Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 5 voor binnentankschepen en terminals DEEL 5. Gas. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 363

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 5 voor binnentankschepen en terminals DEEL 5. Gas. Editie 1-2010 CCR/OCIMF 2010 Pagina 363"

Transcriptie

1 Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 5 Gas DEEL 5 Gas Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 363

2 Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 5 Gas Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 364

3 Hoofdstuk 27 FUNDAMENTELE EIGENSCHAPPEN VAN VLOEIBAAR GEMAAKTE GASSEN Dit hoofdstuk geeft een overzicht van vloeibaar gemaakte gassen, vervoerd via de binnenwateren. Het behandelt ook de fundamentele fysica en chemie van vloeibaar gemaakte gassen. De tekst beschrijft de theorie van ideale gassen en gaat vervolgens over de beschrijving van de koeling en de toepassing ervan aan boord van tankers. Bepaalde paragrafen geven toelichting tot specifieke problemen, zoals hydraatvorming, polymerisatie en scheuren door spanningscorrosie. Veel van deze specifieke kwesties worden gedetailleerd behandeld in andere publicaties die geraadpleegd moeten worden voor meer informatie Vloeibaar gemaakte gassen Een vloeibaar gemaakt gas is de vloeibare vorm van een stof die bij kamertemperatuur en bij atmosferische druk gasvormig is. De meeste vloeibaar gemaakte gassen zijn koolwaterstoffen en de belangrijkste eigenschap - de brandbaarheid - maakt koolwaterstoffen tot 's werelds primaire energiebron en maakt deze tevens gevaarlijk. Omdat deze gassen in grote hoeveelheden worden vervoerd en opgeslagen is het noodzakelijk dat alle mogelijke maatregelen worden genomen om lekkage te voorkomen en alle ontstekingsbronnen te elimineren. De belangrijkste eigenschap van een vloeibaar gemaakt gas, in verband met pompen en opslag, is de verzadigde dampspanning. Dit is de absolute druk (zie 27.17) uitgeoefend wanneer de vloeistof in evenwicht is met zijn eigen damp bij een bepaalde temperatuur. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 365

4 Een alternatieve manier van het beschrijven van een vloeibaar gemaakt gas is om de temperatuur weer te geven waarbij de verzadigde dampspanning gelijk is aan de atmosferische druk - met andere woorden het atmosferische kookpunt van de vloeistof. Figuur Bestanddelen van aardgas 27.2 Productie van vloeibaar gemaakt gas Om de verschillende termen die in de behandeling van vloeibaar gas worden toegepast, bespreekt deze paragraaf de productie van vloeibaar gemaakte gassen en beschrijft de belangrijkste ladingen van gastankschepen die over waterwegen worden vervoerd. Allereerst moet onderscheid worden gemaakt tussen grondstoffen en bijbehorende bestanddelen. Hiervoor wordt de verhouding tussen aardgas, vloeibaar aardgas (NLG) en vloeibaar gemaakt petroleumgas (LPG) verduidelijkt in figuur LNG-productie Aardgas kan worden gevonden in: Ondergrondse bronnen, die voornamelijk gas bevatten (niet-gebonden gas). Condensaatreservoirs (pentanen en zwaardere koolwaterstoffen). Grote olievelden (gebonden gas). In het geval van oliebronnen, kan aardgas ofwel gebonden zijn in ruwe olie of als een gaslaag erboven. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 366

5 Aardgas bevat kleine hoeveelheden zwaardere koolwaterstoffen (algemeen bekend als vloeibaar aardgas - NGL). Dit is in aanvulling op wisselende hoeveelheden water, kooldioxide, stikstof en andere stoffen zonder koolwaterstoffen. Deze verhoudingen zijn weergegeven in figuur Het aandeel van NGL in ruwe aardgas varieert per locatie. Echter zijn NGL-percentages in het algemeen kleiner in gasbellen dan in condensaatreservoirs of die die gebonden zijn met ruwe olie. Ongeacht de afkomst, moet aardgas worden behandeld om zwaardere koolwaterstoffen en niet-koolwaterstofverbindingen te verwijderen. Dit zorgt ervoor dat het product in een acceptabele conditie voor vervloeiing of voor gebruik als gasvormige brandstof is. In figuur 27.2 is een typisch principeschema van een installatie voor de productie van vloeibaar aardgas (LNG) weergegeven. Het ruwe gas wordt als eerste ontdaan van condensaten. Vervolgens worden zure gassen verwijderd (kooldioxide en waterstofsulfide). Koolstofdioxide moet worden verwijderd omdat dit bevriest bij een temperatuur boven het atmosferische kookpunt van LNG en de giftige stof waterstofsulfide wordt verwijderd omdat dit luchtverontreiniging veroorzaakt wanneer dit wordt verbrand in een brandstof. Voor verwijdering van zuurgas wordt de gasstroom verzadigd met waterdamp en dit wordt dan verwijderd door de ontwateringseenheid. Vervolgens gaat het gas naar een fractioneereenheid waar de NGL's worden verwijderd en verder opgesplitst worden in propaan en butaan. Tot slot wordt de hoofdgasstroom, nu grotendeels methaan, vloeibaar gemaakt tot het eindproduct, vloeibaar aardgas (LNG). Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 367

6 Figuur Typisch principeschema voor het vloeibaar maken van LNG Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 368

7 Om de temperatuur van het methaangas te verlagen tot ongeveer -162 C (het atmosferisch kookpunt) worden er drie basisprincipes voor condenseren (vloeibaar maken) gebruikt. Deze worden hieronder beschreven: Cascade-proces met zuiver koudemiddel- Dit is in principe dezelfde als de cascade condensatiecyclus beschreven in paragraaf 31.5, maar om de vereiste lage temperatuur te bereiken, zijn drie stadia betrokken, elk met zijn eigen koudemiddelen, compressors en warmtewisselaars. De eerste koelfase maakt gebruik van propaan, de tweede is een condensatiestadium dat met ethyleen werkt en ten slotte een subkoelstadium met methaan. Het cascade-proces wordt gebruikt in fabrieken die vóór 1970 zijn gebouwd. Gemengd koudemiddelproces- in tegenstelling tot het proces met zuiver koudemiddel (zoals hierboven beschreven) waar een reeks afzonderlijke cycli betrokken bij het gemengd koudemiddelproces (meestal methaan, ethaanpropaan en stikstof) wordt dit gehele proces gerealiseerd in één cyclus. De apparatuur is minder complex dan het cascade-proces met zuiver koudemiddel, maar het energieverbruik is aanzienlijk groter en om deze reden is het gebruik ervan niet wijdverspreid. Voorgekoeld gemengde koudemiddelproces- dit proces is over het algemeen bekend als het MCR-proces (Multi-Component Refrigerant) en is een combinatie van het cascade-proces met zuiver koudemiddel en gemengd koudemiddelproces. Het is veruit het meest voorkomende proces in gebruik. Brandstof voor de fabriek wordt voornamelijk geleverd door dampgas tijdens het vloeibaar maken van LNG. Afkokende dampen van LNG-opslagtanks kan ook worden gebruikt. Indien nodig kan extra brandstof worden gehaald uit ruw gas of uit gescheiden condensaten. Afhankelijk van de kenmerken van het te produceren LNG en de eisen voor de verkoop, kan een deel van het gescheiden NGL opnieuw worden geïnjecteerd in de LNG-cyclus LPG Productie Vloeibaar gemaakt petroleumgas (LPG) is de gebruikelijke naam voor propaan, butaan en mengsels van beide. Deze producten kunnen worden verkregen bij de raffinage van ruwe olie. Wanneer ze op deze manier zijn geproduceerd worden ze meestal gefabriceerd in onder druk staande vorm. De hoofdproductie van LPG vindt in de LPG producerende landen plaats. Op deze locaties, wordt LPG gewonnen uit aardgas of ruwe olie uit ondergrondse reservoirs. In het geval van aardgasbellen, bestaat het ruwe product voornamelijk uit methaan. Echter, zoals weergegeven in figuur 27.2, wordt normaliter NGL geproduceerd en LPG kan als bijproduct worden gewonnen. Een eenvoudig principediagram dat de productie van propaan en butaan uit olie- en gasreservoirs verduidelijkt wordt weergegeven in figuur In dit voorbeeld wordt het gewonnen methaan en ethaan gebruikt voor elektriciteitsopwekking voor de terminal. Het LPG wordt na fractionering en afkoeling overgepompt naar opslagtanks op de terminals voor export. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 369

8 Figuur Typische olie/gas-principediagram Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 370

9 Productie van chemische gassen Een vereenvoudigd schema voor de productie van chemische gassen, vinylchloride, etheen en ammoniak is weergegeven in figuur Deze drie chemische gassen kunnen indirect worden gewonnen uit propaan. Het propaan wordt eerst katalytisch gekraakt in methaan en ethyleen. De ethyleenstroom kan vervolgens worden gesynthetiseerd met chloor om vinylchloor te produceren. In het geval van de methaanstroom, wordt dit eerst met stoom omgevormd naar waterstof. Door dit te combineren met stikstof onder hoge druk en hoge temperatuur wordt met behulp van een katalysator ammoniak geproduceerd. Figuur Typisch principeschema productie van chemisch gas Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 371

