Literatuurstudie Seksualiteit en beeldvorming bij jongeren



Vergelijkbare documenten
Seksualisering en beeldvorming: de rol van opvoeders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet Seksuele opvoeding en beeldvorming

Seksualisering: beeldvorming en opvattingen

Handreiking Seksualiteit

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

: Mw F. Langerak- Oostrom

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

3 Competenties en indicatoren...11

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen?

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

Besluit Raad Nr. Datum ^ ^ DEC 2 015

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Resultaten onderzoek seksualiteit

2010D Lijst van vragen totaal

Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies

Seksuele gezondheid van holebi s

WEEK VAN DE LIEFDE Mini Symposium Migrantenjongeren en seksualiteit

Zie De Graaf e.a voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25 ste 2012

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

Seksueel geweld binnen en buiten Nederland

Resultaten onderzoek Rutgers i.s.m. het NOS Jeugdjournaal 2016 Samenvatting. Utrecht, maart 2016 Auteur: Hanneke de Graaf.

Workshop Cultureel sensitief werken met het Vlaggensysteem

B&B + Ik hou van mij Jongens Be A Man! Kennisoverdracht Jongeren weten wanneer seksueel gedrag V V V V grensoverschrijdend is en wanneer niet.

Factsheet Seksualisering en pornoficatie

PRODUCTENGIDS. Seksuele gezondheid

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Whitepaper Anticonceptie

Community / Etnische websites

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Allemaal (een beetje) anders Jongeren, seksualiteit en culturele diversiteit

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Media en seksualiteit. Hoeveel invloed heeft seks op TV en internet op onze jeugd?

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Een onderzoek naar seksuele voorlichtingslessen onder leerlingen uit de onderbouw van het Nederlands voortgezet onderwijs.

Ouderavond lijf & relaties

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk!

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

Werkstuk Engels Enquete Seksualiteit onder jongeren

Seksuele vorming: gave (op-)gave

KRASLOTEN, JONGERENBOEKJE SEKS&ZO, HANDLEIDING EN TRAINING

De eerste keer. Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3

VEILIG SEKSUEEL OPGROEIEN

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school. Oka Storms Ben Serkei

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf

Feiten en cijfers Fryslân

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee

Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017

Ouderbijeenkomst Basisschool Eerschot Week van de Lentekriebels

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Relaties en seksualiteit

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Week van de Lentekriebels

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit

Seksuele mores Nederlands jeugd zijn gematigd

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

Onderzoek naar seksualisering

Beantwoording vragen PvdA onderzoek "Seks onder je 25ste" BESLUITEN

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Informatie over de deelnemers

Keuzekaart Loverboyspreventie Zwolle 2015

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Achtergronden en aanpak jeugdige zedendelinquenten

Problemen met het seksueel functioneren

Aanbod Trajekt januari 2013 T

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF

jongens meisjes 18 jaar of ouder

Utrecht, maart Rutgers Arthur van Schendelstraat MJ Utrecht Postbus GA Utrecht

Rapportage Peiling vrouwen in de media

Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog)

Inhoudsopgave. Voorwoord. Dankwoord. Inleiding Kerndoelen Leeswijzer Opbouw Woordgebruik en begrippen Afkortingen en aanspreekvorm Website

3VRAAGT. 20 mei 2019 Auteur: Lotte Kamphuis SEKSUELE VOORLICHTING

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Liesanne van den Brink

Jongeren, media en seksualiteit. Hoe media-interesses en gebruik samenhangen met fantasieën, opvattingen en gedrag. Dr.

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Lessen en leerdoelen Kriebels in je buik

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen

Tabel 2: Overzicht programma in middelen, doelen en leerstijlen in fase 2

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

Transcriptie:

Literatuurstudie Seksualiteit en AANLEIDING De seksualisering van de maatschappij, met onderwerpen als lichamelijke integriteit en beeldvorming, staat op het ogenblik volop in de aandacht. Denk hierbij aan het ter discussie stellen van videoclips, de beleving van seksuele beelden bij reclamespotjes, seks als ruil- of betaalmiddel en de problematiek rond loverboys en groepsverkrachtingen. Ook de Emancipatienota 2008-2011. Meer kansen voor vrouwen wijdt een hoofdstuk aan de seksuele en relationele vorming van meisjes en jongens. Minister Plasterk heeft daarnaast plannen voor de oprichting van een mediaexpertisecentrum, voor onderzoek naar de invloed van media-uitingen op. In het maatschappelijk debat wordt verondersteld dat de media een belangrijke rol spelen bij de seksuele beeldvorming en wellicht invloed hebben op het seksueel gedrag van tieners. Welke invloed hebben de media precies, wat is het effect op de attituden en het gedrag van, en welke rol spelen andere invloeden, zoals ouders en het onderwijs? DOELSTELLING E-Quality biedt met deze literatuurstudie informatie over de factoren die van invloed zijn bij de seksuele vorming van. Deze informatie is zowel bedoeld voor (maatschappelijke) organisaties en professionals die werken met en/of ouders als voor degenen die beleid maken voor deze groepen. FEITEN EN CIJFERS SEKSUELE ATTITUDEN EN SEKSUEEL GEDRAG VAN JONGEREN Allereerst gaan we in op de seksuele attituden en het seksueel gedrag van. Wat is hierover bekend en is er ook een verandering in de tijd waar te nemen? En in hoeverre verschillen van elkaar? Veranderingen In 2005 heeft de Rutgers Nisso Groep op grote schaal gegevens verzameld over de seksuele gezondheid van van12 tot 25 jaar in Nederland in het onderzoek Seks onder je 25 e (De Graaf, Meijer, Poelman & Vanwesenbeeck, 2005). Het voorlaatste grootschalige representatieve onderzoek naar seksueel gedrag, houding en beleving van dateert uit 1995 (Brugman, Goedhart, Vogels & Van Zessen, 1995). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat opvattingen van over seks in de loop der jaren liberaler zijn geworden. Deze trend zet zich door er is sprake van een veranderende houding ten aanzien van seks bij. Tabel 1 illustreert deze ontwikkeling van de afgelopen tien jaar. Het grootste verschil is te zien bij het goedkeuren van geslachtsgemeenschap wanneer twee mensen niet veel voor elkaar voelen. Dit geldt overigens sterker voor jongens dan voor meisjes. www.e-quality.nl Pagina 1

