Acta. Bijlage XI - III. van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland



Vergelijkbare documenten
Voorstel invulling betrokkenheid Israël

GENERAAL BELEID voor Zending & Hulpverlening. September 2005

Diaconaal Steunpunt. Per 1 januari is Derk Jan Poel met veel enthousiasme begonnen als opvolger van Dirk-Albert Prins.

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Jaarverslag 2015 Beleidsorgaan Zuid-Afrika

Acta. Bijlage IX - IV. van de Generale Synode Amerfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland

Samen geroepen en samengeroepen

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

We zijn in 2014 als Praktijkcentrum aan de slag gegaan. Graag geven we u inzicht in ons reilen en zeilen het afgelopen jaar.

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Rapport deputaten M/V in de kerk

Notitie Zending en samenwerking. Ondersteuning bij uitzending van gemeenteleden

Informatie in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de Nederlands Gereformeerde Kerken

Generale regeling voor de opleiding en vorming van predikanten

Rapport Commissie Website Homoseksualiteit voor de Nederlands Gereformeerde Kerken met het oog op de Landelijke Vergadering 2013 in Zeewolde

Samenwerkingsgemeente CGK en NGK te Hengelo

ANBI-transparantie CGK te Maassluis, vastgesteld 18 april 2018 pagina 1 van 5

SYNODE DER SCHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND LEEUWARDEN 2001

Rapport van de Deputaten Voorbereiding Volgende Synode.

Generale synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Nederland (vrijgemaakt)

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Format voor in het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de Nederlands Gereformeerde Kerken

REGELING VOOR DE WERKWIJZE VAN DE KERKENRAAD EN DE DIACONIE t.b.v. de Gereformeerde Kerk te Rijnsburg; ingevolge artikel B30.1 KO

PUBLICATIE CGK Almelo - ANBI-REGELING

REGELING VOOR DE WERKWIJZE VAN DE KERKENRAAD EN DE DIACONIE VAN DE GEREFORMEERDE KERK HOOGVLIET-SPIJKENISSE

BELEIDSPLAN VAN HET COLLEGE VAN DIAKENEN VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE VOORBURG

Welkom. En nu? Ds. H.W. van Egmond Ds. H.G. Gunnink

Gegevens inzake ANBI(-transparantie)

De Christelijke Gereformeerde Kerk te Kornhorn ressort onder de Classis Groningen.

Gemeente van kringen. wijzigingen en gevolgen.

IV.8. ASSOCIATIEOVEREENKOMST MET DE PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND (PKN) OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 LID 2 VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HOOFDSTUK 1 - OPENINGSHANDELINGEN

A. Algemene gegevens. Gereformeerde Kerk Haarlem-West Telefoonnummer: RSIN/Fiscaal nummer: Nog niet bekend

Deze regels zijn door de synode van Kampen 1975 vervangen door een nieuwe regeling. 3

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Regionale en landelijke structuren

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

ZENDING EN HULPVERLENING: Blijvend in beweging

Transparantieverslag Christelijke Gereformeerde Kerk Dordrecht-Centrum

Dit is een voorbeelddocument. Elke pzc kan hieraan haar eigen invulling geven, mits dit in overeenstemming is met de afspraken met haar kerkenraad.

Beleidsplan

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

ANBI publicatie Christelijke Gereformeerde Kerk te Den Helder

BELEIDSPLAN Gereformeerde Goede Herder Kerk Oldebroek

ANBI-gegevens Christelijke Gereformeerde Kerken Thesinge.

PUBLICATIE CGK Almelo - ANBI-REGELING

In het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door

Voorstel inzake wijziging ord. 3 c.a. (wijzigingen i.v.m. HBO-theoloog/kerkelijk werker) 1. Inleiding

PUBLICATIE CGK EDE - ANBI-REGELING

De CGK Den Helder wil een gastvrije gemeente zijn die op basis van de Bijbel en de gereformeerde belijdenisgeschriften in de samenleving staat.

ANBI-gegevens van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Zuidlaren

Diaconie van de Protestantse Gemeente te Rijswijk.

In het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland.

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

RSIN NUMMER: KVK NUMMER:

Organisatie van Zending en Werelddiakonaat in de Protestantse Gemeente te Terneuzen

RSIN KVK NUMMER:

Protestantse gemeente Exmorra Allingawier (diaconie)

ANBI PAGINA GEREFORMEERDE KERK ZWARTSLUIS

De kerkenraad is eindverantwoordelijk, wat tot uitdrukking komt in de goedkeuring van o.a. de begroting en de jaarrekening.

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

In het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een rechtspersoon behorende tot de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland.

ANBI-transparantie van de Christelijke Gereformeerde Kerk Dordrecht Zuid.

Nota ten behoeve van de Zendende Instanties en de Generale Synode van de GKv te Ede

In het kader van de ANBI-transparantie te publiceren gegevens door een gemeente behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

MODEL VOOR EEN PLAATSELIJKE REGELING VOOR DE WERKWIJZE VAN DE KERKENRAAD EN DE DIACONIE Ingevolge artikel B30.1 KO

Naam ANBI: Diaconie Hervormde Gemeente van Akkerwoude - Murmerwoude c.a.

Vereniging Vrienden van de Grote Kerk te Dordrecht ALGEMEEN BELEIDSPLAN

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

ANBI-transparantie gegevens

ANBI-transparantie gegevens van de Hervormde Gemeente van Lexmond, gemeente behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

RSIN/Fiscaal nummer:

BELEIDSPLAN

Protestantse Gemeente te Nieuw- en Sint Joosland

Concept. Aangepaste Bestuurlijke Structuur ( 5e) versie 13 april 2016

Acta. Bijlage van de Generale Synode Zwolle-Zuid van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Rapport financiële commissie

CAMA Parousia Gouda, Postbus 313, 2800 AH Gouda Telefoon:

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) Diaconie Hervormde Gemeente Sint-Annaland

JAARVERSLAG ZWO 2015 VOORWOORD. Samenstelling van de ZWO-commissie 2015

Deze samenwerkingsgemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Aan: Wijkkerkenraden Van: Algemene Kerkenraad Betreft: Discussienotitie beleidsplan Hervormd Dordrecht Datum: mei 2013

Adres: Zonnebrink 61

alle volken Er staat geschreven dat de Messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood,

Inleiding Uitgangspunten:

Rapport deputaten zending, hulpverlening & training

Preambule: De gemeente is een samenwerkingsverband van leden die door hun inzet en giften bijdragen aan het goed functioneren van de gemeente.

Nog niet ontvangen van belastingdienst

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Besluitenlijst van de kleine synode van de Protestantse Kerk in Nederland gehouden op vrijdag 21 juni 2013.

ANBI-transparantie Gegevens van de diaconie van de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Kampen, behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland.

Voorstel regio Amsterdam-Alkmaar voor de Ned. Geref. Kerken met het oog op de Landelijke Vergadering 2013 te Zeewolde

Profiel, functieomschrijving en benoeming van de classispredikant

Verslag over A. Algemene gegevens. Christelijke Gereformeerde Kerk te Leiden Telefoonnummer (facultatief):

ANBI PAGINA GEREFORMEERDE KERK ZWARTSLUIS

Betreft: Rapportage werkzaamheden deputaatschap Documentatie

Deze gemeente is een zelfstandig onderdeel als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek en bezit rechtspersoonlijkheid.