10 De belangrijkste producten Terwijl de koolwaterstofgassen methaan, ethaan, propaan en butaan voornamelijk als brandstof kunnen worden beschouwd, zijn de LPG's ook belangrijk als grondstof voor de productie van de chemische gassen. Vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) Aardgas wordt getransporteerd, hetzij via een pijpleiding als gas of over zee in vloeibare vorm als LNG. Aardgas komt uit ondergrondse afzettingen, zoals beschreven in De samenstelling hangt af van waar het gevonden is, maar methaan is veruit het belangrijkste bestanddeel, variërend van 70 tot 99 procent. Aardgas is huidig een belangrijke grondstof op de wereldwijde energiemarkt. Aardgasvloeistoffen (NGL) Gebonden gas, gevonden in combinatie met ruwe olie, bestaat voornamelijk uit methaan en NGL. Zoals weergegeven in figuur 27.1 zijn de NGL opgebouwd uit ethaan, LPG en benzine. Een klein aantal terminals, waaronder diverse in Europa, hebben de mogelijkheid om methaan uit de gasstroom te scheiden en ruwe NGL in gastankers met semi-druktanks te laden. Deze tankers zijn aangepast met extra compressorcapaciteit voor verscheping naar klanten die in staat zijn om dergelijke ethaanrijke ladingen te ontvangen. Deze NGL's worden getransporteerd bij -80 C bij atmosferische druk of bij -45 C bij een dampspanning van 5 bar. De vloeibaar gemaakte gassen (LPG) Het vloeibaar petroleumgas bestaat uit propaan, butaan en mengsels van deze twee. Butaan opgeslagen in flessen en dus bekend als flessengas, wordt wijdverbreid gebruik als brandstof voor verwarming en om te koken op externe locaties zoals campings of afgelegen woongebieden. Het is echter ook een belangrijke octaanverhoger voor motorbenzine en een belangrijke petrochemische grondstof. Propaan wordt ook gebruikt als een flessengas, vooral in koude klimaten (waarvoor de dampspanning van propaan noodzakelijk is. LPG wordt voornamelijk gebruikt voor energieopwekking, voor industriële doeleinden zoals het snijden van metaal en als petrochemische grondstof. Ammoniak Met de toegenomen druk op 's werelds voedselbronnen, is de vraag naar stikstof bevattende meststoffen op basis van ammoniak sterk uitgebreid in de 70-er en 80-er jaren. Grootschalige ammoniakfabrieken werden verder gebouwd op locaties rijk aan aardgas, welk de grondstof is die het meest gebruikt wordt om dit product te maken. Ammoniak wordt ook gebruikt als een industrieel koudemiddel, voor de productie van explosieven en voor vele industriële chemicaliën zoals ureum. Ethyleen Ethyleen is een van de belangrijkste petrochemische bouwstenen. Het wordt gebruikt bij de vervaardiging van polyethyleenplastics, ethylalcohol, polyvinylchloor (PVC), antivries, polystyreen en polyestervezels. Het wordt verkregen door het kraken van ofwel nafta, ethaan of LPG. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 372

11 Propyleen Propyleen is een petrochemische medium en wordt gebruikt voor het maken van polypropyleen en polyurethaan kunststoffen, acrylvezels en industriële oplosmiddelen. Butadieen Butadieen is een reactief petrochemisch medium. Het wordt gebruikt voor het maken van styreen, acrylonitril en polybatudiene synthetische rubbers. Butadieen wordt ook gebruikt voor het maken van verf en bindmiddelen voor niet-geweven stoffen en als medium in plastic en nylon. De meeste butadieen komen voort uit de naftakraker bij de ethyleenproductie. Vinylchloride Vinylchloride is een gemakkelijk vloeibaar te maken, gechloreerd gas dat voor het maken van PVC wordt gebruikt, de qua hoeveelheid op een na belangrijkste thermoplast in de wereld. Vinylchloor heeft niet alleen een relatief hoog kookpunt, bij -14 C, maar is ook met een soortelijk gewicht van 0,90 veel dichter dan de andere gebruikelijke gasdraagladingen. Kooldioxide Koolstofdioxide is een kleurloos, geurloos gas. Bij inademing van concentraties veel hoger dan normaal atmosferische niveaus, krijgt het een zure smaak in de mond en prikkelt in neus en keel. Deze effecten zijn het gevolg van gasoplossing in de slijmvliezen en het speeksel die een zwakke oplossing van koolzuur vormen. Dit gevoel kan ook optreden tijdens een poging om een oprisping te onderdrukken na het drinken van een koolzuurhoudende drank. Hoeveelheden boven de 5000 ppm worden beschouwd als zeer ongezond en die boven ppm (gelijk aan 5 volume-%) als gevaarlijk voor dierlijk leven. Bij normale temperatuur en druk, is de dichtheid van koolstofdioxide ongeveer 1,98 kg/m 3, ongeveer 1,5 maal de dichtheid van lucht. Het kooldioxide-molecuul (O=C=O) bestaat uit twee dubbele verbindingen en heeft een lineaire vorm. Het heeft geen elektrische dipool, en als het volledig geoxideerd is, is het middelmatig reagerend en niet ontvlambaar, maar zal de verbranding van metalen zoals magnesium ondersteunen. Bij -78,51 C, verandert kooldioxide direct van een vaste aggregatietoestand naar een gasvormige aggregatietoestand door sublimering of van gasvormig naar vast door depositie. Vaste koolstofdioxide wordt aangeduid als "droogijs", een bekend handelsmerk. Het werd voor het eerst ontdekt in 1825 door de Franse chemicus Charles Thilorier. Droogijs wordt vaak gebruikt als koelmiddel en het is relatief goedkoop. Een handige eigenschap voor dit doel is dat vaste kooldioxide direct sublimeert in de gasfase zonder vloeibaar te worden. Het kan vaak gevonden worden in supermarkten en laboratoria en het wordt ook gebruikt in de scheepvaart. Een niet-koelend gebruik voor droogijs is straalreiniging. Vloeibare kooldioxide wordt alleen gevormd bij een druk boven 5,1 atm; het tripelpunt van koolstofdioxide is ongeveer 518 kpa bij -56,6 C. Het kritische punt is 738 MPa bij 31,1 C. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 373

12 27.3 Chemische structuur van gassen Chemische verbindingen met dezelfde chemische structuur zijn vaak bekend onder verschillende namen. Een alternatieve naam voor de dezelfde verbinding heet een synoniem. In tabel 27.1 wordt een overzicht van de synoniemen weergegeven van de belangrijkste vloeibare gassen met de gebruikelijke naam en zijn eenvoudige formule. De complexere verbindingen hebben vaak een groter aantal synoniemen dan de eenvoudige verbindingen. De eenvoudige chemische formule, zoals weergegeven in tabel 27.1, geeft de verhouding van de atomen van elk element in de verbinding. Aangezien een molecule het kleinste deel van een verbinding is die alle chemische eigenschappen van het specifieke materiaal bezit, wordt deze formule vaak aangeduid als de moleculaire formule. Koolwaterstoffen zijn stoffen waarvan de moleculen alleen waterstof en koolstofatomen bevatten. De moleculen kunnen in verschillende rangschikking aanwezig zijn en de producten kunnen gassen, vloeistoffen of vaste stoffen zijn bij omgevingstemperaturen en - drukken, afhankelijk van het aantal koolstofatomen in de moleculaire structuur. In het algemeen zijn de koolwaterstoffen met hooguit vier koolstofatomen gasvormig onder omgevingsomstandigheden en zijn bestanddelen van vloeibaar gemaakte koolwaterstofgassen. Koolwaterstoffen met vijf tot ongeveer twintig koolstofatomen zijn vloeibaar onder omgevingsomstandigheden en die met meer koolstofatomen zijn vast. Het koolstofatoom heeft vier bindingspunten (valenties), die met andere koolstofatomen of met atomen van andere elementen een verbinding kunnen aangaan. Een waterstofatoom heeft echter maar één bindingsmogelijkheid en kan zich dus slechts met één ander atoom verbinden. Wanneer het relatieve aantal koolstof- en waterstofatomen in een koolwaterstofmolecuul toestaan dat de koolstofatomen afzonderlijk gebruik maken van hun verbindingspunten met andere koolstofatomen, is het molecuul zogenaamd verzadigd. Figuur 27.1 geeft de verzadigde moleculaire structuur van iso-butaan weer (i-butaan) en normale butaan (nbutaan). Uit onderzoek van deze voorbeelden blijkt dat, voor verzadigde koolwaterstoffen, de verhouding van koolstof- en waterstofatomen in het molecuul in overeenstemming is met de formule C n H 2n+2. Dus zijn methaan (CH 4 ), ethaan (C 2 H 6 ) en propaan (C 3 H 8 ) allemaal verzadigde koolwaterstoffen. Waar er minder dan de volledige aanvulling van waterstofatomen is, zoals gegeven door de bovenstaande formule, worden twee of meer koolstofatomen aan elkaar worden door dubbele of drievoudige bindingen. Om deze reden worden deze onverzadigd genoemd. De dubbele en driedubbele bindingen tussen koolstofatomen zijn zwakker dan enkele bindingen, met als gevolg dat dergelijke verbindingen chemisch meer reactief zijn dan de enkelvoudige bindingen. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 374