Tabel 1. Verandering in seksuele attituden sinds 1995 Seksualiteit en % dat dit goedkeurt 1995 2005 Geslachtsgemeenschap bij trouwplannen 84 85 Geslachtsgemeenschap bij vaste verkering 80 82 Geslachtsgemeenschap veel voor elkaar voelen 75 79 Geslachtsgemeenschap bij niet veel voor elkaar voelen 16 25 n 7141 2192 = significante toename Bron: De Graaf et al., 2005 Opvattingen van over seksualiteit veranderen dus. Is deze verandering ook terug te zien in het seksueel gedrag van? Dit blijkt inderdaad het geval zijn vrijzinniger ten aanzien van seks dan tien jaar geleden (De Graaf et al., 2005). Jongeren hebben meer seksuele ervaring dan tien jaar geleden (toename van bijna een kwart). Dit geldt nog sterker voor de ervaring met orale seks. Daar beginnen bovendien op iets jongere leeftijd mee (Tabel 2). Tabel 2. Verandering in ervaring met seksueel gedrag sinds 1995 % met ervaring gemiddelde leeftijd eerste keer 1995 2005 1995 2005 Geslachtsgemeenschap 24 30 15,6 15,5 Orale seks 22 30 15,7 15,4 Anale seks 3 6 15,7 16,0 n 7170 2217 = significante af- of toename Bron: De Graaf et al., 2005 Verschillen tussen Laag opgeleide van 12 tot 17 jaar hebben over het algemeen meer ervaring met (verschillende vormen van) seks dan hoogopgeleide (De Graaf et al., 2005). Met betrekking tot etniciteit (Tabel 3) valt op dat Nederlandse jongens van 12 tot 17 jaar minder vaak ervaring hebben met seks dan jongens met een andere etnische achtergrond. Daarnaast hebben meisjes van Nederlandse en Antilliaanse afkomst relatief veel en meisjes van Marokkaanse en Turkse afkomst relatief weinig ervaring met seksueel gedrag. Religie speelt hierbij een rol. Turkse en Marokkaanse meisjes (maar ook christelijke jongens en meisjes) waarvoor het geloof heel belangrijk is, hebben relatief weinig ervaring met seks (De Graaf et al., 2005). Tabel 3. Ervaring met seksueel gedrag (geslachtsgemeenschap) naar etniciteit (%) Nederlands Marokkaans Turks Surinaams Antilliaans 12-17 jaar Jongens 20 38 45 51 39 Meisjes 28 6 11 23 39 18-24 jaar Jongens 80 63 79 71 79 Meisjes 88 27 51 73 80 = significant lager of hoger dan de andere jongens cq. meisjes in deze leeftijdsgroep Bron: De Graaf et al., 2005 www.e-quality.nl Pagina 2

Hoewel er dus wel duidelijke verschillen zijn tussen in seksueel gedrag, is in het algemeen wel een duidelijke verschuiving waar te nemen naar meer vrije opvattingen en gedrag. In hoeverre is dit problematisch? De meningen zullen hierover verdeeld zijn. Van groter belang hierbij is dat seksueel gedrag past bij de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van, en dat seksuele ervaringen van met wederzijdse instemming plaatsvinden. Zijn voldoende in staat om aan te geven wat ze wel en niet willen? Overhalen en dwang Uit het onderzoek Seks onder je 25 e blijkt dat ongeveer één op de zes meiden wel eens gedwongen is om iets te doen of toe te staan op seksueel gebied, tegenover minder dan één op de 20 jongens (De Graaf et al., 2005). Ook de quick scan van de GGD Amsterdam geeft aanwijzingen dat er met name onder meisjes sprake is van dwang (2006). Dit is verontrustend. Blijkbaar is een deel van de meisjes nog onvoldoende weerbaar of in staat om grenzen aan te geven. Onderzoek naar vmbo-leerlingen in 2002 laat zien dat de mate van assertiviteit bij seksuele contacten in het algemeen lager is bij meisjes dan bij jongens (Vanwesenbeeck et al., 2002). De leeftijd blijkt bovendien een belangrijke rol te spelen. Jongeren van 12-14 jaar lopen een groter risico om met seksuele dwang te maken te krijgen of overgehaald te worden. Dit geldt ook voor het internet: uit het onderzoek Seks is een game blijkt dat redenen van meisjes om op seksueel getinte vragen of verzoeken op internet in te gaan vaker te maken hebben met overgehaald worden als ze jonger zijn (De Graaf & Vanwesenbeeck, 2006). Daarnaast blijkt dat laag opgeleide meisjes relatief vaak worden gedwongen tot seksuele handelingen. Mogelijk hangt dit ook samen met de jongere leeftijd waarop zij ervaring hebben met seks. Een andere zorgwekkende bevinding is dat meisjes van Antilliaanse en Surinaamse afkomst relatief vaak iets doen of toestaan op seksueel gebied wat ze niet zelf willen. Terwijl Antilliaanse en Surinaamse (en Marokkaanse en Turkse) jongens juist relatief vaak dwang gebruiken in vergelijking met autochtone jongens (Kramer, Janssens, Çinibulak & Cense, 2007). Aan de ene kant laten sommige dus meer toe dan ze willen, terwijl aan de andere kant de grenzen van anderen niet respecteren. Seksestereotype rolverdeling Jongens blijken vaker degenen die op seksueel gebied anderen overhalen, terwijl meisjes vaker overgehaald worden. We kunnen hier spreken van een stereotype verdeling tussen jongens en meisjes. De opvattingen van veel over seksualiteit zijn, zoals eerder beschreven, meer liberaal geworden, maar ook hier geldt een seksestereotype verdeling. In de Jeugdmonitor van Rotterdam (2004-2005) komen deze verschillen naar voren, zowel tussen meisjes als jongens als tussen met een verschillende etnische achtergronden. Figuur 1. Als een jongen eenmaal opgewonden is, mogen meisjes geen seks meer weigeren (een beetje) mee eens. Jongens Meisjes % 30 26 27 25 21 19 20 16 15 9 10 5 0 Nederlands Surinaams Ant/Arub Marokkaans Turks Kaapverdiaans Bron: Jeugdmonitor Rotterdam 2004-2005 Overig 15 % 30 25 20 15 10 8 5 2 2 0 Nederlands Surinaams Ant/Arub Marokkaans 4 Turks 12 Kaapverdiaans 4 3 Overig www.e-quality.nl Pagina 3

