4/1 IP-services. 4/1.1 Inleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4/1 IP-services. 4/1.1 Inleiding"

Transcriptie

1 Networking Services 4/1 IP-services 4/1.1 Inleiding IPX Onder andere door internet is het woord TCP/IP bij veel meer mensen bekend geraakt dan alleen maar bij computerbeheerders. TCP/IP is in principe een protocol waarmee communicatie opgezet kan worden tussen servers en clients. In het verleden had Novell een eigen protocol ontwikkeld, namelijk IPX. Door de druk vanuit de markt is Novell overstag gegaan en heeft het bedrijf bij de introductie van NetWare 5 een pure IP-omgeving geïntroduceerd hetgeen inhoudt dat de kernel van het operatingsysteem in staat is puur en alleen op IP te draaien. In het verleden bedacht Novell nogal eens oplossingen waarbij men door middel van het inpakken van pakketten in IPX (of andersom) toch in staat was bepaalde diensten aan te bieden. De markt is (en was) hier niet echt gelukkig mee en heeft liever maar een protocol om te beheren en op dit moment ligt daarbij de voorkeur op TCP/IP. Daarmee hebben we gelijk het eerste probleem te pakken. Werkstations dienen van IP-informatie, zoals een IP-nummer, default gateway en DNS-gegevens te worden voorzien. In het verleden kon u dat moeiteloos doen met Bootp (een soort platte database, waarin per regel een IP-nummer aan een MAC-adres werd gekoppeld), maar dit werkt niet meer vanaf NetWare file, servicepack 6 en bijvoorbeeld Windows 95 en hoger. Uiteraard kunt u dit oplossen door op de werkstations de nummers met de hand in te stellen en als er maar weinig Novell Netwerkoplossingen, basiswerk 4/1.1-1

2 IP-services stations zijn, is dit waarschijnlijk de snelste oplossing. Maar als er nu 100, 200, 1000 of nog meer stations staan? De operatie wordt dan wel erg omvangrijk en ook de kans op dubbele nummers door fouten neemt toe. Gelukkig ondersteunt Novell vanaf NetWare 4.11 DHCP. Beheer IPnetwerk simplificeren Wat is DHCP? DHCP staat voor Dynamic Host Configuration Protocol en is gemaakt om ervoor te zorgen dat individuele computers op een IP-netwerk de configuratie van een server (de DHCPserver) kunnen afhalen. De algemene bedoeling is het beheer van een groot IP-netwerk te simplificeren. De belangrijkste informatie in de configuratie is het uit te geven IP-nummer en het adres van de name-server. DHCP is gemaakt door the Dynamic Host Configuration Working Group van de Internet Engineering Task Force (IETF; een vrijwilligersorganisatie die protocollen definieert voor gebruik op internet). Als gevolg hiervan is de definitie vastgelegd in RFC 2131 van R. Droms, Dynamic Host Configuration Protocol, 3/97. Meer informatie over RFC s (Requests for Comment) kunt u terugvinden via: rfc.html Met DHCP hebt u twee mogelijkheden, namelijk het uitdelen van statische adressen en dynamische adressen. Aan beide zijn voordelen verbonden. Statische adressen De voordelen van statische adressen zijn dat u een koppeling hebt tussen het IP-adres en het MAC-adres dat niet 4/1.1-2 Novell Netwerkoplossingen, basiswerk

3 Networking Services verloopt. Mochten er vanaf een bepaald IP-adres dingen gebeuren waarover klachten ontstaan (bijvoorbeeld een seks-webserver), dan is vrij gemakkelijk de locatie te achterhalen. Een ander voordeel is de minimale belasting van de DHCP-server; minder veranderingen in de DHCPtabellen brengt met zich mee dat er relatief weinig updates nodig zijn voor de tabellen. Dynamische adressen De voordelen van dynamische adressen zijn de relatief eenvoudige initiële configuratie en indien een tekort aan adressen dreigt, kunnen deze gemakkelijk weer vrijgegeven worden voor gebruik door andere computers. Welk soort adressen u wilt gebruiken hangt af van de eisen die de gebruikersomgeving stelt. We gaan nu zowel voor de NetWare 4.11-omgeving als een NetWare 5.x-omgeving dieper in op het installeren, configureren en beheren van de DHCP-server. Novell Netwerkoplossingen, basiswerk 4/1.1-3

4 IP-services 4/1.1-4 Novell Netwerkoplossingen, basiswerk

5 Networking Services 4/1.2 Beheer van DHCP in OES 2 4/1.2.1 Inleiding Een van de vernieuwingen in OES 2 is dat DNS en DHCP tegenwoordig ook in de Linux-versie van OES in edirectory geïntegreerd zijn. Dit betekent dat de configuratie meelift met de edirectory-replicatie en dat het beheer vanuit imanager plaatsvindt en niet langer vanuit Ya ST of met behulp van Linux-configuratiebestanden. In deze paragraaf leest u hoe u DHCP installeert in OES v2. Het beheer van DHCP in OES 2 vindt plaats vanuit imanager. Voordat echter alle noodzakelijke componenten beschikbaar zijn, moet u eerst met Ya ST de DHCP -service installeren. Wilt u DHCP beheren op een NetWare 6.5 SP 7-server? Dan gebruikt u de stand-alone Java-utility die sinds NetWare 5 voor dit doel met NetWare meegeleverd wordt. Procedure 4/1.2.2 Installatie van DHCP in Ya ST Voordat u DHCP in imanager kunt configureren, moet u het eerst in Ya ST installeren. De onderstaande procedure beschrijft hoe u hiervoor te werk gaat. 1. Start Ya ST met rootpermissies en kies vervolgens Open Enterprise Server en Open Enterprise Server Install and Configuration. Selecteer dan onder OES Services de optie Novell DHCP. Klik op Accept om verder te gaan en wacht totdat alle softwarepackages naar uw server gekopieerd zijn. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29 4/1.2-1

6 IP-services Voordat u met Novell DHCP aan het werk kunt, moet u het in Ya ST installeren Klik in het scherm Novell Open Enterprise Server Configuration op de link Novell DHCP Services om de initiele configuratie te doen. Hiermee opent u het venster dat u in de volgende afbeelding ziet. Om te beginnen wordt gevraagd waar in edirectory u het DHCP -serverobject wilt aanmaken. Standaard wordt het object aangemaakt in dezelfde context als uw serverobject en het ligt voor de hand dit gewoon zo te laten. De locatorcontext en de groupcontext hebben betrekking op de mogelijkheden voor de DHCP -server om informatie uit edirectory te halen. Het is een goed idee deze objecten zo hoog mogelijk in de tree te zetten (dus op organizationniveau) om het zoeken te vereenvoudigen. 4/1.2-2 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29

7 Networking Services Configureer hier de initiële parameters voor de DHCP -service. De volgende optie die wellicht niet helemaal duidelijk is, is de LDAP -methode. Hier kiest u Static als u niet wilt dat de DHCP -server probeert verzoeken van hosts die binnenkomen te verifiëren in edirectory. Dit is goed voor de performance, maar minder veilig. Kiest u Dynamic, dan checkt de DHCP -server of hosts die een verzoek uitsturen voorkomen in edirectory en zal dit weigeren als dit niet het geval is. Tot slot is er de optie Chase referrals. In LDAP is een referral informatie die een LDAP -server niet in zijn eigen database kan vinden, maar waarvoor contact moet worden gemaakt met een andere LDAP -server. Dit betekent in de praktijk dat u naar een replica gaat van een childpartitie die niet op uw eigen server voorkomt. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29 4/1.2-3

8 IP-services 4. Voor goed functioneren van de DHCP -server is het van belang deze optie altijd aan te hebben. Klik nadat u al deze opties naar wens hebt aangepast op Next om verder te gaan. In het volgende scherm regelt u de beveiliging van de communicatie tussen server en edirectory. Deze koppeling is belangrijk als de DHCP -server op een server draait waar geen replica van edirectory aanwezig is. Bestaat er wel een lokale edirectory-replica, dan is het niet nodig om TLS -beveiliging toe te voegen. Om te beginnen voert u beheerderscredentials in waarmee aangemeld kan worden op edirectory. Daarnaast geeft u aan of en zo ja, hoe certificaten gebruikt moeten worden in de communicatie. De beste optie die u kunt opgeven bij Request Certificates is Allow. Dit betekent dat de server de client vraagt een certificaat aan te bieden om een SSL -sessie tot stand te brengen. Heeft de client dat certificaat niet, dan is dat niet erg, maar als een fout certificaat aangeboden wordt, wordt de verbinding direct verbroken. Als er dan gewerkt moet worden met certificaten, moet u ook aangeven waar de servercertificaten teruggevonden kunnen worden. Hiervoor laat u de onderste drie opties verwijzen naar een certificaat in de directory /etc/opt/novell/certs, waar Open Enterprise Server standaard zijn certificaten neerzet. 4/1.2-4 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29

9 Networking Services Als de DHCP -server draait op een server waar geen edirectory-replica aanwezig is, is het een goed idee een SSL -beveiligde verbinding tot stand te brengen. Geef nu aan op welke netwerkkaart de 5. DHCP -server zijn diensten moet aanbieden en klik op Next om verder te gaan. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29 4/1.2-5

10 IP-services Bepaal op welke netwerkkaart uw DHCP -server zijn diensten aanbiedt. 6. Op dit moment keert u terug in het hoofdscherm in Ya ST waar u Novell-services kunt configureren. Klik hier op Next om de module af te sluiten. U bent nu klaar met dit deel van de configuratie. Opties 4/1.2.3 DHCP configureren vanuit imanager Nu u zo ver bent dat de service geïnstalleerd is, kunt u DHCP verder configureren vanuit imanager. Dit doet u in imanager door onder Roles and Tasks de optie DHCP ( OES Linux) te kiezen. U vindt hier een aantal opties. Hierna volgt een korte omschrijving van de verschillende beschikbare opties : Scope Settings. De DNS - en DHCP -services hebben in edirectory een aantal objecten die gebruikt worden om informatie uit edirectory te halen en toe te passen in 4/1.2-6 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29

