Voorbereiding op de operatie en anesthesie



Vergelijkbare documenten
H Anesthesie Ruggenprik

Preoperatief spreekuur. Voorbereiding op de operatie en anesthesie

Anesthesie. Inleiding. De anesthesioloog. Verschillende soorten anesthesie. Welke vorm van de verdoving is voor u geschikt?

Anesthesiologie. Patiënteninformatie. Anesthesie. Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan. Slingeland Ziekenhuis

Anesthesie informatie

Zo krijgt de anesthesioloog een indruk van uw gezondheidstoestand.

Anesthesie. Preoperatief spreekuur Voorbereiding op de operatie en anesthesie

H Anesthesie Plexus blokkade

Informatie over uw anesthesie

Informatie voor patiënten die een algehele anesthesie ondergaan

Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan

MEDISCH CENTRUM WAALRE

Anesthesiologie. Anesthesie. Informatie voor patiënten die een algehele of regionale anesthesie ondergaan

Algehele of regionale anesthesie

Anesthesie. Preoperatieve polikliniek. De anesthesioloog

Algemene voorlichting over narcose en verdoving. polikliniek anesthesie

VOORBEREIDING OP UW OPERATIE

1. Verschillende vormen van anesthesie Algehele anesthesie Plaatselijke anesthesie Naar huis Complicaties en bijwerkingen 5

Anesthesie. Indien u in de ochtend nog medicatie in moet nemen, dan kunt u dat doen tot 2 uur voor de operatie met een paar slokjes water.

Welkom met uw kind op de afdeling Dagbehandeling

Welkom voor een dagopname op de kinderafdeling

Narcose (algehele anesthesie) of regionale anesthesie. Poli Preoperatieve Screening

Anesthesie. S.v.p. de dag vóór de opname nogmaals doorlezen

anesthesie en pijnbestrijding

Anesthesiologie. De anesthesioloog overlegt met u welke vorm van anesthesie het meest geschikt is voor u.

Voorbereiding op de operatie en anesthesie Preoperatief spreekuur

Oncologie. Preoperatief spreekuur Voorbereiding op de operatie en anesthesie

Patienteninformatie: Onder anesthesie?

Anesthesie bij een nier of (nier) pancreas transplantatie

Als u een ingreep onder anesthesie moet ondergaan

Anesthesiologie. patiëntenvoorlichting

Als u na het lezen nog vragen heeft, stel die dan gerust aan de anesthesist of de verpleegkundige.

Anesthesiologie & Pijngeneeskunde. Anesthesie.

Als u na het lezen nog vragen heeft, stel die dan gerust aan de anesthesist of de verpleegkundige.

patiënteninformatie anesthesie

Anesthesie bij kinderen

Anesthesie. Anesthesiologie

Sedatie met propofol. Afdeling anesthesiologie. gemini-ziekenhuis.nl

Narcose (algehele anesthesie) of regionale anesthesie. Poli Preoperatieve Screening Route 35

Algemene voorlichting narcose en verdoving

ANESTHESIOLOGIE. Onder anesthesie. Informatie over narcose, de ruggenprik en andere mogelijkheden van verdoving

Anesthesiologie volwassenen

adviezen na een hernia-operatie anesthesie ZorgSaam

Anesthesie voor kinderen. Informatie voor ouders

Patienteninformatie: Onder anesthesie?

Als alles in orde is, wordt dit doorgegeven aan Bureau Opname. Zodra uw opnamedatum bekend is, krijgt u bericht van Bureau Opname.

PRE-OPERATIEVE POLIKLINIEK. Tel: N Diensthoofd Anesthesie - Reanimatie

Informatie over narcose, de ruggenprik en andere mogelijkheden van verdoving. Onder Narcose?

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Anesthesiologie. rkz.nl

Anesthesie. Anesthesie. Afdeling anesthesiologie. Afdeling anesthesiologie

Patiënteninformatie. Preoperatief centrum

De afdeling Dagbehandeling

INFOINFO INFOINF. Koningin Julianaplein DV Zaandam Telefoon (075) afdeling Communicatie

Inleiding Voorbereiding op de operatie De ingreep Na de ingreep Is narcose veilig? Naar huis 8. Vragen?

Onderzoek voorafgaand aan een operatie

Neemt u deze folder en een geldig legitimatiebewijs mee naar uw afspraken met de anesthesioloog en de informatieverpleegkundige

anesthesie en pijnbestrijding kinderen

anesthesie en pijnbestrijding

Onderzoek voorafgaand aan een operatie

Deze informatie is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie waaraan geen rechten kunnen worden ontleend.

Anesthesie. Anesthesiologie. Anesthesie. Algehele of regionale. De anesthesioloog

Als u een MRI onderzoek onder anesthesie moet ondergaan

Anesthesie bij kinderen

Anesthesiologie en pijnbestrijding. Informatiefolder anesthesie

Anesthesie bij volwassenen

Anesthesiologie Informatie rondom sedatie gepland

Anesthesie & Pijnbestrijding

Anesthesie. Anesthesiologie

Coiling van een aneurysma in het hoofd

Welkom op de afdeling Dagbehandeling Locatie Dordwijk en Zwijndrecht Informatie voor volwassenen

Voorlichting rondom de operatie voor kinderen

Anesthesie. Anesthesiologie

Anesthesie bij jongeren

Anesthesie bij jongeren

Operatie bij vernauwing plasbuis

Welkom met uw kind op de afdeling Dagbehandeling Locatie Amstelwijck

Patiënteninformatie. Preoperatieve poliklinieken

Welkom met uw kind op de afdeling ODZ. Locatie Zwijndrecht

Anesthesie volwassenen

Algehele anesthesie met zenuwblokkade (plexus)

