Beeldkwaliteitplan Laren III Afspraken voor de uitwerking

Transcriptie

1 Beeldkwaliteitplan Laren III Afspraken voor de uitwerking Centrale Stuurgroep Laren III 12 juni 2006 Definitief rapport 9R1975

2

3 Documenttitel Beeldkwaliteitplan Laren III Afspraken voor de uitwerking Verkorte documenttitel Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III Status Definitief rapport Datum 12 juni 2006 Projectnaam Laren III Projectnummer 9R1975 Opdrachtgever Centrale Stuurgroep Laren III Referentie 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Colosseum 3 Postbus AA Enschede +31 (0) Telefoon +31 (0) Fax info@enschede.royalhaskoning.com Internet Arnhem KvK Auteur(s) Berry van den Berg Collegiale toets Minka Meijer Datum/paraaf.. Vrijgegeven door Frank Legters Datum/paraaf..

4

5 INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INLEIDING 1 2 HET PLAN Het stedenbouwkundig plan Opbouw Laren III 5 3 DE WERKWIJZE Particulier opdrachtgeverschap De status 9 4 BEELDKWALITEIT EN ARCHITECTUUR Het stedenbouwkundig plan Rooilijnen Kappen materiaal/kleur Gevels materiaal/kleur Erfgrenzen (voortuinen) 23 5 BEELDKWALITEIT EN OPENBARE RUIMTE Verharding Groen Parkeren 27 Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport 12 juni 2006

6

7 1 INLEIDING Particulier opdrachtgeverschap Het plan voor Laren III is ontwikkeld onder particulier opdrachtgeverschap. Aanleiding voor het pariticulier opdrachtgeverschap is een specifieke afspraak tussen de provincie Gelderland en de gemeente Lochem in het kader van het Kwalitatief Woonprogramma Gelderland. Met als uitgangspunt particulier opdrachtgeverschap zal in de gemeente Lochem een project worden opgezet, waarbij met potentiele, toekomstige bewoners de gehele planontwikkeling wordt doorlopen. De gemeente Lochem zal in samenspraak met de provincie het laatste kwartaal van 2003 hiervoor een plan van aanpak opstellen om te komen tot de ontwikkeling van een locatie met een gedifferentieerd woonprogramma binnen de gemeente Lochem. Bij overeenstemming over het plan van aanpak zullen gemeente en provincie gezamenlijk het ontwikkelingsproces initieren en begeleiden vanaf de initiatieffase in het voorjaar 2004 tot en met het einde van de realisatiefase medio Een groep natuurlijke personen bepaalt, onder begeleiding van gemeente en provincie, vanaf het allereerste begin de uitgangspunten van de planontwikkeling. Dit betekent dat men zelf zowel het stedenbouwkundigplan mag tekenen als de beeldkwaliteitsafspraken mag maken. Daarbij zijn door de gemeente weinig tot geen uitgangspunten opgelegd. De uiteindelijke ambitie is wel hoog: het einddoel is een kwalitatief hoogwaardige buurt! Beeldkwaliteit In dit plan worden de afspraken beschreven die zijn gemaakt ten aanzien van de beeldkwaliteit. De volgende aspecten zijn belangrijke aandachtspunten: beeldkwaliteit bepaalt identiteit van de buurt; beeldkwaliteit zegt iets over de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte; beeldkwaliteit zegt iets over de mate van samenhang en/of juist de differentiatie (hoeveel van hetzelfde of juist hoeveel verschillen); beeldkwaliteit heeft alles te maken met ambitie en afspraken die samen gemaakt worden; beeldkwaliteit vastleggen met behoud van gewenste flexibiliteit. De basis voor dit beeldkwaliteitplan is gelegen in een aantal gemeenschappelijke wensen (ambities) vanuit het particulier opdrachtgeverschap met betrekking tot aspecten van (architectonische) beeldkwaliteit. Deze hebben met name betrekking op de architectuur. Op basis van deze afspraken zijn er bijpassende suggesties gedaan voor de inrichting van de openbare ruimte. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt in het kort het stedenbouwkundig plan in hoofdlijnen beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de wijze waarop het beeldkwaliteitplan tot stand is gekomen. Hoofdstuk 4 en 5 behandelen de gemaakte afspraken in relatie tot de architectuur ( harde afspraken) en de inrichting van de openbare ruimte ( zachte suggesties als uitgangspunten voor de inrichtingsplannen). Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