Uit Figuur 1 blijkt dat er een duidelijk verschil is in opvattingen tussen jongens en meisjes op de gestelde vraag meisjes zijn het hier beduidend vaker mee oneens dan jongens. In vergelijking met autochtone valt daarnaast op dat jongens met een andere etnische achtergrond (vooral Turkse en Marokkaanse jongens) het relatief vaak eens zijn met deze stelling. Onderzoek van Vanwesenbeeck et al. (2002) bevestigt dit: traditionele genderrol-opvattingen zijn bij hen sterker aanwezig dan bij autochtone. Er lijkt op sommige punten dus sprake van verschillende verwachtingen en misinterpretaties onder. Jongens en meisjes blijken dus zowel in hun attitudes als hun gedrag te verschillen. Hoe komen deze attitudes tot stand? En in hoeverre spelen de media hier een rol in? MEDIA: BEELD EN WERKELIJKHEID De representatie van mannen en vrouwen in de media is vaak verschillend. Seksuele beelden in de media blijken veelal af te wijken van de werkelijkheid (o.a. Donnerstein & Smith, 2001; Malamuth & Impett, 2001; Nikken, 2006). De Amerikaanse APA Task Force on the Seksualization of Girls (2007) concludeert in haar rapport dat vrouwen en meisjes vaker worden afgebeeld en geseksualiseerd in verschillende media dan mannen: vrouwen zijn vaker naakt te zien dan mannen; mannen zijn vaak dominant bij seksueel geladen gedrag en vrouwen meestal onderdanig; vrouwen gedragen zich vaker uitnodigend of provocerend dan mannen. Daarnaast geven seksuele beelden ook vaak een beperkt en/of afwijkend beeld van de werkelijkheid weer: het gaat vaker om het seksuele genot dan om een uiting van liefde; personen die aan seks doen zijn vooral jong, slank en succesvol ; personen die seksuele handelingen met elkaar verrichten hebben bijna nooit een vaste relatie; risico s en verantwoordelijkheden (zoals condoomgebruik) van seksueel gedrag worden amper getoond. Veel beelden die zien geven dan ook een vertekend en stereotiep beeld van mannen en vrouwen over seksualiteit. Daarnaast worden ook steeds vaker (en op jongere leeftijd) met seksuele beelden geconfronteerd. Beelden zijn enerzijds meer toegankelijk door de opkomst van internet, anderzijds worden seksuele beelden ook vaker getoond. Uit Amerikaanse inhoudsanalyse blijkt tevens dat seks meer expliciet in beeld worden gebracht dan een aantal jaren geleden (APA, 2007). Zo bevat bijvoorbeeld 44 tot 81 procent van de muziekvideo s seksuele beelden. In Nederland is recentelijk geen inhoudsanalytisch onderzoek gedaan naar de hoeveelheid seks en erotiek in de media. Niettemin kan verondersteld worden dat deze ontwikkelingen ook in Nederland spelen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een recent artikel van de Volkskrant, waarin vier tieners een dag lang alle seksuele prikkels die ze tegenkwamen registreerden (oktober 2007). Jongeren zien dagelijks reclame, films en series met seksueel getinte beelden. Ook op internet komen (gewild of ongewild) terecht op pornosites of in chatboxen waar ze soms met zeer expliciete seksbeelden worden geconfronteerd. Daarnaast wijken deze beelden dus ook af van de realiteit. Om te weten welk effect seksuele beelden mogelijk hebben op, is het allereerst interessant om te weten hoe vaak hiermee in aanraking komen. www.e-quality.nl Pagina 4