Gegevens van de Protestantse Gemeente te Bilthoven in het kader van de ANBI-transparantie

Transcriptie:

Acta van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland Bijlage XI - III Rapport Deputaten Zending, Hulpverlening en Training

Woord vooraf Zendingswerk is kerkenwerk. Wat bedoelen we daarmee? We kunnen het specifieker zeggen op grond van Bijbelse gegevens. Waar het gaat om zending, oriënteren we ons als kerken niet op een enkele Bijbeltekst als Matt. 28: 18-20. Van huis uit immers hebben gereformeerden meegekregen en van Voetius uit zijn bekende geschrift over planting van kerken geleerd, hoezeer o.a. het achtste hoofdstuk van Paulus tweede brief aan de Korinthiërs van fundamentele betekenis is voor ons zendingswerk. In 2 Kor. 8 vers 19 en 23 benadrukte de apostel Paulus dat zijn medewerkers niet slechts door één lokale gemeente, maar door meerdere gemeenten werden uitgezonden. Of actueler gezegd: zending gaat uit van lokale kerken en heeft tegelijk het kerkverband nodig. Kortom, zending is een zaak van elke gemeente en van de kerken in het gemeen. Dankbaar zijn we daarom als uw landelijke deputaten voor zending, hulpverlening en training (ZHT) dat er ook generaal vanuit ons kerkverband kon worden gewerkt. Als bewijs daarvan bieden we, voor de tweede keer, ons rapport aan de synode aan. Dit ter verantwoording aan de kerken en om aan te tonen hoezeer er overeenkomstig onze opdracht ook op landelijk niveau, en wel door het Instituut van onze kerken De Verre Naasten, in de afgelopen periode hard is (door)gewerkt ten behoeve van en in samenwerking met vele broeders en zusters in het buitenland. Deze werkzaamheden betekenden voornamelijk een voortzetting van eerder vastgesteld beleid en uitwerking van bestaand werk, toch was er ook sprake van aanzetten voor nieuw werk en verwerking van nieuwe (oecumenische) inzichten. Het werk ging soms gepaard met strubbelingen in de persoonlijke en werksfeer, anderzijds kon er goede voortgang worden geboekt en was het in veel opzichten een vreugde om aan de vervulling van onze opdrachten voor zending, hulpverlening en training verder te werken. In het eerste hoofdstuk van ons rapport geven we u een overzicht van het geheel, waarna de diverse onderdelen en facetten van dit kerkenwerk in beeld zullen worden gebracht. Een verschil tussen onze verantwoording aan de synode van Zuidhorn (2002) en het rapport dat nu voor u ligt, is en daar zijn we blij om - dat het actuele werk van zending, hulpverlening en training veel aandacht krijgt. In ons vorige rapport stonden we immers breedvoerig stil bij de forse operatie van integratie van deputaatschappen en instituten (IRTT en DVN) zoals die zich van 1999 tot 2002 had voltrokken. De synode heeft in 1999 en 2002 het beleid daartoe goedgekeurd. Op basis daarvan kon worden verder gewerkt. Het resultaat vindt u in dit rapport verwoord. Met name willen we de vinger leggen bij de totstandkoming van generaal beleid: een werkdocument kan nu ter goedkeuring worden aangeboden. Verder vragen we aandacht voor de totstandkoming en de uitwerking van samenwerkingsvormen van uw Instituut DVN, onder leiding van ons generaal deputaatschap, met de lokale en regionale kerken. Deze samenwerking tussen generale en regionale deputaten kan als wederzijds aanvullend of complementair worden gezien waar het om onze kerkelijke zendingsopdracht en hulpverleningstaken gaat ten behoeve van onze broeders en zusters in het buitenland, dat wil zeggen: buiten onze eigen taal en cultuur. In dit tweede rapport ligt het accent echter vooral op het actuele werk. Tijdens de bespreking van ons rapport in 2002 op de synodezitting te Zuidhorn werd er met klem gevraagd in een volgend rapport breedvoerig aandacht te geven aan de actuele werkzaamheden in binnenen buitenland. We menen hiermee aan die wens te hebben voldaan. We zijn dankbaar dat al het werk kon worden verricht op basis van bovengenoemde integratie. Tegelijk willen we kort gezegd uw welwillende aandacht vragen voor mogelijkheden tot nieuw zendings- en hulpverleningswerk die zich voordoen, omdat daaraan nog onvoldoende tijd en energie kon worden besteed. 2 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

We spreken opnieuw de verwachting uit dat de beleidsmatige ontwikkeling van de voorgestelde en van mogelijk nieuwe perspectieven, met name in internationaal of oecumenisch verband, gecontinueerd kan worden. Ten slotte vragen we de synode en de kerken regelmatig voorbede te doen voor deze arbeid ten dienste van de komst van het koninkrijk van onze Here Jezus Christus. De synode wensen we de leiding van de Heilige Geest toe bij alle werkzaamheden ten dienste van Christus kerk. Namens deputaten ZHT L.J. Joosse, voorzitter September 2004 GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 3

INHOUDSOPGAVE INHOUD 0 SAMENVATTING 6 1 INLEIDING 7 1.1 Stand van zaken 1.2 Het verslag 2 DEPUTAATSCHAP INSTITUUT.10 2.1 Inleiding 2.2 Structuur 2.3 Activiteiten 3 HET INSTITUUT 12 3.1 Directie 3.2 Buitenland 3.3 IRTT 3.4 Voorlichting en Fondsenwerving 3.5 Administratie 4 OVERLEG EN NETWERKEN. 14 4.1 Overleg met a. BBK b. GDD c. de TUK d. DTEG/ASE e. ROFOR 4.2 Netwerken a. ICRC b. Prisma c. ADC d. Kerkelijke contacten in Nederland e. Bilaterale kerkelijke contacten buiten Nederland f. Gbouw 5 BELEID.19 5.1 Overzicht activiteiten I. Kerkelijk werk a. Missionair werk b. Opleiding voorgangers c. Kerkelijk opbouwwerk II. Maatschappelijk werk a. Onderwijs b. Micro-ondernemingen en landbouw c. Gezondheid III. Humanitaire hulpverlening 4 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

IV. Facilitaire hulpverlening 5.2 Generaal Beleid 5.3 Samenwerking 5.4 Zending & Hulpverlening 5.5 Training 6 FINANCIEN.31 6.1 Financieel beleid Instituut voor ZHT 6.2 Financieel beleid voor zendende instanties 7 VOORSTELLEN.35 BIJLAGEN BIJ RAPPORT Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Besluit ZHT GS 2002, Zuidhorn (zonder bijlagen) Directiestatuut Generaal beleid Lijst van deputaten met functies Organogram Instituut voor ZHT Model thuiskerkregeling Model liturgische tekst Opleiding van uitgezondenen Training kader buitenlandse kerken Gezonden in de wereld, handreiking voor kerkenraden Jaarverslagen van de Stichting De Verre Naasten GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 5

0 SAMENVATTING De GS van Zuidhorn 2002 benoemde opnieuw deputaten die zich speciaal met Zending en Hulpverlening moesten bezighouden, nadat de Synode van Leusden (1999) voor het eerst deputaten Z&H had aangewezen, De door Zuidhorn benoemde deputaten hebben zich gericht op samenwerking tussen de centrale, landelijke organisatie (DVN) en de regionale en lokale zendende instanties. Belangrijk resultaat is het formuleren van generaal beleid voor zending en hulpverlening in die zaken die de kerken gemeenschappelijk hebben. Dit document is tot stand gekomen in overleg met de verschillende zendende instanties en is met name gericht op het vormgeven van de relatie met buitenlandse partners (o.a. zusterkerken). Naast deze belangrijke organisatorische opdracht konden lopende en nieuwe activiteiten op het gebied van Zending, Hulpverlening en Training, onder de zegen van de Here God, worden uitgevoerd. Als kerkelijk werk moet genoemd worden: missionair werk, opleiding voorgangers, kerkelijk opbouwwerk, bijbelvertaalprojecten. Het is duidelijk dat het missionaire werk van de GKv veranderd is. Het is verschoven van het uitzenden van zendelingen (opdracht: verkondiging en kerkplanting) naar het stimuleren, toerusten en anderszins helpen van zelfstandige kerken. Onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden van zending in de eigenlijke zin van het woord op witte plekken in de wereld. Op maatschappelijk gebied is er verder gewerkt in de hulpverlening m.b.t. onderwijs, microondernemingen, gezondheid, noodhulp en facilitaire ondersteuning. IRTT (Intercultural Reformed Theological Training) verzorgde de opleiding van uitgezondenen, training van kader van buitenlandse kerken en het organiseren van conferenties over charismatische theologie. Verder is er een thuiskerkregeling voor uitgezondenen opgesteld, evenals een gedragscode voor uitgezondenen en werkbezoekers en een liturgische tekst voor uitzending van kerkelijk werkers. Deputaten deden onderzoek naar de (grote) verschillen in landelijke zendingsquota (de bedragen die door zendende instanties per ziel worden geheven). Zij komen niet met een voorstel om een landelijk gelijk quotum in te voeren, maar dringen wel aan op te roepen meer te offeren voor het werk van Zending en Hulpverlening, gezien de enorme behoefte aan hulp. 6 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