8 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

9 2 HET PLAN 2.1 Het stedenbouwkundig plan De ruggengraat van het ontwerp is de laan die door het plangebied loopt. De laan is breed opgezet en wordt begeleid door grote bomen. De laan wordt op drie punten ontsloten. Ontsluitingen via de Huenderstraat en de Banninksweg voor zowel gemotoriseerd verkeer als voor langzaam verkeer. En een ontsluiting voor uitsluitend langzaam verkeer via de Kotten. Op alle wegen in het plangebied is de maximumsnelheid 30km. De ontsluitingen worden geaccentueerd door stukken groen, zogenaamde plekken. Iedere ontsluiting heeft een apart stuk groen. Het groen aan de Kotten krijgt een duidelijke relatie met het bestaande speeltuintje. De bestaande bomen in het plangebied kunnen blijven staan en worden geïntegreerd in de nieuwe stukken groen. Bij de Banninksweg krijgt het groen, naast het gemaal gebouwtje, een functie als hondenuitlaatplek. In de groene plek bij de Heunderstraat zal een AHOED (apotheek met huisartsen onder 1 dak) in combinatie met enkele appartementen gerealiseerd worden. Aan de noordrand van het plangebied bevindt zich een bufferzone, de Oude Molenbeek, als scheiding met de bestaande bebouwing. Op deze locatie wordt een gedifferetieerd woonprogramma van 90 (huur en koop)woningen gerealiseerd. Soort Huur Koop bebouwing Appartementen Rijwoningen onder 1 kap vrijstaand Totaal De AHOED heeft een vloeroppervlak van rond 450m 2 nodig. De AHOED en de appartementen zullen in het zelfde gebouw gevestigd worden. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

10 Opbouw Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

11 2.2 Opbouw Laren III Om aspecten van beeldkwaliteit goed te kunnen omschrijven, is het stedenbouwkundig plan zoals het voorligt, onderverdeeld in ruimtelijk samenhangende eenheden. Voor elke eenheid kunnen dezelfde afspraken gemaakt worden, of kunnen afzonderlijk afwijkende afspraken gemaakt worden ter versterking van de uiteindelijke beeldkwaliteit. Onderscheiden worden in Laren III: De noordzijde van de laan; De zuidzijde van de laan; Een drietal plekken aan de laan; Dit zijn de 3 groene plekken gevormd door de rij woningen haaks op de laan. Elk heeft een eigen functie, te weten van west naar oost: de speelplek, de ruimte met de hondenuitlaat plek en de plek met de AHOED; Het meest oostelijke hofje. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

13 3 DE WERKWIJZE 3.1 Particulier opdrachtgeverschap Het beeldkwaliteitplan voor Laren III is geheel in de geest van het particulier opdrachtgeverschap, samengesteld door de toekomstige bewonersgroep. Dit heeft geleid tot een pakket afspraken met betrekking tot de architectuur van de woningen. Hierover zijn de, in de ogen van de bewoners, belangrijkste beeldkwaliteitsaspecten vastgelegd met concrete eisen of flexibeler afspraken met marges. Wat betreft de openbare ruimte zijn er in dit plan suggesties gedaan die aansluiten bij de beeldkwaliteitafspraken over de architectuur, maar die tijdens de inrichtingsschetsen voor de openbare ruimte nog aangepast kunnen worden. Uitgangspunt is dat de architectuur en de openbare ruimte op elkaar worden afgestemd. N.a.v. de enquête Tijdens een excursie met de Stuurgroepleden met als thema beeldkwaliteit heeft een beknopte enquête plaatsgevonden. Hierin is afgetast welke aspecten van beeldkwaliteit voor de leden de belangrijkste zijn om afspraken over te maken en over welke aspecten men juist geen afspraken wil maken. De belangrijkste aspecten waarover afspraken gemaakt moeten worden, zijn de volgende: Rooilijnen; Kappen materiaal/kleur; Gevels materiaal/kleur; Erfgrenzen (voortuinen). Met name deze worden gezien als beeldbepalende aspecten. Het draagvlak hiervoor is hoog waarmee aan een belangrijk aspect van beeldkwaliteit tegemoet wordt gekomen: een gemeenschappelijk wensbeeld. Relatie met studie 3-plex Parallel aan het proces van het opstellen van het beeldkwaliteitplan, liep een gesubsidieerde studie van 3-plex architecture, urbanism & design naar aspecten van emotie en beeldkwaliteit. Uit deze studie zijn 3 belangrijke aspecten geformuleerd als belangrijkste aandachtspunten voor de beeldkwaliteit, te weten: 1) Vrijheid van vorm; 2) Eenheid van materialen; 3) Het groen voor, naast en tegen het huis als bindingsmiddel. Deze aspecten komen ook terug in de door de stuurgroepleden als belangrijkst genoemde beeldkwaliteitsaspecten, te weten de materialen/kleuren van kappen en gevels (eenheid van materialen) en de erfgrenzen (het groen; al was dit aspect in de studie van 3-plex een veel ruimer begrip dan alleen de erfgrenzen). De vrijheid in vorm werd in deze studie vertaald als een vrijheid in situering en opbouw van het bouwblok, weliswaar gekoppeld aan enkele afspraken over de situering van de woning op de kavel. Dit heeft zijn vertaling gekregen in de afspraken over de rooilijnen. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

