STATEN VAN C' 1 STATEN V AN CURA<;AO ZITTING 2012-2013 - 0 3 2" DnN.: APR. 70{.,3 I No.: LANDSVERORDENING tot aanwijzing van de interne accountant van de Regering van Curayao AANBIEDING No.1 De Regering van Curayao biedt aan de Staten ter goedkeuring aan een ontwerp-landsverordening tot aanwijzing van de interne accountant van de Regering van Curayao. Willemstad, APR 1 0 2013 I De Minister van Financien,
STATEN V AN CURA(:AO ZITTING 2012-2013- 0.32.. LANDSVERORDENING van de houdende de aanwijzing van de interne accountant van de Regering van Curayao ONTWERP NO.2 n'l" NAAM DER KONINGIN! De Gouverneur van Curayao, In overweging genomen hebbende: dat geconstateerd is dat de op de Stichting Overheidsaccountantsbureau betrekking hebbende verordeningen van het voonnalige land Nederlandse Antillen onderscheidenlijk het voonnalige eilandgebied Curayao, opgenomen zijn in de bij artikel I, tweede lid van de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curayao behorende Bijlage A en Bijlage B, waardoor sinds 10 oktober 2010 geen van die verordeningen thans gelding hebben binnen Curayao; dat het gelet op het belang van continulteit in de controle van het financieel beheer van de overheidsfinancien wenselijk IS de Stichting Overheidsaccountantsbureau alsnog als interne accountant van de regering van Curayao aan te wijzen; dat het tevens wenselijk IS regels te stell en met betrekking tot de samenwerking tussen de Regering van Curayao en de Stichting Overheidsaccountantsbureau;
2 Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: Artikel 1 In deze landsverordening wordt onder stichting verstaan: de Stichting Overheidsaccountsbureau. Artikel2 1. De stichting treedt, met uitsluiting van anderen, op als interne accountant ten behoeve van de regering. 2. Voor zover in enige wettelijke regeling niet anders is bepaald, is de stichting mede belast met de controle, bedoeld in artikel 24 van de Landsverordening Algemene Rekenkamer Curayao 1 Artikel3 1. De stichting wordt belast met de volgende taken: a. de controle op het financieel beheer van de overheidsfinancien en overheidseigendommen in de ruimste zin van het woord; b. de controle van de verantwoordingen en jaarrekeningen van de overheid of deze volgens de voorschriften en in overeenstemming met de werkelijkheid zijn opgesteld; c. de controle of het financieel beheer doelmatig wordt gevoerd; d. de ondersteuning bij de inrichting van en het toezicht op de administratieve organisatie en de financiele administratie van diensten, afdelingen, bureaus, bedrijven, instellingen en andere instanties die belast zijn met het financieel beheer; e. de controle die krachtens wettelijke regelingen dient te worden verricht; f. de controle van bedrijven, stichtingen en andere instellingen waarin of waarbij de overheid financieel belang heeft of waaraan de overheid steun, krediet of garantie verleent; I Bijlage h bij A.B. 2010, no. 87.
3 g. het verrichten van onderzoeken voorafgaande aan de onder f bedoelde steunverlening, kredietverschaffing of garantieverlening; h. het verrichten van onderzoeken in opdracht van een of meer ministers ten behoeve van de overheid; 1. het verstrekken van adviezen in de ruimste zin van het woord op financieel, bedrijfseconomisch en (administratief) organisatorisch gebied aan een of meer ministers, bedrijven, stichtingen en andere instellingen waarin of waarbij de overheid financieel belang heeft of waaraan de overheid steun, krediet of garantie verleent. J. het ongevraagd adviseren van een of meer ministers omtrent de wenselijkheid van een bepaald onderzoek. 2. De rapporten betreffende de controle, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot h, geven mede een oordeel over de vraag of: a. de afgelegde rekening en verantwoording in overeenstemming is met de werkelijkheid; b. de gedane uitgaven rechtmatig zijn en in het algemeen of geen uitgaven in strijd zijn met enige wettelijke regeling; c. het financieel beheer doelmatig wordt gevoerd. 3. Aan een rapport als bedoeld in het tweede lid, worden toegevoegd aile bemerkingen en bedenkingen betreffende het gevoerde financieel beheer die in het belang van Curayao nuttig of wenselijk voorkomen. Artikel4 Ten aanzlen van elke controle of adviesopdracht rapporteert de stichting schriftelijk aan de minister onder wiens verantwoordelijkheid deze controle of adviesopdracht valt. Artikel5 1. De Minister van Financien en de stichting overleggen ten minste een keer per drie maanden met elkaar. Doel van dat overleg is de begeleiding van de samenwerking tussen de regering en de stichting, nieuwe ontwikkelingen te stimuleren en eventuele knelpunten op te lossen.