13 Gebruikelijke naam Eenvoudige formule Synoniemen Methaan CH 4 Vuurdamp; moerasgas; aardgas; LNG Ethaan C 2 H 6 Bimethyl; dimethyl; methylmethaan Propaan C 3 H 8 n-butaan C 4 H 10 Normaal-butaan i-butaan C 4 H 10 Iso-butaan; 2-methlypropaan Ethyleen C 2 H 4 Etheen Propyleen C 3 H 6 Propaan -Butyleen C 4 H 8 But-1-ene; ethylethyleen -Butyleen C 4 H 8 But-2-ene; dimethylethyleen; pseudobutenen -Butyleen C 4 H 8 Isobuteen; 2-methylprop-2-ene Butadieen C 4 H 6 Isopreen C 5 H 8 b.d.; bivinyl; 1,3 butadieen; butadieen 1-3; divinyl; bi-ethyleen; erythreen; vinylethyleen 3-methyl 1,3 butadieen; 2-methyl 1,3 butadieen; 2-methylbutadieen 1,3 Vinylchloride Ethyleenoxide Propyleenoxide C 2 H 3 CI C 2 H 4 O C 3 H 6 O Chlooretheen; chloorethyleen; VCM; Vinyl chloride monomer Dimethyleenoxide; EO; 1,2 epoxyethaan; oxiraan 1,2 epoxypropaan; methyloxiraan; propeenoxide Ammoniak NH 3 Watervrije ammoniak; ammoniakgas; vloeibaar gemaakt ammoniak; vloeibare ammoniak Tabel Synoniemen voor de belangrijkste vloeibare gassen NB: Commerciële propaan bevat enkele butaan; op dezelfde wijze bevat commerciële butaan enkele propaan; Beide kunnen onzuiverheden bevatten, zoals ethaan en pentaan, afhankelijk van de toegestane commerciële specificatie. Enkele verdere gegevens over mengsels wordt gegeven in de paragrafen en Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 375

14 Figuur Moleculaire structuur van sommige verzadigde koolwaterstoffen (enkele bindingen) Figuur Moleculaire structuur van sommige onverzadigde koolwaterstoffen (dubbele bindingen) Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 376

15 Figuur 27.6 geeft de moleculaire structuur weer van twee van dergelijke onverzadigde koolwaterstoffen, propyleen (C 3 H 6 ), en butadieen (C 4 H 6 ). Ethyleen (C 2 H 4 ) is nog een voorbeeld van een onverzadigde koolwaterstof. De derde groep van vloeibaar gemaakte gassen bestaat uit de chemische gassen. Deze worden gekenmerkt door meer andere atomen dan koolstof en waterstof. Figuur 27.7 geeft de moleculaire structuur weer van twee van dergelijke verbindingen, propyleenoxide (C 3 H 6 O) en vinylchloride (C 2 H 3 CI). De meeste verbindingen in deze groepering zijn chemisch reactief. Figuur Moleculaire structuur van sommige chemische gassen 27.4 Verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen Verzadigde koolwaterstoffen De verzadigde koolwaterstoffen, methaan, ethaan, propaan en butaan zijn kleurloze en geurloze vloeistoffen. Het zijn allemaal brandbare gassen en branden met lucht of zuurstof en produceren koolstofdioxide en waterdamp. Ze zorgen niet voor chemische compatibiliteitsproblemen bij het in contact komen met de constructiematerialen die aanwezig zijn bij de gasbehandeling. Echter in de aanwezigheid van vocht kunnen de verzadigde koolwaterstoffen hydrateren (zie paragraaf 27.9). Onverzadigde koolwaterstoffen De onverzadigde koolwaterstoffen, ethyleen, propyleen, butyleen, butadieen en isopreen zijn kleurloze vloeistoffen met een zwakke, zoete geur. Net als de verzadigde koolwaterstoffen zijn zij alle ontvlambaar in lucht of zuurstof en produceren koolstofdioxide en waterdamp bij verbranding. Ze zijn uit een chemisch oogpunt meer reactief dan de verzadigde koolwaterstoffen en kunnen gevaarlijk reageren met chloor. Ethyleen, propyleen en butyleen veroorzaken geen chemische compatibiliteitsproblemen met de constructiematerialen, terwijl butadieen en isopreen, die elk twee paar dubbele bindingen hebben veruit de meest reactieve binnen deze familie zijn. Zij kunnen reageren met lucht en zo onstabiele peroxiden vormen die de neiging hebben om te polymeriseren (zie paragraaf 27.8). Butadieen is in chemische termen met koper, zilver, kwik, magnesium, aluminium en monel onverenigbaar. Gedurende de productie bevatten butadieenstromen vaak sporen van acetyleen, die kunnen reageren met messing en koper en explosieve acetyliden vormen. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 377

16 Water is oplosbaar in butadieen, vooral bij hoge temperaturen, figuur 27.8 toont dit effect weer. In dit diagram dienen de aangeduide cijfers alleen als voorbeeld. Zoals te zien daalt de oplosbaarheid van water wanneer de temperatuur, bijvoorbeeld koeling, daalt. Het water wordt druppelend afgescheiden en verzameld zich op de bodem van de tank. Bijvoorbeeld bij butadieen van +15 C tot +5 C worden ongeveer 100 deeltjes per miljoen vrij water afgescheiden. Op deze basis is het bij een 1000 m 3 tank nodig om 0,1 m 3 vrij water af te tappen van de bodem van de tank. Bij verdere afkoeling tot onder nul, wordt deze waterlaag dieper en bevriest. Oplosbaarheid (ppm) Temperatuur ( C) Figuur Oplosbaarheid van water in butadieen 27.5 De chemische gassen De chemische gassen die vaak vervoerd worden in tankers voor vloeibaar gemaakte gassen zijn ammoniak, vinylchloride, ethyleenoxide en propyleenoxide. Afgezien van de laatste twee voorbeelden behoren deze gassen niet tot een bepaalde familie en zijn hun chemische eigenschappen sterk uiteenlopend. Ammoniak is een kleurloze alkalische vloeistof met een penetrante geur. De dampen van ammoniak zijn brandbaar, branden met een gele vlam en vormen waterdamp en stikstof. Echter vereisen ammoniakdampen in de lucht een hoge concentratie (14-28 procent) om brandbaar te zijn, heeft een hoge ontstekingsenergiebehoefte (600 maal die van propaan) en brandt met een lage verbrandingsenergie. Om deze redenen vereisen de Gas Codes, geen detectie van brandbare gassen in de laadruimte of tussenbarrièreruimten. Toch moet ammoniak altijd worden beschouwd als een brandbare lading. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 378

17 Ammoniak is giftig en zeer reactief. Het kan explosieve verbindingen vormen met kwik, chloor, jodium, broom, calcium, zilveroxide en zilverhypochloriet. Ammoniakdamp is goed oplosbaar in water en zal daarin snel worden opgenomen. Het is exotherm en vormt een sterke alkalische oplossing van ammoniumhydroxide. Eén aandeel water zal ongeveer 200 delen ammoniakdampen absorberen. Om deze reden is het niet veilig om water in een tank met ammoniakdamp te vullen, omdat dit kan resulteren in een zich snel ontwikkelende vacuümconditie in de tank. (Zie ook paragraaf ). Aangezien ammoniak alkalisch is, kan ammoniakdamp/-luchtmengsels corrosie op ladingtankwanden veroorzaken. De factoren die bijdragen aan corrosiescheuren is constructiemateriaal, de resterende spanning in constructies (vanaf tankfabricage) en de aard van de lading (met inbegrip van zijn temperatuur, druk en onzuiverheden). Spanningscorrosie treedt op als gevolg van een chemische reactie en zal dus sneller optreden bij hogere temperaturen. Spanningscorrosie wordt herkend als scheuren in een druktank waar (meestal) fijne scheurtjes in vele richtingen worden gevormd. Scheuren die worden veroorzaakt door spanningscorrosie zijn meestal fijn en broos. Het risico van spanningscorrosie kan worden verminderd door volgende maatregelen: Het voorzien van gekoelde opslag bij een temperatuur van minder dan -30 C. Tijdens constructie, toepassen van staalsoorten met lage rekgrens. Tijdens de constructie, spanningsontlasting van de lasnaden door thermische methoden. Het toevoegen van 0,2 procent water aan de ammoniak. Het ontwikkelen van procedures om het minimaliseren van de ammoniak besmet met lucht. Omdat ammoniak zeer reactieve eigenschappen heeft, zijn koper-, aluminiumlegeringen, verzinkte oppervlakken, fenolharsen, polyvinylchloride, polyesters en vitonrubbers niet geschikt voor ammoniaktoepassingen. Zacht staal, roestvrijstaal, neopreenrubber en polyethyleen zijn hiervoor wel geschikt. Vinylchloride is een kleurloze vloeistof met een karakteristieke zoete geur. Het is zeer reactief, maar niet met water, en kan polymeriseren in de aanwezigheid van zuurstof, warmte en licht. De dampen zijn zeer giftig en brandbaar. Aluminiumlegeringen, koper, zilver, kwik en magnesium zijn niet geschikt voor vinylchloridetoepassingen. Staal is echter wel chemisch compatibel. Ethyleenoxide en propyleenoxide zijn kleurloze vloeistoffen met een etherachtige geur. Ze zijn zeer brandbaar, giftig en reactief. Beide polymeriseren; ethyleenoxide doet dat gemakkelijker dan propyleenoxide, met name in de aanwezigheid van lucht of onzuiverheden. Zij kunnen beide gevaarlijk reageren met ammoniak. Gietijzer, kwik, aluminiumlegeringen, koper en legeringen van koper, zilver en zijn legeringen, magnesium en sommige soorten roestvrijstaal zijn niet geschikt voor de behandeling van ethyleenoxide. Zacht staal en bepaalde andere roestvrije staalsoorten zijn geschikt als tankwandconstructie voor zowel ethyleen- als propyleenoxiden. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 379