15 3.2 De status Van voorstel CS tot definitief beeldkwaliteitplan Op basis van zowel de enquête als de studie van 3-plex is door Royal Haskoning een voorstel voor beeldkwaliteitafspraken opgesteld. Deze notitie is in eerste instantie door de Centrale Stuurgroep met de stuurgroepleden besproken. Het resultaat van dit overleg is plenair voorgelegd aan de totale groep particulieren. Alle stuurgroepen zijn akkoord gegaan met de beschreven voorstellen. Deze zijn vastgelegd in dit beeldkwaliteitplan. Harde afspraken of zachte suggesties In dit beeldkwaliteitplan zijn de door de toekomstige bewoners gemaakte afspraken vastgelegd als harde uitgangspunten voor de architectonische uitwerking. Ondanks het feit dat sommige van deze afspraken met marges werken, wordt een bouwplan afgerekend op het feit of het wel of niet voldoet aan deze uitgangspunten. Deze afspraken vormen dus het zogenaamde toetsingskader. Daarnaast zijn er nog enkele suggesties gedaan die voortkomen uit de gemaakte architectonische afspraken maar betrekking hebben op de inrichting van de openbare ruimte. Deze kunnen tijdens de uitwerkingen van de openbare ruimte nog aangepast worden. Concreet of marges Het maken van afspraken is niets anders dan het uitschrijven van spelregels waaraan men zich moet houden. Deze afspraken kunnen heel concreet zijn ( we kiezen één kleur voor de gevels ); het kan ook het omschrijven van een marge waarbinnen gewerkt moet worden zijn ( er kan gekozen worden uit een samengesteld pallet van kleuren ). Binnen het stedenbouwkundig plan zijn aanleidingen om op genoemde aspecten zowel heel concrete afspraken te maken als marges te omschrijven. Beide dienen de uiteindelijke beeldkwaliteit van het plan en daarmee de herkenbaarheid en identiteit van de buurt. Vaak worden marges ervaren als flexibiliteit en leiden ze eerder tot een breed draagvlak. Welstandsnota Dit beeldkwaliteitplan moet van de Centrale Stuurgroep een afdwingbare status krijgen. Derhalve is afgesproken: De aspecten met een stedenbouwkundige aard waarover afspraken gemaakt zijn te regelen in het bestemmingsplan; De overige, pure beeldkwaliteitaspecten, vast te leggen in een door de raad vast te stellen beeldkwaliteitplan dat ingevoegd wordt in de Welstandsnota. Hiervoor zal een procedure gevolgd moeten worden. De alternatieven (regelen in het bestemmingsplan of alleen laten vaststellen door de raad) maken het plan respectievelijk te star (bij wijzigingen complete herziening van het bestemmingsplan op stellen) of te vrijblijvend (geen formele toetsingsinstantie). Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