4 2. De stichting pleegt nauw overleg met de Algemene Rekenkamer inzake de aan de stichting opgedragen taak ten aanzien van controle en administratieve organisatie. 3. Van de rapporten omtrent de verrichte controlewerkzaamheden zendt de stichting in tweevoud een afschrift rechtstreeks aan de Algemene Rekenkamer. 4. De stichting en de Algemene Rekenkamer corresponderen schriftelijk over vragen en inlichtingen betreffende de door de stichting ingediende rapporten. Van die correspondentie wordt een afschrift aan de Minister van Financien toegestuurd. Artikel6 1. De personen die werkzaam zijn bij of verb on den zijn aan de stichting, hebben in de uitoefening van hun taak het recht van toegang tot aile plaatsen waar aan de overheid behorende of toevertrouwde gelden of goederen worden bewaard of administratie daaromtrent wordt gevoerd. Die personen hebben het recht alle boeken, verantwoordingen, registers en bescheiden betrekking hebbende op of verband houdende met de overheidsadministraties in te zien. 2. Degenen die zijn belast met de ontvangst, bewaring en afgifte van geldmiddelen, geldswaardige papieren en roerende zaken zijn gehouden aan de in het eerste lid bedoelde personen aile inlichtingen te verstrekken welke die personen met het oog op de richtige uitoefening van hun taak nodig achten. 3. Desgevraagd tonen de personen, bedoeld in het eerste lid, een legitimatiebewijs dat is afgegeven door de Raad van Bestuur van de stichting.
5 Artikel7 De registeraccountants die werkzaam zijn bij of verbonden zljn aan de stichting, zijn gehouden de door de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants en andere van toepassing zijnde officiele instituten vastgestelde gedrags- en beroepsregels in acht te nemen. Artikel8 1. V66r 1 juli van elk jaar stellen de Minister van Financien en de stichting gezamenlijk vast de aard en omvang van de door de stichting aan de regering te leveren diensten en faciliteiten voor het daarop volgende jaar, alsmede de daarvoor verschuldigde vergoeding. 2. De stichting dient jaarlijks v66r 1 september op grond van de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, zijn auditplan en kostenraming voor het daaropvolgende jaar bij de Minister van Financien in. 3. De Minister van Financien stelt uiterlijk een maand voor de aanvang van elk kwartaal een voorschot aan de stichting beschikbaar. Het totaal per jaar beschikbaar te stellen voorschot bedraagt honderd procent (100%) van de vastgestelde vergoeding, bedoeld in het eerste lid. De betaalbaar te stellen voorschotten bed ragen, voor zover nodig in afwijking van de gebruikelijke comptabiliteitsvoorschriften, per kwartaal steeds vijfentwintig pro cent (25%) van het totaalbedrag van de beschikbaar te stellen voorschotten. 4. Per kwartaal zal afrekening op basis van de geldende tarieven van de stichting plaatsvinden door middel van in te dienen declaraties bij de Minister van Financien. 5. De door de stichting ten behoeve van de regering verrichte werkzaamheden die niet zijn opgenomen in het in het tweede lid bedoelde auditplan, worden uitgevoerd op basis van een vooraf opgestelde kostenraming. Betaling geschiedt met inachtneming van de gebruikelijke regels voor het beschikbaar stellen van voorschotten, op basis van de geldende tarieven van de stichting en nadat daartoe declaraties zijn ingediend bij de betrokken minister.
6 Artikel9 Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Publicatieblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 oktober 2010. Gegeven te Willemstad, De Minister van Financien, Uitgegeven de De Minister van Algemene Zaken,
STATEN VAN CURA<;:AO ZITTING 2012-20 13-o.3Lt Landsverordening tot aanwijzing van de interne accountant van de Regering van Cura~ao. MEMORIE V AN TOELICHTING No. 3 I. Aigemeen De Stichting Overheidsaccountantsbureau wordt met de onderhavige ontwerplandsverordening aangewezen als interne accountant van de Regering van Cura~ao. Hiermee wordt een omissie hersteld die is ontstaan met de staatkundige veranderingen die met ingang 10 oktober 2010 zijn ingetreden. In verband met die staatkundige veranderingen zijn er op grond van de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Cura~aol voorzieningen getroffen betreffende de verdere gelding als regelingen van Cura~ao van de onmiddellijk voorafgaande aan die datum in Cura~ao geldende regelingen. Hierbij heeft de continu"iteit van wetgeving en bestuur voorop gestaan. De daarbij gevolgde systematiek is dan ook geweest dat aile op 10 oktober 2010 bestaande regelingen verdere gelding als regelingen van Cura~ao hebben gekregen, met uitzondering van de regelingen waaraan technisch gezien geen behoefte meer bestond omdat er bijvoorbeeld een geheel nieuwe regeling voor in de plaats kwam. De voorheen bestaande regel ingen die sinds 10 oktober 2010 geen verdere geld ing hebben gekregen, zijn opgenomen in de bijlagen, genoemd in artikel 1, tweede lid, van de Aigemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Cura~ao. I Bijlage a bij A.B. 2010, 87.