18 Chloor is een veel minder vaak vervoerde lading en behouden voor speciale tankers. Het is een gele vloeistof die een groene damp veroorzaakt. Het heeft een penetrerende en irriterende geur en is zeer giftig. Het is onbrandbaar, maar het kan de verbranding van andere brandbare materialen bevorderen op vrijwel dezelfde manier als zuurstof. Het is oplosbaar in water en vormt een sterk corrosieve zure oplossing en kan gevaarlijke reacties met alle andere vloeibare gassen veroorzaken. In de vochtige toestand, door zijn corrosieve werking, is het moeilijk op te slaan. Droog chloor is verenigbaar met staal, roestvrijstaal, monel en koper. Chloor is zeer goed oplosbaar in natronloog die gebruikt kan worden om chloordamp op te vangen Chemische eigenschappen De chemische eigenschappen en de compatibiliteit van veel vloeibaar gemaakte gassen zijn samengevat in de tabellen 27.2, 27.3 (a) en 27.3 (b). Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 380

19 Methaan Ethaan Propaan Butaan Ethyleen Propyleen Butyleen Butadieen Isopreen Ammoniak Vinylchloride Ethyleenoxide Propyleenoxide Chloor Ontvlambaar Giftig Polymeriserend REACTIEF MET Magnesium Kwik Zink Koper Aluminium Zacht koolstofhoudend staal 3 1 Roestvrijstaal 2 IJzer PTFE* PVC Polyethyleen 3 Ethanol Methanol Tabel Chemische eigenschappen van vloeibaar gemaakte gassen NB: In de informatiebladen van de IGC-code kan meer informatie over chemische reactiviteit worden gekregen. 1 Roestvrij staal met 9 procent nikkel is geschikt om ethyleen te bevatten. 2 Raadpleeg de IGC-code - paragraaf Niet compatibel met vloeibaar methaan door brosse breuken. * PTFE: polytetrafluorethyleen (voegmateriaal) PVC: polyvinylchloride (isolatie van elektrische kabel) Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 381

20 Kooldioxide Zuurstof of lucht Waterdamp Chloor Propyleenoxide Ethyleenoxide Vinylchloride Ammoniak Isopreen Butadieen Butyleen Propyleen Ethyleen Butaan Propaan Ethaan Methaan Methaan Ethaan Propaan Butaan Ethyleen Propyleen Butyleen Butadieen Isopreen Ammoniak Vinylchloride Ethyleenoxide Propyleenoxide Chloor Waterdamp Zuurstof of lucht Kooldioxide Tabel 27.3(a) - Chemische compatibiliteit van vloeibaar gemaakte gassen = onverenigbaar Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 382

21 TANKREINIGINGSTABEL VOLGENDE LADING Butaan Butadieen Butyleen C4- raffinaat* Ethyleen Propaan Propyleen Propyleen oxide Propaanpropyleenmix Vinylchloride C4-ruw* O2-gehalte < 0.5 % < 0.2 % < 0.3 % < 0.3 % < 0.3 % < 0.5 % < 0.3 % < 0.1 % < 0.3 % < 0.1 % < 0.3 % Dauwpunt < - 10 C < - 10 C < - 10 C < - 10 C < - 50 C < - 40 C < - 25 C < - 40 C < - 40 C < - 20 C < - 10 C LAATSTE LADING Ammoniak Het laden van ladingen na ammoniak is vaak onderhevig aan specifieke eisen van de terminal. Butaan N2 < 5 % N2I < 5 % ET V,N2 S V,N2 V,N2 ET V,N2 ET Butadieen ET N2I < 25 % N2I < 25 % V,N2 ET V,N2 V,N2 V,N2 V,N2 ET Butyleen ET N2 < 5 % ET V,N2 ET V,N2 V,N2 V,N2 V,N2 ET C4-raffinaat* ET N2 < 5 % N2I < 25 % V,N2 ET V,N2 V,N2 V,N2 V,N2 ET Ethyleen S Warmte N2 < 5 % N2I < 5 % S S N2 < 3000 ppm V,N2 ET Chaleur N2 < 1000 ppm S Chaleur Propaan ET N2 < 5 % N2I < 5 % ET N2 < 1000 ppm N2 < 5 % V,N2 ET N2 < 1000 ppm S Propyleen ET N2 < 5 % N2I < 5 % ET N2 < 1000 ppm ET V,N2 ET N2 < 1000 ppm S Propyleenoxide W,V,N2I W,V,N2 W,V,N2I W,V,N2I W,V,N2 W,V,N2I W,V,N2 W,V,N2 W,V,N2 W,V,N2 Propaanpropyleenmix ET N2 < 5 % N2I < 5 % ET V,N2 S N2 < 25 % V,N2 N2 < 1000 ppm S Vinylchloride V,N2I V,N2 V,N2I V,N2I V,N2 V,N2I V,N2 V,N2 V,N2 V,N2 Nat butaan & propaan S N2 < 5 % N2I < 5 % ET V,N2 ET V,N2 V,N2 S V,N2 C3/C4* ET N2 N2I ET V,N2 S V,N2 V,N2 V,N2 V,N2 * Deze ladingen zijn mengsels van verschillende vloeibaar gemaakte gassen en worden niet opgesomd in de IGC-code. Tabel 27.3(b) - Compatibiliteit van voorafgaande ladingen met vloeibaar gemaakte gassen Code W V N 2 N 2 I ET S Beschrijving Waterreiniging Visuele inspectie Inert uitsluitend met stikstof Inert met stikstof of inert gas Lege tank: zo ver de pompen kunnen legen Standaardeisen: ladingtanks en ladingleidingen vrij van vloeistof en 0,5 bar overdruk (afhankelijk van scheepstype) voorafgaand aan het laden, maar op basis van advies van de terminal of een onafhankelijk ladingsexpert. NB: Voordat wordt begonnen met inert maken, moet de tankbodemtemperatuur op ongeveer 0 C worden verwarmd. NB: Een ladingtank mag niet voor inspectie worden geopend, totdat de temperatuur van de tank zoals die van de omgevingsomstandigheden zijn. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 383

22 27.7 Inert gas en stikstof Inert gas wordt gebruikt op gastankers om ladingtanks inert te maken en op sommige tankers om een positieve druk te houden in de laadruimte en tussenbarrièreruimten (zie paragrafen 31.7, , ). Dit wordt gedaan om de vorming van brandbare mengsels te voorkomen. Voor ladingtanks is het inert maken een noodzakelijke voorwaarde, voorafgaand aan beluchten voor inspectie of droogdokken, maar het kan veel tijd in beslag nemen. Inert maken is ook vereist vóór de overgang van een gasvrije toestand naar de geladen toestand. Voorafgaand aan opgassing, moet een tank een zuurstofgehalte van minder dan 5 procent hebben, maar normaliter wordt een lager percentage door laadterminals vereist. Voorafgaand aan de ontgassing, moet de tankatmosfeer tevens een koolwaterstofgehalte van minder dan 2 procent hebben. In aanvulling op zuurstof is een ander essentieel element ten aanzien van inertgaskwaliteit het vochtgehalte. Vocht (water) in gas kan condenseren en al vrij water zich voordoen wanneer de lading in temperatuur daalt. Daarom om hydratatievorming in de geladen producten, condensatie en corrosie in tanks en ladingtankruimten te voorkomen, wordt inert gas grondig gedroogd bij het verlaten van de generator. Elk type inert gas (verbrandend, stikstofproductie aan boord, of puur stikstof vanaf wal) heeft een eigen specifiek toepassing. In deze handleiding wordt de term inert gas gebruikt voor een gas geproduceerd door een verbrandingsgenerator voor inert gas. Het gebruik van het woord stikstof kan inert gas zonder kooldioxide betekenen maar wel met enig zuurstof (zoals bij productiesystemen aan boord) of het kan betrekking hebben op de zuivere stikstof die wordt gebruikt voor speciaal inertmaking voorafgaand aan het laden van een zuurstof kritische lading. Component Inert gas door verbranding Scheidingsproces door stikstofmembraan Stikstof 85 tot 89% Tot 99,5% Kooldioxide 14% - Koolmonoxide 0,1% (max) - Zuurstof 1 tot 3% > 0,5% Zwaveloxiden 0,1% - Stikstofoxiden sporen - Dauwpunt 45 C 65 C As & roet aanwezig - Dichtheid (lucht = 1,00) 1,035 0,9672 Tabel Samenstellingen van inert gas Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 384