11 Networking Services de service. Standaard wordt voor dit doel de volledige edirectory doorzocht. Dit is niet altijd handig, bijvoorbeeld niet als u een aparte organization unit hebt waarin alle benodigde objecten staan. U zou dan veel tijd verliezen met het doorzoeken van de volledige edirectory. Maak daarom een scope aan waarin u aangeeft dat niet verder gezocht hoeft te worden dan de betreffende container. Service. Als u meerdere DHCP -servers in edirectory hebt, kunt u een DHCP -serviceobject aanmaken. Dit is een container waarin alle algemene configuratiesettings voorkomen, die vervolgens door de specifieke DHCP -servers gebruikt kunnen worden. Server. Om DHCP te kunnen gebruiken moet ergens een DHCP -server fysiek op een server beschikbaar zijn. Deze server wordt via edirectory beheerd via een DHCP -serverobject. Dit object maakt u hier aan. Shared Network. Een shared network is een fysiek netwerk waarop meerdere IP -subnetten beschikbaar gesteld worden. U kunt uw DHCP -server instrueren adressen beschikbaar te stellen op een shared network. Subnet. Hiermee verwijst u naar het IP -subnet waarop de DHCP -server zijn diensten gaat aanbieden. Pool. Waarschijnlijk kent u dat wat Novell een pool noemt beter als een range. De pool bevat de IP -adressen die u wilt uitdelen. Host. Met behulp van de host entry zorgt u ervoor dat afzonderlijke machines op basis van hun MAC -adres elke keer hetzelfde IP -adres toegewezen krijgen. Class. Een class is een zelf te definiëren categorie machines, bijvoorbeeld printers. U kunt Class gebruiken als aparte groep binnen de DHCP -omgeving waaraan u IP -adressen gaat toewijzen. Zone. Met behulp van Zone verwijst u naar een DNS - zone. Dit is nodig als u Dynamic DNS wilt configureren, Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29 4/1.2-7

12 IP-services waarbij de DHCP -server updates stuurt naar de DNS - server als het IP -adres van een node gewijzigd is. Zo is de DNS -server altijd op de hoogte van de laatste wijzigingen. TSIG Key. Als u Dynamic DNS wilt gebruiken, is het van belang dat DNS - en DHCP -servers elkaar vertrouwen. Hiervoor maakt u gebruik van TSIG -keys. Dit zijn symmetrische encryptiesleutels die tussen beide servers gedeeld worden. 4/2.1.4 Configuratie van DHCP Op basis van de kennis van wat de verschillende DHCP - objecten doen, bespreken we nu een eenvoudig voorbeeld. In dit voorbeeld wordt besproken hoe u een DHCP -server configureert, daarin een subnet aanmaakt en vervolgens een hostdefinitie maakt. Aangezien het verplicht is ook een DHCP -service te definiëren, beginnen we met de configuratie daarvan. Voordat u een DHCP -server aanmaakt, moet u aangeven waar in edirectory u de DHCP -service wilt maken. 4/1.2-8 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29

13 Networking Services 1. Start imanager en meld u aan als gebruiker met beheerderspermissies. 2. Selecteer onder Roles and Tasks de optie DHCP ( OES Linux), Service en kies dan Create Service. Geef in het volgende venster aan welke naam u voor de service wilt gebruiken en in welke context u deze neer wilt zetten. 3. Selecteer onder Roles and Tasks de optie DHCP ( OES Linux) > Server > Create Server. Voer vervolgens een servernaam in en geef aan in welke context u de DHCP - server wilt aanmaken. Klik dan op Create om het DHCP - serverobject aan te maken. De configuratie in imanager begint met het aanmaken van het DHCP -serverobject. Nadat het 4. DHCP -serverobject is aangemaakt, gaat u verder met het aanmaken van een subnet. Selecteer hiertoe de optie Subnet > Create Subnet. U kunt nu aangeven binnen het bereik van welke service en welk shared network u het subnet wilt aanmaken, maar aan- Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29 4/1.2-9

14 IP-services gezien we in deze procedure deze objecten niet aangemaakt hebben, kunt u deze stappen overslaan. Voer nu het IP -adres in van het subnet en het subnetmasker dat gebruikt wordt. Voor alle duidelijkheid: het subnetmasker is hetzelfde als dat wat op alle nodes in het subnet gebruikt wordt, en in het IP -adres wordt het nodegedeelte op 0 gezet (zie afbeelding). U moet een subnetobject aanmaken voor alle subnetten waar nodes voorkomen die van de DHCP -server een IP -adres krijgen. Bij het definiëren van het subnet voert u het IP -adres en bijbehorende subnetmasker in. 5. Nu u de te gebruiken subnetten hebt gedefinieerd, kunt u pools aanmaken. Een pool is een reeks adressen die u binnen dat subnet uitdeelt. Normaliter gaat het hier uitsluitend om adressen die u dynamisch uitdeelt, de adressen die u statisch uitdeelt wijst u toe door middel 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29

15 Networking Services van het hostobject. Om een pool aan te maken geeft u een naam aan de pool en specificeert u wat het eerste en wat het laatste adres is dat u in de pool wilt uitdelen. Met de pool bepaalt u welke adressen binnen de range ook daadwerkelijk uitgedeeld worden. 6. Tot slot is het de moeite om ook hostobjecten aan te maken. Deze gebruikt u om bepaalde IP -adressen statisch aan een host toe te wijzen. Selecteer om te beginnen de optie Host > Create Host. De service wordt automatisch geselecteerd, maar u moet zelf aangeven in welk subnet de host gedefinieerd moet worden. Vervolgens geeft u de naam op van de host, het MAC -adres van de netwerkkaart van die host en het IP -adres dat u aan deze host wilt uitdelen. Met deze informatie kunt u er desgewenst ook voor zorgen dat uw DHCP -server de hostnamen dynamisch uitdeelt, zodat u dit vanuit Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29 4/1.2-11

16 IP-services één locatie in het netwerk centraal kunt beheren. Klik dan op Create om de host aan te maken. Het hostobject maakt het mogelijk om naast IP -adressen ook hostnamen dynamisch toe te wijzen. Op dit punt is uw 7. DHCP -server klaar voor gebruik. Ga terug naar de optie Server en selecteer hier Load/unload server. Kies vervolgens uit de uitschuiflijst uw server, vervolgens de optie Load Server en klik op OK om deze te starten. Vanaf dit moment is uw DHCP -server operationeel. 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 29

17 Networking Services 4/1.3 DHCP onder Netware 5.1 Integratie 4/1.3.1 Inleiding De basisbeginselen van DHCP zijn onder Netware 5.x niet veel veranderd. Het uitdelen van IP-adressen aan clients die daarom vragen blijft centraal staan. Zagen we echter in versie 2 bij Netware 4.x dat er met tekstfiles werd gewerkt, en dat er geen integratie was met de NDS, dan zien we dat Novell dit heeft veranderd en DHCP integreert met NDS. Er is nu dus wel een centrale plaats voor het beheer en dat is NDS geworden. Beheer met SNMP Novell DHCP zorgt voor de volgende diensten: Alle DHCP-configuratie wordt in en door NDS gedaan. DHCP-opties kunnen op verschillende niveaus worden bepaald: enterprise-niveau; subnetniveau; specifiek clientniveau. De configuratietool ondersteunt im- en export voor: inlezen van een DHCP-tab versie 2.0; het wegschrijven en inlezen van de configuratie in NDS. DHCP is nu met SNMP te beheren, waarbij er verschillende trapniveaus zijn (alle gebeurtenissen, belangrijke gebeurtenissen of geen gebeurtenissen). Client policy-opties zijn (met name voor mobiele gebruikers binnen het netwerk) de volgende: dubbele adressen zijn toegestaan; dubbele adressen worden verwijderd; dubbele adressen zijn niet toegestaan. Het is mogelijk een deny-filter te maken waarmee aan specifieke MAC-adressen geen IP-adres wordt uitgedeeld. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-1

18 IP-services Ping-ahead De DHCP-server zorgt ervoor dat de adressen worden gecacht, waardoor informatie sneller beschikbaar is vanuit NDS. In deze versie is het mogelijk om een zogenaamde ping-ahead te doen, die dus controleert of het uit te geven adres niet al in gebruik is. Fouttolerantie is ingebouwd doordat de data met NDS worden gerepliceerd en doordat een andere server tijdelijk als DHCP-server kan worden ingezet. Het is mogelijk auditing aan te zetten, waardoor een logfile wordt bijgehouden van de belangrijke incidenten. DHCP versie 3.0 ondersteunt de mogelijkheden die al in de voorgaande versie waren opgenomen en ondersteunt eveneens de mogelijkheden die in de volgende RFC s zijn verwoord: RFC 2131 Dynamic Host Configuration Protocol; RFC 2132 DHCP Options and BOOTP Vendor Extensions; RFC 2241 DHCP Options and Novell Directory Services; RFC 2242 NetWare/IP Domain Name and Information. Voor het geval er nog gebruik wordt gemaakt van BOOTP (de voorloper van DHCP) worden de volgende RFC s ondersteund: RFC 1497 BOOTP Vendor Information Extensions; RFC 1534 Interoperation Between DHCP and BOOTP; RFC 1542 Clarifications and Extensions for the Bootstrap Protocol. 4/1.3-2 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

19 Networking Services 4/1.3.2 Installatie van een DHCP-server onder Netware 5.x Na deze inleiding in de mogelijkheden van DHCP gaan we ons bezighouden met het in bedrijf nemen van deze dienst. Bij een default-installatie wordt de installatie van de DHCP-server meegenomen en hoeven we dit niet alsnog te doen. Om te achterhalen of DHCP al op de server is geïnstalleerd, kunnen we via Nwconfig op de console kijken wat al aan services is geïnstalleerd. We doen dat als volgt: Laad Nwconfig op de console: NWCONFIG Kies nu Product Options en het volgende scherm verschijnt: Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-3

20 IP-services Kies View/Configure/remove installed products en vervolgens verschijnt een scherm waarop alle geïnstalleerde services alfabetisch worden weergegeven. Op deze server is DHCP nog niet geïnstalleerd en dat moeten we dus eerst gaan doen. 4/1.3-4 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