2 De Stichting Overheidsaccountantsbureau is sinds medio jaren 90 van de vonge eeuw aangewezen als interne accountant van zowel het land Nederlandse Antillen als van het eilandgebied Curaryao. Oat is geschied bij de Landsverordening tot aanwijzing van de interne accountant van de Regering van de Nederlandse Antillen 2 respectievelijk de Eilandsverordening samenwerking met Stichting Overheidsaccountantsbureau 3. Achteraf is pas geconstateerd dat die beide verordeningen ongelukkigerwijze zijn opgenomen in de bovenstaand genoemde bijjagen bij artikel I, tweede lid, van de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaryao (zie biz. 35 van de zogenoemde Bijlage A respectievelijk biz. 55 van de zogenoemde Bijlage B). Uit oogpunt van continu'lteit in de controle op het financieel beheer van de overheidsfinancien wordt deze vergissing nu in formele zin rechtgetrokken. Van het bestaan van een vergissing blijkt ook uit de toelichting op de artikelen 22 en 24 van de Landsverordening Aigemene Rekenkamer Curarya0 4. In die toelichting wordt de Stichting Overheidsaccountantsbureau omschreven als het belangrijkste interne controleorgaan van de overheid. Vanaf 10 oktober 2010 is de Stichting Overheidsaccountantsbureau de facto en op de gebruikelijke wijze blijven functioneren als interne accountant. Eveneens op de gebruikelijke wijze is aan die stichting voor die dienstverlening een vergoeding betaald. 2. Financiele paragraaf De bijdrage van de overheid aan de Stichting Overheidsaccountantsbureau is gebaseerd op het in artikel 8, tweede lid, van het ontwerp genoemde auditplan, datjaarlijks ingediend moet worden bij de minister, belast met financiele aangelegenheden. Oat plan wordt vervolgens met wederzijdse goedkeuring vastgesteld. Voor de bijdrage ad NAf6.100.000,- in het dienstjaar 2012 is een voorziening getroffen op het begrotingspostnummer 199007.4467 "Overig uitbesteed werk". 2 P.B. 1994, no. 102. 3 A.B. 1993, no. 51. 4 Bijlage h bij A.B. 2010, 87.
3 3. Advies Raad van Advies De Raad van Advies heeft op 22 januari 2013 ter zake de onderhavige ontwerplandsverordening advies (RvA no. RA/36-12-LV) uitgebracht. De Raad van Advies had geen inhoudelijke opmerkingen op het ontwerp en bijbehorende memorie van toelichting. Het ontwerp is derhalve niet gewijzigd. Met de wetstechnische en redactionele opmerkingen is rekening gehouden in de ontwerp-iandsverordening en de memorie van toelichting. 4. Artikelsgewijze toelichting Artikel2 In dit artikel wordt de Stichting Overheidsaccountantsbureau als interne accountant van de Regering van Curayao aangewezen. Daarbij is aansluiting gezocht bij de Landsverordening Algemene Rekenkamer Curayao, door te bepalen dat met degene die belast is met het verrichten van de controle, bedoeld in artikel 24, eerste lid van die landsverordening, de Stichting Overheidsaccountantsbureau wordt bedoeld. Daarenboven worden dezelfde taken zoals die voorheen in diverse wettelijke regelingen aan de landsaccountant opgedragen waren, aan de Stichting Overheidsaccountantsbureau toegekend. Artikel3 In dit artikel worden de taken waarmee de Stichting Overheidsaccountantsbureau ten behoeve van de Regering van Curayao is belast opgesomd. Artikelen 4 In dit artikel is de rapportageplicht met betrekking tot elke controle dan wei adviesopdracht geregeld. Artikel5 In dit artikel worden de regels gegeven voor de samenwerking tussen de Regering van Curayao en de Stichting Overheidsaccountantsbureau.
4 Artikel6 In dit artikel worden de bevoegdheden van de werknemers van de Stichting Overheidsaccountantsbureau geregeld opdat zij op doelmatige wijze de opgedragen taken kunnen vervullen. Artikel 8 Dit artikel regelt de vergoeding aan de Stichting Overheidsaccountantsbureau en de financiele afspraken tussen de Regering van Cura9ao en de Stichting Overheidsaccountantsbureau. In het derde lid van dit artikel wordt de betal ing van de vergoeding aan de Stichting Overheidsaccountantsbureau middels een voorschot geregeld. Op grond van artikel 30, tweede lid van de Comptabiliteitslandsverordening S kunnen voorschotten aan aannemers en leveranciers slechts worden verleend tot een bedrag van viervijfde gedeelte ter waarde van hetgeen door hen bereids is opgeleverd, zonder dat daarop een definitieve betaling is gevolgd. Ingevolge het derde lid van dit artikel wordt, in afwijking van de Comptabiliteitslandsverordening, per kwartaal vijfentwintig procent van het totaalbedrag van de in dat jaar beschikbaar te stellen voorschotten betaalbaar gesteld. De n Financien, 5 P.B. 1953, no. I.