23 Alleen stikstof met hoge zuiverheid is volledig compatibel, in chemische zin, met alle vloeibaar gemaakte gassen. Veel onderdelen van door verbranding gegenereerd inert gas kunnen de specificatie van vloeibaar gemaakte chemische gassen beïnvloeden. In het bijzonder, voor wat de persoonlijke veiligheid en chemische reactiviteit betreft, moeten de volgende punten met betrekking tot de bestanddelen van inert gas in acht worden genomen: Koolstof deeltjes in de vorm van as en roet kan de kwaliteit van veel chemische gassen beïnvloeden. Kooldioxide zal bevriezen bij temperaturen onder -55 C en aldus de lading contamineren, indien ladingtemperaturen bijzonder laag zijn, zoals in het geval van ethyleen. Kooldioxide zal ook ammoniakladingen contamineren door te reageren en carbamaten (urethaan) te vormen. Zowel vaste kooldioxide- en carbamaatvorming resulteren in ladingcontaminatie en operationele problemen, zoals verstopping van pompen, filters en kleppen. Koolstofdioxide kan ook fungeren als een katalysator in ingewikkelde chemische reacties met zwavelverbindingen in een aantal LPG-ladingen. Koolmonoxide, indien gegenereerd in voldoende hoeveelheden, kan moeilijkheden veroorzaken bij eventuele latere beluchtingswerkzaamheden. Wanneer beluchting voltooid is, kan het gehalte aan toxisch koolmonoxide nog steeds onaanvaardbaar zijn vanuit het oogpunt van persoonlijke veiligheid. (Opgemerkt moet worden dat koolmonoxide een TLV- TWA van 50 delen per miljoen). Vocht in inert gas kan condenseren en zodoende kunnen hydraten in ladingen worden gevormd en inerte ruimten kunnen last krijgen van ernstige corrosie. Wanneer een koude lading wordt geladen, is het daarom belangrijk dat het inerte gas in ladingtanks een voldoende laag dauwpunt heeft, om het bevriezen van de waterdamp en andere operationele problemen te voorkomen. Bovendien kan vocht in het bijzonder bij ladingen met butadieen, isopreen, ammoniak en chloor problemen veroorzaken. Zuurstof zelfs in kleine percentages door aan boord geproduceerd inert gas is onverenigbaar met butadieen, isopreen, vinylchloride en ethyleenoxide. In contact met zuurstof, kunnen deze ladingen binden en peroxides en polymeren vormen. Om de voorgaande redenen kan uitsluitend pure stikstof vanaf de wal in chemische termen worden beschouwd als volledig inert voor alle vloeibare gassen. Toch kan bij het inert maken van ladingtankruimten en ladingtanks op tankschepen met LPG-lading met temperaturen tot ongeveer -48 C de generatie van inert gas door een goede verbranding onder zorgvuldig gecontroleerde verbranding of door het luchtscheidingsproces een inert gas van acceptabele kwaliteit worden verkregen Polymerisatie Terwijl veel van de vloeibaar gemaakte gassen polymeriseerbaar zijn (gekenmerkt door een dubbele binding in hun moleculaire structuur), doen zich problemen door l polymerisatie van de lading alleen in de praktijk voor bij butadieen, isopreen, ethyleenoxide en vinylchloride. Polymerisatie kan onder bepaalde omstandigheden gevaarlijk zijn, maar kan worden vertraagd of gecontroleerd door de toevoeging van inhibitoren. Polymerisatie vindt plaats wanneer een enkel molecuul (een monomeer) reageert met een ander molecuul van dezelfde stof en een dimeer vormt. Dit proces kan worden voortgezet totdat er een lange-keten-molecuul is gevormd, mogelijk met vele duizenden individuele moleculen (een polymeer). Het diagram ïllustreerd vinylchloride in figuur Het proces kan zeer snel gaan en gaat gepaard met hoge warmteontwikkeling. Dit kan spontaan worden gestart of kan worden gecatalyseerd door de aanwezigheid van zuurstof (of andere onzuiverheden) of door warmteoverdracht tijdens ladingoverslag (zie ook paragraaf 32.6). Gedurende de polymerisatie, wordt de lading meer viskeus, totdat ten slotte, een vast en niet-pompbaar polymeer kan worden gevormd. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 385

24 Polymerisatie kan worden voorkomen, of in ieder geval de snelheid van polymerisatie kan worden verminderd, door het toevoegen van een geschikte inhibitor aan de lading. Echter, als polymerisatie begint, zal de inhibitor geleidelijk worden verbruikt totdat een punt is bereikt wanneer polymerisatie ongecontroleerd kan doorgaan. In het geval van butadieen wordt tertiair-butyl-catechol (TBC) toegevoegd, in de eerste plaats als een anti-oxidant, maar in afwezigheid van zuurstof kan het in beperkte mate ook werken als een inhibitor. Het verschil tussen de dampspanning van een inhibitor en de lading heeft een belangrijke invloed op de effectiviteit van de inhibitor. Over het algemeen hebben inhibitoren een dampspanning lager dan de lading waaraan zij zijn toegevoegd. Dienovereenkomstig zit de beste bescherming in de vloeistof. Dit laat de gassen in de dampruimte relatief onbeschermd. Daaruit volgt dus dat in de dampfase een verhoogde polymerisatie kan optreden. Een monomeer Een dimeer of Warmte Een polymeer Figuur De polymerisatie van vinylchloride Inhibitoren kunnen giftig zijn. Deze meest gebruikte zijn hydrochinon (HQ) en TBC. Gezondheids- en veiligheidsinformatie voor deze producten is opgenomen in paragraaf Zoals opgemerkt, moet men voorzichtig zijn bij het hanteren van inhibitoren en ladingen met een toegevoegde inhibitor. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 386

25 Tankerpersoneel moeten ervoor zorgen dat vóór vertrek uit de laadhaven een Inhibitorformulier van de afzender wordt ontvangen. Dit certificaat moet de informatie bevatten zoals hieronder aangegeven: VLOEIBAAR GEMAAKT GAS - INHIBITORFORMULIER In te vullen vóór het laden van een geïnhibeerde lading SCHIP... DATUM... HAVEN & LIGPLAATS... TIJD CORRECTE TECHNISCHE BENAMING VAN DE LADING CORRECTE TECHNISCHE BENAMING VAN DE INHIBITOR HOEVEELHEID VAN DE TOEGEVOEGDE INHIBITOR DATUM VAN TOEVOEGING VERWACHTE WERKINGSDUUR VAN DE INHIBITOR ALLE EVENTUELE TEMPERATUURBEPERKINGEN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE INHIBITOR TE NEMEN MAATREGELEN INDIEN DE REIS DE EFFECTIEVE WERKINGSDUUR VAN DE INHIBITOR OVERSCHRIJDT... INDIEN DE BOVENSTAANDE INFORMATIE NIET IS VERSTREKT, MOET DE LADING WORDEN GEWEIGERD VOOR HET SCHIP... VOOR WAL... (Ondertekend) (Ondertekend) Vloeibaar gemaakt gas - inhibitorgegevensformulier Figuur 27.9(a) - Inhibitorgegevensformulier Daarnaast moet de hoeveelheid inhibitor die nodig is voor effectieve inhibitie en de toxische eigenschappen van de inhibitor bekend worden gemaakt. Een soortgelijke maar moeilijkere te controleren reactie staat bekend als dimerisatie. Dit kan niet worden gestopt door inhibitoren of andere middelen. De enige manier om dit te voorkomen of dimerisatie te vertragen is door de lading zo koel mogelijk te houden en zulke koeling wordt aanbevolen, vooral tijdens langere reizen Hydraatvorming Propaan en butaan kunnen hydraten vormen onder bepaalde omstandigheden van temperatuur en druk in de aanwezigheid van vrij water. Dit water kan aanwezig zijn in LPG als een onzuiverheid of kunnen uit ladingtanksschotten vandaan komen als roest aanwezig is. Roest die door LPG uitgedroogd is op deze manier, verliest zijn eigenschap om aan tankoppervlakken te hechten en kan worden gevonden op de tankbodem als fijn poeder. LPG-hydraten zijn witte kristallijne vaste stoffen die filters en regelkleppen voor het condensatieproces kunnen verstoppen. Bovendien kunnen deze de beladingspompen beschadigen. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 387

26 27.10 Smering Hydraatinhibitoren, zoals methanol of ethanol kunnen worden toegevoegd op geschikte plaatsen in het systeem, maar niets mag worden toegevoegd zonder de toestemming van de afzender en de scheepsexploitant. Opgemerkt moet worden dat in sommige landen het gebruik van methanol verboden is. Daarnaast kunnen sommige chemische gassen kunnen door de toevoeging van methanol uit de specificatie vallen. Voorzichtigheid moet worden betracht als een hydraatinhibitor wordt toegevoegd aan een polymeriseerbare lading, omdat de werking van polymeerinhibitatie kan worden ontkracht. Omdat methanol giftig is, moet een veilige behandeling in acht worden genomen. De eigenschap van een vloeistof die een vloeistoflaag in beweging over een aangrenzende laag beperkt wordt viscositeit genoemd. Viscositeit is belangrijk bij het bepalen van de smeereigenschappen van een vloeistof. De meeste vloeibaar gemaakte gassen hebben een slechte smeereigenschappen in vergelijking met smeerolie of zelfs water, zie tabel 27.4(a). Vloeistof (temperatuur) Smeerolie (bij 70 C) Water (bij 100 C) Propaan (bij -45 C) Viscositeit (centipoise) 28,2 0,282 0,216 Specifieke warmte (kcal/kg C) Latente verdampingswarmte (kcal/kg) 0,7 1,0 0, Tabel 27.4(a) - Factoren die de smering beïnvloeden Vloeibaar gemaakte koolwaterstofgassen kunnen oplossen in smeerolie en voor bepaalde toepassingen kan dit mengsel leiden tot onvoldoende smering van de pompafdichtingen en compressoren. De oplossing van vloeibaar gemaakte gassen in vet kan leiden tot het ontvetten van mechanische delen met overeenkomstig verlies van de smering in de fittingen, zoals kleppen. Naast de lage viscositeit, hebben vloeibaar gemaakt gassen relatief slechte koeleigenschappen. De vloeistoffen zijn niet in staat om warmte van een aslager goed af te voeren. Elke overmatige hitte zal resulteren in een relatief snelle stijging van de lagertemperatuur. (Specifieke warmte van propaan is ongeveer de helft van water). Onder deze omstandigheden, zal de vloeistof verdampen wanneer de dampspanning de werkdruk in het lager overschrijdt. De damp zal de vloeistof van het lager verwijderen en het lager wordt beschadigd als gevolg van oververhitting. Ook moet worden opgemerkt dat de smeerolie die in een compressor wordt gebruikt verenigbaar moet zijn met de aard van de lading die wordt vervoerd (zie paragraaf ). Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 388