1. INLEIDING 1.1 Stand van zaken De Generale Synode van Leusden (1999) heeft voor het eerst in de geschiedenis van de GKv deputaten benoemd die zich op landelijk niveau met zendingszaken bezig moest houden. Die deputaten kregen de naam deputaten Zending en Hulpverlening (Z&H) mee. In paragraaf 1.1 van het rapport van deputaten Z&H aan de GS van Zuidhorn (2002) zijn de ontwikkelingen geschetst die hebben geleid tot haar ontstaan. Die ontwikkelingen werden samengevat in twee kernwoorden: integratie en centralisering. Deputaten Z&H hebben zich in de jaren 1999-2002 met name bezig gehouden met integratie. Op het bestuurlijke vlak is de vereniging De Verre Naasten geïntegreerd met het deputaatschap IRTT; op het uitvoerende vlak is het hulpverleningsgedeelte van de deputaten BBK geïntegreerd in de totale uitvoeringspraktijk onder verantwoordelijkheid van deputaten Z&H. Aan de uitwerking van de centralisering waren deze deputaten alleen nog maar verkennend toegekomen. De GS van Zuidhorn hebben de opvolgers van deputaten Z&H benoemd en deze de naam deputaten Zending, Hulpverlening en Training gegeven, waarmee de integratie van de IRTT component zichtbaar is geworden. Hiermee was in de GKv een situatie ontstaan waar op het gebied van zending en hulpverlening een landelijk deputaatschap actief is, naast allerlei regionale verbanden, die meest op PS niveau zijn georganiseerd. De regionaal of lokaal georganiseerde instanties worden in dit rapport zendende instanties genoemd. Centraal - decentraal Eén van de belangrijke zaken waar wij ons als uw deputaten in deze periode mee bezig moesten houden, was hoe om te gaan met het spanningsveld tussen een centrale (landelijke) en een decentrale (regionale en lokale) organisatie van zending en hulpverlening. Er waren signalen vanuit de zendende instanties, dat zij de centraliserende ontwikkeling als een mogelijke bedreiging van hun vrijheid van handelen zagen. Hier gingen we behoedzaam mee om. De GS van Leusden legde immers ook veel nadruk in haar besluiten op goed overleg met zendende kerken. Tegelijk lag er een duidelijke opdracht van de synode om te komen tot landelijke coördinatie van het werk van zending en hulpverlening, en tot het maken van Generaal Beleid, oftewel een door de Generale Synode goedgekeurd beleid, dat dan kaderstellend wordt voor de kerkelijke zendende instanties binnen de GKv. Deputaten hebben geprobeerd dit spanningsveld zoveel mogelijk weg te nemen, en wel door steeds samenwerking met de zendende instanties te zoeken. Dit is gebeurd in het proces om te komen tot het Generaal Beleid, en ook in het onderzoek naar de ongelijkheid van de regionaal geheven quota. Bovendien, op het niveau van de uitvoering van de programma s in het buitenland is dit gebeurd door het zoeken van een structuur van samenwerking. De aanzetten voor die structuur zijn al gegeven in het rapport aan de GS van Zuidhorn. Dit is verder uitgewerkt in een model van samenwerking. Dit model van samenwerking wordt ook in toenemende mate in de praktijk toegepast, zij het met kleine variaties. Op deze manier van werken, menen we als deputaten er in geslaagd zijn de voordelen van de kerken in het hebben van een centraal instituut te koppelen aan het bewaren en inschakelen van de expertise en werkkracht binnen de regionaal en lokaal georganiseerde zendende instanties. We kunnen zeggen dat er een redelijk goed evenwicht is gevonden tussen centraal en decentraal, door constant te werken aan samenwerking tussen landelijke en regionale instanties, die elkaar wederzijds aanvullen. Van zending naar oecumenische hulpverlening Overzien we het veld van zending en hulpverlening en bekijken we het in historisch perspectief, dan kunnen we het karakteriseren met de term verschuiving. Deze is bezig plaats te vinden, en wel ván zending náár oecumenische hulpverlening. Projecten die GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 7

begonnen als 'zendingsproject' veranderden van karakter nadat er in het buitenland onder Gods zegen een lokale kerk was geïnstitueerd, waarbij ambtsdragers hun leidinggevende positie begonnen in te nemen. Vrijwel alle projecten die vandaag door de zendende kerken vanuit de GKV worden behartigd hebben daarom het karakter van 'oecumenische hulpverlening' (met als uitzondering: Curaçao). Deze verschuiving in aard van de relatie vereist aanpassing van visie op en beleid voor de ontstane relatie. Die veranderingen gaan soms trager dan gewenst. In Nederland is er soms een te gering vertrouwen in de leiding van de jonge kerken en te weinig oog voor hun positie en hun recht op zelfstandigheid als kerk van Jezus Christus. Anderzijds, bij onze partners is er wel eens te weinig besef dat hun zelfstandigheid hen verplicht de uit liefde voor Jezus Christus verkregen middelen te optimaliseren, evenals de talenten die bij onze partners aanwezig zijn; men leunt soms wel iets te snel en te gemakkelijk aan tegen de Nederlandse zusterkerk. Oecumenische hulpverlening in de praktijk De praktijk van de oecumenische samenwerking en hulpverlening is nogal eens weerbarstig. Met de zelfstandige kerken GGRI op Papua bijvoorbeeld zijn vaak ingrijpende meningsverschillen over de manier van hulpverlening. Dit heeft in de afgelopen jaren meermalen tot gespannen verhoudingen geleid. Ditzelfde deed zich ook voor in onze relatie met de ERCC in Congo. In het algemeen streven we naar autochtonisering, door zoveel mogelijk te werken met lokaal personeel. In de praktijk moeten we echter wel eens een stapje terug doen. Dit is het geval geweest in Congo, waar we toch opnieuw een Nederlander als hoofd van de administratie moesten benoemen. Dit soort problemen zullen de komende jaren opnieuw de aandacht krijgen in de doorgaande bezinning over het gestalte geven aan oecumenische samenwerking. Ontwikkelingen binnen de GKv Binnen de GKv in Nederland doen zich allerlei ontwikkelingen voor. Het is van groot belang als deputaatschap om daar adequaat op te reageren, voor zover ze het werkveld van het deputaatschap betreffen. We noemen er hier twee: - Uitzending van GKv leden door niet-gkv organisaties Er is een trend te zien dat veel kerkleden zich inzetten of in willen zetten op het gebied van zending en hulpverlening, en dat doen door zich uit te laten zenden door niet-gkv organisaties. Veelal vragen die niet-kerkelijke organisaties wel een bepaalde betrokkenheid van de thuiskerk van die persoon. Kerkenraden vinden het niet altijd gemakkelijk om hiermee om te gaan. Hoewel de GS de deputaten hier geen expliciete opdracht voor hebben gegeven, hebben zij gemeend een handreiking te moeten schrijven om kerkenraden hierin te adviseren. - Charismatische beweging Een andere ontwikkeling, waarmee niet alleen onze partnerkerken in het buitenland worden geconfronteerd, maar ook de GKv zelf, is de toenemende invloed van de charismatische beweging binnen de kerken. Dit is enkele keren het hoofdthema geweest van de meicursus voor kerkelijk kader, gegeven door de afdeling IRTT. Deze cursussen hebben geleid tot een bijzonder document, de Kandelaar verklaring, geschreven door theologen uit een zevental landen, meest Afrikaans en Aziatisch. Hierin is geprobeerd vanuit de gereformeerde inzichten en beslissingen een verantwoorde reactie te geven op de charismatische beweging. 1.2 Het verslag In dit verslag wordt gerapporteerd over de manier waarop deputaten ZHT aan de opdrachten die hen door de GS van Zuidhorn waren toevertrouwd hebben voldaan. Voor de duidelijkheid 8 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