Raad van Advies van Cura~ao Aan Zijne Gouverneur van Amsterdam 1 d.d. "Gez.EN" GOUVERNEUR VAN CURACAO Ontwerplandsverordening houdende de aanwijzing van de interne accountant (zaaknummers 2012/014677 en 201 5248) verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 21 november 2012 om het oordeel van Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 21 januari 2013, bericht de u als voigt. Bestudering van het onderhavige ontwerp en bijbehorende memorie van toelichting alsmede overige bij adviesverzoek gevoegde stukken, geeft Raad geen tot het van inhoudelijke opmerkingen. de regering in overweging om in te stemmen met ontwerp. Voor wetstechnische en redactionele opmerkingen verwijst de naar de bij dit advies behorende bijlage integraal onderdeel hiervan uitmaakt. op artikel zesde lid, onder b, van Landsverordening van is de Raad van oordeel dat openbaarmaking van dit advies achterwege dient te blijven. Willemstad, 22 januari 2013 de Ondervoorzitter.,! Architectenweg 1, Cura<;ao, Tel: (5999) 461 2678, Fax (5999) 465 2676, e-mail: rvadvies@gobiernu.cw www.raadvanadvies.cw
SWage behorende bii het advies van de Raad van Advies, RvA no. RA/36-12-LV Zowel het ontwerp als de memorie van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden. a. Het ontwerp 1. Het opschrift De Raad adviseert de regering om bij de formulering van het opschrift van het ontwerp aan te sluiten bij de benaming van de vervallen landsverordening "Landsverordening tot aanwijzing van de interne accountant van de Regering van de Nederlandse Antillen ". 2. De considerans De Raad adviseert de regering om de considerans zo kort mogelijk te houden. Ook adviseert de Raad om de juiste aanhaling van de daarin genoemde wettelijke regeling te gebruiken. In de considerans dient daarom "Iandsverordening Aigemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curac;ao" vervangen te worden door "Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curac;ao". 3. Woordgebruik De Raad adviseert de regering in de laatste volzin van artikel 8, derde lid, de zinsnede "25 ten honderd" te vervangen door "vijfentwintig procenf'. 4. De aanduiding "Minister van Financien" In het ontwerp wordt in verschillende artikelen steeds de benaming "minister, belast met financiele aangelegenheden" gehanteerd. De Raad adviseert de regering om in artikel 1 het woord "Minister" te definieren als "de Minister van Financien" en de eerstgenoemde benaming telkens te vervangen door "Minister van Financien". b. De memorie van toelichting 1. Verwijzing naar de toelichting van vervallen regelingen In de artikelsgewijze toelichting in de memorie van toelichting bij het ontwerp wordt vermeld dat voor de toelichting bij de artikelen die ongewijzigd zijn overgenomen kortheidshalve verwezen wordt naar de memorie van toelichting bij de per 10 oktober 2010 vervallen landsverordening (P.B. 1994, no. 102) respectievelijk eilandsverordening (A.B. 1993, no. 51). De Raad acht het uit het oogpunt van zelfstandige leesbaarheid van de memorie van toelichting gewenst dat de toelichting op de onderscheiden artikelen in het ontwerp inhoudelijk wordt uitgeschreven. De Raad adviseert de regering de memorie van toelichting met inachtneming van het bovenstaande aan te passen. 2. Aanhaling en verwijzing naar wettelijke regelingen De Raad adviseert de regering om in de mehnorie van toelichting de juiste aanhaling van de daarin genoemde wettelijke regelingen te gebruiken. De Raad noemt het volgende voorbeeld. In de tweede volzin in het eerste tekstblok van de tweede pagina van de memorie van toelichting dient "Iandsverordening" vervangen te worden door "Landsverordening tot aanwijzing van de interne accountant van de regering van Curac;ao". RvA no. RA/36-12-LV
Voorts wordt in tweede tekstblok van het algemeen gedeelte van de memorie van toelichting verwezen naar "additioneel artikel I van Staatsregeling van CuraQao". Oit is de grondslag voor de totstandkoming van de Aigemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land CuraQao. De adviseert regering direct naar laatstgenoemde landsverordening te verwijzen in plaats van naar "additioneel artikel I van Staatsregeling van CuraQao". RvA no. RA/36-12-LV II