27 27.11 Fysieke eigenschappen De fysieke eigenschappen van een vloeibaar gemaakt gas is afhankelijk van de moleculaire structuur. Sommige verbindingen hebben dezelfde molecuulformule, maar de manier waarop de atomen zijn gerangschikt in het molecuul kunnen verschillen zijn. Deze verschillende verbindingen van dezelfde basisstof worden isomeren genoemd. Ze hebben dezelfde moleculaire massa, maar verschillende fysische en chemische eigenschappen. Voorbeelden zijn n-butaan en iso-butaan, afgebeeld in figuur De belangrijkste fysische eigenschappen van de belangrijkste vloeibaar gemaakte gassen zijn vermeld in tabel Uit deze gegevens dienen de verschillende fysische eigenschappen van de isomeren van butaan en buteen te worden opgemerkt. De belangrijkste fysische eigenschap van een vloeibaar gemaakt gas is de verzadigde verhouding dampspanning/temperatuur. Deze eigenschap, die later in detail wordt beschreven, is belangrijk voor het ontwerp van het tanksysteem welke het beste bij elke lading past en heeft een sterke invloed op economische overwegingen Aggregaattoestanden Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen De meeste stoffen kunnen in zowel de vaste, vloeibare of gasvormige toestand aanwezig zijn. Bij de overgang van vast naar vloeibaar (fusie) of van vloeistof naar damp (verdamping), moet warmte aan de stof worden toegevoegd. Omgekeerd moet bij de overgang van damp naar vloeistof (condensatie) of van vloeibaar naar vast (stolling) waarmte aan de stof worden onttrokken. De warmte die toegevoegd of onttrokken wordt bij de verandering van de aggregaattoestand van de stof is de zogenaamde latente warmte. Voor een bepaalde massa van de stof zijn de latente warmten van de fusie en stolling hetzelfde. Omgekeerd zijn de latente warmten van verdamping en condensatie hetzelfde, maar met verschillende waarden van de latente warmten voor fusie of stolling. Vast Fusie of stolling Vloeibaar Verdamping of condensatie Damp Temperatuur Latente warmte (hetzelfde bij alle drukken) (t A is vast) Latente warmte (hetzelfde bij alle drukken) (t B afhankelijk van de druk) Warmte Figuur Temperatuur/warmte-diagram voor verschillende aggregaattoestanden Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 389

28 Fusie of stolling treedt voor elke stof op bij een bepaalde temperatuur en deze temperatuur is vrijwel onafhankelijk van de druk. Verdamping of condensatie van een stof is afhankelijk van de temperatuur en de uitgeoefende druk. Ook moet worden opgemerkt dat de latente warmte van verdamping afhankelijk is van de druk. Figuur geeft de verhouding temperatuur/warmte weer wanneer een stof wordt verwarmd of gekoeld met betrekking tot de drie aggregaattoestanden: hier worden de temperaturen van fusie of stolling (A) en van verdamping of condensatie (B) getoond. Voor vloeibaar gemaakte gassen, is de vaste toestand niet van belang aangezien stolling alleen kan gebeuren bij temperaturen ver onder die waarbij deze gassen worden vervoerd. Echter zijn temperaturen, druk en latente warmte van verdamping van fundamenteel belang. Gas Atmosferisch kookpunt ( C) Kritische temperatuur ( C) Kritische druk (bar, absoluut) Condensatiever houding dm 3 vloeistof 1m 3 gas Relatieve vloeistofdichtheid bij Atm. Kookpunt (Water = 1) Relatieve gasdichtheid (Lucht = 1) Methaan 161,5 82,5 44,7 0,804 0,427 0,554 Ethaan 88,6 32,1 48,9 2,453 0,540 1,048 Propaan 42,3 96,8 42,6 3,380 0,583 1,55 n-butaan 0, ,1 4,32 0,600 2,09 i-butaan 11,7 133,7 38,2 4,36 0,596 2,07 Ethyleen 103,9 9,9 50,5 2,20 0,570 0,975 Propyleen 47,7 92,1 45,6 3,08 0,613 1,48 -Butyleen 6,1 146,4 38,9 4,01 0,624 1,94 -Butyleen 6,9 144,7 38,7 4,00 0,627 1,94 Butadieen 5,0 161,8 43,2 3,81 0,653 1,88 Isopreen ,0 38,5 0,67 2,3 Vinylchloride 13,8 158,4 52,9 2,87 0,965 2,15 Ethyleenoxide 10,7 195,7 74,4 2,13 0,896 1,52 Propyleenoxide 34,2 209,1 47,7 0,830 2,00 Ammoniak 33,4 132,4 113,0 1,12 0,683 0,597 Chloor ,1 2,03 1,56 2,49 Tabel Chemische eigenschappen van gassen Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 390

29 Morsen van vloeibaar gemaakt gas Tegen de achtergrond van de voorgaande teksten dient overwegen te worden wat er gebeurd als een vloeibaar gemaakt gas onvorzien vrij komt. Eerst moet rekening worden gehouden met de ontsnapping uit een tank met volledig gekoelde vloeistof. Hier is de vloeistof al op of in de buurt van de atmosferische druk, maar bij de ontsnapping wordt het onmiddellijk in contact gebracht met de omgevingstemperatuur de grond of het water. Het temperatuurverschil tussen de koude vloeistof en het materiaal waarmee het contact gemaakt wordt zorgt voor een directe warmteoverdracht in de vloeistof, wat resulteert in een versnelde dampontwikkeling. Als de gemorste vloeistof in een put op de grond ligt, wordt door het afvoeren van de warmte van de onderliggende grond het temperatuurverschil verminderd. Uiteindelijk, stabiliseren de temperatuurverschillen en de snelheid van de verdamping gaat langzamer. Onder deze omstandigheden, blijft de vloeistof koken tot het volledig is verdampt. Voor morsen op het wateroppervlak, kunnen de convectiestromen in het water het aanvankelijke temperatuurverschil vasthouden en verdamping zal waarschijnlijk doorgaan met de hogere aanvankelijke snelheid. In dit geval, zullen de grote hoeveelheden geproduceerde koude dampen uit de vloeistof diffunderen in de atmosfeer en veroorzaken condensatie van de waterdamp in de lucht. Bij dit proces wordt een witte dampwolk zichtbaar. Een eerste ontsnapping van een vloeibaar gemaakt gas uit een drukvat gedraagt zich anders als hierboven beschreven. In dit geval ligt de temperatuur van de ontsnappende vloeistof dicht bij de omgevingstemperatuur. Echter, de hoge ontsnappingsdruk zal snel dalen tot die van de omgeving en dit resulteert in een extreem snelle verdamping en de nodige warmte wordt in de eerste plaats onttrokken uit de vloeistof zelf. Dit heet flashverdamping en afhankelijk van de drukverandering zal een groot deel van de vloeistof op deze manier verdampen. Op deze manier zal de resterende vloeistof snel worden afgekoeld tot het vriespunt (en zelfs lager) bij atmosferische druk. Vloeistof onder druk dat op die manier ontsnapt zorgt ervoor dat een grote hoeveelheid in de atmosfeer wordt gespoten als kleine druppeltjes. Deze druppels nemen warmte uit de atmosfeer en condenseren de waterdamp in de lucht en vormen een zichtbare witte wolk. De vloeibare druppels verdampen snel tot gas en zorgen in dit proces voor verdere afkoeling, zodat de witte wolkvorming langer behouden blijft. Daarna bereiken alle resterende vloeistofopeenhopingen een evenwichtstemperatuur en verdampt zoals in de vorige paragraaf omschreven. Het gevaar van het ontsnappen van damp in de atmosfeer is dat dit zich met lucht mengt en brandbaar wordt. De witte dampwolk kan als waarschuwing worden gezien voor de aanwezigheid van een gevaarlijke situatie, maar er moet opgemerkt worden dat de brandbare omvang van de gaswolk niet noodzakelijk gelijk is aan de zichtbare wolk. Afgezien van de gevaren die door damp-in-lucht-mengsels bestaan, kan de koude vloeistof bevriezing van menselijk weefsels veroorzaken en kunnen metalen bros worden. Bovendien is het bij blootstelling aan lucht waarschijnlijk dat een vloeibaar gemaakt gas sub-gekoeld wordt tot een temperatuur onder zijn atmosferisch kookpunt. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 391