is in bijlage 1 de besluittekst opgenomen, zonder de bijlagen. Het gaat in deze rapportage dan in het bijzonder om besluit 2.b en 3. Het synodebesluit 1 is een goedkeuring van eerder gevoerd beleid. Over synodebesluit 3, het besturen van de Stichting De Verre Naasten, rapporteert het bestuur elk jaar aan de gehele achterban in zijn jaarverslag. Deze jaarverslagen vormen in feite een integrerend onderdeel van dit rapport (zie bijlage 11). Synodebesluit 2.a betreft de benoeming van deputaten ZHT. In hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe de deputaten hebben gewerkt en hoe zij het Instituut voor ZHT hebben aangestuurd. Hoofdstuk 3 geeft een korte beschrijving van de structuur van het Instituut. Artikel 1 en 2 van synodebesluit 2.b gaan over de manier van besturen van het Instituut door deputaten. In paragraaf 2.2 van dit verslag wordt daarover gerapporteerd. In bijlage 2 is het door deputaten vastgestelde directiestatuut opgenomen. In artikel 3 en 4 van synodebesluit 2.b draagt de synode op om te besturen volgens het door de synode vastgestelde beleid en om nieuw beleid te ontwikkelen binnen de door de synode vastgestelde visie en strategie. Aangezien deputaten zoals eerder in dit hoofdstuk is vermeld hebben gestreefd naar optimale samenwerking met de regionale zendende instanties, moet dit besluit worden gezien in samenhang met artikel 13 van synodebesluit 2.b. Daar wordt de deputaten opgedragen aan de volgende GS een Generaal Beleidsdocument voor te leggen. In hoofdstuk 5 wordt hierover gerapporteerd. In paragraaf 5.1 wordt een overzicht gegeven van het totale werkveld van zendende instanties en landelijk Instituut. In paragraaf 5.2 is het proces beschreven hoe het document Generaal Beleid tot stand is gekomen. De tekst van dit document is te vinden in bijlage 3. In de volgende paragrafen is het gevoerde beleid op verschillende beleidsterreinen beschreven, voor zover het niet in het document Generaal Beleid is te vinden. Ook zijn daar aanzetten gegeven voor nieuw te ontwikkelen beleid De artikelen 5 t/m 9 en 12 van het synodebesluit gaan over financieel beleid. De laatste gaat over de zendende instanties, de eerste 5 over het financieel beleid van het Instituut. Over dit alles wordt gerapporteerd in hoofdstuk 6. De GS heeft in besluit 2.b, artikel 10 de opdracht gegeven om in de samenwerking met de zendende instanties op de ingeslagen weg voort te gaan. Dit komt aan de orde in paragraaf 5.3. In synodebesluit artikel 11 werd expliciet opgedragen om het ROFOR netwerk te onderhouden en waar mogelijk te streven naar kerkverbandelijke inkadering van de projecten. Hierover is gerapporteerd in het hoofdstuk 4.1. e. In hoofdstuk 4 is ook het verslag te lezen van de overige overlegstructuren en netwerken waarin deputaten ZHT en haar instituut in participeren. GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 9

2 DEPUTAATSCHAP INSTITUUT 2.1 Primi en secundi deputaten Er zijn door de GS Zuidhorn een negental primi deputaten benoemd. Zij hebben allen bewilligd in hun benoeming en zijn niet tussentijds afgetreden (gegevens tot aug. 2004). Er waren ook vier secundi deputaten benoemd. Er is besloten om pas beroep te doen op secundi, als een primus deputaat zich definitief terugtrekt als deputaat. Wel is besloten om de secundi de notulen van de deputatenvergaderingen, de periodeverslagen van het instituut en het jaarverslag op te sturen. Ook werden secundi uitgenodigd voor studiedagen. Dit alles met de bedoeling, dat als er beroep gedaan moest worden op de secundi, zij snel ingewerkt zouden zijn. 2.2 Structuur In het verslag van deputaten Zending en Hulpverlening aan de GS 2002 is de relatie deputaatschap-instituut, en het bijbehorende bestuursmodel beschreven (paragraaf 6.2 verslag van dep. Z&H aan de GS 2002). Samengevat komt het hier op neer: De uitvoering van de opdrachten die de GS 2002 aan deputaten ZHT hebben gegeven, hebben die deputaten in handen gelegd van het Instituut voor Zending, Hulpverlening en Training van de GKv. Dit instituut draagt de publieksnaam De Verre Naasten, vaak afgekort tot DVN. Het instituut staat onder leiding van een directie, die rapporteert aan de deputaten. Deputaten vormen het bestuur van het Instituut. Het Instituut heeft, zoals is uitgelegd in het rapport van deputaten Z&H aan de GS Leusden, de juridische vorm van een stichting. Alle personeelsleden zijn in dienst van de stichting. De stichting stelt haar geldmiddelen, conform artikel 3 van haar statuten ter beschikking aan deputaten ZHT. Om te voorkomen dat de stichting een eigen leven gaat leiden, is er gestreefd naar een maximale personele unie tussen de deputaten en het bestuur van de stichting. Dit betekent dat acht van de negen deputaten zijn benoemd als bestuurder van de stichting. Eén deputaat, nl. br. Ko Joosse, kon niet als bestuurslid worden benoemd aangezien het CBF vereist dat er in het bestuur van een stichting met het keurmerk van het CBF geen nabije familieleden zitten, en hij een broer is van voorzitter ds. Leen Joosse. De deputaten besturen het instituut via het model Besturen op afstand, conform besluit 2.a artikel 1 van de GS 2002. Dat betekent dat deputaten beleidsinitiërend, -vaststellend en - corrigerend zijn, waar de directie beleidsvoorbereidend en -uitvoerend is. De deputaten op hun beurt rapporteren aan de GS, en vragen aan de GS om het gevoerde beleid goed te keuren en de te volgen strategie voor de komende jaren vast te stellen. Conform besluit 2.a artikel 2 van de GS zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directie zorgvuldig vastgelegd in een directiestatuut (zie bijlage 2). 2.3 Activiteiten Deputaten ZHT hebben vanaf de GS 2002 tot het moment dat dit verslag is geschreven 15 keer een reguliere vergadering gehouden. Voor de resterende tijd tot de GS 2005 staan nog 4 vergaderingen gepland, hetgeen een totaal van 19 vergaderingen geeft. Deze vergaderingen zijn voorbereid door het moderamen en de directie. Het moderamen bestaat uit drie personen, nl. ds. Leen Joosse, voorzitter, br. Ben Gort secretaris/penningmeester en zr. Arien Bekker. De belangrijkste taken van het moderamen zijn: - het opstellen van de agenda van de deputatenvergaderingen; - het vormen van het eerste aanspreekpunt van de directie bij urgente zaken. 10 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