21 Networking Services Tip: Indien u een product achteraf installeert, dan dient u ook het laatst geïnstalleerde servicepack van Novell opnieuw te draaien. Bij het draaien van het servicepack wordt namelijk in de products.dat file (de informatie die u via Nwconfig, product options, view installed products ziet) als uitgangspunt genomen voor de files die moeten worden geïnstalleerd. Als het product er niet bij staat, worden er ook geen updates van geïnstalleerd. Activeren DHCP Normaal gesproken zijn alle benodigde bestanden bij de installatie al naar het SYS-volume gekopieerd en moeten we de volgende stappen uitvoeren om DHCP te activeren: 1. Uitbreiden van het NDS-schema om de nieuwe DHCP NDS objecten te kunnen gebruiken. 2. Installeren van een Novell-client op het werkstation waarop de DHCP-managementsoftware gaat draaien. 3. Installatie van de managementsoftware en de benodigde snap-infiles in Nwadmin32. Ad. 1. Het uitbreiden van het NDS-schema voor DHCP doet u door op het fileserverconsole het volgende in te tikken: LOAD DNIPINST Nadat u deze NLM hebt geladen, krijgt u de melding terug dat het schema is uitgebreid en nu kunt u verder. Gemakshalve gaan wij ervan uit dat u de Novell Client32 al hebt geïnstalleerd op de machine waar u het managementconsole op wilt draaien. We gaan dus verder met stap 3, het installeren van de DHCP-managementsoftware. U doet dit als volgt: Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-5

22 IP-services Start het programma SYS:public\dnsdhcp\setup.exe en u krijgt het volgende scherm: Klik op Next om verder te gaan en u krijgt het volgende scherm, waar u kunt invullen op welke schijf en directory u de software wilt installeren. We hebben hier gekozen voor de defaultwaardes die Novell opgeeft. 4/1.3-6 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

23 Networking Services Snap-infiles Novell heeft inmiddels het set-upprogramma zodanig gemaakt, dat gevraagd wordt of de snap-infiles voor u moeten worden geïnstalleerd. Uiteraard wilt u dat, want het managen van de software wordt hierdoor een stuk makkelijker. Vink deze optie dus aan. Hierna vraagt het installatieprogramma waar de snap-ins moeten worden geïnstalleerd. Het is het handigst dit in de SYS:public\win32 te doen, zodat bij het standaard gebruik van Nwadmin vanaf het netwerk deze DHCP snap-in in ieder geval is geladen. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-7

24 IP-services Het initiële installatiewerk is gedaan en we kunnen nu verder gaan met het configureren van de software. Hiervoor moeten we uiteraard de managementconsole starten. Op uw desktop of in uw menu is een link aangemaakt naar het programma. Start dit nu op en u krijgt het eerste scherm, dat vraagt om welke NDS-tree het gaat. U krijgt nu het volgende scherm te zien: 4/1.3-8 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

25 Networking Services De console start standaard op met als beeld de DNS-zones. We zijn echter op dit moment geïnteresseerd in DHCP en moeten dus op deze optie klikken om in het DHCP-scherm te komen: Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-9

26 IP-services Nieuwe server maken We gaan allereerst een nieuwe DHCP-server aanmaken. Dit doen we door op het Create -icoon te klikken. Dit is het tweede icoon vanaf de linkerkant gezien en is een soort geel-bruin blokje. Als we hierop klikken krijgen we het volgende scherm te zien: Vervolgens wordt ons gevraagd welke server we moeten hebben. Hiervoor kunnen we door de NDS browsen om over te gaan tot een selectie. Waarbij we uiteindelijk het juiste serverobject selecteren. Nadat we de server hebben aangemaakt gaan we verder met aanmaken van het subnet waarvoor we IP-adressen 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

27 Networking Services willen uitdelen. We doen dit door wederom op het Create - icoon te klikken en de optie Subnet te selecteren. Het volgende invulscherm verschijnt: C-range Dit vullen we vervolgens in met onze eigen gegevens. Hier is gekozen voor een C-range uit de private range (een nietrouteerbare range die bedoeld is voor intern gebruik in een netwerk en niet direct verbonden is aan internet) en deze zijn vervolgens gecreëerd. Als dit alles is voltooid, gaan we weer terug naar het hoofdmenu en zien dat een adresrange is gecreëerd, waar de FSNG14NW5101 verantwoordelijk voor is. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-11

28 IP-services We maken nu de gegevens expliciet en vullen het commentaarveld en het hostname-veld in en krijgen dan het volgende beeld: 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

29 Networking Services Standaardwaarde In het tabblad Subnet options kunnen we vervolgens ingeven welk soort lease-type we willen gebruiken. Het lease-principe is gebaseerd op het feit dat een DHCP-client om de zoveel tijd contact opneemt met een DHCP-server om te bevestigen dat het uitgedeelde IP-adres nog in gebruik is door de client en dat de client dit IP-adres nog steeds wil gebruiken. Als u dus een tekort heeft aan IPadressen, zult u de leasetijd kort willen instellen, zodat de uitgedeelde adressen weer snel beschikbaar komen. De standaardwaarde is drie dagen. Ook kunt u kiezen voor de waarde permanent, waarbij de IP-adressen permanent aan het MAC-adres van de client worden gekoppeld. Parameters Bij het tabblad Other DHCP options kunnen we vervolgens nog allerlei parameters meegeven. Hieronder is door ons de nameserver voor dit segment ingegeven. Op het moment dat een client een DHCP-request doet, zal deze informatie ook aan de client worden gegeven en krijgt de client behalve een IP-adres ook een opgave van de nameserver. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-13

30 IP-services 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

31 Networking Services Exclusion Als we nu weer teruggaan naar het hoofdmenu en de zojuist door ons geselecteerde range uitklappen, zien we dat daar al twee adressen vermeld staan, namelijk het netwerkadres en het broadcast-adres Deze adressen hebben een exclusion meegekregen en worden dus niet uitgedeeld. Dynamische pool Om een begin te maken met onze DHCP-server gaan we nu een dynamische pool van 100 IP-adressen aanmaken, zodat we snel in de lucht kunnen komen. We doen dit door het subnet te selecteren en vervolgens op het Create - icoon te klikken. Het volgende scherm verschijnt: Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1 4/1.3-15

32 IP-services Subnetrange We kiezen nu voor een Subnet Address Range, geven deze subnetrange een logische naam en geven aan welke adressen we willen uitdelen. In dit geval delen we dus de adressen vanaf tot en met uit. We klikken op Create en vervolgens keren we terug in het hoofdmenu waar we nu zien dat er een range van 1 tot 100 is tussengevoegd. We zijn nu klaar om onze DHCP-server te starten zodat er daadwerkelijk IP-adressen zullen worden uitgedeeld. We doen dit door op het fileserverconsole DHCPSRVR in te tikken gevolgd door een <Enter>. De DHCP-server wordt nu geladen en is klaar om adressen aan clients uit te delen. 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 1

33 Networking Services 4/1.4 Het Service Location Protocol configureren Vroeger, in de tijd van het IPX-protocol, was het vinden van een server eigenlijk nooit een probleem. Het protocol maakte gebruik van de zogenoemde pushtechnologie, waarbij informatie wordt verzonden over het netwerk ongeacht of de client de ook informatie nodig heeft. Bij het IPX-protocol verzond elke server elke minuut een compleet overzicht van alle services die bij die server bekend waren. Een server zond dus niet alleen zijn eigen informatie maar ook de informatie die hij van andere servers had gekregen. Omdat de pakketjes met informatie ook bij de andere servers aankwamen, leerden de servers van elkaar hoe het netwerk er uitzag. Door de tijdsinterval van een minuut was de convergentiesnelheid van het netwerk ook redelijk hoog en hadden de servers een behoorlijk accurate view van het netwerk. Het nadeel van deze technologie was/is dat in grotere netwerken een aanzienlijk deel van de bandbreedte wordt gebruikt om informatie uit te wisselen, ook als dit niet nodig is. Met de overstap naar TCP/IP ontstond voor Novell een probleem. IP-netwerken kunnen veel groter worden dan dat men met IPX gewend was. In theorie zou een aansluiting op internet tot gevolg kunnen hebben dat de server zou gaan proberen om alle informatie op te slaan en door te geven aan de clients. Maar zelfs als door middel van de configuratie zou zijn bepaald dat alleen het lokale netwerk in de IPX-scope zou worden opgenomen, zou het protocol met de huidige groei van netwerken te veel bandbreedte in gebruik nemen. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-1

34 IP-services Pulltechnologie De noodzaak om over te stappen op een ander soort protocol was dus duidelijk. Novell heeft ervoor gekozen om gebruik te maken van een reeds bestaand protocol, namelijk het door Sun ontwikkelde SLP-protocol. Dit protocol maakt gebruik van een pulltechnologie, waardoor er maar een minimale hoeveelheid communicatie noodzakelijk is en de gebruikte bandbreedte dus wordt beperkt. Het SLPprotocol kan op twee manieren werken: ongeconfigureerd of geconfigureerd. Volgens de RFC zou het voor kleine en middelgrote netwerken voldoende moeten zijn om de ongeconfigureerde methode te gebruiken. De ervaring leert echter dat in Novell-netwerken het verstandiger is om wat extra tijd te spenderen aan de configuratie van SLP. Het blijkt namelijk dat bij de standaardconfiguratie een server soms niet snel genoeg kan worden gevonden, en dan ontstaan er time-outs. Deze paragraaf bespreekt het SLP-protocol en legt uit hoe u de configuratie van SLP moet maken en beheren. Deze configuratie is gelukkig niet ingewikkeld en het kost feitelijk ook weinig tijd om hem te maken. Gezien de beperkte inspanning is het zeer verstandig om ook voor middelgrote en zelfs kleine netwerken SLP gewoon te configureren. Situaties waarin servers de ene keer wel en andere keer niet kunnen worden gevonden, zullen dan minder vaak (of zelfs nooit meer) voorkomen. 4/1.4.1 De standaardconfiguratie In de standaardconfiguratie maakt SLP gebruik van user agents (UA) en service agents (SA). Een UA is een systeem dat informatie van het netwerk nodig heeft. Een SA is een systeem dat informatie aan te bieden heeft. In elk geval zullen servers bijna altijd SA s zijn, maar servers zijn ook eigenlijk altijd wel UA s: ze hebben SLP-informatie nodig, bijvoorbeeld om elkaar te ontdekken of om uit te vinden 4/1.4-2 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