16 Het stedenbouwkundig plan 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

17 4 BEELDKWALITEIT EN ARCHITECTUUR 4.1 Het stedenbouwkundig plan Als basis voor de beeldkwaliteit geldt het stedenbouwkundig plan. Daarin is reeds een aantal aspecten vastgelegd die beeldbepalend zijn voor het plan Laren III. Daarover bestaat unanieme overeenstemming binnen de Stuurgroepen. Deze worden, daar waar mogelijk en wenselijk, ook planologisch geregeld. Mate van aaneengeslotenheid en programma Het plan is opgebouwd uit een centrale laan, waaraan een drietal groene plekken is gelegen en het Oostelijk hofje. Daarin is het programma zoals van te voren bepaald, verdeeld over het plan zodat de stedenbouwkundige opzet door middel van het programma wordt versterkt. Concreet betekent dit: vrijstaande en 2-onder-1 kap woningen langs de laan om het ruime en groene karakter van de laan te versterken; de rijwoningen langs de flanken van de zogenaamde plekken om de ruimte rond de plekken vorm te geven; de AHOED los in de ruimte ergens in de oostelijke groene plek, als versterking van de entree van de buurt. De verdeling van het programma op bovenstaande wijze levert een bepaalde mate van aaneengeslotenheid op die op deze wijze wordt gerealiseerd. Situering op de kavels Op het niveau van de kavels speelt de wijze waarop de woningen gesitueerd kunnen worden. Daarbij is het uitgangspunt dat de woningen, dat wil zeggen de hoofdgebouwen, vrij moeten staan ten opzichte van de andere woningen (minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens). Bijgebouwen, zoals bijvoorbeeld garages, kunnen op de erfgrens gesitueerd worden. Bij de rijwoningen speelt met name de situering van de aan de laan grenzende woningen een rol in de beeldkwaliteit. Daarover is in 4.2 geregeld hoe hiermee omgegaan moet worden. De situering van de AHOED hangt met name af van de architectonische uitwerking. Hiervoor is een bouwvlak aangegeven waarbinnen het bouwplan voor de AHOED (inclusief de appartementen) gerealiseerd moet worden. Hoogte woningbouw In het kader van de flexibiliteit enerzijds en de gemaakte (koop)contractuele afspraken met de voormalig grondeigenaar anderzijds, is de maximale bouwhoogte beperkt tot 2 lagen met een kap. Ook 1 laag met een kap behoort tot de mogelijkheden. Het beeld van Laren III wordt hierdoor bepaald. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

18 Rooilijnen 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

19 4.2 Rooilijnen Doel Het groene laankarakter ondersteunen en de aanliggende plekken als ruimtelijk, samenhangende eenheden vormgegeven. Een bijkomend doel van het regelen van de rooilijnen is het voorkomen dat de buurman het huis op de kavel gaat situeren op een, voor de buren, onwenselijke plek. Het aspect rooilijn zal ook in het bestemmingsplan geregeld worden. Middel Zuidzijde laan: rooilijn zone Het groene karakter van de laan wordt mede bepaald door de aangrenzende voortuinen van de woningen. Tevens bepalen de vorm, hoogte en situering van de woningen het uiteindelijke beeld van de laan. Aan de zuidzijde verschijnt vooral een grote diversiteit aan vrijstaande woningen. Hier is een rooilijn zone afgesproken liggend tussen de 4 en 6 meter achter de voorerfgrens waarin het hoofdgebouw geplaatst moet worden. Hierdoor ontstaat een los beeld van de vrijstaande woningen en wordt door de diversiteit aan voortuindieptes een wisselend groen beeld toegevoegd aan het laanprofiel. Noordzijde laan: verplichte rooilijn Aan de noordzijde verschijnen kopgevels van de rijwoningen en 2-onder-1 kap woningen. De noordzijde vormt tevens de buitenbocht van de laan. De buitenbocht wordt veelal het meest ervaren als vorm. De binnenbocht is daarbij veel minder beeldbepalend. Om deze bocht en de diversiteit aan oriëntatie van woningen aan de laan ruimtelijk goed vorm te geven, worden zowel de kopgevels van de rijwoningen als die van de 2-onder-1 kap woningen verplicht in 1 rooilijn gebouwd. De rooilijn wordt, conform stedenbouwkundig plan, op 3 meter achter de voorerfgrens gesitueerd. Tevens dienen met name deze kopgevels voorzien te worden van erkers, ramen of deuren, waardoor er geen blinde gevels aan de laan ontstaan. Plekken rond de laan: verplichte rooilijn, AHOED vrij in ruimte Als herkenbare plekken rond de laan gelegen, opgebouwd uit rijwoningen en 2-onder-1 kap woningen, wordt de vorm van de plek gehanteerd als uitgangspunt voor de rooilijnen. Hierdoor dienen deze woningen verplicht in 1 rooilijn gebouwd te worden; de rijwoningen op 3 meter achter de voorerfgrens zodat de achtertuin optimaal is; de 2-onder-1 kap woningen aan de zuidzijde van de laan op 4 meter achter de voorerfgrens. Deze liggen dan ook in de rooilijnzone van de laan, met het verschil dat álle 4 de woningen steeds op 4 meter staan. De AHOED kan vrij in de groene ruimte geplaatst worden. De vormgeving van het blok is daarbij vrij. Wel zal in het bestemmingsplan de plek worden gedefinieerd waarbinnen de AHOED gebouwd moet worden. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