Deputaten hebben een commissie gevormd met de naam Commissie Zendende Instanties (CZI), bestaande uit zr. Arien Bekker-Holtland (voorzitter), ds. Leen Joosse, ds. Rufus Pos en de directie van het instituut. De CZI is direct betrokken bij de relatie met de verschillende zendende instanties. Zij organiseert eens per jaar een vergadering van de zendende instanties met de dep. ZHT. Ook vergadert zij bilateraal met de zendende instanties als daar een aanleiding voor is. De CZI heeft tot september 2004 tien keer vergaderd. Ook is er een financiële commissie gevormd, bestaande uit de penningmeester, br. Ben Gort en br. Kees Manni. Deze commissie adviseert de directie in financiële zaken. Zij vergadert tenminste twee keer per jaar, één keer over de conceptbegroting en één keer over de conceptjaarrekening. Zowel in 2003 als in 2004 zijn bezinningsdagen gehouden. Op deze niet-besluitvormende bijeenkomsten werd samen met de staf en met leden van adviesraden onderwerpen besproken die een strategisch belang hebben voor het werkveld. In juni 2003 is het onderwerp Trends en ontwikkelingen in de GKv besproken, n.a.v. een inleiding door dhr. Peter Bergwerff. Dit onderwerp staat opnieuw op de agenda voor het najaar 2004, waar het meer wordt toegespitst op het gebied Zending en Hulpverlening. Over het onderwerp Gerechtigheid is in januari 2003 een algemene studiedag gehouden. In oktober 2003 is in een bezinningsdag gewijd aan ditzelfde onderwerp, waarbij gepoogd is een eerste lijn te trekken richting beleidsvorming. Zie verder paragraaf 5.4. In bijlage 4 zijn alle namen van de deputaten met hun functies op een rijtje gezet. GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 11

3. HET INSTITUUT DE VERRE NAASTEN 3.1 Directie De directie bestaat uit de brs. Menno van Hulst, directeur en Ben van der Lugt, plaatsvervangend directeur. De directie stelt in het najaar van elk jaar een driejarenplan, met bijbehorende driejarenraming op. Nadat deze door de deputaten is vastgesteld wordt een jaarplan met bijbehorende begroting opgesteld. Deze wordt in de decembervergadering van de deputaten vastgesteld. De directie rapporteert in periodeverslagen aan de deputaten. In periodeverslagen wordt over de activiteiten van het instituut gerapporteerd, waarbij zoveel mogelijk de financiële gegevens zijn geïntegreerd. Tot en met 2002 waren dit kwartaalverslagen. Vanaf 2003 wordt gerapporteerd over periodes van vier maanden. De directeur geeft leiding aan de afdelingshoofden van de vier afdelingen. In bijlage 5 is de structuur van het instituut weergegeven in een organogram. Zowel de directeur als ook de plaatsvervangend directeur zijn ook afdelingshoofd. Eén keer per maand wordt een afdelingshoofdenoverleg gehouden. 3.2 Buitenland Het werk in het buitenland wordt gecoördineerd vanuit de afdeling buitenland. Deze bestaat uit een aantal regiocoördinatoren, onder leiding van het afdelingshoofd, br. Menno van Hulst. Er zijn betaalde krachten en vrijwilligers onder de regiocoördinatoren. Minimaal eens per maand wordt vergaderd in het Regiocoördinatorenoverleg. De afdeling Buitenland laat zich adviseren door de Adviesraad Buitenland (AB). De AB vergadert minimaal vier keer per jaar, en brengt advies uit aan het hoofd buitenland over nieuwe projecten en programma s, en over alle zaken die het buitenlandwerk aangaan. In paragraaf 5.1 wordt inhoudelijk ingegaan op de programma s en projecten die o.a. door de afdeling buitenland worden gecoördineerd. 3.3 IRTT IRTT staat voor Intercultural Reformed Theological Training. Deze afdeling staat onder leiding van br. Ben van der Lugt. Naast het afdelingshoofd zijn er twee parttime docenten. Het werk wordt ingedeeld in drie clusters: 1.Opleiding / begeleiding van uitgezondenen Het gaat hierbij om trainingen, die worden gegeven aan uitgezondenen van de GKv, maar ook van de CGK en van enkele niet-zusterkerken. Deze uitgezondenen kunnen missionaire predikanten zijn, maar ook oecumenische hulpverleners. Een deel van de trainingen wordt uitbesteed aan externe instituten, zoals het Hendrik Kraemer Instituut (HKI, van de PKN) en het Steunpunt GemeenteOpbouw (SGO). 2. Training kader buitenlandse kerken Ook worden trainingen op theologisch gebied gegeven aan kader van buitenlandse kerken. Dit gebeurt in Nederland tijdens de zogenaamde meicursussen. De afgelopen jaren is het thema van deze cursussen geweest De charismatische beweging. Ook worden enkele malen per jaar cursussen gegeven op locatie in het buitenland gegeven. IRTT heeft een 'pool' van docenten gevormd die aan deze trainingen kunnen bijdragen. 3. Beleidsondersteuning voor zendende instanties De afdeling IRTT is ook beschikbaar voor advisering aan zendende instanties (van GKv, 12 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

maar ook van andere kerken), en organiseert studiedagen, gericht op zaken die het beleid van de zendende instanties aangaan, waarover geadviseerd kan worden. In paragraaf 5.5 wordt inhoudelijk ingegaan op het werk van deze afdeling. 3.4 Voorlichting en Fondsenwerving De afdeling Voorlichting en fondsenwerving wordt geleid door br. Tjerk de Vries. Naast het afdelingshoofd zijn er twee medewerkers. Deze afdeling maakt veel gebruik van vrijwilligers. Voorlichting geven in Nederland over de wereldwijde christelijke gemeenschap is een kerntaak van DVN. Dit gebeurt door het publicaties in tijdschriften, boeken en op de website, en door samenkomsten als gemeenteavonden, zendingszondagen en DVN dagen. Om het werk uit te kunnen voeren is geld nodig. Belangrijk zijn de donaties uit de eigen achterban in principe alle leden van de GKv. Hiertoe wordt een omvangrijk adressenbestand bijgehouden. Er komen ook fondsen binnen via schenkingen, nalatenschappen, projectadoptie, kerken en diaconieën. Naast de fondsenwerving uit eigen achterban, wordt ook aan Institutionele Fondsenwerving gedaan. Dit betekent dat bij fondsverstrekkende instellingen geld wordt gevraagd op basis van projectvoorstellen, en onder voorwaarde van rapportage achteraf. De afdeling wordt geadviseerd door de Adviesraad Voorlichting en Fondsenwerving. 3.5 Administratie De afdeling administratie wordt geleid door br. Tim Fennema. Er zijn twee medewerkers. Zij hebben tot taak de financiële, de personeels- en de overige administratie te verzorgen. De taken van deze afdeling strekken zich in toenemende mate uit tot het geven van aanwijzingen en adviezen aan buitenlandse partners op administratief gebied. Alle afdelingen maken gebruik van de secretariële diensten van twee secretaresses. GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 13