GEBRUIK VAN MEDIA Televisie en internet Het online computergebruik is onder de afgelopen jaren enorm gestegen. Het gebruik van televisie is daarentegen iets afgenomen (www.tijdsbesteding.nl). Figuur 2. Televisie en online computergebruik van 12-19 jaar, 2000-2005 12 10,7 Aantal uren per week 10 8 6 4 6,2 8,4 2000 2005 2 0 0,7 Online computergebruik Televisie Bron: www.tijdsbesteding.nl In nagenoeg alle huishoudens van leerlingen in het voortgezet onderwijs is een computer aanwezig (Duimel & De Haan, 2007). Vrijwel al deze computers zijn op internet aangesloten. Meer dan de helft van deze heeft daarnaast een eigen computer op de kamer (waardoor zij dus zelf kunnen bepalen wat ze zien en wanneer ze kijken). Dit is een stijging van 13 procent ten opzichte van 2001. Het gebruik van televisie is in hetzelfde tijdvak met bijna een kwart afgenomen (Breedveld et al., 2006). Het gaat hier echter om gebruik van televisie als hoofddoel. Uit het rapport Jongeren 2005 van marktonderzoekbureau Qrius blijkt namelijk dat steeds vaker gebruik maken van verschillende media op hetzelfde moment. Dit verschijnsel wordt multitasking genoemd. De tv wordt het meeste in combinatie met andere media gebruikt (80 procent). Vaak gaat het dan om muziekzenders als MTV of TMF in combinatie met computergebruik. Volgens onderzoek van Reklame Rakkers staan hierdoor gemiddeld ruim zeven uur per dag bloot aan verschillende media (Olland, 2006). Contact met seksuele uitingen Uit het onderzoek Seks onder je 25 e blijkt dat via de media zeer regelmatig in contact komen met seksuele beelden of informatie over seks (De Graaf et al., 2005). Een meerderheid van de heeft het afgelopen half jaar wel eens iets gelezen in een tijdschrift of een videoclip gezien waar bloot of seks in voorkomt. Jongens blijken daarbij vaker zelf op zoek te gaan naar seksuele uitingen in de media dan meisjes. Jongens gebruiken internet hier vaker voor dan meisjes. In tabel 4 worden deze verschillen tussen jongens en meisjes goed zichtbaar (de antwoordmogelijkheid soms is hierin weggelaten). www.e-quality.nl Pagina 5

Tabel 4. Contact met seksuele uitingen in de media in afgelopen jaar (%) jongens nooit regelmatig/ vaker nooit Seksualiteit en meisjes regelmatig/ vaker Seksblaadje of pornoboekje bekeken 40 20 79 4 Naar videoclip gekeken waar bloot of seks in voorkwam 12 54 25 35 Naar seksfilm op televisie gekeken 25 35 56 10 Naar pornovideo gekeken 53 22 83 4 Porno-website bekeken 38 31 88 3 Sekslijn gebeld 92 2 98 0 = significant hoger dan de andere sekse Bron: De Graaf et al., 2005 Wanneer onderscheid wordt gemaakt naar etniciteit dan blijkt dat jongens van Marokkaanse afkomst het minst contact hebben met seksuele uitingen en Antilliaanse jongens het meest. Van de meisjes hebben Marokkaanse en Turkse meisjes het minst contact met seksuele uitingen; Surinaamse en Antilliaanse meisjes het meest. Jongeren gaan zelf op zoek naar seksuele uitingen, maar ze worden ook ongewild met seksuele uitingen geconfronteerd, bijvoorbeeld via internet. Ook hier blijkt een verschil tussen jongens en meisjes 57 procent van de vrouwelijke leerlingen in het voortgezet onderwijs geeft aan zich te storen aan manifestaties op het internet tegenover 36 procent van de jongens (Duimel & De Haan, 2007). In het algemeen blijkt seks in de media positiever te worden gewaardeerd door jongens dan door meisjes (Vanwesenbeeck et al, 2002). EFFECTEN VAN SEKSUELE BEELDEN OP JONGEREN De kernvraag van deze literatuurstudie luidt: welke invloed hebben de media in de seksuele beeldvorming en het gedrag van? Gedurende de adolescentie zijn op zoek naar definiëring van zichzelf buiten hun ouders en gezin om. Celebrities, sterren en iconen fungeren dan ook vaak als rolmodel. Door de media leren tevens over genderrollen en seksualiteit: wat betekent het om een jongen of meisje te zijn en welke gedragingen zijn passend. Zoals eerder al naar voren kwam, verschaffen media echter vaak stereotype beelden van mannen en vrouwen (Huntemann & Morgan, 2001). Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van seksuele beelden op attitudes van. Onderzoek naar de effecten op het gedrag nog in mindere mate. Er zijn echter wel aanwijzingen dat deze effecten bestaan (Nikken, 2006; Collins et al., 2007; Nikken 2007). Oorzakelijke verbanden zijn daarentegen nog niet duidelijk aangetoond. Waarschijnlijk werkt het twee kanten op: seksuele media reflecteren aan de ene kant meer liberale attitudes en gedrag en dragen hier aan de andere kant ook aan bij (Malamuth & Impett, 2001). Het meeste onderzoek gaat over de effecten van televisie op. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de invloed van andere massamedia (Escobar-Chaves et al., 2005). De belangrijkste conclusies tot dusver: hoe vaker seksueel getinte televisie kijken, hoe sterker ze geloven dat wat ze zien de realiteit weergeeft en hoe eerder ze ontevreden zijn met de eigen seksuele ervaringen (Malamuth & Impett, 2001); hoe vaker seksuele beelden zien, hoe sterker de neiging om seksueel gedrag te overschatten en meer liberale opvattingen over seks te hebben (Escobar-Chaves et al, 2005; Nikken, 2007); het vaker zien van seks op televisie gaat samen met een grotere acceptatie van seksueel geweld (Nikken, 2006). www.e-quality.nl Pagina 6