35 Networking Services waar een tijdserver te vinden is. SLP is immers een open standaard en de informatie die kan worden gevonden beperkt zich dus niet alleen tot Novell-services. Een werkstation zal eigenlijk altijd UA zijn, maar kan soms ook best als SA dienstdoen, bijvoorbeeld als de TSA s op het werkstation zijn geïnstalleerd. De communicatie tussen SA en UA vindt plaats op basis van multicast. Multicast Een multicast-pakket wordt niet naar een specifieke machine gezonden, maar is gekoppeld aan een bepaalde service. In het geval van SLP is het multicast-adres dat wordt gebruikt Alle informatie die aan dit adres wordt gezonden, wordt door de switch op alle poorten doorgezonden. Op die manier zouden dus alle SA s de informatie moeten krijgen en tijdig informatie moeten kunnen terugzenden aan de UA (in praktijk blijkt het dus niet altijd te werken). De communicatie naar de UA wordt overigens gedaan via een normaal unicast-pakket. 4/1.4.2 De directory agent (DA) Als u de moeite neemt om SLP te configureren, krijgt u te maken met een nieuw object. Dit object is een directory agent (DA). Zodra de DA actief wordt in een netwerk, verandert de manier waarop SLP communiceert. De SA zal de DA via een andere multicast ontdekken (het gebruikte adres is ) en zich vanaf dat moment alleen nog maar registreren bij de DA. De SA zal ook niet meer reageren op vragen van UA s. De DA verzamelt na verloop van tijd dus alle informatie van alle SA s op het netwerk. De informatie wordt niet in een platte tabel weergegeven maar gesorteerd per service. Een NetWare-server zal meerdere entries in de database aanmaken voor bijvoorbeeld de edirectory (service:ndap_novell), de licensing server (service:nlsmeter_novell) en de server zelf (service:nwser- Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-3

36 IP-services ver_novell). Afhankelijk van de services die u op de server actief hebt, kunnen er natuurlijk nog meer entries worden gemaakt. Ook de manier waarop de UA s communiceren verandert zodra er een DA in het netwerk actief is. De UA s zullen niet langer via een multicast proberen een SA te bereiken, maar richten al hun vragen via een unicast aan de DA. Het gebruik van unicast-verkeer heeft een gunstig effect op de netwerkbelasting en zorgt ervoor dat vooraf bekend is waar het pakket naartoe moet worden gezonden. De communicatie die op deze manier wordt opgezet, zal onder normale omstandigheden nooit mislukken. Indien u in uw netwerk meerdere DA s hebt geconfigureerd, die dezelfde informatie moeten bevatten, zult u er op de een of andere manier voor moeten zorgen dat de informatie wordt gesynchroniseerd. De standaardmanier om dit te doen is om gebruik te maken van een configuratiefile waarin u aangeeft met welke andere DA s de machine moet communiceren. Novell heeft het overigens op een andere manier opgelost. Als u ooit de RFC s zou nalezen, dan ziet u ook dat men aanraadt om zo min mogelijk DA s in het netwerk actief te hebben. In principe is één voldoende, maar vanuit het oogpunt van beschikbaarheid is het logisch om een tweede aan te maken en misschien zelfs een derde, maar alleen in heel uitzonderlijke situaties meer dan drie. Dat betekent dus dat men ervoor heeft gekozen om in een netwerk met WAN-verbindingen de informatie op te vragen over die verbindingen heen en dus niet op alle nevenlocaties nog eens DA s te gaan plaatsen. Ook hier kunnen we in een Novellomgeving iets afwijken van de standaard: door de manier 4/1.4-4 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

37 Networking Services waarop wij synchroniseren is hoeveelheid extra verkeer die nodig is om een DA te updaten minimaal. 4/1.4.3 De SLP-scopes Omdat het in grotere netwerken toch nog kan voorkomen dat de informatie te veel wordt, of dat het niet wenselijk is om bijvoorbeeld alle servers te tonen aan clients, hebt u de mogelijkheid om verschillende scopes aan te maken. Zo zou u een scope per locatie kunnen aanmaken (bijv. een voor Amsterdam, een voor Rotterdam en een voor Utrecht), maar u kunt ook scopes aanmaken die zijn gebaseerd op de taken van een server (bijv. een voor administratieve servers, een scope voor development en een scope voor algemeen toegankelijke servers). Bedenk wel dat SLP geen security-mechanisme is: dat u de informatie niet via SLP krijgt, wil niet zeggen dat u de server kunt bereiken of de informatie niet op een andere manier kunt krijgen. In de edirectory-omgeving kunt u, als u eenmaal bent ingelogd, ook in de edirectory zoeken naar servers en op die manier het adres achterhalen. Het doel van scopes moet u dus vooral zien als een mogelijkheid om de hoeveelheid informatie die wordt verzonden zoveel mogelijk te kunnen beperken. U kunt een server zodanig configureren dat zijn informatie in meerdere scopes wordt opgeslagen, of zelfs dat bepaalde informatie in de ene scope en bepaalde informatie in een andere scope terechtkomt. Dit kan zinvol zijn om informatie die voor gebruikers belangrijk is te splitsen van informatie die voor de servers zelf belangrijk is. Het gebruik van meerdere scopes zal in veel situaties echter niet noodzakelijk zijn. Ook een UA kan zodanig worden geconfigureerd dat er meerdere scopes worden geraadpleegd en zo hebt u dus de mogelijkheid om bijvoorbeeld Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-5

38 IP-services de werkstations van gewone gebruikers alleen maar in de lokale scope te laten zoeken en de werkstations van beheerders ook in de scopes van andere locaties. Technische verschillen 4/1.4.4 Het verschil tussen SLP versie 1 en SLP versie 2 Zoals bij zoveel producten en implementaties was ook de eerste versie van SLP niet foutloos. De eerste versie had een aantal tekortkomingen waar men pas in praktijk achterkwam en die in de tweede versie zijn verholpen. Het gaat hier met name om technische zaken. Een van de belangrijkste toevoegingen is de mogelijkheid om authenticatie te gebruiken bij de communicatie tussen DA s onderling en de communicatie tussen DA s en SA s of DA s en UA s. Versie 2 heeft ook het formaat en de definitie van veelgebruikte flags en waarden aangepast, met name om minder verplichte velden nodig te hebben. SLP gebruikt nu dezelfde codering van strings als LDAPv3, wat het voor ontwikkelaars eenvoudiger en dus aantrekkelijker maakt om ook SLP te ondersteunen. Mede hierdoor zullen steeds meer services zich gaan aanmelden bij SLP. Een van de grote verschillen tussen versie 1 en versie 2 is dat we in versie 1 konden werken zonder scopes (we noemden dit de unscoped scope). Het risico van het werken zonder scopes is dat op het moment dat twee netwerken aan elkaar worden gekoppeld, de kans bestaat dat u verkeerde informatie krijgt of dat de twee scopes door elkaar heen gaan lopen. Om die reden moeten we in versie 2 altijd een scope-naam opgeven. Aardig detail is dat veel implementaties, ook die van Novell, nu standaard worden geconfigureerd met een default -scope. Als we van deze standaardnaam gebruik zouden blijven maken, lopen we dus hetzelfde risico als in versie 1. 4/1.4-6 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

39 Networking Services Een ander verschil tussen de twee versies is, dat we inmiddels, met versie 2 dus, een grotere hoeveelheid informatie in één keer kunnen verzenden. In versie 1 kon namelijk maximaal 64 kb aan informatie in één keer worden verzonden. Dat zou dus kunnen betekenen dat we niet alle informatie van beschikbare servers binnen zouden krijgen. Hoewel er bij het bepalen van de nieuwe versie veel te doen is geweest over deze beperking, valt hij in praktijk reuze mee: u kunt in die 64 kb gemiddeld (afhankelijk van de lengte van de servernamen) zo n 700 servers bekendmaken. Er zullen niet veel netwerken zijn waarin het dus echt een probleem is om met versie 1 te werken. 4/1.4.5 De NetWare-implementatie Toen Novell in versie 5 van NetWare SLP voor de eerste keer implementeerde, maakten ze gebruik van versie 1 van SLP. De Novell-client maakt hier overigens nog steeds gebruik van. In NetWare 6 is Novell echter omgeschakeld naar versie 2 van SLP op de server. Hoewel het wel mogelijk is om in een combinatie van versie 1 en versie 2 DA s te draaien (zeker aangezien ze de informatie in de edirectory opslaan) is het niet aan te bevelen en kunt u beter alles op NetWare 6-servers draaien. De NetWare-implementatie van DA s is namelijk zonder meer in staat om informatie van de beide versies van de SA s op te slaan en weer aan UA s aan te bieden. De versie van de UA is dan ook niet belangrijk: de SLPDA gedraagt zich als een versie 1-systeem als dat nodig is en gedraagt zich als een versie 2-systeem als het mogelijk is. Synchronisatie Zoals al gezegd wijkt Novell op sommige punten af van de standaardconfiguratie. Deze afwijking heeft niets te maken met de manier waarop SLP werkt naar de servers of clients, maar heeft met name te maken met de manier waarop de synchronisatie tussen de DA s verloopt. Novell heeft ervoor Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-7