PATIËNTENFOLDER Anesthesie

H Anesthesie en opname bij kinderen

Ruggenprik. 1 Anesthesie en pijnbehandeling. 2 Over regionale anesthesie

Anesthesie. Algemene informatie

Ruggenprik tijdens de bevalling

Anesthesie & Pijnbestrijding

Procedurele sedatie en/of analgesie

H Verwijderen van pennen, schroeven, platen (volwassenen)

Matige tot diepe sedatie

Plaatsen van een PEG-katheter

ANESTHESIEBROCHURE. - Patiëntinformatie -

Operatie bij vernauwing van de plasbuis

Het verwijderen van een nier

Behandeling met botulinetoxine bij overactieve blaas

Anesthesie bij kinderen. Poli Preoperatieve Screening

Hernia in de borstwervelkolom

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Verdoving Algehele en regionale anesthesie

Informatiefolder anesthesie

Angiografie. Dotteren of stenten van bloedvaten. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Transcriptie:

Voorbereiding op de operatie en anesthesie Preoperatief spreekuur Informatie voor patiënten Dit boekje meenemen bij uw afspraak op: om uur F0125-2140 december 2013 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44 MCH Westeinde, Lijnbaan 32, Postbus 432, 2501 CK Den Haag 070 330 20 00

Inleiding Uw behandelend arts heeft samen met u besloten dat u geopereerd wordt. Een goede voorbereiding op uw operatie en opname is belangrijk. Deze voorbereiding start bij de preoperatieve polikliniek en bestaat onder andere uit een aantal gesprekken. Het doel hiervan is om in een zo vroeg mogelijk stadium uw gegevens te verzamelen en vast te leggen. Tevens krijgt u alle belangrijke informatie met betrekking tot de voorbereiding op uw operatie. Soms is het nodig aanvullende onderzoeken te doen en uw conditie te verbeteren. Dit is nodig zodat u in de best mogelijke conditie voor de operatie bent. In deze folder vindt u informatie over: - de voorbereiding op de operatie; - anesthesie (narcose of verdoving) en; - de gang van zaken op de operatiedag. Als u na het lezen nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust aan uw behandelend specialist, de anesthesioloog of de verpleegkundige. Op de laatste pagina s vindt u een overzicht van alle belangrijke afspraken die met u worden gemaakt. Lees deze afspraken in de dagen voor de operatie goed door. Als u de gemaakte afspraken niet naleeft moet de operatie misschien worden uitgesteld. Dit kan betekenen dat de operatie niet door kan gaan op de geplande dag. Bewaar de folder goed en neem deze mee wanneer u wordt opgenomen. Voor vragen over uw opname of operatieplanning: MCH Westeinde: (070) 330 32 00 MCH Antoniushove: (070) 357 41 44 Het opnamebureau is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 tot 16.00 uur. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 2

Bereikbaarheid preoperatieve polikliniek In MCH Westeinde op de begane grond in de centrale hal tegenover de inschrijfbalie (C00-072) Telefoon: (070) 330 28 78 In MCH Antoniushove op de begane grond in het D gebouw (D00-090) Telefoon: (070) 357 42 50 De preoperatieve polikliniek is geopend op maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.30 uur. Het preoperatieve spreekuur U meldt zich bij de secretaresse van de preoperatieve polikliniek om een afspraak te maken voor een aantal voorbereidende gesprekken. Vaak kunt u voor dezelfde dag al een afspraak maken. Als het erg druk is of het u beter uit komt, kunt u een afspraak maken voor een andere dag en tijdstip. U krijgt bij de balie een vragenlijst die u moet invullen voordat u de gesprekken heeft. De voorbereiding verloopt over het algemeen als volgt: Gesprek over uw medicijngebruik met de apothekersassistente. Vraaggesprek aan de hand van de ingevulde vragenlijst en lichamelijk onderzoek door de medewerker van de preoperatieve polikliniek (POS-medewerker). Gesprek met de anesthesioloog en afspreken welke anesthesietechniek gebruikt wordt. Verpleegkundig spreekuur (VSU): gesprek met de verpleegkundige. Eventueel aanvullend onderzoek. Bureau opname: informatie over de datum of de termijn waarop u geopereerd gaat worden. Alle gesprekken zijn op de preoperatieve polikliniek en worden in principe achter elkaar gepland. Als er aanvullende onderzoeken nodig zijn, kan het zijn dat u naar een andere afdeling doorgestuurd wordt. De totale duur van de gesprekken samen is minimaal 45 minuten. Dit is afhankelijk van uw situatie en gezondheidstoestand, de aard van de ingreep en Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 3

de drukte op de polikliniek. Wij adviseren u om iemand mee te nemen. U kunt dan later met elkaar de ontvangen informatie bespreken. Verhinderd Bent u voor een gemaakte afspraak verhinderd? Belt u dan zo spoedig mogelijk met de preoperatieve polikliniek om uw afspraak af te zeggen. U kunt meteen een nieuwe afspraak maken. Het MCH behoudt zich het recht voor u de kosten in rekening te brengen, als u uw afspraak niet tenminste 24 uur van te voren afzegt. Situaties waarbij u direct contact op moet nemen Meestal zit er enige tijd tussen het preoperatieve spreekuur en de ingreep. Als er in deze periode iets verandert met uw gezondheid, of in uw situatie moet u dit doorgeven. U moet dit melden bij de polikliniek van de specialist die u gaat opereren. Het kan namelijk gevolgen hebben voor uw behandeling. Soms is het nodig om een nieuwe afspraak voor de operatie te maken. Indien nodig, krijgt u dan opnieuw een afspraak bij de preoperatieve polikliniek. Bij de volgende omstandigheden moet u contact opnemen: U bent een behandeling bij een andere medisch specialist begonnen. U bent in een ziekenhuis opgenomen geweest. U bent andere medicijnen gaan gebruiken. Er is een verhoogde bloeddruk geconstateerd. Als u zwanger bent of denkt dit te zijn. Als u bij een spoedeisende hulp bent geweest. Als u in de dagen voor of op de dag van de operatie koorts of een ernstige verkoudheid heeft, moet u dit direct doorgeven. U neemt hiervoor contact op met de afdeling waar u opgenomen zou worden op de dag van de operatie. Soms kan de operatie daardoor niet doorgaan omdat dit onnodige risico s met zich mee kan brengen. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 4