De mate van waargenomen realiteit blijkt belangrijk bij de ontwikkeling van opvattingen (Peter & Valkenburg, 2006). Peuters maken nog nauwelijks onderscheid tussen realiteit en televisiebeelden, kleuters hebben hier ook nog moeite mee. Pas rond het 12 e jaar gaan kinderen verschil maken tussen de werkelijkheid en realistisch lijkende beelden (Nikken, 2002; Valkenburg, 2002). Echter, ook bij geldt dat hoe vaker ze seksuele beelden zien, hoe realistischer ze het materiaal vinden. Dit blijkt sterker op te gaan voor jongens. Uit een studie van Peter & Valkenburg blijkt dat hoe vaker worden blootgesteld aan een geseksualiseerde media-omgeving, hoe sterker ze overtuigd zijn dat vrouwen seks-objecten zijn (2007). Uit een nog te verschijnen onderzoek van Schwinghammer blijkt ook dat effecten vooral bij mannen optreden: na het zien van seksclips bleken mannelijke vwo-scholieren meer traditioneel in hun opvattingen ten opzichte van sekserollen. Daarnaast lieten ze een hogere mate van seksisme zien en tevens een grotere acceptatie ten aanzien van seksuele intimidatie (dit laatste punt gaat ook voor vrouwen op). Uit Amerikaans onderzoek blijkt daarnaast dat bovengenoemde beelden ook effecten hebben op de meiden: hoe vaker ze met dergelijke beelden worden geconfronteerd, hoe vaker ze ontevreden zijn over hun lichaam. Bovendien hangt dit samen met de ontwikkeling van meer depressieve gevoelens en een lagere zelfwaarde (APA, 2007). Er is dus een verandering waar te nemen naar een meer liberale seksuele moraal, hoewel dit niet voor alle geldt. Tevens blijkt er sprake van een seksespecifieke rolverdeling waardoor meisjes, en dan vooral jonge meisjes en Surinaamse en Antilliaanse meisjes, meer kans hebben om met dwang te maken te krijgen. Daarnaast worden steeds vaker en op jongere leeftijd geconfronteerd met seksuele uitingen via de media, die vaak afwijken van de realiteit. Het is daarom van groot belang dat meer bewust worden van wat ze zien en in hoeverre deze beelden als waar aangenomen kunnen worden. Het vergroten van hun mediabewustzijn is dan ook belangrijk. Daarnaast blijkt dat wanneer jongens meer kennis hebben over seksualiteit, ze het onder druk zetten van meisjes minder goedkeuren (Kramer et al., 2007). Kennisoverdracht en voorlichting is dus cruciaal. Welke rol spelen ouders en het onderwijs hierbij? ROL VAN OUDERS EN ONDERWIJS Ouders en scholen kunnen een belangrijke rol spelen in de seksuele vorming van om de ongewenste invloeden van media te beperken. Ouders In de literatuur wordt aan de opvoeders een belangrijke rol toegedicht bij de seksuele vorming van. Uit het voorgaande is gebleken dat tegenwoordig veelvuldig in aanraking komen met seksuele uitingen. Voorkomen dat dit zien is dan ook erg moeilijk. De belangrijkste taak die voor ouders wordt gezien is dan ook het mediabewust maken van hun kinderen (Oland, 2006). Dus door uit te leggen dat wat ze zien wel echt is, maar afwijkt van de sociale realiteit (Peter & Valkenburg, 2006). Ouders kunnen bijvoorbeeld samen met hun kind naar de televisie kijken en discussiëren over hun eigen opvattingen en het getoonde gedrag op televisie (Collins et al., 2007). Door dit te bespreken en door kritische en evaluatieve opmerkingen te maken, kunnen ouders media-effecten sturen (Nikken, 2006). Daarvoor is echter ook goede kennis over en begrip van media nodig. Het is dus belangrijk om als ouder zelf inzicht te hebben in het media-aanbod en alert te zijn op wat kinderen zien (Nikken, 2002). Hoewel verbieden vaak niet als de meest effectieve manier wordt gezien, maken restricties zoals geen televisie of internetverbinding op de kamer van het kind sociale controle wel beter mogelijk. Het is overigens belangrijk dat ouders op vroege leeftijd starten met hun kinderen mediawijs te maken. In de adolescentie wordt de invloed van leeftijdgenoten ten opzichte van ouders namelijk steeds groter. Dit geldt met name voor de omgang met media (Nikken, 2007). Communiceren over seksuele beelden in de media, seksualiteit in het algemeen en daarnaast monitoren van mediagebruik zijn dus belangrijke punten voor ouders. Daarnaast is het voor ouders van belang om met hun kinderen over seksualiteit te spreken en hen weerbaar te maken door het leren aangeven van grenzen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat meer praten over seks en een meer positieve seksuele houding www.e-quality.nl Pagina 7