4 OVERLEG EN NETWERKEN In het werken aan de realisatie van de doelen zoals verantwoord in hoofdstuk 5 en 6, heeft DVN, aangestuurd door de deputaten, 'overleg' gehad met andere instituten van de eigen kerken en geparticipeerd in andere 'netwerken'. 4.1 Overleg a. BBK Deputaten betrekkingen buitenlandse kerken Overleg en afstemming met deputaten BBK is van het grootste belang voor deputaten ZHT, aangezien beide deputaatschappen vaak met dezelfde buitenlandse kerken te maken hebben. Uiteraard is het dan van belang dat de GKv zoveel mogelijk één stem laat horen. Dit overleg vindt plaats door eens per jaar een vergadering te beleggen van het moderamen van ZHT met sectie 7 van BBK. Daarnaast is er op uitvoerend vlak regelmatig overleg op het niveau van de regiocoördinator van het Instituut met de betreffende regionale sectie van BBK. Op de agenda voor het najaar 2004 staat de vaststelling van een gezamenlijke notitie van deputaten BBK en ZHT, waarin de visie op oecumene wordt beschreven. b. GDD Generaal diaconaal deputaatschap Op uitvoeringsniveau is er regelmatig en goed contact geweest tussen het Instituut van ZHT en het Diaconaal Steunpunt, uitvoerend orgaan van het GDD. De afstemming gaat over uiteenlopende zaken als bestemming van noodhulpprojecten, taak van diakenen in Zending & Hulpverleningscommissies, bestemming van dankdagprojecten, gezamenlijke publicaties. In 2002 is een reader uitgegeven door het Diaconaal Steunpunt en DVN samen, onder de naam Diaconaat naar buiten, een bundel artikelen over onze diaconale taak ten opzicht van nabije en verre naasten. In 2004 is er opnieuw een gezamenlijke productie geweest, onder de titel De Diaconale Gemeente, geschreven door ds. Gerrit Riemer. Er was geen aanleiding tot formeel contact op deputatenniveau. c. de TUK Theologische Universiteit Kampen Er is een tweetal keer naar aanleiding van een publicatie een studiedag georganiseerd door de Theologische Universiteit in Kampen (Broederweg) en de afdeling IRTT van het Instituut samen. De eerste was in maart 2003, n.a.v. het boek Metamorfose, intercultureel begeleiden van kerken in een niet-christelijke omgeving, geschreven door IRTT- en TUKdocent ds. Kees Haak. De tweede studiedag in het najaar van 2004 ging over het boek Hart voor de stad van de hand van TUK docent dr. Peter van de Kamp. Ook heeft de afdeling IRTT een bijdrage geleverd aan de Internationaliseringnota van de TUK. d. DTEG/ASE Deputaten toerusting evangeliserende gemeente/ Deputaten aanvullende steun evangelisatie Traditioneel wordt er vanuit gegaan dat ZHT gericht is op evangelieverkondiging in het buitenland en DTEG (voorheen LVEA)voor verkondiging buiten de kerk in de eigen westerse omgeving. Daarnaast is het deputaatschap ASE actief in dit veld. Aangezien er momenteel veel buitenlanders in Nederland wonen is dit onderscheid diffuser geworden. In het verlengde van de taak van de afdeling IRTT om 'zendelingen' op te leiden voor de missionaire taak in het buitenland, werd in het verleden de expertise die werd opgebouwd ook gebruikt voor de opleiding en training van mensen die werden ingezet voor 14 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

'evangelisatie'. Daarom was er destijds enkele malen overleg tussen IRTT en het LVEA. De kennis en betrokkenheid van IRTT bij de evangeliserende activiteiten in de kerken maakte het logisch die ervaring te blijven gebruiken bij het ontwerpen en uitvoeren van trainingsprogramma s van vrijgestelden voor evangelisatie. Nadat het LVEA was omgevormd tot DTEG lag ook het contact met DTEG voor de hand; het werd ook door de GS als opdracht meegegeven. Een deel van de motivatie daarvoor was de overweging dat ervaringen in het buitenland (Derde Wereld), m.n. ervaringen met missionaire projecten in urbane omgevingen, wellicht vruchtbaar gemaakt zouden kunnen worden voor de ontwikkeling van evangelisatieprojecten in Nederlandse steden. Het overleg met DTEG heeft tot nu toe geen structureel karakter. Wel is er incidenteel overleg en afstemming met de MAR (Missionaire Arbeid Rijnmond), en met evangelisatieprojecten in Den Haag en Amsterdam. Ook de GS-opdracht verleend aan ASE leidde tot contacten. Er werd door de afdeling IRTT advies geleverd in een vroege fase en vertegenwoordigers van ZHT waren aanwezig op de door ASE uitgeschreven studiedag op 19-06-04. O.a. het beleid m.b.t. 'gemeentestichting' werd besproken. De behoefte aan visieontwikkeling over 'evangelisatie' (in relatie tot de visieontwikkeling over 'Zending' en 'hulpverlening' die door ZHT wordt behartigd) werd bevestigd, maar geconcludeerd werd dat er grotere duidelijkheid dient te komen wie primair verantwoordelijk is voor die visieontwikkeling. Ook de zaak van de opleiding van de mensen die zullen worden ingezet in 'evangelisatieprojecten' kwam opnieuw ter sprake. De afdeling IRTT van ZHT is daarvoor beschikbaar. Deputaten ZHT vinden het wenselijk, dat alle evangelisatiepredikanten een aanvullend IRTT traject volgen, uiteraard in afstemming met hun opdrachtgever. e. ROFOR Platform Hulp in het Buitenland Door deputaten BBK is het platform Reformed Organisations for Foreign Relief (ROFOR) in het leven geroepen om initiatieven binnen de GKv rond hulpverlening in het buitenland rond de tafel te krijgen. Deputaten ZHT hebben deze taak overgedragen gekregen van BBK. De GS van Zuidhorn (2002) heeft deputaten opgedragen om het ROFOR-netwerk te onderhouden en waar mogelijk te streven naar kerkverbandelijke inkadering van de projecten. (besluit 2.a artikel 11) Er worden jaarlijkse vergaderingen gehouden met de deelnemers aan dit platform. Op de vergadering van april 2004 is besloten de naam te wijzigen in Platform Hulpverlening in het Buitenland, aangezien de Engelse naam niet correct is, en ook een Nederlandse naam werd geprefereerd. Met drie Platform-deelnemers is gesproken over verdere kerkverbandelijke inbedding, nl. Commissie Steun MERF (CSM), Commissie Bat Tsion en de Stichting Paulus. Met de kerkenraad van Meppel, waar de Commissie Steun MERF aan rapporteert, is afgesproken om te komen tot een samenwerking met het Instituut voor ZHT. Met de de Commissie Bat Tsion en de Stichting Paulus zijn de gesprekken nog gaande. De deelnemers van het Platform hebben de gelegenheid zich te presenteren op de website van De Verre Naasten (zie www.deverrenaasten.nl onder de knop ZHT). 4.2 Netwerken a. ICRC De International Conference of Reformed Churches wordt door het deputaatschap ZHT gezien als het belangrijkste internationale oecumenische netwerk. In eerste instantie zullen we een relatie aangaan en onderhouden met kerken die lid zijn van de ICRC. En als er buiten de ICRC een relatie wordt aangegaan, zal altijd de ICRC gepromoot worden als zijnde een betrouwbaar en vruchtbaar oecumenisch netwerk van kerken die trouw willen zijn aan de gereformeerde belijdenissen. Het lidmaatschap van de GKv van de ICRC verloopt via deputaten BBK. Zij zullen in hun GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 15