40 IP-services gekozen om de informatie die de DA s verzamelen op te slaan in de edirectory. Het effect hiervan is dat de synchronisatie van de informatie tussen DA s dus niet wordt bepaald door de synchronisatie van de specifieke SLPinformatie, maar door de synchronisatie van edirectory. Als we er door een slimme replica-plaatsing maar voor zorgen dat de informatie toch al naar de servers wordt gezonden die als DA dienst gaan doen, is er geen enkele reden om niet meerdere DA s een netwerk actief te hebben. Natuurlijk is het onzin om van elke server een DA te maken, maar een situatie waarbij op elke locatie in elk geval een DA aanwezig is, kan zonder problemen worden opgezet, dit in tegenstelling tot wat de RFC s voorschrijven. In veel netwerken die over verschillende vestigingen werken met een edirectory, zal er al iets zijn als een globale container, waarin informatie staat die overal beschikbaar moet zijn en die dus al op alle vestigingen is gerepliceerd. SLP kan meeliften op deze configuratie door de SLPinformatie op te slaan in deze container. Als een netwerk normaal functioneert, zal SLP maar een minimale hoeveelheid bandbreedte en processorbelasting vergen. De servers die worden aangeboden op het netwerk zullen immers niet continu veranderen en zo vaak lange tijd ongewijzigd in de database blijven staan. 4/1.4.6 Waar configureren we SLP-informatie? De Novell-oplossing probeert zoveel mogelijk van de configuratie en de informatie van SLP op te slaan in de edirectory. Als u wilt overstappen naar een geconfigureerd systeem, zult u dus informatie in edirectory moeten invoeren. Daarnaast zijn er enkele bestanden op de server waarin u aanpassingen zult moeten doen. De eerste stap is het aanmaken van een scope in edirectory. Hoewel het 4/1.4-8 Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

41 Networking Services mogelijk is om SLP te configureren via imanager, is het eenvoudiger om deze taak nog in NwAdmin uit te voeren. In edirectory zijn twee soorten objecten beschikbaar voor het configureren van SLP. U begint met het configureren van een scope-object: Dit object heeft alleen een edirectory-naam en een scopenaam nodig. Deze namen hoeven niet hetzelfde zijn, maar normaal gesproken is dat wel zo duidelijk. Zodra de scope is aangemaakt, kunnen we het SLPDAobject of de SLPDA-objecten aanmaken. Dit hoeft natuurlijk alleen te worden gedaan voor servers die als DA dienst zullen gaan doen. Het configureren van de SLPDA is iets meer werk dan het configureren van een scope. Na het invoeren van de naam van het object dient u aan te geven bij welke server het object hoort en welke scope-unit u wilt gebruiken. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-9

42 IP-services Herhaal deze actie voor alle servers die als SLPDA dienst zullen gaan doen. Om ervoor te zorgen dat de SLPDA s snel bij hun informatie kunnen komen, is het zeer wenselijk om een edirectory-replica van de container waarin op de machine de configuratie is opgeslagen, aanwezig te hebben, maar strikt noodzakelijk is dat niet. Op alle servers, dus niet alleen de machines die als SLPDA dienst gaan doen, maken we een aanpassing in de file sys:\etc\slp.cfg: 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

43 Networking Services Standaard bevat deze file heel veel informatie over hoe SLP moet worden geconfigureerd. In het voorbeeld is dit verwijderd en staat alleen de informatie die interessant is voor de implementatie. In elk geval dient de eerste regel te worden opgenomen en hier wordt het adres gezet van de SLPDA. Indien u meer dan één SLPDA hebt, kunt u deze regel ook meerdere keren in uw configuratie-file zetten, steeds met een ander IPadres. In principe is het voldoende om maar één verwijzing te hebben. Zolang deze DA is opgestart, zal de registratie gewoon verlopen. Meerdere entries garanderen echter ook nu een betere beschikbaarheid. De regel die nog uitgemarkeerd is (register-type) stelt u in staat om bepaalde services alleen aan bepaalde scopes toe te voegen. Als u deze regel niet gebruikt, zal elke service in elke beschikbare scope worden aangemaakt. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-11

44 IP-services Sla het bestand op nadat u de aanpassingen hebt gemaakt. Voor de configuratie van de server hoeft u nog maar één ding te doen: door middel van een aantal set-parameters de scope of scopes bepalen en de manier waarop een server zich mag registreren. Deze setting kunt u invoeren op de console, u kunt ze in de autoexec.ncf plaatsen en u kunt ze in het monitorscherm aanpassen: Normaal gesproken hoeven er maar een paar settings te worden aangepast: Set SLP scope list Deze parameter moet corresponderen met de naam van SLP-scope die u in imanager hebt opgegeven. Set SLP static scope list De waarde van deze parameter bepaalt of de geconfigureerde scope list de enige is waarin deze server zich aanmeldt. U zou er dus voor kunnen kiezen om naast de gebruikte list ook dynamische lists te ondersteunen. Dit lijkt echter geen logische keuze. 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

45 Networking Services Set SLP DA discovery options Via deze parameter wordt bepaald hoe naar DA s mag worden gezocht. De standaardwaarde is 15, wat betekent dat het op alle mogelijke manieren mag. Als u echter de configuratie via SLP.cfg bepaalt, is het logischer om dit ook als enige input te accepteren. Dit doet u door de waarde 4 toe te kennen aan deze parameter. Een uitleg van de mogelijke keuzes wordt overigens getoond in het monitorscherm als u deze optie kiest. Naast deze drie opties is er nog een tiental opties die u zou kunnen instellen. De overige settings zijn alleen in specifieke situaties noodzakelijk. Op de machines waar u de SLPDA s hebt geconfigureerd, kunt u deze nu opstarten door het commando LOAD SLPDA.NLM te geven op het console. Zodra de SLPDA s draaien, klieren op de machines en op alle andere servers het commando SET SLP RESET=ON geven. Hierdoor wordt een her-initialisatie van SLP uitgevoerd en worden de setting siedirectory SLP.CFG dus actief. Na enkele seconden zult u in de edirectory, in uw scope container, de services van iedere machine zien verschijnen. Hieraan kunnen controleren of u de configuratie foutloos hebt gedaan: Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-13

46 IP-services Let er verder nog op dat u de autoexec.ncf aanpast en ervoor zorgt dat de SLPDA.NLM vanaf dat moment automatisch wordt gestart op machines die deze functionaliteit moeten gaan bieden. Hiermee is de confrontatie van de servers voltooid. U ziet nu een extra reden waarom het logischer is om SLP te configureren: de hoeveelheid tijd die u moet investeren om het geconfigureerd te krijgen, is zo minimaal, dat het zich altijd terugbetaalt. Ook op het werkstation dient er een en ander te worden gecontroleerd voor SLP. Deze settings staan allemaal in het client-configuratiescherm in het tabblad Service Location. 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

47 Networking Services In het scherm kunt u scope list en de directory agent invullen en voor beide settings kunt u ook bepalen of ze statisch zijn. Er is een aantal manieren om deze informatie automatisch in te vullen. Voor organisaties die ZENworks gebruiken, zou u ervoor kunnen kiezen om het via een policy te distribueren. Een andere mogelijkheid is om het via de DHCP-server te verspreiden. Bij de Novell DHCP-server kan deze informatie als een standaardoptie worden gekozen, bij andere DHCP-servers zult u deze opties waarschijnlijk eerst moeten toevoegen. Het gaat om opties 78 (directory agent) en 79 (service scope). Op alle Windows-machines waar de Novell-client op is geïnstalleerd, kunt u eenvoudig controleren hoe SLP is Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-15

48 IP-services gecontroleerd. Op een command window (een DOS-box ) en geeft u het commando slpinfo /a (de /a zorgt er voor dat u alle opties ziet). Dit commando geeft u onder andere de informatie over de sloop list en de directory agent. De scope-informatie van deze client toont dat de client dynamisch geconfigureerd is (anders zou u geen unscoped scope zien) en dat de dide-scope hard in de client is ingevoerd, anders zou er achter DA tussen haakjes mcast staan als de confrontatie via multicast was ontdekt en DHCP als de configuratie via DHCP was gezonden. Hiermee is de complete configuratie van SLP uitgevoerd en hebt u er feitelijk geen omkijken meer naar. Natuurlijk moet u erop letten dat u alle nieuwe servers die u in een 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

49 Networking Services netwerk opneemt, ook voorziet van de juiste SLP-configuratie, maar als u zich daaraan houdt, zult u merken dat u nooit meer problemen hebt om services te kunnen vinden. Hiermee hebt u de voordelen van een semi-dynamische configuratie, zonder de overhead van een protocol zoals SAP. Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19 4/1.4-17

50 IP-services 4/ Novell Netwerkoplossingen, aanvulling 19

10/5 Integratie met Windows

10/5 Integratie met Windows Integratie 10/5 Integratie met Windows 10/5.1 Novell Domain Services for Windows 10/5.1.1 Inleiding Tot de belangrijkste vernieuwingen in Open Enterprise Server 2 SP 1 dat in december 2008 is uitgekomen,

Nadere informatie

4/5 Installatieservers

4/5 Installatieservers Netwerk Services 4/5 Installatieservers 4/5.1 Een Su SE -installatieserver maken 4/5.1.1 Inleiding Als u maar één server te installeren hebt, doet u dat natuurlijk vanaf de installatie-dvd. Als er meerdere

Nadere informatie

4/1.4 Service Location Protocol

4/1.4 Service Location Protocol Networking Services 4/1.4 Service Location Protocol 4/1.4.1 Inleiding Binnen Open Enterprise Server is het Service Location Protocol ( SLP ) een essentieel onderdeel. Dit protocol zorgt ervoor dat de clients

Nadere informatie

5/5 Red Carpet. 5/5.1 Inleiding

5/5 Red Carpet. 5/5.1 Inleiding Management Services 5/5 Red Carpet 5/5.1 Inleiding Met de overname van Ximian is Novell ook eigenaar geworden van de Red Carpet-technologie. Hoewel het aannemelijk is dat het hier een tijdelijke oplossing

Nadere informatie

2/5 edirectory on Windows

2/5 edirectory on Windows 2/5 edirectory on Windows NDS & edirectory Met alle aandacht die uitgaat naar het implementeren van edirectory op Linux, zou u haast vergeten dat edirectory ook op een Windows-server geïnstalleerd kan

Nadere informatie

NSS volumes in een bestaande tree aanspreken vanuit Domain Services for Windows

NSS volumes in een bestaande tree aanspreken vanuit Domain Services for Windows NSS volumes in een bestaande tree aanspreken vanuit Domain Services for Windows Elders in dit werk hebt u kunnen lezen hoe DSfW ingezet kan worden als alternatief voor Active Directory. Dit heeft echter