De voorbereidende gesprekken Het preoperatief spreekuur bestaat uit een paar gesprekken met verschillende medewerkers. Wat u tijdens deze gesprekken kunt verwachten en waar ze over gaan, leest u in het volgende stuk. Vragenlijst Als u de afspraak bij de preoperatieve polikliniek maakt, krijgt u van de secretaresse een vragenlijst. Hierin worden vragen gesteld over uw gezondheid. Deze informatie gebruiken de POS-medewerker en de anesthesioloog voor hun spreekuur. Het is de bedoeling dat u deze vragenlijst invult voordat de gesprekken beginnen. U levert deze bij de secretaresse weer in. Bij sommige patiënten is aanvullend onderzoek nodig zoals bijvoorbeeld een hartfilmpje (ECG) of een bloedonderzoek. De secretaresse vertelt u wanneer en bij welke afdeling u dit kunt laten doen. Inventarisatie medicijngebruik Voor de operatie en tijdens de opname is het belangrijk te weten welke medicijnen u gebruikt. Sommige medicijnen moet u tijdig stoppen voor de operatie. Bij het gebruik van andere medicijnen is het juist van belang ze te blijven gebruiken, ook wanneer u opgenomen bent in het ziekenhuis. Soms zijn mensen allergisch voor bepaalde medicijnen die tijdens of na de operatie worden voorgeschreven. Uw arts moet dit vooraf weten om te voorkomen dat een allergische reactie optreedt. U start daarom met een gesprek met de apothekersassistente. Deze zal de medicijnen en voorgeschreven doseringen controleren bij uw eigen apotheek. Het doel hiervan is dat het ziekenhuis over de juiste gegevens beschikt. Voor het opvragen van uw gegevens zal vooraf om uw toestemming worden gevraagd. Wij verzoeken u om de doosjes van alle medicijnen die u gebruikt mee te brengen naar het preoperatieve spreekuur. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 5

Doornemen van de vragenlijst en lichamelijk onderzoek De POS-medewerker voert bij u een lichamelijk onderzoek uit. Dit onderzoek bestaat uit: - onderzoek van hart en longen, - het meten van lengte, gewicht en bloeddruk, - het opnemen van de pols. De POS-medewerker stelt u, mede aan de hand van de door u ingevulde vragenlijst, een aantal vragen over uw gezondheid. Gesprek met de anesthesioloog Tijdens het bezoek aan de preoperatieve polikliniek maakt u kennis met één van de anesthesiologen. De anesthesioloog is een medisch specialist die zich heeft toegelegd op de verschillende vormen van anesthesie, de pijnbestrijding en de intensieve zorg rondom een operatie. De anesthesioloog is op de hoogte van uw behandeling. Hij of zij zal u vragen stellen over uw gezondheid en uw eventuele medicijnen en allergieën. Ook kunt u vragen verwachten over eerdere operaties en hoe u op de anesthesie heeft gereageerd en of er andere bijzonderheden waren. Zo krijgt de anesthesioloog een indruk van uw algehele gezondheidstoestand. Dit is nodig om uw operatie zo veilig mogelijk te laten verlopen. Tijdens dit gesprek zal de anesthesietechniek met u worden afgesproken. Meestal is deze anesthesioloog niet degene die u tijdens uw operatie zal begeleiden. De anesthesioloog, die uw operatie daadwerkelijk zal begeleiden, kan mogelijk redenen hebben om af te wijken van de afgesproken anesthesietechniek. Dit kan in een enkel geval gebeuren De uitvoerend anesthesioloog is verantwoordelijk voor de uiteindelijk geleverde, anesthesiologische zorg. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 6

Welke vorm van anesthesie is voor u geschikt Er bestaan verschillende soorten van anesthesie of verdoving. De meest bekende is de algehele anesthesie of narcose. Hierbij wordt het hele lichaam verdoofd en bent u tijdelijk buiten bewustzijn. Bij regionale anesthesie wordt een gedeelte van het lichaam (zoals één arm, één been of het hele onderlichaam) tijdelijk gevoelloos gemaakt. Bij regionale anesthesie blijft u tijdens de operatie in principe wakker. Wel kunt u als u dit wilt een licht slaapmiddel krijgen. U ziet niets van de operatie omdat het deel van uw lichaam dat geopereerd wordt met doeken wordt afgedekt. Bij een kijkoperatie is het soms mogelijk om via een monitor mee te kijken. Welke anesthesie voor u het meest geschikt is hangt af van het soort operatie, uw lichamelijke conditie en uw persoonlijke voorkeur. De anesthesioloog bepaalt samen met u de meest geschikte anesthesietechniek. In deze folder vindt u informatie over de verschillende anesthesietechnieken en anesthesie bij kinderen. Verpleegkundig spreekuur Tijdens het verpleegkundig spreekuur informeert de verpleegkundige u over: De behandeling, de opname en de gang van zaken op de operatiedag. Het verblijf in het ziekenhuis en op de verpleegafdeling. Hoe u zelf kunt bijdragen aan een goed verloop van de behandeling. Eventueel in te schakelen hulp na ontslag uit het ziekenhuis. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 7