21 Oostelijk hofje: verplichte rooilijn en rooilijn zone Voor de rijwoningen geldt een verplichte rooilijn. Voor de vrijstaande woningen in dit hofje geldt, afhankelijk van de situering, een rooilijnzone die varieert tussen de 3-5 meter en 4-6 meter achter de voorerfgrens. De woning gesitueerd direct naast de rijwoningen heeft een rooilijn zone tussen de 8 en 10 meter. Dit heeft te maken met het veiligstellen van de ruimtelijke kwaliteit op de overgang tussen de rijwoningen en de vrijstaande woningen rond de keerlus. Bestemmingsplan Het aspect rooilijnen is een beeldkwaliteit die eenvoudig meetbaar is. Deze is dan ook geregeld in het bestemmingsplan maar blijft wel onderdeel uitmaken van dit beeldkwaliteitplan. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

22 Kappen materiaal/kleur 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

23 4.3 Kappen materiaal/kleur Doel De afdekking van de woningen bepaalt in grote mate de eenheid of verscheidenheid van de buurt. Tijdens de excursie is grote behoefte ontstaan om met name over de kleuren (en/of materialen) van de kappen (maar ook van de gevels) afspraken te maken ter bevordering van de eenheid. Middel Om de eenheid binnen het plan Laren III te maximaliseren, uitgaande van een grote diversiteit aan vormen en hoogtes, wordt: de realisatie van een kap verplicht gesteld; één kapkleur voorgeschreven. Voorstel toetsing materialen en kleuren Het voorstel is bij de Centrale Stuurgroep van het project Laren III en/of bij de gemeente Lochem monsters van kleuren neer te leggen. Ter plekke kan de particulier met de beoogde materialen langs om te (laten) controleren of deze voldoen aan het referentie materiaal. De uiteindelijke toetsing vindt dan plaats door Welstand. De aanwezigheid van een kap zorgt voor een gemeenschappelijk element dat de woningen afrond. De vorm (bijvoorbeeld zadeldak of lessenaarskap) wordt daarbij vrijgelaten. De eenheid binnen de diversiteit aan kapvormen, wordt aangebracht door te kiezen voor een gemeenschappelijke kleur: antraciet, een donkergrijze kleur (bijna zwart) die heel goed combineert met de voorgestelde gevelkleuren (zie 4.4). Het materiaal wordt ook voorgeschreven, alleen met een keuze mogelijkheid: zowel gebakken als betonnen pannen als ook leien behoren tot de mogelijkheden. Kunststoffen als afdekking in de kap worden uitgesloten. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