van de ouders verband houdt met een meer positieve beleving van de seksualiteit van. Ook hangt het samen met een grotere mate van interactiecompetentie, zoals beter kunnen praten met de partner, grenzen aangeven en assertief zijn (De Graaf, 2007). Niet voor alle ouders is het echter even makkelijk om op deze wijze te praten over seksualiteit met hun kinderen. Zo richten ouders zich vaak het liefst op de minst intieme en dus minst confronterende onderwerpen in de voorlichting, dus meer op de biologie in plaats van op de besluitvorming en aangeven wat je wel en niet prettig vindt: blijken met ouders vooral te praten over verliefdheid en relaties, anticonceptie en condooms, maar weinig of niet over wensen en grenzen op seksueel gebied (De Graaf et al, 2005). In sommige gezinnen is seksualiteit sowieso een beladen onderwerp waar weinig of niet over wordt gesproken. Seksuele voorlichting wordt bijvoorbeeld niet of nauwelijks door ouders uit Marokkaanse en Turkse gezinnen gegeven. Dit geldt tevens voor Surinaamse en Antilliaanse ouders (Mouthaan & De Neef, 2000; Van Lee, Marjanovic, Wijsen & Mouthaan, 2005). Deze ouders staan over het algemeen terughoudend of gesloten tegenover onderwerpen die met seksualiteit te maken hebben. Ook vinden sommige ouders de voorlichting die op scholen wordt gegeven niet goed of op te jonge leeftijd. Marokkaanse en Turkse moeders erkennen wel hun rol in de seksuele opvoeding van hun kinderen, maar geven aan dat ze niet goed weten hoe en dat zij hier meer ondersteuning in wensen (Van Lee et al., 2005). Tot slot spreken ouders vaker met meisjes over seksualiteit dan met jongens. De vader participeert hierin weinig. Kennis op het gebied van seksualiteit is bij jongens dan ook lager dan bij meisjes (meisjes zijn ook beter geïnformeerd) waarbij scholieren met een islamitische achtergrond over de minste kennis beschikken (Vanwesenbeeck et al., 2002; Van Fulpen et al., 2002). Onderwijs Net als ouders kunnen scholen ook een belangrijke bijdrage leveren in de seksuele vorming van via seksuele voorlichting. Dit is met name belangrijk voor die thuis weinig kennis over dit onderwerp meekrijgen (zoals bij eerder genoemde groepen). School kan op die manier als belangrijke informatiebron voor dienen. Volgens het rapport van de APA Task Force (2007) is voorlichting op school één van de manieren om tegenwicht te geven aan de seksualisering van meisjes. Maar in hoeverre krijgen voorlichting over onderwerpen die met seksualiteit te maken hebben? Op scholen blijkt seksuele voorlichting verschillend te worden ingevuld. Vaak wordt pas op middelbare scholen aandacht gegeven aan dit onderwerp. Slechts een derde van de basisscholen biedt leerlingen bijvoorbeeld seksuele voorlichting (in het basisonderwijs is dit geen verplichting). Hoewel middelbare scholen dit wettelijk wel verplicht zijn, kunnen deze scholen zelf bepalen bij welk vak zij dit onderbrengen en op welke wijze hier aandacht aan wordt besteed. In de algemene lesmethoden voor biologie, wereldoriëntatie, maatschappijleer of verzorging in het middelbaar onderwijs blijkt seksuele vorming slechts beperkt aan de orde te komen (Kocken et al., 2007). Hierdoor gaat voorlichting vaak niet verder dan het gebruikelijke verhaal over anticonceptie en veilig vrijen. In het algemeen kan geconcludeerd worden dat scholen beperkt gebruik maken van bestaande voorlichtingspakketten die specifiek ingaan op seksualiteit. Alleen het lespakket Lang leve de liefde wordt op landelijke schaal door vmbo-scholen gebruikt, met overigens bemoedigende resultaten (Van Fulpen et al., 2002). De Rutgers Nisso Groep stelt dan ook voor dat er naast de zakelijke seksuele voorlichting in het onderwijs ook (verplicht) aandacht wordt besteed aan relaties, grenzen, wensen en weerbaarheid. Ook TNO Kwaliteit van Leven geeft in haar inventarisatie naar seksuele gezondheidsbevordering voor de jeugd van 10 tot 21 jaar aan dat er in het onderwijs meer aandacht dient te worden besteed aan grensoverschrijdend gedrag, gericht op weerbaarheid en het stellen van grenzen (Kocken et al., 2007). De huidige voorlichtingspakketten gericht op seksualiteit en relaties blijken hierin tekort te schieten. Tevens is er nog weinig aandacht voor culturele diversiteit in voorlichting (Van Fulpen et al., 2002; Kocken et al., 2007). Bovendien is het van belang dat er in deze lessen aandacht wordt besteed aan de invloed van media op : het activeren van kritische vermogens van door kritisch te leren kijken naar, en analyseren van bijvoorbeeld reclameboodschappen en muziekvideo s. Daarbij gaat het om het plaatsen van de beelden in het juiste perspectief, zoals het relativeren van de achterliggende boodschap en hier een eigen mening www.e-quality.nl Pagina 8