De dag van de operatie Voorbereiding op de operatie Het is belangrijk dat u voor de operatie nuchter bent. Dit is in uw eigen belang want als u niet nuchter bent kunt u gaan braken tijdens de operatie. Er kunnen dan complicaties optreden. Als u niet nuchter bent zal de operatie worden uitgesteld. Dit kan ertoe leiden dat de operatie niet door kan gaan op de geplande dag. Nuchter blijven betekent voor volwassenen en kinderen zwaarder dan 5 kg: Tot 6 uur vóór het tijdstip van opname mag u gewoon eten en drinken. Tot 2 uur vóór het tijdstip van opname mag u alleen nog heldere dranken drinken. (Heldere dranken zijn: water, thee en koffie zonder melk, heldere vruchtensappen en aanmaaklimonade). Binnen de laatste 2 uur vóór de operatie is het absoluut niet toegestaan iets te eten of te drinken. Als u één of meerdere dagen voor de operatie wordt opgenomen, volg dan de aanwijzingen van de verpleegkundigen. Voor de operatie dient u: Geen nagellak en make-up te gebruiken. Sieraden zoals horloge, ringen en armbanden af te doen. Om te voorkomen dat sieraden kwijt raken of gestolen worden, kunt u deze beter thuis laten. Piercings in de mond en/of het operatiegebied te verwijderen. Geen bodylotion of olie te gebruiken op de ochtend van de operatie. Uw bril en eventueel losse gebitsonderdelen of gebitsprothese moet u op de verpleegafdeling achter laten. In plaats van een pyjama krijgt u een operatiehemd aan. Soms wordt u geschoren op de plaats waar u geopereerd wordt. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 8

De operatie Het MCH doet er alles aan om u zo goed mogelijk voor te bereiden. Maar het tijdstip van de operatie kan vooraf niet precies aangegeven worden. Op het moment van opname kan een schatting van het tijdstip gegeven worden. Voor uw operatie brengt de afdelingsverpleegkundige u naar het operatiekamercomplex. Hier zal een aantal zaken opnieuw besproken en gecontroleerd worden. Daarna wordt u aangesloten aan de monitor als extra controle voor de operatie. Ook krijgt u een infuus. Hierna zult u meestal even moeten wachten, tot de anesthesiemedewerker u naar de operatiekamer brengt. In de operatiekamer maakt u kennis met het operatieteam. Dit team bestaat uit de operateur en de anesthesioloog. Verder bestaat het team uit een anesthesiemedewerker en vaak twee operatieassistenten. Daarnaast kunnen er arts-assistenten en coassistenten bij uw operatie aanwezig zijn. In de operatiekamer wordt voor uw veiligheid eerst de Time-out procedure verricht. Hierbij zult u uw naam en geboortedatum moeten noemen om uw identiteit vast te stellen. Ook worden een aantal zaken met betrekking tot uw gezondheid en de operatie nogmaals besproken met u en het gehele operatieteam. Pas als hier geen afwijkende zaken worden geconstateerd en het voor iedereen duidelijk is welke operatie verricht gaat worden, wordt de met u afgesproken anesthesietechniek uitgevoerd en kunt u worden geopereerd. Rondom en tijdens de operatie is de anesthesioloog of zijn assistent (de anesthesiemedewerker) voortdurend bij u om u te begeleiden en te bewaken. Uw vitale functies zoals bijvoorbeeld hartritme en bloeddruk worden continu bewaakt. Als het nodig is kan de anesthesioloog op ieder gewenst moment tijdens de operatie, de anesthesie aanpassen. Ook zorgt de anesthesioloog ervoor dat uw vochtgehalte op peil blijft en dat u als dat nodig is een bloedtransfusie krijgt. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 9

Na de operatie Na de operatie brengen de anesthesioloog en/of de anesthesiemedewerker u naar de uitslaap- of verkoeverkamer. Dit is een aparte ruimte in het operatiekamercomplex. Gespecialiseerde verpleegkundigen zien er hier op toe dat u veilig en rustig bijkomt van de operatie. Hier wordt u weer aangesloten op de bewakingsapparatuur. Het is mogelijk dat u extra pijnstilling en eventueel middelen tegen de misselijkheid krijgt. Ook kunt u korte tijd extra zuurstof krijgen. U blijft op de verkoeverkamer totdat de anesthesioloog ervan overtuigd is dat u voldoende bent bijgekomen van de anesthesie, uw situatie bij controle stabiel is, en u veilig naar de verpleegafdeling terug kunt. Op de verpleegafdeling kunt u weer bezoek ontvangen. Soms is het door uw gezondheidstoestand of de aard van de ingreep nodig dat uw vitale functies na de operatie langer bewaakt moeten worden. In dit geval wordt u na de operatie opgenomen op de afdeling Intensive Care. Adviezen voor thuis Als u nog dezelfde dag naar huis mag, dient u te zorgen voor goede begeleiding tijdens het vervoer naar huis. Ook thuis heeft u begeleiding nodig. Regel vervoer per taxi of eigen auto, maar rijd niet zelf! Doe het de eerste 24 uur rustig aan, bestuur geen machines en neem geen belangrijke beslissingen. Drink en eet met mate en gebruik geen alcohol. Het is heel gewoon dat u zich na een operatie nog een tijdlang niet fit voelt. Dat ligt niet aan de anesthesie maar aan de ingrijpende gebeurtenis die iedere operatie nu eenmaal is. Het lichaam moet zich in eigen tempo herstellen en dat heeft zijn tijd nodig. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 10

Pijnbestrijding na een operatie Veel mensen zijn bang voor pijn na een operatie. Maar dat is niet het enige dat vervelend is van pijn. Pijn na de operatie kan slecht zijn voor uw herstel. Daarom wordt er alles aan gedaan om uw (eventuele) pijn zo goed mogelijk te bestrijden. In ons ziekenhuis zijn afspraken gemaakt over de behandeling van pijn na een operatie. In deze folder leest u op welke manier dat gebeurt en hoe u hieraan kunt meewerken. Pijn na de operatie De meeste mensen hebben pijn na een operatie. Dat komt doordat weefsel beschadigd is. Pijn is een teken dat u rust moet nemen. Het kan u zelfs dwingen om stil te blijven liggen. Door de pijn kunt u soms niet diep ademhalen en ook niet goed hoesten. Dit is niet bevorderlijk voor een snel herstel. Het voordeel van goede pijnbestrijding Goede pijnbestrijding heeft veel voordelen. Wanneer u minder pijn heeft na de operatie, kunt u beter slapen, eten en drinken. Ook uw hart en longen werken beter, u bent minder moe en u heeft meer energie. Dit helpt om sneller te herstellen. Pijnmeting Veel mensen vinden het moeilijk om aan anderen te vertellen hoeveel pijn ze hebben. Dat is begrijpelijk, een ander kan uw pijn niet voelen. Daarom wordt hiervoor een pijnmeetlatje gebruikt. Hierop kunt u zelf aangeven hoeveel pijn u heeft. De verpleegkundige zal u tenminste viermaal per dag vragen op het pijnmeetlatje aan te geven hoeveel pijn u heeft. Afbeelding 1: pijnmeetlatje om de pijn die wordt ervaren uit te drukken Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 11