rapport daarover verslag doen. Hier wordt gerapporteerd over de zaken waar de ICRC en deputaten ZHT elkaar raken. De website van de ICRC is www.icrconline.com. Regional Missions Conferences Vanaf het begin werden er vanuit de ICRC Regional Missions Conferences georganiseerd in de continenten Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Vertegenwoordigers van het instituut, met name van de afdeling Buitenland, bezoeken deze conferenties en participeren actief daarin. In 2003 is de Afrika conferentie in Lubumbashi, Congo bezocht en de Azië conferentie in Bangkok, Thailand. De conferentie in Latijns-Amerika is dit keer niet door gegaan. Deputaten ZHT zijn van mening dat het concept van waaruit deze conferenties worden georganiseerd aan herziening toe is: te zeer werd tot nu toe de nadruk gelegd op de wenselijkheid en noodzaak van het organiseren van deze regionale activiteit vanuit het perspectief van de westerse zendingen die in de Derde Wereld regio's opereerden. 'Jonge kerken' werden min of meer gegund aanwezig te zijn, maar structureel was daar onvoldoende aandacht voor. Gelukkig kan geconstateerd worden dat er op dit punt een positieve verandering is opgetreden. Missions Committee De afdeling IRTT (in overleg met het zendingsbureau van de CGK) hielp de vergaderingen van de Missions Committee van de ICRC organiseren in juni 2003 en opnieuw in juni 2004. Ook presenteerde het hoofd van de afdeling IRTT in juni 2003 een lezing waarin geprobeerd werd aan te geven dat het mandaat van de ICRC voor de MC een visie op 'zending' vertegenwoordigt die onvoldoende rekening houdt met een nieuwe constellatie; dat wil zeggen, er is noodzaak in het oecumenisch netwerk van de ICRC de gelijkwaardige relatie van kerken met haar buitenlandse partners centraal te stellen en te spreken van oecumenische hulpverlening. Op de vergadering in juni 2004 werd de afdeling IRTT verzocht samen met het opleidingsinstituut MTI van de Presbyterian Church in Korea een conferentie te beleggen met vertegenwoordigers van de ICRC-kerken die verantwoordelijk zijn voor de training van hun zendelingen. En wel, om te bezien of in de opleidings- en trainingsprogramma's de gevolgen van de nieuwe oecumenische situatie voor 'Zending' en 'Hulpverlening' voldoende in rekening zijn gebracht. De resultaten van dat onderzoek zullen aan een volgende vergadering van de MC worden aangeboden en dan zal bezien worden of deze aanleiding geven om aan de algemene conferentie in 2005 (oktober; Zuid-Afrika) ideeën aan te bieden die zouden kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een Gereformeerde missiologie die relevant is voor de 21 e eeuw en 'zending' in het netwerk van de ICRC-kerken zou kunnen bevorderen. b. Prisma De Stichting De Verre Naasten is lid van Prisma. Prisma is een koepelorganisatie in de vorm van een vereniging van reformatorische en evangelische christelijke hulpverleningsorganisaties in Nederland. De doelstelling van Prisma is: a. overleg en samenwerking tussen reformatorische/evangelische kerken en organisaties, actief op het gebied van internationaal dienstbetoon en ontwikkelingssamenwerking; b. het met en voor haar leden doordenken van gemeenschappelijke thema s en het innemen van gemeenschappelijke standpunten ten aanzien van deze thema s; c. het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de leden. Prisma heeft een kantoor en enkele vaste medewerkers. Deze worden voor het grootste deel betaald uit een percentage van het ICCO-blockgrant (zie hierna). De website van prisma is www.prismaweb.org. De leden van de vereniging komen 2 à 3 keer per jaar bijeen in Algemene 16 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

Ledenvergaderingen. Het eigenlijke werk vindt het meest plaats in werkgroepen. DVN is actief lid van twee werkgroepen. 1. De werkgroep Institutionele Fondsenwerving. De afgelopen jaren is de voornaamste taak van deze werkgroep geweest om een overeenkomst met medefinancieringsorganisatie ICCO af te sluiten en vervolgens uit te voeren. Volgens deze overeenkomst krijgt Prisma een blockgrant van ICCO. Met behulp van deze blockgrant worden de fondsenwerving ten behoeve van bepaalde projecten van Prismaleden verdubbeld door ICOO. Sinds 2003 maakt DVN op bescheiden schaal gebruik van deze mogelijkheid. 2. De AIDS werkgroep. Deze werkgroep stimuleert opinievorming binnen de lidorganisaties, hun achterban en hun partnerorganisaties over het ingrijpende HIV/AIDS vraagstuk. In een beleidsstuk is een christelijke benadering van de hulpverlening i.v.mm. HIV/AIDS vastgelegd. Er is een enquête gehouden in de achterban van Prisma-leden over de kennis over de HIV/AIDS problematiek. De afdeling IRTT maakt gebruik van deze werkgroep voor de ontwikkeling van een cursus voor uitgezondenen. Verder participeert het instituut in een studietraject van Prisma samen het Instituut voor Cultuurethiek (ICE) over christelijke visie op ontwikkelingssamenwerking. Dit project zal DV worden afgesloten met de publicatie van een boek, dat als opvolger gezien kan worden van het boek Als de olifanten vechten. c. ADC- Archief en Documentatiecentrum De GKv herdacht in augustus 2004 dat het zestig jaar geleden is, dat zij ontstond. Het is altijd belangrijk om lessen te trekken uit het verleden voor het goed begrijpen van het heden en om lijnen te trekken naar de toekomst. Dit geldt ook voor het terrein van zending en hulpverlening. Het deputaatschap ZHT is als centrale instantie op het gebied van zending en hulpverlening in GKv de meest voor de hand liggende organisatie om zich hard te maken voor een serieuze geschiedschrijving van haar werkgebied. Er zijn tot nu toe incidenteel enkele gedenkboeken verschenen. Ook is er een enkele keer een publicatie verschenen met een meer wetenschappelijke intentie. De afdeling IRTT heeft met het ADC van de GKv contact gehad over de manier waarop de geschiedschrijving van zending en hulpverlening meer serieus en systematisch ter hand genomen kan worden. Het instituut ZHT is zelf niet geëquipeerd om dit soort studies uit te voeren. Wel kan zij een bescheiden som geld per jaar hiervoor vrij maken, en ook anderszins haar medewerking verlenen. Deputaten ZHT zijn van mening dat dit goede aandacht verdient. d. Kerkelijke contacten in Nederland Eén keer per jaar is er een moderaminaoverleg van deputaten die zending behartigen van de CGK, Gereformeerde Gemeenten in Nederland, GKv en van het bestuur van de GZB (Gereformeerde Zendingsbond binnen de PKN). Dit overleg heeft een studie- en uitwisselingskarakter. Ook is er enkele keren per jaar een directeurenoverleg van de bovengenoemde organisaties. De NGK nemen niet deel aan dit overleg, aangezien zij (nog) geen centraal orgaan voor zending hebben. Op uitvoeringsniveau is ook met regelmaat contact met bovenstaande instanties. Een enkele keer worden projecten ook gezamenlijk uitgevoerd. e. Bilaterale kerkelijke contacten buiten Nederland Er is regelmatig of ad hoc overleg met andere kerken buiten Nederland die aan zending en hulpverlening doen. Veelal gaat het hier om afstemming in verband met hulpverlening aan een bepaalde kerk. Het meest vergaand is de afstemming met de Canadese kerken voor het werk met de IRB, GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 17

waarbij is afgesproken het hulpverleningswerk te coördineren via een commissie. Ook is er met de Canadese en de Australische kerken afstemming i.v.m. het werk in Indonesië. Met de Schotse kerken is overleg i.v.m. het werk in India, de Australische kerken i.v.m. Indonesië; met de RCUS (VS) en met de GKSA (Zuid-Afrika) i.v.m. de gezamenlijke partner de ERCC in Congo. f. Gbouw Het Instituut is huurder van kantoorruimte in het Gbouw. Het Gbouw is eigendom van de Stichting Huisvesting Gereformeerde Organisaties, waarin het Instituut bestuurlijk participeert. Binnen het Gbouw zijn een aantal gereformeerde organisaties gehuisvest, waaronder een groeiend aantal kerkelijke. Deputaten BBK zijn in het Gbouw gehuisvest. Het Instituut van ZHT verleent facilitaire diensten aan deputaten BBK. Verder hebben de deputaatschappen GDD (Diaconaal Steunpunt), SGO en DTEG hun kantoor in het Gbouw, evenals de organisatie Luisterpost/Bralectah, Emission, de IJsselronde en Sprank, naast enkele commerciële huurders. Deze gezamenlijke huisvesting biedt vele mogelijkheden tot facilitaire samenwerking, maar ook tot inhoudelijke afstemming, waar veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. 18 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005