over vormen. Tot slot blijkt dat er nog maar weinig onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit van interventies. TNO Kwaliteit van Leven geeft in het rapport dan ook als algemene aanbeveling om meer onderzoek te doen naar de implementatie en effectiviteit (ook op langere termijn) van onder andere voorlichtingspakketten in het basisonderwijs. AANBEVELINGEN In deze literatuurstudie hebben we feiten en cijfers op een rij gezet over seksualiteit en de. We hebben gezien welke invloed de media op seksuele attituden en gedrag van kunnen hebben. Ouders en scholen kunnen een belangrijke rol spelen bij de seksuele vorming van en het tegengaan van ongewenste invloeden van de media. Hierbij gaat het vooral om bewustwording bij, zowel in mediawijsheid als bewustwording omtrent wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit. De belangrijkste boodschap is: het behoud van de lichamelijke integriteit zouden geen dingen tegen hun eigen wil moeten doen. Aan de andere kant gaat het ook om seksueel gedrag waar anderen schade van kunnen ondervinden, zoals het overhalen of dwingen tot seksuele handelingen. Aangezien meisjes hier vaker mee te maken hebben dan jongens, is het vooral voor meisjes belangrijk om te leren eigen wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit aan te geven (ook wel empowerment ). De media spelen een belangrijke rol als het gaat om de invloed op seksuele attitudes en gedrag van. Jongeren moeten dan ook op een bewuste manier leren omgaan met deze media. Naast ouders en onderwijs, kunnen ook de media zelf hier een rol in spelen. De invloed van media is aanzienlijk, maar media kunnen daardoor juist ook een positieve invloed hebben op de seksuele opvoeding en beeldvorming van. MEDIA ALS TEGENWICHT Er kan op verschillende manieren worden omgegaan met de invloed die de media hebben. Gedragsregels en restricties kunnen hierbij een mogelijke aanpak vormen. Hiermee wordt wel het gebied van de vrije pers betreden. Een andere mogelijkheid is om juist de verantwoordelijkheid bij de media zelf neer te leggen door middel van zelfregulering. Vanuit enkele media zijn bijvoorbeeld al andere geluiden te horen die wijzen op bewustzijn op dit vlak, zoals de documentaire Beperkt houdbaar van Sunny Bergman. Hiermee kan tegenwicht worden geboden aan de negatieve invloeden van de media. We noemen enkele mogelijkheden: media meer bewust maken van de invloed die van bepaalde beelden uitgaat, bijvoorbeeld in samenwerking met organisaties voor zelfregulering van de media (zoals de reclame code commissie); meer ()programma s met positieve seksuele inhoud, bijvoorbeeld positief seksueel gedrag tussen jongens en meisjes; vaker wijzen op het verschil tussen beelden in de media en de realiteit; meer aandacht voor sociale en emotionele risico s en consequenties van seksueel gedrag (ook bijvoorbeeld middels een specifieke mediacampagne); grotere focus op seksuele voorlichting waarbij het aspect veilig vrijen meer wordt benadrukt. OUDERS EN OPVOEDING Ouders kunnen een belangrijke rol spelen bij de seksuele vorming van om de ongewenste invloeden van media te beperken. Kennis over seksualiteit en relaties, het bewust gebruik van media, maar ook de weerbaarheid van en het respecteren van grenzen van anderen zouden in de opvoeding aan bod moeten komen. Dit vraagt om ondersteuning van ouders, immers, niet alle ouders vinden het makkelijk om hun kinderen hierin te helpen. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG s) kunnen hier bijvoorbeeld een belangrijke rol in spelen. www.e-quality.nl Pagina 9

De aanbevelingen voor ouders op een rij: kinderen meer wijzen op verschil tussen mediabeelden en realiteit; vergoten van kennis over en bewustzijn van media bij ouders zelf; grotere deelname van ouders bij seksuele voorlichting (zowel de negatieve, als de positieve aspecten van seksualiteit); grotere betrokkenheid van vaders in de seksuele opvoeding; meer monitoring door ouders van mediagebruik kinderen (o.a. meekijken met kinderen, geen pc op de kamer); vanuit preventief oogpunt: voorlichting vanaf peuterleeftijd gericht op weerbaarheid en respect voor elkaar, en het omgaan met media; meer ondersteuning voor ouders vanuit de overheid (zie aanbevelingen overheid). ONDERWIJS EN VOORLICHTING Het onderwijs kan ook als belangrijke informatiebron voor fungeren als het gaat om seksualiteit. Daarnaast kan onderwijs tegenwicht bieden tegen de ongewenste effecten van de media: voorlichting op school zou meer gericht moeten zijn op mediawijsheid, relationele aspecten, weerbaarheid en culturele diversiteit; met deze voorlichting al starten op de basisschool (passend bij de belangstellingssfeer en de ontwikkelingsfase van de kinderen); ouders meer betrekken bij de (seksuele) voorlichting op scholen (middels ouderraden of thema-avonden); de overheid zou samen met het onderwijs kunnen onderzoeken hoe leraren meer kunnen worden ondersteund bij deze voorlichting (deskundigheidsbevordering). OVERHEID E-Quality raadt de overheid en specifiek gemeenten aan om meer interdisciplinair te denken als het gaat om (on)gewenst seksueel gedrag van. Dit onderwerp heeft namelijk raakvlakken met verschillende beleidsterreinen zoals onderwijs, emancipatie, jeugd (en opvoedingsondersteuning), gezondheid en veiligheid. Daarbij kunnen lokale instellingen meer samenwerken. De aanbevelingen op een rij: toekennen van een rol aan de CJG s, op het gebied van seksuele vorming van en vooral ondersteuning van de ouders; daarbij moet rekening worden gehouden met diversiteit; seksuele voorlichting wordt deels bepaald door culturele en religieuze waarden en omgangsvormen dit vraagt om verschillende benaderingen, om diverse groepen in hun specifieke situatie te ondersteunen; lokale instellingen meer samen laten werken op dit terrein (zoals werkers, scholen, jeugdgezondheidszorg en buurthuizen); op landelijk niveau kan de uitwisseling van good practices gestimuleerd worden, zoals het project lovingmelovingyou van de gemeente Rotterdam en het project Liefde van de gemeente Groningen; ondersteunen en (actief) stimuleren van voorlichtings- en weerbaarheidsprojecten, zoals de Week van de Liefde, Wijzer in de liefde en Marietje Kesselsprojecten; op landelijk niveau is het initiëren van langlopend onderzoek naar seksualiteit en (ongewenst) seksueel gedrag onder van belang, om de Nederlandse situatie beter in beeld te krijgen ; op lokaal en regionaal niveau kunnen onderzoeksgegevens (uit bijvoorbeeld de GGDmonitors) meer gebruikt worden om gemeentelijk beleid te formuleren; versterking van het jeugd- en werk zorgt, naast ouders en school, voor een extra lijn met de jeugd. Jongerenwerkers hebben zicht op hoe zich gedragen in hun vrije tijd en hebben dus een beeld van seksueel gedrag van. Daarnaast hebben ze ook een functie waarbij ze kunnen begeleiden bij vragen over seksualiteit; vragen waarmee niet alle naar hun ouders of docenten gaan. www.e-quality.nl Pagina 10