Hoe gebruikt u dit pijnmeetlatje? U krijgt bij het openen van het meetlint twee balken te zien. De balk die van wit naar donkerrood kleurt, verdient de voorkeur om te gebruiken (onderste balk). U moet aangeven hoeveel pijn u heeft. Naarmate de vakjes roder worden, des te meer pijn u heeft. Indien dit voor u onduidelijk is, is het mogelijk de gezichtjes, die afgebeeld staan in de bovenste balk, te gebruiken. Onderaan de meetlint staat de pijnscore aangegeven van 1 tot 10.Hiermee kan de verpleegkundige aflezen hoeveel pijn u heeft en zien of u wellicht (extra) pijn-medicatie nodig heeft. Pijnbestrijding Om de pijn te bestrijden krijgt u op vaste tijdstippen Paracetamol en meestal ook Diclofenac (Voltaren). Dit is de gebruikelijke pijnmedicatie in ons ziekenhuis. Wij raden u aan deze medicijnen in te nemen, ook als u op dat moment niet veel pijn heeft. In veel gevallen wordt samen met Diclofenac ook een middel gegeven om de maagwand te beschermen. De anesthesioloog kijkt of u daarnaast nog een extra pijnstilling nodig heeft. Indien dat het geval is, dan is dat meestal een injectie met morfine. Morfine is een sterke pijnstiller. Daar kunt u wat duizelig of misselijk van worden. U hoeft niet bang te zijn dat deze pijnstiller slecht is voor uw gezondheid. U krijgt hier niet te veel van. De verpleegkundige zal een uur nadat u de injectie met morfine gekregen heeft, opnieuw vragen hoeveel pijn u heeft. U geeft dat weer aan op het pijnmeetlatje. Wisseling in pijn Als u op meerdere plaatsen pijn heeft, moet u op het pijnmeetlatje aangeven welke pijn het ergst is. Dat is meestal de pijn die ontstaan is als gevolg van de operatie. Als u alleen pijn heeft op bepaalde momenten, bijvoorbeeld bij het bewegen, diep ademhalen, hoesten of bij de verzorging kunt u dat aan de verpleegkundige vertellen. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 12

Belangrijk Bij pijn hoeft u niet te wachten tot de verpleeg kundige bij u aan bed komt voor de pijnmeting. Als u pijn heeft, kunt u het beste meteen om pijnstilling vragen. Hoe langer u wacht, hoe moeilijker het is de pijn te bestrijden. Ook is het belangrijk dat u meldt of de pijnstillers goed, of juist niet goed helpen. Dan kan zo nodig de dosering of het soort pijnstilling veranderd worden. Tenslotte is het belangrijk dat u eventuele allergieën duidelijk heeft vermeld bij het opnamegesprek. Misselijkheid Sommige mensen voelen zich na een operatie misselijk of zij moeten overgeven. Hiervoor zijn verschillende oorzaken. De ene persoon is hiervoor gevoeliger dan de andere. Het misselijk zijn kan ook samenhangen met het soort operatie of het narcosemiddel dat voor de operatie is gebruikt. Vertel de verpleegkundige als u last heeft van misselijkheid of last blijft houden. Misselijkheid is goed te behandelen. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 13

De verschillende anesthesietechnieken Algehele anesthesie of narcose Voordat u de narcosemiddelen krijgt toegediend, wordt de bewakingsapparatuur aangesloten. U krijgt plakkers op de borst om de hartslag (ECG) te meten en een klemmetje of hulsje op uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren. De bloeddruk wordt aan de arm gemeten. Indien u nog geen infuus heeft gekregen, wordt dit alsnog gedaan. Via het infuus spuit de anesthesioloog de narcosemiddelen in. In eerste instantie zult u zich wat draaierig en duizelig voelen. Daarna valt u binnen een minuut in slaap. Kleine kinderen worden soms in slaap gemaakt met een kapje, waarover later in deze folder meer. Om de ademhaling tijdens de anesthesie te kunnen controleren en de luchtweg veilig te stellen, wordt in veel gevallen een plastic buisje in de keel gebracht. Dit gebeurt voordat de operatie begint. Daar zult u niets van merken; u bent immers onder narcose. Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog of zijn assistent voortdurend bij u. De anesthesioloog en zijn assistent bewaken en besturen tijdens de operatie de functies van uw lichaam. Dankzij de bewakingsapparatuur kan precies worden vastgesteld hoe uw lichaam op de operatie en de anesthesie reageert. De ademhaling en de bloedsomloop kunnen als dat nodig is worden bijgestuurd. U krijgt medicijnen toegediend om de narcose te onderhouden en de pijn na de operatie te verlichten. Het wakker worden uit de narcose Als de operatie beëindigd is wordt u wakker gemaakt. U kunt zich na de operatie nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Mogelijk krijgt u kort na de operatie wat extra zuurstof toegediend. Als de narcose is uitgewerkt, kunt u pijn krijgen in het deel van uw lichaam dat geopereerd is. Door de operatie en de anesthesiemiddelen kan er misselijkheid optreden. Het kan zijn dat u moet braken. Dit kan ook het gevolg van de operatie zijn. De medewerker van de verkoeverkamer (uitslaapkamer) kan u middelen tegen de pijn en misselijkheid geven. U mag daar ook gerust om vragen. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 14