Nadere informatie

5/8 Patch management

5/8 Patch management Management Services 5/8 Patch management 5/8.1 Beheer van patches met Subscription Management Tool 5/8.1.1 Inleiding Een moderne Linux-server moet regelmatig worden bijgewerkt met de laatste versie van

Nadere informatie

Configureren van een VPN L2TP/IPSEC verbinding

Configureren van een VPN L2TP/IPSEC verbinding Configureren van een VPN L2TP/IPSEC verbinding Inhoudsopgave 1. Voorbereiding.... 3 2. Domain Controller Installeren... 4 3. VPN Configuren... 7 4. Port forwarding.... 10 5. Externe Clients verbinding

Nadere informatie

Technote. EnGenius Senao EOM Mesh Layer 2 configuratie Transparant netwerk

Technote. EnGenius Senao EOM Mesh Layer 2 configuratie Transparant netwerk Technote EnGenius / Senao EOM-8670 Mesh Layer 2 configuratie Transparant netwerk Merk Model Firmware Datum EnGenius Senao EOM-8670 2.1.10 09-04-2009 Pagina 1 van 29 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Node

Nadere informatie

Praktijk opdrachten VMware

Praktijk opdrachten VMware Praktijk opdrachten VMware 1 1. Toegang tot de ICT Academie Cloud omgeving Om toegang te krijgen tot de Cloud omgeving van de ICT Academie, kun je onderstaande procedure volgen: http://wiki.vcloud.ictacademie.net/wp

Nadere informatie

IAAS HANDLEIDING - SOPHOS FIREWALL

IAAS HANDLEIDING - SOPHOS FIREWALL IAAS HANDLEIDING - SOPHOS FIREWALL Contents IAAS HANDLEIDING - SOPHOS FIREWALL... 0 HANDLEIDING - SOPHOS FIREWALL... 2 STANDAARD FUNCTIONALITEITEN... 2 DNS... 2 DHCP... 2 BASIS INSTELLINGEN UITVOEREN...

Nadere informatie

Configureren van een VPN L2TP/IPSEC verbinding. In combinatie met:

Configureren van een VPN L2TP/IPSEC verbinding. In combinatie met: Configureren van een VPN L2TP/IPSEC verbinding In combinatie met: Inhoudsopgave 1. Voorbereiding.... 3 2. Domaincontroller installeren en configuren.... 4 3. VPN Server Installeren en Configureren... 7

Nadere informatie

Siemens workpoints en DHCP options

Siemens workpoints en DHCP options Siemens workpoints en DHCP options Dit document beschrijft de configuratie en werking van een Windows 2003 DHCP server in combinatie met Siemens optipoint en Siemens OpenStage toestellen (aangemeld op

Nadere informatie

Windows 98 en Windows ME

Windows 98 en Windows ME Windows 98 en Windows ME In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Voorbereidende stappen op pagina 3-29 Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-30 Andere installatiemethoden op pagina

Nadere informatie

6/6 Native File Access

6/6 Native File Access Storage 6/6 Native File Access 6/6.1 Inleiding Drie protocollen In NetWare is sinds versie 6.0 een mogelijkheid aanwezig voor andere besturingssystemen om bestanden te benaderen, zonder dat daar een speciale

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

Installatie procedure BINK 9

Installatie procedure BINK 9 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Vooraf aan de installatie... 3 3 Netwerk- of stand-alone installatie... 4 4 Installatie typen... 5 4.1 Installatie typen... 5 4.2 Stand-alone... 5 4.3 Netwerk... 6 4.3.1

Nadere informatie

Installatie King Task Centre

Installatie King Task Centre Installatie King Task Centre In deze handleiding wordt beschreven hoe u het King Task Centre moet installeren. Deze handleiding geldt voor zowel een nieuwe installatie, als voor een upgrade van een bestaande

Nadere informatie

Cloud2 Online Backup - CrashplanPRO

Cloud2 Online Backup - CrashplanPRO Cloud2 Online Backup - CrashplanPRO Handleiding- CrashplanPRO - Online Backup Download de clients hier: Windows 32- bit: http://content.cloud2.nl/downloads/back01- cra.backupnoc.nl/crashplan_x86.exe Windows

Nadere informatie

Revisie geschiedenis. [XXTER & KNX via IP]

Revisie geschiedenis. [XXTER & KNX via IP] Revisie geschiedenis [XXTER & KNX via IP] Auteur: Freddy Van Geel Verbinding maken met xxter via internet met de KNX bus, voor programmeren of visualiseren en sturen. Gemakkelijk, maar niet zo eenvoudig!

Nadere informatie

VPN Remote Dial In User. DrayTek Smart VPN Client

VPN Remote Dial In User. DrayTek Smart VPN Client VPN Remote Dial In User DrayTek Smart VPN Client Inhoudsopgave VPN Remote Dial In... 3 Verbinding maken met de DrayTek router... 4 DrayTek VPN Remote Dial In configuratie PPTP VPN... 5 VPN verbinding opzetten

Nadere informatie

Quarantainenet Log Forwarder

Quarantainenet Log Forwarder A : Auke Vleerstraat 6D (vloer 4) I : www.quarantainenet.nl 7521 PG Enschede E : info@quarantainenet.nl T : 053-7503070 B : Rabobank 31.72.86.714 F : 053-7503071 KvK : 08135536 Quarantainenet Log Forwarder

Nadere informatie

Handleiding Inloggen met SSL VPN

Handleiding Inloggen met SSL VPN Handleiding Inloggen met SSL VPN Beveiligd verbinding maken met het bedrijfsnetwerk via de Desktop Portal Versie: 24 april 2012 Handleiding SSL-VPN Pagina 1 van 10 Inleiding SSL VPN is een technologie

Nadere informatie

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen. Handleiding Scan+ Introductie Met Scan+ gaat een lang gekoesterde wens voor vele gebruikers van Unit 4 Multivers in vervulling: eenvoudig koppelen van documenten in relatiebeheer of documentmanagement

Nadere informatie

Installatie King Task Centre

Installatie King Task Centre Installatie King Task Centre In deze handleiding wordt beschreven hoe u de King Task Centre moet installeren. King Task Centre is de nieuwe naam van de King MaatwerkBox. In alle documentatie en communicatie

Nadere informatie

Snel op weg met de PepperPlayer.

Snel op weg met de PepperPlayer. Snel op weg met de PepperPlayer. Dit is een korte leidraad voor de installatie van de PepperPlayer. Hierin wordt zo simpel mogelijk beschreven hoe u de PepperPlayer kunt instaleren. Kijk voor uitgebreide

Nadere informatie

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar ! Bijlage inlezen nieuwe tarieven (vanaf 3.2) Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar Scipio 3.303 biedt ondersteuning om gebruikers alle tarieven van de verschillende verzekeraars in één keer

Nadere informatie

INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR

INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR 0 0 HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR HANDLEIDING datum: 10-08-2018 1 Inleiding... 1 2

Nadere informatie

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Inhoudsopgave 1. Algemeen - 3-2. Installatie PostgreSQL database server - 4-3. Installatie FTP server - 9-4. Aanmaken account in FileZilla server - 13

Nadere informatie

In dit artikel zal ik u uitleggen hoe u rechtstreeks vanuit Troublefree Retail kan afdrukken

In dit artikel zal ik u uitleggen hoe u rechtstreeks vanuit Troublefree Retail kan afdrukken Auteur: Evert-Jan Steenvoorden Datum: 24-06-2015 Printers configureren In dit artikel zal ik u uitleggen hoe u rechtstreeks vanuit Troublefree Retail kan afdrukken Wat heb je nodig Om rechtstreeks af te

Nadere informatie

Handleiding. Documentbeheer. PlanCare 2. elektronisch cliënten dossier. G2 Paramedici het EPD voor paramedici. Handleiding. Declareren. Versie 3.0.0.

Handleiding. Documentbeheer. PlanCare 2. elektronisch cliënten dossier. G2 Paramedici het EPD voor paramedici. Handleiding. Declareren. Versie 3.0.0. Handleiding Documentbeheer Handleiding Declareren Versie 3.0.0.3 PlanCare 2 elektronisch cliënten dossier G2 Paramedici het EPD voor paramedici INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 2 2 Gebruik van de module...

Nadere informatie

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis 142.1 Inleiding Titel Aanwinsten Geschiedenis wordt gebruikt om toevoegingen en verwijderingen van bepaalde locaties door te geven aan een centrale catalogus instantie.

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Standard Parts Installatie Solid Edge ST3

Standard Parts Installatie Solid Edge ST3 Hamersveldseweg 65-1b 3833 GL LEUSDEN 033-457 33 22 033-457 33 25 info@caap.nl www.caap.nl Bank (Rabo): 10.54.52.173 KvK Utrecht: 32075127 BTW: 8081.46.543.B.01 Standard Parts Installatie Solid Edge ST3

Nadere informatie

DHCP Scope overzetten van Windows Server 2003 R2 naar Windows Server 2012

DHCP Scope overzetten van Windows Server 2003 R2 naar Windows Server 2012 DHCP Scope overzetten van Windows Server 2003 R2 naar Windows Server 2012 Inhoudsopgave 1. Windows Server 2012 voorbereiden... 3 2. Rollen installeren op Windows Server 2012... 6 3. DHCP Scopes overzetten...

Nadere informatie

HANDLEIDING VIEW DESKTOP. Handleiding VIEW Desktop. P. de Gooijer. Datum: 09-01-2013 Versie: 1.3

HANDLEIDING VIEW DESKTOP. Handleiding VIEW Desktop. P. de Gooijer. Datum: 09-01-2013 Versie: 1.3 HANDLEIDING VIEW DESKTOP Document: Auteur: Datum: 09-01-2013 Versie: 1.3 Handleiding VIEW Desktop M. Huibers P. de Gooijer Inleiding Het Hoornbeeck College en Van Lodenstein maakt gebruik van VMware View.

Nadere informatie

Werken op afstand via internet

Werken op afstand via internet HOOFDSTUK 12 Werken op afstand via internet In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat er nodig is om op afstand met de ROS artikel database te kunnen werken. Alle benodigde programma s kunnen worden gedownload

Nadere informatie

IPoE. Er zijn twee mogelijke oplossingen om IPoE op een DrayTek product te configureren, we zullen beide mogelijkheden in deze handleiding bespreken.