30 Vloeibaar gemaakt gas gemorst op tankerdekken, die niet gemaakt zijn voor lage temperaturen, kan het staal afkoelen tot een temperatuur waar het broos wordt. Spanning binnen het staal samen met krimpverschil kan leiden tot breuken in de gekoelde ruimtes. De resulterende breuken zullen zich waarschijnlijk niet verspreiden buiten de gekoelde ruimtes. Morsingen kunnen ernstige gevolgen hebben en zelfds het buiten gebruik stellen van het schip veroorzaken. Voorzichtigheid is geboden en passende lekbakken moeten bij vloeibare gassen ter bescherming aanwezig zijn zker bij sterk gekoelde vloestoffen, zoals ethyleen. Het gebied rond de manifold moet van hout of glasvezel zijn en alle gastankers moeten worden voorzien van een roestvrijstalen, houten of een gelijkwaardige lekbak onder de manifoldaansluitingen Verdamping van gemorste vloeistof Wanneer een gas wordt opgeslagen als een vloeistof of onder druk of gekoeld, zal het verdampen bij blootstelling aan de atmosfeer en de warmte onttrekken uit de omgeving. Afhankelijk van de gemorste vloeistof, de hoeveelheid en of de morsing op het land of het water is, varieert de snelheid van verdamping en de temperatuur en de dichtheid van de ontsnappende dampwolk. Het is daarom vrijwel zeker dat de wolk zich laag boven het scheepsdek, water of terminalterrein bevindt (alleen methaan, als deze warmer is dan -100 C, ethyleen en ammoniak zijn lichter dan lucht, zie tabel 27.5). Aanvankelijk is de wolk koud en zal in de windrichting bewegen. In het algemeen, wordt het zichtbaar als een witte wolk, die uit gecondenseerd atmosferische waterdamp bestaat. Het karakteristieke van deze wolk in termen van ontvlambaarheid en zuurstofgehalte worden beschreven in de paragrafen en Principes van afkoeling De principes van warmte-overdracht, verdamping en condensatie worden toegepast in koelinstallaties. Figuur toont de basiscomponenten en operationele cyclus van een koelinstallatie. Koud vloeistofkoelmiddel wordt verdampt in een verdamper die, kouder is dan de omgeving, voert warmte af om de latente warmte van verdamping te voorzien. De koele damp wordt afgevoerd door een compressor die zowel de druk en de temperatuur van de damp verhoogt en geeft het door naar de condensator. Hier wordt de damp gecondenseerd tot een vloeistof onder druk en de meetbare warmte van de warmteonttrekking wordt samen met de latente warmte van de condensatie verwijderd door het condensorkoelmiddel, dat in dit proces wordt opgewarmd. De vloeistof stroomt onder druk vervolgens door een expansieventiel naar de lagedrukzijde van de koelinstallatie> Zodoende verdampt het tot een tweefasemengsel van koude vloeistof en damp. Dit mengsel gaat vervolgens naar de ladingtank om de cyclus te voltooien. Editie CCR/OCIMF 2010 Pagina 392

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART CCNR-ZKR/ADN/WG/CQ/2011/12 definitief 27 januari 2012 Or. DUITS ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas De ADN-vragencatalogus 2011 is op 27-01-2012 in de onderhavige versie aangenomen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9 Samenvatting door Dylan 551 woorden 30 december 2016 9 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Aardolie ( onzuivere stof ) - Organisch materiaal -

Nadere informatie

Methanol. Formule. Brandalcohol, methylalcohol. Productie. (a) Productie van synthesegas. (i) Traditionele methoden

Methanol. Formule. Brandalcohol, methylalcohol. Productie. (a) Productie van synthesegas. (i) Traditionele methoden Methanol Formule CH3OH Naam Familie Productie Brandalcohol, methylalcohol Alcoholen (a) Productie van synthesegas (i) Traditionele methoden Methanol wordt vervaardigd uit synthesegas dat een mengsel is

Nadere informatie

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is

Nadere informatie

VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF. Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie

VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF. Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie VAN OMGEVINGSLUCHT NAAR MEDICINALE ZUURSTOF Denise Daems Verpleegkundig specialiste ventilatie Pneumologie Gas Lucht Zuurstof Inhoud 1. Algemeenheden 2. Fysische en chemische eigenschappen 3. Toepassingen

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Organische stoffen

Hoofdstuk 3 Organische stoffen oofdstuk 3 Organische stoffen 3.1 Organische stoffen Organische stoffen bestaan uit moleculen die opgebouwd zijn uit één of meer koolstofatomen die onderling en/of aan andere atomen gebonden zijn door

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

De inhoud van uw gascilinders. Veiligheidsboekje nr. 1

De inhoud van uw gascilinders. Veiligheidsboekje nr. 1 De inhoud van uw gascilinders Veiligheidsboekje nr. 1 1 Beste gasgebruiker, Messer produceert en levert een brede waaier aan gassen. Gassen zijn veilig om mee te werken - zolang u rekening houdt hun specifieke

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

DEEL 1 ALGEMENE INFORMATIE

DEEL 1 ALGEMENE INFORMATIE Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 1 Algemene informatie DEEL 1 ALGEMENE INFORMATIE Editie 1-2010 CCR/OCIMF 2010 Pagina 1 Internationale veiligheidsrichtlijnen Deel 1 Algemene informatie Editie

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

Water? Hoezo water? Water! Hoezo water? Donderdag 24 mei 2018 WILDLANDS Adventure Zoo Emmen

Water? Hoezo water? Water! Hoezo water? Donderdag 24 mei 2018 WILDLANDS Adventure Zoo Emmen Hoezo water? Disclosure Relatie Organisatie Financiële bijdrage : Geen Raden van Advies : Geen Overige : Geen 2 Inhoud Water? Algemene eigenschappen Chemische eigenschappen Fysische eigenschappen Water?

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE OVERZICHT 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II Ammoniak Ammoniak wordt bereid uit een mengsel van stikstof en waterstof in de molverhouding N 2 : H 2 = 1 : 3. Dit gasmengsel, ook wel synthesegas genoemd, wordt in de ammoniakfabriek gemaakt uit aardgas,

Nadere informatie

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf. Toolbox: Brand en Explosie Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat is brand? Brand is een chemische reactie van

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (7)

Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (7) Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-07-9) 1 Vaste smeermiddelen 1.1 Werking Grafiet en molybdeen-disulfide (MoS 2 ) zijn de belangrijkste stoffen die worden

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren Domein C: Koolstofchemie Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren 28 verband leggen tussen de structuur van synthetische polymeren en de eigenschappen en toepassingen: (supersterke) vezel; kabel;

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt..

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt.. Steenkool Steenkool komt in heel veel verschillende vormen voor. Dat geldt voor het uiterlijk van de steenkool. De kleur van steenkool kan bijvoorbeeld variëren van bruin tot zwart, steenkool kan hard

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen. Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting door een scholier 1714 woorden 3 oktober 2010 6 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 1.1 Scheikunde Bron 1 scheikunde Door

Nadere informatie

- Samenvatting voor niet-chemici -

- Samenvatting voor niet-chemici - - Samenvatting voor niet-chemici - Inleiding In het leven van de moderne mens zijn producten uit de chemische industrie overal aanwezig. We gebruiken plastics en andere kunststoffen als verpakkingsmateriaal

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Meetapparatuur en interpretatie meetgegevens

Meetapparatuur en interpretatie meetgegevens Meetapparatuur en interpretatie meetgegevens 1 Waarom meten? Explosie- en brandgevaar Risico -> bevolking (< Evacuatie?) Milieu Gezondheid brandweerpersoneel Gevaar voor verstikking 2 BASISBEGRIPPEN: EXPLOSIE

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

6,7. 1 schuin de grond in boeren. 2 veel dieper boren (een paar duizend meter).

6,7. 1 schuin de grond in boeren. 2 veel dieper boren (een paar duizend meter). Antwoorden door een scholier 1087 woorden 9 juni 2007 6,7 10 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Antwoorden deel 2AB vmbo-kgt (tekstboek en werkboek) Hoofdstuk 11 - Koolstofchemie 11.1 1 Aardolie ontstaat

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN 4.1.1 SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT Wanneer we een zuivere vaste stof (figuur 4.1) verwarmen zal de temperatuur ervan stijgen. Na enige tijd wordt de vaste stof

Nadere informatie

Veiligheidsinformatieblad

Veiligheidsinformatieblad Veiligheidsinformatieblad Product naam: Novoryt Gassmelter Referentienummer: 0101-02-03-05-11-12-18-26 Datum: April 2013 Herziening: 09.06.2015 1. IDENTIFICATIE VAN HET PRODUCT, PRODUCENT EN DE IMPORTEUR

Nadere informatie

Thema 2 Materiaal uit de natuur

Thema 2 Materiaal uit de natuur Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

14/12/2015. Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker. Auteur: Rudy Beulens

14/12/2015. Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker. Auteur: Rudy Beulens Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker Auteur: Rudy Beulens E-mail: rudy.beulens@sbmopleidingen.be 1 Wat is koeltechniek Is een verzameling van technische oplossingen Bedoeld om ruimten,

Nadere informatie

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?

Nadere informatie

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen Examen scheikunde HAV tijdvak 2 2018 uitwerkingen Bodem bedekken 1p 1 fotosynthese/koolzuurassimilatie 2 25,0 kg 3 Aantal m 3 polymelkzuur in 1,00 m 3 bolletjes = 3 3 1,24 10 kg/m 2,016 10 2 m 3 4 Volume

Nadere informatie

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Met welk bord wordt een explosiegevaarlijke gebied aangegeven? -5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een

Nadere informatie

Warmte in de koudetechniek, een hot item

Warmte in de koudetechniek, een hot item Wijbenga info sheet 5: Warmte in de koudetechniek, een hot item In het ontwerp van een koelinstallatie wordt steeds meer aandacht besteed aan het energieverbruik. Dit kan bereikt worden door een zo hoog

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Aardwarmte / Luchtwarmte

Aardwarmte / Luchtwarmte 2015 Aardwarmte / Luchtwarmte Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel kun je meer leren over het onderwerp Aardwarmte/Luchtwarmte. Pagina 1 Inhoud 1.Aardwarmte / luchtwarmte...3 1.1 Doel van de

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

Cryogeen LNG: Waar..