Bijwerkingen van de narcose Terug op de afdeling kunt u zich nog steeds wat slaperig voelen. U kunt ook misselijk zijn moeten braken. En u kunt pijn krijgen. De verpleegkundigen kunnen u hiervoor medicijnen geven. Dit gebeurt de eerste dag in opdracht van de anesthesioloog. Hebt u een scherp of kriebelig gevoel achterin de keel, dan komt dat door het eerder genoemde buisje. Dit heeft tijdens de operatie in uw keel gezeten om uw luchtweg vrij te houden en uw ademhaling te kunnen controleren. Deze irritatie verdwijnt vanzelf binnen één à twee dagen. Veel mensen hebben dorst na een operatie. Als u wat mag drinken, doe dan voorzichtig aan. Mag u niet drinken dan kan de verpleegkundige uw lippen nat maken om de ergste dorst weg te nemen. Is narcose veilig? Anesthesie is tegenwoordig zeer veilig. Dit komt doordat de moderne narcosemiddelen en de bewakingsapparatuur verbeterd zijn. En de anesthesioloog en zijn medewerkers zijn goed opgeleid. Complicaties Ondanks alle voorzorgsmaatregelen en zorgvuldigheid zijn complicaties niet altijd te voorkomen. Mogelijke complicaties zijn: Overgevoeligheidsreacties op de toegediende medicijnen. Beschadiging van het gebit bij het inbrengen van het beademingsbuisje. Zenuwbeschadigingen door een ongunstige houding tijdens de operatie, waardoor tintelingen en krachtverlies in een arm of been kunnen optreden. Een ernstige complicatie is bijna altijd te wijten aan het optreden van een onverwacht ernstig voorval of calamiteit tijdens de operatie. Een complicatie kan ook te maken hebben met uw gezondheidstoestand vóór de operatie. Vraag de anesthesioloog of de operatie en de anesthesie in uw situatie bijzondere risico s met zich mee kunnen brengen. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 15

Regionale anesthesie of verdoving Bij een regionale anesthesie wordt een gedeelte van het lichaam tijdelijk gevoelloos en bewegingloos gemaakt. Dit is bijvoorbeeld uw arm of het gehele onderlichaam. Bij regionale verdoving worden de zenuwen die op pijn reageren zo volledig mogelijk uitgeschakeld. Het gevoel verdwijnt soms niet helemaal. U voelt dat u wordt aangeraakt en dat een arm of been bewogen wordt. Dit is normaal maar het mag geen pijn doen. Vaak lopen de pijnzenuwen samen met de zenuwen die de spieren laten werken. Die worden met de verdoving ook tijdelijk uitgeschakeld. Als de verdoving volledig is uitgewerkt, hebt u weer de normale kracht en beheersing over uw spieren. Er zijn twee soorten regionale anesthesie: de ruggenprik en plexusanesthesie. De ruggenprik In de rug lopen vanuit het ruggenmerg grote zenuwen naar het onderlichaam en de benen. Deze zenuwbanen kunnen met een ruggenprik worden verdoofd. Die prik komt niet in de buurt van het ruggenmerg en deze kan daardoor dus niet beschadigd raken. Er zijn twee soorten ruggenprik : de spinale - en de epidurale anesthesie. Spinale anesthesie: Deze techniek is geschikt voor bijna alle ingrepen aan het onderlichaam (vanaf de navel tot de tenen). Om de ruggenprik toe te dienen wordt u aangesloten op de bewakingsapparatuur. Daarna krijgt u een infuusnaald in uw arm. Hiervoor moet u zitten of op uw zij liggen. De ruggenprik is niet pijnlijker dan een gewone injectie. Als de verdoving wordt ingespoten merkt u eerst dat uw benen warm worden. Later gaan ze tintelen. Daarna worden ze gevoelloos en slap. Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog of de anesthesiemedewerker bij u. In principe bent u bij bewustzijn. Als u toch liever slaapt, kunt u een licht slaapmiddel krijgen. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 16

Afhankelijk van het gebruikte medicijn kan het één tot vier uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Met het uitwerken van de verdoving kunt u pijn krijgen. Wacht niet te lang om de verpleegkundige een middel tegen de pijn te vragen. Dit is prettiger voor u en minder pijn is beter voor de genezing. Epidurale anesthesie: Deze vorm van verdoving wordt meestal gebruikt in combinatie met een narcose. Deze anesthesie heeft als doel de pijn na de operatie te bestrijden. Afhankelijk van de aard van de operatie kan deze prik op bijna iedere hoogte van de wervelkolom gegeven worden. Bij de epidurale anesthesie wordt een zeer dun slangetje tussen de wervels ingebracht. Hierdoor wordt gedurende twee à drie dagen na de operatie een plaatselijk verdovend middel gegeven. Doordat het slangetje dicht op de zenuwen ligt, is een geringe dosis voldoende. Hierdoor zullen er minder bijwerkingen optreden. Bijwerkingen tijdens de ruggenprik Onvoldoende bestrijding van de pijn Het kan voorkomen dat de verdoving onvoldoende werkt. Maar dit is een uitzondering. Als het gebeurt kan de anesthesioloog soms een extra verdoving geven. In andere gevallen is het beter om alsnog voor een narcose te kiezen. De anesthesioloog zal dit met u bespreken. Lage bloeddruk Als bijwerking van een ruggenprik kan de bloeddruk tijdelijk dalen. De anesthesioloog en de anesthesiemedewerker zijn hierop bedacht en zullen daar maatregelen tegen nemen. Hoge uitbreiding Soms komt het voor dat het verdoofde gebied zich verder dan bedoeld naar boven uitbreidt. U kunt dan merken dat bijvoorbeeld ook uw handen gaan tintelen. Of het ademen gaat wat moeilijker of zwaarder. Deze klachten duren meestal kort. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 17