24 Gevels materiaal/kleur 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

25 4.4 Gevels materiaal/kleur Doel De buurt Laren III dient ervaren te worden als een eenheid, waarin de individuele invulling van de bewoners wel een plek heeft gekregen. De flexibiliteit in de kleur van de gevels, zoals ook tijdens de discussies hierover al gebleken is, is daarbij van groot belang. Het vastleggen van materialen is een vergaande oplegging van beeldkwaliteitseisen, die zelfs vergaande financiële consequenties kan hebben voor initiatiefnemers. Daarnaast lenen diverse onderdelen van het stedenbouwkundig plan zich voor verschillende oplossingen waarin diversiteit het planconcept kan versterken. Middel De toekomstige bewoners hebben uit een pallet van kleuren gekozen. Warme kleuren zijn in de studie van 3- plex een belangrijk aandachtspunt geweest. Aarde kleuren zijn warme kleuren en passen goed bij een antracietkap. Aarde kleuren, ook wel terra genoemd, zijn alle kleuren die in de aarde voorkomen. In dit geval is gekozen voor een pallet van licht bruine tot diep roodbruine tinten (of tinten die hiertussen passen of hiertussen passende genuanceerde stenen). Per onderdeel van het plan kiest de bewoner zelf een kleur uit het pallet of meerdere bewoners kiezen gezamenlijk één kleur uit dat pallet. Daarbij dient gebruik gemaakt te worden van natuurlijke materialen. Uitgangspunt is een gebakken steen. Geveldetails (bijvoorbeeld erkers en serres) kunnen ook in andere natuurlijke materialen worden uitgevoerd. De keuze in materialisering voor bijvoorbeeld kozijnen en deuren wordt vrijgelaten. Zuidzijde en Noordzijde laan: vrijheid keuze uit pallet Wat betreft de kleuren van de gevels worden de woningen aan de zuid- en noordzijde van de laan gezien als een eenheid. Het laankarakter wordt het best gediend met een redelijke mate van individualiteit in de kleuren. Daar ook de vormen, de situering en hoogtes van de woningen divers zijn, wordt juist de samenhang van de laan bepaald door een eenheid in verscheidenheid. De plekken: vrijheid keuze uit pallet Per woningblok kan een keuze uit het pallet van aardekleuren worden gedaan. AHOED: eigen kleur uit pallet, juist afwijkend van de kleuren van de plek Om het bijzondere karakter van de plek en de functie van het gebouw te accentueren, moet deze afwijkend zijn van de omgeving. Dit gebeurt al door de omvang, de functie en de woningtypologie, maar ook het kleurgebruik zal dit ondersteunen. Oostelijk hofje: vrijheid keuze uit pallet Per woning(blok) kan een keuze uit het pallet van aarde kleuren worden gedaan. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

26 Kleurenpallet aardetinten 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

27 Voorstel toetsing materialen en kleuren Het voorstel is om bij de Centrale Stuurgroep van het project Laren III en/of bij de gemeente Lochem monsters van kleuren neer te leggen. Ter plekke kan de particulier met de beoogde materialen langs om te (laten) controleren of deze voldoen aan het referentiemateriaal. De uiteindelijke toetsing vindt dan plaats door Welstand. Dit pallet is opgebouwd uit gebakken stenen van Raab Karcher, met de codes van links naar rechts: TC.19, DU.48, JX.11, DU.56. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

28 Erfgrenzen 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

29 4.5 Erfgrenzen (voortuinen) Doel Door het groen voor, naast en tegen de woningen, de grote diversiteit aan gebouwen naar elkaar toe te laten groeien zodat het uiteindelijke beeld van de straten als een herkenbare eenheid wordt ervaren. Middel Naast het groen in de openbare ruimte (de bomen, onderbegroeiing en de groene gazons op de open plekken), is het groen op de kavelgrenzen een belangrijk zichtbaar element dat de beeldkwaliteit mede bepaalt. Gebleken is uit de enquêtes dat de stuurgroepen hier gezamenlijk afspraken over willen maken om de buurt naar elkaar toe te laten groeien. Op de beeldbepalende plekken van de kavels, dat wil zeggen de voortuinen maar ook een aantal zijtuinen die grenzen aan de openbare ruimte, worden groene erfscheidingen voorgeschreven in de vorm van hagen. De Centrale Stuurgroep heeft gekozen voor één soort haag (beuk) in de hele buurt. Voor de erfscheidingen voor de beeldbepalende zijtuinen worden gedeeltelijk gebouwde voorzieningen voorgeschreven.. Dat wil zeggen een combinatie van (in de architectuur mee ontworpen) tuinmuren (tot 1 meter hoogte gemetseld) met groene schermen. De definitieve keuze wordt gemaakt in het inrichtingsplan van de openbare ruimte. Langs de noord- en zuidzijde van de laan: hagen als erfscheiding. Zowel voor de vrijstaande als voor alle 2-onder-1 kap woningen langs de laan, wordt een lage haag als erfscheiding geëist. De erfscheidingen van de zijtuinen van de rijwoningen dienen gerealiseerd te worden als tuinmuren met groene schermen. De plekken worden eveneens door hagen afgescheiden van de laan. Deze hagen zijn ongeveer 80 cm hoog. De plekken: van de laan afwijkende erfscheidingen De rijwoningen langs de plekken grenzen aan de groene gazons en hebben ondiepe voortuinen. Het voorstel is hier een bij de diepte van de tuinen passende erfscheiding toe te passen. Dit betekent dat de hagen hier minder hoog worden dan in de rest van de buurt. Wel is het voorstel hier dezelfde beuk toe te passen als bij de overige kavels. De AHOED: voet gebouw op maaiveld Geen erfscheidingen rond dit gebouw. Het gebouw staat op het gras. Als er echter, vanwege privacy overwegingen vanuit de plattegrond van de AHOED, behoefte bestaat aan een bufferzone rond het gebouw, zal deze in de vorm van eenzelfde haag als langs de laan wordt toegepast, gerealiseerd worden. Het Oostelijk hofje: hagen als erfscheiding Wat betreft de beeldbepalende zijtuin, dient er op deze erfgrens een tuinmuur met groen scherm gerealiseerd te worden. De overige kavels krijgen een haag als erfscheiding. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