IPoE. Er zijn twee mogelijke oplossingen om IPoE op een DrayTek product te configureren, we zullen beide mogelijkheden in deze handleiding bespreken. KPN IPoE DrayOS Inhoudsopgave IPoE... 3 IPoE icm WAN IP-Aliassen... 4 Load Balance / Policy Route... 6 IPoE icm IP Routed Subnet... 7 IP Routed Subnet configuratie... 8 2 IPoE IPoE staat voor Internet

Nadere informatie

1 Installatie van de server... 2

1 Installatie van de server... 2 Inhoudstafel 1 Installatie van de server... 2 1.1 Basis installatie Ubuntu server... 2 1.2 Aanpassingen Ubuntu server... 2 1.2.1 Updates installeren... 2 1.2.2 Vast IP-adres instellen naar 192.168.186.3...

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Instellen en gebruiken van LDAP met Active Directory

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Instellen en gebruiken van LDAP met Active Directory MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Instellen en gebruiken van LDAP met Active Directory LDAP - Lightweight Directory Access Protocol Algemene lay-out van LDAP Informatie Informatie in een LDAP database

Nadere informatie

Inrichting Windows XP Pro werkstation in schoollan

Inrichting Windows XP Pro werkstation in schoollan Inrichting Windows XP Pro werkstation in schoollan Om een Windows XP Pro computer toe te voegen aan schoollan moet de computer van tevoren bekend zijn in het domein en moet deze geautoriseerd worden door

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Het installeren van de software.

Het installeren van de software. Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Het installeren van de software.... 2 De Printserver Bekabeld Configureren... 8 Instellen van je IP adres... 10 Netwerk poorten configureren... 12 Een printer Toevoegen....

Nadere informatie

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Handleiding Landelijk Indicatie Protocol programma pagina 1 of 18 Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Welkom bij LIP Lip is ontstaan uit een toegevoegde module aan het kraamzorg administratie pakket van

Nadere informatie

Een Windows XP-netwerk maken

Een Windows XP-netwerk maken Een Windows XP-netwerk maken Inleiding Deze beschrijving geldt voor Windows XP Professional (Home edition komt in zekere maten overeen met Professional), Nederlandse versie. Ook geldt dit document alleen

Nadere informatie

Act! Company Builder Handleiding

Act! Company Builder Handleiding Act! Company Builder Handleiding Versie 1.1 25-07-2014 Inleiding Kost het u ook zoveel tijd om, na het importeren van nieuwe contacten, bedrijven aan te maken of deze contacten te koppelen aan bestaande

Nadere informatie

Installatiehandleiding Easy-Car

Installatiehandleiding Easy-Car Installatiehandleiding Easy-Car 1. Na het downloaden van het Easy-Car Setup programma voert u deze Setup uit (uitvoeren = dubbelklikken op de icoon). 2. Indien blijkt dat de versie van Microsoft.NET Framework

Nadere informatie

5/7 Imaging in ZENworks 7.0

5/7 Imaging in ZENworks 7.0 5/7 Imaging in ZENworks 7.0 Management Services De tijd dat de helpdeskmedewerker met een stapel diskettes bij eindgebruikers langsging om een installatie helemaal opnieuw uit te voeren, ligt gelukkig

Nadere informatie

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3 SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING Versie 1.3 1 Handleiding Installatie Scenario Advies... 1 2 Voorbereiding installatie Scenario Advies... 1 2.1 Downloaden programmatuur... 2 3 Serverinstallatie Scenario

Nadere informatie

Instellen Zyxel modem als stand-alone ATA

Instellen Zyxel modem als stand-alone ATA Instellen Zyxel modem als stand-alone ATA In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe je een Zyxel ADSL modem als SIP ATA kunt configureren, zonder gebruik te maken van de DSL aansluiting op het

Nadere informatie

Installatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified. System Integrators

Installatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified. System Integrators Installatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified System Integrators Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Inhoudsopgave 1. Algemeen - 3-2. Installatie PostgreSQL database server -

Nadere informatie

Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten.

Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten. Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten. De Office Connector zorgt ervoor dat de Microsoft Officeomgeving gebruikt kan worden als ontwerp en genereeromgeving voor documenten waarbij

Nadere informatie

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP Inhoudsopgave Fase 1: maak een backup... 3 Fase 2: Installatie TouchSpeak 10 op PC... 5 Fase 3: Updaten TouchSpeak 10 op PC... 6 Fase 4: TouchSpeak

Nadere informatie

Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES. Oktober Versie 1.3

Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES. Oktober Versie 1.3 Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES Oktober 2015 Versie 1.3 Hoofdstuk 1, Installatiehandleiding Scenario Advies Inhoud 1 Installatiehandleiding Scenario Advies... 1 2 Voorbereiding installatie Scenario

Nadere informatie

Quarantainenet Log Forwarder

Quarantainenet Log Forwarder A : Auke Vleerstraat 6D (vloer 4) I : www.quarantainenet.nl 7521 PG Enschede E : info@quarantainenet.nl T : 053-7503070 B : Rabobank 31.72.86.714 F : 053-7503071 KvK : 08135536 Quarantainenet Log Forwarder

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken beheren op de Fiery server en de printer vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Klankie B.V - Klankie 2010 Netwerkversie - versie 1.0 - sts2220000000212. 13 september 2010

Klankie B.V - Klankie 2010 Netwerkversie - versie 1.0 - sts2220000000212. 13 september 2010 Klankie B.V - Klankie 2010 Netwerkversie - versie 1.0 - sts2220000000212 13 september 2010 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Belangrijke informatie bij Klankie 2010...4 3. C3LO-werkstation inrichten als

Nadere informatie

Handleiding installatie Rental Dynamics

Handleiding installatie Rental Dynamics Handleiding installatie Rental Dynamics Versie: 1.1 Datum: 9 januari 2015 1. Inleiding Deze handleiding beschrijft de procedure voor de installatie van Rental Dynamics en de benodigde software. In hoofdstuk

Nadere informatie

Watcheye AIS op ipad

Watcheye AIS op ipad Watcheye AIS op ipad Deel uw NMEA / AIS informatie met uw ipad met tussenkomst van uw PC/Laptop. Het is mogelijk om de Watcheye AIS applicatie op uw ipad te koppelen met uw AIS, door de NMEA data die de

Nadere informatie

Siemens SE551. Handleiding Flits Thuis

Siemens SE551. Handleiding Flits Thuis Siemens SE551 Handleiding Flits Thuis Handleiding Siemens SE551 Flits Thuis Aansluiten Siemens SE551 Configuratie Siemens d.m.v. webinterface Instellen Gisgaset USB /PCMCIAdraadloze netwerk-adapter Aansluiten

Nadere informatie

Handleiding installatie Hexagon Geospatial Software

Handleiding installatie Hexagon Geospatial Software Handleiding installatie Hexagon Geospatial Software Laatste update: 10-1-2014 1 Contents Stap 1: Software verkrijgen... 3 Stap 2: licentie verkrijgen... 4 Stap 3: Licentie inlezen... 6 Meer hulp nodig?...

Nadere informatie

INSTALLEREN MET SYMANTEC GHOST

INSTALLEREN MET SYMANTEC GHOST INSTALLEREN MET SYMANTEC GHOST MTSO-INFO-EXTRA 2 VAKGROEP MTSO 2001 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax

Nadere informatie

Pervasive Server V9 Installatiegids

Pervasive Server V9 Installatiegids Pervasive Server V9 Installatiegids 1 Inhoudsopgave 1. Om te beginnen... 3 2. Systeemeisen... 3 2.1 Server... 3 2.1.1 Hardware... 3 2.1.2 Software... 3 2.2 Client... 3 2.2.1 Hardware... 3 2.2.2 Software...

Nadere informatie

BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING

BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING JOS VAN DER SANDEN VERSIE 0.10 29 DEC 2015 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 4 2. Server... 5 2.1 Installatie... 5 2.2 Configuratie... 9 2.3 Waarschuwingen... 9 2.4 Beschikbaarheid

Nadere informatie

ipact Installatiehandleiding CopperJet 816-2P / 1616-2P Router

ipact Installatiehandleiding CopperJet 816-2P / 1616-2P Router ipact Installatiehandleiding CopperJet 816-2P / 1616-2P Router Stap 1: Het instellen van uw computer Instellen netwerkkaart om de modem te kunnen bereiken: Windows 98/ME: Ga naar Start Instellingen Configuratiescherm

Nadere informatie

Zeg gewoon JA. Lees verder.

Zeg gewoon JA. Lees verder. Zeg gewoon JA PartSmart Internet Updating Service is Sneller dan Ooit We zijn verheugd bekend te kunnen maken, dat de PartSmart Internet Updating Service vanaf nu beschikbaar is. Het PartSmart-team heeft

Nadere informatie

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software:

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software: Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software: Counterpath Bria SIP client. Net2 Entry Configuration Utility (SIP

Nadere informatie

Nabaztag verbinden met een Wi-Fi netwerk of een Airport

Nabaztag verbinden met een Wi-Fi netwerk of een Airport Nabaztag verbinden met een Wi-Fi netwerk of een Airport Introductie Jouw Nabaztag heeft geen specifieke voorgeprogrammeerde instellingen. Nabaztag weet hoe hij moet verbinden met een Wi-Fi netwerk, indien:

Nadere informatie

ZIVVER Installatiehandleiding

ZIVVER Installatiehandleiding Versie: 1.5 Datum: 11 mei 2017 Gevoeligheid: Openbaar Status: Definitief www.zivver.com support.zivver.com support@zivver.com 1. Inhoud 1. Inhoud... 2 2. Inleiding... 3 3. Installatie... 3 3.1. De online

Nadere informatie

Installatiehandleiding King Webservices 2.0

Installatiehandleiding King Webservices 2.0 Inhoud Inleiding... 2 Installatie en configuratie King Webservices... 2 King Webservices systeemeisen... 2 King Webservices installatie-eisen... 2 King Webservices installeren... 2 King Webservices inrichten

Nadere informatie

Temperatuur logger synchronisatie

Temperatuur logger synchronisatie Temperatuur logger synchronisatie Juni 10, 2010 1 / 7 Temperatuur logger synchronisatie Introductie Twee of meerdere ontvangers van het Multilogger systeem kunnen met de temperature logger synchronisatie

Nadere informatie

AZO@Home installatie

AZO@Home installatie AZO@Home installatie OPGELET Deze nieuwe technologie kan enkel gebruikt worden op de door Microsoft courant ondersteunde versies van Windows. Momenteel is dit: Windows 7, Windows 8 en 8.1 0. Registratie

Nadere informatie

Quarantainenet Log Forwarder

Quarantainenet Log Forwarder Quarantainenet Log Forwarder Versie Opmerkingen 2.0 Initiële versie voor versie 2.0.0.0 Disclaimer Tesorion biedt deze documentatie aan ter ondersteuning van de taken die u binnen het implementatietraject

Nadere informatie

Voor op afstand os installatie moeten de volgende onderdelen geïnstalleerd zijn op de Windows 2000 server.