Cryogeen LNG: Waar.. Cryogeen LNG: Voor het mileu een zegen!! Voor incident bestrijders een ramp?! VBE Seminar, 07-10-2015 te Gorinchem 9-10-2015 Dick Arentsen, AGS/Veiligheidskundige/Fire Engineer Waar.. Vrachtwagens Bussen

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm. 8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (3)

Klimaatbeheersing (3) Klimaatbeheersing (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Het airco-koelproces als kringloopproces 1.1 Het ph-diagram Het koelproces zoals in de auto-airco plaatsvindt maakt gebruik van de toestandsverandering

Nadere informatie

Nat N u at u u r u l r i l j i ke k ko k u o d u e d mi m d i de d le l n, n een n atu at u u r u l r i l j i ke k ke k uze u!

Nat N u at u u r u l r i l j i ke k ko k u o d u e d mi m d i de d le l n, n een n atu at u u r u l r i l j i ke k ke k uze u! , een natuurlijke keuze! De toekomst van koudemiddelen met hoge GWP: GWP Koudemiddelen 1 Meer dan 2500 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 N R717 Amoniac N R744 CO2 HFO R1270 Propylene HC R600a Isobutaan

Nadere informatie

Liquefied Natural Gas / L N G

Liquefied Natural Gas / L N G Liquefied Natural Gas / L N G Eigenschappen van L N G 1/2 Natuurlijk gas dat terug gekoeld is tot 161 graden Celcius op welk moment het condenseert tot een kleurloze, reukloze, niet corrosieve en niet

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval In het geval van een ongeval of noodgeval dat tijdens het vervoer kan voorkomen of optreden, moeten de leden

Nadere informatie

Oefentoets polymeren havo en vwo

Oefentoets polymeren havo en vwo Oefentoets polymeren havo en vwo Opgave 1 Kunststofrecycling Sinds een aantal jaar wordt in Nederland kunststof op verschillende manieren apart ingezameld. In het scheikundige tijdschrift chemische feitelijkheden

Nadere informatie

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE THEORIE UIT EXPERIMENTEN ONDERBOUW TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE TABEL 1 DICHTHEID (bij 25 C) gram per cm 3 = g cm -3 aardgas 0,00076 alcohol 0,8 aluminium 2,7 broom 3,1 butagas 0,0024 eikenhout

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Op basis van richtlijn 91/155/EEG van de Commissie der Europese Gemeenschappen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Op basis van richtlijn 91/155/EEG van de Commissie der Europese Gemeenschappen 1.Identificatie van de stof of het preparaat en van de firma 1.1 Identificatie van de stof of het preparaat: Synoniemen: R 134 a UN :3159 No CAS : 000811-97-2 No index CE S.O. Code NFPA 1-0-1 No EINECS

Nadere informatie

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0)774762708 1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING Handelsnaam: Viscolub + PTFE Toepassing: Universeel PTFE smeermiddel Bedrijfsidentificatie: Bremweg

Nadere informatie

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen Oefen-SE SE4 Havo 5 Bij alle berekeningen moeten de antwoorden in wetenschappelijke notatie, in het juiste aantal significante cijfers en indien nodig met de juiste eenheid weergegeven worden. Micro-organismen

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1 Pagina 1 1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de vennootschap / onderneming Productbenaming: Plasticrète deel A : P- Cast A02 Gebruik: Diverse industriële toepassingen. Verantwoordelijke

Nadere informatie

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART CCNR-ZKR/ADN/WG/CQ/2011/13 definitief 27 januari 2012 Or. DUITS ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Chemie De ADN-vragencatalogus 2011 is op 27-01-2012 in de onderhavige versie

Nadere informatie

ONDERKOELING-OVERVERHITTING. Rudy Beulens

ONDERKOELING-OVERVERHITTING. Rudy Beulens ONDERKOELING-OVERVERHITTING Rudy Beulens UNIE DER BELGISCHE FRIGORISTEN AIR CONDITIONING ASSOCIATION Water bij 1 bar absoluut of 0 bar relatief IJsblok van -20 C smelten tot 0 C : latente warmte Opwarmen

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

Autogeen snijden. Het proces en de gassen

Autogeen snijden. Het proces en de gassen Laskennis opgefrist (nr. 36) Autogeen snijden. Het proces en de gassen Het autogeensnijden is in de metaalindustrie nog altijd het meest toegepaste thermische snijproces. Deze populariteit ontleent het

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door Maas 1255 woorden 26 mei 2017 6,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 2 Veiligheidsregels laboratorium : 1. 2. 3. 4.

Nadere informatie

Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) Vragencatalogus Deel.

Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) Vragencatalogus Deel. Verenigde Naties - Economische ommissie voor Europa Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (N) Vragencatalogus 2015 eel Gas Ministerie van

Nadere informatie

Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5

Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5 Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5 hoofdstuk 4 Paragraaf 4.1 Aardgas uit de gaskraan is een mengsel van methaangas (80%), het brandbare bestanddeel en stikstofgas. Deze stoffen zijn beide geurloos

Nadere informatie

Veilig werken met gassen

Veilig werken met gassen Veilig werken met gassen Werken met cryogene gassen. Nr. 1 Algemeen Gassen kunnen voorkomen in vaste vorm (droogijs), gasvorm en vloeibare vorm. Gassen worden vloeibaar door de druk te verhogen of door

Nadere informatie

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm. PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als

Nadere informatie

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting door Dylan 748 woorden 30 december 2016 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 1 Gemeenschappelijke eigenschappen metalen:

Nadere informatie

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 20 september 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65592 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Uraanhexafluoride in de splijtstofcyclus

Uraanhexafluoride in de splijtstofcyclus 022 1 Uraanhexafluoride Na het vergaan van het Franse vrachtschip de Mont Louis op 25 augustus 1984 voor de Belgische kust bij Oostende is vooral aandacht besteed aan de berging van een deel van de lading,

Nadere informatie

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Brand en explosiegevaar

Brand en explosiegevaar Brand en explosiegevaar Door brand en explosie tijdens werkzaamheden vallen er jaarlijks tientallen doden en gewonden. Dus moet je brand en explosies zien te voorkomen. Mede doordat deze zeer onvoorspelbaar

Nadere informatie

Samengeperst gas, n.e.g. 70% stikstof, 30% kooldioxide UN-nummer: 1956 Opslagmethode: omgevingstemperatuur en hoge druk (> 150 bar)

Samengeperst gas, n.e.g. 70% stikstof, 30% kooldioxide UN-nummer: 1956 Opslagmethode: omgevingstemperatuur en hoge druk (> 150 bar) 1. INDICATIE VAN HET PRODUCT EN VAN HET BEDRIJF Omschrijving van het product Handelsnaam: Foodmix Naam: Samengeperst gas, n.e.g. 70% stikstof, 30% kooldioxide UN-nummer: 1956 Opslagmethode: omgevingstemperatuur

Nadere informatie

Samenvatting hoofdstuk 2

Samenvatting hoofdstuk 2 temperatuur in o Scheikunde hemie op school Samenvatting hoofdstuk 2 De bouw van stoffen Samenvatting hoofdstuk 2 Er zijn verschillende eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen. We noemen deze

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

Kolenvergasser. Kolenvergasser 2009-02-01 hdefc.doc

Kolenvergasser. Kolenvergasser 2009-02-01 hdefc.doc Kolenvergasser 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 Beantwoord de vragen 1 t/m 3 aan de hand van het in bron 1 beschreven proces. Bron 1 De

Nadere informatie

Airco PDF AIRCO PDF. AutobedrijfLeoHoeben. AutobedrijfLeohoeben

Airco PDF AIRCO PDF. AutobedrijfLeoHoeben. AutobedrijfLeohoeben Airco PDF AIRCO PDF AutobedrijfLeoHoeben AutobedrijfLeohoeben Hoe werkt het airco systeem in uw voertuig. Het airco systeem voor auto s bestaat uit een gesloten systeem waarin onder druk een koudemiddel

Nadere informatie

Buisleidingen. Stand van zaken. Margreet Spoelstra RIVM

Buisleidingen. Stand van zaken. Margreet Spoelstra RIVM Buisleidingen Stand van zaken Margreet Spoelstra RIVM Ondergrondse buisleidingen Hogedruk aardgasleidingen Aardolieleidingen Rekenvoorschrift Voorgeschreven software CAROLA SAFETI-NL SAFETI-NL Chemicaliënleidingen

Nadere informatie

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 5,6 15 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 1 stoffen bij elkaar 1.1 waar gaat dit hoofdstuk over? Als je 2 stoffen bij elkaar doet

Nadere informatie

BAKKER-HAVU B.V. Storm van s-gravensandeweg JL WASSENAAR - tel Samenstelling/informatie over de bestanddelen

BAKKER-HAVU B.V. Storm van s-gravensandeweg JL WASSENAAR - tel Samenstelling/informatie over de bestanddelen 1. Identificatie van het product Toepassing Leverancier : bleek : bleekmiddel : Bakker Havu B.V. Storm van s-gravensandeweg 100 2242 JL WASSENAAR - tel. 0252-620443 2. Samenstelling/informatie over de

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

Zitrec TM FC. Product information. 1 Beschrijving. 2 Applicatie

Zitrec TM FC. Product information. 1 Beschrijving. 2 Applicatie 1 Beschrijving Zitrec FC gemengd met de juiste hoeveelheid water is een multifunctionele koudedrager gebaseerd op USP/EP mono propyleenglycol, en bevat uitsluitend FDAgoedgekeurde additieven. Zitrec FC

Nadere informatie