen bijdragen TON magazine Overige baten 1-2 Betaalde subsidies Betaalde administratiekosten Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangen directe beleggingsopbrengsten 9 23 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten 9 23 Totaal netto kasstroom Stand liquide middelen per 1 januari Totaal netto kasstroom Stand liquide middelen per 31 december

24 7.4 Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling (bedragen x 1.000) Algemeen Alle bedragen in de jaarrekening zijn vermeld in Euro s x 1.000, mits anders is aangegeven. Activiteiten De activiteiten van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (hierna: SOOB) betreffen voornamelijk de belangenbehartiging van werknemers en werkgevers werkzaam in de branches beroepsgoederenvervoer over de weg en kraanverhuurbedrijf, een en ander te realiseren in het kader van ideële doelstellingen van de stichting. Bepalingen wet- en regelgeving De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 640 Organisaties zonder winststreven van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving. Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van SOOB zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de bedragen in de jaarrekening. Als het voor het geven van het inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen in de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten. Stelselwijzigingen Er zijn in de jaarrekening, ten opzichte van voorgaand verslagjaar, geen wijzigingen doorgevoerd. Grondslagen voor balanswaardering De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op historische kosten en kostprijzen. Activa en passiva, met uitzondering van het eigen vermogen, worden gewaardeerd tegen nominale waarde of verkrijgingsprijs, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen. Deze referenties verwijzen naar de toelichting. Vestigingsplaats De statutaire vestigingsplaats van SOOB is Amsterdam. De stichting staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer en is feitelijk gevestigd te Groningen. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 640 Organisaties zonder winststreven. Het bestuur heeft op 3 juni 2014 de jaarrekening opgemaakt. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. 24

25 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Kortlopende vorderingen Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de verkrijgingswaarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Overige activa Overige activa worden tegen verkrijgingswaarde gewaardeerd. Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de verkrijgingswaarde indien geen sprake is van transactiekosten). Kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. Grondslagen voor bepaling van het resultaat Premiebijdragen werkgevers Onder premiebijdragen van werkgevers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, en soortgelijke opbrengsten. ESF subsidies Onder de ESF subsidies worden de baten verantwoord die in rekening gebracht zijn bij het agentschap SZW en waarvan SOOB het waarschijnlijk acht dat een vermeerdering van het economisch potentieel optreedt, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Overige baten Overige baten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Verstrekte subsidies De verstrekte subsidies betreffen de aan derden uitgekeerde subsidies. De subsidies zijn toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Administratiekosten De administratiekosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. Reservering subsidies Met ingang van 2011 wordt op de balans een reservering getroffen voor verwachte uitkeringen inzake subsidies welke in het jaar zijn aangevraagd, maar die door SOOB ultimo jaar nog niet zijn uitgekeerd omdat de complete dossiers nog niet zijn opgeleverd. De grondslag voor deze reservering betreft geamortiseerde kostprijs. 25

26 7.5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 (bedragen x 1.000) ACTIVA 1. KORTLOPENDE VORDERINGEN 31 december december 2012 Te vorderen premiebijdragen werkgevers Vastgestelde nog te vorderen premie-bijdragen werkgevers Af: voorziening tegen verlies op te ontvangen premiebijdragen werkgevers Te vorderen subsidies Te vorderen vooruit verstrekte subsidies Te vorderen ESF-subsidies Af: voorziening inzake ESF-subsidies

27 Te vorderen vooruit verstrekte subsidies De subsidie ontvangende instellingen moeten over het verslagjaar een controleverklaring overleggen die is afgegeven door een registeraccountant of accountantadministratieconsulent met certificerende bevoegdheid. De controleverklaring moet gebaseerd zijn op een eerder overlegde begroting. Wanneer uit een subsidieverklaring blijkt dat de werkelijke uitgaven lager zijn dan de ontvangen subsidie, moet het verschil aan teveel ontvangen subsidie worden terugbetaald. Ultimo 2013 is hiervoor op de balans van SOOB een vordering van opgenomen. Te vorderen ESF-subsidies 1. Project 1 en 2 zijn door het Agentschap SZW geheel afgewikkeld: voor beide projecten is een beschikking subsidievaststelling ontvangen. De vaststelling wijkt op een aantal punten af van de ingediende einddeclaratie. SOOB heeft hier in hoger beroep bezwaar tegen aangetekend en een uitspraak hierover is door de Raad van State gedaan. Voor een gedeelte van circa 1,6 miljoen is SOOB in het gelijk gesteld en voor circa 0,6 miljoen in het ongelijk. Deze uitspraak betekend dat het agentschap de aanvraag opnieuw moet behandelen. Gezien de onzekere uitkomst hiervan, heeft het bestuur besloten om de voorziening voorlopig ongemoeid te laten op 2,2 miljoen. Op basis van de beroepsprocedure heeft SOOB in 2013 daarnaast nog een vordering van 37 voor project 1 en 18 voor project 2. De voorziening voor deze projecten wordt met deze bedragen verlaagd. 2. Project 3 en 4 zijn door het Agentschap SZW geheel afgewikkeld. SOOB heeft tijdens de bestuursvergadering van 12 december 2013 besloten niet in beroep te gaan tegen de subsidievaststelling. 3. Project 5; In de einddeclaratie wordt een subsidie geclaimd van Project 5 werd in oktober 2012 gecontroleerd door het Agentschap SZW. In het concept Rapport van Bevindingen staat het voornemen van het Agentschap SZW om de subsidie vast te stellen op Het bestuur heeft besloten om het verschil van 121 te voorzien. Hierin zijn alle risico s van het concept Rapport van Bevindingen begrepen. De voorziening op dit project bedroeg ultimo , waardoor een vrijval van de voorziening ontstaat van De einddeclaratie voor project 6 werd in december 2012 ingediend voor een subsidiebedrag ad De controle door het Agentschap SZW is uitgevoerd in november De uitkomsten van dat onderzoek hebben mogelijk impact op de hoogte van de voorziening. 5. Project 7: Project 7 is in zijn geheel afgewikkeld en de subsidie ad is door SOOB ontvangen. 6. Project 8: In december 2012 werd een aanvraag ingediend. De aanvraag is beschikt voor een bedrag ad 98. Ultimo 2013 heeft het bestuur een voorziening getroffen voor de diverse projecten van in totaal 3,3 miljoen. Uitgesplitst levert de financiële positie per project het volgende beeld op: (bedragen zijn vermeld in Euro s) Projectnummer Vastgestelde subsidie / Vordering Voorziening Vordering na subsidie in einddeclaratie op balans aftrek voorziening ESFN ESFN ESFN ESFN ESFN ESFN ESFN n.n.b. project in uitvoering Totaal De voorziening wordt getroffen voor het verschil tussen de gedeclareerde subsidie in de einddeclaraties en de (verwachte) vaststelling van Agentschap SZW. Hierbij heeft het bestuur het voorzichtigheidsbeginsel gehanteerd. Dit houdt onder andere in dat het bestuur geen rekening heeft gehouden met inkomsten die kunnen resulteren uit eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. 27