Voor op afstand os installatie moeten de volgende onderdelen geïnstalleerd zijn op de Windows 2000 server. Werkstuk door een scholier 1063 woorden 13 januari 2006 6,8 51 keer beoordeeld Vak Informatica Risimage Hoe werkt RIS? RIS gebruikt DHCP en de Active Directory service om cliënt van afstand te installeren.

Nadere informatie

Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades)

Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades) Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades) Pak het Factuur2King.zip bestand uit en plaats de bestanden op de gewenste locatie op de PC (de locatie maakt niet uit). Controleer dat de volgende twee

Nadere informatie

Nadat u het programma NAT Manager van de support site heeft ge-download dubbelklikt u op het icoon NAT_Manager.exe.

Nadat u het programma NAT Manager van de support site heeft ge-download dubbelklikt u op het icoon NAT_Manager.exe. 1 De NAT Manager 1.1 aanbeveling Wanneer u een toepassing achter uw modem wilt gebruiken, bijvoorbeeld het gebruik van een FTP server, is het verstandig de netwerkkaart een vast IP-adres te geven welke

Nadere informatie

naar een SQL-server Rev 00

naar een SQL-server Rev 00 De EPLAN-artikeldatabank overzetten naar een SQL-server Rev 00 I N H O U D S O P G A V E 1 VEREISTEN... 1 2 VRIJGAVE VOOR DE INSTALLATIE VAN DE SQL-SERVER... 1 3 INLOGGEN ALS EEN SQL-ADMINISTRATOR... 1

Nadere informatie

Network Services Location Manager. Handleiding voor netwerkbeheerders

Network Services Location Manager. Handleiding voor netwerkbeheerders apple Network Services Location Manager Handleiding voor netwerkbeheerders In dit document wordt de Network Services Location (NSL) Manager beschreven en wordt u geïnformeerd over hoe u een netwerk zo

Nadere informatie

Handleiding voor installatie en gebruik van

Handleiding voor installatie en gebruik van Handleiding voor installatie en gebruik van Opticon OPN-2001 Data Collector Inhoud pakket: - OPN-2001 - USB Communicatie kabel - Neckstrap Voordat u kunt communiceren met de OPN-2001 dient u de volgende

Nadere informatie

Elektronisch factureren

Elektronisch factureren Elektronisch factureren Inleiding Elektronisch Factureren in RADAR is mogelijk vanaf versie 4.0. Deze module wordt niet standaard meegeleverd met de RADAR Update maar is te bestellen via de afdeling verkoop

Nadere informatie

Aanmelden Na installatie wordt de service automatisch gestart en kunt u meteen aanmelden van op afstand:

Aanmelden Na installatie wordt de service automatisch gestart en kunt u meteen aanmelden van op afstand: Remote administratie Als administrator hebt u verschillende mogelijkheden om een Linux systeem van op afstand te beheren. Populaire toepassingen zijn bijvoorbeeld Webmin en VNC. Het gebruik van deze twee

Nadere informatie

1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties

1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties 2 Supportdesk Pro Introductie Inhoudsopgave I Supportdesk Pro 3 1 Inleiding... 3 2 Werkwijze... 3 II Zaken 4 1 Introductie... 4 2 Zaken beheren... 4 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 4 Verwerken...

Nadere informatie

In de meeste netwerkomgevingen staan de firewalls het browsen of surfen op internet toe.

In de meeste netwerkomgevingen staan de firewalls het browsen of surfen op internet toe. m:\helpdesk\vgmbox\documenten\handleiding - inzet binnen beveiligd netwerk (dmv proxyserver) - 20110112 - tbv pdf.doc Inzet van De VGM Box binnen een beveiligd netwerk Dit document beschrijft het functioneren

Nadere informatie

Installatie en configuratie documentatie

Installatie en configuratie documentatie Installatie en configuratie documentatie Assistance Web Portal v. 2.58, 2.60 Voor Windows 2003 / 2008 / XP / Vista / Windows 7 Assistance PSO handleiding, uitgegeven door Assistance Software. Alle rechten

Nadere informatie

HANDLEIDING SMTP DIENST BEDRIJVENWEB NEDERLAND B.V.

HANDLEIDING SMTP DIENST BEDRIJVENWEB NEDERLAND B.V. HANDLEIDING SMTP DIENST BEDRIJVENWEB NEDERLAND B.V. Uitgave : 1.0 KORTE OMSCHRIJVING In dit document wordt beschreven hoe u gebruik kunt maken van de SMTP dienst van Bedrijvenweb Nederland B.V. om e-mail

Nadere informatie

TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise

TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise Inhoudsopgave 1. Voorbereiding... 4 2. Web Service Connector tool configuratie... 5 3. TaskCentre taak voor het aanmaken van

Nadere informatie

CLOUD4WI ALCATEL-LUCENT IAP CONFIGURATIE V2

CLOUD4WI ALCATEL-LUCENT IAP CONFIGURATIE V2 CLOUD4WI ALCATEL-LUCENT IAP CONFIGURATIE V2 Technote Versie: 2.0 Auteur: Herwin de Rijke Datum: 2-12-2014 Alcadis Vleugelboot 8 3991 CL Houten www.alcadis.nl 030 65 85 125 Inhoud 1 Inleiding... 2 1.1 1.2

Nadere informatie

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012 Stand-alone / Netwerkversie Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Wij willen u er op wijzen dat ons systeem FWG3.0 Cd-rom versie dit

Nadere informatie

Handleiding aanmaak CSR

Handleiding aanmaak CSR Handleiding aanmaak CSR Voordat u begint: Om een Certificate Signing Request (CSR) te maken moet het programma OpenSSL geïnstalleerd worden. Dit programma kan geheel gratis gedownload worden vanaf de OpenSSL

Nadere informatie

Installatie Handleiding AP 1120 op HiPath 3000

Installatie Handleiding AP 1120 op HiPath 3000 Installatie Handleiding AP 1120 op HiPath 3000 1 Algemeen 2 2 Tools 2 2.1 Unit Manager Express 2 2.2 Unit Manager Network 3 3 Configureren van de AP 1120 3 3.1 Programmeren IP adres. 3 3.2 Software upgrade.

Nadere informatie

Het lokale netwerk configureren

Het lokale netwerk configureren Het lokale netwerk configureren Als u een lokaal netwerk wilt configureren, dient u eventueel de netwerkinstellingen van de PC s te configureren die via de router of het access point met elkaar moeten

Nadere informatie

Quickstart handleiding

Quickstart handleiding Quickstart handleiding MS Outlook Account instellen Rechten geven offline werken www.pimbox.nl/support a hosted zarafa product Inhoudsopgave Installatie van de Zarafa Outlook Client 3 Aanmaken van een

Nadere informatie

In de General Setup kunt u het IP-adres aanpassen. Standaard staat het IP-adres op 192.168.1.1 zoals u ziet in onderstaande afbeelding.

In de General Setup kunt u het IP-adres aanpassen. Standaard staat het IP-adres op 192.168.1.1 zoals u ziet in onderstaande afbeelding. LAN LAN Setup In deze handleiding kunt u informatie vinden over alle mogelijke LAN instellingen van de DrayTek Vigor 2130 en 2750. Hierin zullen wij alle algemene instellingen bespreken die van toepassing

Nadere informatie

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 22 oktober 2015 Voor vragen of problemen kunt u contact opnemen via: telefoonnummer 030-2729976. Of e-mail naar support@powerproject.nl.

Nadere informatie

Instellen van een TCP/IP netwerk zonder router met Windows 2000/XP. keywords : tcp/ip netwerk aansluiten klanten tutorial.

Instellen van een TCP/IP netwerk zonder router met Windows 2000/XP. keywords : tcp/ip netwerk aansluiten klanten tutorial. Instellen van een TCP/IP netwerk zonder router met Windows 2000/XP. keywords : tcp/ip netwerk aansluiten klanten tutorial Inleiding Een netwerk kan voor vele doeleinden handig zijn. Zo kunt u bij de onderlinge

Nadere informatie

Installatie van sqlserver

Installatie van sqlserver Installatie van sqlserver Download SQLserver 2005 Express basis van de website van 2work: www.2work.nl, tabblad downloads; beveiligde zone. De inlog gegevens kunnen via de helpdesk aangevraagd worden.

Nadere informatie

Handleiding E-mail clients

Handleiding E-mail clients Handleiding E-mail clients Inhoudsopgave Handleiding E-mail clients... 1 1 POP of IMAP... 2 2 Outlook... 2 2.1 Instellen Mailaccount... 2 Stap 1... 2 Stap 2... 2 Stap 3... 3 Stap 4... 3 Stap 5... 3 Stap

Nadere informatie

Elektronisch Bestellen in ENK Software

Elektronisch Bestellen in ENK Software Elektronisch Bestellen in ENK Software Auteurs: RK/MRz Versie: 1.2 Datum: 22-07-2010 Voorwoord Deze handleiding zet voor u uiteen op welke manier u elektronisch bij Galvano kunt bestellen vanuit ENK Software,

Nadere informatie