5. BELEID In dit hoofdstuk zullen de beleidsmatige zaken, voor zover ze niet strikt financieel zijn, aan de orde komen. Om zinvol over huidige en toekomstige beleidslijnen te kunnen nadenken, is het goed om een overzicht te hebben van de activiteiten van DVN en zendende instanties. Dat staat in paragraaf 5.1. 5.1 Overzicht activiteiten Door De Verre Naasten en door alle zendende instanties die binnen de GKv werkzaam zijn, worden op allerlei gebieden activiteiten van zending, hulpverlening en training uitgevoerd. In deze paragraaf wordt daarvan een beschrijvend overzicht gegeven, waarbij vooral aandacht is geschonken aan de jaren 2002-2004. De activiteiten zijn in te delen in de categorieën kerkelijk werk, maatschappelijk werk, humanitaire hulpverlening en facilitaire ondersteuning. Hierbij moet wel bedacht worden, dat ook de laatste drie categorieën in zekere zin kerkelijk zijn. Ze worden alleen maar uitgevoerd als er een relatie is met een kerk. I. KERKELIJK WERK a. Missionair werk Zending betekent in eigenlijke zin het verkondigen van Gods Woord en het komen tot kerkplanting in een gebied waar nog geen kerk is. In deze zin wordt onder verantwoordelijkheid van een GKv-gemeente strikt genomen alleen nog door de Zendingscommissie van Dordrecht, gesteund door de classis Dordrecht, aan zending gedaan. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is op Curaçao, eerst door de kerk van Rijnsburg en later door de kerk van Dordrecht het evangelie verkondigd. Dit heeft geleid tot een kleine zendingsgemeente, die al behoorlijk zelfstandig functioneert, maar nog niet is geïnstitueerd. Op dit moment is er, na de repatriëring van ds. Jasper Klapwijk nog één zendeling werkzaam op Curaçao, nl. ds. Afinus de Vries. Voor opleiding van voorgangers wordt gebruik gemaakt van de opleiding van de genabuurde zusterkerk in Venezuela, de Gereformeerde Kerk van Venezuela (IRV). We hopen dat de gemeente binnen enkele jaren kan worden geïnstitueerd. Wat steeds meer voorkomt is dat vanuit Nederland niet onder eigen verantwoordelijkheid aan kerkplanting wordt gedaan, maar dat de lokale kerken worden gestimuleerd en in staat gesteld om in hun omgeving aan verkondiging met het oog op kerkplanting te doen. - In Zuid-Afrika worden de Vrije Gereformeerde Kerken in Zuid-Afrika (VGKSA) door deputaten zending Zuid-Afrika namens de kerken in Noord-Nederland, in staat gesteld om hun missionaire werk te doen door het verlenen van personele en financiële hulp. In het stadje Belhar in de Kaapprovincie is ds. Hannes Breytenbach werkzaam in een zendingswijkgemeente van de kerk te Bellville. Ds. Charles Nicholson werkt sinds enkele jaren op een andere locatie daar in de buurt, Wesbank. In de wijkgemeente van Belhar zijn al wel de ambten ingesteld. Maar de wijkgemeente is nog niet geïnstitueerd. In Wesbank is de instelling van de ambten nog niet aan de orde. In de omgeving van Pretoria zijn in de afgelopen jaren twee gemeentes geïnstitueerd, nl. in Mamelodi en in Soshanguve. Beide gemeentes hebben hun eigen predikant. Vanuit enkele andere preekpunten wordt het kerkplantingswerk voortgezet. De twee Nederlandse zendelingen ds. Dirk Maurits Boersma en ds. Arjan de Visser zijn in afgelopen jaren naar een andere continent geroepen. De Zuid-Afrikaanse zendeling ds. Johan Bosman is op dit moment meer op afstand betrokken bij het kerkplantingswerk. Er is nog wel een vacature voor een zendeling in dit gebied. GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 19

- In het zuiden van Brazilië wordt onder verantwoording van de Presbyteriaanse Kerk van Brazilië (IPB) een omvangrijk evangelisatie en kerkplantingsproject uitgevoerd in het gebied Rio Grande do Sul. De helft van de kosten hiervoor wordt gedragen door de IPB zelf, de andere helft door de Drentse zendingsdeputaten namens de Drentse kerken. - In Kenia steunt DVN twee kerkplanters van de Afrikaans Evangelisch Presbyteriaanse Kerk (AEPC). Het gaat om twee predikanten, waarvan er één op het platteland werkt en de ander in de hoofdstad Nairobi. Ze krijgen een traktement voor een periode van vijf jaar plus geld om een eenvoudig kerkgebouw neer te zetten. - Soortgelijke projecten worden ook door DVN ondersteund in India. In een overwegend Hindoeïstische of Boedistische omgeving wordt door evangelisten van verschillende gereformeerde en presbyteriaanse kerken het evangelie verkondigd en gemeenten gesticht. Ook in andere landen wordt missionair werk gestimuleerd door bijvoorbeeld het geven van toerusting op het gebied van evangelisatie. Het is duidelijk dat het missionaire werk van de GKv veranderd is van uitvoeringsvorm. Het is verschoven van het uitzenden van zendelingen die onder verantwoordelijkheid van een Nederlandse kerkenraad Gods blijde boodschap verkondigen om te komen tot kerkplanting, naar het stimuleren, toerusten en van financiële en eventueel personele hulp voorzien van zelfstandige kerken. Maar wat blijft, is dat de boodschap van de redding die er is in Christus, onverkort en duidelijk mag worden verkondigd aan hen die deze boodschap nog niet kennen, of daarvan vervreemd zijn. b. Opleiding voorgangers Een relatief sterk punt van de GKv is de diepgaande kennis van de gereformeerde theologie. Daar willen we graag van delen. Op veel plaatsen op de wereld wordt ondersteuning gegeven aan de opleiding van voorgangers voor allerlei kerken. Dit kan gebeuren via een eigen school van de kerk of via interkerkelijke opleidingen Veelal werd het beginnen van een theologische opleiding gezien als het sluitstuk van zendingswerk. Naar model van onze eigen TU in Kampen, zou elke kerk idealiter een eigen kerkelijke opleiding voor haar eigen voorgangers moeten hebben. Dit heeft geleid tot het stichten van theologische opleidingen door de zending op lager en middelbaar niveau. Dit is in Indonesië gebeurd op de eilanden Papua, Kalimantan Barat en Sumba. De opleiding op Papua functioneert echter nu niet meer op hetzelfde niveau. De theologische opleiding in Congo functioneert goed. Het ressort Utrecht heeft voor deze opleiding naast enkele Congolese docenten de volgende Nederlandse docenten ter beschikking gesteld: ds. Thijs Blok (inmiddels gerepatrieerd), ds. Jan Mathijs van Leeuwen en ds. Henk Folkers. In Venezuela wordt door DVN een theologische opleiding op twee niveaus van voorgangers van de nog kleine Gereformeerde Kerk van Venezuela (IRV) mogelijk gemaakt. Ds. Han Keesenberg, in dienst van DVN, is hiervan de hoofddocent. In Brazilië wordt samen met onze zusterkerk, de Canadese en Amerikaanse Gereformeerde Kerken (CANRC), een kleine kerkelijke opleiding ondersteund van de Gereformeerde Kerken van Brazilië (IRB). In Kiev, Oekraïne, zijn de Gelderse zendingsdeputaten nauw betrokken bij een opleiding voor voorgangers, samen met enkele andere gereformeerde en presbyteriaanse kerken. Ds. Jos Colijn is hier fulltime docent. Ook ds. Marten Nap heeft hier veel lessen gegeven. De Oekraïense Evangelische Gereformeerde Kerk (UERC) beschouwt dit instituut als de opleiding voor haar predikanten. In het algemeen gaat het in deze categorie om niet geaccrediteerde opleidingen, die een diploma geven dat alleen binnen de eigen kerken wordt erkend. 20 ACTA GENERALE SYNODE AMERSFOORT-CENTRUM 2005