31 Aanplant hagen Bij de uitvoering zal onderzocht worden of de hagen in één keer geplant kunnen worden, bijvoorbeeld gelijktijdig bij de afronding van de woonrijpmaak fase. De haag zou dan eventueel ook in de exploitatie van het plan kunnen worden opgenomen. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

32 Doorsnede over de laan 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 12 juni Definitief rapport

33 5 BEELDKWALITEIT EN OPENBARE RUIMTE 5.1 Verharding 5.2 Groen Het gehele plan krijgt een éénduidige verhardingssoort. Het voorstel is uit te gaan van gebakken klinkers, zowel voor de rijbanen als voor de trottoirs. Daarbij versterkt een onderscheid in maatvoering en het te leggen verband, de functie van de verschillende verhardingsvlakken. Bijvoorbeeld de rijbaan dikformaat en keperverband; de trottoirs waalformaat in dwarsverband. Daarbij wordt geadviseerd kleuren te gebruiken die enerijzds aansluiten bij (de diversiteit in) het terra pallet in de gevels en het antraciet van de kappen. Anderzijds moeten de kleuren het groen in de buurt versterken. Naast de gezamenlijke afspraak over de erfgrenzen, krijgt de openbare ruimte een heel groene inrichting. Het beeld wordt bepaald door de bomen langs de laan: goed bij het gekozen terra pallet kleurende bomen. Onder de bomen kan sprake zijn van laag grasbermen, opgaand groen of (blok)hagen. De te onderscheiden plekken zullen hoofdzakelijk groen zijn en daar waar grenzend aan parkeerplaatsen of de laan voorzien van een afschermende haag (voorstel gelijk aan erfscheidingen bij de woningen). 5.3 Parkeren Langs de verbindingswegen met de omgeving wordt geadviseerd dezelfde boom te gebruiken als langs de laan. Ook daar kan door grasbermen, laag opgaand groen of blokhagen het groene beeld worden versterkt. In de groene ruimte bij de AHOED kan, naast de te handhaven boom, één of meerdere (solitaire) bomen de verblijfsbetekenis van de plek versterken. In dit plan zijn afspraken gemaakt over het parkeren, de aan te leggen parkeerplaatsen en de normen. Hiervoor zijn adviesnormen gebaseerd op ervaringscijfers gebruikt zoals ook in de CROW (ASVV 2004; aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom) worden gehanteerd. Openbare Op eigen kavel ruimte Rijwoningen 1,5 ppl/won 0 ppl/won 2 onder 1 kap 0,3 ppl/won 2 ppl/won woningen Vrijstaande 0,3 ppl/won 2 ppl/won woningen Appartementen 1,5 ppl/won 0 ppl/won AHOED 0 ppl 15 ppl (auto) 13 ppl (fiets) ppl = parkeerplaats won = woning Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006

35 De parkeerplaatsen in de directe omgeving van de rijwoningen en appartementen worden in zogenaamde parkeerkoffers (haakse parkeerplaatsen aan één of twee zijden van de straat) gesitueerd. Voor de overige parkeerplaatsen is in het laanprofiel ruimte gereserveerd: niet ingericht als parkeerplaatsen maar informeel langs de kant van de weg. Dit komt de uiteindelijke beeldkwaliteit ten goede: als de auto er niet staat resteert er geen leegstaande parkeerplaats. Afspraken uitwerking Beeldkwaliteitplan Laren III 9R1975/R004/BVDB/EZ/Ensc Definitief rapport juni 2006