Bijwerkingen en complicaties na het uitwerken van de verdoving Moeilijkheden met plassen De verdoving strekt zich ook uit tot de blaas. Het plassen kan daardoor moeilijker gaan dan normaal. Soms is het nodig om de blaas (eenmalig) met een katheter (slangetje) leeg te maken. Dit is niet pijnlijk. Rugpijn Het komt voor dat er rugpijn ontstaat op de plaats waar de prik is gegeven. Dit kan ook te maken hebben met de houding tijdens de operatie. De klachten verdwijnen meestal binnen enkele dagen. Hoofdpijn Na een ruggenprik (spinale anesthesie) kunt u soms hoofdpijn krijgen. Deze hoofdpijn is anders dan gewone hoofdpijn. Bij deze hoofdpijn wordt de pijn heviger bij het overeind komen en minder bij platliggen. De hoofdpijnklachten gaan soms gepaard met misselijkheid. Meestal verdwijnt deze hoofdpijn binnen enkele dagen vanzelf. U kunt het natuurlijk beloop versnellen door (bed)rust te nemen en veel water te drinken. Als de klachten zo hevig zijn dat u in bed moet blijven of als de klachten langer aanhouden dan drie tot vier dagen, neemt u dan contact op met de afdeling Anesthesiologie. De anesthesioloog heeft mogelijkheden om het herstel te bespoedigen. Plexusanesthesie De arm kan worden verdoofd door de zenuwen (plexus) die vanuit het hoofd, door de hals naar de arm lopen tijdelijk uit te schakelen. Dit wordt gedaan door rond de zenuwen een lokaal verdovend middel in te spuiten. Dit kan bijvoorbeeld in de oksel of in de hals. Waar het middel wordt toegediend, hangt af van de aard van de ingreep en de voorkeur van de behandelend anesthesioloog. Om u tijdens de operatie als dat nodig is medicijnen te kunnen toedienen, krijgt u een infuusnaald in de andere arm. Afhankelijk van de plaats waar u geopereerd gaat worden, krijgt u de verdovingsprik in de hals (voor of achterzijde) of in de oksel. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 18

De anesthesioloog prikt met een naald op de plaats waar de zenuwen lopen. Met deze naald kunnen zeer kleine elektrische schokjes gegeven worden (een zenuwstimulator). Hierdoor worden onwillekeurige trekkingen in de arm of hand teweeg gebracht. Hierdoor weet de anesthesioloog dat de naald op de goede plaats zit. Het kan ook zijn dat de anesthesioloog de zenuwbanen (plexus) met behulp van een echoapparaat opzoekt. Als de naald op de goede plaats zit, spuit de anesthesioloog de plaatselijk verdovende middelen in. Korte tijd later merkt u dat de arm of hand gaat tintelen en warm wordt. Later verdwijnt het gevoel en kunt u de arm en hand niet meer bewegen. Als de verdoving is uitgewerkt keert het gevoel terug. U kunt uw arm en hand dan weer bewegen. De verdoving moet 15 tot 30 minuten inwerken voordat het effect optimaal is. Tijdens de operatie blijft u in principe wakker. Als u dat liever hebt kunt u om een slaapmiddel vragen. Afhankelijk van het gebruikte medicijn kan het drie tot acht uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt. Met het uitwerken van de verdoving kan ook pijn optreden. Wacht niet te lang de verpleegkundige om een pijnstiller te vragen. Na een plexusanesthesie van een arm hoeft u soms niet in het ziekenhuis te blijven totdat de verdoving is uitgewerkt. Of u eerder naar huis kunt hangt af van de operatie die bij u is verricht. Zolang de arm verdoofd is moet u hem in een draagdoek (mitella) houden. Bijwerkingen en complicaties Onvoldoende bestrijding van de pijn Het kan voorkomen dat de verdoving onvoldoende werkt. Soms kan de anesthesioloog een extra verdoving geven. In andere gevallen is het beter om alsnog voor een narcose te kiezen. De anesthesioloog zal dit met u bespreken. Tintelingen U kunt nadat de verdoving is uitgewerkt nog enige tijd last houden van tintelingen in de arm en de hand. Dit komt door irritatie van de zenuwen door de prik of door de gebruikte medicijnen. Deze tintelingen verdwijnen in de meeste gevallen in de loop van weken tot maanden vanzelf. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 19

Overgevoeligheidsreacties Overgevoeligheid voor de gebruikte verdovingsmiddelen komt soms voor. Dit kan benauwdheid, huiduitslag en lage bloeddruk veroorzaken. Behandeling is meestal goed mogelijk. Toxische reacties De zenuwen die verdoofd moeten worden lopen vlakbij grote bloedvaten. Het is mogelijk, dat er verdovend medicijn in de bloedbaan komt. Dat uit zich in een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond en een slaperig gevoel. Hartritmestoornissen en trekkingen kunnen voorkomen. Dit gebeurt zeer zelden. Behandeling van deze complicaties is goed mogelijk. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 20