BRONNEN American Psychological Association, Task force on the Seksualization of Girls (2007). Report of the APA Task Force on the Seksualization of Girls. Washington, DC: American Psychological Association. Breedveld, K., Broek, A. van der, Haan, J. de, Harms, L., Huysmans, F. & Ingen, E. (2006). De tijd als spiegel. Hoe Nederlanders hun tijd besteden. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Brugman, E., Goedhart, H., Vogels, T. & Zessen, G. van (1995). Jeugd en seks 95: Resultaten van het nationale scholierenonderzoek. Utrecht: SWP. Collins, R., Elliott, M., Berry, S., Kanouse, D., Kunkel, D., Hunter, S. & Miu, A. (2007). Watching sex on television predicts adolescent initiation of sexual behavior. Pediatrics 114, 280-289. Donnerstein, E., & Smith, S. (2001). Sex in the media. In D. G. Singer, & J. L. Singer (eds.), Handbook of children and the media (pp. 289-308). Thousand Oaks, CA: Sage Publications. Duimel, M. & Haan, J. de (2007). Nieuwe links in het gezin. De digitale leefwereld van tieners en de rol van hun ouders. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Escobar-Chaves, S., Tortolero, S., Markham, C., Low, B., Eitel, P. & Thickstun, P. (2005). Impact of the media on adolescent sexual attitudes and behaviours. Pediatrics 116, 303-326. Fulpen, M. van, Bakker, F., Breeman, L., Poelman, J., Schaatsma, H., & Vanwesenbeeck, I. (2002). Vmboscholieren, seksualiteit en seksuele vorming: een effectonderzoek naar de vernieuwde versie van het lespakket Lang leve de liefde. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Graaf, H. de (2007). De rol van ouders in de seksuele ontwikkeling. Een literatuurstudie. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Graaf, H. de & Vanwesenbeeck, I. (2006). Seks is een game. Gewenst en ongewenst seksueel gedrag van op het internet. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Graaf, H. de, Meijer, S., Poelman, J. & Vanwesenbeeck, I. (2005). Seks onder je 25e. Seksuele gezondheid van anno 2005. Utrecht: Rutgers Nisso Groep/ Soa Aids Nederland. GGD Rotterdam. De jeugdmonitor Rotterdam 2004-2005. Seksueel gedrag. GGD Amsterdam (2006). Seksueel gedrag in een subcultuur van tieners in Amsterdam Zuidoost. Rapportage van een quick scan. Huntemann, N., & Morgan, M. (2001). Mass media and identity development. In D. G. Singer & J. L. Singer (Eds.). Handbook of children and the media (pp. 309-322). Thousand Oaks, CA: Sage. Kramer, S., Janssens, K., Çinibulak, L. & Cense, M. (2007). Over de grens: opvattingen van en beroepskrachten over grensoverschrijdend seksueel gedrag van. Utrecht: Movisie. Kocken, P., Weber, S., Bekkema, N., Dorst, A. van, Kesteren, N., van & Wiefferink, K. (2007). Een inventarisatie seksuele gezondheidsbevordering voor de jeugd van 10 tot 21 jaar. TNO kwaliteit van leven. Lee, L. van, Marjanovic, A., Wijsen, C. & Mouthaan, I. (2005). Gezocht: handboek seksuele opvoeding. Een exploratie van knelpunten en ondersteuningsbehoeften van ouders bij de seksuele opvoeding van hun kinderen. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Malamuth, N., & Impett, E. (2001). Research on sex in the media: What do we know about effects on children and adolescents? In D.G. Singer, & J.L. Singer (eds.), Handbook of children and the media (pp. 269-288). Thousand Oaks, CA: Sage Publications. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2007). Meer kansen voor vrouwen. Emancipatiebeleid 2008 2011. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Mouthaan, I. & Neef, M. de (2000). Seksualiteit en maagdelijkheid bij Marokkaanse en Turkse meisjes. In: J.E. de Neef, J. Tenwolde en K.A.A. Mouthaan (red.). Handboek interculturele zorg. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom, 2000. Nikken, P. (2002). Kind en media: weet wat ze zien. Amsterdam: uitgeverij Boom. Nikken, P. (2006). Seks in de media en kinderen. NIZW Jeugd. Nikken, P. (2007) Jongeren, media en seksualiteit. Hoe media-interesses en -gebruik samenhangen met fantasieën, opvattingen en gedrag. Nederlands Jeugdinstituut. Olland, F. (2006). Vrijheid, Blijheid? Jongeren, opvoeders en media in 2006. Rapportage en media. Reclame Rakkers. www.e-quality.nl Pagina 11

Peter, J. & Valkenburg, P. (2006). Adolescent s exposure to sexually explicit online material and recreational attitudes towards sex. Journal of communication 56, 639-660. Peter, J. & Valkenburg, P. (2007). Adolescents exposure to a sexualized media environment and notions of women as sex objects. Sex Roles 56, 381-395. Valkenburg, P. (2002). Beeldschermkinderen: theorieën over kind en media. Amsterdam: uitgeverij Boom. Vanwesenbeeck, I., Bakker, F., Fulpen, M. van, Paulussen, T., Poelman, J. & Schaalma, H. (2002). Seks en seksuele risico s bij Vmbo-scholieren anno 2002. Tijdschrift voor seksuologie 2003, 27: 30-39. Qrius. Jongeren 2005: het speelveld verandert [online bericht], geraadpleegd 3 december 2007. Beschikbaar via http://www.hetonderzoek.nl. www.e-quality.nl Pagina 12