Anesthesie bij kinderen Tijdens het bezoek aan de preoperatieve polikliniek heeft u al informatie over de narcose van uw kind ontvangen. Hieronder vatten we de informatie nog een keer samen. Van de afdeling van de behandelend specialist of bureau opname ontvangt u informatie over hoe laat en waar u zich met uw kind moet melden. Nuchter blijven betekent voor kinderen lichter dan 5 kg.: Flesvoeding tot 6 uur vóór het tijdstip van opname. Borstvoeding tot 4 uur vóór het tijdstip van opname. Tot 2 uur vóór de ingreep mag uw kind heldere dranken drinken (Heldere dranken zijn: water, aanmaaklimonade of appelsap). Uw kind mag geen melk of melkproducten drinken! Nuchter blijven Kinderen worden meestal vroeg in het operatieprogramma geopereerd. Het is belangrijk dat uw kind voor de operatie nuchter is. Als uw kind niet nuchter is, kan hij of zij gaan braken tijdens de operatie. Er kunnen dan complicaties optreden. Als het kind niet nuchter is zal de operatie worden uitgesteld. Dit kan ertoe leiden dat de operatie niet door kan gaan op de geplande dag. Tot 6 uur voor de operatie mag er nog iets gegeten worden (laat uw kind geen vet voedsel of vleeswaren eten). Tenzij anders met u en uw kind is afgesproken. Bij kleine kinderen is het aan te raden hen daadwerkelijk 6 uur van tevoren nog een voeding te geven en hen tot 2 uur van tevoren nog een heldere drank te laten drinken De operatie In het algemeen mag één van de ouders mee naar de operatie- of onderzoekkamer tot uw kind slaapt. U en uw kind gaan samen met een verpleegkundige naar het operatiekamercomplex. U wordt hier opgevangen op de zogenaamde holding. Daarna gaan u en uw kind met het anesthesieteam naar de eigenlijke operatiekamer. Zodra uw kind slaapt, gaat u samen met Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 21

een begeleider naar de wachtkamer van het operatiecomplex of terug naar de afdeling. U moet altijd de operatiekamer verlaten als iemand van het operatieteam u dat vraagt. Dit is in het belang van uw kind. Soms worden kleine kinderen met een kapje in slaap gemaakt. Hierbij wordt het slaapmiddel via de inademingslucht aan het kind toegediend. Dit kan soms tot een strijd leiden. Tijdens het in slaap vallen kunnen onwillekeurige bewegingen optreden. Dit alles kan door u als onprettig ervaren worden. Uw kind zal zich hier doorgaans na de operatie niets meer van herinneren. Als uw kind met een prikje in slaap gebracht wordt, heeft het op de afdeling meestal een verdovende zalf of pleister gekregen. Dit wordt op de handrug van beide handen en/of beide elleboogsplooien aangebracht. Hierdoor voelt uw kind het prikken (bijna) niet. Als uw kind met het kapje in slaap gebracht wordt, zal het infuus daarna ingebracht worden. Soms wordt nadat uw kind in slaap is gevallen een beademingsbuisje ingebracht. Dit hangt af van de aard van de operatie of het onderzoek. Nadat de operatie of het onderzoek beëindigd is, wordt uw kind wakker gemaakt. De anesthesioloog en anesthesiemedewerker brengen uw zoon of dochter naar de verkoeverkamer. Hier kunt u weer bij uw kind zijn. Eventuele misselijkheid en pijn worden hier behandeld. Als alles goed gegaan is, kunnen u en uw kind weer terug naar de verpleegafdeling. Als uw kind via een dagopname behandeld wordt, mag hij of zij dezelfde dag weer naar huis. U krijgt instructies mee voor de verzorging van uw kind thuis en eventueel medicijngebruik (pijnstillers). Als u met de auto reist, adviseren wij u - voor de veiligheid van uw kind - een extra begeleider mee te nemen. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 22

Belangrijke afspraken ter voorbereiding op de operatie Het aangekruiste onderwerp is voor u van toepassing. Medicijnen U moet al uw medicijnen tot twee uur voor de operatie blijven gebruiken, behalve de volgende: Zie aantekeningen van de anesthesioloog op uw medicatielijst. Naam medicijn Stoppen: dag(en) voor de operatie Naam medicijn Stoppen: dag(en) voor de operatie Naam medicijn Stoppen: dag(en) voor de operatie Neem alle medicatie die u thuis gebruikt in de originele verpakking mee op de dag van de opname. Neem ook uw medicatielijst mee en geef eventuele veranderingen hierop aan. Afgesproken anesthesietechniek: algehele anesthesie spinaal anesthesie epiduraal anesthesie subtenon anesthesie retrobulbair anesthesie lokaal anesthesie plexus anesthesie intraveneuze regionaal anesthesie gecombineerde spinale-epidurale anesthesie Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 23

Nuchter zijn Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit is om braken tijdens de operatie te voorkomen. Dit geldt voor alle anesthesietechnieken, tenzij anders door de anesthesioloog afgesproken. Volwassenen en kinderen zwaarder dan 5 kg: Tot 6 uur vóór het tijdstip van opname mag u gewoon eten en drinken. Tot 2 uur vóór het tijdstip van opname mag u alleen nog heldere dranken drinken. (Heldere dranken zijn: water, thee en koffie zonder melk, heldere vruchtensappen en aanmaaklimonade). Binnen de laatste 2 uur vóór de operatie is het absoluut niet toegestaan iets te eten of te drinken. Als u één of meerdere dagen voor de operatie wordt opgenomen, volg dan de aanwijzingen van de verpleegkundigen. Kinderen lichter dan 5 kg: Flesvoeding tot 6 uur vóór het tijdstip van opname. Borstvoeding tot 4 uur vóór het tijdstip van opname. Tot 2 uur vóór de ingreep mag uw kind heldere dranken drinken (Heldere dranken zijn: water, aanmaaklimonade of appelsap). Uw kind mag geen melk of melkproducten drinken! Specifieke afspraken over nuchter zijn (indien van toepassing): Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 24

Antistolling U komt 1 dag voor de operatie voor een injectie met het antistolling medicijn (Fraxiparine) Afdeling Locatie Tijd Voor de operatie dient u: Geen nagellak en make-up te gebruiken. Sieraden zoals horloge, ringen en armbanden af te doen. Om te voorkomen dat sieraden kwijt raken of gestolen worden, kunt u deze beter thuis laten. Piercings in de mond en/of het operatiegebied te verwijderen. Geen bodylotion of olie te gebruiken op de ochtend van de operatie. Deze brochure is samengesteld op basis van de algemene patiënteninformatiefolder van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie. Voorbereiding op de operatie en anesthesie. Preoperatief spreekuur F0125-2140 december 2013 25